zaterdag 29 februari 2020

Spicy

“Skiing is the best way in the world to waste time.”
– Glen Plake

Mijn best saaie, regenachtige zondag werd ineens wat opgespiced toen ik onze Volvo een dag ervoor op Marktplaats te koop had aangeboden. Mijn lief en ik hadden onlangs wat berekeningen op papier gemaakt. Natuurlijk vanwege de komst van de elektrische lease-auto. Conclusie was dat de vaste lasten van de Volvo veel te hoog waren. De zware stationwagon moest de deur uit. En dat gebeurt snel. Ik vulde onze autogegevens in op de website ‘wijkopenautos’ en daar kregen we een gratis taxatie. Een hoge taxatiewaarde kwam eruit. Meteen geprikkeld maakten we op korte termijn een afspraak. Onze auto werd daar getest en gefilmd en vanuit het hoofdkantoor in Amsterdam kregen we een bod per e-mail. Nog minder dan de helft van de online taxatie. Ontgoocheld stopten we direct de procedure. We reden door naar een autohandelaar waar ik online een leuke Alto gezien had. Ik heb al eerder twee Altootjes gehad. De eerste kocht ik ooit voor mijn baan bij Randstad Uitzendbureau en heb ik doorverkocht toen we naar The States verhuisden. Hij werd naar Polen verscheept. De tweede kocht ik toen we terug kwamen uit de The States. Een wit superschatting twee decennia oud autootje! Het rode schakelaartje om de gevarenlichten aan te zetten leek net van Lego. De sloten opende je gewoon met een ijsstokje. Ik zette hem vaak niet eens op slot. Decennia geleden had vrijwel elke auto een choke. Dit autootje ook. En ik heb de accu wel honderd keer laten opladen door aardige Bredanaren omdat die weer eens leeg was. Ik vergat namelijk regelmatig de lichten uit te zetten. Er ging natuurlijk nog geen piepje af wanneer je dat vergat. Dit ‘rugzakje’, zoals we hem lieftallig noemden, heb ik weg gegeven aan een kennis toen we naar Spanje verhuisden. Jaren later kreeg ik van haar bericht dat ze er nog zeshonderd euro voor gekregen had… Mijn nieuwe kleine autootje moest dus weer een Alto worden. For old times sake. De garagehouder wilde echter niks voor onze Volvo terug geven. ‘Daar zijn er teveel van. Teveel waarde. Daar kan ik geen marge op maken.’ Met lege handen keerden we terug naar huis. ‘Dit kan beter’ dacht ik en daarom maakte ik snel in de regen met mijn mobieltje wat fotootjes in en rondom de auto. Ik zette onmiddellijk een advertentie op Marktplaats. Deze werd meteen vele malen gezien en ook bewaard. Hoe leuk vond ik dat om bij te houden! Er volgde een eerste bod. Veel te laag natuurlijk. Er kwam een tweede bod. Om de paar uur keek ik even op de site hoe het ervoor stond. Zo spannend! De dinsdagochtend na Carnaval wilde een bieder uit Breda even langs komen. Mijn voornemen was niet af te wijken van mijn prijs. De aardige man bood echter meer. Verkocht! Hij wilde hem meteen meenemen. Dikke enveloppe met geld had hij in zijn auto liggen. Eerst gingen mijn lief en ik nog één keer samen naar de sauna in deze fijne auto. De volgende dag viel de eerste sneeuw deze winter. Na mijn werk reed ik naar de aardige koper en liet mijn auto achter. Ik liep in een uur naar huis. Sneeuw. Manlief had op dezelfde dag in zijn lunchpauze mijn gewenste Alto gekocht. Deze haalden we eind van de dag samen op. Manlief had af kunnen dingen. Nog voordat ik het terrein afreed zag mijn eega dat er een koplampje stuk was. In mijn achteruit weer terug. Hij werd meteen vervangen. Normaliter gaf de autodealer de koper een bloemetje zei hij. Deze koop ging echter te snel, ik kreeg als goedmakertje een fles ruitenwisservloeistof! Voor het eerst reed ik een stukje in mijn ‘nieuwe’ autootje. Het was flink wennen. Allereerst is het een schakelauto, buitenspiegels moest ik met de hand bijstellen, ik kon mijn arm niet op de console leggen en op de snelweg trilde mijn achteruitspiegeltje. Er gaat maar dertig liter in de benzinetank, koplampen moet ik voortaan zelf aan en uit zetten en ik heb niet eens een dashboardkastje, alleen een diep gat. De rollator van mijn client past niet in het laadbakje achterin. Ook heb ik maar één sleutel meegekregen die niet eens centrale vergrendeling heeft. Het is even slikken. Wat een diva ben ik eigenlijk geworden… Heel binnenkort wordt de laadpaal voor de deur geplaatst. Daarna volgt snel de elektrische auto.

