vrijdag 25 februari 2022

Me and my mom, I was 17 years old....
MAMA
‘My mother is a never ending song in my heart of comfort, happiness and being. I may sometimes forget the words but I always remember the tune.’
- Graycie Harmon


Ineens staan we op het plein met de Roode Steen. We staan voor het omstreden standbeeld van Jan Pieterszoon Coen dat in 1893 onthuld werd in zijn geboorteplaats Hoorn. Nooit ben ik me zo bewust geweest van de dubbele betekenis van de Gouden Eeuw (die overigens niet meer zo genoemd mag worden). Mij was een romantisch en trots beeld bijgebracht tijdens de geschiedenislessen op school. Mijn school die notabene in Hoorn gelegen was. Mijn lief en ik doen deze zaterdagmiddag een stadswandeling - met de stem van Daan Schuurmans over de roof, moord en bloeddorst onder de vlag van de VOC uit onze koptelefoons. Ondertussen komen om elke hoek meer herinneringen boven drijven uit mijn leven in Hoorn. Het uitgaan in het populaire café Bruintje op hetzelfde stadsplein van het standbeeld. Ik werkte op mijn zeventiende een zomer lang bij de AMRObank. Ook op de Roode Steen. Het bankfiliaal van toen is inmiddels opgeslokt door het naastgelegen Westfries Museum zie ik. Wanneer we verder wandelen richting het IJsselmeer blik ik in de achtertuin van het bankkantoor. Zo waren de overvallers toen binnen gekomen. Door de tuindeur. Ze hadden zich verstopt in de kluis tot de volgende ochtend toen m’n eerste twee collega’s naar binnen gingen en niet voor het raam hun twee vingers omhoog staken. Het signaal dat alles veilig was… Langs het IJsselmeer wandelend, waar ik als tiener nog op geschaatst heb in de winter (en natuurlijk ook in gezwommen en gesurfd in de zomer), zie ik schouwburg Het Park aan het water liggen waar ik ooit twee jaren heb opgetreden met mijn balletschool. Een paar straten daarvoor liepen we in de haven waar mijn balletschool destijds gelegen was. Ik herkende de houten deuren en de vierkanten zijramen waar de barre onder hing. Herinneringen waar ik eigenlijk nooit meer aan terugdacht. Ze komen nu boven drijven. Automatisch gaan mijn gedachten van de balletschool naar thuis, naar mijn moeder. Elke maandagavond kwam ik laat thuis van balletles en had mijn moedertje het avondeten voor me bewaard dat ik opgewarmd aan tafel op at terwijl de TV gezellig aanstond. Een knus, warm gevoel. Ik heb van mijn negende tot mijn twintigste jaar in Hoorn gewoond. In ben daar opgegroeid. We reden meteen even langs mijn oude huis. Mijn lief heeft daar ook herinneringen aan. Onze eerste verkeringsjaren woonde ik nog thuis bij mijn moeder en zus. In een typisch jaren ’80 nieuwbouwwijk. Mijn moeder was juist erg blij met dat nieuwe huis. We woonden na bijna tien jaar Groningen weer in Noord-Holland - dichter bij haar familie. Achteraf gezien is ze er eerst heel ongelukkig geweest. Een periode dat eindigde in een echtscheiding. Later heeft ze er ook haar tweede grote liefde gevonden. 


