vrijdag 25 januari 2013

Bioscoop


De lengte van een film moet in direct verband staan met het uithoudingsvermogen van de menselijke blaas.
-Alfred Hitchcock

Haar verjaardagsfeestje vierden we in de bioscoop met Sammy 2, een in Spaans nagesynchroniseerde film die oorspronkelijk Nederlands gesproken is.  Maren heeft drie vriendinnen uitgenodigd en na de film eten we nog wat bij McDonalds. Als we een ijsje als toetje eten krijgt Maren een kaarsje in haar ijsje en zingen we voor haar.  (zie ons fotoalbum) Inden en Anthe gaan ook samen naar de film diezelfde middag, Life of Pi. Voorheen vierden we kinderpartijtjes altijd thuis. Van ouderwetse spelletjes tot grote slaapfeesten. Maar dit beviel heel goed. México heeft een bioscoopcultuur.  De Mexicanen waren bang dat met de introductie van de DVD en Blu-ray deze cultuur zou verdwijnen. Maar dat is niet gebeurd. Op vrijdagmiddag, zaterdag en zondag staan de wegen en de parkeerplaatsen bij de bioscopen in winkelcentra propvol. Afgelopen zondagmiddag gingen Mark en ik samen naar de film - de eerste keer in bijna zeven maanden dat we in México wonen. We gingen naar Django sin cadenas. Waarvan ik eerst dacht dat sin cadenas iets betekende zonder ondertiteling of zo, maar toen ik de filmposter zag met de ketting erop snapte ik dat het de volledige titel was van Django unchained. We waren een soort van op de bonnenfooi heen gegaan en het bleek een VIP-kaartje te zijn. Nu kost de bioscoop hier in México normaal gesproken vijftig pesos (zo’n drie euro) en de prijs van zo’n VIP-kaartje was nog steeds om te lachen – ook al duurde de film maar liefst drie uur! We liepen de zaal in en waren verbaasd: nachtlampjes op elk tafeltje, grote leren fauteuils die met een druk op de knop veranderden in een soort bedjes. Een menukaart erbij waaruit bleek dat je de eerste vijftien minuten van de film kon bestellen. Nu kwamen we binnen met voor mij een appeltaartje en een Te Chai en voor Mark een cola en een popcorn. Maar toen we de menukaart zagen hebben we ook nog wat chicken wings erbij besteld. Geweldig zo’n bioscoopervaring. Ook de film was trouwens bijzonder. Ik was nog kort geleden  zwaar onder de indruk  van The Impossible over de tsunami in Thailand, nu kwam deze film wel even flink binnen. Mark had de film uitgezocht en toen de film begon dacht ik écht bij een spaghettiwestern te zijn binnen gelopen – voornamelijk vanwege de filmmuziek eigenlijk.  Maar daar had ik me in vergist, het ging voor een groot deel over de zwarte slaven op de grote katoenplantages  in Missisippi. En over twee bountyhunters. De realiteit is keihard en niets verhullend gefilmd. Nu had ik net in de Kerstvakantie het boek van Isabel Allende uitgelezen over dezelfde slaven maar dan op suikerrietplantages en was dus een beetje voorbereid. Heftig allemaal. Maar prachtig gefilmd met schitterend decor. Zeker de moeite waard!

