dinsdag 31 januari 2017

Nieuw avontuur

“But plants grow again," she murmured, focusing on the verdant beauty around her. "They put down new roots, create room for themselves in foreign soil.”
― Nalini Singh

Mijn lief en ik gaan weer samen aan een nieuw hoofdstuk beginnen. Eigenlijk, goed beschouwd, keren we terug naar een eerder hoofdstuk nu ik er goed over nadenk. Voordat wij over de wereld rondzwierven voor zijn loopbaan heeft hij vijf jaar op de fabriek gewerkt waar hij vanaf deze week met de scepter zal gaan zwaaien. Het was zijn eerste serieuze baan na zijn studie. Wij woonden destijds saampjes in Amsterdam-Oost. Hij had net zijn diensttijd uitgezeten. Tweeëntwintig jaar geleden maakte hij zijn eerste, wankele stapjes in zijn huidige carrière. Na veel omzwervingen in de Verenigde Staten, Spanje en Mexico werkt hij vandaag de dag nog steeds voor diezelfde werkgever. Een heel loyale werknemer! Na zoveel internationale jaren kijkt hij er naar uit om straks in zijn moedertaal te vergaderen of met zijn personeel te communiceren. Gewoon zonder enige moeite honderd procent van het gesprek of een e-mail te snappen. Voor zijn eerste career switch verhuisden we met ons dochtertje dat net kon lopen naar het Amerikaanse continent. Een heel relaxt leven met een groot besef van de extreme weerstypen. Veel prachtige reizen door Canada en langs de Oostkust gemaakt. Met twee dochters keerden we terug. Om weer een volgende grote stap in zijn carrière te maken. We verhuisden, inmiddels met drie dochters, naar Spanje. We twijfelden nooit. We stapten steeds weer het avontuur tegemoet. Het Spaanse leven heeft ons uit de gestreste, Hollandse ratrace doen stappen. Alles kan ook morgen. Geniet van het nu. Wederom geweldige reizen gemaakt door Spanje, Portugal, Marokko en Afrika. Ook zijn één-na-laatste move naar Mexico hebben we zonder moeite gemaakt. We staan als gezin open voor wat het leven ons te bieden heeft. Mexico had ons heel veel te bieden. Onvergetelijke reizen gemaakt door Midden-Amerika en de Cariben. Telkens als we terug keren van onze tijd in het buitenland voelde ik verzet. Ik ben altijd bang geleefd te worden. Voor het gevoel weer te moeten voldoen aan allerlei verwachtingen en verplichtingen. Eigenlijk heb ik nu, anderhalf jaar na thuiskomst, het gevoel dat ik voorlopig mijn draai gevonden heb. Ik ben dankbaar hoe al het moois dat we in het buitenland hebben ervaren, heeft kunnen verankeren in ons ‘gewone’ leven. De talen die we vloeiend spreken. De internationale studies die onze twee oudsten volgen als gevolg daarvan. De jongste heeft vrijstelling van Engelse les op haar middelbare school. Miljoenen onzichtbare draadjes verbindt ons gezin met elkaar, omdat we veel op elkaar hebben moeten leunen in den vreemde. Veel internationale vrienden. De reislust die áltijd borrelt in ons binnenste. De verbinding die we hebben met de wereld om ons heen. Maatschappelijke betrokkenheid. De armoede die we vaak gezien hebben in Latijns Amerika, de watersnood die we met eigen ogen zagen in Afrika, het communisme in Cuba of de verschrikkelijke ontbossing in het Amazone regenwoud dat ons enorm raakte. Maatschappelijk besef. Mijn lief heeft net zijn állerlaatste intercontinentale zakenreis achter de rug. Hij heeft in Mexico onze laatste bankzaken afgerond en de laatste keer persoonlijke boodschapjes in de lokale supermarkt gedaan. Vanaf nu leeft hij met beide benen in Brabant. Werkt hij tien kilometer van ons huis vandaan en eet hij elke avond thuis. Vanaf nu ben ik geen zeemansvrouw meer. Vanaf nu heeft mijn geliefde een baan met Hollandse kantoortijden. Een nieuw hoofdstuk in ons leven.