Een paar dagen voor onze stadswandeling was de sterfdag van mijn moederlief. Zeventien jaar geleden. Wat zegt een getal? Mijn moeder was veel te jong en onverwachts gestorven. Ik heb nooit afscheid van haar kunnen nemen ookal raceten we door een flinke sneeuwstorm over de snelweg naar het ziekenhuis. Te laat… Zij is natuurlijk nog steeds in ons leven verweven. Foto’s. De koektrommel van thuis. Een flink aantal handgeschreven brieven van haar. Haar gouden familiesieraden. Haar herinnering is er. Al verliest deze haar scherpte.  ‘Hoe klonk haar lach ook alweer?’ Onze meiden herinneren haar alleen nog van foto’s. Haar stem zijn ze vergeten. Het goede gevoel dat ze bij haar hadden beklijft gelukkig wel. Zeventien jaar is lang. Onze jongste dochter is zeventien. Haar oma heeft haar maar twee keer gezien. Een keer op kraambezoek bij ons thuis. En de keer dat ik naar haar reed met onze ruim vijf weken oude baby’tje in de Maxi Cosi op de achterbank. Mijn moeder had per ongeluk het verkeerde telefoonnummer ingetoetst. Ze kreeg mij in plaats van haar zus aan de lijn. Ze voelde zich niet lekker en er moesten medicijnen opgehaald worden bij de apotheek. Ik dacht geen twee keer na en reed erheen. Ik gaf ons dochtertje borstvoeding naast mijn mama op het grote bed. We lunchten samen, ook avondeten. Vroeg in de avond reed ik weer terug naar Breda. Dat was de laatste keer dat wij elkaar zagen. Door dat ‘verkeerde' telefoontje en mijn doeltreffende reactie hebben wij de mogelijkheid gehad om samen afscheid te nemen. Dit bezoek was ons onbewuste afscheid. Jarenlang hebben wij van elke vakantieplek met de kinderen rivierstenen meegenomen om bij oma’s laatste rustplaats te leggen. ‘Bij oma langs’ en herinneringen ophalen. Haar as was op ons familiegraf uitgestrooid. In Den Helder, haar geboortestad. Haar beiden ouders en oma lagen hier begraven. Helaas stond haar naam nooit op die plek geschreven. Het familiegraf is niet heel lang geleden geschud. We hebben geen plek meer om naar oma toe te gaan. Geen ritueel meer. Een ritueel kan iets terug geven, een gevoel van controle doordat je iets doet met je verlies. Vroeger dachten we dat rouw verwerken iets met loslaten te maken had. Nu weten we dat dat niet zo is, het is alleen een andere manier van vasthouden. Zo houden mijn lief en ik vast aan haar herinnering door steevast Valentijnsdag niet te vieren. Valentijnsdag is haar sterfdag. Door geen bloemen, parfum of bonbons te krijgen van mijn lief, geen feestelijk etentje of gezellig bioscoopavondje. Door deze dag sober te vieren staan wij bewust stil bij het verlies van mijn moeder. Altijd even contact met mijn zus op deze dag. Na mijn moeders overlijden heb ik haar beter leren kennen door het contact met haar oudste zus levendig te houden. Samen halen we altijd herinneringen op uit mijn moeders jeugd, haar eerste huwelijk en de tweede. Zo heb ik nog veel nieuwe dingen over haar ontdekt en groeit de relatie met mijn moeder nog op een heel bijzondere manier. Dat is helend voor mij. Ook stuurt mijn moeders nicht waar zij close mee opgroeide, mij steevast elk jaar een brief op mijn moeders verjaardag. Het is belangrijk voor mij dat er nog aan haar wordt gedacht. Zo bewaar ik de verbinding met mijn moeder.

vrijdag 18 februari 2022

Is the old tree flexible enough for storm Eunice?
OUDE BEUK
“The tree which moves some to tears of joy is in the eyes of others only a green thing that stands in the way. Some see nature all ridicule and deformity... and some scarce see nature at all. But to the eyes of the man of imagination, nature is imagination itself.” 
- William Blake