Met bloed op haar galatenue kwam ze de trap aflopen op het schoolplein. Maren had een flinke bloedneus gekregen op school. Zelf hebben Mark, Inden en ik een neus die aan de binnenkant helemaal open ligt. Vorige week hadden we allemaal opengespleten lippen… Nagels breken al af als je in je tas je telefoon wilt graaien… Sinds we terug zijn uit het vochtige Chiapas hebben we allemaal kwaaltjes vanwege de enorm droge lucht hier in Puebla. Het gaat hier normaal gesproken pas vanaf mei/juni regenen. Nu heeft het afgelopen week onverwachts een nacht geregend. (Natuurlijk hing de was die nacht buiten…) Maar regen in Puebla betekent sneeuw op onze vulkaan. Jullie hebben sneeuw en ijs in Nederland, maar wij hebben hier vulkaan Popo met een maagdelijk witte laag op zijn top en met een pluimpje rook erboven uit. De droogte is niet het enige verschil tussen de staat Chiapas en de staat Puebla. Toen wij hier bijna zeven maanden geleden arriveerden uit Nederland vond ik de aanblik van Puebla wat armoedig en stoffig.  Veel zwerfvuil op straat, veel bedelende mensen, veel armoede en de wegen vond ik zo slecht van kwaliteit met al die gaten in het asfalt en gestolen putdeksels . Maar nu we terug zijn uit Chiapas…vind ik Puebla hypermodern en zo schoon! Nu zie ik het verschil. Puebla heeft moderne winkelcentra, bioscopen, een universiteit en hoge zakengebouwen – één gebouw heeft zelfs een helicopterplatform. Puebla heeft sinds een week een busbaan! (ook al loopt dat niet echt soepel) We hebben Starbucks en grote supermarkten. Nu kan ik relativeren en zie ik ook dat voor Mexicaanse begrippen Puebla een moderne, grote stad is. De vierde stad van México, en de meest veilige om te wonen. Mijn ogen zijn geopend en ik ben heel dankbaar dat wij hier mogen wonen. Met voor de meisjes een grote, moderne school.

donderdag 17 januari 2013

Kevin Costner



Veiligheid bereikt men niet door muren te bouwen, maar door deuren te openen.

Zodra de man onze voordeur achter zich sloot om naar zijn auto te lopen, zeggen Mark en ik tegen elkaar “Dat was Kevin Costner!”. Kevin Costner die naast Whitney Houston in de film The Bodyguard speelt. We hadden namelijk een  bodyguard op bezoek. Carlos (zo heet hij echt) uit de hoofdstad is inderdaad bodyguard geweest van bekende muziekbands waaronder Bon Jovi. Ook Carlos is een beetje kalend en hij heeft dus echt iets weg van Kevin Costner. Carlos is bij ons op bezoek om dingen uit te leggen over veiligheid. De meiden, Mark en ik zitten aan de eettafel terwijl Carlos ons laat zien waar de kogels meestal terecht komen bij een schietpartij en hoe je ze moet ontduiken. Hij vertelt ons de kenmerken van iemand die iets stouts met ons van plan is. Zo’n man heeft zijn handen vrij, meestal een vest aan met capuchon over zijn hoofd (ook al is het bloedheet), hij heeft een opgewonden gezicht met rode wangen en gestreste ogen en hij is nooit alleen. Carlos vertelt ons wat je moet doen als je overvallen wordt, als ze je auto mee willen nemen en welke maatregelen we moeten nemen om dit te voorkomen. Nooit te lang in je auto blijven zitten: riemen om en meteen weg rijden. (niet eerst leuke liedje op de radio zoeken bijvoorbeeld) Ik zelf moet altijd eerst vijf minuten graaien in mijn tas naar mijn autosleutels. Fout! Sleutels alvast met de sleutelring aan je vinger hangen. Het goede nieuws wat hij ons meedeelt is dat wij absoluut geen doelwit zijn voor kidnappings. Ons Spaans (en die van onze familie) is niet goed genoeg voor onderhandelingen, we praten Nederlands onderling met elkaar en ons geld staat in Nederland op de bank. Zo ook de bedreigende telefoontjes die random gedaan worden in México – zo’n acht miljoen per jaar – waarin je een kind mama hoort roepen en zodra je reageert door de naam van je kind te roepen vragen ze een ransom. Deze telefoontjes doen ons niets, want het zogenaamde kind op het opgenomen bandje gilt in het Spaans. En zo licht ‘Kevin Costner’ ons in over de gevaren in México, één van de gevaarlijkste landen ter wereld blijkt uit de statistieken. Voor hij weer vertrekt legt hij ons precies op papier uit hoe we moeten handelen als Anthe en Inden in juni naar de hoofdstad gaan om een concert van One Direction bij te wonen. Hij heeft de in- en uitgangen getekend, waar we moeten parkeren, dat we in de auto moeten wachten en niet weg mogen gaan gedurende die uren. Eenmaal binnen in het sportpaleis (die hij heel goed kent) zijn de meiden veilig en kunnen ze genieten van hun geliefde Britse zangers.