Onze jongste is óók aan een nieuw avontuur begonnen. Bloednerveus. Ze kende niemand en had dit nooit eerder gedaan. Wij trouwens ook niet. Ik heb speciaal mijn werkdag geruild om erbij te zijn. We hadden er alle drie zin in. Haar eerste regionale zwemwedstrijd in een dorp verderop. Ze volgt sinds vorig jaar zwemtrainingen. En nu dus haar eerste wedstrijd. Ze mocht 25 meter vlinderslag voor haar team zwemmen en werd eerste van haar serie. Ze won de zilveren medaille voor deze slag. Ze mocht ook voor de 50 meter borstcrawl uitkomen waarbij ze snel moest keren onder water. Daar was ze bijzonder zenuwachtig voor. Weer won ze van haar serie en kreeg ze een zilveren medaille voor haar snelle tijd. Een goed resultaat voor een eerste keer. Ik hield het niet droog. Estafette zwemmen vindt ze heel leuk en daar deed ze het echt heel goed, tegen twee jongens. Ze had voor het team een flinke inhaalslag gemaakt, maar zoals dat met een team gaat draagt iedereen zijn steentje bij. Het mocht niet meer baten. Een onwijs leuke middag en nu weet ze waar ze wekelijks voor traint. Ze is daar als een vis in het water!

dinsdag 24 januari 2017

Masterpiece

In de yoga les droeg mijn juf een tekst voor van een Indiase goeroe. Ik vind de tekst zó mooi dat ik het hier graag wil herhalen. Zonder dat ik er zelf nog iets aan toevoeg. Het spreekt helemaal voor zich.

A plum once said, ‘just because a banana lover came by, I converted myself into a banana. Unfortunately, his taste changed after a few months and so I became an orange. When he said I was bitter I became an apple, but he went in search of grapes. Yielding to the opinions of so many people, I have changed so many times that I no more know who I am. How I wish I had remained a plum and waited for a plum lover.’

Just because a group of people does not accept you as you are, there is no necessity for you to strip yourself of your originality. You need to think good of yourself, for the world takes you at your own estimate. Never stoop down in order to gain recognition. Never let go of your true self to win a relationship. In the long run, you will regret that you traded your greatest glory – your uniqueness, for momentary validation. Even Gandhi was not accepted by many people. The group that does not accept you as you is not your world.

There is a world for each one of you, where you shall reign as king/queen by just being yourself. Find that world… and that world will find you.

What water can do, gasoline cannot and what copper can, gold cannot. The fragility of the ant enables it to move and the rigidity of the tree enables it to stay rooted. Everything and everybody has been designed with a proportion of uniqueness to serve a purpose that we can fulfill only by being our unique self. YOU as you alone can serve your purpose and I as I alone can serve my purpose. You are here to be you… just you.

There was a time in this world when Krishna was required and he was sent; a time when a Christ was required and he was sent; a time when a Mahatma was required and he was sent. There came a time when you were required on this planet and hence you were sent. Let us be the best we can be. Don’t miss yourself and let the world not miss you.

In the history of the universe, there has been nobody like you and to the infinite of time to come; there will be no one like you. Existence should have loved you so much that it broke the mold after making you so that another of your kind will never get repeated. You are original. You are rare. You are unique. You are a wonder. You are a masterpiece... your Master’s piece.

Celebrate your Uniqueness.”

~ Sri Sri Ravi Shankar

dinsdag 17 januari 2017

Ouder worden

When I was younger, I looked at getting older as this process of getting less interested in things and becoming colder, and of finding less joy in the mystery of things. And I've found the exact opposite to be true. I find that I'm getting warmer, and that I'm more mystified by human interactions.
- Jon Brion

