zondag 28 februari 2021

Dodelijke blik

Don't cheat the foundation of a house because you want to save for the roofing. For at the end, you will have only roofed rubbles.” 

Ikechukwu Izuakor 


Een dodelijke blik. Ik voel hem in mijn rug priemen. Mijn lief voelt het ook. We draaien allebei ons hoofd om en staren naar een heel geïrriteerde man. Zijn lichaamshouding spreekt boekdelen. Hij leunt met z’n elleboog op een vuilcontainer. Zijn blik staat strak op ons gericht. Zijn voet tikt geërgerd op de grond. Hij schuift zijn mouw opzichtig een stukje omhoog om op zijn horloge te kijken. Koos ziet onze verbaasde uitdrukking. De verbolgen man is een Tsjechische vrachtwagenchauffeur die al sinds vanmorgen elf uur op zijn lading zit te wachten. Volgens Koos was de afspraak echter om één uur, maar toen wilde de chauffeur lunchen. Zo ontstond de wrevel. Nu mijn lief en ik in deze grote hal vol opgestapelde wijnvaten staan is het bijna tijd voor het avondeten. Wij hebben een afspraak om een antiek wijnvat uit Spanje uit te kiezen. Er zijn diverse maten, verschillende houtsoorten en twee soorten deksels waar we uit kunnen kiezen. En dan is er de stempel van het Spaanse wijnhuis die het vat opleukt en allemaal heel verschillend kunnen zijn. Na Koos zijn uitleg kiezen we een vat die helemaal achterin bovenop tientallen vaten gestapeld staat. Als hij hem er vervaarlijk afgerold heeft blijkt de ton een prachtige stempel op de deksel te hebben. We kiezen er een onderstel bij waar de regenton op kan staan en spreken af dat Koos er een kraantje opzet. Hij zal eerdaags bezorgd worden en thuis zal ik het wijnvat licht opschuren en in de gekookte lijnzaadolie zetten. Mijn lief en ik lopen tevreden naar de auto. Een pizzakoerier loopt ons tegemoet met twee pizzadozen in zijn handen. Geen pizza voor de ongeduldige chauffeur. Wij kijken elkaar aan en denken hetzelfde. Onderweg naar huis kijk ik op een website voor een verlengstuk aan onze zinken regenpijp. Met een klepje die open en dicht kan. Zodra de ton vol regenwater zit gaat de klep dicht en stroomt het hemelwater weer de grond in. Er bestaan bedrijven die vinden dat de saaie afvoerpijp wel iets extra’s kan gebruiken. Plantenpotten die je met gemak aan de regenpijp kunt klikken. In harmonie met zijn omgeving. Ik wil voor klimplanten kiezen. Een bloeiende clematis of geurende kamperfoelie. Dan doen we meteen ook de vlinders en bijtjes een plezier. 


