zondag 26 januari 2014

Niet op komen dagen

“Finally! You're here!"
“Uh....Do I know you?"
“Well, no....But you're here, all the same...”

― Lynn Weingarten

Ze heeft er helemaal geen last van. Dat er maar één meisje is op komen dagen om vier uur. Hier in México worden verjaardagsfeesten bijzonder groots gevierd. En Jan en alleman wordt uitgenodigd. Op Anthe’s leeftijd gaat dat zo: iemand geeft een feestje en nodigt zijn vrienden mondeling uit. Deze vrienden nodigen hun vrienden ook uit. De uitnodiging komt vervolgens op Facebook terecht en zo wordt je feest een geslaagd en vooral drukbezocht feest. Je hoeft dus niet na te vragen aan je vrienden - die je zelf uitgenodigd hebt - of ze wel of niet komen. Je weet immers dat er minstens twee keer zo veel mensen komen als dat je oorspronkelijk had uitgenodigd. En dat wil je eigenlijk ook. Hoe meer zielen hoe meer vreugd. En zo komt het voor dat Anthe wel eens naar een feest gaat waarvan ze de jarige job eigenlijk niet kent, of heel vaag. In Inden’s vriendengroep worden de meisjes dit schooljaar vijftien jaar oud en geven daarom grote feesten die door hun ouders georganiseerd worden. Er hoort een soort bruidsjurkje bij, een DJ of live band en een etentje. Dit alles vindt plaats in een grote feestzaal. En er horen echte officiële uitnodigingen bij. Op Maren’s leeftijd wordt vaak de hele klas uitgenodigd en dat wordt buiten de deur gevierd, meestal een buitenspeeltuin. Sommigen vieren het klein zoals Maren. Maren had afgelopen week vijf vriendinnen uitgenodigd met een ouderwetse uitnodiging op papier. Je hoort verder niet wie er wel of niet komt. Je hoopt maar dat de opkomst meevalt. In Maren’s geval kwamen er uiteindelijk twee vriendinnen niet opdagen. Van één had ik met de moeder contact opgenomen, omdat Antonella op school vertelde dat ze niet zou komen. Het feestje zou om vier uur starten met een verjaardagstaart. Er kwam om vier uur dus één vriendinnetje, Alessandra. Larizza’s moeder belde een kwartier na vieren dat ze een kwartiertje later zou komen en dat werd uiteindelijk bijna een uur. Jimena bleek dus onaangekondigd helemaal niet te komen en één meisje was zó laat dat we door de telefoon maar gezegd hebben dat ze beter rechtstreeks naar de bowlingbaan kon komen. Maren had er gelukkig geen last van. (zie ons fotoalbum) De paar ouders die wel kwamen bleven ook taart eten en zo was het toch gezellig. Paula kwam het bowlingcentrum binnen toen we al een kwartier aan het bowlen waren. De opkomst was dus drie van de vijf meiden. Dat is best een goede opkomst, omdat het meer dan de helft is. Anthe haar feestje, een half jaar geleden, verliep ook zo. Er werd niet afgebeld. Na een uur zijn we maar gaan eten met een groepje van vijf vrienden, want het vermoeden was dat de rest niet meer zou komen. Zo gaat dat hier weet ik inmiddels. Als de opkomst meer dan vijftig procent is dan heb je een geslaagd feest. En dat iedereen een uur te laat binnen komt wandelen is ook normaal. Doodgewoon is ook dat de kinderen een uur later dan op de uitnodiging vermeld staat worden opgehaald. Ik leg me er maar bij neer. Verjaardagscadeautjes zijn ook een verhaal apart. Op Maren’s leeftijd geven ze heel dure cadeaus. Ik sta steeds weer versteld. Alles in een grote cadeautas ingepakt met gekleurd vloeipapier en soms zelfs confetti erin. De cadeaus worden pas na het feest uitgepakt. Eenmaal van de lagere school af worden er geen cadeaus meer gegeven. Gewoon helemaal geen cadeau. Wat ze dan wél doen is taart voor de jarige job mee naar school nemen - zoals op Inden’s verjaardag - of grote helium ballonnen. Of ze plakken de locker vol met gekleurde Post-It’s.

