zondag 28 oktober 2018

Noord en Zuid

The key is we have to keep those communications together, and we all agree on one goal - a denuclearized North Korea.
- Nikki Haley

Over minder dan twee maanden haalt onze oudste dochter ons op van de luchthaven in Seoul. Zij spreekt tegen die tijd een redelijk woordje Koreaans. Ze zit op Koreaanse les en doet haar examens op de universiteit. Ze vindt het niet eens zo moeilijk, zegt ze. Wij volgen hier het nieuws rondom Korea. Via onze familie ‘app licht ik haar in over de hoopvolle vredesontwikkelingen tussen Noord en Zuid. Het is niemand ontgaan dat de Noord-Koreaanse dictator en de president van Zuid-Korea namelijk bereid zijn om vrede te sluiten. Vrede na de Koreaanse oorlog in de vijftiger jaren. Open grenzen tussen beide landen. Verzoening willen de mannen onder meer realiseren door sámen de Olympische Spelen in 2032 te organiseren. Ook willen ze zich inzetten voor een kernwapenvrij schiereiland Yongpyong. Daarop bevindt zich nu een nucleair onderzoekscentrum. Dictator Kim zei dat hij voor het einde van dit jaar een bezoek brengt aan Seoul. Dat is al heel snel. En dat zou vóór onze komst al gebeurd kunnen zijn. Beide leiders hebben na afloop een handtekening onder een verklaring voor vrede gezet. Een verklaring die het tijdperk van vrede en welvaart dichterbij brengt. Verder willen ze spoor- en wegverbindingen aanleggen, familieherenigingen toestaan en samenwerken op het gebied van gezondheidszorg. Een en al positiviteit. Families uit Noord- en Zuid-Korea, die door de Koreaanse oorlog van elkaar werden gescheiden, hebben elkaar ondertussen voor het eerst in ruim een halve eeuw weer gezien.  De foto’s die ervan zijn genomen zijn indrukwekkend. Honderden mensen uit de buurlanden namen reeds deel aan een reünie in een Noord-Koreaans resort. Het ging om broers, zussen en andere familieleden die door de Koreaanse Oorlog aan verschillende kanten van de grens kwamen te wonen. In sommige gevallen konden ouders hun kinderen weer in de armen sluiten. Sommige deelnemers waren zo fragiel dat ze in rolstoelen zaten of ondersteuning nodig hadden tijdens de circa twee uur durende bijeenkomst. Vanwege hun hoge leeftijd werden de deelnemers vooraf door artsen gekeurd. Uiteengescheurde families kunnen weer tijd met elkaar doorbrengen, maar dan moeten ze ook wel een beetje geluk hebben. Meer dan vijftig duizend mensen staan nog op een wachtlijst voor een hereniging. Er wordt geloot wie mag deelnemen. Nog niemand heeft de kans gekregen om twee keer deel te nemen aan de hereniging.

Het wapengekletter is al 65 jaar geleden gestaakt, maar de vrede is nooit getekend. De Koreanen leven nog altijd permanent onder oorlogsdreiging. De tien miljoen inwoners van Seoul weten bijvoorbeeld dat de hoofdstad binnen enkele minuten grotendeels vernietigd kan worden door op scherp staande raketten vanuit het noorden. En in die stad met oorlogsdreiging woont onze oudste dochter nu al een paar maanden. Ze merkt helemaal niks van oorlogsdreiging in de stad. Alhoewel ze wel veel jonge militairen op straat ziet. De jonge generatie waar zij mee optrekt zijn niet met de oorlog opgegroeid. Het nieuws over de kleine stapjes op weg naar vrede krijgt zij niet mee via TV. En niet via haar Koreaanse vrienden. Ik stuur haar soms een krantenstukje. In Noord-Korea is de oorlog nog sterker aanwezig. In de propaganda van het communistische regime speelt de Amerikaanse vijand de hoofdrol als slechterik, met Zuid-Korea als handlanger. De halfjaarlijkse grootschalige militaire oefeningen van de Amerikanen en Zuid-Koreanen zijn voor het noorden steeds weer een grote bedreiging. Vrede is voor beide kanten zeer aantrekkelijk. Voor een écht vredesverdrag zijn ook de andere partijen nodig die meevochten in de Korea-oorlog: China en de Verenigde Staten. Zo’n intentieverklaring voor vrede die de leiders laatst samen ondertekend hebben is een stap die uitermate belangrijk is. Streven naar vrede maakt de weg vrij voor economische ontwikkeling, met name in het arme Noord-Korea. Nu maken beide landen hoge kosten voor de opbouw en het in stand houden van het militaire apparaat. Zeker het ontwikkelen van kernwapens is heel duur voor het door sancties getroffen Noord-Korea. Het geld dat overblijft, als deze kosten niet meer gemaakt hoeven te worden, kan ten goede komen aan de opbouw van de economie. Donald Trump reageerde verheugd op het nieuws.”Het Noord-Koreaanse staatshoofd heeft ingestemd met nucleaire inspecties en het permanent ontmantelen van een testlocatie. Ondertussen worden er geen nucleaire tests meer gedaan. Heel spannend!” Het zou toch heel mooi zijn als er straks open grenzen komen komen tussen Noord en Zuid? En nog mooier als onze dochter er op dat moment bij is? Dat zij in Korea is op het moment dat er geschiedenis geschreven wordt? Of dat wij dit jaar met z’n vijfjes de grens kunnen overlopen om Noord-Korea te bezoeken??

