donderdag 31 oktober 2019

Paramaribo

Ik heb een tuintje in mijn hart
Alleen voor jou

- Damaru

Nog op de valreep voor mijn reis naar Paramaribo werd er bij ons thuis Halloween gevierd. Allereerst was er in ons straatje een onschuldig feestje georganiseerd. De dag erna kwam mijn zus met haar gezin om een Terrornight in Brabant te beleven. Om in de stemming te komen hadden jongste dochter en ik vooraf een fietskrat vol oranje pompoenen opgehaald bij een boer. Op een middag heeft ze twee grote pompoenen leuk uitgesneden tot typisch Halloween pumpkins. Het pompoenvlees en de zaadjes hadden we opgevangen in schalen. De zaden hadden we in de oven geroosterd. Van de blokjes pompoen heb ik een romige, kruidige pompoensoep gemaakt. De uitgesneden pompoenen hadden we op de avond van Trick or Treat met een brandend kaarsje op de pilaren bij onze oprit gezet. Onze auto’s aan de overkant geparkeerd en drie vuurkorven voor de deur aangestoken. Natuurlijk een bak met snoep bij de voordeur. Jongste dochter was gevraagd om heel spannend als spook-figurant door de donkere straat te dwalen. Daar had ze natuurlijk wat vriendinnen bij uitgenodigd. Eerst langs de thrift-store voor wat lakens, gaten er in geknipt en daar gingen ze met een lantaarn en een zak snoep de straat op. Oehoe! riepen ze tegen alle verkleedde kindjes en hun (ook verkleedde) ouders uit de buurt. De buren hadden allemaal flink uitgepakt met knipperende lichten in huis, bloedstollende muziek, een rookmachine, spinnenwebben, graftombes en verkleedde mensen bij de voordeur. Zoals met al onze buurtfeestjes eindigden alle buren gezellig met een drankje in de hand bij de bonfire op straat. Een groot succes en iedereen was geïnspireerd om volgend jaar weer mee te doen. De dag erna had ik de grote eettafel sfeervol gedekt met dezelfde uitgesneden pompoenen, en brandende kaarsen. Met elf man aten we mijn zelfgemaakte pompoensoep en belegde broodjes. Daarna met twee auto’s naar een Brabants dorp waar een heel groot feest gevierd werd. De huizen hadden nóg meer uitgepakt dan in ons straatje. Overal snoep en veel opgewonden groepjes mensen op straat. Er waren vierduizend kaartjes verkocht! Ze hadden drie gebouwen professioneel omgetoverd tot drie spookhuizen. Er was een doodenge rechter waar je op het beklaagdenbankje terecht kwam met levensgrote bodybuilders die je op stonden te wachten. Ons jongste telgje werd in haar eentje weg geleid met de doodstraf. Oudste kind werd over de schouder van de bodybuilder geworpen en afgevoerd. Vervolgens vonden we de jongste na een loopje door het pikkedonker terug, liggend op een bloederige snijtafel met kettingen om haar lijf. Mijn zus werd er al gillend ook op geworpen. Ook kwamen we in een verlaten gekkenhuis terecht (zo uit een slechte horrorfilm overgenomen) waar mensen lichaamsdelen uit containers aten. Heel bloederig. Onze oudste én jongste dochter werden op een elektrische stoel geëlektrocuteerd. Het gordijn werd voor ons gesloten om ze vervolgens later terug te vinden in een ruimte waar ze, werkelijk waar!, opgebaard lagen. Ieder in een doodskist met een bosje bloemen in hun gevouwen handen. Inclusief een condoleanceregister. Heel griezelig. Ook een spookhuis met It! clowns natuurlijk. De Tunnel of Terror was de crème de la crème. Het spookhuis was pikkedonker ingericht. Het was net een doolhof in het duister met verstopte acteurs die je bang maakten. Al meerdere jaren achterheen vierden we dit feest in een eng modderig bos in Friesland. Dit was een leuke afwisseling. Kids mogen nu besluiten wat het volgend jaar gaat worden. Ik laat me er wel weer mee naar toe slepen...

