zondag 27 januari 2019

Third culture children

International cooperation is vital to keeping our globe safe, commerce flowing, and our planet habitable.
- Angus Deaton

Een heel mooie lichtgetinte jongeman met rastahaar geeft sinds een paar maanden onze power yoga classes op mijn yogaschool. Uit nieuwsgierigheid had ik hem al eens naar zijn achtergrond gevraagd. Een moeder uit Tanzania en een Hollandse vader. Zijn Engels is onberispelijk. Zijn Nederlands ook, maar er is iets mee. Soms zegt hij dingen een beetje gek. Zoals onze kinderen dat soms ook kunnen doen. Een verkeerde zinsvolgorde of niet op het juiste Nederlandse woord komen. Afgelopen week sprak ik mijn yogaleraar wat langer en kwam ik er achter dat hij een expat-kind is. Precies zoals onze drie kinderen. Net als onze twee oudsten heeft hij ook internationaal IB onderwijs voltooid. Hij noemt zichzelf echter geen expat-kind, maar een Third Cultural Kid. Ik had er nog nooit van gehoord. Doordat hij voor een groot deel in de andere cultuur van Dubai geleefd heeft, voelt hij zich nergens écht thuis. Herkenbaar… Kinderen die met hun ouders in het buitenland hebben gewoond zijn gevormd door andere culturele ervaringen dan hun Nederlandse ouders. Zij voelen zich (bij terugkeer) vaak anders en niet begrepen door kinderen die zijn opgegroeid in Nederland. Ik luister geboeid naar hem. Zijn gevoelens zijn heel herkenbaar voor elk van onze meiden. Als een Third Cultural Kid leef je inderdaad een bijzonder interessant leven. Onze meisjes groeiden op in een Spaanse, Amerikaanse en Mexicaanse cultuur en dat is volstrekt anders dan dat van hun Hollandse ouders. Deze ervaring is vaak erg moeilijk uit te leggen aan degenen die niet in hun situatie zijn geweest. Telkens weer had ikzelf minimaal een jaar nodig om te aarden na terugkomst. Ik kon mijn verhaal niet delen met andere vrouwen (die geen expat geweest zijn). En juíst in dát eerste jaar na terugkeer had ik daar zo’n behoefte aan. Moet je nagaan wat dat betekende voor onze kinderen? Onze middelste kon daar echt gefrustreerd van raken toen ze nog op de lagere school zat. Ik heb ooit eens gedineerd met een man die als expat-kind was grootgebracht. (En destijds nog steeds trouwens als directeur met zijn gezin overal uitgezonden werd.) Hij vertelde me dat de meest zenuwslopende en angstwekkende vraag voor hem was ‘waar kom je vandaan?’. Het antwoord hierop vereist namelijk een uitvoerige uitleg van je levensverhaal. Dat is uitputtend als je bent opgegroeid in drie andere landen en momenteel weer in een geheel ander land woont. Ik ben zijn verhaal nooit vergeten. Ik herkende onze kinderen er indertijd al in.