zondag 21 oktober 2018

Gangsta granny

We're the only animal that wakes up and doesn't stretch.
- Conor McGregor

Mijn oude tante, die naar de negentig loopt, is een ‘gangsta granma’ hoor ik onze kinderen op de achterbank in de auto zeggen. Het is donker en we zijn op weg naar huis. Voordat we naar mijn tante reden zijn we eerst een paar uurtjes naar het strand geweest. Ze woont er zo’n tien kilometer vandaan. Het was onverwachts - door storm Leslie - tóch plotseling nog een paar dagen langer zomers weer. Ook al was het al half oktober… Op Zandvoort scheen de zon. Zoals altijd genoten we van het geluid van de golven en de geur van de zee. Het uv-licht schijnt heel gezond te zijn. Als de uv-straling je lichaam via je huid binnendringt maak je stikstofoxide aan. Deze stof komt in je bloedbaan en verlaagt je bloeddruk. Rond theetijd waren we bij mijn tante. Mijn lief begon meteen te grappen en mijn tante grapte net zo hard terug. ‘Ik krijg je nog wel!’ waarschuwde ze. De boef! Onze meiden vonden dat geweldig. Toen de thee en de koekjes eenmaal op tafel stonden plofte gangsta granma met een harde plof in haar stoel, haar voeten in de lucht. Onze middelste dochter proestte bijna haar thee uit van het lachen. Mijn tante vertelde een verhaal over haar laatste groepsreis naar Corsica en Sardinië. Er was een zeventiger mee die opnieuw verliefd werd nadat ze weduwe was geworden. Het verliefde seniorenstelletje pakte soms voorzichtig elkaars hand vast. Mijn tante en haar vriendin giechelden als schoolmeiden om die kalverliefde. ‘Zoals jullie daar ook om lachen met je vriendinnen’ en ze wees naar onze dochters en lachte er vrolijk bij. Gangsta granma. Ze lacht om haar eigen grappen. Net als ik. Dat vonden de kinderen zó grappig en herkenbaar. Mijn moeder is sinds de geboorte van onze jongste dochter niet meer onder ons. De meiden vinden het daarom juíst leuk om mijn mindere punten te herkennen bij de oudste zus van mijn moeder. Het grappigst is natuurlijk het-geen-diepte-kunnen-zien waardoor mijn tante ook naast de glazen schenkt. Net als ik. Hilarisch natuurlijk! Tijdens het vorige gezamenlijke etentje in een restaurant goot mijn tante met een stalen gezicht haar flesje cola leeg naast haar glas. We kwamen bijna niet meer bij. Deze keer schonk ik zelf het water uit de kan zo naast het glas. In hetzelfde restaurant. Haar buurvrouw stond die middag ook voor de deur. Een klein oud besje. Nog ouder dan mijn tante. Wel heel kras. Haar telefoon deed het niet meer, zei ze. Mensen konden haar wel bellen, maar zij kon niemand bellen. Om het te showen had ze haar telefoon meegenomen en belde ter plekke mijn tante. Er gebeurde niks. Mijn lief liep behulpzaam met haar mee naar huis en er mankeerde natuurlijk niets aan de telefoon. Ze belde haar kleinzoon en vertelde hem opgewonden dat ze al de hele middag probeerde zijn vader te bereiken. Dat ze er zelf ook niets van snapte… ‘Hoe gaat het met je, Joris?’ eindigde ze haar betoog. De puber antwoordde verveeld ‘Met mij goed.’ en ik hoorde hem erachter denken ‘Met u ook?’ En daar moest ik dan weer zó om lachen.