Ik geniet volop. Overal om mij heen klimmen, springen en spelen kleine aapjes. Kapucijnapen. Met hun gele koppies en borst en hun verder bruine vachtjes. Aan beider zijden van dit zandpad groeien enorme bossen bamboestengels als een boog over het pad. En tientallen aapjes spelen erin. Ze hangen parmantig met hun lange armen aan de takken. Ze breken takken met hun sterke handen af en soms wippen ze speels op en neer op een wat langere afgebroken bamboestengel. Hun lange staart stevig om een tak gevouwen. Zo kwajongensachtig en uitdagend! Ze kijken me verleidelijk in mijn ogen aan. Mijn vriendin en ik staan op een verwilderde plantage vol cacoa- en koffiebomen. Niet ver buiten Paramaribo. Plantage Peperpot bestaat grotendeels uit het WNF natuurpark. Dit bos is een corridor naar het achterliggende regenwoud. Het is ooit ontstaan nadat de plantageactiviteiten zijn gestopt. Het bos ontwikkelt zich snel en heeft een grote diversiteit aan planten en dieren die je eigenlijk alleen in het binnenland van Suriname ziet. We nemen de tijd om van het schouwspel te genieten. Ik heb pas de avond ervoor mijn voeten op het Latijns-Amerikaans continent gezet en ik voelde me hier meteen thuis. De warmte, de tropische vogelgeluiden, de hartelijkheid van de mensen, de heerlijke tropische vruchten, het warme licht, maar ook de troep rondom de rommelige huizen, de chaos op straat en al het eten dat langs de weg verkocht wordt. Het voelt als thuis komen. Ik hou ervan. Wanneer we al een tijdje in de jungle staan te genieten komt er een luid aftands brommertje aanrijden. De boswachter. Althans zo noem ik de parkopziener als we een tijdje staan te praten. We worden gevraagd toegangskaarten te kopen. We kijken nog een tijdje uit naar een luiaard en dan gaan we naar het koloniale huis van de koffieplantage. Tegenwoordig een prachtig gerenoveerd boutique hotel vol historie. Maar ook met een zwembad erbij. Hier genieten we de rest van de dag van de zon, tropische sapjes en van elkaars gezelschap.

Paramaribo - 30 oktober 2019

zaterdag 26 oktober 2019

80 jaar

When I'm 80 years old and sitting in my rocking chair, I'll be reading Harry Potter. And my family will say to me, 'After all this time?' And I will say, 'Always.'
― Alan Rickman

Ineens draait iedereen in het restaurant zich om en kijkt naar de statafel waar ik met mijn eega sta. Te praten met de onderburen van mijn client. Ook mantelzorgers van hem. Zij kookt dagelijks zijn avondmaaltijd. Oudste zoon van mijn client zegt lovende woorden over ons en de buurvrouw en ik krijgen een mooie bos bloemen overhandigd. In de spotlights. Ik geloof dat er ook een applaus volgde. Twee flessen wijn worden ook voor ons op het tafeltje gezet. We zijn op de tachtigste verjaardag van mijn allereerste client. Ik kom al bijna twee jaar om de dag bij hem en volgens zijn eigen woorden kan hij niet meer zonder mij. Ik was zelfs als eerste gast genoteerd op zijn gastenlijst. We zijn deze avond in een chique restaurant, aan de rand van het bos gelegen. Er is eerst een borrel en zo kan ik wat familieleden leren kennen. Zijn drie kinderen ken ik al. Voornamelijk via de verslaglegging van mijn bezoekjes en hun reacties daarop. Een enkele keer komen we elkaar bij mijn client thuis tegen of in het ziekenhuis bij een belangrijke doktersafspraak. Ik hoor er helemaal bij, lijkt het. Ik heb het er met hem wel eens over dat een hoed hem zo leuk zou staan, of een klassiek geruiten flat cap. Hij is een gepensioneerd directeur. Het zou hem deftig staan. Het komt er eigenlijk nooit van er ook daadwerkelijk eentje te kopen samen. Zijn tachtigste verjaardag lijkt mij een mooi moment om hem met zo’n klepmuts te verrassen. Ik was twee thrift stores af geweest om er eentje tweedehands te vinden. Niet gelukt. Op de dag voor het feest loop ik door de Action om kaarsen te kopen en zie ik er ineens eentje liggen. Voor het grote bedrag van 2,50 euro! Ik neem hem mee. Tot mijn grote verrassing is hij er zó blij mee dat hij hem de gehele avond op heeft. Tot en met de groepsfoto voor ieder’s vertrek heeft hij hem op zijn hoofd. Een schot in de roos! Ik hoor mensen er over praten…dat het zo’n leuke pet is. Dat hij er waarschijnlijk mee naar bed gaat vanavond. Dat hij hem van mij heeft gekregen. Er wordt me gevraagd hoe ik zijn maat wist. En dat allemaal voor dat schamele bedragje! (wat ik natuurlijk tegen niemand gezegd heb..) Na de borrel volgt een smaakvol driegangen diner. Al mijn gesprekken gaan over mijn client. Ik hoor nieuwe verhalen van zijn familie. Ik ontmoet zijn schoonfamilie. Zo leer ik hem weer een beetje beter kennen. Zijn oude jazz band treedt speciaal voor zijn verjaardag op. Zijn jongste zoon (een bekende saxofoon- en klarinetspeler) sluit zich bij hen aan. Hij heeft een mijlpaal gevierd en hoe bijzonder dat ik daar samen met mijn lief bij mocht zijn!

