zondag 24 maart 2019

High standard cooking

Dinner is the principal act of the day that can only be carried out in a worthy manner by people of wit and humor; for it is not sufficient just to eat at dinner. One has to talk with a calm and discreet gaiety. The conversation must sparkle like the rubies in the entremets wines, it must be delightfully suave with the sweetmeats of the dessert, and become very profound with the coffee.     
- Alexandre Dumas

Wij hadden de eer om mijn yogavriendin en haar man uit te nodigen bij ons thuis voor een diner. Dat zou op zich natuurlijk niet zo bijzonder hoeven zijn. Etentjes bij ons thuis vinden wel vaker plaats. Maar dit etentje was voor mij wél een beetje bijzonder. Mijn vriendin heeft namelijk een goedlopend cateringbedrijf. Ze kookt op feesten, recepties en grote diners. Ik heb prachtige foto’s op haar website gezien. Dat legde de lat voor mij flink hoog. Ze had me ook al eens verteld dat zij en haar echtgenoot bijna nooit meer door vrienden uitgenodigd worden om ergens te komen eten. Kennelijk durfde niemand het aan om een lekker diner te koken voor ze. Zo werd de lat nog een stukje hoger gelegd… We hadden eerder al eens heerlijk bij hen thuis gegeten. Zij heeft een uiterst professioneel gasfornuis in haar grote keuken. Zij zet een smakelijk driegangenmenu fluitend in elkaar. Ze had me ook haar zeer indrukwekkende serviezen voorraad in de kelder eens geshowd. Verder kookt ze ook wekelijks vers voor ouderen, onder andere cliënten van mij, die ze dan rond etenstijd langs brengt. De senior kan dan zo aan tafel schuiven. Mijn inziens een gat in de markt! Ik voelde instinctief aan dat het nu onze beurt was om te koken. Ik wilde niet verstek laten gaan…ook al vond ik het een enorme uitdaging. Ze had zelfs al aangeboden voor ons te koken in ónze keuken toen ik aangaf dat het best spannend was voor een niet-kok zoals ik. Dus was ik al een week vooraf door mijn kookboeken aan het spitten. Ik had drie recepten gevonden die mijn inziens haar kwaliteit een beetje konden evenaren. Ons eerste voorgerechtje kwam uit Yotam Ottolenghi’s kookboek. Tijdens een yogales werd ik me bewust dat het deze kok is waar mijn vriendin, niet zo lang geleden, twee weken in zijn restaurant stage gelopen had. In Engeland. Mijn lat kwam dus nog ietsje hoger te liggen. De boodschappen deed ik al halverwege de week zodat ik de verse soep een dag voor het aangekondigde bezoek kon maken. Op de bewuste avond toen manlief en ik druk in de keuken bezig waren kwam ik erachter dat ik glad vergeten was een plantje basilicum te kopen. Ze zouden al snel voor de deur staan, dus tijd om naar de supermarkt te rijden was er niet meer. Ik belde mijn buurvrouw. Zij had niks zei ze. Maar, háár buurvrouw zat bij haar aan de keukentafel en zij had toevallig net een basilicumplantje gekocht. Perfect! De rest was vooral veel snijwerk, maar alles ging voorspoedig. Manlief had zelfs tijd over om de keuken helemaal opgeruimd te hebben voordat onze gasten voor de deur stonden.