Ik zet de loeizware bananendoos gevuld met boeken bovenop de andere bananendoos en meteen schiet er iets verkeerd in mijn onderrug. Oooh, ik kan nauwelijks mijn been optillen om te lopen. Alles doet zeer in mijn onderrug. Precies op de dag dat we onze oudste dochter naar haar studentenkamertje verhuizen! Ze woont op de vierde etage en haar hele inrichting moet vandaag naar boven gesjouwd worden. Een paar dagen eerder hebben we saampjes alle bananendozen gesorteerd. Haar spulletjes staan al sinds de zomer opgeslagen in de garage. Haar slaapkamer op zolder hebben wij tijdens haar wereldreis omgetoverd tot onze loft. Ik had toen haar complete slaapkamer ingepakt in nog geen tien bananendozen. Deze week hebben we dat aantal geminimaliseerd tot zo’n vier dozen. Er zijn vier dozen in Breda achtergebleven gevuld met prachtige leesboeken. Deze worden in het voorjaar op een rommelmarkt verkocht. Deze dag lijkt net een scène uit een zoete, romantische familiefilm. Precies op Oudejaar verhuizen we ons eerste kind naar haar studentenkamer. In onze oude Volvo station wagon rijden we met haar matras, dozen kleding en boekenplanken naar Rotterdam. Haar studentenstad. Oliebollen in een schaal, servetten en een bus poedersuiker er bij gepropt. Ze is er zelf niet eens bij, ze moet werken. Haar zusjes zitten opgepropt, maar uitgelaten, achterin in de auto. Ze gaan namelijk shoppen in deze grote stad. Als de hoogslaper in elkaar geschroefd is en de raampjes gelapt lopen we met z’n viertjes een klein blok verder naar het populaire restaurant Bazar. Haar straat is écht een geweldige straat met hippe woonwinkels. Ik neem me voor om hier lekker eens tijd door te brengen. Als we op Nieuwjaarsdag terug komen rijden we weer met een volgeladen auto. Kast, twee krukken, vloerkleed, schoonmaakspullen en haar fiets. Ik besef dat de afgelopen achttien jaar voorbij gevlogen zijn. Zo hebben we in 1998 een prachtig roze baby’tje in onze armen en zo woont ons volwassen kind in 2017 alweer op zichzelf. Waar blijft de tijd?

Oud worden betekent in deze tijd iets heel anders dan vroeger. Vijftig jaar is al lang niet oud meer. Mark en ik zijn dit jaar dertig jaar samen. Dat is best lang denk ik, maar ik wil zeker nóg dertig jaar samen met hem doorbrengen. Zoals het lieve echtpaartje dat ik ontmoette bij de juwelier. Het was bijna sluitingstijd op Kerstavond. Er waren heel veel klanten in de winkel. Een prachtige oude dame, met opgestoken wit haar en haar man met een baret en een zwart hoornen bril stonden op hun beurt te wachten. Ik was de gelukkige die haar mocht helpen. Haar smalle schouders naar voren hangend. Levervlekjes op haar oude handen. Haar langzame gang. Ze wilde graag een nieuw horloge kopen. Eentje waar ze ook mee kon sporten vertelde ze me trots. Lichtjes fonkelden in haar ogen. Ik pakte het juiste horloge voor haar uit de etalage. Ik paste hem op haar pols en zag een gerimpelde huid op haar arm. Ze wist het meteen. Dit horloge wilde ze hebben. Meneer rekende af met zijn bankpas. In de volle winkel waar iedereen dicht op elkaar op zijn beurt stond te wachten verklaarde meneer trots dat hij betaald had voor zijn mooie vrouw. Terwijl ik het garantiebewijs invul glimlach ik naar mevrouw. “Ik ben al 57 jaar getrouwd met haar”, verklaarde hij tegen de mensen om hem heen. Echt heel lief. Iedereen genoot. Ik zeg tegen mevrouw dat dit wel een heel lief gebaar van hem is. Ze haalt haar schouders op. “Dit is niet de eerste keer dat hij dat zegt” vertrouwt ze me zachtjes toe. Ik heb beiden een hand gegeven, de deur voor ze open gedaan en een fijne Kerst toegewenst. Als ik weer terug achter de balie sta hoor ik iemand zeggen: “Zo willen we toch allemaal oud worden!”. En dat is zó waar. Ik zie ze wel vaker. Die hartverwarmende echtpaartjes die zo lief voor elkaar zijn. Zo respect- en liefdevol zoals ze met elkaar omgaan. Hun prachtige verhalen. Met hun gerijpte wijsheden dwingen ze respect bij mij af.

dinsdag 10 januari 2017

Twee idioten

I wonder if the snow loves the trees and fields, that it kisses them so gently? And then it covers them up snug, you know, with a white quilt; and perhaps it says, "Go to sleep, darlings, till the summer comes again.”
― Lewis Carroll