We zijn het er allemaal over eens thuis. Er is een positieve verandering gaande. We proeven meer harmonie in huis. Ik heb het over de omgang tussen onze drie poezen. De baby’s zijn een maand geleden geopereerd. De dierenarts had het al voorspeld. Als de kleintjes straks wat groter zijn zal de oude poes ze gaan herkennen als soortgenoten. Voor die tijd ziet ze ze als aliens. Ze herkende er geen kattengedrag in. Ik begreep dat niet helemaal. Slikte het maar als zoete koek. Ze zijn nu zeven maanden oud en eigenlijk jong-volwassenen. Ze zijn al best groot, maar nog niet volgroeid. Na hun operatie lagen ze een paar dagen in het lappenmandje en toen gingen ze alweer op pad. En onze oude poes loopt sindsdien weer door de huiskamer! Ze wil weer als vanouds door de achterdeur naar buiten. Dat heeft ze een half jaar niet gedaan. Snel eten in de hal en zo snel mogelijk via de voordeur weer ontsnappen naar buiten. Ze sliep gelukkig wel altijd thuis. We roepen voordat we naar bed gaan bij de voordeur. Voorheen kwam ze als een dief in de nacht naar binnen geslopen. Snel wat brokjes eten en dan sliep ze op onze slaapkamers. Vroeg in de ochtend zat ze al in de startblokken bij de voordeur om naar buiten te sprinten. De baby’s slapen nog steeds elke nacht in de huiskamer met de deur gesloten. Tossie zit weer buiten op de vensterbank als ze naar binnen wil. Ze komt gewoon gedurende dag binnen wandelen. Ze eet uit het voerbakje van de baby’s in de keuken. En omdat de huiskamerdeur niet meer zo omslachtig dicht gehouden hoeft te worden, eten de kittens dus ook uit háár bakje met seniorenbrokjes. Sinds twee weken koop ik dus maar ander voer voor gesteriliseerde katten, want dat zijn ze tenslotte alledrie. We worden steeds lakser met de deuren en het gebeurt nu dat ze alledrie boven zijn terwijl ik naar mijn werk ga. Geen idee hoe dat gaat, er wordt namelijk nog wel eens geblazen door onze diva, maar wanneer ik thuiskom zijn ze nog steeds in één kamer. We hebben er vertrouwen in dat er wel eens een dag zou kunnen komen dat ze alledrie op hetzelfde bed liggen te dromen. Elke kat zou zich, net als Tossie, zeer onveilig hebben gevoeld als er zomaar een nieuw, vreemd katje in’ zijn huiskamer’ staat. Laatst staan twee! Ze veranderde een half jaar terug op slag in een gestrest en woedend, angstig exemplaar. Uiteindelijk heeft Tossie het tempo tot toenadering bepaald. Met veel tijd, liefde en geduld leven ze nu samen in één huis. Zo zouden ze nog wel eens vriendjes kunnen worden….

zaterdag 19 oktober 2019

75 jaar later...