Ik vertelde mijn yogaleraar laatst dat onze dochters zélf een gevoel bij het concept ‘thuis’ moesten vinden. Thuis is voor hen niet perse in Breda bijvoorbeeld. Na vele jaren buiten je eigen thuiscultuur te hebben doorgebracht en niet helemaal in je gastcultuur te passen, heb je het gevoel dat je overal en nergens in past. Mijn yogaleraar is op z’n gelukkigst als hij geen huissleutel heeft. Onze oudste heeft dat gevoel van niet passen heel sterk. Zeker nu ze weer net terug is uit Korea. Ze heeft niks met Nederland. Ze vindt Nederlanders stom en ze vindt de taal verschrikkelijk. Op haar universiteit vermijdt ze het contact met Nederlandse studenten. Third Cultural children spreken op z’n minst twee talen vloeiend. Wij hebben alleen in Spaans- en Engelstalige landen gewoond waardoor onze kinderen deze twee wereldtalen vloeiend spreken. Ikzelf, als moeder, spreek Spaans echter niet vloeiend. Je zult natuurlijk meteen een paar begroetingen en enkele aanwijzingen moeten leren om de weg te vragen, maar je bent eraan gewend geraakt te leven in een land waar je niet alles kunt begrijpen wat er om je heen wordt gezegd. Mijn eega had dat sterk op zijn werk in Mexico. Onze kinderen zaten op internationale scholen en hebben daarom hun eigen internationale accent. Een accent dat vaak niet uit te leggen valt voor degenen die naar iemands accent luisteren om erachter te komen waar ze vandaan komen. Uiteindelijk raakten we gewend aan belachelijke vragen van mensen die onwetend zijn van het leven in het buitenland. ‘Spreek je nu Mexicaans?’ bijvoorbeeld. Of ‘Het Engels van jullie kinderen is echt heel goed voor kinderen die bijna zes jaar in een Spaanstalig land hebben gewoond.’ Er wordt thuis nog steeds door de kinderen voornamelijk Engels met elkaar gesproken. Ook al zijn we drieënhalf jaar terug in Nederland. De drang om ergens bij te horen is bij onze kinderen kleiner. Soms voel ik me schuldig naar ze, omdat ze zich soms nergens bij voelen horen. Niet in het uitgaansleven in Breda. Niet op een Nederlandse school, of bij een lokale sportclub. Niet tijdens het Brabantse carnaval. Niet bij hun neven en nichten. Gelukkig is meestal hun expat-kind-zijn echter een groot voordeel in deze geglobaliseerde wereld waarin we nu leven. Onze meiden zijn mobiel, flexibel, onafhankelijk en hebben een brede en gekleurde blik op de wereld. Hun internationale achtergrond bracht ze een goede, internationale opleiding en veel kansen op de internationale arbeidsmarkt. Hun meertaligheid en flexibiliteit zijn toegevoegde waarden. Vooral de twee oudsten weten, door hun loskoppeling van groepen en plekken, goed wie ze zijn. En welke principes ze hebben en wat ze belangrijk vinden. Ze houden stand in uitdagende situaties en veroordelen niet snel. Zij zijn de wereldburgers die de broodnodige nuance in het huidige zwart-wit denken kunnen aanbrengen.

zondag 20 januari 2019

Vertederend

It's bad timing, but a lot of kids become teenagers just as their parents are hitting their mid-life crisis. So everybody's miserable and confused and seeking that new sense of identity.
- Laurie Halse Anderson

Veertien jaar is ze geworden. Ons jongste kind blijft echter op de een of andere manier altijd mijn ‘baby'. Of het komt omdat zij via een natuurlijke bevalling ter wereld is gekomen en de andere twee op de wereld zijn gezet door een gynaecoloog. Ik weet het niet. Er zit ook een wat groter leeftijdsverschil tussen haar en haar zussen. Ik weet wel dat ik haar to nu toe als de kleinste zie en haar daarom zo behandel. Zo hebben onze andere meiden vanaf hun dertiende jaar gewerkt door aardbeien te plukken, veelvuldig op te passen, vakken te vullen of een krantenwijk te lopen. Onze jongste dochter heeft geen bijbaantje en wij stimuleren dat gek genoeg ook helemaal niet. Ze heeft wel afgelopen zomer een week een krantenwijkje gedeeld met haar oudere zus. Afgelopen weekend vierde ze haar verjaardagsfeest en bleven er vijf vriendinnen slapen in de huiskamer. Ik kwam er achter dat een aantal van hen al werkt bij de supermarkt, oppas is of in een brasserie achter de bar werkt. Ons kind heeft vorige maand voor het eerst opgepast bij de buren tot tien uur ’s avonds waarna haar oudere zus kwam om de klus af te maken. Zo hebben we haar oudere zussen altijd meegenomen van het ene land naar het andere. Ook tijdens hun middelbare schooltijd. Zonder overleg eigenlijk. Onze jongste daarentegen heeft ons een jaar geleden gevraagd om haar school af te mogen maken in Breda. Ook al staan manlief en ik te trappelen om uitgezonden te worden….we wachten geduldig totdat onze jongste over drieëneenhalf jaar haar schooldiploma heeft behaald. En hopelijk net als haar zussen op kamers gaat wonen in een studentenstad. Dat kan een stad in Nederland zijn of in het land waar wij uitgezonden worden. Mits alles verloopt zoals het wij het graag willen natuurlijk. Haar wens wordt in ieder geval vervuld. Toch kan ze al flink puberen hoor. Haar iets opdragen om te doen, zoals bijvoorbeeld het huisvuil wegbrengen naar de gemeentelijke afvalcontainer verderop in de straat, gaat met heel veel gebrul van haar kant gepaard. Ze vindt het belachelijk dat ze dat moet doen. Het is haar enige taak in het huishouden moet je weten.

