zaterdag 30 november 2019

Surinaamse zandvlieg

Nature will bear the closest inspection. She invites us to lay our eye level with her smallest leaf, and take an insect view of its plain.
- Henry David Thoreau

Tijdens mijn verblijf bij mijn vriendin in Suriname deze maand had ik een vaag bultje opgelopen op mijn bovenbeen. Er zat een piepklein gaatje in dus ik wist dat ik door een insect gestoken was. Het jeukte echter niet. Er was ook niet zo’n wit plekje met gif te zien zoals bij een muggenbult, maar er breidde zich wel een grote rode vlek omheen uit. Eenmaal thuis waren alle muggenbulten verdwenen, maar dat plekje ging niet weg. Sterker nog. Het plekje ging open en er kwam steeds wondvocht uit. Een korstje groeide erop. Elke dag zag het er anders uit. Soms een zweertje. Er kwam een klein opstaand randje omheen. De korst werd groter. Ik had er zo’n vreemd gevoel bij dat ik op Google wat had zitten kijken. Daar schrok ik toch wel van. Ik las dat er vrouwelijke zandvliegjes in Suriname zijn die je kunnen steken en daarbij parasieten overbrengen… Bah! Zo’n bultje wordt een zweer. Erger nog is dat die parasieten op je organen kunnen gaan zitten… Ik maakte me heel ongerust. Er volgde een afspraak bij mijn huisarts, maar zij deelde die angst niet met mij. Zodra het plekje zou veranderen moest ik opnieuw contact opnemen. Dat deed ik al na een paar dagen toen precies zo’n identiek plekje zich openbaarde. Stuur maar een paar fotootjes zei de doktersassistente tegen me. Dat heb ik dezelfde ochtend gedaan en toen werd ik tóch de volgende dag uitgenodigd bij de huisarts. Ze wist het niet precies, maar het was wel vreemd dat er een plekje bij was gekomen en dat de eerste bult groter werd. Ze maakte er foto’s van en stuurde deze online naar de afdeling dermatologie in het ziekenhuis. Na een paar dagen zou ik een reactie van mijn huisarts horen. Zij verwachtte op z’n vroegst na het weekend. Op maandagochtend werd ik twee keer door een onbekend nummer gebeld. Het ziekenhuis belde me rechtstreeks om een afspraak te maken met hun dermatoloog. ‘Oh, wat fijn dat u belt’ reageerde ik. ‘Meestal wordt er een uitnodiging per brief verzonden. Nu heb ik ook een beetje inbreng!’ zei ik ongedwongen tegen de assistente aan de telefoon. Dat had ik verkeerd begrepen, zei ze. Ze verwachtte me meteen als eerste patiënt de volgende ochtend. Geen discussie mogelijk. Spoed. Dinsdagochtend eerst een intake bij een co-assistent. Daarna keek de dermatoloog er goed naar en besloot dat ik twee biopten moest laten nemen uit mijn bovenbeen. Weer naar een ander kamertje voor foto’s en een afname van de biopten. De verdoving werkte niet meteen waarom het nog best wel even zeer deed. Eén biopt ging naar de microbioloog. En de andere werd door de patholoog op kweek gezet. Volgende week hoor ik de uitslag van de microbioloog.… Het onderzoek van de patholoog duurt een paar weken. Mocht tóch die parasiet Leishmania overgebracht zijn dan moet ik ook nog bloedtesten laten doen, want die parasiet kan zich via mijn bloed in de lever, de milt en in mijn beenmerg gaan nestelen. In dat geval zal ik óók nog een bezoek aan de tropenarts moeten brengen… Het voordeel is dat de arts-assistent bijna alles weg gesneden heeft. Een geruststellend idee. Maar toch... fingers crossed dat het met een sisser afloopt!

