zaterdag 29 augustus 2020

Salmiakknots in het bos

The sacred place of silent minds and deep souls is the depths of the forest.

Mehmet Murat Ildan


Vakantie vieren in eigen land. Veel Nederlanders hebben dat deze zomer gedaan. Ik heb als kind alle zomers in Drenthe doorgebracht. Een half uurtje rijden van ons huis in Groningen. Een grote boscamping waar geen auto’s op mochten komen. Daar begon het plezier eigenlijk al meteen. Met een grote kar met kleine autobandjes eronder bracht mijn vader onze bagage naar de kampeerplek. Mijn zus en ik wilden dan graag op de kar meeliften. Als ik aan die camping denk herinner ik me zandweggetjes met rul, lichtbruin zand. Dus altijd vieze voeten. Een typische bosgeur vooral na een regenbui. Ik herinner me de aardappel- en graanvelden langs de camping. Mijn vriendinnetje en ik pikten daar wel graanvaren en die graankorrels stampten we tussen twee stenen. Om pap van te maken voor onze babypopjes. De hazelnootbomen langs een fietspaadje waar we knalgroene onrijpe nootjes plukten. Een klein stukje buiten de van-takken-gemaakte toegangspoort was een piepklein winkeltje waar ze los snoep verkochten. Het was een groot feest als we daar voor een dubbeltje een grote smiley van drop mochten kopen, een salmiakknots of een dextrose lollie met twee kleurtjes. De hele zomervakantie waren we op die camping. Onze poes, een siamees ging altijd mee. Ze ving er ’s nachts muizen die ze voor de tent legde. Fietsen gingen ook mee. Naar het buitenland gingen we niet, dat deden we jaren later pas. Mijn zus en ik waren poepiebruin aan het eind van zo’n zomer. Er was een openluchtzwembad met onverwarmd, ijskoud water. Met zonnig weer zaten alle families daar. Met slecht weer was het zwembad gesloten en speelden mijn vriendin en ik stiekem onder de douches aldaar. Omstebeurt een sprong in het koude zwembadwater en dan tien rondjes onder de warme douche. Úrenlang in mijn herinnering. We zongen er ook liedjes bij. We zongen trouwens ook tijdens het urenlang schommelen. Altijd buiten zijn. Mijn moeder bewaarde houdbare levensmiddelen heel primitief in een gegraven gat naast de tent. Daar zat een emmer met koud water in. Knaloranje of gestreepte jaren ’70 windschermen om de tent heen. Mijn vader maakte tijdens hevige regenbuien met een schep openingen waar al het regenwater in weg kon stromen als het te nat werd onder het tentzeil. Ik herinner me zwemmen in een bosmeer waar we op zonnige dagen op de fiets heen gingen. Of pannenkoeken eten in een ouderwets pannenkoekenhuis ergens in het oneindige Drentse bos. Alleen maar fijne herinneringen. Zomer na zomer. Behalve die keer dat ik op mijn buik in een schriftje boomblaadjes en dennennaalden aan het natekenen was. Niet ver van onze tent. In m’n eentje. Er kroop iets in de pijp van mijn broek. Ik ging staan en gilde het uit. Ik stampte met mijn voeten om het te laten verdwijnen. Het fladderde in mijn broekspijp. Ik moest mijn broek uittrekken en toen vloog er iets uit. Waarschijnlijk een vlinder of vliegend kevertje… Traumatisch. Op de camping verzamelden we regelmatig na het eten stevige takken, samen met veel kinderen. In de avondschemer vouwden we dan brooddeeg om die stok om te garen aan een groot kampvuur. Eindeloze zomers waarin we regelmatig barbecueden met vrienden van mijn ouders op die lage,  eenvoudige barbecuetjes. Het regende natuurlijk ook wel eens, dan speelden we gewoon in de modder. Met of zonder regenlaarzen. Of, we verstopten ons dus onder die warme douches van het zwembad…. 


