zaterdag 27 december 2014

Innerlijke boosheid

Elke ervaring is de juiste.
- Gina Lake

Misschien moeten sommige dingen zo gebeuren. Een samenloop. Je leven is een aaneenschakeling van ervaringen. Ik ben mezelf flink tegen gekomen vlak voor onze reis naar kustplaats Puerto Vallarta. Na vier maanden suikercelibaat is mijn lijf aangepast. Ik heb afgelopen week ontdekt dat als je dan tóch weer suiker tot je neemt, je bijna flipt. Ik herkende het verband zelf niet en werd behoorlijk op de proef gesteld. De week voor de Kerstvakantie was er veel zoetigheid in huis. Chocola. Ik heb me laten gaan. Ik kreeg daarna een onverklaarbare boosheid in me. Heel onrustig en hartkloppingen. Ons internet werkte sinds een week of twee fantastisch. Na alle moeite die ik er in had gestoken. Bezoekjes aan Telmex, uren thuis geduldig wachten, langdurige telefoontjes naar Telmex. De beloning was zoet. Snel internet door het hele huis en ik was erg gelukkig. Toen kwam de beproeving. Toen kwam de man van ons huisalarm langs. Volgens hem was er een foutmelding. Zou kunnen. Wij hebben het alarm nog nooit ingesteld. We weten de codes niet eens meer. Deze man heeft iets aangeraakt en alles lag eruit. Geen internet, geen telefoonlijn. Mijn hele wereld bleek in te storten. Ik ontplofte bijna! Ik heb staan schreeuwen naar de man. Hij maakte het namelijk nog erger door alles te ontkennen. Hij stond recht in mijn gezicht te liegen. Zijn ogen vlogen alle kanten op. Hij praatte te snel en te veel. Leugens. Zo respectloos. Ik heb Mark gebeld op zijn werk en hij heeft de man ferm toegesproken dat hij het zelf op mocht lossen met Telmex. De man beloofde mij vervolgens dat hij een melding had gedaan. Telmex zou binnen 72 uur langs komen. Ik heb mijn huis verlaten. Ik kon die man niet om me heen verdragen. Ook mezelf trouwens niet. Mijn Spaans schoot tekort om hem flink duidelijk te maken wat hij in mijn leven had aangericht. Zo frustrerend. Hij had klaarblijkelijk wéér gelogen. Er was namelijk helemaal geen melding bij Telmex binnen gekomen. Hartkloppingen. Tijdens mijn yoga Kerstontbijt vertelde ik over mijn onstuimige boosheid. Wat bleek na het delen met mijn yoga vrienden? Mijn ongeremde boosheid is een gevolg van mijn suikerinname. Net als een peuter. Een tantrum. Heftig zeg! We zijn op reis gegaan zonder telefoonlijn en zonder internet. Wat zullen we in januari thuis aantreffen?

Als iedereen rechts afslaat gaan wij naar links. Als we reizen doe ik mijn best om nét even anders te zijn. Ik zoek altijd afgelegen en vergeten plekjes en volg juist niet de gebaande paden. Na de orkaan op Bahía California in het najaar week ik voor deze reis noodgedwogen uit naar Puerto Vallarta. Nadat we afgelopen week de drukbezochte kustplaats in reden gingen de grote wegen naar rechts. Aan de kust staat resort hotel naast resort hotel gebouwd. Het een nog groter en kolossaler dan het ander. Alles volgebouwd. De stranden zijn verpacht aan de hotelketens. Amerikaanse toeristen vliegen hier af en aan. Wij gingen natuurlijk naar links. De gps kon het kleine onverharde straatje van onze bestemming niet vinden. We werden uiteindelijk opgehaald door een medewerker van ons verblijf. Door een oude woonwijk werden we naar ons Bed& Breakfast gebracht. Aan de buitenkant van deze plek werden geen verwachtingen opgeroepen. We hielden ons hart vast. Eenmaal door de deur viel onze mond open van verbazing. Een oase! Een oud wit koloniaal huis met een grote tropische tuin. Een zwembad lonkte de meiden. Het is helemaal stil binnen de muren. Op het getjilp van vogeltjes na. De meiden zijn verrukt. Met de auto ontdekken we moeilijk bereikbare stranden in de buurt. Het is me weer gelukt. Drie jaar geleden waren Mark en ik ook in deze populaire kustplaats. Samen namen we een klein vliegtuigje vanaf de hoofdstad en logeerden we drie dagen in het luxe weelderige Sheraton Hotel. Pal aan het strand. We zagen destijds niet meer dan dat strand en het luxe zwembad. We durfden niet zelf de straat op. Het was onze allereerste kennismaking met México. Hoe anders is het nu. Met onze eigen auto verkennen we de prachtige groene kustlijn met verborgen strandjes. Tot de zon onder gaat zwemmen in de golven. Vanaf het strand walvissen spotten. (zie ons fotoalbum) We eten bij verscholen romantisch gelegen restaurantjes. Als iedereen rechtsaf slaat slaan wij naar links. México is betoverend mooi als je verder kijkt dan je neus lang is!

Puerto Vallarta - 26 december 2014

zondag 21 december 2014

Teneergeslagen

Stel geen deprimerende vragen want dan krijg je alleen maar deprimerende antwoorden.
- Brent Hunter

Een weemoedig gevoel. Beetje deprimerend. Ik kon mijn sombere gevoel eerst niet plaatsen tijdens het grote feest met ruim duizend medewerkers. Ik voelde me niet op mijn gemak. Ik kende er natuurlijk niemand. Ik had ook helemaal geen behoefte om met iemand contact te maken. Bij aankomst had ik eerst nog geen last van die zwaarmoedigheid. Toen het feest vorderde en ik de mensen allemaal eens goed bekeken had begon er iets te knagen. Een mistroostig gevoel. De personeelsmanager Alejandro had me bij de ingang duidelijk gemaakt dat dit bedrijfsfeest heel belangrijk was voor de medewerkers van de werkvloer. De feestelijkheid begon die ochtend met een mis ter gelegenheid van heilige Guadelupe. Zo katholiek als de onderste laag van de Mexicaanse bevolking is dacht ik dat Alejandro deze viering als belangrijk bedoelde. Er werd me meer duidelijk toen de tombola begon. De productiemedewerkers met hun familie kwamen voor de cadeaus die er te verloten waren. Een koelkast, een fornuis, een magnetron, veel koffiezetapparaten en zelfs drie iPad’s. Uren werden er besteed aan de loting. Natuurlijk deden wij niet mee. Als directeur met zijn gezin. Voor ons werd het dus al snel langdradig en saai. Tussendoor speelde de live band swingende muziek waar flink op gedanst werd. Met je eigen dans kon je ook een prijs winnen en dus werd er bijzonder uitbundig gedanst op de dansvloer. Op dat moment begon me het al wat te dagen. Het écht onbehaaglijke gevoel in mijn buik kwam toen ik een moeder haar verlegen dochtertje van zo’n acht jaar de dansvloer op zag trekken om flink te dansen en zo een prijs in de wacht te slepen. Het meisje voelde zich zó ongemakkelijk bij het dansen. Ze stopte steeds en keek mij door de menigte aan. Ik probeerde weg te kijken. Mijn oog werd toch steeds door haar en haar moeder getrokken. Haar moeder porde haar steeds en het meisje danste dan. Hoe enthousiaster de presentator de dansende menigte toe schreeuwde hoe meer de moeder haar kind aanspoorde. Het raakte me. Ook de volwassenen die wild dansten om de aandacht te trekken van de presentator raakten me. Ze dansten voor een koffiezetapparaat of een krultang. Deze mensen verdienen zo’n zes euro of iets meer per dag in de fabriek. Ze wonen heel eenvoudig en op dit belangrijke feest hadden ze ongetwijfeld hun mooiste kerstkleding uit de kast getrokken. Vorig jaar vierden we dit feest met het middenkader personeel. Deze keer met de mensen van de werkvloer. Het contrast kon niet groter zijn. Ik voelde zo’n afstand tussen deze kleine, donkere, arme mensen en ons fortuinlijke gezin. Ik voelde me daar niet op mijn plaats aan de directeurstafel. We zijn zo vroeg mogelijk - als het beleefdheidsgewijs kon - vertrokken. In de auto heb ik een potje zitten huilen. Mijn eigen verdriet.

Yeah! Eindelijk eens normale bloedwaarden! Wat een opgelucht gevoel. De afgelopen maanden – wellicht een jaar – had ik ijzer- en rode bloedcellentekort. Ik wist het wel, maar ik vond het niet verontrustend. Ik ben al jaren moe en wie niet tegenwoordig? Zorgwekkend was wel dat we hier op meer dan twee kilometer hoogte wonen en ik daarom juist véél rode cellen zou moeten hebben. De schrik zat er pas écht goed in toen ik afgelopen september een implantaat liet zetten. Deze tandarts liet me in het buisje bloed zien dat ik nauwelijks rode bloedcellen had. “Heb je geen hoofdpijn?” “Ben je niet duizelig?” “Vreemd dat je er zo goed uitziet!” Wanneer bloedarmoede zich heel geleidelijk (gedurende vele maanden) ontwikkelt, past het lichaam zich aan en kun je verrassend weinig klachten hebben. Geen bleekheid van mijn huid, geen kortademigheid, geen snellere hartslag en geen duizeligheid voor mij. Door de welgemeende zorgen van mijn tandarts heb ik meteen contact gezocht met de beste hematoloog van México. Ik bleek inderdaad ernstig aangetast beenmerg te hebben. Ik maakte nauwelijks nog rode bloedcellen aan. Het leeuwendeel van bloed bestaat normaal gesproken uit rode bloedcellen. Ernstige anemie dus. Mijn anemie werd aangepakt met twee alternatieve bloedtransfusies en vier keer een injectie met het hormoon epo. Dit is een bloedhormoon dat een belangrijke rol speelt in de aanmaak van rode bloedcellen. Eenmaal afgeleverd door het beenmerg circuleren rode bloedcellen zo’n 100 dagen rond in je bloed. Verouderde bloedcellen worden weer door je milt, je lever en je beenmerg verwijderd. Maar goed, ik heb nu dus goede waarden door de aanpak van mijn hematoloog . De behandeling heeft aangeslagen en deze rode cellen blijven de komende maanden in mijn bloed circuleren. Mijn beenmerg is hersteld en zal weer nieuwe cellen aanmaken. We gaan de komende twee weken met een fijn gevoel op reis. We gaan naar de kust. Op zeeniveau. Wat zal ik me goed voelen daar. Vleugels!

zaterdag 13 december 2014

Bloei in Chicago

Zoveel mooie dingen ontsnappen aan onze aandacht omdat we onze ogen niet aan het werk zetten.
- Susan Smit

Ik had bij hun geboorte nooit gedacht dat de tweede naam van onze dochters zóveel gebruikt zou worden in hun leven…. Je naam is het eerste cadeau dat je ouders aan je mogen geven. De betekenis van de naam kan veel waarde geven aan de ouders, of aan het kind. In het vernoemen naar een familielid kan veel emotie liggen. Hier in Zuid-Amerika krijgen veel kinderen de naam van de naamdag die op hun geboortedag valt. Dat is meestal hun tweede voornaam, hun doopnaam dus. Gedenkdagen van heiligen vallen in het algemeen op hun sterfdag. Een bekend voorbeeld is natuurlijk Sint-Nicolaas. Hij stierf volgens de overlevering op 6 december in het jaar 342.Onze dochters zijn niet gedoopt, maar hebben wel alle drie een tweede naam gekregen. Mijn eigen doopnaam zie ik eigenlijk alleen op officiële documenten terug of op de doopkaars die in mijn kledingkast ligt. Zoiets verwachtte ik destijds ook bij onze dochters. Hier in México worden ze juist herhaaldelijk met hun tweede naam aangesproken. Door leerkrachten en klasgenoten. Vooral toen we hier net woonden. De tweede naam van onze dochters is klassiek, internationaal én makkelijk uitspreekbaar voor Spaanstaligen. Op alle papieren die van school komen staan standaard hun beiden voornamen genoemd.Ik ben het gebruik van hun dubbele naam eigenlijk heel leuk gaan vinden in de loop van de tijd! Het gebeurt nu onbewust. Daarom viel me onlangs iets op toen Anthe en Mark examen deden voor hun zwarte band van Tae Kwondo. (zie ons fotoalbum) Op een groot scherm kwamen steeds de foto’s van de examenkandidaten voorbij met daaronder hun naam. Mexicanen hebben twee of drie voornamen en twee familienamen. Een hele mond vol. Onder de foto van Mark en Anthe stond alleen heel karig hun roepnaam met hun achternaam. Best saai… Ik miste voor het eerst een volledige naam! Maren schrijft voor school ook wel eens míjn familienaam achter haar achternaam. Dan heeft ze ook een lange naam net als haar klasgenootjes. Ik betrap mezelf erop dat ik sinds we hier wonen met twee achternamen onderteken. En dat terwijl ik alleen mijn meisjesnaam officieel mag gebruiken. Tijdens het Sinterklaasfeest in de hoofdstad werd er wederom nadruk gelegd op de roepnamen van onze dochters. (zie ons fotoalbum) "Waar komen deze bijzondere namen vandaan?" werd er aan ze gevraagd. De meiden keken de nieuwsgierige vraagsteller bedremmeld aan. Ze weten het niet. Hun voornamen hebben geen bijzondere betekenis. Gewoon mooie, eenvoudige namen. Geen vernoeming. Alhoewel Anthe in het Grieks bloei schijnt te betekenen. Dat is dan wel weer mooi.