Het is deze hele dag al donker, winderig en zo treurig grijs. Einde van de middag zou het overal hard gaan regenen en trekt de wind aan tot krachtig boven land en stormachtig langs de kust. Van winterweer is absoluut geen sprake. Het is zelfs zo’n dertien graden. Van onstuimig weer des te meer. De derde storm dit jaar, Dudley, zal vanaf het begin van de avond aantrekken. Daarop volgt meteen storm Eunice die nóg heftiger wordt. Vooral over die windstoten met maar liefst windkracht tien maak ik me zorgen. Recentelijk zijn namelijk een hele rij eeuwenoude beuken in Breda omgezaagd en gekapt. De ingreep was helaas nodig, omdat het gevaar dat er dode takken uit de bomen zouden vallen te groot werd. Uit de eeuwenoude beukenboom voor onze deur vallen elke storm ook takken. Soms behoorlijk grote… Het gaat daar, en bij ons, om heel oude beuken. Ze zouden zomaar tweehonderd jaar of ouder kunnen zijn. Maar dat is ook meteen het probleem. Die bomen zijn in hun aftakelingsfase terecht gekomen en dan wordt het gevaarlijk. Je krijgt dan namelijk te maken met dor hout en het risico dat takken afbreken. De boswachter heeft met enig pijn in het hart bijl en zaag gezet in tientallen historische beuken langs een zandpad bij het kasteel waar duizenden Bredanaars gebruik van maken. Sommige van die bezoekers vroegen zich ook af waarom Staatsbosbeheer de strijd met de woudreuzen was aangegaan. Het is toch zonde om zulke mooie bomen te kappen? Uiteraard spiegel ik die zorgelijke situatie met de onze. Wat gebeurt er met onze geliefde beuk? Vanmorgen na het hardlopen maar weer eens mijn hand op zijn enorm grote stam van wel een meter breed gelegd. Volgens de boswachter gaat veiligheid voor alles. Dat de gezondheid van de bomen al hard achteruit ging is overigens goed te zien bij de gekapte exemplaren die nu langs de weg liggen. In de stammen heeft de rot flink toegeslagen, zodat ze bijna helemaal hol zijn. Nu dienen de gevelde exemplaren trouwens als ‘insectenhotel’. Hoe ziet onze boom er dan van binnen uit? Ik realiseer me dat er om de twee of drie jaar iemand die er verstand van heeft naar onze boom komt kijken. Met een hoogwerker zagen ze dan wat takken eruit. Er ligt nu al zeker een jaar een flinke tak te balanceren op een enorme zijtak. Een in de storm afgebroken tak. Voor hetzelfde geld zeilt zo’n afgebroken tak de volgende storm op één van de auto’s of door een raam van ons huis. Ik heb dat bij de storm in 2004 gezien. In Breda waren destijds zóveel oude bomen uit de grond gerukt en op auto’s en daken van huizen gevallen. Beangstigend. Enorme schade. Onze sterke beukenboom had de storm destijds heldhaftig doorstaan. Bij het recent kappen van de beukenbomen is Staatsbosbeheer trouwens niet over één nacht ijs gegaan. Zo is er onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van vleermuizen. Het blijkt dat het beukenlaantje voor deze dieren een populaire verbindingsroute vormde tussen Markdal en Mastbos. Daarom zijn niet alle beuken gekapt. Een aantal is ‘gekandelaberd’. Dat betekent dat alleen de stam nog deels overeind staat. Volgens de boswachter wijzen die overgebleven stammen de vleermuizen nog steeds de weg. In onze beukenboom wonen al decennia lang wijze kauwen. Ik vraag me af wat er met zo’n groep van zo’n honderd vogels gebeurd als hun vaste leefstekkie met voedselvoorziening verdwijnt. Ik neem aan dat de omgehakte stam niet bij ons voor de deur blijft liggen? De kans dat de afgetopte beuken weer uitgroeien tot volwaardige bomen is klein. Misschien dat ze nog een beetje uitlopen, maar veel zal het niet zijn. Daarvoor zijn ze vanwege hun leeftijd niet sterk genoeg meer. En dat is jammer. Op die plek van de omgehakte beukenbomen hebben ze vijftien jaar oude eikenboompjes terug geplant. Aan zo’n ielig eikenboompje voor onze deur zou ik wel heel erg moeten wennen.  Zo’n klein eikenboompje is geen karakteristieke reus van meerdere eeuwen oud… Of ze zetten helemaal niks meer terug? Heel verdrietig. Onze beukenboom heeft echter wel al een uitloper naast z’n stam. Daar zorg ik altijd goed voor. Misschien dat dit één meter-hoge spruitje ter zijner tijd zelfstandig kan groeien?

vrijdag 11 februari 2022

Italian Eolic archipel
OVERGELEVERD AAN DE NATUUR
Just take my hand, lead, dance with me...and I will simply follow the blueness of the water, the white waves rolling free...where the earth beneath my feet and stars make my heart whole again...in long and priceless moments of shared solitude... 

