In the background our faculty, VU |
“Some tourists think Amsterdam is a city of sin, but in truth it is a city of freedom. And in freedom, most people find sin.”
Met mijn lief terug op de campus van de Amsterdamse VU. De plek waar we elkaar in 1987 ontmoet hebben en waar we als tieners verliefd werden. Vijf jaren liepen we daar rond tussen het hoofdgebouw en de faculteit scheikunde. Piepjong. Afgestudeerd en daarna letterlijk de wijde wereld in getrokken. Deze avond zijn we terug en staan er twee podia opgebouwd op de campus. Er is een silent disco waar ik op blote voeten dans op het beachvolley strandje en overal foodtrucks. In diverse zalen worden symposia en Open Mic sessies gegeven. We genieten. Er lopen stokoude docenten met hun partner, jonge studenten, alumni met hun kinderen en mensen zoals wij, die in een lang verleden hun studie afgerond hebben op deze universiteit. Ook veel hippe internationale studenten. S10 treed op. Het is een warme avond, de zon schijnt uitbundig totdat het tijd is om onder te gaan. Dan dans ik voor het podium op de geweldige beat van de Amsterdamse brassband Gallowstreet. Met acht man spelen zij op blaasinstrumenten een mix van hiphop, funk, afrobeat en dance. Verbinding makend beweeg ik op de maat van de muziek. We fietsen op onze gehuurde fietsen na afloop - we blijven helemaal tot het einde - naar ons hotelletje in Oud-Zuid. Zo fijn om het stadse leven, zo’n vibe is alleen in de hoofdstad te voelen!, weer op te snuiven. De volgende ochtend verbazen we ons over de stilte in de ommuurde binnentuin van ons hotel. We horen geen belletje van de tram rinkelen, we horen trouwens ook geen enkele vogel. In de binnentuin waar onze eigen slaapkamer vroeger aan lag hoorden we veel vogelgeluiden en het vertrouwde geluid van afremmende trammetjes in de verte. Er is nog veel meer veranderd blijkt als we op vrijdagochtend buiten op een terrasje gaan ontbijten aan de Beethovenstraat. Het gros van de mensen rijdt met geruisloze elektrische bakfietsen, gevuld met kinderen die naar school en de opvang gaan óf nette zakenlui op snelle elektrische fietsen met extra dikke banden. Het hippe Amsterdam. Fietsen staan niet meer kriskras overal op straat, tegen bomen aan geknald of op bruggen vastgeketend. Ze mogen alleen nog heel netjes in de aangegeven vakken op de stoep geparkeerd worden. Het straatbeeld is positief veranderd. We genieten van de ambiance van de hoge huizen om ons heen. In Amsterdamse stijl gebouwd. We pakken onze fietsen en gaan richting de grachtengordel. Ik had vooraf namelijk twee passepartout's voor de Open Tuinen Dagen gekocht.
De grachtenpanden van Amsterdam uit de zeventiende eeuw. Het toenmalige hart van de stad met zijn nauwe stegen bood te weinig onderdak voor de explosief groeiende bevolking die bovendien steeds welvarender was geworden. In het ontwerp van de grachten moest de helft van de grond tuin zijn. Wel kon er aan het eind van de tuin een tuinhuisje gezet worden. Nu, eeuwen later, is dezelfde aanleg er nog altijd. Ik was er zo benieuwd naar. De bestemming van verschillende grachtenpanden is door de eeuwen heen wel vaak veranderd. Bedrijven, hotels en musea hebben zich gevestigd in de voorheen woonhuizen. Toch hebben de tuinen qua formaat en uitstraling hun specifieke karakter en sfeer behouden. Zo leuk om in deze tuinen rond te struinen of te zitten. Inspiratie op te doen voor onze eigen tuin maar vooral ook mijn nieuwsgierigheid te bevredigen. Het best bewaarde geheim van de stad denk ik. Zo’n vijfentwintig grachtentuinen hielden open huis waarvan wij er twaalf bezocht hebben. Ik vond het extra leuk om de bewoners te spreken ‘Hoor je dit? Het geluid van de kerkklokken van de Westerkerk’ en door hun hal, keuken, eetkamer of serre te lopen. We hadden toestemming om lekker te koekeloeren en dat deden we. Prachtige trappenhuizen, beschilderde hoge plafonds, soms een huis dat nog aan het verbouwen was, prachtige eeuwenoude schouwen, marmeren vloeren en imposante voordeuren. Een mazzeltje was dat sommige tuinen achter een museum lagen zodat we ook meteen in het museum een kijkje konden nemen. Echt een inspirerende dag met als meevaller dat we op zo’n snikhete dag in de verkoelende tuinen mochten verblijven. Soms stond er een tuinset soms lagen we op een grasveld. Omhoog kijkend naar al die prachtige Amsterdamse gevels om ons heen of eeuwenoude bomen. We verwisselden de tuinen soms voor een terrasje om iets kouds te drinken of wat te eten. Mensen kijken. Aan het eind van de middag fietsten we naar Ouderkerk aan de Amstel waar we lekker aan het water wilden dineren. Op één van de terrassen waar we duizenden keren langs gefietst waren toen mijn lief daar in zijn studententijd nog aan de Amstelzijde woonde. Het terras waar we een plekje aan het water konden bemachtigen, was toevallig het restaurant waar wij vroeger ons trouwfeest gegeven hebben. Niks veranderd! We wandelden even verder naar ‘ons’ huisje aan de Amstel. Tot onze verbazing stond de voordeur open. Het huisje was helemaal leeg. De nieuwe eigenaar wilde ons wel even een kleine tour geven. Boven was alles nog hetzelfde. De slaapkamer van mijn lief waar de sneeuwvlokken door de dakpannen naar beneden dwarrelden, de provisorische douchecel met douchegordijn voor het raam was wel weg. Ik vertelde de jongen over het water op de ramen wanneer we de kachel aanzetten, omdat het water van de Amstel tot onder het huis stond. De vele muizen in de keuken. De jongeman was twee huizen verder geboren in de tijd dat wij er woonden. Leuk om even weer terug te zijn. Daarna pakten we onze fietsen om relaxt naar onze geparkeerde auto te fietsen. Langs de slingerende Amstel met prachtige huizen aan de weilandkant zagen we op de rivier vele feestboten vol dansende jongelui, schaars gekleed en luide muziek, die net als wij van de zwoele avond genoten.