Ons leven staat de laatste weken helemaal in het teken van Model United Nations. Eigenlijk voornamelijk in het teken van de kleding die gedragen wordt tijdens Model United Nations. Strikte kledingregels hebben er voor gezorgd dat er in ons gezin twee nieuwe chique jurken en een zwarte broek aangeschaft werden. Er wordt deze week ook regelmatig iets uit mijn kast gepikt. Helaas kreeg Inden tóch een reprimande. Haar jurk was te kort volgens het High Command. Zij komen de leerlingen controleren op de lengte van hun rok. En of de kleuren goed zijn. Rood en geel mag niet, dat staat immers voor communisme. Model United Nations is dus is een conferentie. Georganiseerd voor studenten over de hele wereld. Hierbij worden de onderdelen van de Verenigde Naties nagebootst. De leerlingen nemen deel in een rollenspel als diplomaten. Ze vertegenwoordigen een natie in een gesimuleerde vergadering. Deelnemers onderzoeken een land, verdiepen zich in internationale vraagstukken, debatteren, schrijven resoluties en ontwikkelen oplossingen voor maatschappelijke en internationale problemen. Heel leerzaam. Open dialogen zijn niet toegestaan, deze gaan uitsluitend via de voorzitters. Anthe is zo’n voorzitter in dit rollenspel. Ze leidt het debat. Inden vertegenwoordigt India. Tijdens een conferentie moeten de scholieren over een grote verscheidenheid aan vaardigheden beschikken. Denk aan kritisch denken, groepscommunicatie, spreken in het openbaar, beleidsanalyse, actief luisteren, onderhandelen en het oplossen van conflicten. Allemaal niet niks. Wel heel zinvol. Model United Nations wordt meestal georganiseerd als een congres. Inden’s conferentie duurde drie dagen en vond plaats op haar eigen school. Anthe’s conferentie duurt echter vijf dagen en vindt deze week plaats in…Chicago! De grootste conferenties betrekken duizenden deelnemers uit alle landen van de wereld. Voor Chicago is het alweer het 27e jaar dat ze dit internationale evenement organiseren. Anthe keek er vooral enorm naar uit om alleen naar the States te vliegen en Chicago te ontdekken met haar vrienden. Het is echter twintig graden kouder daar!

zaterdag 6 december 2014

Veelbelovend en hoopvol

Waar het op aankomt in het leven is de inhoud van ons hart en niet onze positie of verworvenheden.
- Gerard Jampolsky

Precies vijftig adolescenten in galajurkjes of een donker pak. Precies vijftig tieners lopen deze avond in gala gekleed rond. De meisjes met een jurk niet korter dan een hand boven de knie. De jongens met een rode stropdas. Heel formeel. Zoals het México betaamt. De reden dat we vanavond op school zijn is de inauguratie van onze oudste dochter. Haar cijfers waren vorig jaar danig hoog dat ze toegelaten is tot de Sociedad de Honors van haar Amerikaanse School. Een ceremonie met veel toespraken en het aansteken van kaarsen. (zie ons fotoalbum) Ze is toegetreden tot de toplaag van de school qua schoolprestaties. En dat werd ons én de kandidaten zeer duidelijk gemaakt. Heel overtuigend. Deze jonge mensen die in het voorjaar zullen afstuderen behoren nu al tot de 15% van Méxicanen die zich in de bovenste laag begeven. Zij zijn de toekomst van México! Deze tieners in hun jurken en kostuums op het podium gaan het verschil maken voor hun land dat in ontwikkeling is. Er wordt duidelijk gemaakt dat maar zes op de honderd kinderen die arm geboren zijn in México een stapje omhoog kunnen maken door scholing. Daarentegen vallen er volgens de statistieken drie van de honderd terug. Met andere woorden: deze veelbelovende kinderen gaan het maken. Er wordt ze op het hart gedrukt te blijven investeren in het aanleren van nieuwe talen ookal zijn al deze kinderen op de Amerikaanse School al minimaal tweetalig. Ze worden aangespoord boeken te blijven lezen zodat ze een mening kunnen vormen. Ik zie het nu: alle pubers op het podium zijn geen doorsnee Mexicaanse kinderen. Er zijn denk ik twee of drie donkere kinderen en de rest is blank. Hoe duidelijk is te zien dat de blanke, rijke kinderen uit Puebla deze kans hebben gekregen? Deze jongeren gaan aankomende zomer allemaal studeren. Velen van hen in The States. Anderen aan de beste universiteiten van México. Onze dochter is Europees en deze voordracht is maar gedeeltelijk van kracht voor haar. Zij is natuurlijk niet de toekomst van México, maar wél haar eigen toekomst. Ze spreekt drie talen vloeiend, leest onwaarschijnlijk veel boeken per jaar en is de jongste van school die gaat afstuderen komend jaar. Ze heeft de luxe van een extra jaar aan een universiteit hier in Puebla met een studie naar keuze. Na dat gap year zal ze als achttienjarige in Maastricht gaan studeren. Al deze kinderen op de inwijding vanavond hebben een veelbelovende toekomst. Ik gun het deze ambitieuze jongeren. Ik gun het hun ouders. Ik gun het de school. Ik gun het México.

Telmex is een immens bedrijf hier in México. Telmex staat voor Teléfonos de México. Het telefoonbedrijf dus. Carlos Slim, de eigenaar, is een Mexicaans zakenman. Hij was tot voor kort de rijkste mens ter wereld. Carlos Slim heeft het grootste deel van zijn fortuin te danken aan zijn concern Telmex. Ik ben bang dat wij ook al meer dan twee jaar bijdragen aan zijn fortuin. Telmex heeft ons destijds een pakket aangesmeerd dat veel te uitgebreid is voor ons en we betalen de hoofdprijs. Het is écht het duurste pakket dat ze aanbieden. We mogen onbeperkt bellen binnen México. We hebben een superlaag tarief om naar The States te bellen. Allemaal onnodig. En zeer recentelijk kwam ik erachter dat we elke maand kennelijk 100 gratis minuten hebben om naar een mobiel nummer te bellen. Nooit eerder geweten! Naast dit super-de-luxe pakket betalen we ook nog eens het hoogste bedrag voor een hoge internetsnelheid. De grap is dat ons internet tot voor kort juist heel traag was. Ik kon geen aflevering van uitzendinggemist.nl kijken zonder dat het beeld minimaal vijf keer stil stond. Onlangs ben ik maar weer eens gaan klagen bij Telmex. Het hielp. We kregen glasvezels aangelegd in plaats van internet via de kabel. Daar hoort ook een nieuw modem bij. Het internet is sindsdien als de bliksem zo snel. Heerlijk! Als je nu denkt dat we gelukkig zijn? Dan is het antwoord nee. Het nieuwe modem is namelijk aan de buitenmuur geplaatst. Het bereik is tien meter, dus de meiden hebben geen internet op hun slaapkamer. Ook in de huiskamer is geen bereik meer. In de eetkamer kan ik aan de eettafel mijn arm uitsteken en dan pakt mijn telefoon net een signaaltje op. Deze week ben ik dus tóch maar weer met lood in mijn schoenen naar het kantoor van Telmex gegaan. Voor niks. Ik moest thuis een 1-800 bellen en na precies 55 minuten aan de telefoon gezeten te hebben en zeker veertig keer dezelfde vraag beantwoord te hebben kreeg ik als advies om naar het kantoor te gaan. Ik was in staat de man door de telefoon te trekken! Terug op hun kantoor ben ik boos geworden en werd ik doorverwezen naar de manager. Deze zeer vriendelijke meneer heeft me beloofd dat het modem naar het midden van ons huis verplaatst zal worden. Helaas bleek dat na de komst van een monteur helemaal niet te kunnen. Daarentegen moest ik van hem een apparaatje kopen. De monteur heeft het twee dagen later geplaatst in huis. De vele uren wachten op hem neem ik maar voor lief.

vrijdag 28 november 2014

Verleidelijke jurkjes

Dankbaarheid is essentieel… niet alleen als dingen gaan zoals je wilt, maar altijd.
- Satish Kumar

Verleidelijke jurkjes, doorzichtige bloesjes, een klein topje of een bloes met pailletten. Het is allemaal niet echt aan mij besteed. Dit weekend hebben we een End of Year Party met mijn expat vrouwen groep. Voor de gelegenheid komen onze mannen ook mee. Er is een privé ruimte gehuurd in een hip restaurant. Ik heb Kerstversiering gekocht en er komen ook veel kaarsen te staan. Er is een openhaard en een buitenterras waar we kunnen dansen onder het maanlicht. Ook is er een DJ ingehuurd en we hebben zelf een lijst samengesteld met goede dansmuziek. Een mix van klassieke Kerst-hits zoals Wham!, Boney M en Band Aid. Maar ook hippe én gouwe ouwe muziek. En natuurlijk salsa. De laatste dagen voor het feest komt de kledingstijl prompt aan bod. Sommige vrouwen – voornamelijk de Latijns-Amerikaanse - pakken flink uit met lange beeldige avondjurken. Vele zullen zwarte glanzende cocktailjurkjes dragen en de Europese vrouwen kunnen maar niet beslissen. Hoge hakken en zwarte jurkjes, of toch gewoon dichter bij jezelf blijven? Voor mij persoonlijk betekent dat een meer nonchalante stijl. Ik denk aan mijn blauwe cowboylaarzen en mijn blauwe jurkje erboven. Briljanten, strass, glitter of fonkelende steentjes kunnen er eventueel nog wat meer feestelijks van maken. De moeders op onze school dragen elke dag van de week hoge hakken. Ik stel me voor dat de Latijns-Amerikaanse expats hun puntige hoge pumps uit de kast zullen trekken voor het feest. Een Duitse kennis heeft al haar jurken voor me gefotografeerd en vraagt mijn advies. Mijn Zweedse vriendin kan niet kiezen tussen haar jurkje van Desigual of een LBD. (little black dress). Mijn nieuw gearriveerde Nederlandse vriendin heeft wel haar jurk uitgekozen, maar zullen de hakjes erbij niet te ouwelijk staan? Ik vind een hoge hak bij mij al snel te tuttig staan. Mijn keus is gemaakt. Het worden mijn stoere cowboylaarzen. Lekker anders. Een statement. Daarna komt alweer de volgende vraag op de proppen: netkousen of blote benen? Na lang tobben en geen beslissing durven nemen hebben we elkaar foto’s geapp’t zodat we elkaar konden helpen bij onze ‘kerstproof’ keuze. Tevreden met onze jurk- en schoenenkeuze kwamen onze mannen nog even aan bod. De Latino’s gaan in pak zonder stropdas en met open jasje. De Nederlandse mannen gaan echter lekker in hun spijkerbroek met een leuk overhemd erop. Hè, hè! Nu dit eenmaal besloten is gaan we plezier hebben. En veel dansen.

Ik zeg altijd dat ik een vriend hier in México heb. Als we hem op straat zien roepen de meiden ook altijd meteen “Daar is je vriend, mam!”. Ik spreek hem soms dagelijks en soms ook een tijdje niet. Ik weet trouwens niet eens hoe hij heet. Mijn vriend in een rolstoel. Hij bedelt elke dag op hetzelfde kruispunt. En als hij mijn auto ziet komt hij al lachend aanrollen. Hij krijgt altijd wat van me. Vaak maken we een praatje over zijn kinderen, het weer of over het leven dat zo duur is voor hem. Mark heeft ook een zwak voor een man die niet zo ver van ons huis bedelt. Hij draagt een rood metalen blikje om zijn nek. Daar doen we ons geld in als we hem zien. Hij heeft namelijk geen armen. En dat geeft altijd stof tot nadenken. Hoe moet dat als hij jeuk heeft? Als hij moet plassen, of zich wilt aankleden? Deze twee bedelende mannen hebben iets gemeen. Ze stralen allebei en zijn erg dankbaar. Ik heb geen van beiden ooit met een droevig of verveelde blik gezien. Nu hebben we er een nieuw vriendje bij. Hij is nog jong schat ik in. Dat is moeilijk aan zijn gezicht te zien, maar zijn lichaam oogt als een twintiger. Hij staat bijna elke dag vlakbij Inden’s school te bedelen. De arme jongen heeft een ongeluk gehad. Zijn gezicht is verbrand en zijn handen zijn stompjes. Ik kijk hem altijd recht in zijn ogen aan als hij bij mijn autoraam staat. Laatst had ik geen muntjes meer. Ik beloofde hem dat hij morgen weer wat zou krijgen. Na twee minuten stond hij wéér voor mijn raam. Hij vroeg om mijn fles water die tussen de stoelen in stond. Natuurlijk, geen probleem. Ik vond het wel mooi dat hij nu kennelijk zoveel zelfvertrouwen heeft gekregen dat hij om die waterfles dúrft te vragen. Laatst liep ik met Mark in het historisch centrum van Puebla en voor ons plukte een man van onze leeftijd een leeg plastic bordje uit de vuilnisbak. Er lag niks meer op, maar de arme man likte toch het bordje af. Mark en ik kregen allebei een stomp in ons maag. Het was een vies gezicht maar de intens verdrietige aanblik van deze situatie raakte ons nog meer. We keken elkaar aan en draaiden ons om. Om hem geld te geven voor het kopen van iets eetbaars. Hij was echter opgegaan in de menigte. Zoals vele bedelaars en hongerige mensen hier in Puebla.

vrijdag 21 november 2014

Voordeur wagenwijd open

Je moet het lichaam verwennen, anders heeft je ziel geen zin om erin te wonen.
- Winston Churchill

Prrt… Prrt…. Meer geluid maakt mijn Jeep niet als ik wil starten. Het is iets over half zeven in de ochtend. De zon komt net op. Alle drie de meiden zitten in mijn auto en we moeten opschieten. Ze moeten om de beurt op school afgezet worden. Ik zie in een flits de tuinman van de buren in het schemerlicht voorbij lopen. De tuinman weet zeker dat mijn accu vies is en daarom geen contact maakt. Ik haal water, zeep en papieren doekjes van binnen. Ik laat de voordeur nog even open staan. De tuinman gebruikt zeker een kwartier van mijn kostbare tijd om de accu schoon te maken. Het was nutteloos. Ik wil de accu van een andere auto gebruiken om de mijne op te laden. In alle huizen om ons heen is het nog donker. De buren zijn zo vroeg nog niet op. Toch klop ik aan en krijg ik een autosleutel van de buurvrouw - in pyjama gekleed en verscholen achter de voordeur. De tuinman rijdt haar auto naast de mijne. In één poging start mijn motor. We racen naar school. Onderweg besef ik dat mijn voordeur nog wagenwijd openstaat met de huissleutels er nog in. Crisis! Ik had de poort naar onze wijk in alle haast ook al open laten staan. En het noodlot wil dat ik dezelfde vroege ochtend óók nog te horen kreeg dat er een inbraak was in het huis van een bevriende kennis… Ik zet mijn motor niet meer uit als ik de andere twee afzet. Thuis krijg ik een reprimande van de tuinman, die ook in de beveiliging blijkt te werken. Ik had beter mijn huis moet afsluiten. Hij had op ons huis gepast. Net als ons stoere poesje die heldhaftig in de deuropening zat om niemand toe te laten. Als ik een uur later naar yoga wil rijden: geen energie. De tuinman staat nu een auto te wassen en weer is hij bereid me uit de brand te helpen. Als ik eenmaal op yoga ben probeer ik alle stress te vergeten en vooral niet verder vooruit te denken hoe deze dag moet verlopen. Zonder auto. Zonder Mark. Mark is in Nederland. Na de yoga les start de auto meteen. Er zit nu echter geen snelheid meer in. Mijn Jeep rijdt als een slak! Ik kom Walter tegen op de kruising en hij stapt snel in. Mijn reddende engel. Alweer. Hij sluist me naar een zaakje waar tientallen accu’s opgestapeld liggen tegen de muur. De monteur test mijn accu. Ik heb nog 30% energie. Ik heb geen zin in gezeur en onzekerheid of mijn auto wel of niet start. Ik koop een nieuwe accu. Walter helpt me met de keuze en binnen een kwartier rijd ik weg met een heel krachtige, nieuwe accu. Mét garantie!