Ik had de tafel mooi gedekt met een spierwit tafellaken en ons blauwwitte handgemaakte, Mexicaanse servies. Mooie glazen, brandende kaarsen en een vaasje bloemen op tafel. Het eerste gerecht was een verse puree van avocado met dubbelgedopte tuinbonen en zelfgebakken breekbrood. Dat brood in de oven was helaas aan één kant verbrand door een verkeerde stand van de oven. Geen man overboord: we braken die zwarte kant van het brood gewoon af. Het tweede gerecht, een verse preisoep met reepjes gerookte zalm wilde ik graag in glazen serveren. Dat was niet duidelijk voor manlief en onze gasten, dus hadden ze deze glazen reeds gevuld met water. De wijn zat immers in de andere glazen? Ik heb ze toch even afgewassen en gevuld met soep. Heel hip en stijlvol. Onze meiden kwamen in de keuken hun borden met romige risotto - het hoofdgerecht - opscheppen toen ze de glazen deksel van de hapjespan pardoes op de tegelvloer lieten stuiteren. Snel alles zonder morren opgeveegd. Scherven brengen geluk, nietwaar? De risotto konden we niet heel leuk omgekeerd uit een schaaltje op de borden toveren, want daar misten we een serveerring voor, bleek pas achteraf… Met een houten lepel lukte dat ook aardig. En dat er een glas omviel over het tafelkleed hebben we ook bijna onopgemerkt gelaten. We waren heel relaxt. Heel zen. Fijn muziekje op de achtergrond, veel verhalen aan tafel, hard gelachen, lekker gesmuld en zelfs complimenten gingen over tafel. Het toetje was niet zo mooi geschikt op de borden als dat ik eerder in een restaurant gezien had, maar het smaakte prima. Alles top. Ik had totaal geen aandacht besteed aan de állerlaatste gang namelijk de koffie en thee. Ze bleken koffiedrinkers. Met de oploskoffie van onze oudste dochter in huis heb ik een bakkie ‘koffie’ gemaakt en de gevraagde suiker moesten ze erbij denken. Tóch was het een heerlijke avond voor ons allemaal en dat kregen we de volgende dag bevestigd in een lief berichtje vol complimenten. Trots op onszelf en elkaar, maar vooral blij dat het erop zat, beloofden mijn lief en ik elkaar dit niet al te vaak te doen…

zondag 17 maart 2019

Doorzetten

“There is no exercise better for the heart than reaching down and lifting people up.”
― John Holmes

Als ik binnenkom in de hal staat ze letterlijk met haar twee handen in haar blauw gespoelde haar. ‘Ik ben zo blij dat je er bent! Alles gaat hier mis!’ roept ze in paniek uit. Ze barst bijna in huilen uit. Ik zie niks bijzonders om me heen en vraag me af waar haar paniek vandaan komt. ‘Mijn broer neemt zijn telefoon niet op!’ legt ze uit. Dat is inderdaad heel vreemd, want mijn cliënte heeft nog maar één familielid en dat is haar veel jongere broer. Zij belt hem meerdere keren per dag en daarom ben ik juist ingehuurd. Hij trekt die rol als mantelzorger niet meer. Hij is tenslotte ook al een zeventiger. Ik neem me voor hem zo even te bellen en dan komt er een onbekende, zwetende man met een houthakkershemd de hal in lopen. Hij vertelt me dat de kelder onder de flat van mevrouw helemaal blank staat. Een centimeter of drie. Ik loop met hem mee naar beneden en zie tot mijn schrik dat het waar is. Mevrouw haar broer had juist een paar maanden terug de hele administratie van zijn restaurant in dozen hier in de kelder opgeslagen. Ik zie alle dozen dobberen…. De overstroming komt door de vele regen van de afgelopen dagen en een verstopping in haar wasmachine. Ik zie en hoor overal water uit leidingen stromen. Ik zie dat het ondertussen ook de kelder van een buurman ingestroomd is. Ik loop eerst terug naar boven om mevrouw haar broer telefonisch te informeren. Hij neemt op met een breekbare stem. Hij is net met de ambulance naar het ziekenhuis vervoerd. Hij zal waarschijnlijk dezelfde dag geopereerd worden. Acute darmontsteking. We spreken af dat ik zijn dementerende zus niet zal inlichten hierover. Daar raakt ze overstuur van weten we. Hij geeft de loodgieter telefonisch toestemming alles te doen dat nodig is om het het op te lossen. De behulpzame loodgieter informeert de vereniging van eigenaren, omdat er gegraven zal moeten worden in de tuin. Hij speurt de huurder van de andere ondergelopen kelder op. Hij laat een bedrijf de verstopping opsporen. Ik neem mevrouw snel mee naar buiten. We gaan als afleiding een kop koffie drinken in het winkelcentrum in de buurt. Daarna heeft ze een afspraak bij de pedicure. Als we terug komen zie ik het busje van de loodgieter nog voor de deur staan. De verstopping ligt verder van het huis. De gemeente moet het oplossen. De gemeente komt met spoed en ontkent dat het probleem bij hen ligt. Wat een drama, mevrouw kan dit helemaal niet alleen. De verzekering moet ook nog gebeld worden. Ik maak foto’s en een filmpje op mijn telefoon. Als ik naar de volgende cliënt rijd bedenk me dat haar broer altijd de weekendboodschappen voor haar doet. Ik bel naar kantoor. Niet veel later wordt mij gevraagd of ík de boodschappen op vrijdag wil doen. Eigenlijk niet (mijn drukste dag) maar ik maak tijd om haar uit de brand te helpen. Dan zie ik ook dat de bus van de loodgieter weer voor de deur staat. Nog steeds stroomt het water de kelder in…! De loodgieter heeft de dozen met financiële administratie ondertussen in de gang opgestapeld. Hij heeft met een waterstofzuiger geprobeerd alles een beetje droog te houden. Ik zie vloerkleden buiten te drogen hangen. Ik zie hem in de tuin een diepe kuil naar de kelder graven… Ik doe gauw de boodschappen en zet alles thuis in de koelkast. Ook al zal ze een heel eenzaam en verdrietig weekend hebben zonder bezoekje van haar broer, ze heeft in elk geval wél iets eetbaars in huis…