Nu we besloten hebben - net als veel vijftig-plussers trouwens - in ons huis te investeren door te verduurzamen zoeken we een bouwvakker en timmerman in één eigenlijk. Een man die met ons meedenkt. Een man met gouden handen. Een man die niet na een paar weken werken in huis gaat irriteren. Meestal is dat bij mij wel het geval wanneer zo’n man wekenlang in de privacy van mijn huis rond banjert. Eigenlijk zoek ik een ‘Piet’. Met Piet kon ik lezen en schrijven. Twaalf jaar geleden, toen we de aanbouw aan ons huis realiseerden, moesten er ontzaggelijk veel beslissingen genomen worden. Van patronen in glas-in-lood ramen tot een verwarmde keukenvloer van antieke vloertegeltjes. Van natuurstenen drempels en vensterbanken tot een origineel nagebootst plafond. Piet wist er raad mee. Hij werkte onder de aannemer die wij uitgekozen hadden. Hij heeft vier maanden onder ons dak gewerkt. Vaak ook samen. Ik sleep met een slijptol de antieke Franse vloertegels in de achtertuin en hij legde op z’n knieën het patroon uit op de vloer. Samen beslisten we over de dikte van de voeg. Hij lunchte elke dag met zijn collega’s in onze voortuin. Regelmatig at ik met ze mee. Op vrijdag haalde ik altijd iets warms te eten voor de mannen. We zijn zelfs bij hem thuis geweest. Ik waardeerde zijn mening. Een paar maanden geleden kwam ik Piet, na meer dan tien jaar, toevallig tegen toen hij ergens met een klus bezig was. Hij ging met pensioen vertelde hij. We moesten gauw eens langskomen. Een korte beschrijving naar zijn huis ‘onder aan de viaduct meteen naar rechts’ in een naburig dorpje. We hadden geen achternaam of contactgegevens. Mijn lief stelde op een zaterdagochtend voor om Piet te gaan zoeken. In zijn dorp bleken namelijk nog geen driehonderd mensen te wonen. We gingen avontuurlijk op pad. Een viaduct. Een verkeerde weg ingeslagen. We herkenden geen huis van Piet. Op straat klampten we iemand aan. Tuurlijk kende hij Piet! Piet is met pensioen vertelde de man. Piet had een wagen gekocht, volgepropt met gereedschap en heeft het nu drukker dan ooit. Dat móest onze Piet zijn. Als we het straatje aan de voet van de viaduct inrijden herkennen we het weer. Zijn vrouw loopt in de voortuin. We krijgen zijn mobiel nummer. Een paar dagen later zit Piet in onze huiskamer. Hij heeft inderdaad diverse bouwprojecten, maar hij wil graag met ons werken. Hij zal na isolatie de originele plafonds op de eerste verdieping weer terug timmeren. De houten vloerplanken op de bovenverdieping verwijderen, eronder isoleren en met geluidsdichte matten terugplaatsen. Er komt daar een nieuwe, verhoogde drempelloze vloer. Hij gaat de lambrisering op de overloop timmeren, de smeedijzeren spijlen van de balustrade plaatsen en het plafond boven de trap verhogen. Mijn lief zal hem zoveel mogelijk ondersteunen bij zijn werkzaamheden. Ik zal voornamelijk gaan schilderen. We zijn zo blij dat we Piet terug gevonden hebben. 

zondag 21 februari 2021

Hunkeren

Dat is toch te gek voor woorden? Dat je een man van 82 meer dan vijftig kilometer laat rijden voor een vaccin.” 

Marc Verheijen 


Ze had zulke strakke mouwen aan, juist vandaag, dat de GGD-medewerker haar truitje half moest uittrekken. De deur van de prikkamer werd gesloten. Over de mouwen had ze ook diverse gouden armbanden rinkelen. Mijn cliënte had geen idee wat haar overkwam. Laat staan voorbereid. Ik ben met een dementerende dame van zesentachtig jaar in het ziekenhuis om haar eerste vaccinatie te halen. Een half uur eerder haalde ik haar thuis op. Ze was blij verrast dat ik op zondag kwam ondanks de aantekening in haar agenda. Per uur kijkt ze zo’n twintig keer in haar agenda. Dit had ze kennelijk gemist. Ze komt al maanden niet meer buiten vanwege het virus. Haar jas, shawl en handschoentjes werden zorgvuldig uitgekozen. Ik had een uur van kantoor gekregen om haar te ondersteunen bij het halen van de vaccinatie. Zonder haar muts liepen we door de sneeuw voorzichtig naar mijn auto. Het liefst wilde ze terug om een passende muts bij haar outfit uit te zoeken. Ik zette door en reed snel naar het ziekenhuis. Alles was daar goed geregeld. Ze kon eigenlijk meteen door naar een prikkamer. Er is een tekort aan ervaren medewerkers die de vaccins kunnen voorbereiden. Het vaccin moet met vloeistof worden verdund en daarna in een precies de juiste hoeveelheid worden ‘opgetrokken’. Dat is een handeling die niet iedereen kan verrichten en ervaring vereist. De tijd tussen het voorbereiden van een spuit en het moment dat het wordt geïnjecteerd moet zo kort mogelijk zijn. Bovendien is het klaargemaakte vaccin gevoelig voor transport. Ik heb begin januari, via een vriendinnetje bij de GGD, gesolliciteerd. Het bemiddelingsbureau waar ik diverse gesprekken mee voerde wil mij graag voor deze functie als ‘optrekker’. Nooit gedacht dat mijn universitaire studie nog eens van pas zou komen in mijn carrière. Momenteel gaat het nog om relatief kleine aantallen mensen die gevaccineerd worden. De GGD is daarom nu nog in staat om in afwisselende teams voor te bereiden en te vaccineren. Maar als later de grotere groepen aan de beurt komen, wil de GGD zoveel mogelijk medewerkers inzetten. Hoe mooi zou het zijn als ik hulp kan bieden bij het zogenaamde ‘voor toediening gereed maken’ van deze vaccins. Ik vraag in het kleine prikkamertje waar de ‘optrekker’ werkt. “Zij zitten in een aparte kamer verderop. Ze komen steeds kleine voorraadjes brengen” wordt me verteld. Ik vind het heel mooi dat ik een heel klein bescheiden steentje zou mogen bijdragen aan het bestrijden van de pandemie. 