Het coronavirus werd woensdag gedetecteerd in Oostenrijk. Het zijn de eerste gevallen in de Alpen. Het is vooralsnog onduidelijk wat de gevolgen zijn na de eerste coronabesmetting in Innsbruck, dat ruim honderdvijftig kilometer van skioord Flachau ligt. De plek waar onze jongste dochter vorig weekend haar skivakantie met school begon. Ze was met tachtig leerlingen ingeloot om met de gymleraren mee te gaan skiën in de Alpen. Ze heeft een paar dagen les gehad en de rest van de week mocht ze vrij skiën. Ze heeft toen ze heel jong was ook skiles met haar zussen gehad in Tsjechië. We waren daar toen met vrienden aan het skiën. Ikzelf heb mijn eerste skilessen in de Franse Alpen gehad toen mijn lief zijn militaire opleiding volgde. Bijna dertig jaar geleden. Elke dag les terwijl mijn vriendinnetje in een hotel daar werkte. Ik herinner me nog dat de eerste keer uit het liftje stappen met je ski's aan verschrikkelijk eng was. Van de zenuwen besefte ik niet meteen dat ik zelf met mijn ski’s op het plankje stond. Het ging net goed. Een paar jaar later ging ik met een groep collega’s skiën. Ik nam in m’n uppie nog een paar lesjes ter plekke en daar, kun je wel zeggen, heb ik twee traumaatjes opgelopen. De Oostenrijkse skileraar wilde dat we halverwege de trip uit de liftstoeltjes zouden springen. Ik bleef met mijn jas aan het liftje hangen en bewoog langzaam mee verder omhoog. Ik móest er vanaf! Paniek! Gelukkig scheurde mijn jas aan de achterkant waardoor ik zonder blessures nog op de skihelling belandde. Mijn groepje was al weg geskied. Aan het eind van die week heb ik natuurlijk ook samen met mijn zeer ervaren collega’s geskied. Ergens op een hoge piste overviel mijn hoogtevrees me ineens. Iedereen was al beneden en ik ben gewoon gaan zitten. Mezelf proberen bij elkaar te rapen. Uiteindelijk heb ik mijn beiden ski’s afgeklikt en ben beteuterd naar beneden gelopen. In The States heb ik vlakbij ons huis in Massachusetts in de avond geskied. Met een studievriend van mijn eega die bij ons logeerde. Mijn allerlaatste skireis was met ons gezin en vrienden in Tsjechië. Ik zag daar geen diepte meer in de sneeuw. Best gevaarlijk en ik heb toen besloten dat dit de állerlaatste keer voor mij was. Best jammer, want ik vind de sportieve sfeer, het eten op de piste, het buiten zijn in de bergen en après-ski zo gezellig. Hoe enorm geniet ik dan van de sportieve filmpjes en enthousiaste berichtjes van onze jongste die ze afgelopen week stuurde in de gezinsapp. Ze viel, zat onder de blauwe plekken, maar had de tijd van haar leven. Elke dag in de frisse berglucht. Heerlijk! Thuis zaten wij als ouders toch lichtjes zorgelijk het nieuws bij te houden over het coronavirus in de Alpen. Onwetende dat de eerste Nederlandse besmetting zich nog geen veertig kilometer van ons huis aanmeldde…

zaterdag 22 februari 2020

Supersonisch

Consider what kind of car you get. Buy cars and other products that have the least impact environmentally.
- Al Gore

