dinsdag 27 oktober 2020

He made it!

"There is a immense power when a group of people with similar interests gets together to work towards the same goals."

- Idowu Kovenikan

Mijn hart maakt een sprongetje wanneer ik de grote zwarte hoop in het groene gras zie liggen. Aan de overkant van de straat. He made it! We hadden al zo’n twee maanden een mol in de herfstige voortuin. Ik weet nog precies waar de eerste hoop verscheen. Alhoewel ik toen nog niet meteen doorhad dat het om een molshoop ging. Precies op de scheiding van de tuin met de buren lag een grote hoop verse aarde. Ik nam aan dat de buurtjes in de tuin gewerkt hadden. Pas toen een tweede en derde hoop midden in de tuin verschenen ging er een lampje branden. Een mol! Mollen houden de grond in je tuin gezond. Het omwoelen van grond is goed voor afwatering. Het bijna blinde beestje helpt je ook om plagen in toom te houden. Een mol smult bijvoorbeeld van insecten zoals larven en aardrupsen. Ze lusten ook babymuisjes. Ik maakte er dus geen punt van. Nu ben ik erachter dat het ook een woelrat kan zijn. Ook zij graven ondergrondse gangen met de bijbehorende hopen. Woelratten brengen echter ook schade toe aan je planten terwijl mollen je planten lekker met rust laten. Aan de hoop kun je zien of het om woelratten of mollen gaat. Bij de mol zit het gat in het midden en is de aarde heel grof omgewoeld. Een woelrat veroorzaakt hopen met gaten aan de zijkant en de aarde eromheen is fijner. Wij hebben dus een mol. Sowieso heb ik elke verse hoop stevig dichtgetrapt met mijn rubberlaarzen. Zo valt de aarde weer de gang in zodat hij verder moet gaan. Ik heb de aanwezigheid van het nuttige diertje omarmt. Ik fantaseerde er zelfs over dat er een lief, klein, bijna blind beestje met roze snuit druk aan het graven was onder de grond van de buxusvakken. Er bestaan methoden om van mollen af te komen. Heel dieronvriendelijk zoals gifgas in de vorm van tabletten die in de diepe gangen overgaan in voor mollen dodelijk gas. Het gebruik is afschuwelijk dieronvriendelijk, omdat getroffen dieren een langzame en pijnlijke dood sterven. Verschrikkelijk! Een mollenvanger lijkt misschien een meer diervriendelijke optie omdat de mol blijft leven. Een gevangen mol sterft echter toch vaak door de stress tijdens het vangen of omdat hij op de verkeerde plek wordt losgelaten. Als een mol op het territorium van een andere mol komt vechten ze met elkaar tot de dood. Zó zielig voor zo’n diertje met zo’n schattig roze snuitje. Ik hoopte alleen maar heel hard dat hij (of zij) verder zou gaan. Verhuizen graag! Zo’n mol kan namelijk ook onze recent aangelegde oprit onderuit halen met z’n gangenstelsel. Het liefst zag ik hem dus eigenlijk onder de weg door naar de gemeentegrond graven. Onlangs was ik dus blij dat er een grote hoop aan de overkant lag. Hij heeft de overstap gewaagd! Het was sowieso al eigenaardig dat hij in ónze voortuin leefde. Mollen bezoeken namelijk minder snel je tuin als je verschillende soorten planten en bomen hebt. Boomwortels zijn obstakels voor een mol. Onze tuin heeft overal megawortels van de eeuwenoude, nu prachtig gekleurde beukenboom en de oude, kromme magnolia. Bewijs dat zo’n molletje toch echt stekeblind is! 