Het prachtig gekleurde visje zwom de hele tijd hetzelfde rondje. Naar boven, achter een rots langs, een bochtje om en loodrecht naar beneden. Honderd keer. En meer. Treurig. Wij stonden achter het glas ernaar te kijken. Net beren die lange tijd achtereen heen en weer lopen, zonder specifiek doel. Het gaat te ver om te zeggen dat dit gedrag een indicatie is van slechte leefomstandigheden, maar natuurlijk is het niet. We stonden naar een aquarium met visjes uit de Caribische zee te kijken. Sowieso een merkwaardige ervaring voor ons, omdat wij regelmatig gewoon zélf tussen die vissen gezwommen hebben. Dat bedoel ik niet verwaand. Toen we in een tunnel naar een eenzame zeeschildpad stonden te kijken kwam hetzelfde gevoel terug. Deze arme schildpad in dit aquarium… Een paar zomers geleden zwommen wij zelf tussen de zeeschildpadden. Natuurlijk mijn onvergetelijke één op één ontmoeting met een schildpad in de Caribische zee. In Belize. Maar ook het hand in hand zwemmen met onze jongste dochter. Achter een enorm grote zeeschildpad aan in de Golf van Mexico. Of de kleine zeeschildpadjes die we bij zonsondergang zelf uitgezet hebben op het strand. In de Grote Oceaan. Ik denk ook terug aan de schildpadden die we in Mexico voorbij zagen dobberen in zee met een vogel op hun rug. Zo lief. Eigenlijk deed dit bezoek aan Sea Life in Scheveningen ons een beetje pijn. Het is best een klein aquarium als je het vergelijkt met andere aquaria in de wereld. En wat achterstallig onderhoud. We liepen naar buiten via de kooi van twee otters die een klein waterbadje hadden en wat speelruimte met takken. Ze werden net gevoerd met stukken vis. Een dame legde de bezoekers het een en ander uit over de microfoon. Dezelfde dame sprak me later aan toen ik naar de otters stond te kijken. Dat ze er zo lief uitzien maar dat ze heel scherpe tanden hebben. ‘Dat weet ik’ zei ik. Ik heb ze in het Amazone regenwoud gezien toen ze piranha’s vingen en ze kapot scheurden met hun tanden. Die otters hadden daar heel wat meer ruimte en groen dan hier, dacht ik erachter aan. Toen we eerder het aquarium binnen liepen werden de roggen net gevoerd. Roggen. Dan denk ik altijd aan onze oudste dochter die met snorkel en al voor ons uit zwom in een azuurblauwe oceaan en ineens hijgend ons tegemoet kwam zwemmen. Ik dacht dat ze een haai gezien had ofzo. Ze kwam niet uit haar woorden. Het bleek een reuzenmanta geweest te zijn, die wel zeven meter doorsnee kan hebben. We zwommen allemaal als gekken terug naar de pier. We hebben op San Pedro ook eens roggen geaaid die in het ondiepe deel van de zee gewoon bedelden om restanten uit de netten van de visserlui die dat daar terug wierpen in zee. Ik wil helemaal niet pochen, maar als ik dan door zo’n aquarium loop gaan mijn gedachten alleen maar terug naar al die bijzondere momenten die wij mee hebben mogen maken in de natuur. Ik ben niet tegen dierentuinen of het houden van dieren, wel vind ik de manier waarop we dat doen niet geschikt voor alle dieren. In dit kleine aquarium werd de opbrengst van de kaartjes gebruikt om goede doelen voor wilde dieren te steunen in de wereld. Daar sus ik mijn geweten mee.

zondag 14 oktober 2018

Toptijd

Keep silence for the most part, and speak only when you must, and then briefly.
- Epictetus