- Oksana Rus


Het lichte zand bewoog in prachtige figuren over het strand. Door de harde wind en het prachtige zonlicht zag het er uit alsof we op een futuristische filmset liepen. De komende dagen werd onstuimig winterweer voorspeld dus togen wij deze zonnige zaterdagmiddag naar Scheveningen. Mijn lief en ik. Nog even genieten van het mooie weer. Lekker een heel stuk over het strand wandelen. De wind stak echter al eerder op dan verwacht en zo liepen we bij een storm van zo’n vijftig kilometer per uur langs de waterkant. Heerlijk om je over te geven aan de natuur. Kou bestaat alleen in je hoofd. Gebreide muts op, handschoenen aan en dikke sokken in mijn wandelschoenen. Door het stevig wandelen voelden we de kou niet meer. We werden helder in ons hoofd. Een gesprek was echter onmogelijk met die harde wind langs onze oren. Hand in hand ploegden we verder door het zand. Op zee waren er bijzonder veel windsurfers. Zon en wind maakte ze enthousiast ookal is het winter. Iedereen op het strand en in zee gaf zich over aan de storm. De zuurstof die we inademden zo goed voor ons brein. Toch dwaalden mijn gedachten veel af naar een andere zee… De warme Tyrreense Zee. Deze kobaltblauwe zee maakt deel uit van de Middellandse Zee. Ten noorden van Sicilië. Ons gezin had in januari écht een lichtpuntje nodig. Iets leuks om naar uit te kijken. De zomervakantie. De jubileumreis van ons zilveren huwelijk hebben we al vaak genoeg uitgesteld. Aankomende zomer moet het er gewoon van komen. Om de kans zo groot mogelijk te maken dat het echt door kan gaan moet de rondreis toch maar niet in Colombia plaatsvinden maar in Europa. Zonder onze antieke kampeerbus. Daar kunnen we niet ver genoeg mee reizen. Ik heb dus de afgelopen weken zelf een rondreis gepland: eiland hoppen in de Tyrreense Zee. Ik heb vliegtickets gekocht, veel reisblogs gelezen en nog veel meer recensies uitgeplozen op Airbnb en booking.com. Zo’n kleine vier weken gaan we met ons gezin een rondreis maken over Sicilië en de zeven Eolische eilanden. Eilanden die hun naam danken aan Aiolos, de Griekse god van de wind. Het zijn zeven zeer verschillende eilandjes, met als grote gemene deler hun vulkanische oorsprong. De eilanden archipel staat op de lijst van UNESCO. De groep bestaat uit de eilanden Lipari, Salina, Vulcano, Stromboli, Filicudi, Alicudi en Panarea. Afgelegen stranden met kleine baaitjes en een ongelofelijk helderblauwe zee. De natuur is ruig met prachtige vergezichten en leent zich goed om te wandelen. Op het moment dat je voet aan wal zet voel je het meteen. De minuten verstrijken daar langzamer. Het tempo van leven op de eilandjes ligt vele malen lager dan op Sicilië. Op Sicilië zelf reizen we ook rond met de trein en de bus. Backpacks mee. Misschien een bezoek aan de beruchte vulkaan Etna? Een schattig Mama Mia huisje gehuurd alleen voor ons, pal aan zee. Een ander antiek huisje gehuurd in een eeuwenoud stadje uit de decoratieve barok periode. Luxe hotelovernachtingen op eiland Lipari met een infinity pool met uitzicht over zee en de meest actieve vulkaan ter wereld, Stromboli. We gaan genieten van de ontspannen sfeer, het heerlijke Italiaanse eten en geven ons over aan het eilandleven en al het moois wat deze eilanden te bieden hebben. De foto’s die ik zag van de kust en de knalblauwe zee zijn fantastisch. Zo anders dan de grijze, koude Noordzee… Ik fantaseer over snorkelen waar ik zo blij van word. Ik fantaseer over de deinende ferry's die we nemen van het ene naar het andere eiland. Een zwoele zeewind in plaats van de onstuimige storm waar we deze middag in wandelen. De volgende ochtend stormt het nog steeds krachtig. De storm is zelfs aangetrokken met windstoten tot tachtig kilometer per uur. Regen. Mijn lief en ik trekken onze hardloopkleding aan. Regenjas er overheen. Pet met klep op mijn hoofd om mijn bril een beetje droog te houden. Er is nauwelijks iemand in het natte, oude Mastbos. Een sportieve uitdaging. Ik stap al snel met mijn droge, warme sportschoen in een koude regenplas. Sok nat. Wanneer mijn brillenglazen nat en een beetje beslagen raken zie ik geen diepte meer en hol ik overal maar doorheen. Alles is bedekt met bruin herfstblad of er nu blubber, regenwater of droge grond onder zit. Soms zijn er modderplassen van wel honderd meter lang, een ondergelopen drassig bospad. Dan loop ik ernaast door de verdorde bramenstruiken of over het groene zompige mos te stampen. Een keer ging ik bijna gestrekt doordat ik m’n voet in een lus van een lange bramentak zette. Het is koud, nat en het stormt en toch hebben we het naar ons zin. Het lijkt wel of we mee doen aan een spartanenrace met hindernissen. We slalommen zoveel mogelijk om de bagger heen. Soms gebukt voor een laaghangende tak. Ik zie niet waar ik mijn voeten neerzet, wat een spannend effect geeft dat aan het hardlopen. Soms ontsnapt er een gilletje als ik behoorlijk wegzak in de derrie. Als we bij de auto aankomen zien we er in ieder geval wel uit alsof we meegedaan hebben aan een stoere spartanenrace. Broekspijpen vol blupsie, doorweekte kleding, modderige sportschoenen, beslagen brillenglazen en natte plukken haar steken onder m’n doordrenkte pet uit. 