In samenwerken hebben mijn wederhelft en ik ons na ruim dertig jaar aardig kunnen bekwamen. Vroeger konden wij niet eens samen een tent opzetten zonder elkaar bijna in de haren te vliegen. Na drie decennia krijgen we er intussen steeds meer lol in een project samen aan te pakken. Zaterdagochtend pakten we zo’n leuk voornemen aan. Een oud Mexicaans keukenkastje - waar we ooit voor vielen toen we onze lange eettafel kwamen ophalen bij een timmermansbedrijfje - wilde ik wat aangepast hebben. We waren destijds bij die Mexicaanse timmermannen omdat zij voor ons van twee antieke, afgebladderde deuren - uit een oude haciënda gesloopt - een eettafel fabriceerden. Het afgesleten houten keukenkastje had van die wijnrekken waar precies wijnflessen in zouden passen. Onderop zat een soort geheim laatje. Heel charmant, maar vooral erg stoer. Na de overzeese verhuizing bleken er helemaal geen Europese wijnflessen in te passen. Ze gleden er allemaal weer uit. Iets met te smalle flessenhalzen of zo. Ik stapelde er dus mijn kookboeken op. Dat was best irritant, want zelfs die gleden soms naar beneden. Ik wilde dus graag de wijnrekjes eruit. Boekenplankje erin. Mijn kookboeken netjes op de plank en eronder een ruime sortering aan luxe thee- en koffiedoosjes. Mijn lief zaagde deze herfstige ochtend de wijnrekken eruit. Dat deed hij heel bedachtzaam door de kastwandjes nauwelijks te beschadigen. Ondertussen gooide ik vergeelde, oudbewaarde recepten weg. Onderwijl bedacht ik spontaan dat ik de wijnrekjes wilde hergebruiken als plankensteunen. Mijn lief rekende alles uit. We bepaalden samen de hoogte en hij zaagde het op maat. Ik zette de afgezaagde stukjes in de boenwas. We vonden zelfs samen in de garage een oude plank in precies de juiste maat! Ik schuurde het plankje buiten met een schuurmachientje mooi schoon. Alles liep gesmeerd. Mijn lief legde de gerestaureerde plank in de kast. Hij gaf met zijn platte hand een flinke klap op de plank om hem goed aan te laten sluiten en…de plank brak pardoes in tweeën. We lachten er ontspannen om en ondertussen had hij al een geniaal idee om het plankje weer te repareren. Zo blij met ons gelukte project. Op de plank mijn verzamelingetje opgeruimde kookboeken gezet en daaronder mijn doosjes thee. Zakjes losse thee en theezeefjes op een klein dienbladje. In het verborgen laatje  tabletten pure chocolade. Die middag fietsten we zelfs samen naar Dille & Kamille om een leuk metalen bakje voor de losse theedoosjes te kopen. Samenwerken kun je leren. Fier op ons pronkstuk.

dinsdag 20 oktober 2020

Deeply loved

"Being deeply loved gives you strength; loving deeply gives you courage."