Met tranen in mijn ogen lees ik de berichten in de online krant. De intocht van Sinterklaas is wreed verstoord door rellen in Gouda. Negentig demonstranten zijn opgepakt. Diep triest. Een intocht in Groningen afgelast uit angst. Waar halen volwassenen de moed vandaan om dit kinderfeest te verstoren? Tegen de tijd dat ik het filmpje zie waar een huilend jongetje in een rolstoel wordt weg gereden van een opstootje tijdens de intocht, rollen de tranen al over mijn wangen. Hoe ver kun je gaan? Vanuit México lijkt deze ophef zo zinloos. Al eeuwen vieren we dit Hollandse winterse kinderfeest. Al eeuwen zetten kinderen hun schoentjes in de hoop om er iets lekkers in terug te vinden. Alhoewel de eerste meisjes die hun schoen buiten de deur zetten, huwbare meisjes waren die er een muntstuk in terug vonden zodat ze niet als prostituee hun bruidsschat bij elkaar hoefden te verdienen. Wij hebben thuis ook een gepassioneerd schoenzetster. Maren wordt bijna tien jaar. Een leeftijd waarop in Nederland normaal gesproken niet meer blindelings geloofd wordt. In México neemt niemand echter haar rotsvaste vertrouwen weg dat de Sint misschien helemaal niet de heiligman is die ze denkt dat hij is. Wij thuis nemen die illusie al helemaal niet weg. Het is genieten om met haar elke middag uit school even het Sinterklaasjournaal te kijken. Haar twijfel serieus te bespreken of die dakpan nou voor het filmpje scheef gelegd is of dat het écht zo lag. We delen haar verbazing als Piet kennelijk dezelfde plastic zakjes gebruikt als mama in de keuken heeft liggen. We genieten als we haar met zorg aan haar zeer creatieve verlanglijstje vol met kleur en geplakte vormpjes zien werken. Deze weken zijn we thuis helemaal in de ban van het Hollandse Sinterklaasfeest. We gaan zelfs naar de hoofdstad om het feest van de Sint mee te maken die kort México aan doet. Met een glimlach om ons mond kijken we naar ons fantasievolle kind met rotsvast geloof. De verstorende beelden van de intocht van Sinterklaas in Nederland houden we lekker weg bij haar. De Pietendiscussie ook. Haar feilloze geloof laten we nog lekker even onschuldig. Onaangetast.

vrijdag 14 november 2014

Ego zonder ritme

It is a tale. Told by an idiot, full of sound and fury. Signifying nothing.
- William Shakespeare

Bovenstaand citaat uit Macbeth, de tragedie van Shakespeare, spreekt me aan. Naar mijn idee zegt het iets over mensen die een groot ego hebben. Mensen die teveel in hun rol opgaan en niet dicht bij zichzelf staan. Ze ontlenen hun ‘status’ aan hun rol. Hun rol als belangrijk persoon. Heel vaak is die rol een beroep. Ik heb er lang geleden flink wat gesprekken aan gewijd met mijn goede vriendin. Onze eerste kindjes, die vlak na elkaar geboren zijn, gingen allebei voor het eerst naar de lagere school. Ieder in een andere woonplaats. Kort na de start van het nieuwe schooljaar volgde er een informatieavond voor de ouders. Ik zal die avond nooit vergeten. Alle ouders zaten op de kleine kleuterstoeltjes in een ronde kring in het klaslokaaltje. De juf zat er ook tussen. Zij stelde voor om onszelf aan de groep te introduceren. Tenslotte was bijna iedereen nieuw op school. Tot mijn allergrootste verbazing stelde iedereen zich voor met zijn beroep! Wij kwamen als gezin destijds net uit The States terug verhuisd naar Nederland. Ik had helemaal geen beroep. In de minuten voordat ik aan de beurt was repeteerde ik in mijn hoofd wat ik zou zeggen. Ik zei uiteindelijk alleen mijn naam en dat ik moeder van Anthe was. Voor mij was daarmee de kous af. Mijn vriendin echter, was erg gefrustreerd geraakt van zo’n voorstelrondje. Op haar school hadden de ouders zich óók voorgesteld met hun beroep. Zij was bewust thuisblijfmoeder en voelde zich op dat moment minder dan alle aanwezige ouders mét een beroep. Hetzelfde proces vindt trouwens ook plaats op feestjes of borrels. Ik vind het bespottelijk dat je als ouders van een kleuterklas jezelf voorstelt met je beroep. Wat doet je beroep er in godsnaam toe op zo’n avond? Wat doet je beroep er überhaupt toe? Ik heb me nooit een seconde minder gevoeld dan mensen met een betaald beroep. Ik vond het destijds wel een ontgoocheling dat in Nederland je aanzien en respect voor een groot deel door je beroep wordt bepaald. In de kringen waarin ik me begaf in The States was beroep helemáál geen issue. Op dit moment lees ik een boek van filosoof Eckart Tolle “A new earth” . Volgens Tolle identificeert de mens van nu zich met wat hij helemaal niet is - namelijk zijn ego. Denk aan uiterlijke zaken zoals werk, auto, spullen, relaties of zelfs een ziekte. De moderne mens is afhankelijk van zaken buiten zichzelf. Het ‘willen hebben’ wordt een obsessie. De angst om niemand te zijn beheerst het ego. Als meer mensen hun eigen ego zouden herkennen en kiezen voor bewustzijn zal volgens Tolle een verandering naar een nieuwe aarde ontstaan. Dat bewustzijn betekent simpelweg dat je aanwezig bent in het hier en nu. Wees aanwezig in het moment zelf. Zonder te worden meegesleept door denkbeelden van het ego. Het leven op onze planeet verandert, omdat het verbonden is met ons bewustzijn. “Alles is met elkaar verbonden” predikt ook mijn yoga juf wekelijks tijdens de les.

In México kan ik elke dag wel een klaagzang houden. Over het gedrag in het verkeer, het niet nakomen van afspraken, de corruptie, de werkwijze van school, geen telefoonlijn, de slechte kwaliteit van de wegen of het internet, het liegen van onze hulp in huis, et cetera. Er is genoeg om over te klagen. Wat ik liever probeer te doen is zonder oordeel de situatie beschrijven. “Dit is simpelweg wat er is. Er is niets wat ik kan doen om het te veranderen.” Ik haal eens diep adem, kijk ik in het rond en geniet van de wereld om mij heen. Zen. Op onze salsalessen was laatst een nieuwe jongen. Deze jonge Mexicaan kon dansen! Zijn heupen bewogen soepel, zijn voeten verplaatsten zich heel natuurlijk op het ritme van de muziek en zijn armen bewogen vloeiend door de ruimte. Jaloersmakend. Ik mocht op het eind van de les met hem dansen. Wat een plezier! Al mijn fouten werden ongemerkt weg gepoetst door mijn flexibele en ritmische danspartner. Tegelijkertijd beseften Mark en ik ook dat dit nooit voor ons weg gelegd zal zijn. Het is zoals het is. Wij moeten het met onze niet-ritmische lijven doen. We genieten daarentegen niet minder van de lessen en van de muziek.

vrijdag 7 november 2014

Doodskopje van suiker

Wat voor de een absoluut noodzakelijk is, kan voor de ander overbodig lijken. Wat jij werkelijk nodig hebt, kan alleen jij beslissen.
- Christopher Weidner

We zijn een nieuw seizoen ingerold. Het regent ineens niet meer sinds een paar weken. Heerlijk! Het is overdag snikheet door een superfelle zon. In de ochtend is het echter nog koel als we naar school gaan. Laagjes kleding is de oplossing. Voor de derde keer zagen we de straten langzaam oranje kleuren door de oranje bloemen die overal neer gezet werden en vaak werden er oranje bloemblaadjes uitgestrooid. Voor de zielen van de overledenen. Op de radio werd elke ochtend met een mooie diepe mannelijke stem gesproken over de mooie Mexicaanse traditie van Día de los Muertos. Het leven vieren door het gedenken van de overleden geliefden. Ik kan deze traditie steeds meer waarderen. De ofrenda’s die met zorg opgebouwd worden uit drie lagen die allen een betekenis hebben. De kleine winkeltjes in de straat verkochten afgelopen week in grote hoeveelheden de oranje en paarse bloemen. De bossen zijn niet vers en fris zoals in Nederland. Ze zien er zelfs verlept uit. Dat geeft niks, want de bloemen komen niet in een vaas te staan. De bossen worden gewoon liggend op het graf , voor het herdenkingskruis of op de ofrenda gelegd. Ik ben met mijn camera door één straatje in onze buurt gereden en heb van elk winkeltje foto’s gemaakt. (zie ons fotoalbum) In het laatste winkeltje dat ik fotografeerde werkte een aardige meneer. Hij legde me uit wat de Mexicanen allemaal op de ofrenda’s en graven leggen. Hij verkocht suikervormpjes zoals witte doodskopjes en oranje pompoentjes. Ook van chocola had hij mooie vormpjes en dus kocht ik een prachtig oranje pompoentje met een paars topje erop. Ik nam ook wat van zijn verlepte bloemen mee. Aan het plafond van het winkeltje hingen de prachtigste met de hand geknipte papieren vlaggen. Althans. Het bleken geen vlaggen te zijn, maar een soort papieren placemats die je op de ofrenda hangt. Ze kostten twee peso’s (twaalf eurocent) per stuk. Ik nam er een paar mee in de prachtigste kleuren. Ook afgesneden stukken suikerriet worden geoffreerd. Dat gaat me dan te ver. Ik geloof niet dat de zielen werkelijk terug komen voor een stukje suikerriet waar je op kunt kauwen…. Ik heb thuis een klein plekje gemaakt met de mooi geknipte vlag, de chocolade pompoen, wat kaarsjes en de verlepte bloemetjes erbij. Gewoon omdat het bij dit seizoen hoort. Ik houd van de wisseling van seizoenen. En omdat het spirituele aspect van het herdenken én het leven vieren me erg aanspreekt.