We hunkeren naar een ‘normale’ wereld. Ik gun alle studenten een sprankelend studentenleven komend semester. Ik wens alle scholieren weer vijf schooldagen in de klas. Ik wens alle senioren gezellig bezoek over de vloer. Voor mezelf trouwens ook. Ik kijk zo uit naar een lange, onbezorgde en ontspannen reis zonder bijzondere maatregelen. Helaas horen we nog steeds over miskleunen in het vaccinatieproces. Een huisarts waar op haar privéadres een flinke hoeveelheid vaccins tussen de kaas en de melk in de koelkast belanden. Of transport van door elkaar geschudde vaccins in een bestelwagentje van een krokettenbakker. Of een zorginstelling die met honderddertig vaccins bleef zitten. Er is een gebrek aan controle. Ook het afspraak maken voor vaccineren zou wat efficiënter kunnen verlopen… Ik heb voor twee van mijn cliënten maar liefst vier uur in de wacht gestaan voor elk een dubbele vaccinatie. De moeilijkheid hier in Breda is dat de vaccins niet meer op voorraad zijn waardoor ze locaties voorstellen in Goes of Den Bosch. Een uur rijden van Breda! Samen in een autootje - hoe zit dat met anderhalve meter afstand? Het regent hier van de klachten. Recent is bekend geworden dat we vier extra locaties erbij krijgen. De GGD beschikt echter nog niet eerder over voldoende vaccins om alle locaties te kunnen bevoorraden… We moeten (te)veel geduld opbrengen… Eén van mijn cliënten die ik ondersteun met haar vaccinaties is tweeënnegentig jaar oud. Ik belde haar huisarts na drie keer tevergeefs bellen met de GGD. De huisarts had niet de juiste vaccins beschikbaar. Ik stelde voor om dan te wachten. Hij drong echter aan op een snelle vaccinatie gezien haar leeftijd. Nu gaan we twee keer - notabene op een zondag - naar Gorinchem. Zélfs een Paaszondag. Deze cliënte betaalt daarom een paar honderd euro voor mijn begeleiding naar de priklocatie. Ik vind dat jammer. Er is duidelijk ruimte voor verbetering. Het streven is om in april voor alle Brabanders een priklocatie beschikbaar te hebben op maximaal dertig kilometer afstand. I’ll keep my fingers crossed.

zondag 14 februari 2021

Koudegolf

A cold wind was blowing from the north, and it made the trees rustle like living things.” 