- Lao Tzu


Op het allerlaatste moment valt mijn oog op het plastic bruidspaartje dat bovenop onze bruidstaart had gestaan. Ik heb dat plastic beeldje van een bruidje met een sluier en de bruidegom met een zwart pak nooit weg kunnen gooien. Ik kwam het na elke verhuizing weer tegen. De laatste vijf jaar lag het kitscherige beeldje stof te vangen in de vensterbank in de bijkeuken. Ik stop het beeldje haastig in mijn jaszak. Mijn lief heeft onze bagage al in de auto gelegd. We gaan vanmiddag twee nachten naar een Limburgs nationaal park om ons 25-jarig huwelijk te vieren. De kleine mascotte blijkt het thema van het weekend te worden. Covid is heel erg ver weg in dit mooie boshotel waarin de restaurants en bars gewoon geopend zijn voor gasten. Alle hotelgasten maken even deel uit van één huishouden. De eerste middag brengen we door in de rustige sauna. Er is ook een Finse sauna in de hoteltuin met panorama uitzicht op het bos. Ik wil nog een keer bosbaden zoals ik dat op het hippiefestival geleerd heb. Mijn lief gaat terug naar het zwembad en ik ga in mijn witte hotelbadjas buiten bij een beekje zitten. Ik luister een hele tijd naar de vogels, het gekraak in het bos en het stromen van het bosbeekje. De Finse cabine is nu leeg dus ik doe nog een rondje in mijn uppie. Ik zing zachtjes mantra’s. Meditatie. Het is al bijna etenstijd als we de sauna verlaten en naar de hotelkamer gaan. We dineren samen. De volgende dag ontbijten we samen, genieten we ieder van een massage en maken we samen een boswandeling. Rond lunchtijd komen alle kinderen aan bij het hotel en lunchen we met z’n zesjes. Mijn lief leert ons die middag poolen met veel lol en onkunde. Eind van de middag gaan we met oudste dochter en vriend vijf kilometer hardlopen in het herfstbos. Natuurlijk dineren we die avond gezellig met z’n allen. Aan twee tafels een stukje van elkaar vandaan vanwege covid, maar door de stoelendans na elke gang vind ik het superrelaxt. Met z’n zessen is het altijd net een kippenhok bij ons thuis. Nu was er aandacht. Rustige tafelgesprekken. En ja, ook Sintlootjes trekken. De volgende dag, na een gezamenlijk ontbijtbuffet, maken we een prachtige, urenlange wandeling door nationaal park Meinweg dat steeds over de Duitse grens slingert. We lopen zo’n twaalf kilometer. Langs een kasteel, een bosmeer, weilanden, door een groot gekleurd herfstbos en ploffen daarna met onze doodvermoeide voeten neer voor een lekkere lunch. Laatste keer in het hotel. Halverwege de middag rijden we in twee auto’s rozig weer terug naar Breda en Rotterdam. De mascotte, symbool voor ons huwelijk, was uiteindelijk overal bij en staat op een groot deel van de gemaakte fotootjes. Herinneringen met een glimlach. In deze lockdown hadden we het onverwachtse geluk dat we in een luxe hotel verbleven waar RIVM-maatregelen een rol, maar zeker geen hoofdrol speelden. Een mooie, gemoedelijke plek om onze liefde met elkaar te vieren!


In coronatijd zijn veel mensen eenzaam. Eenzaamheid draait ook om je niet ondersteund en gewaardeerd voelen door je omgeving. Wat een gevoel geeft van buitengesloten, machteloos en onzichtbaar zijn. Daar komt nog bovenop dat we de connectie met onszelf kwijtraken. We zitten midden in een wereldwijde eenzaamheidscrisis. Niemand van ons is er immuun voor. Volgens de leer van de antroposofie komen we uit de totale eenheid met de geestelijke wereld. We hebben ons als mens in de loop van duizenden jaren steeds meer afgesplitst. We denken steeds minder collectief. En dus steeds meer individualistisch. Tijdens mijn yoga lessen leer ik dat er een gemeenschappelijke energie is. We leren in te tunen op deze energie. We zijn een. Op dit moment in de geschiedenis hebben we de bodem bereikt en bewegen we ons weer van een uiterst materialistische en op de buitenkant gerichte cultuur naar een meer spirituele levenshouding. Ik mis nu soms persoonlijk contact. Ik ben namelijk niet zo van de online samenleving. Ik bel bijna nooit. Ik skype eigenlijk maar met één persoon op deze wereld. Met mijn vriendin die in Paramaribo woont. Bijna wekelijks. Online kun je iemands lichaamstaal minder goed zien en elkaar niet in de ogen kijken, terwijl dat juist helpt om je met iemand verbonden te voelen. Toch voel ik me met haar heel erg verbonden. Ook met mijn Mexicaanse vriendin. Wij appen en laten vaak voicenotes voor elkaar achter. Zij in het Spaans voor mij en ik in het Engels voor haar. Zo blijven we verbonden. Zelfs in een tijd waarin we afstand moeten houden, kunnen we toch dichter bij elkaar komen. Ook door de buurt waarin je tijdens deze pandemie meer tijd doorbrengt te koesteren. Met mijn senioren cliënten doe ik boodschappen in lokale winkels. Ik haast me minder. Aangespoord door mijn cliënten moet ik eerlijk toegeven. Met hen stop ik vaker om een praatje met een winkelier te maken. Ik ken in twee winkelcentra in Breda zoveel winkeliers dat ze mijn cliënten zelfs de groeten doen wanneer ik een keer alleen in de winkel ben. Het tegengif voor de eenzame eeuw is simpelweg dat we er voor elkaar zijn, ongeacht wie die ander is. Dat is het minste dat we kunnen doen. Sinds vorige week mag ik bij een echtpaar waar ik altijd overdag kwam voortaan aan het eind van de middag helpen met koken. Ik zet jaren ’50 muziek aan op m’n mobieltje tijdens het koken. De eerste keer hebben ze zelfs een dansje in de keuken gemaakt. Als je jezelf kunt motiveren iemand te helpen, ervaar je een positieve lichamelijke reactie: een helper’s high. De kick van helpen geeft je kracht, warmte en energie. Het tegengif voor de eenzame eeuw is misschien wel simpelweg er voor elkaar zijn. Ongeacht wie die ander is. Dat is het minste dat we kunnen doen.