Het dorpje Tochimilco ligt een klein uurtje rijden van onze stad. Aan de voet van levende vulkaan Popo. Naast dat je de vulkaan met zijn wolkjes overal boven uit ziet steken zie je rondom het dorp ook verkeersborden die de evacuatieroute aanwijzen. Voor het geval lava gaat stromen… Het kan je dus niet ontgaan dat je aan de voet van een levende vulkaan bent. De mannen rijden er stoer op paarden in plaats van in auto’s. De niet geasfalteerde wegen liggen vol paardenpoep. De dorpsvrouwen dragen typisch twee lange vlechten op hun rug en een blauw geruit schort voor. De mannen natuurlijk een sombrero op hun hoofd. Dit bergdorp heeft de authentieke ceremonies rondom Día de los Muertos in ere gehouden. Meer dan in de grote steden. Daarom zijn we hier. De geur van wierook komt je tegemoet. Voor de deuren van enkele huizen is een paadje, vaak eindigend in een kruis, van oranje goudsbloemblaadjes gestrooid. De aankondiging dat de ziel van de overledene zal komen. Traditie en respect. Er worden altaren gebouwd ter herdenking van een overleden geliefde. Daar worden vele uren ingestoken door de familie. Om de gasten, zoals wij, van buiten het dorp te verwelkomen verkopen de dorpsbewoners op het dorpsplein chocolade doodskoppen, suikervormpjes en Pan de Muerto (zoet brood). Er worden ook veel bloemen en kaarsen verkocht. Op de dorpsbegraafplaats zien we alle bloemen terug (zie ons fotoalbum) en de kaarsen worden na zonsondergang aangestoken op de graven. Een cultureel rijkdom van México.

donderdag 30 oktober 2014

Met stomheid geslagen

Het huidige moment is een tijdloos moment.
- Ken Wilber

“Dag! Dag!” roept een klas met zesjarigen naar ons. Dat zou helemaal niet speciaal hoeven zijn, behalve dat dit een klas Mexicaanse kindjes is. In México. Erika’s vader was Nederlander en Erika is dus half Nederlands. Ze spreekt echter geen woord Nederlands. Maren’s school organiseerde een ‘International Fair’ voor de laagste drie klassen van de lagere school. Erika had mij vlak van te voren gestrikt voor dit evenement. Ik kon als Hollandse toch niet ontbreken op de Hollandse kraam? En dus toog ik die ochtend na zumba les met een tas vol houten klompen in verschillende maten en twee handen vol KLM huisjes naar school. En daar stond Erika al op me te wachten. In vol ornaat. En met vol ornaat bedoel ik compleet gekleed in kledingdracht! Ze had posters boven de kraam opgehangen vol tulpen, grachten en molens. Natuurlijk ontbrak onze vlag niet, maar ook die oranje met de leeuw erop niet. Ze had verschillende Hollandse voetbaltenue’ s uitgestald en een dikke stapel boeken over Nederland. Er wapperden Sinterklaasvlaggetjes. Ik was helemaal stomverbaasd. Hoe kan een geboren en getogen Mexicaanse zoveel Hollandse spullen hebben? Ze had een baby Edammertje gekocht. Ze had er zelfs een kaasschaaf bij. En vlaggetjes voor op de kaasblokjes! Die heb ik afgelopen zomer overal gezocht in Breda! Ik was verbijsterd toen ik haar hoorde praten tegen de kleutertjes over Nederland. Mijn Nederland. Over hoe ver het vliegen is over de oceaan. Een hele nacht slapen. Dat alle mensen fietsend naar de supermarkt, naar school en naar hun werk gaan. Dat zij zelfs wel eens iemand heeft zien fietsen met een kindje voor aan het stuur. En zélfs wel eens iemand die links een boodschappentas aan het stuur had hangen en met zijn rechterhand zijn paraplu vast hield. Want ja, in Nederland regent het heel vaak. Ze vertelde dat er zóveel water is in Nederland dat de huizen langs grachten gebouwd zijn. Ik denk na. Inderdaad. In elke Hollandse Middeleeuwse stad zijn grachten. Het is me nooit eerder opgevallen. Ook niet dat er hier in Puebla helemáál geen grachten, vijvers of sloten zijn…. Als ik Erika hoor praten bekijk ik mijn kleine landje ineens met hele andere ogen. Die van een buitenlander. Dus praten we met de kindjes over koeien. Veel Hollandse koeien. Koeien maken kaas. En Nederland heeft een heerlijke specialiteit waar ze wereldberoemd om zijn. Onze kaas. De kindjes luisteren aandachtig. Sinterklaas komt voorbij in ons verhaal. Erika heeft zelfs pepernoten… om uit te delen aan de honderden kinderen. Als ik al pepernoten zou hebben, dan zou ik ze nooit delen met deze kinderen… Ik laat ze wat Nederlandse woorden uitspreken, ik deel blokjes kaas uit en laat foto’s van fietsende Nederlanders zien. De overvolle fietsenstalling van het Centraal Station in Amsterdam maakt de meeste indruk. Ik krijg deze ochtend een aardrijkskundelesje over Nederland en ik heb meteen een andere bril op. Wat is ons landje schattig, schoon, fris en degelijk! Daar sta ik in mijn sportkleding de kindjes telkens opnieuw uit te zwaaien: “Dag! Dag!” Er komen wel twaalf klassen voorbij. Ik sta naast Erika in haar Volendamse (of Zeeuwse?) kledingdracht. Ik steek minstens een kop boven haar uit. Maar laten we eerlijk zijn. Er lopen toch zeker méér mensen in Nederland met sportkleding aan, dan in klederdracht?

Ik loop in het ochtendzonnetje naast mijn Mexicaanse vriendin terug naar de yogaschool. We hebben na de les samen even een kop thee gedronken. “México blijft natuurlijk een derdewereldland!” roept ze uit. We hebben het over afvalscheiding. Ik vraag me hardop af of de bak met gescheiden papierafval van ons gezin niet gewoon in de afvalwagen geleegd wordt. Op donderdag kan het karton buiten aan de stoep gelegd worden en dat wordt dan rond acht uur in de ochtend op gehaald. Wij hebben niet alleen karton gescheiden, maar ook heel veel papier. We sparen dat in een grote plastic vuilcontainer buiten. Eens in de maand zetten we die bak op donderdagochtend buiten. Met de klep open zodat de vuilnismannen goed kunnen zien dat er papier en karton in zit. Geen vuil. Als ik later op de dag thuis kom is de bak altijd geleegd. Het is al meer dan twee jaar een mysterie waarin de bak geleegd wordt. Ik zie wel eens kleine vrachtwagentjes op straat met gebonden pakketten karton achterin. Maar wij maken nooit een pakket. Wij leveren al het papier en karton in de bak aan…. Volgens Moni maakt het niet uit. Op de vuilnisbelt draait namelijk een kleine economie. Er werken (wonen?) allemaal mannetjes die uit de afvalhoop plastic, blik en karton verzamelen. Deze bieden ze ergens aan en daar krijgen ze geld voor. Beelden van vuilnisbelten uit Guatemala doemen in mijn gedachten op. Even later gaat Moni met me mee boodschappen doen. Op de parkeerplaats van de supermarkt gooien we alle verpakkingen die ik per week verzamel in de bakken. Ze is helemaal onthutst van wat ik allemaal opspaar. Glas, plastic en PET. Voor we de supermarkt in stappen vraagt ze of ik al die shoppers en krat terug in mijn auto wil zetten. “Nee, daar doe ik zo meteen al mijn boodschappen in. Geen plastic tasjes voor mij.” Nu is ze helemáál met stomheid geslagen. México blijkt inderdaad een derdewereldland.

donderdag 23 oktober 2014

Dierbaar speculaasrecept

Laten we ons tot elkaar richten, want we hebben elkaar echt iets te geven.
- Chahat

Ondanks dat ik hier in Puebla geen enkele zak pepernoten of taaitaai in de winkels zie liggen heb ik tóch enorme trek in speculaas gekregen. De zon schijnt hier dagelijks uitbundig en winterjassen hebben we al jaren niet aangetrokken. Blaadjes verkleuren niet aan de bomen en de dagen worden hier ook niet korter. Geen herfststormen. Maar toch. Die enorme trek in speculaas. Natuurlijk heb ik afgelopen zomer twee pakken speculaasjes meegenomen uit de Albert Hein. Voor Pakjesavond. Die mag ik echter niet eten vanwege mijn suiker celibaat! Daarom ben ik op onderzoek uit gegaan naar een suiker- en gistvrij volkoren recept voor speculaasjes. Ik heb nu drie pogingen gedaan en ik ben zo trots als een pauw op mijn verrukkelijke suikervrije volkoren speculaas. Ik wil mijn recept wel met jullie delen, omdat ambachtelijk bakken kennelijk zo immens populair geworden is in Nederland. Dit zijn de ingrediënten:

200 gram organische volkoren meel
4,5 eetlepel speculaaskruiden Verstegen
2 eetlepels organische jarabe de agave
200 gram zoute roomboter uit de koelkast
2 eetlepels water

Kneed de ingrediënten voor het deeg tot een samenhangend geheel. Normaalgesproken laat je dit in de koelkast even opstijven, maar dat doe ik niet. Bestrooi de plank met volkoren bloem en maak koekjes. Leg de ongebakken speculaaskoekjes op een met olijfolie ingevet bakblik. En bak de speculaasjes af in een oven op 150 graden Celsius. Ongeveer 15 minuten. Laat ze afkoelen op de plaat en voilà : afhankelijk van hoeveel je van het beslag gesnoept hebt (!), heb je zo’n twintig speculaasjes op je bakplaat liggen. Houd er rekening mee dat de koekjes niet in de oven rijzen, want er zit geen gist in. Als cadeautje krijg je er ook nog de verrukkelijke geur van zelfgebakken speculaasjes bij! De bruine basterdsuiker is weg gelaten uit het oorspronkelijke recept, maar door het volkoren meel blijft de textuur hetzelfde. De basis van dit recept heb ik rond de eeuwwisseling gekregen op een ambachtelijke workshop in een klein dorpje in Friesland. Ik was daar in die Friese boerderij met mijn moeder en zusje om Hollandse decemberlekkernijen te leren bakken. De reden dat wij daar sámen waren was dat Mark en ik - en onze kleine Anthe - op 3 januari van het jaar 2000 naar The States zouden verhuizen. Het was dus een afscheid van elkaar. En die middag was zó leuk, zó gezellig en zó bijzonder dat ik er nog vaak aan terug denk. Een warme herinnering aan mijn moeder - nu ze er al bijna tien jaar niet meer is. De recepten van toen bewaar ik zorgvuldig in mijn Margriet kookboek die ik regelmatig opensla. De laatste tijd stapelen de losse vellen met nieuwe recepten zich op in de voorflap van mijn kookboek. Ik word nog eens een keukenprinses! Ik, die voorheen minstens één keer per week de aardappeltjes liet aanbranden…

Ik kom thuis en er zit een dikke grijze, oude kater in de hal op me te wachten. Hij wil even lekker aangehaald worden. Ik til de vijf kilo zware kat op en hij is erg tevreden. Hij spint er op los. (zie ons fotoalbum) Als ik later achter de computer zit komt hij naast me op het bureau zitten en probeert de muis op het scherm te vangen. Hij vraagt weer even aandacht van mij. Wat geniet ik nog steeds van zijn aanwezigheid in huis! Het is alweer een jaar geleden dat hij na drie maanden afwezigheid plotseling weer thuis kwam. Hij heeft het zó zwaar gehad die weken van huis. Hij was de helft van zijn vijf kilo kwijt geraakt. De kussentjes onder zijn poten waren versleten en hij had wat plekjes van gevechten. Hij heeft er écht een trauma van opgelopen. Hij gaat sindsdien nooit meer naar buiten als wij niet buiten zitten. Hij checkt steeds angstvallig of de voordeur nog open staat. Om die reden zit ik vaak aan het eind van de middag even op het tuinbankje met een kop thee. Dan kan onze dappere kater even door het gras struinen, rondom de fontein en vaak komt hij daarna naast me zitten op het tuinbankje. Onze kater van tien jaar is ons destijds kwijt geraakt, en wij hem. En nog iedere dag ben ik dankbaar dat hij bij ons terug gekeerd is.

donderdag 16 oktober 2014

Vermorzeld

Elk leven kent een groot verhaal en een klein verhaal.
- David Brazier

Elke vroege doordeweekse ochtend probeert onze jongste dochter aan tafel een ontbijtje weg te werken. Ze eet (te) langzaam, net als mijn moeder altijd deed. Na het tandenpoetsen vertrekken we naar school en dat houdt voor Maren in dat ze voor aankomst eerst drie kwartier in de auto zit. In de regel heeft ze haar ontbijtje nog op schoot in de auto. Meestal zijn dat twee rijstwafels of een boterhammetje of een plakje roggebrood. Met beleg. Ik heb steevast een glas verse thee mee in de auto. Vaak delen Maren en ik dat glas thee. Laatst was haar broodje bij het instappen pardoes verdwenen. Het ligt normaliter op een houten plankje. Ik geef toe dat dát niet erg stabiel is, maar het gaat eigenlijk altijd goed. Op die ochtend dat ze haar besmeerde boterhammetje kwijt was konden we hem niet op de bodem van de auto vinden, niet aan haar kleding geplakt of aan de autostoel. Vreemd. Totdat ik thuis kwam en hem eenzaam onder de carport zag liggen…. Deze ochtend heeft ze een roggebroodje met pindakaas besmeerd mee op het houten plankje. Het is maandagochtend. Ze heeft haar nette galakleding aan. Als ze instapt is ze direct haar broodje kwijt. We zoeken in de auto en buiten de auto. Het plakkerige broodje is nergens te bekennen. De tijd dringt dus rijden we naar school. Na thuiskomst verwacht ik het broodje weer onder de carport te vinden, maar tot mijn verbazing is er niks te zien. Ik loop nog een rondje om mijn Jeep, echt niks te zien. In mijn auto ruikt het niet naar pindakaas. Een mysterie. Als ik niet veel later bij de yoga studio mijn achterbak open om mijn yoga mat er uit te pakken zie ik het. Ik moet lachen. Het ziet er niet uit! Een compleet geplet roggebroodje met pindakaas en boter aan mijn achterdeur en op de bumper geplakt. Mysterie opgelost. Haar broodje heeft duidelijk knel gezeten tussen mijn achter laadklep. Het zag er zó komisch uit. Zelfs tijdens mijn kalme yoga les schoot ik af en toe keihard in de lach als ik er aan dacht. Vandaag spant ze de kroon met haar broodje in de auto. Vandaag heb ik het broodje heel bewust in een plastic bakje gedaan in plaats van op het broodplankje. Zodat het niet kan schuiven. Maren zit in de auto naast mij met in haar ene hand haar haarborstel en in haar andere hand het plastic bakje met het broodje belegd met plakjes schapenkaas. Ze zwaait nog één keer naar papa die, uitzonderlijk genoeg, tegelijk met ons van huis vertrekt. Ze zwaait met in haar hand…het plastic bakje. Weg broodje, weg plakjes kaas. We vinden bijna alles terug. Als we bijna bij school zijn pakt ze haar glas sinaasappelsap en kijkt ze ineens héél verbaasd. Eén van de rondslingerende kaasplakjes was in haar glas terecht gekomen en zat aan de binnenkant van haar glas geplakt!