Terwijl ik in de slaapkamer het dekbed op haar bed recht trek en de oplader van haar mobieltje op het hoofdkussen leg, naast de pillenstrip die ze voor het slapen gaan inneemt, ruik ik ineens een aangebrande lucht. Ik loop naar de keuken waar mijn cliënte aan tafel zit te ontbijten en peuter snel met een mes een heel klein pikzwart geblakerd broodje uit de broodrooster. Hij is zo heet dat ik hem in de gootsteen laat vallen. Ik zie dat er blauwe rook in de keuken en huiskamer ontstaat dus ik zet de balkondeur open en ook een huiskamerraam. Dan gaat het rookalarm keihard af… Mijn cliënte wilde zoals altijd een geroosterde boterham. Deze heb ik in de broodrooster gedaan. In de andere gleuf zat kennelijk nog een klein korstje van de dagen ervoor. Vergeten… Na haar tweede geroosterde broodje kwam er zwarte rook uit het apparaat. Ze heeft in haar kleine keukentje geen afzuigkap. Deze keukentjes zijn niet gemaakt om echt een maaltijd op te koken. Meer een gekookt eitje of een kopje soep opwarmen. Mijn cliënte heeft jong Alzheimer en ze woont in een appartement van een verzorgingstehuis. Als het alarm staat te gieren ga ik op haar bed staan om de rookmelder uit te zetten, maar ik krijg het niet voor elkaar. Geen knopje of draaidop. Ik kan ook geen batterijtjes eruit halen. Net als ik dat tegen haar 'schreeuw' wordt er op de voordeur geklopt en komen er twee verpleegsters binnen lopen. Eentje heeft een telefoon in haar hand. De brandweer aan de telefoon. Ik leg de situatie uit, laat het zwartgeblakerde broodje in de gootsteen zien en de verpleegster zegt door de telefoon tegen de brandweer dat de situatie onder controle is. De andere vertelt ons dat niet alleen hier in het appartement het luide rookalarm afgaat, maar door het hele gebouw! Ik stamel duizend excuses. Ik opper dat ik geprobeerd heb de melder uit te zetten. Dat blijkt centraal geregeld te zijn. Ze gaan gauw naar beneden om het alarm te resetten. Mijn cliënte en ik moeten lachen van de zenuwen. Staan nu alle bewoners op de gang? We durven niet te kijken, schamen ons dood… Na zo’n tien minuutjes is het weer stil in haar huis. En in het verzorgingstehuis. Gelukkig. We horen alleen nog het onstilbare, irritante vogelgetjilp uit haar ClockAid die als agenda en wekker dient. Deze is toevallig ook van slag! Het ding staat op de eettafel en haar zussen beheren op afstand haar ClockAid. Er gaat een geluidje af als de hulp in de ochtend komt om te helpen opstarten. Of als ze naar beneden moet omdat de deeltaxi klaar staat om naar dagbesteding, yogales of een wandelgroep te gaan. Het vogelgeluid laat haar ook herinneren dat ze naar beneden moet om te lunchen of avond te eten. Zo kan ze nog lekker zelfstandig leven. De Alzheimer is op haar vijftigste gediagnosticeerd en heel langzaam gaat ze achteruit. Ze heeft geen kinderen en haar echtgenoot is al jong overleden. Met de hulp van mij en mijn collega’s kan ze nog prima van haar bijna zelfstandige leven genieten. Dan moet er alleen niet onverhoeds een rookalarm afgaan of storing in de ClockAid zitten!