Met bakken kwam het uit de lucht. Terwijl we aan tafel zitten te eten begint het ook nog te hagelen. Ik zou me eigenlijk langzamerhand moeten gaan omkleden om naar mijn hardlooptraining te gaan. Stiekem zit ik te wachten op een berichtje in de appgroep dat iemand zich afmeldt vanwege het weer. Ik hoor echter geen berichtjes binnenkomen op mijn telefoon. Ik hoor wel onweer. Onweer is de enige reden waarom een training gecanceld kan worden. Hoopvol stuur ik een ‘appje naar een hardloopvriendin van mij, of zij eigenlijk nog gaat… Ik krijg een bevestigend antwoord van haar en meteen een schop onder mijn kont. Ik moet gaan. Eerlijk gezegd wist ik dat ze dit zou antwoorden. Dat hebben we elkaar ooit beloofd. Als een van de twee twijfelt om te gaan dan trekt de ander deze over de streep. Dat gebeurde dus. Ondanks dat niemand zich had afgemeld waren zeker twee op de drie lopers thuis gebleven…. Goed dat ik dat niet wist. Toch voel je je beter na afloop, ook als je met tegenzin hardloopt. Het staat vast dat je je stemming en gemoedstoestand verbetert. De aanmaak van stresshormonen stopt zodra je gaat hardlopen. Neurobiologische onderzoeken hebben zelfs aangetoond dat hardlopen exact hetzelfde doet in ons brein als antidepressiva. Nu heb ik dat helemaal niet nodig, maar ik heb wel slechte bloedwaarden. Dat is onlangs weer gebleken. En hardlopen geeft onze gezondheid een boost waar geen pil tegenop kan. We slapen er beter door (dat is erg fijn gezien mijn nachtelijke zweetaanvallen) en het helpt bij voorkomen van diabetes type 2. Wat handig is want ik heb al jaren verhoogd bloedsuiker. Ook helpt het bij het voorkomen van hartziekten, hoge bloeddruk, beroertes en bepaalde vormen van kanker. Wat ook weer gunstig is voor mijn steeds meer verhoogde cholesterolwaarden. Het zorgt er trouwens ook voor dat je botten minder snel broos worden bij het ouder worden. Dat zijn dus de redenen dat ik wekelijks op de atletiekbaan sta. Soms met tegenzin. Ook bij wind en regen. Zelfs bij sneeuw. Nog maar twee weken op de baan en dan…als de klok vooruit is gegaan…trainen we weer in het bos! Daar kijk ik het meest naar uit. Heerlijk over de zandpaden rennen. Fluitende vogeltjes. Een specht tikkend tegen een boomstam. Soms lopen we langs de bosmeren of over de heide. Ik krijg ook mijn oude trainer weer terug. Mijn huidige trainer is nogal fanatiek met schema’s en bijbehorende tijden. Ook spreekt hij onvervalst Brabants waar ik maar een deel van snap. Zijn stem is best zacht dus een deel verdwijnt sowieso in de wind. Met als gevolg dat ik niet alles mee krijg van zijn uitleg. Nog twee weken doorzetten op de baan bij deze trainer en dan begint míjn hardloopseizoen!