Een Bredaas vriendinnetje van Maren komt deze zomer met haar broertje en papa en mama bij ons op bezoek en gaan daarna reizen. Haar moeder heeft ooit een jaar in México gewoond en gestudeerd en spreekt dus aardig Spaans. Ze heeft toen ook gereisd door het land en kent dus de gewoonten van verkeersdrempels, stoplichten, halve banen op de snelweg die voor het inhalen zijn en de diepe gaten in het asfalt waarin je je autoband kapot kan rijden. Toen zorgeloos rond gereisd heeft ze nu wat twijfels over de veiligheid – uiteraard omdat ze nu met twee kinderen reist.  Ik zal haar de veiligheidsadviezen geven die wij ook gekregen hebben. En wij hebben tot nu toe in México nog nooit iets ernstigs meegemaakt.  Alhoewel we wel alarmknoppen in de auto hebben laten plaatsen voor het geval dat…. Nu gaan eerst Mark’s ouders, die hier op bezoek zijn,  tien dagen een stedenreisje maken met een huurauto. Laten we hun ervaringen eens afwachten… Ondertussen werd ik vanmorgen opgeschrikt door honderden politiemannen rondom het park waar ik altijd loop. Er stonden wel een vijftigtal politiepaarden op straat, veel pick-up’s met gewapende politiemannen achterin en veel politie met van die grote schilden voor hun buik. De mensen die normaliter dezelfde tijd als ik in het park lopen liepen nu buiten om het park, dus deed ik dat ook maar. Aan mijn yogajuf vroeg ik later waar al dat blauw op straat voor was. Er was een jaarlijkse meeting  van de gouverneur, zei ze. Helikopters cirkelen rondjes in de lucht, want de belangrijkste gasten van de gouverneur komen per helikopter. Straten zijn afgesloten voor veiligheid. Als ik na de yogales nog even met iemand op straat sta te praten komt er een peloton met tientallen politiemannen de straat in marcheren. De voorste man wijst naar ons en precies voor ons stopt het peloton. Ik wist niet hoe snel ik me in mijn auto moest voegen, wegwezen hier!

woensdag 9 januari 2013

Ziekenboeg


And in the end, it’s not the years in your life that count. It’s the life in your years.
Abraham Lincoln    

Rond lunchtijd kwamen we aan in het koude bergstadje dat bekend staat als cultureel hart van Chiapas en om z’n markt en al haar levendigheid. De inheemse bevolking brengen er hun groente, fruit, zelfgemaakte kleding, lederwaren en potten aan de man. Het grootste deel van de inheemse bevolking zijn Tzotzil-indianen en in mindere mate Tzeltal-indianen. We kwamen er een hippie tegen (die je hier trouwens opvallend veel hebt!) en hij maakte de vergelijking met Cusco – de Peruaanse stad in het Andesgebergte waar wij graag verbleven. Alleen ligt Cusco nog een kilometer hoger dan San Cristóbal. En is dit stadje  wat kleiner, alhoewel de stad erg gegroeid is, omdat er veel campesino’s uit de dorpen naar de stad getrokken zijn . We hebben natuurlijk de markt afgestroopt waar we wat leuke souvenirs gekocht hebben zoals een handgemaakt wandkleed en edelstenen. We hebben lekker op een plein gezeten, op de trap van een kerk, om mensen te observeren en fotograferen. De vrouwen die hun marktwaar verkopen dragen hier nog hun originele huipiles. (zie ons fotoalbum) En omdat er twee soorten indianenstammen hier komen zie je dus ook twee soorten traditionele kleding.