- George R.R. Martin 


Absolute stilte. Ik hoor helemaal niks. Geen vogeltjes. Als ik wakker word hoor ik altijd eerst vogels zingen. Vandaag niet. Het dak is bedolven onder een dik pak sneeuw. Er ligt zo’n vijftien centimeter sneeuw op de zolderramen. Als ik mijn ogen open valt er vreemd licht binnen. Gedempt geluid. Er is vanmorgen heel vroeg een sneeuwjacht geweest. Als ik beneden komt liggen er sneeuwduinen rondom het huis. Onze tuin bedekt met een sneeuwdeken. Onbetreden. Maagdelijk wit. De poezen gaan naar buiten. Sierra, het kleine meisje, schudt sneeuw van haar pootjes en vangt dan de vlokken die er af vliegen. Ze eet de sneeuw. Ze speelt. Haar broertje Salvador kijkt bangig, maar toch nieuwsgierig, vanuit een kier bij de keukendeur. Onze oude poes maakt rustig een wandeling door de tuin. Over de besneeuwde daken. De sneeuwt deert haar in ’t geheel niet. Na het ontbijt trek ik mijn skibroek, warme skihemd, dikke skisokken en snowboots aan. De gevoelstemperatuur ligt heel laag. Ik neem handverwarmertjes uit Korea mee in m’n handschoenen. M’n lief stopt de warmte pads in zijn rubberen laarzen, want die waren vannacht ingesneeuwd bij de voordeur… Het sneeuwt nog steeds. We maken een winterwandeling van maar liefst twee uur door bos en weilanden. We komen veel wandelaars tegen. Toch lopen we gelukkig ook hele stukken alleen. Thuis blijkt het kleine poesje twee uur lang alleen buiten te zijn geweest. Om te schuilen voor de sneeuwstorm was ze onder de dakkap gekropen. Ze zocht zelfs beschutting ín de dakkap. Ze miauwde heel zielig toen ik haar riep. Ze wilde niet terug de kou in en ook niet door, ondertussen, twintig centimeter sneeuw over het dak lopen. Mijn lief had de uitschuiftrap tegen de dakkap gezet. Ze kwam niet. Ik klom er ook op in m’n skihempie. Zonder handschoenen of jas. Hartstikke koud. Maar het verkleumde poesje kwam wel tevoorschijn. Weer naar beneden geklommen en een yogamat op het dak gelegd zodat ze naar me toe kon lopen zonder in de sneeuw weg te zakken. Een lange stok over de yogamat, want de mat waaide steeds weg. Ondertussen bekeek haar broertje het tafereel vanachter het slaapkamerraam. Met kattensnoepjes lokte ik haar naar me toe. Hebbes! Nu moest ik met mijn hoogtevrees, een kat in mijn armen, bevroren handen en over een besneeuwde trap naar beneden klimmen. Niet te doen. Ik riep tien minuten lang naar manlief die ondertussen lekker warm languit op de bank lag. Eindelijk kwam hij naar buiten en nam de verkleumde poes van me over. Zelf angstig de trap afgeklommen en gauw naar binnen. Manlief aan de erwtensoep. Ik had een warme chocomel met slagroom verdiend. Buiten het barre winterweer. Veel wandelaars langs het voorraam. Veelal met een slee. Alledrie de poesjes gezellig en veilig binnen. De twee grijsjes warm en tevreden tegen elkaar aan.