Het valt me eerlijk gezegd best wel tegen. Vóór de vakantie was er nog perspectief. Iedereen keek - misschien tegen beter weten in - uit naar het moment dat de scholen weer zouden beginnen. Dat het leven weer redelijk normaal zou worden. Ik in ieder geval wel. Voor de vakantie ging het goed met het indammen van het coronavirus en we zagen nog uit naar een fijne vakantie. Het was al maanden prachtig zonnig weer. Ik genoot stiekem best wel van de rust. Ik keek ook zoals iedereen uit naar het moment dat de wereld weer enigszins normaal zou worden. Voor mij. Voor onze kinderen. Voor mijn arme, broze cliënten. En met de goede ontwikkelingen van vóór de zomervakantie, rekenden we toch allemaal op een zo normaal mogelijk leven met z'n allen? Niets is echter minder waar. Het aantal besmettingen is de afgelopen weken juist toegenomen. Het kabinet heeft geen versoepelingen aangekondigd maar de broekriem juist weer wat aangehaald. Even geen feestjes in eigen huis of tuin als het kan. Het verrassingsfeestje van mijn 50-jarige vriendin moest ik met pijn in mijn hart afzeggen, omdat er teveel mensen in haar achtertuin zouden komen. Toegegeven, ik ben bang voor corona. Om het zelf te krijgen. Op mijn leeftijd. Ik heb eerder een longembolie gehad. Ik slik de rest van mijn leven bloedverdunners. Ik ben ook bang om mijn gezin te besmetten, of mijn oude cliënten met hun kwetsbare gezondheid. Met de allerergste gevolgen. In het voorjaar had ik nog energie, werd de temperatuur steeds hoger en had ik onze vakantie met de hippiebus in het vooruitzicht. Maar die is inmiddels achter de rug. Het is maar de vraag of wij eind van dit jaar alsnog de reis voor ons 25-jarige huwelijk kunnen vieren. We gaan langzaam afscheid nemen van de zomer, en het besef is bij mij gekomen dat corona voorlopig nog niet verdrongen is. Ik ben moe. Moe van de hittegolf. Moe van het geen uitzicht hebben op een normaal leven. Ik moet volhouden. Wij moeten volhouden als totale samenleving. Langer dan gehoopt en misschien toch ook ergens wel een beetje verwacht.

zaterdag 22 augustus 2020

Normale leven?

Like all young people, you are quite sure that you alone feel and think, you alone recognize danger, you alone are the only one clever enough to realize…

 - J.K. Rowling


Vanwege de warmte en wat tocht staat de bovenkant van onze halve voordeur open. Ik sta zelf in de keuken wat vaat op te ruimen. Jongste dochter komt de keuken in en zegt iets over ‘ze binnen gelaten…lopen naar boven…’ . Ik heb niet goed naar haar opmerking geluisterd. Ik ga even boven kijken. Boven in de slaapkamer van middelste kind, die vandaag jarig is, staan twee schoolvriendinnen met een fototaart in hun handen. Surprise! Wat leuk dat ze er aan gedacht hebben! Toch wel typisch voor ons hondstrouwe, maar verlegen kind. Zelf geen feestje (durven) organiseren om geen mensen te belasten en dat vriendinnen haar toch een klein intiem feestje gunnen. In de voortuin maken we een zitje voor ze klaar. We halen schoteltjes, vorkjes, een kan water, een kan limonade, een groot mes en een luciferdoosje. Ze hebben zelf kaarsjes mee genomen. Jongste dochter heeft zometeen een sollicitatiegesprek bij een gezellige uitbater in het Mastbos. We zouden allemaal meefietsen en op het koele terrasje in het bos met een koud drankje op haar wachten. Natuurlijk gaat de jarige twintiger nu niet meer mee. Ze blijft lekker met haar vriendinnen relaxen in de voortuin. Alleen mijn lief en ik fietsen mee. Op het terras komt meteen een klasgenootje op onze dochter af. “Ik weet dat je komt solliciteren. Er werd net al gevraagd of ik jou kende!” Ze neemt onze jongste mee naar binnen. Naar de eigenaar voor het sollicitatiegesprek. Wij bestellen iets lekkers op het terras. Na een half uurtje komt ze glunderend aanlopen. Ze kan zondag al beginnen. Thuis gekomen gaan de vriendinnen weg met de afspraak dat ze onze jarige job vanavond - na ons dineetje - komen ophalen om te logeren. Wij eten taart, grote stukken, want we hebben onverwachts extra veel taart in huis. Oudste dochter komt naar Breda voor haar jarige zusje. We eten Japans met ons gezin in een restaurant. De eerste verjaardag sinds februari dat we weer buiten de deur vieren. Spontaan sluit nóg een vriendinnetje van de studie aan bij de logeerpartij. De jongelui hebben behoefte aan gezelligheid en lekker bij elkaar zijn. Over een halve maand beginnen hun studies weer in Groningen, Tilburg en Middelburg. Na een half jaar thuis studeren mogen ze hun studentenleventjes weer heel voorzichtig oppakken. Deeltijds online colleges en deeltijds in de collegezaal. Sporten op de uni. Het laatste studiejaar voor haar bachelor diploma. Gelukkig is ze niet voor een half jaar naar Oklahoma vertrokken voor haar uitwisseling. Zodra we in het donker aan komen fietsen uit de stad stapt onze jongedame bij haar studiegenoot in de auto. Ga maar lekker lol trappen met je vriendinnen: roddelen, samen muziek luisteren, giechelen, samen filmpje kijken en geheimen delen. Gewoon zoals het hoort. Zoals het hoort in het ‘normale’ leven van een twintiger. 