Op de ochtend van haar achtste verjaardag werd ze in het hotelbed toegezongen en daarna mocht ze alle kadootjes uitpakken. Ook van haar Bredase vriendinnetje. Later hebben we Maren’s verjaardag bij “Oh la la” gevierd, een Franse patisserie met onvergetelijke taartjes. Op het eind van de ochtend hebben we de hoge bergen verlaten om in een uur naar Cañon del Sumidero te rijden. Een nationaal park met een gorge van op z’n diepst 1200 meter. Vanuit ons hotelletje liepen we door het slaperige dorpje richting de boot. Toen we bij de rivierkade kwamen werden we verrast door een enorme rumoerigheid. Luidruchtige live muziek werd door mariacha-bandjes gespeeld. Mannetjes die om het hardst hun bootkaartjes wilden verkopen. Veel eettentjes en snacks die op straat verkocht werden. Het was er heerlijk warm, en dan die vibratie van al die reizigers erbij…  Heerlijk. We hebben twee uur over de rivier gevaren, waarbij we grote leguanen, grote krokodillen en kleine zwarte aapjes zagen. (zie ons fotoalbum) De afstand over het water was 42 kilometer en de omgeving was spectaculair.

In México blijft eten buiten de deur een risico, net zoals bijvoorbeeld in Egypte of India. Tijdens onze tweeweekse reis waarbij we alleen maar buiten de deur aten was dus een behoorlijk groot risico aanwezig. En ja hoor, op de laatste dag van de reis leek onze auto net een rijdende ziekenboeg! We moesten veel kilometers afleggen en uren rijden om thuis te komen en dus wilden we heel vroeg vertrekken. Die nacht begon Maren met spugen, niet veel later klopte Inden aan de hotelkamerdeur... dat Anthe ook aan het spugen was. Die nacht hebben we amper geslapen, om de beurt moest er een kind spugen. Mark en ik lagen met darmkrampen in bed te vechten tegen het braken. Die ochtend zijn we natuurlijk later vertrokken dan gehoopt, maar we vertrokken tenminste. Een voorraad plastic tasjes achterin de auto, flessen water en rollen closet-papier binnen handbereik.  Anthe zag helemaal wit en beroerd op de achterste bank, gekleed in haar pyama en spuugzakje klaar voor gebruik. Maren kwam op haar achterbank een beetje tot rust met een filmpje en toen begon Inden ook plotseling te spugen! Twee spugende kinderen achterin en een vader en moeder met buikkrampen voorin. Bij elke stop moesten we zakjes verwisselen, de gebruikte in de vuilnisbak en nieuwe halen bij een supermarktje. We konden er zelf wel om lachen. Halverwege de middag waren we thuis - veel sneller dan gepland zonder eetpauzes - en rolde iedereen z’n bedje in. De volgende dag waren we allemaal weer topfit gelukkig. (Alhoewel Mark toch nog een dag thuis in bed heeft gelegen om bij te komen van die verschrikkelijke zondag.) Gewoon iets verkeerds gegeten…

zaterdag 5 januari 2013

Delight

Forget not that the earth delights to feel your bare feet and the wind longs to play with your hair.
-  Kahlil Gibran

Het bijzondere van reizen is dat je steeds onderweg bent en veel ziet. Zoals de eenvoud van de huisjes hier en het leven van deze mensen in Chiapas. Langs de weg zie je de met op hun rug brandhout zeulende mannen, vrouwen en zelfs jonge jongens. Vrouwen lopen met zware, gevulde waterflessen naar hun huisje. De jonge meisjes (meestal nog geen tien jaar oud) met kleine broertjes en zusjes in een doek op hun heup. Kinderen die bananen, maiskolven of gepelde sinaasappels aan langs rijdende auto´s aanbieden. Zelfs door gewoon pal voor de rijdende auto te gaan staan! Dronken mannen slingerend over de provinciale weg, of mannen gehurkt  – poepend op straat! We waren op weg naar een Mayastad, Toniná, die tot de komst van de Spanjaarden bewoond was. En...waar pas sinds tien jaar grondig aan gewerkt wordt. Alleen deze informatie intrigeerde ons al genoeg. En we werden niet teleurgesteld.
Een 240 traptreden tellende (Inden heeft ze geteld) stenen piramide van zeventig meter hoog. Toniná betekent ook letterlijk “Huis van steen”. Piramide op piramide gebouwd met natuurlijk een groot plein ervoor met verschillende gebouwen. Prachtige beelden met symbolen die het verhaal vertellen zoals het Mayavolk naar het leven keek. Veel symbolen hebben met de dood te maken. Er werden hier veel offerceremonies uitgevoerd ter ere van de goden. Gevangenen werden vaak onthoofd, zoals de koning van Palenque, of duur verkocht. Toniná was de stad die rivaal Palenque op z´n knieën dwong. Halverwege het beklimmen van de piramide kreeg ik een  bevlieging van hoogtevrees, ik moest terug. Later ben ik met hulp van een gids tóch naar de top geklommen – waar Mark en de meiden al rondkeken. Op deze top bevindt zich de tempel van de rokende spiegel. (zie ons fotoalbum) De bloeitijd van deze nederzetting was tussen 900 en 1200. Het onderzoek is hier echter nog volop aan de gang. We zagen de archeologen zelfs aan het werk.  