Met een cadeaubon van een van onze gasten op ons grote verjaardagsfeest van vorig jaar reserveer ik een diner aan de haven en een bioscoopje in een megagrote, nieuwe bioscoop. Net buiten de stad. Op de avond van storm Dennis. We gaan lekker op de fiets. Het voorgerecht bij het Turkse restaurant is heerlijk. Allemaal lekkere smeerseltjes op een luchtige Turkse pannenkoek, de gözleme. Om het feestelijk te maken heb ik er een heerlijk zoete cocktail bij besteld. Het is druk in dit restaurant. We geven bij de serveerster aan dat we wat tijdsdruk voelen omdat we ook nog naar de bioscoop gaan, maar dat mag helaas niet baten. Het hoofdgerecht met veel vleesspiesjes komt rijkelijk laat. We weten het goed gemaakt; we nemen de baklava als dessert lekker mee naar huis. Door de storm fietsen we naar de bioscoop en doen er wat langer over. We stappen de zaal binnen als net de aankondiging van de film 1917 begint te spelen. Gebukt lopen we voor het doek langs naar onze gereserveerde stoelen. We vallen meteen in de film. Een mooie film die mijn inziens heel prettig gefilmd is. De camera dwarrelt over een met lentebloemen bezaaid veld. Daar rusten twee soldaten, tot hun meerdere ze aanspreekt en opzadelt met een levensgevaarlijke opdracht. Hoe konden ze de hele film zo opnemen alsof het één shot lijkt? Natuurlijk is er geknipt op zekere momenten in de 119 minuten lange helletocht. Maar de minutenlange scènes gaan zo naadloos in elkaar over dat het mij niet opvalt. Ik vind dat heel fijn kijken. Het lijkt net of je meerent met die twee soldaten door de loopgraven. Er komen geen andere flits-scenes tussendoor. Op een zeker moment wordt de ene soldaat op het slagveld omvergelopen door een collega. In volle vaart. Dat was ongepland, gewoon een figurant met veel adrenaline, vol erop. De regisseur had vooraf gezegd: áls je valt, gewoon verder gaan. Vergeet het acteren – probeer niet te denken. Ik vind het heel plezierig kijken en ik heb me geen moment verveeld. Manlief vond het daarentegen saai. De grootvader van de regisseur was koerier in de Eerste Wereldoorlog, net als de twee hoofdpersonages in de film. Zijn grootvader werd beloond met een medaille. Maar 1917 is geen biografie, stelt kleinzoon de regisseur. Alhoewel ik op het einde wel bij de aftiteling zag dat zijn opa genoemd werd. ’De ziel van de oorlogsherinneringen van mijn grootvader zit wel in de film. Dat hoop ik althans. Wat me is bijgebleven is dat hij nooit verhalen vertelde over heldendom en moed, maar over geluk en toeval. Hoeveel mazzel hij had dát hij het overleefde.’ Door harde windstoten van storm Dennis moesten wij op de fiets weer terug naar huis. Bakje met Turkse baklava in mijn fietskratje. Een lange, barre fietstocht door maar liefst zes Bredase wijken. Maar het was gelukkig droog en helemaal niet koud.

Mijn eega heeft eind van vorig jaar geprobeerd met spoed een Tesla te bestellen als lease-auto. Zodat we weinig bijtelling aan de belasting zouden betalen om privé in de auto te rijden. Dit was mislukt. De bestelde auto wordt volgende maand pas geleverd. Omdat er vorig jaar spoed bij was had hij bij de bestelling doorgegeven dat de kleur en het interieur niet belangrijk waren áls de auto maar in 2019 geleverd zou worden. Vanwege dat belastingvoordeel. Met als gevolg dat we nu een lelijke, spierwitte elektrische auto krijgen. Terwijl ik gezien heb dat er best prettige kleuren Tesla’s rondrijden… Ik had ook geen idee wat voor model hij eigenlijk besteld had. We hebben trouwens ook helemaal geen proefritje gemaakt. Ik heb zelfs nog nooit een Tesla van binnen gezien. Hij zelf ook niet volgens mij. Ik vind het doodeng met al die geavanceerde techniek. Een computerscherm waar alles op moet gebeuren… Hij kan automatisch rijden van oprit tot afrit op de snelweg. Inclusief knooppunten en het inhalen van andere voertuigen. Oh my God! Ook zelf fileparkeren en haaks parkeren. En je kunt hem zelfs onbemand laten voorrijden! Ik vind het zó onwerkelijk. Dit jaar wordt er ook nog verwacht dat hij kan reageren op verkeerslichten en stopborden. En automatisch kan rijden op straten binnen de bebouwde kom. Kun je je voorstellen dat ík daar in ga rijden? Ik, die vorig jaar speciaal precies hetzelfde model Volvo heb terug gekocht zodat ik geen nieuwe gebruiksknopjes hoefde aan te leren? Van manlief had ik, dacht ik, begrepen dat we model X krijgen. Op zondagochtend wanneer hij aan het sporten is en ik met twee dochters in de huiskamer zit te lezen stuit ik op een krantenartikel over Tesla. Het gaat er over dat Tesla tien jaar lang beschimpt werd als zorgenkindje van de auto-industrie: eigenwijs, opstandig, verlieslijdend. Maar nu dus de grootste fabrikant van elektrische auto's is en waardevoller dan Volkswagen en Daimler samen. Er staan wat fotootjes bij het artikel. Uit nieuwsgierigheid kijk ik naar model X. Uit angst slaak ik een gilletje! De meiden komen meteen kijken. ‘Dit wordt onze nieuwe auto!’ gil ik ontzet uit. Op de foto staat een futuristische auto waarvan de deuren omhoog openen als vleugels. Van schrik fantaseren we er meteen op los. Ik die mijn cliënten, oudjes uit de oertijd, in deze supersonische auto laat instappen met deuren die omhoog open gaan. We komen niet meer bij van het lachen. Ik die bij de supermarkt op vrijdagochtend mijn robot-auto voor laat rijden om mijn grote shoppers in te laden. We lachen ons rot. Als manlief thuiskomt blijkt dat we helemaal niet model X krijgen, maar model 3. De best verkochte auto in Nederland. Het enige gewone aan deze auto is dus het stuur én de deuren die normaal ouderwets opengaan.