Wanneer ik, voordat ik naar mijn werk ga, de oprit aan het vegen ben na de hevige onweers- en regenbui van de avond ervoor vragen buurtjes van een huis verder of dat mijn racefiets is. Er staat een witte racefiets aan een lantaarnpaal vastgemaakt. Het is niet van hun en ook niet van mijn directe buurman. Ookal staat de fiets pal voor zíj́n deur. Ik hoor dat er twee dagen ervoor twee jongemannen foto’s maakten van ons huis. Onder het mom van een selfie werd ons huis vastgelegd. Later in de ochtend ontvang ik foto’s van het verdachte stel in de ‘buurt preventie app’. Een andere buurman had er ook - zelfs van afstand - een foto van gemaakt. Kennelijk een heel argwanend tafereeltje geweest? Dan hoor ik ook dat mijn buurman ze aangesproken had. Ze verstonden geen Nederlands en Engels en gingen daarna ieder een andere kant op. Dat laatste vind ik best verdacht. Ik bel mijn lief en vertel van mijn voorgevoel. Ik heb het gevoel dat het om onze antieke kampeerbus gaat… Manlief komt in zijn lunchpauze naar huis. Hij zet het stuurslot erop en de startonderbreker. Ook meteen maar alle rolluiken van ons huis gesloten. Eind van de middag bel ik bij de buurman aan. Op mijn advies had hij contact opgenomen met de wijkagent. Op advies van zijn huishoudster had hij het voorwiel uit de racefiets gedemonteerd. Een briefje op de fiets geplakt dat het wiel opgehaald kan worden. Hij laat me zien waar de verdachte jongemannen foto’s stonden te nemen. Terwijl ik naar hem kijk en hij vertelt dat ze ook door hun knieën zakten voor foto’s begrijp ik het. Vanaf mijn plek (die van de fotograaf) is onze hippiebus staand net niet te zien door het groen, maar wel als je bukt. In opdracht worden oldtimers gespot en gestolen. De gestolen auto wordt dan verstopt in een loods. De onderdelen verdwijnen vaak naar het buitenland. Mijn autootje staat voor de zekerheid achter de oude bus geparkeerd zodat de bus niet van de oprit gereden kan worden. Dezelfde avond worden drie mannen verderop in de straat opgemerkt. Ze scharrelen tussen de bomen en de struiken langs ons straatje. Buren spreken ze aan. Ze zijn vlierbessen aan het plukken zeggen ze. Ook dit wordt natuurlijk gedeeld in de ‘buurt preventie app’. We zijn allemaal op onze hoede. Er wordt wederom online aangifte bij de wijkagent gedaan. Wij wonen vlakbij de toerit naar de snelweg. Een makkelijke, supersnelle vluchtweg naar België. Na anderhalve dag lees ik in de app dat een student aangebeld had om het wiel terug te vragen van zijn racefiets. Hij had een afspraak om te carpoolen. Recht voor onze deur…

maandag 17 augustus 2020

Extended family

Each day of our lives we make deposits in the memory banks of our children.