zondag 10 maart 2019

Pachira

All life on earth emanates from the green of the plant
- Jay Kordich

Ik durf het al jaren niet meer. Het heeft ook iets met onze regelmatige landverhuizingen te maken. Ik durf al zo lang geen huiskamerplanten aan te schaffen. Eigenlijk wil ik heel graag een grote, stoere plant. Die écht aanwezig is in huis - waar je niet omheen kunt zeg maar. Met een grote pot erbij is dat een flinke investering dat in mijn geval best een risico met zich meebrengt. Huiskamerplanten gaan namelijk altijd dood in mijn huiskamer. Er is de laatste tijd wat meer aandacht in de media voor binnenklimaat. Dat maakte mij weer enthousiast voor een plant. Ik loop ook wel eens met mijn clienten door een tuincentrum dus ik raak wel gevoed met inspiratie. De watercacao, waar mijn oog op viel, komt oorspronkelijk uit Mexico of Peru. Hij groeit in moerassen en riviermondingen met wisselende waterstand, en kan daar een boom van wel twintig meter hoog worden. Dat vind ik om te beginnen al heel stoer. Zowel de glanzend groene, handvormig gedeelde bladeren als de noten worden daar gegeten. Wij hebben in beide landen tochten door de jungle en langs rivieren (de Amazone) gemaakt. Ook stoer dus. In Oost-Azië wordt de plant gezien als een element dat volgens de leer van de Feng Shui welvaart en geluk in huis brengt. De vijf bladeren aan iedere tak symboliseren de vijf basiselementen van de Feng Shui: metaal, hout, water, vuur en aarde. De plant wordt dan ook vaak verkocht met vijf vervlochten stammetjes. Nog waardevoller is een variant met acht stammetjes die aan de onderzijde een soort mandje vormen. De bladerkroon zou geld aantrekken, dat dan in het mandje bewaard kan worden… Die vervlochten stammetjes vind ik dan weer juist verre van stoer.

In Europa is de watercacao alleen te houden als kamerplant. Ik vind het heel spannend om de verantwoordelijkheid van zo’n grote plant (of boom?) die van zo ver komt te dragen. Ik heb me dus goed verdiept in de verzorging. De meneer van het tuincentrum heeft ons zeer professioneel geadviseerd. Deze plant groeit in gewone, humeuze potgrond, die vrij veel water moet kunnen bevatten. Hij kan zowel licht als tamelijk donker staan, maar houdt niet van direct zonlicht. Hij staat bij ons vlakbij veel ramen en krijgt ook daglicht uit de lichtstraat. Ik denk dat zijn standplek goed is. Hij krijgt graag veel (regen)water, maar niet vaak. Het beste kan tijdens het groeiseizoen eens per maand gegoten worden: met kleine beetjes tegelijk en van boven op de aarde, zodat de kluit zich goed vol kan zuigen zonder dat er water in de pot of schotel blijft staan. Deze plant kan beslist niet tegen natte voeten! Wat ik dan weer gek vind, want hij groeit in zijn natuurlijke habitat juist in rivierbeddingen die regelmatig overstromen… In de wintermaanden minder water geven, maar de kluit niet helemaal uit laten drogen. En dan lees ik dat de plant heel makkelijk te onderhouden is! In het voorjaar en in de zomer kan wat mest gegeven worden. Wordt de plant te groot dan kan hij gesnoeid worden. Hierbij kunnen lange uitschieters ingekort worden tot onder in de bladerkroon. Ook kan de plant helemaal teruggesnoeid worden, tot bijvoorbeeld tien centimeter boven de stammetjes. Na het snoeien enkele weken wat vaker een beetje water geven, daarna weer eens per maand. Best ingewikkeld hoor. De watercacao houdt van vochtige lucht en waardeert het als er eens per week geneveld wordt - met regenwater. Ook kan de luchtvochtigheid in de omgeving verhoogd worden door een grootbladige plant in de buurt te zetten, of een andere vochtverspreidende voorziening zoals een radiatorbakje op de CV. Ook dat nog! In zijn eigen habitat bloeit de plant het hele jaar. De bloemen openen zich vroeg in de morgen. De vruchten zijn doosvruchten. Ze zijn bol- tot eivormig, ongeveer dertig centimeter lang en tot drie kilo zwaar! Stoer! De plant draagt alleen helaas geen vruchten in de huiskamer… De zaden, sabanoten, kunnen worden geroosterd of worden gekookt in zoutwater. En worden als kastanjes gegeten. De jonge bladeren kunnen gekookt als groente worden gegeten. In Guatemala worden de schors en onrijpe vruchten gebruikt bij de behandeling van leverklachten. Choco-Indianen gebruiken de zaden voor het vervaardigen van een verdovingsmiddel. De tanninehoudende schors levert een gele kleurstof die plaatselijk voor het verven van zeilen en visnetten wordt gebruikt. Echt superstoer dus! Nu moet ik alleen nog zo stoer worden om goed voor onze exotische aanwinst te zorgen!