zaterdag 23 november 2019

Alumni

Enough, ja right…moeilijk
Pfffft… Oh god!, criminele

- Anthe Rippens

Heerlijk relaxt in onze joggingbroek of pyjama zitten we alle vijf aan de grote eettafel. Het is zaterdagmiddag. De Sint is aangekomen vandaag en ik heb een schaaltje met marsepein, chocola en pepernoten op tafel gezet. De houtkachel staat hard te loeien. De drie grote schoenen ervoor, gevuld met een chocolade letter, even op zij gezet. Regelmatig valt er op de telefoon van onze oudste dochter een pingeltje te horen. Berichtjes vol foto’s van gisteren. Ook filmpjes komen er langs. We genieten lekker na van de intense dag die nu achter ons ligt. Oudste dochter had via-via extra kaartjes voor IBA Graduation ceremony kunnen kopen zodat we met ons gehele gezin de buluitreiking in Rotterdam konden bijwonen. In het nieuwe Luxor theater. Op de uitnodiging stond dat we netjes gekleed moesten komen en we hadden allemaal erg ons best gedaan. Oudste droeg natuurlijk over haar jurkje met hakjes een blauwe toga en een afstudeerhoed. Vooraf droeg ze de kwast aan de ene kant en na de ceremonie, officieel een alumni, droeg ze de kwast aan de andere kant. De sfeer was wat gespannen en opgewonden. Er was iets groots gaande. Dat kon je goed voelen. Omdat twee derde van de studenten uit het buitenland kwam waren er veel ouders uit verre landen ingevlogen. Het Luxor theater sidderde van emoties. Er werden vele familiefoto’s gemaakt. In diverse composities, selfie’s en met diverse telefoontjes en camera’s. Filmpjes werden natuurlijk ook opgenomen. Toen kwam het moment dat wij als genodigden plaats mochten nemen op het balkon. De ruim driehonderd studenten kwamen pas op toen de decaan in stilte binnen was gekomen en alle gasten hadden moeten opstaan. Er kwam ineens luide, opzwepende muziek met een flinke beat uit de boxen en de afstuderende studenten kwamen achter elkaar de zaal inlopen om op de eerste rijen met stoelen plaats te nemen. Het publiek klapte op de maat. Tranentrekkend schouwspel. Een cameraman nam het tafereel op en dat werd direct uitgezonden op een megagroot scherm boven het podium. Op het moment dat onze dochter in beeld verscheen gilden en applaudisseerden wij natuurlijk. Een golf van trots trok door mijn lichaam. Tranen stroomden over mijn wangen. We kregen meerdere speeches te horen en daarna een lachwekkend optreden van de Nederlands-Amerikaanse cabaretier Greg Shapiro (die van het Trump-filmpje van Lubach dat viraal ging) die Nederlanders onder de loep had genomen. Hilarisch en afschuwelijk herkenbaar! Om de beurt werden de studenten op het podium geroepen waarbij hun beeld gelijktijdig werd uitgezonden met hun naam op het scherm. Trotse ouders! Ook werd een simultaan momentje gecreëerd om alle aanwezige ouders, veelal de financiële injectie, te bedanken. De alumni keerden zich om naar de balkons en applaudisseerden voor ons terwijl de spotlights op ons, genodigden gericht werd. Wederom een emotioneel moment. De nieuwe generatie. De nieuwe force to a positieve change zoals de Erasmus zelf graag zegt. Het voelt als een mijlpaal. Een grote verandering. Het voltooien van een periode. Op haar eigen benen staan. Loslaten. Een baan. Financieel zelfstandig. Zoals het destijds ook life changing voelde om je kind naar de kleuterschool te brengen (en die dag herinner ik me als de dag van gisteren op het Amerikaanse schooltje waar diezelfde ochtend de Twin Towers aangevallen werden), zo voelde deze middag nét zo life changing. Dat moment hebben we gevierd met een best bewogen etentje op hetzelfde Rotterdamse Noordereiland als waar het Luxor theater ligt. Sintlootjes werden ook meteen ter plekke getrokken nu we toch allemaal bij elkaar waren. Een emotionele roller coaster die we vandaag heerlijk ontspannen met elkaar afsloten in onze huiskamer.

Op zondagmiddag krijgt onze middelste dochter een schokkend bericht. Haar medestudent die bij haar in de studentenflat woont, heeft net zelfmoord gepleegd. Door uit het raam van zijn studentenkamer te springen. Onze dochter woont op de zesde verdieping, hij op de vierde. Haar beste vriendin woont ook op de vierde en zij licht onze dochter in. Het is verschrikkelijk nieuws. Een paar uur later krijgt ze van de universiteit bericht dat alle colleges die maandag gecanceld zijn. Ons kind blijft nog een nachtje thuis slapen. Ook alle festiviteiten omtrent het jubileum van de studentenvereniging zijn afgebroken. Bij de bewuste fietsenstalling is alles afgezet. Politie. Er is na de val nog een traumahelikopter geland. Zo treurig allemaal. Wanneer ze op maandagmiddag thuis komt ziet ze studenten bij de fietsenstalling bij elkaar op de grond zitten. Lichtjes aan, bloemen erbij gelegd. Ze kan het niet aan. Die avond eten er een paar vriendinnen mee op haar kamer. Het is fijn om het gevoel te delen. De jongen zocht naar een manier om te ontsnappen aan de ‘pijn’. Als een pijnkreet. Het merendeel van mensen die suïcide pleegde, had het vooraf bekendgemaakt. Deze jongen had ook uitgesproken dat hij ongelukkig was. Door de doodswens ter sprake te brengen, trekt iemand aan de bel. Toen ik in Paramaribo was deze maand was er een meisje van veertien jaar die zich op maandagochtend verhangen had in de gymzaal. Van het schooltje naast de bank waar haar moeder als schoonmaakster werkte. Wij hoorden het meteen van de man van mijn vriendin die op deze bank werkt. Zulk nieuws komt zó binnen. Ik stel me meteen voor hoe de moeder gedag zei tegen haar enige dochter en dat ze haar vanmiddag weer zou ophalen…. Wat is er in dat koppie van dat meisje omgegaan? Ze was klaar met vechten. Ze zag geen andere oplossing meer. Haar moeder bleef achter met wel duizend vragen. Haar meisje zag geen mogelijkheid meer om op de huidige manier verder te leven. Vaak is het verlangen naar een ander leven sterker dan het verlangen om perse dood te zijn. Dat het kind alleen met dit verdriet heeft rond gelopen… Op praten over zelfdoding rust vaak een taboe. Op erover schrijven eigenlijk ook. Toch, maak het bespreekbaar. Maar niet alleen dat: maak zelfdoding vooral bespreekbaar zónder je mening te geven.