Van de week was ik in m’n uppie op haar slaapkamer wasgoed op haar bed aan het vouwen - ik heb minstens tien (vakantie)wassen gedraaid afgelopen twee weken - toen ik later van haar vernam dat de camera van haar laptop de hele tijd aan had gestaan. Ik was dus ongemerkt bespied door haar vriendinnetje. Ze waren ‘samen’ huiswerk aan het maken en onze dochter had de camera aan laten staan toen ze naar beneden liep. Daar heb ik later met haar stennis over gemaakt, dat ik dat niet meer wil hebben. Zo’n verbod stuit haar echter enorm tegen de borst. Ook al zijn wij haar ouders en hebben wij het volste recht dit te verbieden. Wij willen in ons huis niet zo ongemerkt bekeken worden. Zij vindt evenwel dat ik uit haar kamer weg moet blijven. We zijn er gelukkig wel uit gekomen. Zo wordt ze regelmatig overschreeuwd. Dat valt doordeweeks wel mee natuurlijk, want ze is nog de enige thuiswonende dochter. Tijdens onze reis met z’n vijven door Korea viel het wél op. Er wordt heel makkelijk niet naar haar geluisterd. Op haar feest met al haar vriendinnen om zich heen liep ze tegen hetzelfde aan. Terwijl zij buiten om het open vuur heen marshmallows stonden te roosteren - nadat ze een spooktocht door het donkere Mastbos hadden gemaakt - hoor ik haar buiten roepen dat iedereen eens een keer naar háár moet luisteren. Tenslotte is zíj de Birthday girl hoor ik er achteraan denken. Ze heeft veel geduld. Dat had ze als dreumes al. Met twee oudere zusjes die overal nog hulp bij nodig hadden zoals een jas aantrekken, schoenen veteren, tanden poetsen etcetera heeft ze zich dat goed aangeleerd. Zo hebben wij nu ook geduld met haar. Ze is serieus naar internationale studies aan het kijken en wij geloven het allemaal wel nu ze nog steeds zo jong is. Haar zussen stimuleerden wij bijtijds om alvast rond te kijken naar studies en zich in hun toekomst te verdiepen. Bij de derde dochter geloven we dat het allemaal wel losloopt en vast op z’n pootjes terecht komt. Zo spaart ze ook al heel schattig voor een rondreis door The States zodra ze haar diploma heeft. Er wordt zelfs al verhit gediscussieerd met twee vriendinnen naar welke staat de gezamenlijke reis heen moet en welke steden ze aandoen. Ze hebben zelfs een car wash georganiseerd als fundraising in het vorige jaar (geïnspireerd door een van haar zussen) waarbij ze welgeteld twee tientjes verdiend hebben voor hun reis. Ik blijf het allemaal vertederend vinden. Hoe lang zal dat nog duren? Hoe lang kom ik daar nog mee weg?

zondag 13 januari 2019

Kamsahamnida

Politeness is the flower of humanity.
- Joesph Joubert

Een paar keer heb ik ze gezien. Jonge Koreaanse meisjes met één of twee krulspelden in hun pony. Op straat of in de metro. Oudste dochter legt uit dat de meiden deze krullers tot het allerlaatste moment in hun haar houden. Tot ze bij hun date zijn. Tegen hun vriendje praten ze met een heel hoog stemmetje. We hebben het zelf gehoord als we in de metro vlakbij zo'n stelletje zitten. De jongens vinden het leuk als er zo kinderachtig tegen ze gepraat wordt. Dan voelen ze zich kennelijk mannelijk? Ze gedragen zich heel beschermend naar hun meisje. De jongen laat het meisje geen moment los. Op straat niet, in de metro niet. Hij pulkt de hele tijd in haar haar, houdt haar hand vast of haar rug. Ook op de lange roltrappen in de metrostations. Er mag niet in het openbaar gezoend worden, maar betuttelen mag wel. De Koreaanse mannen vind ik niet mannelijk. Sowieso zijn ze over het algemeen heel klein en iel gebouwd. Ze hebben supersteil zwart haar dat meestal in een lange pony over hun voorhoofd hangt. Soms zetten ze die pony een beetje omhoog met wat gel of maken ze een strakke zijscheiding. Mijn lief valt erg uit de toon hier. Lang postuur, blauwe ogen, zwaar behaard gezicht, krullend haar zonder pony of scheiding dat ook nog eens bij zijn slapen grijs begint te worden! De vrouwelijke monnik kon het niet laten tijdens onze thee ceremonie in haar tempel er iets over te zeggen. Ze vond mijn eega heel erg mannelijk. Ze stelde zich voor dat hij vast veel bier dronk. Ze moest eens weten!