We staan in een oude, best nette wijk van Puebla waar ik nog nooit eerder geweest ben. Het is snikheet, een felle zon. Het enorm grote hek waar we voor staan is hermetisch gesloten. Ik word wel nieuwsgierig naar deze man die spannende dingen bij mij gaat doen. Hij gaat namelijk werken met magneten op mijn lichaam. Een heel oude vorm van genezing. Er zijn duizenden jaren oude aanwijzingen gevonden dat magneten in China, Japan, India en Egypte werden gebruikt om te genezen. Beschrijvingen van magneettherapie zijn ook gevonden in de werken van filosofen als Aristoteles, Plato en Homerus. Zij schreven onder meer over toepassingen tegen verlammingen, reumatische aandoeningen en gezwollen gewrichten. Het schijnt zelfs dat Cleopatra een magnetisch amulet op haar voorhoofd zou hebben gedragen om jong te blijven. Deze oude culturen werkten niet alleen met vaste magneten, er zijn ook beschrijvingen van mensen die met hun handen konden ‘magnetiseren’. De man die het hek opent heet Francisco en blijkt een doodgewoon uitziende man te zijn. Mijn yoga juf is met mij mee ter ondersteuning, zij is namelijk al een keer eerder geweest. Ik moet op een behandeltafel liggen met mijn voeten naar hem toe. Ik mag mijn schoenen aanhouden… Hij pakt mijn enkels vast en noemt ondertussen werkelijk alle organen, botten en onderdelen van het lichaam op als een soort mantra. Ondertussen gaan zijn handen, en dus mijn benen, op en neer. Het lijkt net of hij antwoorden krijgt. Als hij na een kwartier klaar is met alles opnoemen blijk ik twee bacteriën in mijn maag te hebben die er niet horen. Ik heb sinds twee maanden pijnklachten aan mijn rechterhand en hij gaat het verhelpen. Ook mijn eeuwige behoefte aan zoete dingen kan hij opheffen. Ik krijg een zevental magneten op en onder mijn lichaam en zo blijf ik tien minuten liggen. Ik denk na. De aarde is een magneet met een noord- en een zuidpool en het magnetisch veld dat daarvan het gevolg is en dat de planeet omhult, is essentieel voor alle levensprocessen. Dit magnetisme is een basisvoorwaarde voor leven, omdat het ordenend werkt. Magnetisme geeft vorm aan al het leven op aarde. Je kunt magnetisme niet zien en niet voelen. Wij leven in het magnetisch veld van de aarde zoals vissen in water. Overal waar wij zijn, vindt het wijzertje van een kompas de noordpool. Als het magnetisch veld zou wegvallen, zou alle structuur vervallen tot chaos en zou leven niet mogelijk zijn. Als biochemicus kan ik dat wel onderschrijven. Als de tien minuten wachten met magneten op mijn lijf voorbij zijn belooft Francisco dat de pijn in mijn hand na zeven dagen weg moet zijn, ook de lekkere trek in zoetigheid. Hij wrijft met een magneet nog een tijdje over mijn ruggengraat. Daarmee verhoogt hij mijn afweersysteem. Magneten versnellen genezingsprocessen, verminderen pijn en verhogen de doorbloeding, waardoor je meer zuurstof hebt en afvalstoffen sneller worden afgevoerd. Zelfs nadat de therapie is beëindigd, werken de effecten van de therapie nog wekenlang door. Ik hoef dan ook helemaal geen vervolgafspraak te maken en dat alleen al maakt me blij. Hoe vaak moet je niet vele malen terug keren voor controle of om überhaupt een resultaat te zien?

zondag 19 januari 2014

Het hart van alle dingen

In the winter she curls up around a good book and dreams away the cold.
- Ben Aaronovitch