Loose lips [might] sink ships.
- Wartime propaganda slogan

Het dorp waar wij wonen heeft een herberg uit het begin van de 16e eeuw. Bijna de oudste herberg van Nederland. Op de markt in ons dorp kwamen twee lijnen van de paardentram samen. De herberg werd dus druk bezocht. Vandaag sta ik op het marktje van ons dorp (nu een stadsdeel van Breda) met twee dochters. We hebben een rondleiding langs belangrijke verzetsplekken. Deze maand zijn Breda en Princenhage 75 jaar geleden bevrijd door Poolse strijders. En dat wordt gevierd met veel aandacht voor de Tweede Wereldoorlog. In ons straatje dat vroeger een grote doorgaande weg naar Antwerpen was (ooit door Napoleon aangelegd) is gevochten door de Fransen die kwamen verdedigen tegen invasie van de Duitsers. Onze huizen hebben kogelgaten in de gevel… Een paar huizen verderop heeft een Franse pantserwagen gestaan. Onze buurman die er nog steeds woont is op een van die dagen geboren. Zijn moeder lag letterlijk in een greppel te bevallen. Ik was heel benieuwd naar andere oorlogsverhalen uit ons buurtje. En die kregen we. Diverse verzetsgroepen waren hier actief. We stonden in de tuin van het huis van de dominee waar 29 Joden ondergedoken hebben gezeten. Zelfs toen de Duitsers er ingekwartierd waren en zélfs toen dit huis in een hospitaal veranderd werd. De dominee woonde daartussen met zijn vier kindjes. Door vertellers werden de dominee en zijn vrouw uitgebeeld, gekleed in gepaste kleding uit die tijd. Zo hoorden we staand in de tuin van dat grote pastoriehuis dat het oudste dochtertje tegen de Duitsers had gezegd dat ze verstoppertje speelde met ‘de anderen’. De domineesvrouw kreeg een hartverzakking, maar de Duitsers verstonden haar gelukkig niet. Later is uit archieven gebleken dat maar drie van die onderduikers de oorlog overleefd hebben… Bij de oude molen van ons dorp stonden we naar een stukje van de acterende molenaarszoon te luisteren die vertelde dat er een radiozender verstopt zat in de top van de molen. Om stiekem te luisteren naar berichten van de regering in Londen. Met de bakfiets van de molenaar werd onder de zakken meel veel spul verplaatst. Recht onder de neus van de Duitsers. De molenaar en zijn oudste zoon werden gefusilleerd bij een huiszoeking. De fietsenwinkel, waar nu een bloemenwinkel zit, was ook een groot bolwerk van verzet. Zo kom ik ook te weten dat in mei 1940 alle inwoners van Breda (destijds 50.000 inwoners) onverwacht moesten vluchten. De stad werd plots geëvacueerd omdat de Duitsers kwamen oprukken. Het gemeentebestuur vreesde dat Breda het strijdtoneel van heftige gevechten zou worden. Er ontstond paniek in de stad. Velen vluchtten hierop te voet, met onvoldoende eten en drinken. Deze, achteraf zinloze vlucht, eiste meer dan honderd slachtoffers en zorgde voor een grote shock bij de Bredase bevolking. Ik heb hier eerder nooit iets van vernomen. Het staat niet vermeld in de geschiedenisboeken die ik op school heb gelezen. We lopen langs het pleintje waar in de bomen veel verzetshelden drie dagen voor de bevrijding verhangen werden. Op een vooroorlogse foto die ik online vind zie ik ons huis (destijds een officierswoning) in het boerenland langs een weg met grote bomen staan. Na een wegomlegging staan deze vier huizen tegenwoordig aan een klein doodlopend straatje. Met flink wat huizen erbij gebouwd. Ons straatje is vernoemd naar een eeuwenoude herberg aan de overkant waar ik een vergeeld fotootje van heb gevonden. Ik vind dit boeiend…