Charles R. Swindoll


Mijn eerste werkweek na mijn strandvakantie valt midden in de Hollandse hittegolf. Mijn senioren weten niet (meer) hoe ze er mee om moeten gaan. Mijn eerste cliënt na mijn terugkeer, een meneer van tachtig, heeft op maandagochtend zijn rijdende airconditioner aanstaan. Het is echter nog steeds achtentwintig graden in zijn huiskamer. Ik doe eerst de schuifdeuren en de gordijnen dicht. Ik leg hem uit dat we proberen de hitte zoveel mogelijk buiten te houden. Dan gooi ik twee vriesblokken in het water van de mobiele airco. Ik vul sowieso het water bij. Ik zet een fles met fris koel water en een glas op tafel, binnen handbereik voor hem. Hij draagt netjes zijn dichte schoenen met sokken. Hij heeft geen blote voeten slippers. Ik stel voor dat hij zijn overhemd met lange mouwen verwisselt voor een wit mouwloos katoenen hemd. Hij wil echter als een heer gekleed blijven…. We laten de airco aanstaan wanneer ik hem naar schaken breng. Hopelijk is de temperatuur vanmiddag iets gezakt wanneer hij thuis komt. Mijn andere cliënte, een weduwe van vijfentachtig, zit met winterkleding aan in de huiskamer waar volop zon naar binnen schijnt. Eerst de col uit met lange mouwen. Verwisseld voor een T-shirt met halflange mouwtjes. Haar nek is helemaal nat van het zweet. Dan doe ik het rolluik naar beneden en sluit de rolgordijnen en zware, fluwelen gordijnen. Aan de schaduwkant zet ik een raam wijd open. Het lijkt wel een sauna in huis! Ik neem haar mee naar een koel terras van een hotel - met een zuchtje wind. Daar drinken we wat en lunchen we. Ze wil haar half opgegeten broodje met brie graag mee naar huis. De ober adviseert het niet te doen vanwege de bacteriën. Ze staat erop. Ik neem het mee en dump het stiekem bij de benzinepomp als ik daar een tijdschriftenpakketje voor haar koop. Ik wil geen risico lopen dat ze ziek wordt. Als ik haar broer spreek hoor ik dat hij eerder al twee T-shirts voor haar gekocht heeft. Ze wil ze echter niet aan. Als dame wil ze op deze leeftijd geen blote armen zien… Eenmaal thuis zoek ik ze op. Ik laat haar er tóch een aantrekken. Ook meteen de zwarte pantalon uit en een luchtige, comfortabele pyamabroek aan. Dan zie ik dat ze al die tijd een zwarte lange panty onder haar broek aan had! Mijn oudste cliënte van drieënnegentig woont in een prachtig voormalig klooster. Haar kamer is aan de zonnige kant. Ze delen met veertien kamers acht rollende airconditioners. Vlak voor ik kwam kreeg zij er één op haar kamer. Het was écht niet te harden in die kamer! Haar dochter had een verkoelende shawl opgestuurd. Deze gevulde shawl met gelkorrels heb ik in de wasbak gelegd om vocht op te nemen. Ik bel de verzorging. Ik mag namelijk vanwege corona niet in de algemene ruimten komen. Buiten is het veel te warm om te wandelen. Haar kamer is ongezond heet. Het terras is ook te warm. We mogen samen in de binnentuin zitten. Aan de schaduwkant staat een bankje met een kletsnat kussen erop. Natgeregend door de onweersbui de avond ervoor… Ik leg het zware kussen weg, droog de bank met mijn papieren zakdoekje en daar zitten we dan. We voelen een heel klein briesje. Gelukkig komen ze twee glazen water brengen. We kletsen gezellig bij. Ik laat haar daar na mijn bezoek achter met een tijdschrift. Ik hoop echt dat haar kamer die avond flink afgekoeld is…


We zitten op deze zwoele zaterdagavond aan een moderne ronde tafel naast openslaande balkondeuren. Oudste dochter snijdt sushi rollen aan tafel. Haar lief vult de zeewiervellen met rijst, Philadelphia, komkommer en zalm of krab. Zijn broer, net geland uit de Dominicaanse Republiek, zit naast hem. Het is een bijzonder moment. We zijn voor de eerste keer op bezoek bij het samenwonende stelletje. Tijden onze vakantie op het Franse eiland zijn ze beiden van hun studentenkamer naar deze etage verhuisd. Een sfeervol appartement in een huis uit de 19e eeuw. De Rotterdamse wijk Kralingen heeft karakteristieke vooroorlogse woningen. Ze heeft dezelfde kleuren glas-en-lood schuifdeuren als wij in huis hebben. Ook de schouw is van hetzelfde marmer. We hebben een diner met onze ‘extended family’ zoals middelste dochter zegt. Mijn lief en ik als (schoon)ouders op bezoek. Wanneer zijn wij een generatie opgeschoven? Op een rustig moment overhandigen we onze cadeautjes die een personal touch aan hun huisje mogen geven. Allereerst het naambordje voor onder de deurbel in de vestibule. Dan geven we een ingelijste, lieve foto van hun tweetjes die ik een week geleden bij de ondergaande Franse zon genomen had. Ook heb ik deze ochtend met liefde en wat melancholie twee boekjes ingepakt in mierzoet roze crêpe papier, met een zuurstokroze kaartje eraan met een lieve tekst, gestrikt met een knalroze lint. In de boekjes heb ik volop gedetailleerd anekdotes geschreven tijdens de eerste tien jaar van haar leven. Versprekingen die ze maakte toen ze leerde praten. ‘I need some driverseat!’ riep ze boos naar haar zusje wanneer ze op de WC zat. Ze bedoelde natuurlijk privacy. Haar tekeningen die ze als driejarige op preschool maakte van de Twin Towers die op haar eerste schooldag ingestort waren. Het ongelukje toen ze in onze Bredase achtertuin op de rekstok een gat in haar tong kreeg en naar de eerste hulp moest. Tevens haar grote verdriet na het verlies van haar oma toen ze pas zes jaar oud was. Ook de blijdschap toen we haar vertelden dat we naar Mexico gingen verhuizen toen ze viertien jaar oud was. Onze meiden weten dat ze zulke waardevolle, sentimentele boekjes hebben en dat ze die krijgen als ze écht op hunzelf gaan wonen. Vanavond was zo’n moment. Dochterlief waardeerde het enorm. We hebben hun huisje bewonderd, genoten van de zelfbereide maaltijd en het gezelschap. Een heerlijke, memorabele avond.