woensdag 14 oktober 2020

Levenslijnen

"Only an aunt can give hugs like a mother, keep secrets like a sister and share love like a friend...."

- a Spanish proverb

Voor de deur staat een kleine, Turkse man met een heel lieve, vriendelijke uitstraling. Zelfs door zijn mondkapje heen. Hij komt de oude, kapotte stoel van mijn grootouders ophalen. Hasan werkt al twintig jaar als meubelstoffeerder in Breda. Ik ben eerst een keer in m’n uppie gaan kijken wat voor bedrijfje het was. Een heel kleine ruimte op een industrieterrein met een rolluik als voordeur. Als ik aankom is er geen voorpui en zie ik meubels overal waar ik kijk. Als ik roep komt Hasan me te woord staan. Hij laat wat werk zien en ik wat foto’s van de beschadigde stoel. Later laat hij ook de kleurstalen voor het leder zien. Ik mag de stalen zelfs mee naar huis nemen, want op een foto komt het volgens hem niet over. De zomervakantie staat voor de deur en we spreken af in augustus weer contact op te nemen. Eind augustus komt de oude meubelmaker de stoel samen met zijn vrouw Fatma halen. Eenmaal binnen is hij vol lof over de drie meter lange Mexicaanse eettafel. ‘Hoeveel kinderen heeft u, mevrouw?’ vraagt hij geïnteresseerd. Aangezien er tien stoelen om de tafel kunnen kijkt hij een beetje beteuterd als het antwoord ‘drie’ is. We willen de uitstekende houten punten van de stoel af laten zagen. Er komt een enorm kleurverschil in het hout tevoorschijn die hij niet 1,2,3 weg kan werken. Daarom rijden we een aantal keertjes naar zijn atelier. Altijd krijgen we thee aangeboden. Na een aantal weken komt hij de stoel terugbrengen. Prachtig is het resultaat! Zelfs de afgezaagde stukjes zien er nu mooi afgewerkt uit. Zijn vakmanschap is groot. We betalen hem en zodra hij ons huis verlaten heeft zie ik het. Een piepklein sneetje in het leer naast een metalen nagel. Wat erg. Voor hem. Hij heeft zo zijn best gedaan. Snel beslissen. Ik ren naar buiten en houd hem tegen als hij al achter het stuur zit. ‘Komt u alstublieft nog even mee naar binnen’ vraag ik hem beleefd. Dit is een hele stap voor mij. Ik ben heel slecht in mensen aanspreken op hun imperfectie. Ik kan wildenthousiast zijn over mensen hun prestaties, maar een kanttekening slik ik meestal in. Ik laat Hasan het sneetje zien. Hij reageert dat hij tien jaar garantie geeft op het leer én de stoel. Dat ik ook na Kerst de stoel kan laten ophalen voor de hersteloperatie. Ik moet even slikken en zeg dan ‘Ik denk dat het beter is, nu uw bus toch voor de deur staat, dat u de stoel meteen weer meeneemt.’ Pfff,  het is eruit. We pakken de stoel met z’n drietjes weer mooi in met plastic en mijn man sjouwt hem naar zijn bus. Als we weer in de huiskamer staan krijg ik een compliment van manlief én dochter. ‘Dat heb je heel goed aangepakt’ krijg ik te horen. Trots op mezelf. En uiteindelijk ook heel blij met de perfect gerestaureerde stoel.