It is a crazy world. Het is sinds we begin januari thuis kwamen van de Caribische Zee zó koud in ons huis! In de ochtend is het net boven het vriespunt buiten. Ik kan me voorstellen dat het in de nacht vriest. Als we in de ochtend naar school rijden zetten we de kachel in de auto aan…. Ons huis heeft geen centrale verwarming. Zoals geen enkel huis in México. We hebben een open haard in de huiskamer en een gaskacheltje in de hal en dat is eigenlijk al heel luxe. We hebben zelf vorig jaar een gaskachel met een gastank erbij gekocht, voornamelijk voor Anthe’s slaapkamer. Deze kachel rijden we nu van de eettafel tijdens het eten naar de TV als we TV gaan kijken. Het is nu zo verschrikkelijk koud dat ik overdag met twee vesten over elkaar aan door het huis loop en aan mijn voeten…mijn warme met schapenwol gevoerde Uggs! In Nederland zijn zulke temperaturen in de winter natuurlijk heel normaal, niets bijzonders. Daarom zijn de huizen daar ook op ingericht. Je zet de thermostaat een graadje hoger en het is knus warm in huis. Ons huis staat tussen de bananenbomen en ander groen en hoge bomen. Weinig zonlicht valt binnen en dat is met het warme weer heerlijk, maar nu missen we elk warm zonnestraaltje dat door de ramen in huis zou kunnen vallen. Anthe gaat na schooltijd op haar bed, ónder haar warme dekbed, haar huiswerk maken. Halverwege de middag maak ik vuur in de open haard. Maar tot overmaat van ramp was vorige week de voorraad hout op én de gastank was leeg, dus het was echt lijden in huis. Soms zaten de kinderen naast de vaste gaskachel in de hal op de grond, naast de poezen, om samen wat warmte op te vangen. Dan pakten ze kussens erbij en een kleedje. In bed hebben Mark en ik een elektrische deken voor onze koude voetjes. Wij zijn niet de enigen hoor die het koud hebben. Iedereen praat erover: bij de benzinepomp, het mannetje waar ik mijn verse sap koop, onze muchacha of de moeders op het schoolplein. De ongekende kou heeft denk ik te maken met de draaikolk van uitzonderlijk koude lucht die onlangs vanuit de poolstreek diep zuidwaarts doordrong in Noord-Amerika. In de hoogstgelegen bergtoppen waar wij op uitkijken valt sneeuw. Waar wij wonen op de hoogvlakte heerst een koud steppe klimaat. De hoogvlakte wordt afgegrensd met een vulkanengordel met een hoogte tot bijna 5,5 kilometer. Zoals onze levende vulkaan Popo. Dit gebied is ruw en bergachtig met weinig begroeiing. Elke winter is het bij ons droog met knalblauwe luchten, heel erg droge lucht (je lippen barsten en je nagels breken af) en een super felle zon. It is a crazy world. Hier in Centraal Amerika is het extreem koud, in het Noorden van Europa abnormaal warm en in het Noorden van de Verenigde Staten is het ijskoud weer - is dit alles wellicht het gevolg van een klimaatverandering?