Koreaanse mensen verven massaal hun haar. Grijzende mannen verven het zwart. Je ziet nauwelijks grijsharige mensen hier. Ik val enorm op! Sommige jonge mannen verven ook hun haar, bijvoorbeeld lila of blauw. Ze hebben vrijwel geen baardhaar. Ik heb maar een enkele man met een baard gezien en dat is dan zo'n typisch aziatische lange sik. Ook heb ik flink wat jonge mannen gezien met lange hangoorbellen met zirkoniasteentjes! Veel mannen dragen hier ook hoog water broeken. En dat in die kou! De vrouwen dragen vrijwel allemaal een wit poeder op hun gezicht. Dat is geen geheim, dat werken ze gewoon nog even bij voordat de metrodeuren opengaan. Van een afstandje lijken ze eigenlijk best wel op futuristische, identieke robotjes. Decollete mag hier absoluut niet geshowd worden, maar ze dragen wel piepkorte rokjes met blanke panties eronder. Veel meiden van deze tijd krijgen voor hun achttiende verjaardag een extra vouwtje voor hun ooglid. Een oogcorrectie dus. Ik heb er in Seoul speciaal op gelet. Ook had ik al op groepsfoto's van onze oudste dochter gezien dat haar vriendinnen hun handen langs hun gezicht vouwen. Nu weet ik eindelijk waarom, zo lijkt het of ze een smallere kaaklijn hebben op de foto. Alles draait om uiterlijk en presteren. Er is een hoog percentage zelfmoordpogingen onder jonge mensen. Hun kleding is altijd onberispelijk, ik kan niet anders zeggen. Behalve als ze schoenen met hakjes dragen in plaats van sneakers. Die zijn altijd te groot waardoor ze óf schuifelen over straat of hun hiel komt bij elke stap uit hun schoen. Ik vond dat nogal frappant, maar ik denk dat ik weet waarom dat zo is. Koreanen doen namelijk overal hun schoenen uit zoals in huis, maar ook soms in een restaurant, museum of in een café. Daarom dragen ze vaak slides. Door hun nette schoenen een maatje te groot te kopen stappen ze er makkelijk in en uit. Wat verder natuurlijk enorm opvalt in het straatbeeld zijn de mondkapjes die ze hier in allerlei kleuren en thema's verkopen. Dit dragen ze als ze zelf ziek zijn om anderen niet te besmetten. Of uit voorzorg dat een ander hun niet kan besmetten. Heel beleefd vind ik de manier waarop ze elkaar bedanken. Het eerste dat wij dus ook leerden van onze oudste dochter, toen we in Seoul aankwamen, was “kamsahamnida” als je op formele wijze je dankbaarheid wilt doen blijken. Dit betekent zoiets als heel erg bedankt. Waarbij ze vaak ook hun handen vouwen en hun hoofd een beetje buigen. Als wij het als niet-Koreanen doen reageren ze heel verheugd. Verder zul je Koreanen niet snel luidruchtig horen praten of lachen. Uit fatsoen. In de metro is het dan ook relatief stil. Óf ze kijken op hun mobieltje óf ze slapen. In een overvolle metro kan het dus zijn dat iedereen meekijkt op je mobiel. Dat vind ik dan weer niet zo passen bij hun beleefdheid. Net zoals ze bij een overvolle metro gewoon keihard duwen om erin te komen voordat de deuren weer snel sluiten.

Daegu - 3 januari 2019

woensdag 9 januari 2019

Toegewijd

De pas vertragen en elke seconde elke ademhaling proeven, dat is genoeg.
- Thich Nhat Hanh