Ik voel me een beetje zoals Corry ‘king’ Konings in Expeditie Robinson zich gevoeld heeft. Ik ben ‘kamp-oudste’, maar doe niet onder voor de jonkies. Ze doet tenslotte nog steeds mee, ook al zit ze op Duivelseiland. Door mijn collega’s ben ik eigenlijk gedwongen tien kilometer mee te rennen in de Singelloop. In het jonge team van mijn werk. De meeste zijn begin dertig en de oudste is vierenveertig jaar. Ik ben ‘kamp-oudste’. Natuurlijk loop ik twee keer per week in het bos. En sinds twee weken trouwens weer op de baan. Dus ik heb zeker een basisconditie. En ik weet ook honderd procent zeker dat ik deze afstand uitloop. Het is meer de manier waarop. Wanneer ik twee weken voor de wedstrijd zelf tien kilometer in m’n uppie in het bos loop neem ik mijn tijd eens op. Niet om over naar huis te schrijven. Ik heb zelden zo langzaam gerend… Dat voorspelt niet veel goeds voor de wedstrijd. Daardoor krijg ik wel de drive om tot de wedstrijd drie keer per week stevig te trainen. Wanneer ik mijn sportieve collega’s op de dag van de loop ontmoet in het Chassé theater zijn ze niet vooruit te porren. Ze willen nog wat drinken en eigenlijk ook nog wat eten. Ik wil alleen maar mijn tas inleveren en naar het startvak lopen. Ik moet me aanpassen. Eigenlijk is het ook beter om een stukje in te lopen, maar daar doen ze ook niet aan. We doen mee aan de zogenaamde ‘bedrijvenloop’ en daar horen allerlei extra’s bij zoals consumptiebonnen, belegde broodjes, bakjes yoghurt, fruit, gratis tassenopslag, een boodschappentas als cadeautje en muziek in het theater waar vandaan we vertrekken. En ook weer verzamelen. Wanneer het startschot afgegaan is lopen we voetje voor voetje in de drukte en zodra er wat ruimte is schieten mijn collega’s weg. Ik loop nog rustig op te warmen en neem me voor niet te snel te starten. Na drie kilometer loop ik uit op de laatste collega die nog naast me loopt. Het gaat goed. Ik voel me goed. De zon schijnt volop. Ik hoor veel muziekbands spelen en ik word herkend door mensen uit het massale publiek. Door mensen uit mijn trainingsgroepje en door collega’s langs de lijn. Mijn lief en twee dochters fietsen met het parcours mee waardoor ik wel vijf keer onderweg door ze aangemoedigd word. En dat is echt heel leuk. Ik loop tenslotte toch maar in m’n uppie. Ik gil trots naar mijn lief dat ik de vijf kilometer in een eenendertig minuten heb gelopen. Dat betekent dat ik een toptijd kan rennen over de tien kilometer. Ik voel me gedragen door het enthousiaste publiek. Zo kom ik met een persoonlijk record aller tijden over de finish. Ik blijk niet zo heel veel achter mijn jonge collega’s aangerend te hebben. En ik ben niet eens de laatste van ons team. Net zoals Corry ‘king’ Konings heb ik mijn vaardigheden. Zoals zij weet hoe je bamboestokken aan elkaar moet knopen om ladders en bedden te bouwen weet ik dat je je energie moet sparen tot het eind van de race. Nooit te snel starten. We verzamelen na de wedstrijd en maken groepsfoto’s in het theater. Ik laat me daar ook gratis masseren. De masseuse masseert een pijnlijk spierknoopje weg. We leveren onze consumptiebonnen in. Ik eet belegde broodjes als lunch, maar ik blijf vooral verbaasd over mijn eindtijd. Deze toptijd laat ik daar in mijn medaille graveren. Met trots.