“Het hart van alle dingen” is zo’n mooie boektitel met een spirituele gedachte erachter. Het is het nieuwste boek van schrijfster Elizabeth Gilbert. Weer net zo’n dikkerd als haar vorige roman “Eten, bidden, beminnen” . En van allebei de boeken heb ik enorm genoten. Ze nemen je mee naar verre oorden en naar een andere wereld die zo levensecht lijkt. Je kunt zo’n boek bijna niet wegleggen. Het maakte me telkens zo blij te weten dat het boek op me lag te wachten om verder gelezen te worden. Avonden lang voor het slapen gaan in bed, wachtend in de auto bij het schoolplein, onder een parasolletje op het strand en onderweg in de auto van onze vakantie terug naar huis.…elke moment pakte ik om verder te lezen. Alma Whittaker, de hoofdpersoon van deze warme roman, wordt aan het begin van de 19e eeuw geboren in Philadelphia. Haar vader, de Engelse Henry Whittaker, is de rijkste man van de stad. Zijn buitenlandse botanische handelsondernemingen zijn uiterst succesvol. Alma’s moeder, de Hollandse Beatrijs van Deventer, heeft haar man geholpen zijn imperium op te bouwen. Van Alma wordt sinds haar geboorte niets anders verwacht dan het hoogst haalbare. Bij gebrek aan een echtgenoot en gezin wijdt Alma zich in haar volwassen leven aan haar onderzoek naar mossen. Haar ontdekkingsreis. De mossen wijzen haar de weg naar het gebied waar haar antwoorden te vinden zijn. Ze reist net als haar vader rond de wereld, gaat op expedities naar verre oorden en schrijft haar eigen evolutietheorie. (die overeen komt met die van Darwin) Ze trouwt kortstondig met een bijzonder spirituele man Ambrose Pike, bijna een engel, waardoor ze soms zowat aan haar evolutie-ideeën twijfelt. Ze herkent in haar studie naar mossen de betekenis van erfelijkheid en de theorie van de sterkste overleeft. Afgelopen week vlak voordat ik dit sympathieke verhaal uitlas kreeg ik twee merkwaardige oude foto’s voor ogen die ik nooit eerder gezien had. Ik denk dat de foto’s ergens tussen de jaren 1925 en 1930 gemaakt zijn. Het was alsof ik in de spiegel keek! Alsof ik zelf verkleedkleren uit de tijd van de Titanic had aangetrokken en mezelf had laten fotograferen. Tranen welden op, én kippenvel! Over erfelijkheid gesproken…! Ik blijk dus verschrikkelijk op mijn grootmoeder van vaders kant te lijken. Ik heb haar nooit gekend. Mijn moeder heeft haar zelfs nooit gekend. Mijn oma is helaas veel te jong gestorven. In mijn leven heb ik wel eens opmerkingen gekregen dat ik op deze oma zou lijken. Maar aangezien ik geen foto’s had van wijlen mijn grootmoeder kon ik niet veel met deze opmerkingen. Maar onverwachts werd ik dus geconfronteerd met twee prachtige portretfoto’s die niet anders dan in een fotostudio gemaakt moeten zijn. In de periode vlak voor het uitbreken van de crisis in Nederland… Iedereen die ik de foto’s zonder uitleg laat zien vraagt of ik het ben, of onze dochter Inden. Het is bizar om jezelf zo ongelofelijk herkenbaar op zo’n sepia antieke foto terug te zien! Erfelijke genen…het hart van alle dingen!

zondag 12 januari 2014

Negen jaar

Alleen de brave meisjes houden een dagboek bij, de stoute hebben geen tijd.
- Bankhead