Na het zeer vroege ontbijt, toen de eeuwenoude tempel nog geheel in stilte en donkerte was, wil ons gezin rusten. Bijkomen van de stilte tijdens het vegetarische ontbijt met rijst, soep en fruit. Oudste dochter en ik willen echter het advies van de non opvolgen. De avond ervoor hadden we namelijk een uitgebreide theeceremonie met een alleraardigste, vrouwelijke, kale monnik. Ze haalde gekookt water uit een soort thermoskan en goot dat over een zeefje met verse, losse thee in een glazen theepot. Ondertussen had ze zes kleine theekopjes klaar gezet. Toen de thee getrokken had goot ze de piepkleine kopjes vol. Ze legde ons uit dat we met ons rechterhand het kopje optillen, terwijl we het met ons linkerhand ondersteunen. Ondertussen gebruiken we al onze zintuigen. We ruiken aan de thee, we zien de kleur van de thee, we proeven de thee en denken ondertussen aan het proces hoe de thee nu ingeschonken voor ons op het lage tafeltje staat. Wij zelf zaten ontspannen in lotushouding op een kussen. De monnik stelde ons veel geÏnteresseerde vragen en we hadden een geamuseerd gesprek. Over hoe zij haar pak in de koude winter over warme onderkleding heen draagt. Hoe het vroeger maar één keer in de drie maanden gewassen en gestijfd werd. Met rijstepap. De pap werd er met houten stokken ingeslagen door twee mensen tegelijk en dat proces duurde vrij lang. Ik complimenteerde haar met haar goede beheersing van het Engels. Ze liet echter niks los over waar ze dat geleerd heeft. Ze mocht ook niet vertellen hoe oud ze is. Wel vertelde ze dat ze veertien jaar in een andere tempel in Korea gewoond had. En dat ze een beetje aan sport doet in haar kamer. Tai chi en wat yoga. De monniken wandelen (en mediteren) veel in de bergen waar de tempel gelegen is. En sowieso doen ze dagelijks veel prostraties voor Boeddha. Die buigingen zijn heel gezond voor je lijf. Ik vind ze veel weg hebben van de zonnegroet van yoga. Zij adviseerde ons om de ochtend daarop vroeg voor zonsopgang een 'meditatieve' wandeling naar de top van de berg te doen. Daar is een onwaarschijnlijk mooi uitzicht als de zon opkomt boven zee. Alleen oudste kind en ik gaan vroeg in stilte wandelen. We zien de zon opkomen terwijl we in onze grijze, comfy monnikspakken en op instapschoentjes naar boven wandelen. Geen meditatie maar een filosofisch gesprek. Kind vindt de prostraties voor het beeld van Boeddha, die we de avond ervoor met de monnik hebben uitgevoerd, teveel van bidden weg hebben. Ze deed ze met wat tegenzin. Ze bidt ook niet voor God in een kerk. Ze is namelijk atheïst. Ik vraag haar of ze soms nergens in gelooft. Ook niet in een goede energie die geen specifieke naam hoeft te hebben? Haar antwoord is ontkennend. Het leven is zoals het is en dat is het ook meteen. Niet meer en niet minder. Ik vind het een beetje kil en leeg aanvoelen en vraag of ze niet iets mist in haar leven. Ze is heel nuchter. En daar heb ik respect voor zoals zij respect heeft voor waar ik in geloof.

Als we boven op de berg aankomen zien we een kleine tempel met een ademloos uitzicht. Wanneer we staan te genieten komt er een monnik met zijn kale hoofd buiten de deur. Hij nodigt ons uit voor een theeceremonie. We proberen er onderuit te komen, omdat we niet weten wat er van ons verwacht wordt en hoe lang het gaat duren. De deur gaat weer open en hij komt naar buiten in zijn grijze monnikspak. Een uiterst vriendelijke man. We kunnen zijn uitnodiging niet weigeren. Zo zitten we samen in ons kloffie wederom in lotushouding bij een theeceremonie. Onze schoenen staan buiten. Hij heeft zijn Boeddhabeeld laten zien in een kleine kamer ingericht als Boeddhazaal. Wij hebben drie keer naar Boeddha gegroet zoals dat hoort. We hebben een geanimeerd gesprek met hem. Hij blijkt een paar uur per dag Engels te leren en vindt het heerlijk om met ons Engels te praten. Elke keer als kind en ik elkaar heimelijk seinen dat dit ons laatste kopje thee is schenkt hij hem weer vol. Koekjes worden aangeboden. Wanneer de theepot leeg is proberen we beleefd aan te geven dat we willen gaan. Hij heeft echter weer nieuw water gekookt en laat ons trots de super-de-luxe doos met losse thee van het Koreaans eiland Jeju zien. We kunnen niet weigeren en gaan beleefd door met thee drinken. Wanneer we aangeven dat de rest van ons gezin beneden in de tempel op ons wacht laat hij ons gaan. Wat een uiterst aardige man. Ook de monniken die we later nog tegenkomen tijdens wandelingen in de bergen lachen ons alleraardigst toe wanneer we ze respectvol groeten met onze handen gevouwen voor ons hart en met een lichte buiging. Ze stralen iets heel harmonieus en vredelievends uit. Dat is ook een offer dat ze doen voor Boeddha legde de non ons op de avond van de ceremonie uit. Veel principes van het boeddhisme spreken mij aan zoals de meditaties, innerlijke rust, het concentreren op het positieve, het mindful zijn en een stiller leven. Meer dan een toegewijde yogi zal ik echter niet worden ben ik bang.