zaterdag 15 februari 2020

Na de storm

Take long walks in stormy weather or through deep snows in the fields and woods, if you would keep your spirits up. Deal with brute nature. Be cold and hungry and weary.
- Henry David Thoreau

Het is zondagochtend en het eerste dat ik doe als ik beneden kom in mijn ochtendjas is op slippertjes onze beiden auto’s onder de beukenboom vandaan rijden en op een grasveldje vlakbij parkeren. De eeuwenoude boom verliest nog wel eens wat grote takken bij storm. Om ellende voor te zijn verplaats ik de auto’s naar een veilige plek. Ook schuif ik de vier vuilcontainers tegen de muur aan, die nikswegende bakken vliegen vanavond anders de lucht in. In de achtertuin stapel ik de plastic tuinstoeltjes op en zet ze in de garage. De bezem erbij. Na mijn ontbijtje ga ik hardlopen. Niet in het bos natuurlijk. De zuidwesterstorm geselt Brabant. Ook het Mastbos krijgt er van langs. Bomen die omwaaien, takken die afbreken. Heen loop ik tussen de weilanden tegen de stevige wind in, het is te doen. Op de terugweg word ik door windvlagen vooruit geduwd. Grote passen. Mijn lief die naast me fietst schiet vooruit. Bladeren dansen over de weg. Als een blad mijn gezicht raakt tijdens een rukwind doet het echt zeer. Thuis houdt middelste dochter angstvallig de treinen naar Middelburg online goed in de gaten. Wanneer we halverwege de middag op het journaal horen dat de treinleidingen tussen Breda en Tilburg door de storm losgeschoten zijn zien we dat als startschot om kind snel op het station af te zetten. In Zeeland zou de windkracht nog sterker zijn dan in het binnenland was voorspeld. Ciara is de naam van de lieve Italiaanse vriendin van onze oudste dochter. Maar zo lief is Ciara dus niet. Alle alarmbellen zijn afgegaan. Storm Ciara is op zee al sterker dan in eerste instantie is voorspeld. Middelste dochter loopt op het station helaas tóch vertraging op. Ze had niet langer moeten wachten. Ze komt gelukkig veilig aan in haar studentenflatje. Ciara is de eerste stormnaam in Nederland. Het geven van namen aan stormen maakt mensen bewuster van de risico’s. Best logisch. Het KNMI kondigde om de haverklap code oranje en rood aan dat iedereen ondertussen zijn schouders ophaalt bij de zoveelste code geel. Deze avond valt het inderdaad allemaal nog wel mee. Het gaat regenen, maar de storm giert niet met hoge windkracht om het huis. Ik denk terug aan halverwege de jaren ’70 toen ik een jaar of zes oud was. Ik woonde met mijn ouders en zusje in de stad Groningen en mijn vader had houten latten voor de slaapkamerramen getimmerd. Sponsen ertussen geklemd. Enkelglas natuurlijk. Het mocht niet baten, er sneuvelde één raam door de flinke storm. Toen mijn lief en ik student waren en op een koopavond bij warenhuis Vroom&Dreesman werkten vlogen op de Amsterdamseweg in Amstelveen de dakpannen rondom onze fiets. Echt gevaarlijk. Eenmaal in de winkel bleek dat deze ging sluiten. Er was kennelijk op de radio gewaarschuwd niet de weg op te gaan… Dat zou in deze tijd natuurlijk nooit meer gebeuren met het bestaan van mobiele telefoontjes. De meest recente heftige storm die ik me herinner was toen ik zwanger was van de jongste en er werkelijk een grijze, tollende tornado op de Bredase Grote Markt afkwam waar mijn lief en ik romantisch op een terrasje zaten te eten. Verschrikkelijk eng was het. Toen we niet veel later onze twee dochtertjes ophaalden bij mijn oppassende vriendin was daar in de straat een dikke, oude boom omgewaaid en bovenop een dak terecht gekomen. Grote schade. Om de hoek had een grote boom een auto geplet. Doodeng. Deze vroege maandagochtend word ik wakker van enorme windstoten. Zware regenbuien slaan luidruchtig tegen de zolderramen. Ik vind storm Ciara nu heftiger voelen dan gisteravond, ook al trekt ze nu langzaam weg. Door de harde windstoten geldt nog steeds code geel in de ochtendspits. Onze sterke beukenboom staat parmantig voor ons huis. Hij heeft de zoveelste, onstuimige storm overleefd!