woensdag 12 augustus 2020

Wit eierdopje

Traveling is a brutality. It forces you to trust strangers and to lose sight of all that familiar comforts of home and friends. You are constantly off balance. Nothing is yours except the essential things - air, sleep, dreams, the sea, the sky - all things tending towards the eternal or what we imagine of it. 
- Cesare Pavese 

De oude bus was deze vroege, nog frisse ochtend tot zijn nok gevuld met kampeerspullen, onze bagage en óók nog een backpack en grote koffer van oudste dochter en haar lief. We zaten er zelf ook met onze zes zongebruinde lijven in. Ons ontbijt, in de vorm van verse croissants en chocoladebroodjes, in papieren zakjes op schoot. Een thermoskan gevuld met hete thee bij mijn voeten. We waren op weg naar het station van La Rochelle waar we oudste kind en haar lief op de sneltrein zetten naar Bordeaux. Met z'n viertjes onderweg naar Orléans werd het steeds heter. Regelmatig waarschuwingen boven de weg dat we genoeg moesten drinken. We hadden de koelbox aangesloten tussen de voorstoelen staan. Flessen met liters water ernaast. De meeste ramen stonden open, gordijntjes dicht om de zon buiten te houden. Ik had een wit hemd van mijn lief naast de passagiersstoel aan het raam gehangen. Het werd niet, of net wél, oncomfortabel heet in de bus. We reisden deze dag gelukkig maar vijf uurtjes. Rond tweeën kwamen we al aan bij de prachtige villa uit de 18e eeuw in Orléans waar we zouden overnachten. We wandelden richting het oude centrum waar we onderweg, en ondertussen kletsnat van het zweet, eerst gingen lunchen in een restaurant. Na onze heerlijke salades en veel glazen met ijsklontjes liepen we verder naar het prachtige centrum met als middelpunt de Sainte-Croix kathedraal. De bouw startte al in 1278. Binnen was het heerlijk koel. In de gebrandschilderde ramen was het verhaal van Jeanne d’Arc uitgebeeld. De Franse heldin is geassocieerd met deze kerk en heeft als bijnaam Maagd van Orléans. Jeanne was een meisje van eenvoudige komaf en speelde een beslissende rol in de honderdjarige oorlog tijdens de Middeleeuwen. Ze viel als zeventienjarige gehuld in mannenkledij - een metalen ridderpak! - succesvol de Engelsen aan. Terwijl wij de expositie bekeken kwamen er steeds meer dames op hoge hakjes de kerk binnen. Ik ging me bijna ongemakkelijk voelen op mijn praktische Birkenstocks.... Er bleek een bruiloft te beginnen. Buiten met een ambachtelijk ijsje in ons hand bekeken we de feestelijke kleding van de gasten en het bruidspaar. De temperatuur was ondertussen al opgelopen naar veertig graden. We kochten drie waterflessen voor de terugwandeling van vier kilometer die leeg waren toen we het boetiek hotel bereikten. We hebben heerlijk onderuit gerelaxt op de stijlvolle, koele kamers met airco. De volgende dag na een uitgebreid buffetontbijt in de ochtendfrisse grote tuin reden we in dezelfde hitte terug naar huis. Zeven uur lang de ramen wijd open, gordijntjes gesloten. Een ventilator op de achterbank. Zolang de hippiebus reed was het prima te doen. Halverwege stopte de volgepropte koelbox er echter ook nog mee. We hebben het gered met de redelijk koel gebleven drank tot thuis. Met nat geplakte haren in onze hals stapten we de voordeur binnen. 

Anders dan het plan was om een maand met backpack’s door Colombia te reizen met ons hele gezin - door de jungle en bergen te trekken afgewisseld met snorkelen in de azuurblauwe oceaan - werd het nu een tweeweekse kampeervakantie met z’n viertjes. Op een klein Frans eilandje met de antieke hippiebus die twee weken op dezelfde plek op een camping bleef staan. Dat was heerlijk en ontspannen. Ook door de overzichtelijkheid. Geen dichtgetimmerd reisschema, verre vlucht of jetlag. Wel de spontane komst van oudste dochter met aangehaakte vriend. Het spannendst waren eigenlijk de fietstochtjes over het eiland op zoek naar een leuk dorp, strand of markt. Het allerspannendst was misschien wel de heen- en terugreis. Op de heenreis reed mijn lief onoplettend in Parijs bijna een tunnel in die te laag was voor onze bus. Onze bus lijkt een beetje op het kuikentje Calimero - het hoofdpersonage van een tekenfilmserie - met een wit eierdopje op z’n koppie. Ons busje heeft ook een wit dopje. En die paste niet door de tunnel. Gelukkig hadden ze aan een escape route gedacht die we natuurlijk namen en daardoor middenin de stad Parijs terecht kwamen. Een heel avontuur om er weer uit te komen. Op de terugweg naar huis in de stad Orléans, waar we een overnachting hadden gepland, liep ik tegen hetzelfde euvel aan. We waren er bijna toen ik door een soort fietstunneltje moest dat natuurlijk helemaal niet paste. Mijn lief zag gelukkig dat er verplaatsbare hekken stonden en zo konden we nog ontsnappen. Allemaal heel adrenaline verhogend! De situatie bij een slagboom om de Franse tolweg op te rijden was ook best hilarisch. De Volkswagenbus heeft dus een hefdak en dat werd elektronisch geregistreerd bij de slagboom. Daardoor kwam de ticket niet gewoon op ooghoogte van de bestuurder, maar op ooghoogte van een vrachtwagenbestuurder. Het duurde even voordat we dat doorhadden. We reden achteruit een stukje terug en probeerden een kaartje te krijgen bij een andere automaat. Zelfde verhaal. Mijn lief drukte op de bel en vroeg om hulp. De Franse dame door de luidspreker sprak, zei iets in de trant van ‘Oppúh’ en wij dachten aan ‘open’ met een zwaar Frans accent. Middelste dochter keek vanaf de achterbank mee en snapte ineens wat ze bedoelde toen ze de ticket helemaal bovenin het apparaat zag wapperen. De dame zei ’Up’ in onverstaanbaar Engels! Een lesje in erkennen dat de wereld niet maakbaar is en je overgeven aan wat er op je pad komt. Ons reisje was dus best verrassend.