Op de enorm zonnige dinsdag meteen na de historische sneeuwval heb ik afgesproken met mijn yogavriendin om een flink stuk te wandelen op de Strijbeekse heide. Zo’n twintig minuten buiten de stad. Naast een skibroek en snowboots, ook een zonnebril. Zo treden we in de voetsporen van de smokkelaars en bewandelen we de met sneeuw bedekte grens tussen België en Nederland. Het is minus vijf graden. Een doordeweekse dag dus we zien amper andere wandelaars. We lopen langs de kabbelende beek die de landsgrens zichtbaar maakt. We steken meerdere keren over via bruggetjes. Tijdens een wandeling over de Strijbeekse heide, uitkijkend over de vlaktes met ondergesneeuwde heide en vliegdennen ben je opeens ver van huis. Alles bedekt met zo’n twintig centimeter magisch witte sneeuw. Ik waan me in verre landen waar wij als gezin in de sneeuw gewandeld, geskied of gesleed hebben. Tsjechië, Zweden, Duitsland, de Spaanse Sierra Nevada, Massachusetts, maar ook Zuid-Korea. De stilte, de wind, het kraken van de sneeuw het brengt me terug naar een winters berglandschap. We wandelen langs het ven dat nu helemaal bevroren is en waar iemand in de verte in z’n uppie met een sneeuwschuiver een schaatsbaantje aan het prepareren is. Twee wandelaars komen over het ijs aan lopen. Mijn vriendin en ik proberen het ook, maar het ijs kraakt te erg. We houden het bij de besneeuwde paadjes. Vroeger werd er in dit gebied gesmokkeld. Met name ’s nachts. Het ging destijds om producten als boter, suiker, koffie, zout en sigaretten, maar ook dameskousen, koeien, zeep en… fietsen. Goederen invoeren was erg duur. We nemen plaats op een houten bankje pal in de zon. Ik heb thee mee in een thermoskan. Mijn vriendin koekjes en chocolade. We zijn in winterwonderland. Zoveel zonnestralen, zoveel wit landschap om ons heen. Een warme beker in onze handen. We ploegen samen ruim tweeënhalf uur door de sneeuw. Negen kilometer. We genieten volop van de stilte, de sfeer. Het is magisch. Thuis neem ik, om in het skisfeertje te blijven, een opgewarmde pannenkoek met stroop. Ik trakteer mezelf ook op een warme chocomel met slagroom. Ik geniet zo van deze koudegolf.

zondag 7 februari 2021

Skiduim

The energy of the mind is the essence of life” 

― Aristoteles


Plant a seed and energy will shift’ zei mijn yogajuf in de les. Vooral nu in lockdown is het heel gezond om naar iets uit te kunnen kijken. Dagelijkse kleine lichtpuntjes zoals een kopje thee in de winterzon, een goed leesboek of een wandeling hebben al een enorm effect op onze gezondheid en welzijn. Groter dan verwacht. Mijn humeur krikt vooral enorm op als ik een lichtpunt aan de horizon heb om naar uit te zien. Een geplant zaadje. Dat wordt steeds moeilijker nu we bijna een jaar met corona te maken hebben. Eind december overleed een client van mij die op een ideale plek in Breda woonde. In de meest karaktervolle wijk van onze stad. Op loopafstand van winkelstraten. Maar ook op een fietsafstandje van het bos en een rivier met prachtige wandelpaden. Belgische grens een kwartiertje met de auto rijden. Een ruim balkon aan de juiste kant en verschrikkelijk aardige buren. Ik ken ze allemaal. Zijn appartement op de bovenste verdieping, met lift te bereiken, was wel zwaar verwaarloosd. Zijn kinderen wilden het appartement zo snel mogelijk verkopen. Mijn lief en ik zagen een buitenkans. Eerder hadden we ons ingeschreven voor een nieuwbouwproject vlakbij dit appartement. Die verkoopprijzen rezen echter de pan uit. Out of our league. Zijn kinderen wilden het onderste uit de kan halen. Zij huurden een makelaar in voor een taxatie. Wij brachten een bezoek aan Krijn, onze hypotheekadviseur. Krijn bedacht een mooie, creatieve constructie voor een tweede huis. In afwachting van de taxatie fantaseerde ik er wild op los. Ik voelde een geluksgevoel stromen. Een stipje aan de horizon. Zonder verbouwing zouden we er een studentenoptrekje van kunnen maken. Met verbouwing een luxe optrek voor expats of yuppen. Mijn dagdromen gaven glans aan de dag. Mijn lief was iets minder positief overigens. De woningmarkt is absurd overspannen hier in de stad. Zijn kinderen gaven ons de mogelijkheid om een bod te doen voordat het op de markt zou komen. Ik zag dit als een uitgelezen kans voor ons om te beleggen. Een blijmaker in mijn saaie leven! Eerdere pogingen bij andere woningen lukten nooit. Helaas lag ons te besteden bedrag lager dan de taxatie. Als we er zelf zouden willen wonen hadden we echt nog wel een bod gedaan. Zo ver lagen die twee bedragen ook niet uit elkaar. Maar het zou juist een vorm van beleggen zijn. Mijn lichtpuntje is alweer van de horizon verdwenen. En eigenlijk ook wel snel vergeten. Toch heeft het een enorm positief effect gehad op mijn welzijn de laatste weken. Eindelijk vonden wij de zin om ons eígen huis aan te pakken. Plannen maken. Investeren in ons oude huis. We gaan de overloop en trappengat aanpakken. Slopen, isoleren en bouwen. Schilderen. Eerst inspiratie opdoen. Een nieuw lichtpuntje aan mijn horizon. 