Zelfverzekerd is ze volgens de Chinese astrologie. Ze is scherpzinnig, besluitvaardig en precies, maar ook aantrekkelijk om te zien. En behoorlijk ijdel! En het gekke is (of misschien helemaal niet), maar deze beschrijving van de Haan klopt heel goed met het karakter van onze jongste dochter. Ze is afgelopen week negen jaar oud geworden. Maren heeft de nachtjes afgeteld tot haar verjaardag. Ze had besloten dat ze het liefst haar verjaardag thuis vierde met cadeautjes op het grote bed. En daarom zijn we een dag eerder thuis gekomen van onze strandvakantie zodat we haar wens in vervulling konden laten gaan. (zie ons fotoalbum) Ze is een heel vrolijk, intelligent en gelukkig kind - met sproetjes op haar wangen. Dol op spelletjes, zwemmen en op haar knuffel Schaapje. Ze is typisch een derde kind vind ik. Ze is erg ambitieus, wil alles snel kunnen. En onze benjamin is ook heel creatief. Natuurlijk zijn dit maar stereotype karakters ooit bedacht door een Weense psycholoog, die de plaats in het gezin verbond aan bepaalde karaktereigenschappen. Maar Maren is ons meest speelse, onbezonnen en opgewekte kind van de drie – én linkshandig. Ze kan zich heerlijk verheugen op leuke gebeurtenissen zoals vakantie, verjaardagen, een bioscoopbezoekje of een logeerpartijtje. En wij genieten dáár weer van! Ze kwam ook heel anders ter wereld dan haar oudere twee zussen die met een keizersnede gehaald werden. Negen jaar geleden op het eind van de Kerstvakantie maakte ik laat in de middag zuurkool klaar. Tijdens het aardappelen schillen moest ik steeds even zitten en tijdens het koken zat ik op een kruk naast het fornuis met mijn grote, zware buik op schoot. Ik was al over de uitgerekende datum heen en ik hoopte verschrikkelijk op een natuurlijke bevalling. Mijn gynaecoloog zag dat niet zo zitten, maar wilde wel proberen mee te werken omdat ik het écht heel graag wilde. Nadat ik bijna geen hap in mijn keel kreeg van de zuurkool ging ik lekker douchen om mijn buik te ontspannen. Tijdens het 8 uur journaal, toen de twee meisjes al in bed lagen, besloten we dat de bevalling toch echt wel begonnen was. Buurvrouw Marja kwam in huis en wij reden naar het Bredaas ziekenhuis waar mijn lieve gynaecoloog natuurlijk geen dienst had. Het ging allemaal heel vlot en vlak voor de nieuwe dag aanbrak werd Maren Anne op natuurlijke wijze geboren. En wel op de mooie geboortedatum 05-01-05 . Op één van de volgende dagen stond er een lief bericht van mijn gynaecoloog op het antwoordapparaat dat hij zo trots en blij voor ons was dat het gelukt was op onze, natuurlijke manier. Heel uitzonderlijk in zijn carrière en die was al flink omvangrijk, want de beste man is nu al jaren met pensioen!!

In México gaan veel dingen op een ouderwetse of niet efficiënte manier. Neem nu bijvoorbeeld het betalen van de waterrekening. Dat gebeurde tot het eind van vorig jaar gewoon met een factuur op papier. Met die factuur kon je vervolgens naar elke respectabele supermarkt om het bij de kassa te betalen. Heel gewoon en heel makkelijk. Zo betalen we ook maandelijks onze telefoonrekening en onze gasrekening. Heel soms heb je een code die je kunt gebruiken om geld via internetbankieren over te maken. Dat kan overigens nooit in het weekend, alleen doordeweeks. Deze manier van betalen in de supermarkt bevalt ons prima en we gingen er zorgeloos mee om. Totdat we in december een nieuwe watermeter in onze tuin geplaatst kregen. Dat had al verontrustend kunnen zijn, maar we sloegen er geen acht op. En toen kwam de eigenaar van ons huis op een dag met een soort lichtblauw bankpasje aan de deur om uit te leggen wat er voortaan diende te gebeuren. Dat bankpasje moeten we voortaan elke eerste week van de maand in de meter drukken en dan een programmaatje laten afdraaien. Er komt geen bonnetje uit of zo, je gaat met het lichtblauwe bankpasje naar een kantoortje in de stad. Daar kun je contant betalen aan een loket om vervolgens wel een bonnetje te krijgen. Thuis ga je met het bankpasje weer naar de watermeter en stopt het er nogmaals in. Er draait weer een programmaatje af en die eindigt met pagado dat “betaald” betekent. Hier moeten we dus elke eerste week van de maand zelf aan denken. Daarom ging ik afgelopen week met het lichtblauwe bankpasje naar het waterkantoortje. Zoals te verwachten viel was het er beredruk! Ik keek de beveiligingsman bij de entree hulpeloos aan. Wat een chaotisch tafereel! Hij wees me de rij waarin ik me moest aansluiten. Die rij liep dwars door de rijen wachtstoelen heen. Ik vroeg nog of ik geen nummertje moest trekken, maar nee dat was niet nodig. En dat had mij dus wel een veel beter idee geleken! Ten eerste omdat we in de rij stonden tussen de voeten van alle wachtenden die op de stoelen zaten. En ten tweede omdat dit idiote systeem zo bespottelijk was dat elke keer als een klant geholpen was iedereen een stoel opschoof. Iedereen stond op van zijn stoel om op de stoel rechts van hem te gaan zitten!

zondag 5 januari 2014

Gillen op een banaan!