Middelste dochter had zich maanden geleden aangemeld voor een student exchange met Singapore. Of Nieuw-Zeeland. Aankomende maand zou ze eindelijk horen of ze geplaatst zou worden. Deze procedure loopt niet rechtstreeks via haar universiteit in Middelburg, maar via een kantoortje op de universiteit van Utrecht. Officieel staat ze ook op de universiteit van Utrecht ingeschreven. In Middelburg staat als het ware een dependance. En als iets niet rechtstreeks gecommuniceerd wordt kan er iets misgaan. Zo hoorde ze dus veel later dan de studenten in Utrecht dat ze niet op exchange mag naar haar geliefde top drie. Een paar dagen later dan de rest ontving dochterlief een mail met de opties die nog open waren. Ze maakte snel een top drie 2.0 en stuurde deze hoopvol naar het kantoortje in Utrecht. Ze was tenslotte dagen later met reageren dan de rest. Heel opgelucht was ze dat haar nummer één 2.0 nog vrij was. Er werd haar gevraagd te bellen naar het kantoortje. Er waren nog heel kort wat twijfels voordat ze durfde te bellen, want als ze ‘ja’ zou zeggen dan was die plek meteen voor haar. Spannend! Onze gezinsapp stond roodgloeiend! Iedereen had z’n zegje. Nogmaals naar het collegeaanbod gekeken. Perfect passend bij haar afstudeervak. Ze heeft dus gebeld. Alleen nog afhankelijk van een bevestiging vanuit de andere universiteit gaat ons kind deze zomer naar The States verhuizen. Naar de staat Oklahoma! De staat die ook wel bekend staat als Sooner State. Naar kolonisten die zich sooner konden vestigen in de staat om land wat tot de indianen toebehoorde te claimen. Ikzelf ken Oklahoma eigenlijk alleen van de tornado’s. Extreem weer. De zomers daar duren maar liefst vier maanden en zijn warm. Hittegolven met maxima van meer dan veertig graden kunnen voorkomen. De winter maakt dochterlief ook mee, en begint eind november. Overdag komt vorst daar bijna niet voor. Wel sneeuw. Ze mag, als Amerikaanse, zelfs stemmen in november! Vlak voor Kerstmis heeft ze haar vakken afgerond (mits ze alles haalt). Ik zit al stiekem met de gedachte te spelen om na zeventien jaar terug naar The States te vliegen…met Kerstmis.

zaterdag 8 februari 2020

De kracht van de winter

"The thing everyone should realize is that the key to happiness is being happy by yourself and for yourself.”
- Ellen DeGeneres