zaterdag 16 november 2019

Familie

My dad was born in the year of the Kristallnacht, I when the Wall was built, my son Marc when it came down, my son Max when the EU ended the divide. Peace and freedom; let’s pass it on to the next generations.
- Frans Timmermans

In mijn mailbox verschijnt een uitnodiging van de school van onze jongste dochter. Voor een lezing van Frans Timmermans die een boek overhandigd krijgt door schrijfster Miriam Guensberg. Zij heeft het boek “Helden. Zonder vaderland” geschreven over haar vader, een Poolse bevrijder van Breda. In eerste instantie zag ik niet meteen de link tussen de eurocommissaris en de half-Poolse schrijfster, maar dat werd gaandeweg de avond heel duidelijk. Allereerst woonden de opa en oma van Frans Timmermans aan de Haagweg in ons dorp. Na de bevrijding van Breda, nu precies 75 jaar geleden, hadden de ouders van zijn vader Poolse strijders ingekwartierd in huis. Net zoals vele Bredase gezinnen trouwens. En tevens zoals de ouders van mijn cliënt die dat onlangs met mij deelde. De Polen hadden voor de toen 8-jarige vader van Frans soldatenlaarsjes en een uniform op maat gemaakt zodat hij elke ochtend mee op appel kon komen. Hij was hun mascotte. Nu zijn vader dementerend is weet hij nog precies wat hij moest doen tijdens dat appel. De Poolse soldaten beloofden zijn opa en oma destijds dat ze terug zouden komen zodra ze thuis in Polen alles op orde hadden. Geen van de soldaten is ooit terug gekomen… Polen bestond namelijk niet meer na de oorlog. Ingenomen door communist Stalin. Vandaar de woorden in de titel van het boek ‘zonder vaderland’. En vandaar dat er nog zoveel Poolse families in Breda wonen… Voordat de lezing start komen er officiële foto’s met namen van Poolse bevrijders op een groot scherm voorbij. Een Poolse violist speelt er prachtige, stemmige muziek bij. Achter de schermen leest de schrijfster passages uit haar boek voor. We luisteren naar haar stem. Schoolrector Gijs vertelt trots over de rol van de school tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hún tekenleraar Paul Windhausen, een Nederlands schilder en tekenaar raakte tijdens de oorlog met een collega-leraar van school betrokken bij het verzet. Samen met de andere leden van deze verzetsgroep werd Windhausen bij een overval door de Duitsers om het leven gebracht. Drie weken voordat Breda werd bevrijd. De straat waar de school aan ligt is naar hem vernoemd. De Duitse tank die de Poolse bevrijders aan de stad Breda schonken staat nog steeds als een stille getuige voor de school. Frans Timmermans, eerste vicevoorzitter van de Europese commissie, trekt vanavond deze geschiedenis naar het nu. Hij vertelt dat we de jonge generaties bij deze geschiedenis kunnen betrekken door verhalen te blijven vertellen. En verhalen te blijven vragen aan de generatie die de oorlog nog meegemaakt heeft. Dat is precies de generatie van mijn cliënten. En ik laat ze graag vertellen over hún oorlogservaringen. Frans vindt dat we vooral naar het begin van de oorlog moeten kijken. Hoe Hitler in heel korte tijd een volk als de Duitsers - die net zo’n opvoeding met normen en waarden van hun ouders hebben gekregen als wij Nederlanders - naar een situatie kon brengen van haat en afkeer. Om dat ándere volk te kleineren en uiteindelijk te vernietigen. De essentie van dit soort geweld is dat het geworteld is in de diepste krochten van de menselijke ziel. Op dit moment hebben we bijna zo’n zelfde situatie in Europa met de moslims. Door te blijven praten en te luisteren naar hun verhalen moet zo’n situatie als toen voorkomen worden. Hij stelt voor dat Nederlandse scholen bijvoorbeeld een zusterschool in Polen kunnen zoeken om leerlingen uit te wisselen. Te luisteren naar elkaars geschiedenis en verhalen. Ik was tot tranen toe geroerd toen de rector van de school dezelfde avond afsloot met de belofte dat hij dat écht ging doen. Frans beloofde dat hij bij het eerste bezoek van Poolse leerlingen op school een lezing zou komen houden. Paul Depla, onze burgervader, beloofde ook spontaan daarbij aanwezig te zijn. Ze kregen een heel groot applaus!