Stel je voor. Je kind zit met zijn of haar klasgenoten in een bus. En de bus wordt benaderd door lokale politiemensen die het vuur openen. De kinderen uit de bus verdwijnen vervolgens. Een nachtmerrie, toch? Op 26 september waren er iets meer dan veertig Mexicaanse studenten aan het protesteren in een nabijgelegen stadje vanwege discriminatie in het aannamebeleid van leraren. Studenten uit de stad worden eerder aangenomen dan studenten van het platteland. De jongens, bijna twintigers, volgden een lerarenopleiding zo’n 200 kilometer van onze hoofdstad. Deze studenten hadden voor hun protest drie openbare bussen in beslag genomen in de stad Iguala. In één van de bussen zaten ook voetbalspelers van een plaatselijke voetbalclub. De politie die de bussen benaderde wilde dat de busdeuren geopend werden, maar de deuren bleven uit angst op slot. Toen opende de politie het vuur. Het geweld verergerde toen één van de bussen stopte en een aantal (ongewapende) studenten uitstapten. Sommige jongens konden vluchten en sommige werden in patrouillewagens afgevoerd. Een vader heeft op een filmpje vastgelegd dat zijn zoon werd afgevoerd in een politieauto. De jongens zijn letterlijk verdwenen. Op Facebook postte iemand: Now it is more dangerous to be a student than a criminal. Een week later zijn er zwaar verbrande resten van bijna dertig mensen in zes massagraven gevonden. Niet zo ver van de kidnapping vandaan. De lichamen waren bedekt met benzine en in brand gestoken voordat ze werden begraven, Het kan daarom nog weken duren voordat alle lichamen geïdentificeerd zijn. Er wordt gevreesd dat het de lichamen van de studenten zijn die slaags raakten met de corrupte politie. Er wordt gespeculeerd dat de groep jonge knullen werd verdreven naar het einde van een heuvelpaadje op een rotsachtig terrein, geëxecuteerd werden en vervolgens begraven in de zes graven. Je grootste nachtmerrie! Anthe vroeg een maand terug of ze met school een weekje op reis mocht naar een vulkaaneiland aan de kust van México. Het eilandje wordt vergeleken met de Galapagos eilanden zoveel vogels en zeedieren zijn daar te zien. Ongetwijfeld een indrukwekkende reis. Wij hadden Anthe indertijd echter gezegd dat ze vanwege veiligheidsredenen niet mee mag. Ze is één van de weinigen die niet mee gaat. Nu we recentelijk deze verschrikkelijke gebeurtenis met de groep studenten vernomen hebben zijn we blij dat we deze beslissing genomen hebben.

donderdag 9 oktober 2014

Positief hemelwater

Vrede is niet louter de afwezigheid van een of andere negatieve kracht, maar de aanwezigheid van een positieve kracht.
- Martin Luther King

Een zuurpruim straalt zurigheid uit. Iedereen kent wel zo’n voorbeeld. Zo’n zeurpiet. Meestal hangen de mondhoeken ook nog. Een zuurpruim dus. En vrolijke mensen brengen een zonnetje mee. Hun ogen twinkelen en stralen. Dat ligt wellicht aan hun karakter, maar je kunt er zelf ook wat aan doen. Een positieve wending aan je uitstraling geven door positief te denken. Mijn yoga juf is zo’n dame met veel positieve uitstraling. Afgelopen week had ik een lekke band met mijn auto. Ik voelde het al toen ik het straatje bij ons naar boven reed over de kinderkopjes. Het voelde anders. Ik ben natuurlijk tóch doorgereden naar de scholen van de kinderen, maar voelde me een beetje onzeker. Toen ik als laatste Maren afgezet had begon het. Mensen in auto’s en taxichauffeurs begonnen op straat naar me te toeteren en te seinen dat ik een platte achterband had. Bij de eerste de beste benzinepomp ben ik maar gestopt. Inderdaad een platte band. Ik heb er lucht in laten blazen zodat ik me nog even kon redden. Bij de yoga les deed ik mijn relaas. Susana, mijn juf, legde uit hoe het komt dat we op dit moment veel lekke banden hebben in onze stad. De laatste weken regent het ontzettend veel. Niet alleen ’s nachts of ’s avonds als het donker is. De laatste tijd regent het ’s middags al. Of nog erbarmelijker, in de vroege ochtend... Het is oktober, het natte seizoen had al over kunnen zijn. Dit lange regenseizoen in combinatie met alle bouwwerkzaamheden in de stad (en dat zijn er veel!) zorgt ervoor dat er veel auto’s met lekke banden kampen. De regen spoelt namelijk het vuil weg van de bouwplaatsen. Met als gevolg dat er veel troep zoals spijkers en schroeven de weg op spoelen . Het afwateringsysteem werkt hier in México niet zo goed als in Nederland. Soms staan de straten letterlijk vol water. Soms lijkt het net een stromende rivier. Je weet niet waar je rijdt in zoveel regenwater. Er kan plotseling een diep gat in het asfalt zitten of, zoals mij dus overkwam, een heel groot metalen nietje dat op de weg terecht gekomen is. Balen. Maar Susana reageert dan heel positief op deze onplezierige ervaring door te zeggen dat het fijn is dat er zoveel water uit de hemel komt vallen. Tenslotte spoelt al het stof weer schoon van de straten en stoepen. Onze normaal gesproken stoffige stad is weer fris en fruitig. Walter is heel lief met me meegegaan om de band te laten plakken. Susana en Walter concludeerden namelijk dat ik veel meer zou moeten betalen als ik alleen, als blonde Europese vrouw, mijn auto zou komen brengen. Voor zeventig peso’s (zo’n vier euro) heb ik in een half uurtje mijn band laten plakken. Bij een mannetje die midden op straat de banden verwisselt. Hij heeft een piepklein winkeltje waar zijn gereedschap, een grote bak water om het lek te zoeken en wat tweedehands banden in passen. Auto’s reden af en aan, gouden tijden voor dit mannetje. Toch ga ik maar proberen mijn volgende bezoek aan hem uit te stellen.

Ik voel me naar. Somber. Ik baal. Naast me, achter het stuur, zit mijn Mexicaanse vriendin Moni die juist heel blij voor me is. En dat uit ze dan ook uitbundig. Ze is bijzonder opgewekt en erg vrolijk in de auto. Zij straalt en ik kan tegelijkertijd bijna huilen. Zij is opgelucht dat ik geen diabetes heb en ik rouw om het levenslange strikte dieet dat ik mee gekregen heb. Onze afspraak begon die middag in een stortvloed van regen. Ik liep met blote voeten in mijn Birkenstocks door diepe regenplassen te soppen, want om de plassen heen lopen was allang geen optie meer. De straten stonden blank. Moni vergezelde me op mijn afspraak met de hematoloog. Eenmaal binnen in het gebouw eerst maar mijn voeten en schoenen afgedroogd. Zo nat en slonzig kon ik niet de gerenommeerde arts te woord staan. De dokter kwam al snel met zijn diagnose en adviezen. Nog net geen diabetes, maar uit voorzorg suikervrij eten voor de rest van mijn leven. Suiker is vergif. We horen en lezen het overal. Ik wás een enorme snoepdoos. Ik schrijf dit bewust in de verleden tijd, want ondertussen eet ik nu zeven weken suikervrij. Net zoals bij alle verslavingen was het begin het moeilijkst. Na een maand verdwijnt echter de sugar graving. Ik besefte dat ik heel veel suiker binnen kreeg ook al dacht ik dat ik best gezond at. Ik maak nu alles zelf van soep tot pastasaus tot suikervrije koekjes. Suiker zit verstopt in veel producten zoals honing, fruit, ketchup, pasta, brood, mayonaise en aardappelen. De lijst is eindeloos. Nu ik zeven weken het suikercelibaat heb aangehouden voel ik me al anders. Mijn huid is mooi glad en zacht geworden en ik ben ‘ineens’ twee kilo kwijt. Ik luister naar mijn lichaam. Darmflora raakt in de war door overmatig suikerverbruik, rimpels nemen toe en het heeft invloed op je hormoonhuishouding. Nu ik geen drang naar suiker meer heb wil ik deze gezonde levensstijl vast houden om diabetes te voorkomen. Al begint nu wel de moeilijkste periode van het jaar namelijk die van knapperige pepernoten, zoete marsepein en Kerstbrood gevuld met amandelspijs. Mark neemt dit volgende maand mee uit Nederland….

woensdag 1 oktober 2014

Dauw en grassprietjes

Vergeet het nooit: vreugde is niet een bijkomstigheid op je spirituele zoektocht, maar is van levensbelang.
- Rabbi Nachman

De vroege ochtenddauw staat nog op de lange grassprietjes onder de grote dennenbomen langs het meer. Van dat typische grijsgroene hoge gras dat alleen in bossen groeit. Dat gras, én dennenappels, doen me altijd aan de bossen in Drenthe denken. Ik heb daar als kind bijna een decennia lang elke zomer gekampeerd. Het is nog vroeg deze ochtend en de zon is al op. Vulkaan Popo is de laatste dagen weer flink actief en dat zie je doordat flinke rookpluimen ontsnappen uit zijn krater. Er ligt sneeuw op zijn top en ook op de bergketen ernaast. Ik geniet elke dag van het uitzicht op Popo. Maar deze ochtend in de Botanische tuin van de openbare universiteit is het uitzicht subliem. Een besneeuwde Popo robuust uitstekend boven een groot kalm meer. Ik loop met mijn yogamatje onder mijn arm op mijn blote voeten door het vochtige gras. Ik leg mijn matje neer zoals ook tien andere medestudenten dat doen. We gaan eerst mediteren en bewust dankbaarheid ervaren dat we hier op zo’n mooie plek een yoga klas mogen volgen. Wellicht geniet ik hier als Hollandse meer van dan de andere Mexicaanse studenten die in de buurt van Popo geboren en getogen zijn. Ik kan me zo bevoorrecht voelen dat ik elke maand op deze prachtige plek met zoiets moois bezig mag zijn. Als we in hond houding staan voel ik de steeds krachtigere zonnestralen mijn gezicht verwarmen. Helaas worden de mugjes ook actiever als de zon in kracht toeneemt. Mijn juf steekt brandende wierookstokjes tussen ons in het gras. Dat houdt de mugjes wel weg. Na de les ontspannen we liggend op onze matjes. De warme zon verwarmt onze lijven. De juf speelt op haar klankschalen. Vooraf heeft ze bij een ieder van ons essentiële olie op onze oorlellen gesmeerd en ons aan de olie laten ruiken. Aromatherapie. Als we na de les gezamenlijk thee gedronken hebben, en de typische piepkleine banaantjes én de tropische vitaminebommetjes guayaba gegeten hebben, loop ik alvast vooruit naar de uitgang van de tuin. Ik had een plantenwinkeltje bij de ingang gezien. Ik heb daar potten met verse kruidenplantjes zoals oregano, munt en basilicum gekocht. Voor in de patio naast onze keuken. Een piepklein stads moestuintje in terracotta potten op de vensterbank. Kan ik lekker organische kruiden gebruiken bij het koken van pasta en bakken van pizza. Of lekker verse muntthee zetten!

“Oh neeeee!” wordt er geschreeuwd. “Shit! Shit! Shit!“ hoor ik een boze stem roepen van achter de computer. Het is de avond voor Mark zijn hardloopwedstrijd en er is klaarblijkelijk iets mis gegaan. Deze wedstrijd vindt plaats bovenop de berg La Malinche. Op een hoogte van 3400 meter. Net zo hoog als de stad Cuzco in Perú waar we destijds drie dagen misselijk en duizelig waren van de grote hoogte. Het parcours van de wedstrijd bestaat uit tien kilometer hardlopen en dertig obstakels. Ongelukkigerwijs had Mark de dag ervoor het rugzakje moeten ophalen met een chip, een T-shirt en een startnummer. Dat wist hij niet. Op de website staat dat de organisatie niemand toelaat zonder de noodzakelijke chip. We gaan er tóch maar voor. En dus vertrekken Mark en ik die zondagochtend voor dag en dauw. Op weg naar het natuurpark hoog in de bergen. Helaas kunnen we ons doel niet in de TomTom vinden en dus volgen we de stem uit Mark’s telefoontje. We hebben er niet zo heel veel vertrouwen in: niet in de stem die ons de weg in het donker wijst en niet in het feit of Mark nou daadwerkelijk kan starten daarboven op de berg. De zon komt op en het uitzicht is prachtig. (zie ons fotoalbum) De 4461 meter hoge berg komt langzaam tevoorschijn uit de wolken. We vragen de weg in kleine dorpjes waar mensen al vroeg hun huizen uitkomen om hun verse broodjes en andere koopwaar te gaan venten. We worden naar steeds kleinere weggetjes verwezen. Het asfalt op de weg verdwijnt langzamerhand en we hobbelen samen over verlaten weggetjes zonder aanduidingen en zonder andere weggebruikers. Weinig vertrouwen. We zijn al een keer vertwijfeld omgekeerd, maar de tijd begint te dringen en dus keren we niet meer om. We zetten door. En na bijna twee uur vinden we de start van de wedstrijd. En ineens zit alles mee. Mark krijgt heel aardig tóch een chip voor zijn schoen toegewezen. De zon wordt sterker en dus loopt de temperatuur op tot boven de 10 graden. Mark loopt een supergoeie tijd en eindigt bij de eerste tien lopers van zijn groep. Ik heb in de tijd dat ik moest wachten mooie dennenappels in het bos gezocht. We zijn met een voldaan gevoel én twintig grote dennenappels voor onze openhaard naar huis gereden.

woensdag 24 september 2014

Salsa met Franse strengetjes

Leren is niet louter kennis vergaren. Leren betekent: graag willen begrijpen en iets liefhebben om wat het is.
- Claudio Naranjo

Onderuit liggend op een tuinbankje met onder mij een glas met rokende wierook dat de muggen weg houdt, hoor ik in de verte onweer aan komen rollen. Aan mijn voeteneind ligt een uitgelezen Happinez. Poes ernaast. Heerlijk rust moment. Een paar uur eerder was ik me intens aan het concentreren op de pasjes van mijn voeten terwijl de salsaleraar nonchalant voordeed hoe je óók je armen erbij beweegt. ‘Een ding tegelijk’ dacht ik bij mezelf. Ik concentreer me op mijn voeten en de richting waarin ze zich moeten bewegen. Zonder muziek hoef ik nog geen maat te houden. Dat is niet veel later wél van belang. Voeten, armen en het ritme van de muziek. Volop concentratie. Ik kijk naar Mark en verbaas me hoe goed hij het doet. Draaiend linksom en rechtsom. Afwisselend houdt hij met zijn rechter- dan zijn linkerhand mijn hand vast. De mannen hebben veel meer choreografie! Wij vrouwen hoeven alleen onze aandacht op voetpasjes te richten. Ik heb veel plezier en moet af en toe onbedaarlijk lachen als ik zie hoe de mannen krampachtig hun best doen. Ze laten zich niet kennen. De les begon eerder echter niet zo vrolijk. De Mexicaanse leraar kwam twintig minuten te laat. De dansschool was gesloten. Ik had Fernando de week ervoor gebeld en hem verteld dat we met twee Europese koppels kwamen dansen. Waar bleef hij nou? Hij kwam zonder excuus uiteindelijk aanlopen en opende de deuren naar de zaal. Onze vriend Matthias vroeg tóch om een uitleg en Fernando’s korte antwoord was dat hij autopech had. Ja, ja… Maar goed. De muziek was sfeervol, de dansles ook en eigenlijk deed Fernando het hartstikke leuk. We wisselden af en toe van danspartner. Na de les zei Fernando zelfs dat wij het best goed deden. (Voor stijve Europeanen neem ik aan dat hij bedoelde.) Ik vind het heel erg leuk om te doen. Leuk om samen met Mark te doen en ook leuk dat hij er ook écht iets van bakt. Wie had gedacht dat we na 27 jaar nog zoveel plezier samen zouden hebben op wekelijkse salsalessen? Na thuiskomst waren de meiden nieuwsgierig naar onze eerste les. ‘Intens’ was mijn antwoord, maar dat konden ze vol afschuw al zien aan mijn bezweette joggingbroek!