Oneindig lang duurde dit jaar mijn januarimaand… Vier weken lang somber en grijs weer. Geen enkel vrolijk, maagdelijk wit sneeuwvlokje dwarrelde uit de hemel. Geen vrieskou waarbij je snakt naar een kom warme chocomel tussen je bevroren handen. Van schaatsen en koek-en-zopie kwam het niet. Alleen een aaneenrijging van saaie, regenachtige, veel te warme dagen. Warm weer betekende niet eens dat er veel zon was. Het aantal zonuren ligt in een gemiddelde januarimaand op 62 uur, afgelopen maand mochten we slechts 46 uur van het winterzonnetje genieten. Ik heb een stevige winterdip opgelopen. Ik herinner me nooit eerder zo’n dip als dit jaar. Het komt zéker omdat we deze winter niet avontuurlijk gereisd hebben. Het komt ook zéker omdat ik nog geen grote reis gepland heb waar ik naar uit kan kijken. Juist de reis van aankomende zomer zou een grote, verre en avontuurlijke reis worden van een maand lang. Van voorpret kun je enorm opknappen. Ook al duurt het nog even, te weten dat ik in de zomer ga reizen met mijn gezin, zou nu al een hoop kunnen doen voor mijn stemming. Het reizen lijkt allemaal in het water te vallen door dat coronavirus. Ik word er niet gelukkiger van… Ik zet elke week een bos verse, gekleurde bloemen in een vaas op tafel. Om mijn humeur wat op te vrolijken. Op korte termijn heb ik mezelf en mijn lief getrakteerd door op een doordeweekse dag vrij te plannen. Het jaar is net begonnen, dus er kon wel een vakantiedagje af. Onszelf een dag gunnen die helemaal openligt, waar je mee kunt doen wat je wilt. Naar de sauna dus. Ik heb voor ieder twee massages geboekt. Een diner erbij. Dit geeft mij wel wat energie. Ik kijk er enorm naar uit. Gezelschap kan je ook een ontzettende opkikker geven. Nu zie ik veel oude mensen voor mijn werk die ik gezelschap houd. Ook zie ik mijn vriendinnen regelmatig voor een lunch of een bioscoopje. Maar een avondje écht lachen en een goed gesprek doet goed. Dus plande ik de allereerste zaterdagmiddag van februari impulsief een etentje voor dezelfde avond in Rotterdam. Met onze oudste dochter en haar Spaanstalige novio. Mijn eega en de andere twee dochters hadden er ook zin. Zo gingen wij spontaan eten bij restaurantje ‘De smaak van Afrika’ in het moderne Rotterdamse, drukke uitgaanscentrum. Het bleek ook nog International Film Festival in Rotterdam te zijn. Het overweldigende aanbod van films trok natuurlijk veel mensen naar de stad. Onze reservering via een website was helaas niet doorgekomen, maar gelukkig konden ze wat schuiven met tafels en ineens zaten we tóch met z’n zessen aan tafel. We aten allemaal enjera met gekruid vlees of iets pikants met kikkererwten. Helaas dacht ik bij het bestellen niet aan mijn tong met wondjes dus ik kon er nauwelijks van genieten. Met als gevolg dat mijn maaltijd alleen uit kale stukjes ‘pannenkoek’ bestond met soms een gepikt stukje vlees van mijn oudste. Een toetje konden we beter niet bestellen, want het was er beredruk en ze waren maar met z’n tweetjes om te bedienen. Het mocht de pret allemaal niet drukken. We stapten op en zochten online een ijssalon die - daar eenmaal aangekomen - toch gesloten bleek te zijn. We zijn natuurlijk niet voor één gat te vangen dus liepen we door naar MacDonalds waar we onszelf trakteerden op een McFlurry. Toevallig hetzelfde MacDonalds restaurant waar ik drieëntwintig jaar geleden kotsmisselijk, zwanger van de eerste, ook iets at om met mijn echtgenoot te winkelen in de beroemde koopgoot. Ondanks alle tegenslagen vonden we het allemaal een geslaagde, gezellige avond. Ik kan er weer even tegen aan. Ook merk ik dat de dagen weer wat langer worden. Gelukkig! Goddank had ik ook een heerlijke Netflixserie met twee seizoenen gevonden waar ik echt van genoten heb. En wat mij altijd helpt om uit een dip te klimmen is rennen door het bos. Sinds de feestdagen ren ik gelukkig weer pijnloos elk weekend een rondje van vijf kilometer. Soms door het bos en soms langs het bos door de weilanden. Met frisse moed het nieuwe jaar in. Gelukkig is januari voorbij…