vrijdag 4 februari 2022

Alan arrived in his student housing!
STUDENTENKAMER
‘Zorg geven aan anderen is de huur die u betaalt voor uw kamer hier op aarde.’
- Muhammad Ali


Ondanks Noordwesterstorm Corrie met zeer zware windstoten zet het vliegtuig van Alan zijn wielen in Amsterdam aan de grond. Alan heeft zijn reis in drie dagen afgelegd. Hij is zaterdag met het vliegtuig vanuit onze oude woonplaats Puebla in Mexico vertrokken naar Cancun. Hij kwam op een snikhete luchthaven van de bekende strandplaats aan. Gekleed in een lange, zwarte winterjas en warme winterschoenen. Pet op. Na lang wachten had hij vervolgens nog een lange overstap in Atlanta in The States. Heel erg vroeg op die bewuste stormachtige maandagochtend krijgt middelste dochter een berichtje dat hij geland is op Schiphol. Hij zal de trein pakken naar Breda. Wij blijven nog heel even in bed liggen terwijl buiten storm Corrie in het donker rond ons huis raast. Als dochterlief en ik de auto vroeg in de ochtend pakken om naar het treinstation te rijden liggen overal afgebroken, grote takken van de oude beukenboom om ons heen. Wat een geluk dat Alan’s trein nog reed. Wij brengen de student naar zijn kamer en stoppen onderweg even om een prepaid simkaartje voor zijn telefoon te kopen. Helaas heeft hij alleen een tegoed gekocht. Het SIMkaartje zelf hoorde er achteraf vreemdgenoeg niet bij. Alan moet vandaag van zichzelf wakker blijven vanwege de jetlag: boodschappen doen, zijn swapfiets met blauwe banden ophalen, dollars omwisselen op het station, wat andere Mexicaanse studenten ontmoeten en hij kan hopelijk ook nog wel zo’n SIMkaartje op de kop tikken. Morgen beginnen zijn colleges al. Hij heeft zo’n geluk dat ondanks de harde wind en gevaar door omvallende bomen en rondvliegende voorwerpen zijn vliegtuig geland is én dat zijn trein reed. Veel vluchten waren gecanceld. Hij heeft nog een groter geluk dat hij een studentenkamer in Breda gevonden heeft. Net amper een klein weekje voor zijn komst. Hij had maanden geleden al aan onze dochter laten weten dat hij in Breda zou komen studeren. Een half jaar lang. Of zij wilde helpen een geschikte studentenkamer voor hem te vinden. Zij schreef zich voor hem in bij Nederlandstalige Facebook groepen en websites. De weinige kamers die aangeboden werden in Breda waren allemaal te duur voor hem als armetierige student. In mijn vriendenkring had ik natuurlijk geïnformeerd naar een kamer of onderhuur, dat bleek onmogelijk te zijn. Dit wisten wij eigenlijk allang door lokale krantenartikelen waarin de noodklok geluid werd: studenten die noodgedwongen verbleven op campings