“Con mucho gusto. Soy Jaime.“, zei de moderne kapper met zijn hand uitgestoken en zijn hippe baardje, en bebloemde schoenen met geel geruite sokken erin. Jaime is een geprezen kapper en heeft een salon in de Mexicaanse hoofdstad. Tegenwoordig komt hij twee dagen per week naar Puebla. Iedereen loopt met hem weg in mijn vriendinnengroepje. En aangezien ik de afgelopen twee jaar nooit écht een goede kapper gevonden heb vond ik het een gokje waard. Jaime wordt geadoreerd in zijn salon. Hij heeft zijn eigen parkeerplek in de drukke straat voor zijn zaak. Ik zag de oranje plastic pionnen op de parkeerplek staan en toeterde zodat ik kon parkeren. Het mannetje zei steeds iets over Jaime door mijn autoraam dat ik niet helemaal begreep. Dus ik herhaalde steeds dat ik inderdaad een afspraak had met Jaime. Ik parkeerde mijn auto en deed net of ik de BMW met knipperlichten achter mij niet zag. Daar zat Jaime dus in. Goede eerste indruk van mij... Jaime doet mee aan internationale kapper wedstrijden en had in zijn kapsalon dus niet een gewone lade gevuld met scharen en kammen, maar juist een prachtig leren mapje met zijn glanzende gereedschap erin. Alle vrouwen die hij knipte lachten uitbundig met hem mee. Jaime kende alle namen van zijn klanten. Af en toe liep hij tijdens het knippen weg en kreeg dan een verse kop koffie aangereikt door zijn assistente. Er stonden steeds medewerksters om hem heen - met hun handen gevouwen of hun armen over elkaar heen - naar hem te kijken. Voldoende personeel. Ik heb eerst een goed gesprek met charmante Jaime gevoerd over de toekomst van mijn haar. Hoe kan ik er verzorgd uit blijven zien zonder elke vier weken mijn droge haar te moeten verven? Ik heb uiteindelijk vier uur in zijn salon doorgebracht. Ik heb mijn oorspronkelijke haarkleur terug gekregen, daarna een Franse behandeling met allemaal kleine blonde strengetjes en een uitgebreide verzorgingsbehandeling met allerlei crèmes en oliën voor mijn stro haar. Alle haarproducten van mijn favoriete Europese merk Kérastase. Fijn al die aandacht voor mijn haar. Al had ik niet verwacht zó lang bij de kapper te zitten. De kinderen moesten die maandagmiddag op school lang wachten op mij. Gelukkig hebben ze alle drie een telefoontje, juist voor dit soort onverhoedse situaties.

woensdag 17 september 2014

Geduld en beheersing

“Motherhood is a choice you make everyday, to put someone else's happiness and well-being ahead of your own, to teach the hard lessons, to do the right thing even when you're not sure what the right thing is...and to forgive yourself, over and over again, for doing everything wrong.”
- Donna Ball

Als ik elke ochtend in de spits sta om de parkeerplaats op te geraken van Maren’s school moet ik héél veel geduld opbrengen. Elke middag trouwens ook. De oprit naar de parkeerplaats ligt in een bocht waar ook een parkeerplaats van een winkelcentrum op uit komt. Met een hefboom. Die auto’s moeten dus doorrijden anders hebben ze een hefboom op hun dak. Voor de bocht ligt een heel groot kruispunt waar verschillende driebaanswegen op uit komen. Ik doe ’s ochtends meestal iets heel stouts dat ik overigens niet zelf bedacht heb. Ik neem vanaf de tweede baan de bocht naar rechts. Ik snijd dus de eerste baan af. Dat is bijna nooit een probleem want elke auto op die eerste baan gaat ook naar school. Maar heel soms is er toch oorlog omdat het dringen geblazen is. Elke middag is het sowieso een krachtmeting met vele auto’s die geïrriteerd toeteren en voordringen. Ik heb écht geleerd geduld te hebben. Ik accepteer moeiteloos dat het weer langer gaat duren dan gehoopt. Ik laat me niet opfokken. Ik heb de rust en bereidheid om te wachten. Zelfs toen vorige week iemand bij het voordringen bijna mijn autospiegel eraf reed. Ik heb geduld. In mijn kleine Jeepje. Geduld is een mooie eigenschap. Het vereist beheersing, wijsheid en een lange termijn visie. We willen toch allemaal zonder kleurscheuren op tijd op het schoolplein staan om ons kind op te halen? Met het nieuwe schoolrooster heb ik op donderdagmiddag Inden al in de auto die rustig kan uitstappen en naar het schoolplein kan lopen terwijl ik stapvoets door rijd. Op vrijdag heb ik Anthe al in de auto die hetzelfde doet. Heel geduldig rijd ik dan treuzelend en tergend langzaam over de parkeerplaats totdat de meiden teruglopen naar mijn auto. De eerste drie middagen van de week zorg ik dat ik heel vroeg al op school ben. Ik ga wat drinken met een vriendin, doe een boodschapje of zit buiten op een bankje in de zon. Geduld is hier écht het toverwoord.

Horen hoe de wind ruist en luisteren naar het geluid van rollende golven op het strand. Een strandwandeling op blote voetjes in de zee. Schelpjes oppakken. Het brengt me ontspanning. Wij wonen alweer twee jaar op ruim twee kilometer hoogte en de dichtstbijzijnde zee is vier uur rijden van ons huis. Daar zijn we nu beland om vier dagen te genieten van het geluid van de zee, de zon en het heerlijke zwembad bij ons hotel. Aangezien het nog steeds orkaanseizoen is aan de kust (denk aan orkaan Odile vandaag), zijn delen van de dag bewolkt en soms valt er zelfs regen. Maar het is hier tropisch warm en de lucht is erg vochtig. Ik vind dat heerlijk. Bij ons thuis in het hooggebergte zijn de nachten koud, de lucht extreem droog en het UV licht erg sterk. Hier aan zee is alles milder en daar houd ik van. Op de enige regenachtige ochtend van ons verblijf aan de Golf van Mexico besluiten we naar het nabije El Tajin te rijden, een stad die ooit de indianen toebehoorde en die gebouwd is ter ere van de god Tajin dat onweer of tropische storm betekent. Hoe toepasselijk. (zie ons fotoalbum) De antieke stad die door de Totonaken gesticht is ligt in het prachtige groen en was in zijn bloeitijd een belangrijke handelsplek omdat het op de route tussen de kust en het binnenland van México lag. Er werd voornamelijk in vanille gehandeld. Toen de grootse indianensteden Palenque (in de jungle) en Teotihuacan (vlakbij de hoofdstad) in verval raakten zou deze stad nog honderden jaren floreren. Het voelt fijn om weer eens in de geschiedenis van México te duiken. De afgelopen twee zomers hebben we buiten México door gebracht. Onze aandacht voor de schoonheid van dit land verslapte door bezoeken aan buurlanden als Belize, Guatemala en Cuba. Heerlijk om weer eens in een broeierige jungle rond te kuieren met ontzagwekkende piramides die overal verstrooid liggen. Net zo heerlijk als een boek uitlezen op een zonnebedje dat in het zwembad staat of eten aan het zwembad bij zonsondergang.

Monte Gordo, 15 september 2014

zondag 7 september 2014

Schroef in mijn kaak

Het is beter eenmaal te lijden dan voortdurend bezorgd te moeten zijn, in angst te moeten zitten.
- Julius Caesar

Al een jaar lang zag ik er als een berg tegenop. Verlammende angst. Ik kon de kracht niet opbrengen. Ik voelde me al zwak en week als ik er alleen maar aan dácht. Toch zag ik er ook wel de noodzaak van in. Ik moest alleen nog al mijn durf en moed bij elkaar rapen. En dat heb ik afgelopen week gedaan. Ter voorbereiding heb ik een mooie panorama foto van mijn gebit laten maken en ben ik kordaat de tandartsenpraktijk binnen gestapt. Een paar dagen later kon ik me al melden voor de operatie. De arts zag denk ik ook wel in dat we meteen korte metten moesten maken anders zou ik nooit meer terugkomen. Hij stelde nog heel lief voor om een anesthesioloog te laten komen zodat ik helemaal onder zeil ging, maar dat ging me dan weer een stap te ver. Ik heb dus een implantaat in mijn kaak laten plaatsen. Een schroef in mijn kaakbot. Uiteraard verliep alles die dag op z’n Mexicaans. Dat houdt in dat de arts een uur na onze afspraak pas aan kwam zetten en de chirurge, zijn moeder in dit geval, nog veel later. Ze probeerden me daar ondertussen wel te laten ontspannen met een heerlijke etherische olie, een muziekje op en uitzicht op een muur die behangen was met een aanblik op een idyllisch strand. Ik moest mijn ogen dicht doen en net doen of ik ergens anders was…. Het was ondertussen wel degelijk een échte operatie met een blauw operatiekleed over me heen waar alleen een rondje uitgespaard was rond mijn mond. De twee artsen droegen chirurgenkleding inclusief een bandana om hun hoofd en Crocs aan hun voeten. Ze namen wat buisjes bloed af en gaven me heel veel injecties met verdoving. Uiteindelijk heb ik nauwelijks iets gevoeld van pijn, wel heb ik andere onplezierige sensaties doorstaan. Van de geluiden en het gereedschap dat klonk als een schroevendraaier en een boor probeerde ik me maar geen voorstelling te maken. De operatie is ten slotte gelukt en de eerste dag thuis verliep best prima. De eerste nacht echter veel minder. Ik heb nauwelijks geslapen. Na veel woelen heb ik beneden een zakje ijsblokjes gehaald uit de vriezer en heb uiteindelijk maar een pijnstiller genomen. Toen ik ’s ochtends wakker werd was mijn wang opgezwollen en voelde ik duidelijk alle hechtingen in mijn mond. Met vloeibaar eten als verse sapjes, vele kopjes lauwe kamillethee met een rietje, havermoutpap en verse linzensoep heb ik de eerste herstelperiode overleefd. Nu is het een kwestie van zes maanden de schroef in mijn kaakbot laten vastgroeien en dan kan er een porseleinen kiesje opgezet worden. Ik heb het gedaan, ik ben er vanaf!