zondag 3 maart 2019

Rest in peace

Know you are loved
Rest in peace
Dream your sweet dreams
"Til your soul is released

- Jai-Jagdeesh

Als ik de was buiten in de zon aan de droogmolen hang, denk ik aan hem. Het voelt bijna of hij er bij is. Ik zie hem levendig voor me. Genietend van de zon onder de droogmolen. Zodra het eerste onderbroekje of washandje van de waslijn waait door een zuchtje wind zit hij er bovenop. Bijna twee maanden geleden is mijn grote vriend overleden. Ik heb er eerder nog niet over kunnen schrijven. Het is een groot verdriet. Voor onze hele gezin. Bijna zestien jaar lief en leed gedeeld. Onze mooie, grijze kater die uren naar onze pasgeborene in de wieg zat te kijken vanaf de rand van ons grote bed. Onze grote Woester die in de tuin bang was van een torretje op het gras. Hij heeft nooit in zijn leven een muis of een vogel gevangen. Onze Woester die met ons mee naar het warme Spanje verhuisde. Waar hij dagelijks op de warme tegels van de trap lag te zonnen. Onze Woester die na jaren weer mee terug naar Nederland verhuisde. Onze Woester die tijdens een zomerverblijf van zes weken bij de fokster een vriendinnetje kreeg. Toen we terug kwamen van onze rondreis door Afrika kregen we een telefoontje van fokster Heidi. Woester had een hartsvriendinnetje gekregen en of we even wilde kennismaken. Het poesje was eigenlijk al verkocht aan anderen, maar als wij toestemden mochten wij het poesje mee naar huis nemen. Voor Woester. Zo kwam Etosha (vernoemd naar een grote, witte zoutpan in Namibië vanwege haar spierwitte buikje) bij ons in huis. Ze wasten elkaar, ze sliepen samen, speelden samen en stoeiden samen. Zij liet elke avond haar laatste hapjes staan voor hem en hij likte haar koppie. Jut en Jul. Samen mee naar Mexico in het vliegtuig. Zij sloeg op een avond alarm toen hij ongewild en doodsbang op de bovenste smalle tree van de brandtrap niet meer terug durfde. In een rieten mandje nam ik hem voorzichtig weer mee naar beneden. Tossie ging elke avond (mauwend) mee zoeken in onze colonia toen Woessie elf weken lang de weg kwijt was naar ons huis. Uiteindelijk kwam hij, met nog maar de helft van zijn gewicht en versleten voetkussentjes, terug. Wij knuffelden hem dood. Zij was boos en tikte met haar poot op z’n kop. Straf. Ze wilde een paar dagen niks met hem te maken hebben. Na drie jaar Mexico samen weer mee terug, tien uur in het vliegtuig naar Nederland. Tijdens al onze reizen bleven ze samen in huis met de dagelijkse bezoekjes van de kattenoppas. Na thuiskomst van onze meest recente reis naar Korea was Woester ziek. Zijn oog stond raar, hij had een abces en zijn wang was opgezwollen. Meteen de volgende ochtend naar de dierenarts. Hij kreeg gelukkig pijnstillers. Na drie dagen lieten we hem bij de dierenarts achter voor kaakfoto’s. Diezelfde ochtend werd ik gebeld dat zijn kiezen los zaten en dat er een groot kankergezwel in zijn kaak zat. Diezelfde middag zijn we als gezin bij elkaar gekomen en hebben we in de dierenkliniek vredig afscheid van hem genomen. Hij lag lekker warm bij mij op schoot. Hij spinde terwijl we zacht tegen hem praatten. Ik kan dit niet met droge ogen schrijven. Hij heeft ons allemaal stuk voor stuk aangekeken met zijn meest lieve, grote, amberkleurige ogen. We moesten onze zenmeester laten gaan. Heel vredig op schoot. Een dodelijk spuitje. We begroeven ons kereltje in de achtertuin. Rest in peace. You are the light of our world.