Het grootste plezier in het leven is dat te doen waarvan mensen zeggen dat je dat niet kunt doen.
- Walter Bagehot

We gillen het uit! De meiden gillen zich bijna schor. Mark en ik hebben een déjà-vu. Wij hebben dit één keer eerder in ons leven gedaan en dat was 25 jaar geleden. En toen hebben we ook zo verschrikkelijk gelachen. De meiden kennen deze hilarische anekdote en willen het ook een keer mee maken. En daarom zitten we nu met z´n vijfjes op zo'n banaan achter een speedbootje. De zon schijnt, de zee is knalblauw en ik zit met pijn in mijn buik - vanwege de gierende zenuwen - achter Maren op zo´n banaan. Mark zit voorop, Inden zit achter hem en Anthe zit achter mij. Ik heb de meiden verteld dat we deze bananenrit de eerste keer in ons leven met een oom en tante van papa hebben gedaan. En wat nichtjes als ik me goed herinner. Het was op een strand aan de kust van Zuid-Frankrijk. Wij waren een dagje op bezoek, want wij kampeerden niet ver daar vandaan. Ik herinner me vooral de tante. Ze zat voor mij op de banaan en kon geloof ik niet goed zwemmen. Ze was heel bang om er af te vallen. Ze gilde het uit en toen we eenmaal in zee waren gevallen kon ze nauwelijks weer op die banaan klimmen. Ik kwam niet meer bij van het lachen om haar en slikte daarom liters zeewater in. De tante had zo ongeveer de leeftijd als ik nu heb. Wie had gedacht dat ik op deze leeftijd ook nogmaals op zo´n banaan zou zitten en de longen uit mijn lijf zou gillen. (zie ons fotoalbum) Ik zie dat de meiden stikken van het lachen om mij. Flashbacks. Ik heis mezelf met heel veel moeite op die gladde banaan, niet echt charmant. Ik heb nog net één seconde om te zeggen: “Pfff, ik zit eindelijk weer. Die banaan is wel glad, zeg.” En dan schiet ik er aan de andere kant weer af. Ik zie dat ze het allemaal bescheuren van het lachen om mij, ik zelf eigenlijk ook. En weer stik ik zowat in het zeewater. We verliezen Inden een keer onderweg. Zo zat ze er nog en na één keer knipperen met mijn ogen was ze weg. Ze dobbert een stuk achter ons in zee met haar zwemvest om. Haar handen in de lucht zoals we het geleerd hebben. De mannen op de boot missen haar echter niet en zo varen we nog een stukje door op flinke snelheid. Ik kan er niets aan doen. Ik weet dat ze het niet leuk vindt om in haar uppie in de diepe zee te dobberen. Maar ik moet zó verschrikkelijk lachen. We verliezen Anthe ook nog een keer die helemaal achterop zit. Ze klimt er vlot weer op. En dat zeg ik haar ook:”Nou, jij zit er in ieder geval snel weer op.” En dan hoor ik nog iets van “Oh!” en ligt ze er aan de andere kant weer af. Op een bepaald moment duurt het zo lang voordat ik weer op die banaan zit...dat ze de banaan maar naar de boot trekken zodat de mannen op de boot me er op kunnen heisen. Afgang. Mark heeft ook al een aantal pogingen gedaan om me er op te duwen vanuit het water, maar door het onophoudelijk lachen kan ik gewoon geen kracht opbrengen. Ik ben net een slappe vaatdoek, ik voel me net de tante van Mark destijds....maar het kan me eigenlijk niks schelen.