De idioten van de sleehelling. Zo voelen we ons. Onnozel. Net zoals toen we samen afgelopen zomer in een kano een Franse rivier moesten afdalen. Als stuurloze dwazen raakten we elke wal, elke grote riviersteen en elke drijvende flinke tak in het water. Bij elk stukje laag water moesten we uit de kano stappen om te duwen. Oudste dochter en ik werden er verschrikkelijk melig van. Misschien ook wel als reactie op onze zenuwen. Hoe zouden we in godsnaam op het afgesproken eindpunt aan moeten komen waar we met een busje opgehaald zouden worden? Onderweg ben ik geruild van kano zodat het wellicht wat beter zou gaan. Op het einde van de route is de boot zelfs op z’n kop met de stroom mee gedreven. Het was ook nog eens onmogelijk om in het water te lopen zonder waterschoenen. Door de pijnlijke rivierstenen. Gelukkig nam een onbekend gezin mij op in hun kano en kwam manlief met de afgedreven kano de achtergebleven dochters redden. Zulke idioten voelen we ons nu op de besneeuwde piste dus ook. Oudste dochter en ik samen op een stuurloze, houten slee naar beneden roetsjend. We pakken alle kuilen en hobbels op de route mee. Zo ook de scheve randen waardoor we met de slee ons evenwicht raken te verliezen en het uitgillen van angst, of plezier? Op sommige stukken van de sleehelling gaan we zo hard dat ik niks meer zie door mijn zonnebril. Dochterlief zit voorop met tranen in haar ogen van het lachen waardoor het echt een wonder is dat we niemand van z’n sokken hebben gereden. Of dat we niet ondersteboven met onze koppen in de sneeuw naast de piste terecht zijn gekomen. Benen recht in de lucht gestoken. Wellicht overbodig om te noemen dat we er strontmelig van worden. Soms moet ik zo hard met mijn hoofd achterover lachen dat ik van de glijdende slee achterover sla en dochter als een raket vooruit schiet. In paniek omdat ze niet kan sturen en remmen. Mensen langs de piste lachen als ze ons voorbij zien zoeven. Eigenlijk net een ongeleid projectiel. Onze ledematen uitstekend om de slee proberen z’n evenwicht te laten behouden. Ondertussen gillend van plezier. Hilarisch! Hetzelfde soort plezier dat we hadden toen we met ons gezin op een gele opgeblazen banaan achter een Mexicaanse speedboot over het rimpelig oppervlak van de Stille Oceaan hupsten. Pijn in je buik, tranen over je wangen en geen controle meer over je spieren. Ik was destijds met geen mogelijkheid meer op die banaan te krijgen als we er eenmaal af gevlogen waren in een te scherpe bocht. Geen spierkracht meer van de slappe lach. Net een vaatdoek.

We zijn dus op een piste in het Duitse national park Harz. Op de dag van aankomst was er zo’n twintig centimeter verse sneeuw gevallen. Het is zo mooi hier. Verse sneeuw op de lange dennenbomen. Knalblauwe lucht op onze eerste dag op de Bocksberg. We slapen in een sfeervol antiek postkantoor uit de negentiende eeuw. We hebben een hele zijvleugel voor onszelf met drie slaapkamers, een huiskamer, een badkamer en een prachtige grote hal. Een krakende houten planken vloer. We gaan dagelijks met een cabineliftje naar de top van de berg. We eten Duitse bratwurst bij een houten kioskje op de besneeuwde straat en drinken warme chocomel ‘mit Sahne’ op onze sleetjes in een lieflijk, besneeuwd straatje. We relaxen ’s avonds in een zoutgrot onder ons hotel. Of in de sauna waarbij we afkoelen in de verse sneeuw onder een wolkeloze hemel. Ik lees het nieuwe boek van Herman Koch in bed. We eten de avonden gezellig samen. We vieren ook de twaalfde verjaardag van ons jongste kind. We bekennen hardop dat we de avontuurlijke, zonnige reizen rond de jaarwisseling missen uit México, maar dat dit een heel goed alternatief is. We hebben ongelofelijk geboft met het weer. Met blauwe plekken (en ik een beurs zitvlak) rijden we door de sneeuw en de mist weer terug naar huis.