Als de voordeur op de overloop al gastvrij openstaat en ik binnenstap zie ik twee blije gezichten. Dit echtpaar is al ver in de tachtig en bij beiden is beginnende Alzheimer geconstateerd. Vanmiddag vertelt meneer dat hij als klein jongetje met zijn ouders in mei 1940, zoals alle bewoners uit Breda, gevlucht is. Lopend naar Antwerpen. Daar sliep hij met z’n ouders op een biljarttafel in een café. Hij weet ook nog heel goed toen de 1e Poolse Pantserdivisie de stad kwamen bevrijden. In zijn straat stond een leeggeroofd magazijn van een houthandel. De Polen knapten daar hun pantserwagens op en ze vroegen de huizen in de buurt om een slaapplaats. Zo hadden de ouders van deze meneer twee Poolse soldaten in huis. Zij namen eind van de dag vaak wat lekkers mee naar huis. En hij speelde het Pools volkslied voor ze op de piano. Zelf uit zijn hoofd geleerd. Zij noemden de Hollandse Jan, Janek. Meneer staat op en komt met een handjevol zwart-wit foto’s terug. Een echtpaar met een twaalfjarige zoon en een babyhondje op schoot. Daarnaast twee Poolse soldaten. Er zitten ook wat antieke ansichtkaarten uit Duinkerken tussen die later door de soldaten toegezonden zijn. Wanneer ik vraag of hij nog vaak piano speelt antwoordt hij ontkennend. Ik vraag of hij het Poolse volkslied nog een keer voor mij wil spelen. En dat doet hij. Uit een boekje over de bevrijding van Breda valt een verfomfaaid opgevouwen papiertje. Ik pak het op en vouw het open. Het is een bonkaart. Gekleurde zegels met de woorden aardappelen, boter, vleesch en taptemelk erop. Hiermee mocht je deze producten kopen. Mijn oma kreeg ze destijds in haar woonplaats Den Helder niet, omdat mijn opa met een onderzeeër naar Engeland was gevaren en daar de oorlogsjaren verbleef. Zij werd steeds de stad uitgezet en kwam telkens clandestien weer terug. Ze woonde illegaal met haar twee dochters in een huis met dichtgetimmerde ramen. Zij kreeg geen voedselbonnen. En hier sta ik, 75 jaar later, met een door-mijn-oma-felbegeerde bonkaart in mijn handen.

zaterdag 12 oktober 2019

Cher's ouderdom

En altijd is het zo geweest, dat de liefde haar eigen diepte niet kent dan op het uur der scheiding.
- Kahlil Gibran

Het is een Oosterse wijsheid die ons vertelt hoe wonderbaarlijk het is dat mensen om ons heen kunnen sterven terwijl we nog altijd zelf niet geloven dat dit ons óók zal overkomen. Eigenlijk best gek als je er over nadenkt. Met mijn collega ben ik in Tilburg een avondje in een crematorium om meer te weten te komen over natuurlijk sterven. Thuis sterven. Door onder meer hygiëne, antibiotica en vaccineren is sterven ver van ons af komen te staan. Het gevolg is veel ongemak en soms ook angst als het om dood gaan gaat. Ik wilde meer weten over het gewone, natuurlijke proces. Dus niet perse de medische kant ervan. Wanneer mensen in hun leven geconfronteerd worden met sterven is het heel fijn dat er iemand is die dat proces kan duiden. Dat helpt om keuzes te maken en beslissingen te nemen vanuit inzicht en vertrouwen, en niet vanuit angst. Zeker nu onze samenleving in rap tempo vergrijst, we langer thuis wonen en dus vaker thuis zullen overlijden. Wetende dat het stervensproces twee jaar kan duren mag ik er vanuit gaan dat het merendeel van mijn clienten in deze waardevolle fase van hun leven zitten. Een fase die gaat over wie wij ten diepsten zijn, meer dan een lichaam of gevoelens. Wat deze avond de wow-factor voor mij gaf was dat spreekster Ineke het stervensproces naast de elementenleer had gelegd. Elk van de vier elementen komt overeen met een fase in het stervensproces. Deze fasen zijn zo herkenbaar in mijn werk! Bij het aarde-element verliest de persoon zijn of haar vitaliteit en gewicht. Bij het waterelement verliest de persoon vocht zoals bij incontinentie, een loopneus of -oor. Bij het vuurelement krijgt de persoon het koud en verdwijnt de passie om te leven en bij de allerlaatste fase, het luchtelement, wordt de adem oppervlakkiger (kan gaan reutelen of stokken) en de stervende persoon wordt dan ook suffig. Ze voegde er ook een vijfde element aan toe, namelijk ether. De subtiele energie die een mens bezit. Ze bedoelde daarmee dat de energie in de kamer vlak voor het sterven verandert. Dieren voelen dat heel goed aan. Mijn moeder’s kat maakte een rare gil en een sprong op het moment dat mijn moeder overleed. Ook valt de klok vaak stil. Dat gebeurde in mijn moeder’s huiskamer ook. En dat is niet eens heel bijzonder, dat gebeurt best vaak. Ineke heeft hier veel onderzoek naar gedaan en sterven blijkt universeel te zijn. Dat hangt niet van je geloof af of waar je op deze aarde woont. Verder vertelde ze dat stervenden visioenen kunnen krijgen van overleden mensen of mooi, helder licht kunnen zien. Daar heeft iedereen wel eens van gehoord. Vaak genoeg gebeurt het ook dat een stervende wacht op de komst van een dierbare (soms vanuit het buitenland) of juist wacht op het vertrek van een geliefde die even een sigaretje gaat roken of naar de WC gaat. De stervende kiest zelf het moment. Ik absorbeerde alle informatie. Ineke wil deze informatie over het gewone overlijden juist graag delen omdat de laatste tijd in de media voornamelijk aandacht is voor euthanasie. Haar kennis over natuurlijk sterven is een tegenhanger waar iedereen net zo goed van op de hoogte zou moeten zijn. Bij deze dus.