en in (te) dure hotels. Terwijl de tijd verstreek groeide de druk. Vooral voor onze middelste dochter. Wij voelden ons genoodzaakt om haar slaapkamer op te offeren voor haar dakloze vriend. Het protest van ons jongste, thuiswonend telgje werd óók steeds groter. Zij had geen zin om de badkamer en toilet te delen met een relatief onbekende jongeman. Ze wilde niet elke avond met hem aan tafel eten. Hij heeft in de zomer van 2018 ook bij ons in huis gelogeerd om een paar dagen met onze dochter door te brengen. Dat was heel gezellig en verliep heel soepel. Deze keer kon zijn logeerpartijtje wel eens maandenlang gaan duren. Daar voelde ik ook wat spanning bij. Natuurlijk bieden wij hem bij hoge nood een slaapplek aan. We kregen echter het gevoel dat hij niet meer zo hard aan het zoeken was nu hij wist sowieso onderdak te hebben. De stress lag dus voornamelijk bij middelste dochter die ons niet langdurig wilde opzadelen met haar oude schoolvriend. De laatste weken voor zijn komst hoorden we ineens bijzonder weinig van hem. Radiostilte. Mijn zus belde daarentegen een week voor zijn komst met, voor ons, heugelijk nieuws. Ons nichtje had haar studie stopgezet en het komende half jaar gaat ze werken en reizen. Aankomende zomer gaat ze met een andere studie beginnen. Zij woont in een leuke, betaalbare studentenkamer in Breda vlakbij de hogeschool. Haar nieuwe studie verpleegkunde gaat ze ook in Breda volgen en zodoende wilde ze haar kamer heel graag aanhouden. Wij waren natuurlijk verrukt met dit nieuws! Eerst contact met de studentenwoningbouwvereniging opgenomen of onderhuur in deze situatie toegestaan was. Eigenlijk niet, maar ze maakten een uitzondering. Alan had weer geluk! Wij konden onze oren niet geloven. Dochterlief liet superblij het fantastische nieuws aan hem horen. Hij reageerde lauwtjes. Of hij foto’s van de kamer mocht zien. Hij zou het overwegen. Hoe ondankbaar…. Wat bleek? Hij had aan drie andere kamerzoekende Mexicaanse studenten - die ook aan een uitwisseling met deze hogeschool meededen - beloofd dat hij met hen een zolder zou gaan delen. Hij wilde ze niet laten zitten. Er was echter nog niks geregeld op papier. De huurbaas wilde de studenten eerst met eigen ogen zien. Heel onzeker en dubieus. De gretige studenten arriveerden een paar dagen eerder dan Alan, en waar wij al bang voor waren gebeurde, het huurcontract ging niet door. Op het allerlaatste moment heeft Alan het aanbod van ons nichtje geaccepteerd. Een gemeubileerde kamer in een studentenhuis met gebruik van keuken, tuin en witgoed. Hij heeft wederom zo’n geluk gehad! En wij natuurlijk ook.