Mijn zus kwam met haar nieuw uitgebreide familie vorige maand bij ons eten. Plots hadden we geen stoelen voldoende rondom de eettafel. Aan de eettafel ligt het niet. Deze is gemaakt van drie meter hoge Mexicaanse, koloniale deuren. We hebben gewoon een eetstoelen tekort. Ik had het creatief opgelost door de van steigerhout gemaakte tuinbank naar binnen te sjouwen. Voor de knusheid had ik er een schapenvel uit onze slaapkamer overheen gedrapeerd. Zo konden we heerlijk met z’n elven rondom de tafel zitten. De meiden vonden de bank zo fijn in huis dat de tuinbank na het bezoek bleef staan. Na mijn thuiskomst uit Suriname vond ik het wel welletjes. Dat ding moest weer naar buiten. De stoelen op hun plek. Manlief kwam echter met een veel beter idee. Hij wist nog precies hoe hij de tuinbank ooit zelf had gemaakt. Hij ging een replica maken, maar dan ietsje kleiner zodat hij onder de eettafel geschoven kan worden. Samen begaven we ons naar de bouwmarkt voor steigerplanken. Geen ruwe dit keer, maar wit gelakte. We wilden wederom vachtjes op de zitting dus gingen we in eerste instantie op zoek naar een ander schapenvel. Had jongste dochter niet gezegd dat ze jeuk kreeg van de schapenpels? Ze kan niet tegen schapenwol. Wol zelf geeft alleen geen allergische reactie. Het is het natuurlijke wolvet, lanoline, dat een allergische reactie kan veroorzaken. Niet alle wolsoorten bevatten gelukkig lanoline. Alpacawol bevat bijvoorbeeld geen lanoline. Wij hebben een aantal alpaca vachtjes in huis. Ooit meegenomen uit de hoge Andes in Peru. Om haar zitcomfort te geven kozen we nu voor twee geitenvachtjes. Onze jongste, enig thuiswonende dochter, zal tenslotte het meest op de bank plaats nemen om haar huiswerk aan de grote eettafel te maken. Manlief begon meteen na thuiskomst van de bouwmarkt in de tuin te zagen en te timmeren. Lekker in het zachte licht van het herfstzonnetje, tussen al het gekleurde blad aan de bomen en op het terras. Binnen een paar uurtjes was het bankje klaar. De volgende dag spoten we de zaagsneden nog wit, nietten we de twee vachten vast aan de zitting en bevestigden we vilt aan de onderkant van de pootjes. Ons nieuwe, zelfgemaakte meubelstuk was klaar! Samen met de monoprint-afbeelding die ik in Paramaribo gekocht had van een kunstenaar die een expat koffieochtend kwam opluisteren, lijkt het nu of we een nieuw interieur hebben. Go with the flow. Ik was totaal niet van plan om iets te veranderen in ons interieur en nu is het tóch spontaan gebeurd. We zijn sowieso klaar voor het uitgebreide familie Kerstdiner bij ons thuis, volgende maand!