In de buurt van ons huis ligt al maanden een grote doorgaande straat naar het Bredase centrum open. Een grote zandbak. Er worden omleidingen weergegeven met de bekende grote gele borden. Ik denk dat die straat, na drie maanden afgesloten geweest te zijn, precies drie weken open was en nu is de straat tot eind april wederom afgesloten voor verkeer. In onze stad worden projectmatig oude rioolleidingen vervangen, bomen vervangen en wegen opnieuw bestraat of geasfalteerd. De wegopbreking ligt dicht bij ons huis. Ons buurtje is aan de beurt. De vervangende lease-auto van mijn lief wordt een elektrische. Vooraf moet er een paal geplaatst worden waar de auto aan opgeladen kan worden. Dit gebeurt op onze oprit. De kabels moeten van ons huis onder de oprit door naar de oplaadpaal gelegd worden. Dus hebben we besloten onze oprit, die nog steeds met de oude grindtegels uit de jaren ’70 bestraat is, meteen maar te renoveren. Die omgekeerde grindtegels liggen inmiddels schots en scheef door het parkeren van onze auto’s en natuurlijk de hippiebus die zes maanden per jaar daar geparkeerd staat. Er ligt na elke regenbui een enorme plas waar we overheen moeten springen. Dus heb ik ineens een werkplan, een tuinproject, waar aan gewerkt moet worden. Waar mijn aandacht voor nodig is. Dat werkt goed voor mijn humeur merk ik. Ik begin als eerste met een brief aan de gemeente met de vraag wanneer ze ons straatje ingepland hebben voor het vervangen van rioolleidingen. Dat is van belang omdat we door willen bestraten tot aan de openbare weg. Er heeft altijd grind gelegen. Ook bel ik twee verschillende hoveniers die tuinen en sierbestrating aan kunnen leggen. Voor de complete offerte plan ik een dagdeel in dat lief en ik bij een sierbestrating bedrijf gaan kijken, en later bestellen. Ter voorbereiding en inspiratie bekijk ik vele fotootjes op Pinterest. Ik heb iets leuks om naar uit te kijken. Ik ben bezig en daar word ik zo blij van!

zaterdag 1 februari 2020

Olok met ziel

Vraag naar verre reizen neemt af door coronavirus.
- Paul Eldering

Er staat een stoere safaribus voor het museum Volkenkunde in Leiden geparkeerd. Mooie Mexicaanse, felgekleurde kleden er overheen gedrapeerd. Een loper is uitgelegd naar de deur van het museum. Wanneer we er overheen lopen zien we prachtig thematisch gedecoreerde poortjes. Azië, Midden-Oosten, Afrika, alles komt voorbij. Het is heel druk in het museum. We laten onze entreebewijzen zien en krijgen een sticker van een bekende reisorganisatie op onze kleding geplakt. Er klinkt inheemse muziek uit een van de zalen. Er kruipt een oranjekleurige Chinese leeuw al dansend van de trap om het Chinees Nieuwjaar te vieren. Ik wilde graag eens naar informatiedagen over reizen. De eerste keer in mijn leven dat ik inspiratie wil opdoen op een markt met tentoonstellingen van verschillende landen en culturen. Normaliter boek ik onze rondreizen zelfstandig. Ik zoek altijd naar plekjes waar weinig toeristen komen. Weg van de gebaande wegen. Mijn lief en ik vieren dit jaar onze zilveren bruiloft en willen een maand rondreizen met ons gezin. Met z’n vijven hebben we diverse continenten en landen als potentiële bestemmingen besproken. Het moest voor ons alle vijf de eerste keer zijn om de bestemming te bezoeken. Het viel niet mee moet ik toegeven. Onze keus viel op Colombia, vooral dat deel dat aan de Caribische Oceaan gelegen is. We zijn wel eens op de luchthaven in Bogotá overgestapt, dat telt natuurlijk niet mee. De drie personen met een vaste baan hebben vorig jaar al vrij gekregen voor de vier reisweken. Alles in kannen en kruiken zou je denken. Toch is er wat tussen gekomen. Middelste dochter heeft zich afgelopen zomer opgegeven voor een uitwisseling tussen universiteiten. Haar nummer één en nummer twee liggen beiden in Singapore. Ze hoort in maart welke plek het zal worden. Het studiejaar begint daar begin augustus. Midden in onze reis. Nog geen man over boord. We kunnen ook naar de Filipijnen afreizen, dochter na twee weken afzetten in Singapore en nog een stukje Vietnam eraan vast plakken. Ik heb het zelf niet zo op Azië, maar daar kan ik me overheen zetten als we dan toch een maand samen kunnen reizen. Het andere waar ik me zorgen over maak is het coronavirus. Het virus grijpt om zich heen in Azië. Is het voor dochterlief überhaupt veilig om zes maanden in zo’n grote, dichtbevolkte stad als Singapore te zijn? Willen wij een maand rondreizen door Azië? Dus zijn we de laatste dagen weer terug bij ons oude idee om naar Zuid-Amerika te reizen. Het Colombiaanse Cartagena. Ons doel op de reizigersmarkt in het museum is dus inspiratie op te doen over Colombia. We beginnen deze middag bij een filmvertoning over reizen in Zuid-Amerika. Het was een teleurstelling. De landen die ze ons lieten zien hadden we bijna allemaal al bezocht. Traditionele markten in Mexico, Peru, Cuba en Guatemala waar we min of meer dezelfde foto’s geschoten hadden als ze in deze film lieten zien. Het eten dat we niet mochten missen hadden we reeds geproefd. We wilden reistips over Colombia, de mooiste plekjes daar. Ze lieten het niet zien. Teleurgesteld liepen we tijdens de film al weg. We liepen nu hoopvol naar het tafeltje van Colombia op de wereldmarkt. De markt hadden ze geweldig leuk ingericht. Helaas was de reisleidster steeds in gesprek. Ik heb een kaart van Zuid-Amerika van haar tafeltje mee genomen en toen liepen we beneden naar een ingerichte coffeeshop met tafels vol met fotoboeken. Enthousiast begon ik te zoeken naar een fotoboek over Colombia. Ik zag ze niet. Ik sprak een meneer van de reisorganisatie aan die de boeken aan het organiseren was op de grote leestafel. Helaas had hij er ook nog geen van dit land gezien… Enigszins gedesillusioneerd liepen we samen naar buiten. Dit was onze eerste keer. Mijn lief zei dat ik onze reis beter zelf kan gaan organiseren zoals ik het altijd al heb gedaan. ‘Dat was toch altijd goed?’ zei hij. Hij heeft gelijk. In de auto op weg naar huis vond ik online een geweldig reisblog van een Nederlandse die nu in Colombia woont. Zóveel inspiratie!