’Ik houd ook zo van het strand’ zegt ze gemeend. Mijn lief en ik zitten anderhalve meter van haar stoel vandaan bij haar in de huiskamer. We hebben een kop thee met zelf gebakken koekjes op. Ze woont niet ver van het Zandvoortse strand, dus we combineren een bezoek aan haar vaak met een strandwandeling. Dat laatste kan ze niet meer. Ze wandelt tegenwoordig met een rollator. Ze bereikt dit jaar de respectabele leeftijd van negentig jaar. Ze kan natuurlijk wél mee lunchen in het strandpaviljoen. Spontaan nodigt mijn lief mijn tante dan ook meteen uit. Zij accepteert de uitnodiging. Ik pleeg voor de tweede keer vandaag een telefoontje met het paviljoen om de reservering aan te passen. We zouden namelijk oorspronkelijk met vier personen komen, maar dat moesten we vanwege een coronatest en verplichte thuisquarantaine aanpassen naar twee personen. Nu bel ik of we onverhoopt nog met drie personen mogen komen. We zijn gelukkig welkom. De komende vier weken is de horeca weer gesloten… Het is een splinternieuw paviljoen in Bloemendaal met metershoge ramen. We kijken pal op het strand. Door de harde wind zit de zee vol windsurfers. Onze middelste dochter surfte hier ook afgelopen zomer. Golven. Bundels zonlicht. Wat een heerlijk uitzicht. We bestellen eerst een warme chocomel en later delen mijn tante en mijn lief een talbot vis voor lunch. Ik neem makreel. Ze is de oudste zus van mijn jong overleden moeder en het is altijd heerlijk om met haar te praten. Herkenning. Levenslijnen. Ze is heel wereldwijs. En zoveel familieverhalen en anekdotes komen op tafel! Ze heeft destijds ook bij ons een paar weken in Mexico gelogeerd. Een geweldige logée. Ze weet alle oude familieverhalen precies nog na te vertellen. Veel dingen die ik helemaal niet weet of waar ik een andere versie van ken. Ik hoor nog zo vaak iets nieuws van haar over mijn familie. Mijn moeder komt altijd ter sprake. Fotootjes. Dat is aangenaam. We genieten voortdurend van haar gezelschap. Als mijn lief na de lunch én een gezamenlijk fotootje buiten op het terras de auto ophaalt, en mijn tante en ik nog even bij het strand staan te genieten van het uitzicht en de zeewind, zegt ze dat ze het stiekem niet erg vond dat onze oorspronkelijke lunchafspraak met schoonzus en zwager afgezegd moest worden. Zo hebben we meer tijd samen kunnen doorbrengen. Ze vond het fijn. Wij ook.

woensdag 7 oktober 2020

Zo'n lief katertje

"In ancient times cats were worshipped as gods; they have not forgotten this."