“Dit geloof je niet!” denk ik bij mezelf. Als ik op het punt sta om naar mijn werk te gaan reageert mijn auto nergens op. De dagen ervoor was al het openen van de achterbak onbetrouwbaar geworden, de radio stopte er ineens mee en als laatste miste ik ook het piepgeluid bij het parkeren. En juist op deze maandag blijkt hij niet eens te starten. Gelukkig met de auto van mijn aardige buurvrouw mijn werk kunnen doen. Aan het eind van de middag blijkt het de accu te zijn. Dus kunnen we na het opladen gelukkig tóch met onze auto naar Amsterdam. Naar Ziggo Dome. We gaan namelijk naar het eerste concert in Nederland sinds vijftien jaar, van popicoon Cher. Mijn lief heeft meerdere CD’s van haar dus toen bekend werd dat ze kwam hebben we onze slag geslagen. Cher is al drieënzeventig jaar en heeft een meer dan vijftigjarige loopbaan om op terug te blikken, maar still going strong. Ze scheelt precies vijf dagen in leeftijd met mijn moeder. Mijn moeder heeft maar achtenvijftig jaar oud mogen worden, maar had nu ook drieënzeventig jaar geweest. Van de hoge leeftijd van Cher was die maandagavond echter niets te merken. Met even krachtige uithalen als altijd en maar liefst acht outfits met de meest uitbundige pruiken in haar show was de diva weer helemaal terug. ‘Voor we verder gaan wil ik jullie iets vragen: wat doet jullie oma vanavond?’ Het is de conclusie van een grappige, best lange openingsmonoloog waarmee Cher betoogde dat geen enkele vrouw zich door haar leeftijd moet laten tegenhouden iets te doen dat zij leuk vindt. Ik vind haar erg grappig door haar strakke pokerface. In ruim anderhalf uur serveerde ze een heerlijk nostalgisch overzicht van haar levensloop. Met liedjes en veel bloemlezingen van foto’s en filmpjes op een scherm. Het werd het een vrolijke verkleedshow waarbij zij dus acht verschillende looks presenteerde en uiteindelijk vijftien liedjes zong. Overdaad is nog maar een klein woord voor het enorme showspektakel dat ze uit Las Vegas had laten overvliegen. Zo’n prachtig decor had ik nog nooit live gezien. Haar stem en lichaam zijn nog fantastisch - net als haar moeder van 93 jaar oud trouwens! - haar show miste wel wat vaart. Iedereen zat op stoelen en ik miste het dansen en swingen van een echt rockconcert. ‘If I Could Turn Back Time’ en ‘Believe’ maakten iets goed, maar het dak ging er niet af. Haar show was verschrikkelijk Las Vegas style , en ook een tikkeltje voorspelbaar maar toch was het mooi om de poplegende één keer in volle glorie live te zien. Ik heb de hele avond genoten. Een toegift na ‘Believe’ kwam er niet. Dat past natuurlijk niet bij een diva zoals zij.