Hahnenklee – 8 januari 2017

dinsdag 3 januari 2017

Feest in het ziekenhuis

New Year's Day. A fresh start. A new chapter in life waiting to be written. New questions to be asked, embraced, and loved. Answers to be discovered and then lived in this transformative year of delight and self-discovery. Today carve out a quiet interlude for yourself in which to dream, pen in hand. Only dreams give birth to change.
- Sarah Ban Breathnach

Vijf vrolijke meiden zwieren over de ijsbaan. Sfeervolle kerstverlichting rondom de ijsbaan. Ze schaatsen in een rijtje achter elkaar of van de ene naar de andere kant. Ook wordt er met een stoeltje over het ijs gegleden. Om de beurt erin. Het is donker en koud buiten. De ijsbaan is tijdelijk aangelegd in de haven van Breda. Muziek klinkt door de boxen. De tieners hebben veel lol. Een thermoskan met warme chocomel en roze koeken staan voor ze klaar op de picknicktafel. Eega en ik zitten onder de terraswarmer naar ze te kijken. Ik maak een paar groepsfotootjes. En dan gebeurt het. Maren wil een sneeuwbal naar haar vriendin gooien, verliest haar evenwicht en valt recht naar voren op haar handen. Ik zie het gebeuren, maar schrik er niet meteen van. Het duurt echter behoorlijk lang voordat ze opstaat. Haar vriendinnetjes sjorren aan haar. Een mevrouw op de ijsbaan helpt haar naar de kant. Maren heeft erg veel pijn. Toch maar even de Eerste Hulp erbij. Haar arm wordt in verband en een mitella gewikkeld en we verplaatsen ons met het hele feestje naar het ziekenhuis. In de wachtkamer, waar eigenlijk maar twee mensen tegelijk in mogen, eten we de roze koeken en wachten we best lang. Er wordt gesuggereerd dat ze wellicht foto’s moet laten maken. Haar arm wellicht in moet gipsen. We gaan uit van het slechtste scenario dat we nog vele uren in het ziekenhuis doorbrengen. Haar trouwe vriendinnen willen erbij blijven. Dan komt de dokter met het goede nieuws dat er ‘alleen’ een soort inwendige blauwe plek tussen de twee botten in haar onderarm zit. We mogen naar huis. Ondertussen zijn er al twee meiden opgehaald en gaan we met de rest alsnog naar ons huis voor taart en cadeautjes. Het is al ver na tienen. Door de pijnstillers voelt onze jarige held geen pijn meer. Ze pakt alle cadeautjes uit, eet taart en speelt spelletjes met haar lieve vriendinnetjes. Ze hebben plezier. Eén vriendinnetje blijft slapen. De volgende ochtend hoor ik dat het feestje ondanks de rottige val als heel leuk ervaren is. Een onvergetelijk feestje zullen we maar zeggen.

Later diezelfde week hangt er een verschrikkelijk dikke mist. Misschien dertig meter zicht. Ik fiets door het donker met twee trainingsbroeken over elkaar naar het bos. Ik loop op deze koude avond tussen Kerst en Oudejaar mee aan een spectaculaire Nightrun van zevenenhalve kilometer. Door het donkere, sprookjesachtige Mastbos. Alle duizend lopers hebben een lampje gekregen voor op hun hoofd. Ik heb een wintermuts op, een ski hemd aan en een gewoon hemd eronder. Een trainingsjackje en een bodywarmer erover heen. Dat laatste trek ik uit als ik bij de start ben, zo ook mijn bovenste trainingsbroek. Ze hebben overal rondom de start heel sfeervol houten blokken in de fik gezet. Eenmaal in het bos hebben ze op stukken langs het parcours ook brandende kaarsjes in glazen jampotjes gezet. Het is onder het vriespunt maar door het lopen merk ik er weinig van. Voor het startschot wordt er eerst vuurwerk afgestoken. Er wordt heel voorzichtig en langzaam gestart, want de atletiekbaan is spiegelglad door de vastgevroren mist. In het bos op de zandpaden is het goed lopen. Ik loop niet hard. Te druk op het parcours. Er ligt rijp op het lange bosgras naast de paden. Heel winters. Ik kan niet ver vooruit kijken. Teveel mist. Gelukkig loop ik naast een maatje. Sommige bochten vind ik eng zo in het pikkedonker. Loop ik nog goed? Ik heb geen idee waar ik ben en hoe lang of hoe ver ik al loop. Na vier kilometer vraag ik het aan twee lopers die ik inhaal. Ik blijk al over de helft te zijn. Ineens is de finish ook al in zicht. Manlief staat er als verrassing op me te wachten. Veel sfeervolle lampjes om hem heen. Muziek uit de speakers. Een tent vol vrolijke mensen. Leuk om zo te mogen sporten.