Je mocht die zondagmiddag natuurlijk ook lekker als bezoeker door het Leidse museum lopen. Dat hebben wij ook gedaan. Er zijn ontelbaar veel volken op deze planeet. Dus voor mijn gevoel werden alle volken een beetje (te) kort aangestipt in de vele zalen. Veel traditionele kleding, gebruiksvoorwerpen en maskers lagen tentoongesteld. Ik stuitte op een interessant item. Een prachtige, felgekleurde verentooi uit Suriname. De olok genaamd. De Wayana-indianen, een van de inheemse volken in Suriname, geloven dat sommige voorwerpen een ziel hebben en dat ze verzorgd moeten worden. Zo ook deze geveerde olok. De Wayana-indianen komen trouwens oorspronkelijk uit Brazilië. Zij verhuisden naar Suriname om dichter bij hun handelspartners te wonen. Wayana-indiaan Kananoe Apetina stichtte het dorp Apetina in 1956. Hij was ook de eerste Wayana die met een aantal mannen in 1937 de stad Paramaribo bezocht. Het dorp Apetina is vanaf Paramaribo met het vliegtuig in ongeveer één uur te bereiken. Het dorp is op een heuvel gebouwd en ligt verscholen tussen de bomen. Gelegen aan de Tapanahoni-rivier. Kapitein Samé, dorpshoofd van Apetina, was in 2010 op bezoek in het Leids museum Volkenkunde. Staande op de plek waar ik stond, naast de felgekleurde verentooi, zei hij hierover “De olok is een geest, als ik met hem spreek, dan spreek ik ook met al mijn voorouders. […] Ik heb met hem gesproken, ik heb hem water gegeven, want hij had dorst. De olok moet niet de hele tijd hangen. Hij moet ook kunnen zitten. Hij moet een eigen plek hebben. De olok vindt het fijn als mensen langs komen om hem te spreken en samen te drinken.” Ik heb een tijdje in m’n uppie de olok staan bewonderen. Ik voelde geen aanwezigheid van een ziel. Toch is er in overleg met meneer Samé een fles water bij de verentooi gezet. En ik zag ook een verenmand staan zodat de tooi af en toe kan uitrusten.