zaterdag 5 oktober 2019

Mokum's nostalgie

“Autumn is as joyful and sweet as an untimely end.”
― Remy de Gourmont

One, two, three, four… Opletten en goed meetellen. Vooral bij de draai gaat het telkens mis. Ik sta in Paradiso, midden in Amsterdam. In de kelder wel te verstaan. Een bachata workshop. En ik dans niet eens met mijn lief. Eerder op de dag hadden we de auto bij een Park & Ride in Amsterdam achtergelaten en op de vouwfietsjes naar onze Airbnb gereden. Weekendtas daar neergekwakt en over de Weesperzijde naar het Leidseplein gefietst. Van het tochtje ging mijn hart sneller kloppen. A trip down memory lane. We reden langs het Amstelhotel waar we onze trouwfoto’s vierentwintig jaar geleden genomen hadden. Ik vond het zo leuk dat ik enthousiast naar mijn lief riep dat we de foto opnieuw moesten nemen. Nú! Dus fietsjes aan de kant en precies die plek op de brug opgezocht. Eten met de vriendengroep uit onze studententijd. Alweer zo’n dertig jaar geleden. En toen kwam het leukste: opnieuw naar het concert van Rowwen Hèze. Met de vrienden van mijn eega die zijn vrijgezellenparty daar destijds vierden. Díe mannen, met hun vrouwen, die precies een jaar later de reünie van dezelfde vrijgezellenparty daar wederom vierden. En nu, decennia later, weer díe mannen met dezelfde vrouwen! Hoe gaaf is dat! Als briljant cadeau voor onze 50-jarige verjaardag. De groep splitste zich in de menigte van Paradiso op en mijn lief en ik bleven bij het groepje in het midden van de zaal. Het is niet perse mijn muziekkeuze, maar ik stond daar nu toch dus stortte ik me er helemaal in. Meelallen met de Limburgse refreinen, springen, bedolven onder het bier, bezweet van het pogoën en helemaal in mijn sas. Vooral genietend van het plezier van mijn wederhelft die een ieder van ons meenam in de menigte om ruig te dansen. Of was het een soort springen en tegen iedereen aan botsen? Na het concert werden de liters bier van de vloer gedweild en alle plastic bekers opgeveegd. We verdwenen naar de kelder om daar in de bar nog wat met elkaar te drinken. En om ons aan een salsa dansje te wagen. Niet veel later begon er namelijk boven een Latin District avond met een DJ en drummers op het podium. We bleven met vier diehards over. Hoe bijzonder was het dat we op dit uitverkochte feest terecht kwamen, in het legendarische Paradiso? Tussen allemaal relaxte millenials die heel cool aan het salsa en bachata dansen waren. Bijna allemaal waren ze verdoofd door wat alcohol of een pilletje dus het viel ze helemaal niet op dat er vier oudjes op de dansvloer uit hun bol gingen. En enorm naar oud bier stonken… De volgende dag hadden we spontane, bijzondere ontmoetingen. Hoe leuk is dat? Tijdens het ontbijt in de Airbnb met een oud directeur van Starbucks en Unilever. Toen we door ons oude buurtje fietsten kwamen we in gesprek met een dame die bijna dezelfde VW bus had als wij, maar omgebouwd tot een fotobus. We mochten als cadeautje voor Burendag in haar bus op de foto. We schuilden later tegenover de Hortus Botanicus voor de regen in een pandje volgestouwd met oldtimers voor een veiling. Ook met die oude meneer een geanimeerd gesprek gehad. Ik geniet daarvan. We dronken wat in het gerestaureerde, voormalig badhuis op het Javaplein waar we een steenworp vandaan woonden. We slenterden natuurlijk over de Dappermarkt, fietsten langs Artis en pakten het IJ-veer naar Noord waar we spontaan het Mandelahuisje - waar Anna van Praag in een ander leven taarten bakte - bezochten. We lunchten met uitzicht op het IJ en het Centraal Station. We aten natuurlijk een slagroomijsje bij bakkerij van der Linde. We slenterden over de Dam, door de negen straatjes en liepen ineens langs de Westertoren in de Jordaan en bekeken de nieuwe ingang van het Anne Frankhuis. Het was allemaal heerlijk! Deze stad heeft een vibe die mijn hart sneller doet kloppen. En natuurlijk de melancholiek. We volgden onze voetstappen die we, toen samen nog jong en een heel leven voor ons, daar hadden achtergelaten. We zijn langs ons eerste huisje gefietst. Een nieuwe voordeur, een muur eruit maar toch nog óns eerste huisje samen. Het benedenhuis met de grote tuin met appelboompje. Samen getrouwd vanuit dat huisje. We fietsten onwillekeurig langs diverse plekjes waar de trouwfoto’s gemaakt werden. Het Wertheimpark, fontein aan het Frederiksplein, de Hogesluis naast het Amstelhotel en zelfs de trap waar mijn lief mijn jurk opstroopte om mijn blauwe kanten bandje te ontdekken. Volop nostalgie!

