dinsdag 30 juli 2013

Hoe droevig is dat?

Nature is not a place to visit. It is home.
-   Gary Snyder

Een kater hebben we. Geschrokken zijn we ook. Van de enorme hoeveelheid afval die hier op het strand ligt van de Caribische Zee. Nancy, de eigenaresse van ons hotel dat prachtig gelegen is op het puntje van het schiereiland, adviseerde ons stevige schoenen aan te trekken. Omdat we ook over afval moesten lopen op het strand. Ik heb haar toen niet goed begrepen, dacht aan aangespoeld hout. Maar toen we in het donker met een bootje afgezet werden door gidsen Kevin en Kareem werd het na een wandeling van een half uur, waarbij we het eiland over stoken, helaas heel duidelijk. Grote hoeveelheden schoenen, motorolieflessen, zonnebrandflesjes, plastic doppen, een snorkelflipper, een tandenborstel  en zélfs een babyspeentje en een deodorantfles lagen er op het strand. Allemaal over boord gegooid door cruiseschepen en toeristenboten. We liepen onder het licht van een miljoenen sterrenhemel naar een groot huis pal aan het strand, een missionarissenpost. Deze Amerikaanse missionarissen ruimen elke dag zoveel mogelijk puin op, maar ik bang dat het onbegonnen werk is.... Wat een kater! Vooral als je weet dat we hier in het donker op dit bevuilde strand staan om zeeschildpadden te vinden die een nest maken. Elk jaar komen de zeeschildpadden naar dit strand om hun eieren te leggen. Z´n honderd witte ronde eieren in één gegraven kuil. Ze laat traantjes als ze dat doet, niet om te huilen, maar om het teveel zout in haar lijf kwijt te raken en om het zand uit haar ogen te wassen. Zo´n één op de duizend eieren wordt maar een volwassen schildpad. De rest wordt op het strand als ei al opgegeten door vossen, stinkdieren en raccoons. Daarom worden de nesten afgedekt door Kevin en Kareem. De pasgeboren schattige minischildpadjes worden door zeemeeuwen en grote krabben opgegeten als ze in het donker naar de zee waggelen (op het maanlicht af) en eenmaal in zee wordt er ook op de kleine schildpadden gejaagd door de zeemeeuwen, maar ook door grote vissen zoals een barracuda.

Babyschildpadden leren nooit hun moeder kennen. Ze waggelen zelfstandig naar zee en eenmaal in het water kunnen ze zelf onderwater zwemmen. Bij elke ademhaling kunnen ze twee keer zo lang onder water. Nancy heeft het eens getimed: de eerste duik 8 seconden, daarna 16 seconden en daarna een halve minuut en een minuut. Daarna zag ze de kleine niet meer. Als ze volwassen zijn is de mens hun grootste vijand. Hun schild wordt gebruikt voor sieraden, en schildpaddensoep schijnt een goede maaltijd te zijn. En wat dacht je van de traditie om honderden wensballonnen de lucht in te laten met Kerstmis? Zo´n romantisch moment, net zoals in the film The impossible. Maar zo dodelijk voor de vredige zeeschildpad! De schildpad verwart de in zee terecht gekomen witte ballon met een kwal en zal na het eten ervan sterven. Een andere bedreiging is licht. Zo waggelen de pasgeborenen de verkeerde kant op als er straatlantaarns branden. Ze kruipen naar het licht, normaal gesproken maanlicht. Maar als ´s nachts de lichten blijven branden van de strandhuizen, dan kruipen de pasgeborenen daarheen en overleven ze het niet.  Wij trekken ons het lot van de deze guitige dieren aan. Het zijn zulke vreedzame dieren. Vogels zitten onderweg hun vlucht over zee op de rug van een schildpad, zo ook kleine visjes die de algen van hun schild knabbelen. Ze vinden het helemaal niet erg als er dieren meeliften! Na 58 dagen onder het zand zien de pasgeborenen het levenslicht en na pas 60 tot 80 jaar dooft het lichtje. Als ze zo´n 25 jaar oud zijn kunnen ze zich voortplanten. Hoe droevig is het dat ze daarvoor helemaal naar hetzelfde strand zwemmen in Belize (geleid door de geur en smaak van het zand) waar ze ooit zélf het levenslicht zagen en dat ze nu op datzelfde strand, als ze de sterke drang krijgen om een nest te graven, eerst over een afvalhoop moeten kruipen?