‘Welke van deze mooie, felle kleuren wil je hebben?’ vraagt de fysiotherapeut aan mij. Hij wijst op allemaal doosjes met neongekleurde tape op de plank. Een week ervoor ben ik ongelukkig gevallen. Het was zondagavond en het was gezellig druk op onze overloop. We wilden alle vier tegelijk tandenpoetsen om naar bed te gaan. De poezen dartelden er vrolijk tussendoor. Totdat ik bijna op ons katertje stapte. Om hem te ontzien probeerde ik mijn voet anders neer te zetten en hij kroop er juist weer ongelukkig onder om te ontsnappen. Ik maakte een smak op de grond. De kat miauwde en rende snel de trap af. Ik schreeuwde van de pijn. Drie paar verschrikte ogen keken mij aan terwijl ik op m’n knieën zat. Twee kinderen onderdrukten schaapachtig een giechel. Gauw mijn hand onder de koude kraan. Het was mijn duim. Ik kon hem niet meer bewegen. De volgende ochtend zag ik dat het dik geworden was. Ik zocht op Google wat te doen. Als je duim niet meer naar binnen gevouwen kan worden moet je de huisarts bellen. Ik deed mijn verhaal bij de assistente. De huisarts liet niet veel later weten dat ik meteen naar het ziekenhuis mocht voor foto’s. Ze dacht dat mijn duim gebroken was. Manlief reed me erheen. Er was gelukkig geen breukje te zien. Toch kon ik niet werken. Ik kon nog niet eens een pen of een mes vasthouden! De dag erna was de handpalm van mijn rechterhand blauw gekleurd en mijn duim nog steeds opgezwollen. Hij verzwikte steeds de verkeerde kant op… Heel instabiel. En heel onhandig. Ik kon de rits van mijn gulp niet dichtdoen. Mijn boterham niet smeren. Niet op het knopje van mijn elektrische tandenborstel drukken. Geen wasmachine vullen. De sleutel niet omdraaien of een plastic verpakking open scheuren. Ik kon eigenlijk bijna niks… Na drie vrije dagen ging ik weer werken. Aan het eind van die dag was mijn duim zó beurs! Mijn collega heeft hetzelfde meegemaakt en heeft haar duim voor bescherming laten intapen door een Bredase fysiotherapeut. De huisarts denkt dat de gewrichtsbandjes door de val flink beschadigd zijn. Ook zij adviseert een fysiotherapeut. Een week na mijn onfortuinlijke val zit ik op een grijze maandagochtend bij de fysiotherapeut. Het woord ‘skiduim’ valt. Dit letsel treedt vaak op door een val op de duim tijdens het skiën. Hierbij blijft de duim achter de skistok haken en wordt deze met kracht naar achteren gedrukt. Door deze kracht scheurt het gewrichtsbandje. Een skiduim zonder de lol van een week heerlijk skiën. Wat een pech. Ik herken de bijbehorende klachten zoals pijn bij duimbewegingen, zwelling en gevoel van instabiliteit bij iets aanpakken. Een deurknop bijvoorbeeld of bij het vast of los draaien van een potje. De fysiotherapeut tapet mijn duim mooi in met (gelukkig) huidkleurige tape. De tape wordt langzaam slap, dus na een dag of vier de tape opnieuw aan laten brengen. Vannacht heb ik het tape eraf geknipt, mijn duim tintelde en was afgekneld.