Wat een heerlijke stilte. Het herfstzonnetje verwarmt onze ruggen. Mijn cliënte en ik staan op een bruggetje over de reling gehangen. Waterlelies. Het water kabbelt zachtjes. We drentelen wat door de kasteeltuin van kasteel Bouvigne. De zon staat laag en geeft warm licht. Toen ik iets eerder op de middag binnenkwam bij mijn cliënte thuis had ze de boodschappen voor de komende twee dagen al gedaan op de fiets. We hadden elkaar vanmorgen zelfs even gedag gezegd in de Albert Hein waar ik een boodschap deed voor een andere client. We hadden het plan gevat deze maandagmiddag lekker van het herfstzonnetje te genieten en daarom naar het Mastbos te gaan. Toen we langs het sprookjesachtige kasteel reden stelde ze spontaan voor om te kijken of de kasteeltuinen open waren voor bezoek. En dat bleek zo te zijn. Het 15e eeuws kasteel is tegenwoordig niet meer van binnen te bezichtigen omdat er een kantoor van waterschap in gevestigd is. De tuinen zijn doordeweeks wel vrij toegankelijk. Ik ben ooit op Kastelendag, meer dan een decennium geleden, met ons gezin wél binnen in het kasteel geweest. In de lange rij voor de toegangsdeur werden we vermaakt door mensen die verkleed waren zoals in de Middeleeuwen. Er was een nar gek aan het doen en iemand speelde op een doedelzak. De sfeer was heel erg Middeleeuws daar op die ophaalbrug. De prachtige tuinen van landgoed Bouvigne zijn het bezoeken meer dan waard. Er is een Engelse tuin, een Franse tuin en een Duitse tuin. Een notenboomgaard. Stilte. Veel eeuwenoude bomen waarvan het blad deze middag prachtig rood gekleurd is, fonteintjes en beelden. Er is ook een grafkapel van wijlen monseigneur Frencken, maar die meneer kreeg in 1971 een andere rustplaats. Nu dient deze kapel als laatste rustplaats voor twee verstandelijke gehandicapte meisjes. Tijdens de evacuatie van hun internaat in 1940 liepen zij vanuit Nijmegen naar Breda en overleden tijdens de wandeling. Zij werden tijdelijk in de tuin van Bouvigne begraven en zijn onlangs in 2016 herbegraven in de grafkapel. Al vanaf 1494 is er in de archieven sprake van een omwaterd stenen huis, later het kasteel. Het Mastbos is vanaf 1515 aangelegd. Graaf Hendrik III van Nassau heeft het nabij gelegen Mastbos destijds laten aanleggen. Voor de aanleg was dit gebied heideveld met een aantal kleinere eikenbossen. Het was prins Maurits die opdracht gaf aan de landmeters om het Mastbos in kaart te brengen en een omheind jachtgebied aan te leggen. Nu, honderden jaren later is het een fantastisch volwassen bos. Eén van de alleroudste naaldbossen van Nederland. Ik kom er wekelijks. Vaak zelfs meerdere keren per week. Vanmiddag zitten mijn cliënte en ik samen op een bankje in de warmte van de najaarszon. We kijken naar twee jonge meiden die door een fotografe in het zachte licht van de laagstaande zon vastgelegd worden. We spreken naar elkaar uit wat een cadeautje dit onverwachte bezoek is.

zondag 7 oktober 2018

Een blote meester

Nothing is better than going home to family and eating good food and relaxing.
- Irina Shayk

Ik sta op het punt om helemaal in m’n blootje de zware houten deur open te doen totdat mijn zus vraagt: ‘Wat heb je nou eigenlijk aan?’ ‘Niks’ antwoord ik en dan schieten we keihard in de lach. Ik heb haar nét daarvoor van mijn terugkerende droom verteld. Mijn droom waarin ik me poedelnaakt tussen mensen begeef die aangekleed zijn. Dat ik - als enige - vergeten ben mijn kleding aan te trekken. Waarschijnlijk horen de mensen aan de andere kant van de deur ons lachen, zo luid zijn we. Ik spiek door het piepkleine raampje om te kijken wat ze dragen aan de andere kant van de deur. ‘Een handdoek. We moeten een handdoek omslaan.’ zeg ik tegen mijn zus. We zijn een hele dag en avond samen in een sauna op de Veluwe. Toen we aankwamen lieten we ons rondleiden, want het was onze eerste keer in deze sauna. Na een rondje lopen duizelde het me, maar mijn houvast was de dame achter de bar. Toen mijn zus en ik verloren achterbleven in de bar vroeg ik haar hoe we bij de kleedkamer kwamen. Na ons uitgekleed te hebben stonden we kort daarna weer verdwaasd voor dezelfde dame achter dezelfde bar. Deze keer met alleen een badjas aan. Dezelfde vraag. We moesten er zelf hard om lachen. Zó idioot! De barvrouw stuurde ons naar buiten. ‘Ga daar maar eens rondlopen dan zien jullie van alles.’ We zagen een groot zwembad, bubbelbaden en een tiental sauna’s in houten hutjes en zelfs één op een boot. Na de lunch namen we de boot die aangedreven werd door een houten vuur. Heel relaxt lagen we met z’n tweetjes in de Finse sauna en voer de boot naar de overkant van het meer. Kennelijk was hij ook weer terug gevaren, want ineens kwamen er allemaal nieuwe mensen binnen stappen. We snapten er niks van. We bleken al een tijdje weer aangemeerd te liggen! Het spannendst was de Helsinki opgieting. We lieten ons verrassen door een jonge man met baard en lang haar. De löyly-meester. Hij droeg op dat moment een badjas en toen iedereen bloot op de houten bankjes had plaats genomen zei hij dat hij z’n werkkleding even aan ging doen. Dat was een geruiten doek die hij om zijn lendenen behoorde te slaan, maar hij nam eerst uitgebreid de tijd om in z’n nakie het hele proces van het Finse opgiet ritueel uit te leggen. Mijn zus en ik keken elkaar met grote ogen aan. Wij zaten namelijk op de onderste bankjes als nieuwelingen. De opgieting bleek overigens heerlijk. Uit drie emmers goot hij water met olie van berkenboom, lavendel en eucalyptus over de kolen en de hete, geurende damp die opsteeg van de kolen wapperde hij met een handdoek over ons heen. Hij draaide met zijn handdoek cirkels om de vochtige lucht in de sauna goed te verspreiden. Het werd zo steeds heter in de sauna. De mensen bovenin kreunden van de hitte. De finale bestond uit twee stappen die samen 3,5 minuut duurde. Ik kreeg wat nerveuze hartkloppingen omdat ik bang was dat het misschien té heet zou worden. De bebaarde meester wapperde op zo’n manier dat je je eigen golf van bloedhete lucht over je lijf heen kreeg wat resulteerde in kippenvel zoals bij koorts. Tussendoor kregen we ijsblokjes uitgedeeld waaruit je verkoeling kon vinden door de blokjes in je gevouwen handen te doen en daar in te ademen. Heel spannend vond ik het allemaal… Toen ik eenmaal weer buiten stond met een heerlijk waterijsje in mijn hand vond ik het löyly ritueel eigenlijk wel heel aangenaam. Volgende keer proberen we weer zo’n ritueel mee te doen!