Istanboel - 6 januari 2019

zondag 6 januari 2019

Perfect day

Travel isn't always pretty. It isn't always comfortable. Sometimes it hurts, it even breaks your heart. But that's okay. The journey changes you: it should change you. It leaves marks on your memory, on your consciousness, on your heart and on your body. You take something with you. Hopefully, you leave something good behind.
- Anthony Bourdain

Eenmaal terug in Seoul gaan we een dag met z'n viertjes op pad. Oudste kind gaat namelijk nog een middag schaatsen en uit eten met een vriendinnetje. Wij besluiten een bergpiek in National Park Bukhansan te beklimmen. Helemaal niet ver van de hoofdstad. Dochter zoekt vooraf uit welke bus we moeten pakken en die blijkt echt vlakbij ons Airbnb huis te stoppen. 'Wat een toeval!' roep ik uitgelaten. Dochter kijkt verbaasd op van haar mobieltje. 'Ik dacht dat je dit huis er speciaal voor uit gezocht had!' Dit had ik echter vooraf nooit zo perfekt kunnen plannen. Na ruim een half uurtje rijden stappen we bij de voet van de berg uit. Er zijn verschillende bergpieken en we kiezen een makkelijk te bereiken top uit. Een wandeling van zo'n vier kilometer. Professioneel gekleedde Koreaanse wandelaars wijzen ons de juiste weg. De afstand blijkt onderweg gekgenoeg steeds meer te worden. Als wij na uren klimmen op de bewegwijzering zien dat het nóg steeds anderhalve kilometer is naar de top, geven we het op. Het is ijskoud daarboven met een hard ruizende, straffe wind. In onze winterjassen zweten we van de inspanning, maar onze wangen en handen koelen heel snel af. Een vervelend gevoel. De meiden willen niet meer verder. Het is ook al vrij laat en we willen voor de zon ondergaat zeker terug zijn. We keren om en zijn net voor zonsondergang beneden. Als we onze shawls, mutsen en jassen uit trekken in een koffietentje vlak bij de ingang van het park, blijken onze jassen en truien helemaal klam te zijn! We krijgen het ineens ijskoud. Na de warme chocomel pakken we de bus terug, stappen precies bij de juiste bushalte uit, nemen streetfood mee van de markt, friet en een hamburger voor ons jongste kind. Melk en brood van een supermarktje vlakbij het huis. We eten 'thuis' heel relaxt aan de keukentafel in plaats van in het zoveelste restaurant. Oudste kind is de volgende ochtend helemaal onder de indruk van onze zelfredzaamheid. Zij is twee weken lang onze gids geweest wat betreft openbaar vervoer, struinen naar een restaurantje of lopend op weg naar onze bestemming. Zij is náást onze gids, ook een zelfstandige, volwassen jonge vrouw geworden.

We rennen met z'n vijven keihard achter elkaar de trap af in het drukke metrostation in Seoul. De metro staat er al. Zodra we het perron op komen hollen zijn de deuren al gesloten, en kort daarna de metro vertrokken. 'Mensen hebben we 't gehaald?' vraagt onze jongste afwezig maar hoopvol. We komen niet meer bij van het lachen. 'De metro is weg. Wij staan nog op het perron. Wat denk je zelf?' reageer ik. We kunnen voorlopig niet meer stoppen met lachen! Onze jongste is jarig vandaag. Ze is veertien jaar geworden. We hebben haar vanmorgen wakker gezongen. Cadeautjes op bed. Slingers en ballonnen. Tijdens het ontbijt in onze Airbnb mocht zij beslissen wat we gingen doen vandaag. Onze laatste dag in Seoul. Onze laatste dag in Korea. Ze wil taart eten in een theme cafe. Keuze genoeg hier. Een kattencafé, een stokstaartjecafé, een karaoke café, een Hello Kitty café of een Harry Potter café. Ze koos voor de laatste - ook omdat we al eerder een kattencafé en karaoke café bezocht hadden. Het Harry Potter café bleek een soort museum rond het thema uit J.K. Rowlings' boeken en films. De meiden herkenden alle details, ik niks. De taart was echter heerlijk daar. Ik had veertien kaarsjes en een aansteker meegenomen. Zo zongen we zachtjes voor de jarige job. Ze genoot. Daar het onze laatste dag was bezochten we daarna Insa-dong, een craft market, waar we leuke souvenirs voor ons zelf hebben gekocht. De aller-allerlaatste middag hebben we doorgebracht in het eeuwenoude paleis Changdeokgung. De jarige job wilde graag in originele Koreaanse hanbok kleding door het paleis lopen. Je hoeft dan trouwens ook geen entree te betalen. Dus werd ze heel liefelijk in haar lievelingskleuren paars en roze aangekleed als een Aziatische prinses, maar dan met grote blauwe ogen. De zon stond al heel laag zo laat in de middag waardoor we heel zacht licht hadden in het mooie paleis om te fotograferen. Na een stop bij een coffee shop pakten we de metro naar het treinstation waar we als compleet gezin samen gegeten hebben. De eigenaar van de Airbnb was zo galant onze bagage daar aan ons af te leveren. Oudste kind ging deze avond naar haar afspraak met een vriendinnetje en wij viertjes pakten de trein naar de luchthaven. Deze dag had nooit zo perfekt kunnen verlopen als we dit vooraf zo geprobeerd hadden te plannen. Oudste dochter krijgt nu de kans mindful afscheid te nemen van een heel fijne periode in haar leven. Wij zien haar morgen weer in Breda!