Op onze laatste dag aan het koraalrif wil ik nog graag een keertje kijken daar, onder water. Niemand van ons gezin wil echter mee met mij. Dus toog ik in m´n uppie naar een duikschool naast onze cabaña. Catherine, een Canadese duikinstructeur, zou net gaan duiken met iemand en ik kon wel mee op de boot. Dan zou ik een uur bij het rif kunnen snorkelen. Kapitein Sami zou bij mij blijven. En zo zit ik een kwartier later op een oud motorbootje met een internationaal gezelschapje: een Duitse leerlingduiker, de Canadese duikinstrukteur, de Mexicaanse kapitein en ik. De golven zijn hoog en het bootje gaat flink op en neer. Soms ontglipt mij een gilletje, omdat ik denk uit het bootje te wippen. Na een kwartiertje zijn we boven het rif. We gaan alle vier het onstuimige water in. Het is zo´n drie á vier meter diep. Door de hoge golven beweegt het gekleurde koraal heen en weer. Prachtig gezicht. Ik laat me drijven op de golven. Go with the flow. Als ik dat niet doe krijg ik golfjes zeewater in mijn snorkelpijpje. Dus ik wórd de flow. Ik zie duizenden gekleurde vissen. Prachtig. Maar lang kan ik niet genieten, want ik ben kapitein Sami ineens kwijt. In de hoge golven zoek ik naar zijn snorkelpijpje, maar ik zie het nergens boven het wilde water uitsteken. Korte paniek, maar we vinden elkaar gelukkig weer. Hij laat me twee zwarte roggen zien. Hij duikt naar de zeebodem en pest de rog een beetje zodat hij weg zwemt met zijn sierlijke vinnen. Het blijft wonderlijk, deze wereld onder water. De rust die over je valt door het rustige geluid van je eigen ademhaling. En die adembenemende kleurenpalet van al die visjes en koraal. Ik zie een babyschildpadje van zo´n twintig centimeter groot. Zo schattig! Ik volg hem even, maar hij is te snel. Ik roep Sami om hem te zeggen wat ik heb gezien, maar hij is veel te ver weg. Later op de boot blijkt dat ik de enige ben die het schildpadje heeft gezien. Lucky me.

Mahahual, 2 januari 2014

woensdag 1 januari 2014

Zeeschildpadden en magie

Als je de manier waarop je naar de dingen kijkt verandert, veranderen de dingen waar je naar kijkt.
- Wayne Dyer