zaterdag 9 november 2019

Tropengevoel

Be brave. Take risks. Nothing can substitute experience.
– Paolo Coelho

Een best grote groene leguaan loopt langs de waterkant. Hij is ongeveer een meter lang. Kleine gifgroene hagedissen zien we ook over de tegels bij het zwembad lopen. Ik krijg altijd een fijn tropengevoel als ik zulke beesten rond zie wandelen. Mijn vriendin en ik zitten aan de oever van de Suriname rivier. In een luxe wellness resort. Allebei een bordje met een lekkere lunch voor ons. Een zacht briesje komt van het water. De luie ochtend hebben we besteed aan dobberen in het zwembad, aan een vers passion fruit sapje nippen aan de poolbar en van een heerlijke massage. Een massage van een uur. Vooraf gaf ik aan de masseuse door dat ik niet van een stevige massage houd. ‘Dat weet ik, dat zeggen jullie altijd’ zegt de stevige, donkere vrouw. Ze is een marron, afstammeling van de weg gelopen tot slaafgemaakten. Zij bedoelt met ‘jullie’ blanke mensen. De massage is heel ontspannend. Het is trouwens wel degelijk anders, een massage in Suriname. Ik moet met ontbloot bovenlijf op de massagebank gaan liggen. Zonder een verhullend handdoekje voor mijn borsten. Als mijn achterkant helemaal met olie gemasseerd is mag ik me omdraaien, wederom zonder een handdoekje ervoor. Mijn buik wordt zacht gemasseerd, dit heb ik nog nooit meegemaakt! Later hoor ik van mijn vriendin dat zelfs haar borsten gemasseerd zijn! We giechelen erom. Waar ik écht van genoot was de langdurige massage van mijn hoofdhuid. Beetje trekken aan mijn haar. Rondjes masseren. Ook ging ze mijn haar vlechten. Heerlijk. Ik herinner me een meisje, van mijn vorige keer in Suriname, vier jaar geleden. In de marrondorpjes langs de rivier, diep in de jungle, was dat meisje dat mijn lange haar fantastisch vond. Ze kon het avonden achter elkaar kammen en vlechten. Genieten! Na de massage hebben we even in de tropische zon liggen zonnebaden, maar dat was al snel te heet. Aan de poolbar bestelden we iets kouds te drinken, zittend in het zwembad. Benen bungelend in het lauwe water. Boek mee. Uitgerust. Een beetje meer de ideale versie van mezelf. Superrelaxt!