5 januari 2019 - Seoul

vrijdag 4 januari 2019

A tiny place

Travel makes you modest. You see what a tiny place you occupy in the world.
- Gustave Flaubert

De Koreaanse medewerker schudt zijn hoofd. Hij kijkt kritisch naar wat hij ziet gebeuren en denkt er het zijne van. Ik zit gefrustreerd op een bankje in de zon met mijn blote, warme voeten. En dat is ook precies het probleem. Ze zijn zó opgezwollen van de warmte dat ik niet meer zonder hulp in mijn met-schapenwol-gevoerde Uggs kom! We zijn aan het strand van Busan. We kijken uit op de Japanse Zee. We hebben net zeker een half uur met onze voeten in een Hot Spring Foot Spa gezeten. De enige heetwaterbron van Korea die pal aan het strand gelegen is. De temperatuur van het water is tussen de 45 en 63 graden. Echt heerlijk. En dan dat zonnetje erbij! Eerder deze ochtend waren we aangekomen op het mooie strand van Haeundae. Na het zeewater van dichtbij geïnspecteerd te hebben wandelden we terug naar de boulevard waar we neerploften op een stenen muurtje met iets lekkers van Starbucks. Zonnebril op en lekker genieten van de warme zonnestralen op ons gezicht. Toen mijn lief en ik samen een strandwandelingetje wilden maken ontdekten we per toeval de openbare warmwaterbron. We pikten de kids op en namen met opgerolde pijpen en blote voeten plaats tussen de Koreaanse senioren. Het water uit deze bron is heilzaam voor reuma, arthritis, hoge bloeddruk en andere ouderdomsverschijnselen. Voor ons was het vooral heel erg relaxt om bij amper vijf graden buitentemperatuur met onze voeten in een warm bad te zitten. Mét uitzicht op zee. Het winterzonnetje verwarmde ondertussen ons lijf. En daarna dus dat beschamende moment dat ik mijn vochtige, warme voeten in mijn Uggs moest schuiven. Onmogelijk! Ook met de hulp van de meiden lukte het me niet. Ik besloot op blote voeten mijn weg te vervolgen op de boulevard. Mijn lief sommeerde mij echter te gaan zitten op 't trapje naar het strand en wrikte net zo lang, nog steeds met de hulp van onze meiden, totdat mijn voet er uiteindelijk in schoof. Dit gebeuren ging gepaard met veel gepuf en gesteun. De medewerker bekeek het ondoenlijke tafereeltje van een afstandje. De afkeurende uitdrukking op zijn gezicht sprak boekdelen...