“Aaah, hij komt achter me aan!” gillen de meiden. Ze hebben het over een felgekleurde papegaai die over de grond rent en waarschijnlijk angstig is. We willen er langs, maar de papegaai wil steeds in onze voeten happen – en we dragen slippers. En dan doe ik iets heldhaftigs wat ik de dierentuinopziener kort daarvoor heb zien doen. Ik pak een stevige tak en bied hem aan, aan de papegaai. Tot mijn grote verrassing stapt hij erop met twee pootjes en zo breng ik hem terug naar de kale boom waar nog zo´n papegaai zit. Ik vond het best eng, want hij kon mijn hand makkelijk bijten. Maar nadat hij weer rustig op zijn takje zit ben ik blij dat ik het aangedurfd heb. Kort daarvoor kwamen we een medewerker tegen met een leguaantje van twee maanden oud  op zijn schouder. Natuurlijk moesten we dat felgroene beestje even aaien. Als hij volgroeid is kan hij bijna anderhalve meter worden! Na het aaien hadden de meiden hem even op hun handen en daarna durfde Anthe het aan om hem op haar hoofd te laten zitten. (zie ons fotoalbum)  Deze dierentuin is heel natuurlijk opgezet en alle dieren leven hier in hun natuurlijk habitat. We zien dus alleen dieren die hier in de jungle leven en dat is heel leuk: jaguars (zelfs een zwarte), tapirs, krokodillen (leven in de rivier waar wij over gevaren hebben!), leguanen, papegaaien, ocelots en veel apen. Brulaapjes en spinaapjes. Dit was onze laatste dag in de jungle... Vandaag zijn we na een lange reis door de bergen, waarbij het junglegroen langzaam veranderde in een pijnbomenbos en de vochtige hitte veranderde in koude, op 2100 meter aangekomen. We zijn in het 16e eeuwse stadje San Cristóbal de las Casas dat bekend staat om zijn markten.
San Cristóbal de las Casas, 4 januari 2012