Terwijl we met flippers aan onze voeten, een knaloranje reddingstvest aan en een duikbril op ons hoofd achteruit de zee in lopen spreken we met z´n vijfjes af dat we bij elkaar blijven. We zijn op het strand van Akumal dat door de Maya´s de “Plek van de schildpadden” genoemd wordt. Duizenden zeeschildpadden kwamen hier in de zomer hun eieren leggen. Dat is helaas niet meer zo, maar de volwassen zeeschildpadden zijn hier nog wel uitbundig aanwezig. Ookal is deze groene zeeschildpad een bedreigde diersoort geworden... En zo stappen wij hoopvol het warme water in en dobberen we met z´n vijfjes langzaam steeds verder de Caribische Zee in. Niet ver van het strand zie ik de eerste schildpad op de bodem grazen van het zeegras. Ik steek mijn hoofd boven het water uit en roep dat ik er één zie. Vooral Mark roep ik er meteen bij, want bij de vorige ontmoeting met een zeeschildpad - afgelopen zomer in Belize - riep hij ons er enthousiast bij en toen Mark weer onder water keek was de schildpad er al vandoor. Dat gebeurt hem niet nog eens! Nu dobberen we zo´n anderhalve meter boven de schildpad die een schild van zeker een halve meter groot heeft. Zijn kop is enorm en zijn poten zijn prachtig getekend. Het mooiste moment is wanneer deze schildpad naar boven zwemt om lucht te happen en daarna weer naar beneden zwemt. We volgen hem en genieten in zijn nabijheid. Hij lijkt zich niks van onze aanwezigheid aan te trekken en zwemt zodat we hem aan zouden kunnen raken. Dat doen we niet, want dat zijn de regels. Kort daarna zien we nog twee schildpadden vlakbij zwemmen. We splitsen ons op. Maren en ik volgen de grootste zeeschildpad van het stel. We flipperen hand in hand achter hem aan. Hij gaat naar beneden, naar boven en zwemt voor ons uit zoals we allemaal de beelden kennen uit de film Nemo. Soms maakt hij een draai waardoor hij echt rakelings langs onze gezichten zwemt! Tussendoor kijken we ook naar de tropische vissen en en naar het koraal dat nog over is van dit rif. Het rif voor de kust van Akumal gehoort tot de betere duiklocaties langs de Mexicaanse kust. In de rifmuur is het vis- en koraalleven uitbundig. Maar toch heeft onze allereerste ontmoeting met een wilde zeeschildpad meer indruk achter gelaten. Het was heel diep in zee (we waren met een vissersbootje), het blauw van de zee en het invallende zonlicht was prachtig en de verscheidenheid aan gekleurde vissen was enorm. Er waren nauwelijks andere mensen aan het snorkelen en de zeeschildpad zwom daar gewoon in z´n uppie. Hij was zo aandoenlijk toen hij schrok van mijn aanwezigheid recht voor hem dat hij zijn pootjes van schrik wijd spreidde.... Deze keer in México was het vrij ondiep en waren er meer schildpadden aan het grazen op de bodem. Er waren ook meer mensen aan het snorkelen. Er was bovendien de belofte van de snorkelverhuurman op het strand; we zouden zéker zeeschildpadden gaan zien. En daarom was er niet die bijzondere magie, die totale verwondering die je kennelijk alleen hebt bij een eerste keer.

Bij een open raam om een lauw zeebriesje binnen te krijgen en met uitzicht op het rif en de azuurblauwe zee slaan door de wind de blaadjes van Maren´s map om. Het is haar map van Nederlands voor de Wereldschool. Sinds dit schooljaar volgt Maren net als haar zussen wekelijks Nederlands, en ik ben haar juf. Dat heeft als gevolg dat Maren op de gekste plekken Nederlandse les heeft. Vaak in de auto als we een lange rit maken om México te ontdekken. Deze keer heeft ze spelling- en taaltoetsen. Zelfs een Citotoets en dus zitten we netjes aan tafel met alle mappen open geslagen en de officiële toetsvellen voor Maren uitgespreid. Het doet me denken aan de verhalen en foto´s die ik gezien en gelezen heb van schrijfster Anna van Praag toen Ilco en zij op wereldreis waren met hun drie dochters. Ik zeg tegen Anthe, die een Nederlands boekverslag zit te schrijven naast mij, dat we goed moeten beseffen dat we op deze unieke plek met onze Nederlandse taal bezig zijn. Haar reactie: “Dat weet ik mam! Daar báál ik ook zo enorm van!” Ik geniet juist van deze momenten. Hoeveel kinderen hebben nu eenmaal Nederlandse les op zulke magische plekjes op de wereld? Dit blog schrijf ik op een houten bankje aan een promenade langs het strand. Ik zit met mijn rug naar het strand, een zeebriesje op mijn rug. Er schuifelt een verkoper voorbij met hangers gemaakt van een halve kokosnoot en heel veel schelpjes die geluid maken in de wind.Ik zit in de schaduw van een palmboom en zie de schaduw van de takken onder mijn blote voeten. Ik hoor Inden en Maren plezier hebben in het zwembad voor mij. Anthe zit naast mij te lezen. Mark is aan het hardlopen. Ik koester dit moment van geluk. En besef dat ik mijn blogs vaak op zulke bijzondere plekken op de wereld geschreven heb. In tegenstelling tot onze kinderen ben ik oud genoeg om het te waarderen. Ik hoop intens dat zij dat later ook zullen doen, later...als ze groot genoeg zijn.

Mahahual, 31 december 2013