Na de lunch namen we een stadsbus naar de Haedong Yonggunsa tempel. De enige tempel van Korea aan de kust. Ook de druk bezochtste voor ons. Én de laatste Boeddhistische tempel die we tijdens dit bezoek aan Korea zullen bezichtigen. Deze tempel in Busan is in 1376 gebouwd. In die tijd was er een periode van droogte geweest, oogsten waren mislukt en de mensen keerden zich uit boosheid tegen het Boeddhisme. Er was toen een monnik die een zeegod in zijn droom zag die hem zei dat hij een tempel aan zee moest bouwen. Voortreffelijk gelegen tussen bergen en zee. De tempel is inderdaad op een sprookjesachtige plek gebouwd. Pal aan zee, bovenop de rotsen. Toen een monnik in 1974 hier - tijdens zijn honderd dagen intens bidden - een visie kreeg van een godin rijdend op een draak in gekleurd licht, kreeg de tempel zijn huidige naam. In het Engels vertaald als 'Korean dragon palace'. We liepen deze middag een pad van 108 treden naar beneden. Daar zagen we het grootste gouden Boeddha beeld dat we ooit gezien hebben. De tempelgebouwen maakten niet eens zoveel indruk. Het was het betoverende sfeertje dat 'm het deed. Op een rots, met op de achtergrond de Japanse Zee, stond namelijk nóg een gouden Boeddha beeld. Ook was er een prieeltje met een klein beeldje staande in een kom water. Wanneer je met een soort soeplepel drie keer water over zijn koppie heen goot mocht je een wens doen. Deze ceremonie werd afgesloten met een eerbiedige buiging. Natuurlijk liet ik die kans niet voorbij lopen. Net zoals we allevijf een muntje vanaf de brug in het fonteintje probeerden te werpen om een wens te doen. Of dat onze jongste twee meiden in een keldertje, verlicht met kaarsen, een lepel water over hun beide duimen goten om een wens te doen. Het mystieke sfeertje van deze tempel maakte hem heel geliefd bij onze dochters.

Busan - 2 januari 2019

woensdag 2 januari 2019

Het oude Azië

Stuff your eyes with wonder, live as if you'd drop dead in ten seconds. See the world. It's more fantastic than any dream or paid for in factories.
- Ray Bradbury

Het mooie van Korea is dat het niet groot is en het openbaar vervoer werkelijk subliem. De rust en het gevoel van het oude Azië is hier zo gevonden buiten de stad. We verblijven deze dagen in een hotel in 't hartje van de stad Daegu. Op loopafstand van het station. Zo rijden we in een uurtje met een streekbus door een winters landschap. Verdorde rijstvelden, bevroren slootjes tussen de akkerbouwgrond en verwarmde kassen. Op weg naar het National Park Gayasan. De rit eindigt in de bergen waar we via S-bochten het tweede juweeltje van Korea bereiken. De mooie Haeinsa tempel. Magnifiek gelegen tussen de hoge bergen waarvan de heilige berg Gaya 1430 meter hoog is. Er stroomt een witbevroren rivier, met op sommige plekjes een sprookjesachtige bevroren waterval. Deze Boeddhistische tempel staat genoteerd op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Ook vanwege de grote schat, de heilige Boeddhistische tekst Tripitaka, die hier bewaard wordt. Deze 18.340 houten blokken die 68 cm breed, 24.5 cm lang en 3 cm dik zijn worden bewaard in een hal waarvan de vloer uit zout, kool, kalksteen en zand bestaat. Ideaal om vochtigheid tegen te gaan en het houdt ook meteen de insecten weg van de eeuwenoude houtsblokken.

Het duurde ooit zestien jaar om deze blokken vol tekst te maken. Het hout kwam van zilvermagnolia's die bij de Stille Zuidzee groeiden. Dit hout werd jaren lang in zout zeewater geweekt en daarna gedroogd. Sinds 1398 ligt de heilige Tripitaka tekst hier in deze Haeinsa tempel. De deuren blijven helaas goed gesloten. Natuurlijk liepen we weer door beide poorten naar de tempel en tijdens onze wandeling begon het licht te sneeuwen. Op het grote binnenplein was een motief aangelegd waar we een monnik geconcentreerd het spoor zagen lopen met zijn handen gevouwen. Links over rechts. Zoals wij het ook geleerd hebben. Denkend aan zijn intentie zoals wij dat een week geleden ook deden bij een andere tempel. Jongste kind en ik hebben het hier nogmaals gedaan. Nadat we Boeddha gedag hadden gezegd en de tempel bewonderd hadden zagen we een book cafe in een van de antieke gebouwtjes. Daar hebben we met onze warme chocolademelk lang voor het raam gezeten om lekker naar buiten te kijken. Deze tempels behoren tot de cultuur van Korea. Het Boeddhisme inspireert me als een van de meest invloedrijke religies in de wereld. Eenmaal buiten waren we ruim te laat om nog een wandeling door het National Park te maken, want na 1 pm mocht je jammergenoeg al niet niet meer langs de toegangspoort. Weer beneden bij de bushalte werden we verrast door een bezoek van vier grazende, wilde zwijnen. Niemand van ons gezin wilde meer wandelen door de kou. We zijn terug gereden naar de stad. Met warme maiskolven als lunch in de bus vielen we bijna allemaal als een blok in slaap.

Daegu - 1 januari 2019