Met z’n drietjes zitten we in een Bredaas restaurant van Kentucky Fried Chicken. Met z’n drietjes, want dat is de samenstelling van ons gezin de laatste maanden. En de komende maanden trouwens ook. Onze jongste dochter heeft vanmiddag een vaccinatie gekregen en ze had ook een setje mooi gelukte schoolfoto’s mee naar huis genomen. Je moet maar een reden hebben om niet zelf te koken! En zoals dat tegenwoordig gaat worden er online beelden gedeeld in de KFC. Zo komt het dat onze andere twee dochters rap doorhebben dat we daar eten. ‘Niet eerlijk’ schrijft de een in de familie app. ‘Niet eerlijk’ schrijft de andere vanuit Seoul. Ze hebben gelijk. Eigenlijk horen we gezellig met z’n vijfjes daar te zitten. De werkelijkheid is anders. Een paar weken geleden liet oudste kind in den vreemde weten dat ze wat Hollandse dingen miste. Ik ging meteen aan de slag. Ik vulde een pakket met Nesquik sticks, pakjes fruitthee, twee zakken pepernoten en een zak drop. Bij DHL bleek helaas dat de verzendkosten naar Korea toch wel heel hoog waren, dus hielden we ons binnen de twee kilo. Alles heel strak ingepakt en vier handgeschreven brieven er nog tussen geschoven. De verzendkosten waren nu onder de drie tientjes. Hoe lang zou het pakketje onderweg zijn? De medewerker van DHL had geen idee. Onze ervaringen in Mexico waren zo’n zes weken - mits het pakketje aankwam! De eerste twee weken bleef op de tracking link te lezen dat het pakket nog steeds in Nederland was. Dochterlief checkte het dagelijks en ging zich zorgen maken. Ze keek zo uit naar het pakket! ‘Mam, je hebt toch wel een douaneformulier ingevuld!’ kreeg ik te horen. Natuurlijk! Ik belde verontrust naar DHL. ‘Vanmorgen is het pakket aangekomen in Zuid-Korea, mevrouw.’ Het kon uiterlijk nog een paar dagen duren stelde ik ons kind gerust. Een dag later kregen we prompt bij dageraad een met blijdschap gevulde app. Het pakket was gearriveerd! Nu we de weg weten en hoe lang het duurt kunnen we het experiment herhalen. Over ruim twee maanden staat ze ons op te wachten op de luchthaven in Seoul. De tijd ertussen kunnen we doorbreken met een oerHollands Sinterklaaspakket. Sinterklaasfeest is voor mij het moment dat ik ons oudste kind het meest zal missen. Haar aanwezigheid en bijdrage aan de zelfgemaakte gedichten, surprises en gezelligheid…