zaterdag 8 augustus 2020

Zeevruchten

The ocean stirs the heart, inspires the imagination and brings eternal joy to the soul.

Robert Wyland


Nieuwsgierig liepen manlief en ik op een grote groep gebogen mensen af. Mensen die stuk voor stuk voorover gebogen naar het zand keken. Overal lagen bootjes droog op strand. Het was eb. Het aguamarijne zeewater had zich terug getrokken. We hadden het strand nog niet zo breed gezien. De volle maan van gisternacht heeft voor een extreem lage waterstand gezorgd. Er kwamen allemaal rotsen bloot te liggen. Deze leken op afstand groen door al het zeewier wat was achtergebleven. Wat deden al die Franse mensen daar? Ze hadden stuk voor stuk een pot zout in hun handen en een emmertje of een netje aan hun arm hangen. Daar zaten langwerpige schelpen in leek het wel. Ik had ondertussen wat mooie schelpjes opgeraapt. We hadden ook lege oesterschelpen en mosselen zien liggen. En gesloten kokkels.  Er werd naar zeevruchten gezocht zoveel was duidelijk. We bekeken het proces eens van dichtbij. Als er twee gaatje naast elkaar in het zand te zien waren dan strooiden ze daar een hoopje zout op. Even wachten op de luchtbelletjes en geborrel en dan zag je een lang scheermesje-schelp naar boven komen. Met z’n uitstekende slijmerige kop als eerste. Je pakt het weekdier op en trekt hem met z’n lange lijf uit het zand. Aan de onderkant van het scheermesje hangt ook nog een eetbaar slijmerig deel. Deze zeevruchten zijn een ware Franse lekkernij. In Nederland zie je veel scheermesjes, of mesheften, op het strand liggen. Ik heb echter nog nooit iemand met een pot zout die weekdieren boven het zand zien lokken. De activiteit is hier op het eiland erg geliefd. La pèche á pied heet het. Vissen vangen ter voet. Ze koken de schelpdieren dezelfde avond en maken ze klaar met knoflook. Vast heel smakelijk. Het zeewater begon halverwege de dag terug te stromen. We speelden lekker beachball aan het waterfront. We waren niet eerder bij dit strand in La Couarde geweest. Zo’n twaalf kilometer van onze camping vandaan. Een leuk strand. Een gezellige opgang met openbare douches en terrasjes. Een ijscokar waar we op weg naar de kampeerbus lekker van Italiaans ijs genoten hebben. Voor ons geen zeevruchten op het menu maar een forse pan pasta voor ons grote gezin van zes!

We zitten op een terrasje op de kade. Het zeewater in de haven glinstert in het licht van de lantaarnpalen. De maan is nog altijd heel groot. Het kwik blijft boven de vijfentwintig graden hangen. Mijn lief en ik zippen op ons gemak van een glas sangria. De vier kinderen van hun frisdrank. Geweldige muziek luistert het plaatje op. Elke avond is er live muziek op dit podium pal aan de haven. Dit is onze eerste keer dat we er op de late avond op uit getrokken zijn. Andere avonden koelde het teveel af op het eiland. Deze zwoele avond brengen drie muzikanten voornamelijk hits van U2 en Bon Jovi ten gehore. Ik kan bijna niet stil blijven zitten. We zingen mee. Ik applaudiseer luid. De kinderen kaarten onderwijl. Niet lang hiervoor hebben we over een gezellige avondmarkt geslenterd. We hebben de warme zon met een oranje gloed in de koele Atlantische Oceaan zien zakken. Het dorp La Flotte ziet er in het avondlicht net zo charmant en levendig uit als overdag. Als we nog even staan te dansen op de laatste toegiften van de band loopt de basgitarist al spelend door het publiek. Omdat iedereen een meter van elkaar afstaat en mondkapjes draagt is dat goed te doen. Als de laatste klanken weg ebben lopen we naar de fietsen. In de donkere nacht met heel veel sterren en alleen verlicht door de maan fietsen we terug. Door het donkere pijnbos en over open stukken met struiken. Manlief houdt z’n telefoon erbij om het pad te verlichten. De fietslampjes op onze fietsen zijn namelijk belabberd. Alle meegebrachte Hollandse fietslampjes liggen vergeten in de deur van onze Volkswagenbus... 