De drie scholen van onze dochters zijn weer begonnen. De meiden zijn erg gegroeid afgelopen zomer. Ze zijn bijna uit al hun gala- en sportkleding gegroeid. Hoe komt dat toch dat kinderen telkens in de zomervakantie heel hard groeien?? Nu de scholen weer van start zijn gegaan hebben we weer een patroon, weliswaar een nieuw patroon, maar het is een patroon. De tijden van de scholen zijn gewijzigd en dus is het opnieuw overal een mouw aanpassen. Hoe rijd ik het rondje langs de scholen het meest efficiënt? En dan bedoel ik met de minste wachttijd voor mij in de auto, of voor de kinderen. Ik heb gelukkig weer een flinke stapel verse Hollandse boeken zodat ik mijn verloren minuten wachtend in de auto lekker weg kan lezen. Dit jaar hebben ze in onze stad besloten om een grote brug te bouwen. Een soort verkeersknooppunt. Precies op mijn route naar de scholen. Ik moet me dus heel flexibel opstellen; elke dag kan de route door wegopbreking weer anders zijn. Ik heb het nieuwe wekelijkse schema nog niet onder de knie. Ik sta veel te vroeg bij een school te wachten (stom!) of verdwaal in een wijk bij school omdat de weg afgezet is. (lastig!) Ik merk wel dat ik dit schooljaar meer tijd in de auto doorbreng dan de vorige jaren. Daar heb ik me bij neergelegd, ik ben tenslotte hun chauffeur. Dat is mijn voornaamste taak hier tijdens ons verblijf in México. De meiden zijn ondanks hun eerste geklaag toch weer tevreden met hun leuke klas en fijne leraren. Mijn yogalessen zijn weer dagelijks gestart en dus ook mijn loopuurtje vooraf de les in het park. Ik heb een salsadansschool gevonden en dus zullen mijn wederhelft en ik spoedig onze danslessen starten met onze vrienden. Het nieuwe schooljaar heeft zijn aanvang genomen!

maandag 1 september 2014

Tanker in de zee

The hardest time in this world is for the sensitive and intelligent people.
― Swami Dhyan Giten

De meeste mensen varen door het leven als een tanker door de zee. Terwijl onze middelste dochter net een zeilboot is. Tegenwind of een hoge golfslag, er hoeft maar iets te gebeuren of ze raakt van haar koers af. Inden is onlangs veertien jaar geworden. En hoe ouder ze wordt hoe meer ze met haar gevoeligheid om kan gaan. Door zoiets als honger kan ze vaak al snel uit haar doen zijn. Haar gedachten gaan dan regelmatig uit naar eten. “Wat eten we vanavond?” is een dagelijkse vraag. Aan de andere kant voelt ze stemmingen van anderen aan en merkt veel details en subtiliteiten op uit haar omgeving. Dat is heel leuk om te ervaren. Gevoelens van boosheid kunnen daarentegen al snel een loopje met haar nemen, maar nu ze ouder wordt kan ze echt steeds beter tot tien tellen. Inden wordt dus groot. In wijsheid, maar ook in de lengte. Het afgelopen jaar heeft ze haar oudste zus voorbij gestreefd in lengte. Maar ze is nog altijd kleiner dan ik. Inden is een erg lief en attent kind. Erg empathisch ingesteld en heel zorgzaam. Heel sociaal, maar dan weer niet dol op (onverwachtse) visite in huis. Ze is een zeer betrokken kind. Als je niet met je volle aandacht naar haar luistert is ze snel gekwetst. Haar verjaardag viel dit jaar op de allereerste schooldag na de zomer – voor het eerst in haar leven. Ze is áltijd in de zomervakantie jarig. Deze dag hadden we dus heel vroeg in de ochtend haar cadeautjes op het grote bed gegeven. (zie ons fotoalbum) En de zelfgebakken boterkoek als verjaardagstaart hebben we pas na het avondeten aangesneden toen papa thuis was. Inden heeft in haar jonge leven haar verjaardag écht heel veel keertjes buiten Nederland gevierd. Dit was bijvoorbeeld alweer de derde keer in México. Afgelopen weekend heeft ze haar verjaardag met een grote groep vrienden gevierd op de bowlingbaan. (zie ons fotoalbum) Inden, ons jarige job(je), ons mooie en extravagante kind!

Vlak voor we naar Cuba afreisden deze zomer was ik een paar dagen erg verdrietig. En teleurgesteld. En bang. Eén telefoontje van mijn dokter was de oorzaak. Hij liet me na de uitslag van een uitgebreide bloedtest plompverloren over de telefoon weten dat ik diabetes heb. Ik kreeg er meteen een recept bij waar ik nog verdrietiger van werd. Verschrikkelijke bijwerkingen van het voorgeschreven medicijn… Zo wil ik niet oud worden! De ‘gewone’ adviezen gingen bij mij niet op zoals meer sporten. Ik sport dagelijks. Of afvallen. Ik heb een gezond gewicht. Ik wil helemaal geen diabetespatiënt zijn. Na eerst een paar dagen in ‘zak en as’ gezeten te hebben heb ik mezelf herpakt en heb een bezoek aan een homeopathisch en orthomoleculair arts gebracht. Veel diagnoses van diabetes worden namelijk verkeerd gesteld. Zo ook bij mij. Althans, volgens deze natuurgenezer. Mijn organen zijn uitgeput, uit balans. Met homeopathische druppeltjes en een strikt dieet gaan we dat weer herstellen. Geen melk, geen suiker, geen gist, geen varkensvlees, geen pinda’s en geen champignons. Twee maanden lang. Heel vroeger ging je vaak dood aan enge ziekten als cholera, de pest of malaria. (Ik lees nu een historische roman die zich afspeelt in de 16e en 17e eeuw waar de pest regelmatig terugkeert.) Tegenwoordig sterven mensen aan de gevolgen van hun eigen gedrag. Dat klinkt ook eng. Het is echter waar dat mensen tegenwoordig sterven aan welvaart. Denk aan diabetes, hart- en nierziekten of kanker. Eén op de drie mensen in Nederland is gewoon te dik…. Gebrek aan beweging is een belangrijke oorzaak, maar voeding zeker ook. Wie heeft er niet gelezen over vetten, suikers, koolhydraten, E-nummers of gluten? Mijn arts heeft me zes maanden de tijd gegeven om mijn (te) hoge glucosewaarden met alternatieve geneeswijze op te lossen. Over anderhalve maand ga ik een nieuwe bloedtest laten doen en laat de uitslag alsjeblieft niet zo verontrustend meer zijn!

maandag 25 augustus 2014

Zeep, tandpasta en spijkerbroeken

Wherever you go becomes a part of you somehow.
- Anita Desai

Op de terugweg van de cayo’s naar de Cubaanse hoofdstad La Habana overnachten we in stadje Santa Clara. Dit stadje is op 15 juli 1689 gesticht door de Cubanen zelf. Om precies te zijn door twaalf gezinnen uit Remedios. Deze mensen waren naar het binnenland getrokken om verlost te zijn van piraten. Remedios, een slaperig koloniaal stadje uit begin 16e eeuw bezoeken we onderweg naar Santa Clara. Een klein stadje met statige huizen maar uit vervlogen tijden. De mooie panden staan vooral leeg en moeten nodig gerenoveerd worden. Op het Plaza Mayor staat een mooi opgeknapt pand met hoge deuren en plafonds, het wordt gebruikt als casa particular. We lunchen er en rijden dan door naar Santa Clara. Deze stad komt desolaat en verlaten op ons over als we er halverwege de middag binnen rijden. Bijna geen kip op straat, drukkend warm en alle winkeltjes zijn op zondag gesloten. Als we na het avondeten nóg een keer door het centrum lopen komt er eindelijk leven in de brouwerij. Volle terrassen, veel mensen op het plein, veel vogelgezang ook en luide salsamuziek. De stad waar held Che Guevara begraven ligt en tevens een groot standbeeld heeft komt pas tot leven als de zon onder gaat.

Wat kun je beter doen op je laatste reisdag in La Habana dan een museum bezoeken? Museo de la Revolución moet je gezien hebben. We hadden ruimschoots de tijd, dus waarom niet het aangename met het nuttige versmelten? De topattractie van Museo de la Revolución is de Granma. De boot waarop Fidel Castro en Che Guevara vanuit México naar Cuba gevaren zijn, in zeven dagen met zwaar weer. Met vijfentwintig man zaten ze op deze te kleine jacht die bestemd was voor twaalf passagiers. Ook nog volgestouwd met brandstof, eten en wapens voor de soldaten. Wonderlijk genoeg redden ze de overtocht en beginnen ze de revolutie. Deze boot wordt nu bewaard in een grote glasbak, een soort aquarium. Granma wordt door meerdere militairen streng bewaakt. Zouden ze bang zijn dat er iemand met die boot vandoor zou gaan?

Hij had álles. De gekste dingen had hij in zijn prachtige koloniale huis staan. Een verrekijker bijvoorbeeld. En een kitscherige Eiffeltoren van plastic, maar ook een zeer uitgebreide stereotoren die overigens gek genoeg niet aangesloten was. Luxe zonnebedjes opgestapeld op zijn rommelige dak had hij ook. Of, heel bizar, twee tampons en een leeg flesje kostbare Amerikaanse babyshampoo. In zijn mannenhuishouden? Later hoorden we van hem dat hij president is van Comité Defensa de la Revolución. Dat verklaart in ieder geval de enorme Cubaanse vlag in zijn huiskamer, maar wellicht ook zijn uitzonderlijk luxe spulletjes in huis. Zoals Kühne sladressing op zijn keukentafel of de badkamer gevuld met buitengewoon veel hotelzeepjes, scheermesjes en zelfs een haarföhn. Wij hebben de Cubaanse supermarktjes gezien. De paar dingen die ze hebben staan in de toonbank uitgestald, zo weinig aanbod is er. Op tandpasta moeten ze weken wachten. Een flesje babyshampoo kost omgerekend vijf US dollar. Merkwaardig dat onze gastheer zoveel luxe in huis heeft…. Toen we hem voorstelden om pennen, potloden en zeep te doneren aan het schooltje tegenover zijn huis was zijn tegenvoorstel om het aan hém te geven. Hij kon er via zijn Comité persoonlijk voor zorgen dat het écht bij de juiste mensen terecht zou komen. Achteraf heb ik er mijn twijfels over gehad. In tegensteling tot het lieve vrouwtje op de markt in Trinidad dat tafelkleden borduurde. Toen we van haar een mooi wit geborduurd kleed kochten vroeg ik haar of ze misschien dochters had. Inderdaad, één dochter iets kleiner dan Maren. We hebben meteen de tas met oude spijkerbroeken opgehaald en aan haar gedoneerd. Uit dankbaarheid gaf ze elk van onze meiden spontaan een door haar gemaakt armbandje. Veel stukjes zeep hebben we steeds op straat uitgedeeld aan kinderen of bedelende moeders. In Havana gaf ik de laatste reisdag een klein jongetje een tasje vol zeep en tandpasta. “Deel dit met je vriendjes en zeg het ook tegen je mama”, zei ik erbij. Twee minuten later kwam zijn mama hoogzwanger naar me toe gelopen en omhelsde me. Het jongetje stond er trots naast.

Bij alle mensen waar we logeerden waren de kamers super schoon en netjes. (zie ons fotoalbum) Het eten bij de gastvrije mensen was voortreffelijk. Veel beter en verrassender dan in de diverse restaurants van de staat waar we gegeten hebben. Ze moeten het toch allemaal met hetzelfde aanbod doen zoals garnalen, kip, vis en soms kreeft of varken. (We hebben één keer krokodillenvlees gegeten) Hoe bied je de weinig variante maaltijden appetijtelijk aan? Belangrijk wordt dan de speelse opmaak van de borden en de schalen. We hebben aan zeer uitgebreide en smakelijke ontbijttafels gezeten met heerlijke zelfgebakken koekjes en cake. En zóveel fruit en verse fruitsappen! Alles op tafel steeds puur en zelfgebakken. De gesprekken met de Cubaanse gastheer of –vrouw waren altijd interessant en ze vertelden graag. Over hun leven in één van de laatste communistische landen op aarde. We hebben gastvrije Cubanen leren kennen en we zullen ze niet snel vergeten. Deze mensen stelden hun huis en hun hart open voor nieuwe ervaringen en voor ons. Ondanks de strenge controle over hun doen en laten door de overheid. Deze stoere mensen maken nu een heel klein deel uit van ons leven, en wij wellicht van dat van hun.

Havana, 13 augustus 2014

donderdag 21 augustus 2014

Abuelita

It is good to have an end to journey toward; but it is the journey that matters in the end.
-Ernest Hemmingway (heeft op Cuba gewoond…)

Hoe dikwijls word je niet een klein beetje teleurgesteld als je aan de hand van het enthousiaste verhaal uit de Lonely Planet (of andere reisgids) jezelf een voorstelling gemaakt hebt en het na aankomst een beetje tegenvalt? Deze keer op het Cubaanse strand van het eilandje Cayo Guillermo in de Caribische Zee in ieder geval niet! Alle beloften werden waarheid. Spierwit poederzand dat zo fijn is dat het uit je hand niet op de grond valt maar weg stuift in de wind. Een bijna doorzichtige zee dat heel langzaam lichtgroen tot aquarel kleurt. Geen zeewier, geen steentjes of afgebroken schelpjes in het water. Alleen súper zacht wit zand en súper doorzichtig en súper warm zeewater. Geen hotels, alleen een restaurant. Hoe paradijselijk! Uitzicht op een piepklein cayo’tje met ook een wit strand. Onder water kun je meters ver kijken. Elke middag legt er een catamaran aan voor het strand, als hij weer weg vaart horen we een vleugje Caribische muziek. Drie dagen brengen we door aan het strand van deze cayo dat naar zeggen het mooiste strand van de Cariben is. Ik geloof het meteen. Als we ‘s ochtends naar het strand rijden zien we aan weerzijden van de weg roze flamingo’s in het water staan. Hoe exotisch! Ernest Hemmingway heeft in 1970 voor het eerst iets geschreven over Cayo Guillermo. Uniek in Cuba zijn de duinen van dit eilandje.