Wanneer mijn vriendin en ik een paar uur voor vertrek op het broeierige Zanderij arriveren en buiten nog even samen op een bankje plaats nemen, kijken we beiden naar de drie schattigste kindjes van Suriname en hun typisch Surinaamse oma. Grote tienerzus maakt fotootjes van het viertal. Als de gezellig dikke oma ziet dat er een plaatsje vrij is aan ons tafeltje neemt ze plaats. Ze vertelt dat ze op haar zeventiende naar Nederland kwam voor haar opleiding tot vroedvrouw. Ze was getrouwd met een Fries en heeft vijfendertig jaar lang in Nederland gewoond. Toen haar man overleed en haar twee kinderen groot genoeg waren is ze terug gekeerd naar Suriname waar ze nu veertien jaar woont. En opnieuw getrouwd is. Haar dochter woont in Almere. Ze is op de luchthaven om afscheid te nemen van haar drie kleinkinderen die voor ‘t eerst naar Nederland vliegen. Onder begeleiding van een stewardess, want oma is net geopereerd en mag niet vliegen. Hun grote tienerzus blijft in Suriname om haar school af te maken. Als we een tijdje gepraat hebben vragen de kinderen of ik ook ga vliegen. Ik zit zelfs bij ze in het vliegtuig. Voor ik het weet hoor ik oma serieus tegen ze zeggen dat ik hun nieuwe ‘tante Anja’ ben en op ze zal letten. Dat ze naar mij toe kunnen lopen als er iets aan de hand is. En voegt ook streng toe ‘dat ze lief moeten zijn hoor’. Ik lach ze allemaal geruststellend toe. Als ik in de wachtruimte loop zie ik ze al zitten met z’n drietjes op een rij, drie hummeltjes vol verwachting. Ze staan op zodra ze me zien en zwaaien uitbundig. Ik ga bij ze zitten en ze hebben honderd vragen over het vliegen en over Nederland. Ze vertellen me ook dat ze op oma’s boerderijtje woonden met twee koeien, een varken, honden en katten. Oma had me al verteld dat er dagelijks apen komen kijken bij hun huis in Para (niet ver buiten Paramaribo) en dat ze ook vaak luiaards zien. De mooi gekleurde kindjes vertellen dat ze voor het eerst naar Nederland gaan. En dat het daar héél erg koud is. Ze dragen nieuwe joggingpakjes en schoenen. Ze vragen me of de piloot ook gaat slapen wanneer zij gaan slapen. Ze mogen in het vliegtuig de deur van de WC niet op slot doen van hun oma. Ze zijn best zenuwachtig vertellen ze me met rode koontjes. Ik kan het me voorstellen. Zo jong en zonder familie naar zo’n ver land vliegen waar je moeder je dan opwacht, die je voor ‘t laatst drie maanden terug hebt gezien. Oma achterlaten en in Nederland gaan wonen. Oma moest heel erg huilen bij het afscheid. Een stewardess brengt ze naar het vliegtuig, maar eerst komt ze terug rennen om me te vertellen in welke stoelrij ze zitten. Dat hadden de kindjes haar gevraagd, ik had ze namelijk beloofd om bij ze te komen kijken. Zodra ik het vliegtuig instap springen ze enthousiast uit hun stoelen. Ik zit echter een flink stuk verderop. Na het eten ga ik bij ze kijken. Ze liggen alledrie buiten westen, helemaal tegen elkaar aan liggend. Erg schattig. De volgende ochtend loop ik weer even langs. De jongste slaapt nog, de andere twee hebben ontbeten. Ik help ze de film Lion King op te zetten. Over een uurtje landen we. Ik mag al snel het vliegtuig verlaten en heb geen bagage ingecheckt. Zij lopen met personeel van TUI mee. Ik kijk nog even bij de lopende band met koffers. Ik zie ze niet. Ik wens deze lieve kindertjes een heerlijk leven bij hun moeder in Nederland.

maandag 4 november 2019

A tropical place

For some reason I only crave fruit when I'm in a tropical place - if it's really hot in the summer or if I go to a tropical island for work. But otherwise I really don't crave it.
- Carmen Electra