Saint-Marie de Ré - 7 augustus 2020 

woensdag 5 augustus 2020

Surprise bezoek!

Good company in a journey makes the way seem shorter.

Izaak Walton


In een dorpje anderhalve kilometer van onze kampeerbus vandaan vond ik online een plek voor modelage, en bien-étre. Op reis vind ik zo’n wellness spa liever ter plekke. Met de juiste vibe. Hier op het eiland was ik nog niks tegen gekomen. Tot de dag dat we een ander strand wilden bezoeken. Plage Gros Jonc ligt iets dichterbij op de fiets. Het strand had echter een surf- en zeilschool en er lag een grote strandcamping pal in de duinen. De meiden vonden het andere strand fijner. Ik zag echter wél dat er bij het terrasje met zwembad een spa verscholen zat. Voor we weg zouden fietsen glipten mijn lief en ik even naar binnen. En jawel, ik kon een massage voor de volgende dag reserveren! De volgende - best frisse - ochtend fietsen we na ons ontbijt eerst naar La Flotte. Uitgeroepen tot één van de mooiste stadjes van heel Frankrijk. Zo’n vier kilometer van onze camping. Eerst een bezoekje aan de markt natuurlijk. Eeuwen geleden was dit charmante stadje een handelspost. Op het authentieke marktplein is het eigenlijk te druk. Een meter afstand is net wel, of net niet, te doen. We hebben altijd mondkapjes bij ons. We togen door de smalle winkelstraatjes naar de haven. Op het terras met onze drankjes zien we de bootjes door het tij langzaam uit het slik opgetild worden. Over de kade lopen we naar de vuurtoren. Prachtig uitzicht op het witte stadstrand, de aquagroene oceaan en zelfs witte stranden aan het vaste land. Over de boulevard slenteren we langs terrasjes en besluiten spontaan te lunchen bij een visrestaurantje. Manlief eet de lokale specialiteit oesters en andere schelpdieren. We zetten de meiden na de lunch en een ijsje af op de camping. Mijn lief en ik fietsen door naar de spa aan het strand. Als ik het trapje afloop komen de geuren van de etherische oliën me al tegemoet. Ik word door de masseuse naar een kamertje geleid met schemerlicht. Ik kies een lotusbloem olie uit en ga met mijn gezicht naar beneden ontspannen liggen. Een half uur later word ik door mijn lief opgehaald. Hij zou op een terrasje gaan relaxen met een koude Orangina maar werd min of meer meteen gestoord door het bericht dat er een coronabesmetting op de fabriek is geconstateerd. Samen maken we nog een strandwandeling met onze blote voeten in de branding. Het waait hard. Er wordt veel gesurfd. Het is druk. De meiden hebben gelijk: óns strandje is veel rustiger en fijner. 


Ik werd vroeg wakker van het zachte geluid van vallende regendruppels op de blaadjes van de droge struiken achter mijn hoofd. Wij slapen in de oude kampeerbus altijd met de achterklep open. Ons bed opengeklapt met de hoofdkussens naar de achterklep toe. Ik stap uit bed en haal snel onze handdoeken en badhanddoeken van de waslijn. Onder de luifel blijft alles droog. Vandaag staan we vroeg op om met de kampeerbus over de brug terug naar het vasteland te rijden. We brengen de dag door in de oude zeehavenstad La Rochelle. Dit schilderachtige stadje met prachtige booggewelven is gesticht in de tiende eeuw. We gaan eerst naar de overdekte markthallen Les Halles. We hadden een grote markt verwacht. De markthal draagt een authentieke grote oude klok aan de buitenkant en is zeer stijlvol, maar de markt is niet groot. We slenteren verder naar de haven. Tijd voor een warme chocomel op een leuk terras met uitzicht op de werkelijk prachtige, authentieke haven met drie torens. Midden van de stad gelegen. Het wordt warm, de lucht breekt open. De haven stroomt vol met lichtblauw zeewater. De ambiance wordt kleuriger en vrolijker. Helemaal als we een moment stoppen bij een flinke groep jongelui op de kade die op blaasinstrumenten geweldige jazzy liedjes ten gehore brengen. Ze dansen, zingen en spelen muziek met z’n allen. Hun vriendschap en enthousiasme spat er van af. Na het middaguur lopen we op het treinstation af. Op het eerste perron komt de sneltrein uit Bordeaux aan. Onze oudste dochter stapt met haar vriend uit. Ze komen onverwachts de laatste week samen met ons vakantie vieren. Wat een leuke verrassing! Ze hebben een klein tentje en een grote koffer mee in het vliegtuig genomen. We zetten hun bagage in onze hippiebus en lopen geanimeerd naar de haven terug om gezamenlijk te lunchen. Daarna nemen we ze mee in de bus naar ‘ons’ eiland. Raampjes open. De zeewind waait door onze haren.