- Terry Pratchett


Het verwarmt je hart. Er zijn dagen dat we wakker worden en er zich meteen een vertederde glimlach op ons gezicht tekent. Op zo’n ochtend vind je op je bed, of vlak naast je bed, een speelgoedje van Salvador. Salvador is ons lichtgrijze katertje van anderhalf jaar oud en sjouwt graag met speelgoed ‘prooien’. We hebben een mandje in de voorkamer waarin we zijn ‘prooitjes’ leggen. Het wordt al een hele bonte verzameling. Er ligt een gebreid eierdopje met het prijskaartje er nog aan, een Chinees houten gelukspoppetje, een riempje van het Frequent Flyer pasje, een pompoen door onze jongste dochter geknutseld, een echte veer en zelfs een schaakstuk dat hij zelf uit de spelletjeskast heeft gepikt. Er ligt ook een halve houten knijper die ooit los geschoten is van het wasrek boven het trappengat en een zilverkleurige elastiekje dat sierlijk om een bonbondoos heen zat. Het is zo’n lief gebaar van hem dat we vaak een fotootje ervan maken en die in de familie ‘app plaatsen. Dit lieve katertje kwam van de week op een natte, koude avond niet thuis. Dat vinden we nooit leuk. Het gebeurt een enkele keer. Meestal tijdens hete zomernachten. Om die reden had mijn lief een paar weken terug een hekwerk tegen de grenzende schuurdaken van onze achtertuin getimmerd. Onze tuin is op hun vaste ontsnappingsroutes nu afgebakend met kippengaas. De volgende ochtend heb ik meteen geroepen toen ik wakker werd. Hij kwam niet terug. Ik bleef die regenachtige ochtend roepen aan de voor- en achterkant van ons huis. Ik heb zelfs een fotootje in de buurt ‘app geplaatst. Ik ging naar mijn werk zonder dat ons mannetje lekker veilig thuis was. Halverwege de middag kregen we een berichtje van manlief dat hij aan de achterdeur stond. Toen hij binnenkwam spurtte hij meteen naar de kattenbak. Had hij een nacht en dag niet zijn behoefte kunnen doen? Als snel kwamen we er achter dat als we hem optilden hij miauwde. Van de pijn. Hij kon gelukkig wel lopen. Hij at en dronk ook goed. Toch had hij ergens een pijntje. Zo jammer dat katten niks kunnen vertellen… Een druppeltje bloed in de kattenbak liet ons iets vermoeden. Maandag bij de dierenarts werd ons vermoeden bevestigd. Een blaasontsteking. Met een antibioticakuur en een pijnstiller brachten we hem thuis. Wellicht heeft hij die bewuste, regenachtige nacht in de voortuin doorgebracht. We hebben al acht molshopen in de buxusvakken van de tuin. Het worden er steeds meer. Dat lijkt me natuurlijk superinteressant voor zo’n katertje dat graag met speelgoed ‘prooien’ sleept!


Sinds een half jaar loop ik met een oncharmante gestreepte, doorzichtige sticker op mijn linkerbrilglas. Ik hoopte optimistisch dat dit maar een paar weekjes zou duren… Na de bevalling van de jongste kreeg ik ineens problemen met diepte zien. Ik kreeg mijn fietssleutel nauwelijks in het fietsslot, de draad door de naald of ik schonk iets te drinken zowaar naast mijn glas of beker. De oogarts in het ziekenhuis dacht meteen aan twee oorzaken. Een tumor in de hersenen of een auto-immuunziekte. Mijn lief was op dat moment voor werk in The States en kwam bezorgd naar huis vliegen. Ik kreeg een hersenscan en daar was gelukkig niks op te zien. Ik werd na allerlei oogtesten naar een professor in het universitair ziekenhuis in Maastricht doorgestuurd en daar kreeg ik nóg meer vervelende oogtesten met naaldjes bijvoorbeeld. De gespecialiseerde dokter kon niet onomstotelijk  vaststellen dat ik een oculaire auto-immuunziekte had. Het leek er wel bijzonder veel op, dus moest ik voor de zekerheid een jaar lang prednison slikken zodat het niet erger zou worden. En ik kreeg een bril. Ik heb bijna acht jaar geen onderzoek meer laten doen aan mijn ogen, maar een half jaar terug toog ik toch maar weer eens naar de optometrist in het ziekenhuis. Ik hield mijn hoofd steeds schever om nog enigszins diepte te kunnen zien en de chiropractor adviseerde opnieuw naar mijn ogen te laten kijken. Ik kreeg van de optometrist een prisma op mijn brilglas geplakt. Het kostte helaas maanden om te meten of mijn hersenen de werking van dat prisma nog konden verwerken op mijn leeftijd. Hoera, dat bleken mijn hersenen nog aan te kunnen! Mijn hoofd staat sindsdien een stuk rechter. Ik heb een afspraak gemaakt bij een goede opticien om een nieuwe bril uit te zoeken. Deze opticien legde mij voor het eerst goed uit wat ik eigenlijk precies mankeer. Een verworven lui oog. Dat klinkt niet sexy en komt ook niet vaak voor. Hij had er toevallig een symposium over gehad in The States. Mijn linkeroog doet liever niet mee. Ik kijk voornamelijk met mijn rechteroog. Ik heb daar een mooi montuur uitgezocht, ook een heel relaxt hippie zonnebrilletje met paarse glazen. Diezelfde week ook mijn haar een stuk korter in een ander modelletje laten knippen. Mijn nieuwe ik!