Suriname is hot op het moment. In veel kranten en tijdschriften staan artikelen over dit tropische land dat vroeger tot Nederland behoorde. De geschiedenis van dit land is met Nederland verweven. De arme gezinnen uit Holland die het in Suriname opnieuw gingen proberen in de 19e eeuw. Vruchtbare grond, woningen, vee: alles zouden deze kolonisten krijgen. Maar er was niks. Behalve moeras, muggen en de allesverzengende hitte. De geschiedenis van de slaafgemaakten in de 17e eeuw kennen we allemaal. Dit is de voorgeschiedenis van Suriname. Nu een smeltkroes van geloven en culturen. De moskee die hier vreedzaam naast de synagoge staat is een voorbeeld voor de hele wereld. Om 5 uur in de ochtend heis ik me in mijn kleren. Ik heb er geen last van dat het zo vroeg is, want ik heb nog een jetlag. We vertrekken vandaag voor een dagtour in een korjaal over de Warappakreek. Een door slaafgemaakten uitgegraven kreek die de verbinding maakt tussen de Atlantische Oceaan en de cacao- en koffieplantage Bakkie. We gaan de plantage bezoeken van Marsha en Bas. Hun verhaal staat deze maand in de Happinez afgedrukt. Marsha blijkt via haar voorouders een erfgename van een plantage te zijn. Haar man en zij graven eerst de kreek weer uit en knappen daarna de plantagehuizen prachtig op. Ook de sluizen die door de Zeeuwen gebouwd zijn, en de tuin. Ze openen een hotel, een museum met dingen die in de modder van de kreek terug gevonden zijn en een restaurant op Bakkie. Wij varen vroeg in de ochtend in een uur van Paramaribo over de kreek naar de Atlantische Oceaan. Daar springen we heel kort even uit het bootje om op een wit strandje te kijken en dan moeten we gauw terug vanwege het tij. In die paar minuten ligt de houten boot al bijna op de modder. We varen naar Bakkie. We krijgen Marsha’s verhaal te horen. Ze serveert onze lunch op een heerlijke plek met wat verkoelende wind en daarna krijgen we een rondleiding door de tropische tuin. We horen dat de meeste fruitbomen en medicinale planten helemaal niet inheems zijn, maar ooit zijn meegenomen uit Afrika door de slaafgemaakten. Soms waren de zaadjes stiekum in de haren gevlochten. De verhalen over de hitte, het werk van de tot slaafgemaakten en de lijfstraffen zijn gruwelijk. Sahida, onze fantastische gids, vertelt ze zo levendig dat ik soms tot tranen toe geroerd ben... Het komt zo dichtbij als je nat van het klamme zweet de gebruikte kettingen en tekeningen van de martelingen gewoon voor je ziet liggen. Een zwarte periode.... Na een afscheid van Marsha met een fotootje zijn we weer op de korjaal gestapt. De groep wordt steeds meer één groep en wanneer op de terugweg de rum uit de koelbox komt merk je dat er meer ontspannenheid is. De korjaal vaart dicht langs de mangroven en verwilderde, verlaten plantages. De tropische zon schijnt. Het is op dat moment dat mijn expat-vriendin en ik erachter komen dat de vrouw naast mij een goede vriendin is van onze andere expat-vriendin in Berlijn. Hoe klein is de wereld! Het was vandaag een diepgaande kennismaking met Suriname. Gelukkig ook een wat meer lichtzinnig kennismakingsmomentje met hun keuken. Doormiddel van Surinaamse hapjes en rum die Sahida mee gebracht had op het bootje.

Oh wat heerlijk! In alle rust genieten we van een frisse duik in de kreek. Het inademen van de natuur. Het zachte eind-van-de-middag-licht schijnt door de jungle bladeren. Het water is donkerbruin. Het lijkt wel of je ledematen met jodium ingesmeerd zijn wanneer ze onder water zijn. Mijn warme lichaam koelt lekker af hier. Niet lang daarvoor was ik temidden van een levendige groep met dertig expats en hun kinderen. Op een eco-camping midden in een groot savanna bos. Dit gebied wordt ook bewoond door de indiaanse stammen der Caraïben en Arowakken en door enkele bosrand creolen. Jagen en vissen is hier uiterst verboden. Hierdoor belonen flora en fauna de gasten regelmatig met hun optredens. Omgeven door het spierwitte savannazand vind ik het echt een unieke plek in de jungle. Wanneer we in de ochtend aan komen rijden laden we eerst alle koelboxen, schalen, tafelkleden, barbecuespullen en mandjes uit. We kleden de schaduwrijke ruimte onder het palmbladeren dak gezellig in met alles voor het buffet. Plastic stoelen erbij, hangmatten opgehangen. Het ziet er heel uitnodigend en gezellig uit op deze witte, zonnige plek in de groene jungle. We nemen eerst een frisse duik voordat de meute komt. Echt heel ontspannen. Gelukzalig gevoel. Kort daarna druppelen de gasten binnen. Iedereen neemt iets te eten mee. De barbecue wordt aangestoken. Er hangt een laid-back sfeertje. Ik praat met deze mensen waar ik niemand van ken. Alhoewel ik de dag ervoor met mijn vriendin op een koffieochtend was bij iemand van de Amerikaanse ambassade en daar een aantal van dezelfde mensen ontmoet heb. Dit is het expatwereldje waarin ik me ook jaren begeven heb. ‘Hoe lang ben je al in Suriname? Is dit je eerste uitzending? Waar was je hiervoor? Hoe lang blijf je hier nog?’ zijn de standaardvragen. Ik blend makkelijk in. Zodra iedereen vertrokken is en alles weer opgeruimd en ingepakt is, schenken mijn vriendin, haar man en ik onszelf iets kouds in en gaan we pal naast de kreek zitten. We nemen de dag samen door, het was een groot succes, en plonsen nog een keer met een tevreden gevoel het water in. Een gelukselixer.

Paramaribo - 2 november 2019