woensdag 2 januari 2013

Fresco

The silence of nature is very real. It surrounds you, you can feel it.
-   Ted Trueblood
In alle vroegte, het was nog donker met een volle maan, vertrokken we op weg naar twee avontuurlijke plekken. We gingen zo ver de jungle in dat er geen benzinepompen meer zouden zijn. Wel worden er voor noodgevallen plastic tanks met benzine door bewoners  langs de weg aangeboden. Er komen hier niet veel particuliere auto´s, alleen taxibusjes of reisbussen. We hadden de tank  helemaal vol gegooid, een 10 liter waterfles achter in de auto gezet en voldoende snacks voor een heel lange, warme dag meegenomen. Onderweg zagen we de koperen zon opkomen boven de Lancandón jungle (waar ook jaguars en tapirs leven!)  Zo´n twaalf kilometer voor de bewuste Maya ruïne moesten we onze auto parkeren en overstappen in een oud krakkemikkig autootje van Maya indiaan Rogelio, die naast Spaans ook Maya sprak met zijn familie en dorpsgenoten. We waren zo vroeg dat er nauwelijks nog andere bezoekers waren en dat we de brulaapjes in de bomen hoorden brullen. Deze ruïnes zijn nog maar in 1946 per ongeluk ontdekt door een rubbertapper. Het was in al die twaalfhonderd jaar natuurlijk totaal overwoekerd door junglegroen. Door gebrek aan daglicht en door de hoge luchtvochtigheid en kalkaanslag zijn de fresco´s in de tempels van Bonampak goed bewaard gebleven, in prachtige heldere kleuren. (zie ons fotoalbum) Echt heel mooi en goed gedetailleerd zijn de thema´s weergegeven van de heersende koning  Chaan-Muan. Er schijnen hier nog meer onontdekte ruïnes in het ongekapte regenwoud te liggen....
Tientallen kilometers verderop stapten we op een lancha met een rieten dakje. De weg hier naar toe voerde langs verschillende militaire stops. Deze weg loopt namelijk parallel aan de grens met Guatamala en is een bekende drugsroute. De bootjes lagen te wachten in rivier Usumacinta – de natuurlijke grens tussen Guatamala en México. Na drie kwartier varen op deze brede junglerivier, waar onze gedachten even teruggingen naar onze bootreis door het Amazone regenwoud, mochten we aan wal. Het is er snikheet en de lucht is heel vochtig. We klimmen naar boven en na een klein stukje wandelen door het woud en door het donkerte en de koelte van de gangen van een Mayagebouw rijzen ineens de tempels van Yaxchilán op. Een groot plein van gras badend in het zonlicht en omringd door goedbewaarde ruïnes met op de achtergrond het gegrom van de slingerende brulapen. Een prachtige Mayastad in een adembenemende omgeving, en voor het eerst word ik gegrepen door de magie ervan. Hier zwaaiden koning Schild-Jaguar en koning Vogel-Jaguar de scepter. En dat zie je terug in de beelden en fresco´s. Het paleis dat majesteus op een heuvel is gelegen met een prachtige dakverfraaiing  is goed bewaard gebleven. Het beeld van koning Vogel-Jaguar zit er in kleermakerszit op de troon, maar zijn hoofd  ligt ernaast. Is dat om de kwade geesten  te laten ontsnappen of, zoals de locale bewoners geloven, om te wachten op het einde der tijden? Het kost ons veel zweet om alles te bezichtigen. Ongelofelijk veel traptreden hebben we beklommen in deze klamme hitte. De bootreis terug was heerlijk verfrissend.

Twaalf druifjes in een mooie verpakking naast ons bord, een fluitje en een feesthoedje liggen op ons te wachten als we de open zaal van het feest binnen lopen. Er waait een zwoel windjevanaf het zwembad  en het buffet staat al klaar. We worden ontvangen met een glas champagne, voor de meiden een mooi glas met twee kleurtjes sap erin. Zoals gewoonlijk komen de meeste Mexicanen een uur of twee uur later binnen druppelen. Maar de band speelt Latijns-Amerikaanse dansmuziek en we hebben onze speelkaarten mee. Tegen twaalven hebben we gedanst, spelletjes gedaan en veel gegeten. De champagneglazen worden uitgedeeld en vlak  voor het nieuwe jaar start wordt er steeds meer en harder op de fluitjes gefloten. Om precies twaalf uur proosten we en wensen we elkaar Feliz año.  We dansen nog een paar liedjes en slenteren dan langs het zwembad naar onze cabaña. Onze cabaña die bij het ecohotel hoort en helemaal tussen het groen is gelegen. Er loopt zelfs een riviertje langs onze veranda met schommelstoelen. Naast muggen en mieren hebben we twee grote lichtgekleurde leguanen gezien (er viel er één uit een boom!), een eekhoorn, twee brulapen die hier rondslingeren en ook bruine apen. Rondom het zwembad zitten groene hagedissen van zo´n halve meter te zonnen en roofvogels en mooi gekleurde vogels vliegen hier rond. Als de zon rond zes uur onder gaat zien we ook nog veel capibara´s (soort cavia, maar dan veel groter) scharrelen rond onze cabaña. Dit ecohotel ligt aan de rand van een nationaal park en dat beleven we. De ramen met muggengaas ervoor staan bijna altijd open zodat we alle geluiden uit het woud goed kunnen horen. Vooral na een tropische regenbui is het gebrul van de apen indrukwekkend. Morgen gaan we onze laatste Mayaruïne bezoeken en na nog een laatste dag relaxen aan het tropische zwembad gaan we de hoge bergen in, naar San Cristóbal, om Maren haar verjaardag te vieren.
Palenque, 1 januari 2013