Al nuchter sinds de dag ervoor om zes uur, zaten Jut en Jul schuchter in de grote kennel die we ooit aangeschaft hadden om onze katten mee naar Mexico te laten vliegen. Twee paar bange amberkleurige kattenoogjes kijken ons aan door de tralies. De dierenarts roept ons binnen. Ze worden gewogen, gecheckt en de chipnummers worden gecontroleerd. Het moment is daar. We laten de twee baby’s achter voor hun operatie. Ik vind het heel spannend. Ten eerste omdat ik weer rond het middaguur mag bellen naar de praktijk. De laatste keer dat ik dat deed kreeg ik het verschrikkelijke nieuws te horen dat onze oude kater een tumor had en dat we een paar uur later afscheid mochten komen nemen. Ten tweede heb ik een trauma opgelopen toen we onze eerste poes lieten steriliseren. In Amsterdam. Ik moest kort na de operatie voor mijn werk twee dagen naar Groningen. Toen ik eenmaal thuis kwam had ze de hechtingen er zelf uit getrokken…. Ik loop nog steeds met een schuldgevoel rond. Ook omdat diezelfde poes, toen ze vier jaar oud was, door een cyote opgegeten was destijds in The States. En ik had al zo’n medelijden met haar omdat ze in haar uppie naar The States gevlogen was en daar in Boston ook nog in quarantaine moest. Ze was zó blij toen ze na weken wachten onze stemmen hoorde. Manlief was vanochtend mee gegaan voor morele steun. Heel lief. Mijn werkdag ging snel voorbij en voor ik het wist mocht ik de twee slaperige baby’s, lekker tegen elkaar aan, weer mee naar huis nemen. Tegenwoordig zitten de hechtingen niet meer aan de buitenkant, dat was een opluchting. Ik heb bijna twee uur met de warme lijfjes op en naast me doodstil op de bank gezeten. Warme fleece-kleedjes over ze heen gedrapeerd en de kachel lekker hoog. De verkoeverkamer. Ze mochten geen eten, alleen wat water. Veel slapen. De volgende ochtend mochten ze een beetje gekookte kabeljauwfilet. Het meisje had nog pijn en was heel voorzichtig. Het jongetje had alweer een gezonde trek en had de bak ook al gebruikt. Het meisje had vergeleken met het jongetje best een zware buikoperatie gehad en natuurlijk veel langer hersteltijd nodig. Hij was echter zó lief voor haar! Hij ging steeds lekker warm tegen haar aanliggen. Zij deed eigenlijk niks anders dan slapen… Soms ging hij haar helemaal wassen. Daar genoot ze zichtbaar van. Wat zijn huisdieren toch kwetsbaar. Zo afhankelijk van onze zorg! Zij mocht nog niet teveel springen vanwege haar wond. We tilden haar steeds voorzichtig op als ze op het punt stond om te bewegen. Hij rende al na een dag als een bezetene door de huiskamer. Zij een paar dagen later trouwens ook. En dat terwijl ze tien dagen lang niet mochten traplopen, springen of naar buiten.…