Schuifelend voetje voor voetje loopt het omaatje met haar kromme rug naar de zee. Aan weerzijden ondersteund door familieleden, maar ook voor en achter haar loopt bescherming. Als haar oude gerimpelde voeten het warme water voelen staat ze even stil. Een (schoon-)zoon gooit met een plastic bekertje het warme zeewater over oma’s hoofd. Ze heeft haar T-shirt en broek nog aan. Uit het diepe water lopen nog meer familieleden op haar af. Een heel kringetje staat om oma heen. Ze wil dieper het water in en waadt genietend door het warme water. Onderwijl wordt water over haar grijze haar gegoten. Iemand zet liefdevol een zonnebril op oma’s hoofd. En nog geen minuut later haalt iemand anders de bril weer weg. Oma laat het zich allemaal aanleunen. Haar familie ondersteunt haar, raakt haar lief aan en zorgt goed voor haar. Er wordt naar het strand gegild dat abuelita een handdoek nodig heeft. Er komt meteen een man aanrennen met een handdoek. Ook hij blijft bij het kringetje in de zee staan. Als het omaatje er genoeg van heeft schuifelt ze weer terug naar de parasol, natuurlijk ondersteund door haar familie. Handdoek over haar schouders. Grijze haartjes worden met een fles water schoon gespoeld. Zo krijgt ze ook droge kleding aan. Twee (schoon-)zonen houden zorgvuldig en respectvol een handdoek voor haar oude lijf. Daarna mag oma plaatsnemen op een stoel in de schaduw. Er wordt iets te drinken voor haar ingeschonken en tevreden kijkt oma voor zich uit naar de aguagroene oceaan. Waar zou ze aan denken? Zo zijn er vandaag vele grote Cubaanse families op het idyllische strand. We realiseren ons ineens dat het weekend is…

Morón, 10 augustus 2014

dinsdag 19 augustus 2014

Geen salsapasjes

Adopt the pace of nature: her secret is patience.
- Ralph Waldo Emerson

Este playa es muy feo” zei Armando ferm toen we hem vlak voor ons vertrek op de kaart aanwezen waar we de volgende dagen in Cuba gingen doorbrengen. “Dit strand is heel lelijk”. Misschien zei hij dat omdat we niet in het hotel van zijn vriend wilden logeren? We zijn niet snel van ons stuk gebracht, maar twijfelen onderweg toch ietsepietsie of deze afgelegen plek leuk genoeg is voor een verblijf van een paar dagen. We rijden zo’n veertig kilometer langs de verlaten kust van de beruchte Varkensbaai door nationaal park ‘Ciénaga de Zapata’ - langs een enorm moeras. Veel libellen en her en der steken er zijlings wandelende krabbetjes over de weg. Borden langs de weg met foto’s en revolutionaire leuzen herinneren ons eraan dat hier in 1961 veertienhonderd door de CIA getrainde Cubanen faalden in hun missie om de regering van Fidel Castro omver te werpen. Castro hoorde vooraf van de plannen en liet twee grote US schepen voor de kust zinken. De in Cuba gevangen anti-Castro Cubanen werden een jaar later geruild tegen 53 miljoen dollar waarde aan medicijnen en voedsel voor Cuba. Deze baai wordt hedendaags geroemd voor zijn onderwaterwereld. Vanaf de kust stap je meteen een zeeaquarium binnen: zoveel tropische vissen en gekleurd koraal! We hebben alle dagen genoten van het snorkelen op verlaten plekjes langs de kust. Helemaal alleen in kleine baaitjes met het warmste en helderste water dat je je voorstellen kunt. (zie ons fotoalbum) De meiden, als visjes in het water, zwemmen zonder snorkel en duiken telkens naar de bodem om alles goed van dichtbij te bekijken. Een genot om onder water naar te kijken. Maren is met haar negen jaar kennelijk het meest onder de indruk van de zee-egels. Elke keer als ze er weer één ziet (en dat is best vaak) roept ze boven water naar iedereen dat ze er weer één gezien heeft. De duizenden tropische vissen in alle kleuren van de regenboog ziet ze daarbij voor het gemak maar even over het hoofd. In ‘Caleta Buena’ hebben we op de meest unieke plek gesnorkeld tot nu toe (naast de cenotes in México dan). Namelijk op een plek waar zoet en zout water elkaar ontmoet. Je voelt koude en warme stromen langs je lijf en soms wordt het zicht troebel omdat het water mengt. Hier zijn de vissen anders dan op andere plekken. Een pareltje.

Elke beenspier doet me pijn. Elke stap ook… Ik kan amper mijn been optillen voor een traptrede. We lopen door de oude koloniale stad Trinidad. Het zachte licht van de ondergaande zon zet alles in een gouden gloed. Deze stad is meer dan vijfhonderd jaar geleden gesticht door de Spanjaarden. Een prachtig filmdecor. De reden dat mijn benen bij elke stap pijnlijker worden is de klimtocht van vijf kilometer die we gisteren afgelegd hebben in nationaal park ‘Topes de Collantes’. In de zweterige warmte van de jungle zijn we een berg afgedaald naar een waterval van 62 meter hoogte waar we ons als beloning konden onderdompelen in het koude water van de lagune. Normaal gesproken is het water van de lagune helderblauw, maar omdat het de nacht ervoor hard geregend heeft is het water nu bruin – maar net zo verfrissend! (zie ons fotoalbum) Als Maren deze stadse middag in Trinidad trots voorop loopt over de met kinderkopjes bestraatte calles - met de wandelroute in haar hand – schiet ik onderweg de meest sfeervolle plaatjes met mijn camera. Ondanks de spierpijn geniet ik van deze fotogenieke stad met zijn zeer fotogenieke Cubanen. Oude mannetjes met sigaren en Panamahoedjes op, tandeloze vrouwtjes op de drempel voor hun deur, muzikanten op pleintjes, oldtimers in prachtige kleuren geparkeerd aan de kant van de weg, oudjes die domino spelen en de continu voorbij dravende paarden, met of zonder paardenkar. We zitten onderweg op gezellige terrasjes met zoete piña colada’s of frisse mojito’s en worden altijd op live salsa muziek getrakteerd. Mark en ik genieten ’s avonds laat nog van een salsafeest in de buitenlucht waar flink gedanst wordt. Ik heb naast spierpijn vandaag een flinke winkelhaak in mijn rok gescheurd. Voor ons geen salsapasjes vanavond.

Trinidad, 5 augustus 2014

zondag 17 augustus 2014

Cayo Justías, Cayo Levisa en andere witte stranden

Blaas je adem in mijn longen. Stroom mijn ziel weer vol.
-Huub Oosterhuis

Een uurtje rijden door de Cubaanse Viñales vallei met de zo typische mogotes: steile kale, kliffen van kalksteen die achter bleven toen de aardkorst hier miljoenen jaren geleden vele meters naar beneden zakte. Het gebied is heel groen met veel bananen- en tabaksplantages, rijstvelden en bloeiende velden met zoete aardappelen. De meeste families rijden op paard-en-wagen, een enkele in een oude Lada en veel mensen lopen langs de weg (met paraplu tegen de felle zon), ze liften of wachten op de bus. Na een uurtje rijden bereiken we Cayo Justías. Een bijna verlaten spierwit strand, mangrove bomen, één restaurant en een lichtblauwe zee. De Golf van México. Hier hebben we een heerlijke dag doorgebracht totdat de lucht plots donker werd, flitsen verschenen en iedereen snel zijn spulletjes bij elkaar zocht en verdween. De volgende dag gingen we naar het allermooiste strand van deze provincie, namelijk het eiland Cayo Levisa. Er zou één boot om tien uur vertrekken. En prompt die ochtend bij het benzine tanken wordt ons verteld dat we een lekke band hebben. ‘Toevallig’ zit er naast het pompstationnetje een pochera waar ze banden kunnen plakken. We willen de boot naar de cayo graag halen dus we zetten er een beetje vaart achter. Hup, het wiel eronder uit en reservewiel eronder. Met de boodschap “We komen het wiel morgen weer ophalen!” vertrekken we. En zo halen we de krakkemikkige boot die met zo’n vijftig á zestig passagiers naar het eiland vertrekt. Na drie kwartier varen worden we op de houten steiger opgewacht door heel veel krabbetjes, live Cubaanse muziek en een glas verse ananassap. Wat een caribisch sfeertje! Als we het eilandje lopend doorsteken kijken we plots naar een spierwit poederstrand met een aguagroene zee met hier en daar wat zonnebedjes onder de palmbomen weg gezet. (zie ons fotoalbum) De temperatuur van het water is minstens zo warm als badwater!

Op onze reisdag op weg naar stad Matanzas waar we een nacht zullen doorbrengen halen we eerst de geplakte reserveband op bij de pochera en rijden daarna via La Habana naar Matanzas. Althans, dat was het reisplan…. Opgelucht dat we de rondwegen rond de hoofdstad zonder verdwalen overleefd hadden reden we blijmoedig op een nagenoeg lege snelweg. Een passerende auto wees ons op een lekke band. Shit. Lekke band. Auto aan de kant, ons zojuist geplakte reservewiel onder de auto plaatsen en gauw verder rijden was het idee. Een behulpzame Cubaan met een ouderwets potje op zijn hoofd stapte van zijn oude motor om ons te helpen. Toen we allemaal weer ingestapt waren startte de auto niet meer! Dat was de dag ervoor ook al gebeurd op een parkeerplaats, maar na tien minuten startte de motor toch weer. Deze keer langs de verlaten snelweg waren we niet blij. Gelukkig stopte een roodgekleurde, antieke tractor naast ons en de man en vrouw bovenop de trekker vroegen heel aardig of ze ons konden helpen. We gaven het nummer van het autoverhuurbedrijf aan ze door. Zij zouden verderop voor ons bellen. Maar na een kwartiertje zweten naast de auto (38° C!) startte de motor ineens weer. In één keer zijn we doorgereden naar Armando waar we die nacht zouden blijven logeren. Armando, die enorm dienstverlenend is ingesteld, hielp ons direct na aankomst met de band te laten plakken en heeft het autoverhuurbedrijf voor ons gebeld. Zij kwamen uit de immens populaire badplaats Varadero naar de auto kijken en het bleek een simpel los contactje. Nu badplaats Varadero kennelijk zo dichtbij bleek te zijn hebben we ons reisplan ietsje aangepast. We blijven een nacht langer bij Armando logeren en gaan een dagje naar het toeristische strand van schiereiland Varadero.(waar we eind van de dag onze derde lekke band hadden!) Reizen blijft spannend en onvoorspelbaar, maar is een oh zo’n leuk avontuur!

Matanzas, 31 juli 2014

vrijdag 15 augustus 2014

Met twee benen ingetuind

We weten niet wat voor alles en iedereen goed is, ook al doen we meestal of we dit wel weten.
- Cheri Huber

“Helaas is die mevrouw ziek. We moeten andere kamers voor jullie zoeken.” We staan in het huis van Luis die ik een paar maanden eerder over de telefoon gesproken heb. We zijn net gearriveerd in Havana. De straat van Luis kijkt uit op zee, er voetballen jongens zonder T-shirts op de stoffige straat. Op veel traptreden zitten mensen voor de deur voor zich uit te staren. Iedereen is schaars gekleed. Het is snikheet. Binnen een paar minuten komt señora Gloria ons ophalen in haar bloemetjesschort. Een paar straten verderop lopen we haar prachtige koloniale pand binnen. Hoge plafonds met ornamenten en ongeverfde deuren van minstens drie meter hoog. Gehaakte kleedjes onder vaasjes met zijden bloemen, overal fotolijstjes en mierzoete kleurtjes op de muren. De komende drie dagen ontdekken we La Habana vanaf dit stekje. Een tour van een paar uur in een oldsmobile om de art Deco stijl te ontdekken dat zo typisch is voor Havana. We bezoeken het bekende Hotel Nacional, de bekende pleinen en het Isla Josefina dat een kleine jungle is – uniek midden in de stad gelegen. De slanke, mooie, lange en vaak gespierde Cubanen zijn een mix van verschillende herkomst. Vele ook van Afrikaanse afkomst en dat zie je terug in de religie. Afrikaanse offerceremonies worden nog regelmatig uitgevoerd in deze groene parel midden in de stad. Het eerste dat opvalt is dat er opvallend veel losse veren in dit park liggen, van geofferde vogels… La Habana is net een openlucht museum. Een prachtig filmdecor. (zie ons fotoalbum) Men verplaatst zich door de straten – met aan beide zijden hoge koloniale panden in pastel kleuren - per oldtimer, vierkante Lada, paard-en-wagen of fietstaxi. Nergens schreeuwende reclame op straat. Veel mooie imposante hotels en gebouwen uit de tijd van Al Capone, de casino’s, the great Gatsby en de maffia worden nu gerenoveerd. De zeebries door de straten en het warme zonlicht maken het ’50 jaren gevoel voor ons compleet.

We zijn er met twee benen ingetuind ondanks alle waarschuwingen die we hebben gekregen. Hoe naïef! We namen een zeer voornaam uitziende en beleefde Cubaanse jongeman mee in onze huurauto toen we de weg vroegen naar het dorp Viñales. Carlos bleek een zeer gewiekste jinetero te zijn. Hij liet ons zijn roze huis zien, stond erop dat we een glas sap kwamen drinken in het restaurant van zijn vader en voor we het wisten hadden een reservering voor het avondeten in dit restaurant, twee excursies geboekt en bijna het gezin teleurgesteld waar we een reservering voor vier nachten hadden staan. Carlos in zijn witte linnen pak met goed voorkomen, hippe zonnebril en gladde praatjes. We zijn er met open ogen ingetuind. Het uitzicht op de mogotes van zijn terras was inderdaad magnifiek, het zwembadje voor de meiden verfrissend en het eten bijzonder veel, maar wel ongelofelijk duur voor Cubaanse begrippen! Het bezoek de volgende dag aan de tabaksplantage van Carlos zijn vriend was echt heel leerzaam en interessant, maar we hebben ons af laten zetten door negen euro per sigaar te betalen! De rit op paarden door het nationaal park ‘Viñales Vallei’ was rustgevend en het zwemmen onderweg in zoet water echt bijzonder totdat we erachter kwamen dat we bij de boerderijen en restaurantjes stopten om vooral ons geld te besteden. (zie ons fotoalbum) Bijvoorbeeld een glas limoensap voor twee dollar… Is dit wat ze bedoelen met socialisme? Het delen van de pot die de toerist te besteden heeft? Cuba is communistisch, maar wat wij de eerste dagen buiten Havana ervaren is écht kapitalistisch. We reizen hier rond, we genieten wat dit land ons te bieden heeft en dat is veel en bijzonder, maar we balen er vandaag van dat we gezien worden als een wandelend pak Cubaanse peso’s. Niettemin genieten we van de uitgebreide maaltijden die oma Carmen Isabel met veel liefde voor ons gezin bereidt. We genieten van de gesprekken met eigenaar Denis na het eten. Gesprekken over het échte leven in Cuba. We schrikken ook een beetje mee als op zondagavond - wanneer we met een glaasje natafelen met oma en Denis - er onverwachts iemand van de overheid aan de deur staat om hun administratie te controleren. We praten net zo zachtjes met Denis mee wanneer zijn overbuurman op straat staat die bij de overheid werkt. Altijd alert zijn en nooit openbaar kritiek leveren dat geldt voor elke Cubaan.

Viñales, 27 juli 2014