Geen gebruikelijk kopje thee na mijn yoga les. Geen relaxt nakletsen met mijn mede yoga studenten. Ik trek mijn jas aan en loop met een gangetje naar mijn fiets. Bijna om de hoek, op een groot plein aan een oude kerk, zet ik mijn fiets tegen het raam. Ik ben op tijd en krijg van een medewerkster lekker een kop verse thee aangereikt. Ik lees een tijdschrift in de wachtkamer en net als mijn theeglas leeg is wordt mijn naam geroepen. Een aardige jonge vrouw kijkt na een kort intake gesprek met aandacht naar mijn voeten. Ik heb een zogenaamde ‘knikvoet’. Eentje maar. Alleen mijn linkervoet. Ik ben op bezoek bij een podotherapeute. Op de atletiekbaan werd ik al eerder door mijn trainer aangesproken over de stand van mijn voet of enkel. Ik had nergens last en rende lekker verder op dezelfde schoenen. Een maand later sprak een trainer van een andere groep mij aan door naast mij mee te lopen. Of ik geen blessures had? Ik liep niet recht op mijn voeten volgens hem. Het kon zo zijn dat ik op mijn zestigste of later alsnog last zou kunnen krijgen van mijn heupen of voeten dacht hij. Ik nam me voor dat ik te zijner tijd, bij de aankoop van nieuwe hardloopschoenen, er aandacht aan zou besteden. Tot een paar weken terug een nieuwe loopster in onze groep, zij verkoopt sportschoenen in een speciaalzaak, me er op wees dat ik écht niet goed op mijn voeten stond en naar een podotherapeut moest om steunzolen aan te laten meten. Daarom ben ik vanmorgen dus bij de podotherapeut… Mijn gewrichten in mijn voeten en enkels zijn heel soepel, zegt ze. Of ik daarom vroeger vaak verzwikte enkels had? Ik vertel haar dat ik sinds kort aan mijn linkervoet pijn krijg tijdens het hardlopen. Dat bevestigt precies wat zij ziet: de aan één kant geknikte voet. Ik moet daarom met mijn blote voeten in twee bakjes met roze schuim staan om een driedimensionale afdruk van mijn voet te maken. Ik moet met inkt op een papier van beide voeten een afdruk maken. Ze nam de maat van mijn voeten op en daaruit bleek dat mijn voeten een maat gegroeid zijn! Over een paar weken krijg ik speciale sport-inleg-steunzolen die mijn voeten gaan ondersteunen tijdens het hardlopen. En omdat mijn hardloopschoenen altijd na een paar maanden al slijtage aan de bovenkant vertonen - ter hoogte van mijn grote teen én dat ik vaak een typisch hardlopernagel heb met een luchtbelletje eronder - krijg ik ook een steuntje onder mijn grote teen waardoor mijn teen weer gewoon naar beneden staat tijdens het rennen. En niet naar boven. Handig! Mijn voeten dragen mij al bijna vijftig jaar dus ze verdienen een beetje aandacht. Tenslotte kom ik twee keer per week tijdens de trainingen met flinke dreunen op mijn voeten terecht. Met een tevreden gevoel fiets ik naar huis. Ik kleed me zelf snel om en stap in mijn auto. De eerste cliënte van mijn werkdag wacht. Over drie weken liggen mijn inlegzooltjes klaar.