Saint Marie de Ré - 3 augustus 2020

zaterdag 1 augustus 2020

Formidable!

Once a year, go someplace you’ve never been before.

- Dalai Lama


Snikheet is het vandaag. En gortdroog ook. Hier in het Franse pijnbomenbos waar onze Volkswagenbus op de camping staat. Er komt een heerlijke geur van de naalden af. Dat er gewoon geen muggen op het eiland zijn vind ik de grootste verrassing. Het fietsen door een verdroogd eilandlandschap met heerlijke geuren zoals lavendel en pijnboomnaalden is heel rustgevend. Zodra we van het strand komen springen we eerst het zwembad in. Verkoeling! Manlief had vanmorgen al een extra parasol gekocht om erbij te plaatsen op het strand. We passen met vier volwassen lijven niet meer samen in de schaduw van een strandparasolletje. Schaduw is een must op zo’n hete stranddag. Het drinkwater in ons koelboxje ging zó snel op vandaag dat manlief halverwege de dag van het strand naar ‘t kustdorpje fietste om meer flessen te halen. De ene dag hangen we in heel hoge golven in de zee. Vandaag dobberen we in het ondiepe op heel zachte, lieve golfjes. Soms lummelen we met een balletje in de zee. We lezen veel. Aan het eind van zo’n hete dag op het strand vind ik het altijd heerlijk om in de branding te zitten. De zon brandt dan niet meer zo fel. Het lauwe aquagroene water rolt ritmisch over mijn benen. Heerlijk ontspannend. Het enige dat je op dat moment kunt doen is mindful om je heen turen wat er om je heen ligt aan kiezeltjes en gebroken schelpjes. En wat er om je heen gebeurt. Ouders met kleine kindjes aan hun hand, hun kleine lijfjes verkoelend in het zeewater. Stelletjes lekker dicht bij elkaar. En tieners aan het volleyballen met hun voeten tot enkelhoogte in het water. Ik geniet van het moment. We nemen elke dag  baguettes mee naar het strand, een stuk brie en een avocado. De broodjes smeren we op het strand. In een van de waterflessen giet ik een zakje Mexicaanse, oplosbare lemonada. De flessen leg ik in de avond vooraf in de vriezer van de camping. Een simpel moment van geluk als je daar op je strandlaken een ijskoude slok van neemt! 


De marktjes op dit eiland zijn formidable! Je hebt natuurlijk de markt met artistieke handgemaakte sieraden, Franse stijlvolle jurkjes en linnen overhemden, hippe zonnehoeden en lederen tassen. Heerlijk om overheen te drentelen en tot ergenis van mijn lief even te kijken, soms langdurig te passen en vaak toch niets te kopen. Onze dochters en ik genieten volop van al het aanbod. Zeepjes, espadrilles, zout en oesters gewonnen op het eiland of Franse worsten. Prachtige strandlakens en natuurlijk weer wat kleurige armbandjes hebben we deze keer meegenomen. We fietsen het eiland af voor dit soort gezellige marktjes. Met mijn lief ga ik echter ook graag naar de gewone dagelijkse markt. Na het ontbijt stappen we samen meteen op onze fietsjes zoals alle Fransen hier doen. De Fransen zijn in het zomerse hoogseizoen vooral Parijzenaars die hier een idyllisch wit huisje in hun familiebezit hebben. Je herkent ze aan de espadrilles aan hun voeten en de rieten manden aan hun arm waar ze hun boodschappen indoen. We kopen meloenen, sjalotjes, komkommers, avocado’s, een krop sla, paprika, tomaten, een pot zeezout en een potje lokale honing. Op de hoek van het typisch Franse pleintje kopen we bij het bakkertje twee baguettes voor de lunch en bij het kaaswinkeltje op de andere hoek staan we buiten in de rij voor twee stukken heerlijke, romige brie. Alles doen we in ons stoffen, Hollandse fietsmandje en een losse tas die we, goed voorbereid, mee hebben. Net zoals onze mondkapjes die je verplicht op elke markt moet op doen. 


Saint Marie de Ré - 31 juli 2020