Die bewuste nacht toen we terug voeren en de maan zich achter een wolk vandaan liet zien concludeerden Mark en ik dat vooral het afval een grote indruk had achtergelaten. Niet de drie afgedekte nesten. We hebben die nacht niet eens een moederschildpad gezien die eieren legde. Maar wel veel geleerd. De volgende ochtend hebben Kareem en Kevin ons manatees, zeekoeien, laten zien in het zeer warme brakke water tussen zee en een lagoon. Manatees, ook een uitstervend ras, kunnen hier in Belize wel vijf meter lang worden. We hebben tijdens die trip twee grote – één zwom onder de boot door – en een kalf gezien.  Maar onze ontmoeting in zee met de zwemmende groene schildpad een paar dagen geleden en daarna de bewustwording dat deze schildpadden met uitsterven bedreigd worden  stemt ons een beetje droevig.

Gales Point, 29 juli 2013

zondag 28 juli 2013

Lanterfanten

Ik lanterfant, mijn ziel op sleeptouw, ik hang rond en slenter wat, op mijn dooie gemak, een struise zomerse grasspriet bestuderend.
- Walt Whitman

Lanterfanten...kinderen zijn er nog best goed in. Alhoewel kinderen tegenwoordig niet écht lanterfanten, want dan hebben ze tóch nog een iPod in hun handen. Ik herinner me dat mijn zus en ik wel konden lummelen op de bank, je écht een beetje vervelen. Je moeder vervelen. Nu verveel ik me nooit meer, alhoewel dat goed zou zijn voor mijn inspiratie. Als je een beetje lummelt krijg je de beste creatieve ingevingen! Onze kinderen beginnen zich tijdens deze reis te vervelen. Sinds heel lange tijd hoor ik weer eens op zeurderige toon “Ik verveel me” of “Wat kan ik doen?” We ondernemen natuurlijk veel dingen, maar we lanterfanten ook veel. Bij het zwembad bijvoorbeeld, in een hangmat, op een terrasje met de koudste limonada ooit of met een boek in onze cabañas tijdens een regenbui of muggenoffensief. Meestal hebben we geen internet op afgelegen slaapplaatsen - geen Facebook of YouTube dus. Wél hebben we mandala-kleurboeken mee, waterverf en stiften, kaartenspel, Pim-Pam-Pet, sudokupuzzels en heel veel Hollandse boeken en tijdschriften. Een beetje lanterfanten dus. Kijken naar de wonderlijke vuurvliegjes in plaats van TV en luisteren naar brulaapjes of de zee in plaats van YouTube filmpjes. Lekker wegmijmeren. Mijmertijd. In die tijd wordt je energiereserve weer aangevuld, heel goed voor je gezondheid. Tijd voor elkaar, samenzijn. Genieten. Na drie uur niks doen in Riverside Café in de haven van Dangriga vanwege een immense regen- en onweersbui worden we eindelijk gehaald door een kapitein. We zijn op een piepklein eilandje terecht gekomen, in vijf minuten ben je helemaal rond gelopen, met alleen een paar cabañas aan de waterkant. Er is één strandbarretje, geen paden, wel aanlegsteigers. Ons deck staat boven het water van de Caribische Oceaan, en onze hangmatten hangen dus ook boven zee. We hadden de opdracht gekregen om in Café Riverside de zeelui te vragen wie ons naar eiland Tobacco Caye kon varen. Dat was heel onduidelijk: we moesten wachten op kapitein Moncho, maar ondertussen belde de vrouw van het café een andere kapitein met een grotere boot vanwege onze backpacks, en er kwam zich ook één spontaan aanbieden. Wie hoorde bij wie, en belangrijk...wie zou ons nou uiteindelijk brengen? En dat allemaal terwijl het stortregende buiten en we sowieso niet konden vertrekken. Geen haast. Na drie uren wachten, uit het raam staren, mijmeren, lezen en een lunch kwam Nolan ons halen. Hij wilde een voorschot om benzine te kopen voor zijn boot. Het weer klaarde op en in een half uurtje vaarde hij ons in een klein motorbootje naar de pier van onze cabañas. Onze monden vielen open toen we werkelijk overal prachtige schelpen zagen liggen in het helderblauwe zeewater! Tien minuten na het aanleggen van de boot kwam er echter wéér een onweersbui en verdwenen we snel in onze hutten. Lanterfanterend, totdat de bel om zes uur geluid werd dat het avondeten in de eetzaal klaar stond.  

De volgende ochtend werden we gewekt door een straal zonlicht door de luiken. De lucht was helemaal opgeknapt en na het ontbijt hebben we gesnorkeld in de Caribische Zee. Inden vond het eerst niks. “Zijn er geen vissen in mijn buurt?” riep ze, terwijl ze het trapje van de steiger afklom. Om vervolgens de rest van ons verblijf op dit eiland steeds te vragen of er iemand mee wilde snorkelen. Zo geweldig vond ze het. We hebben zoveel gekleurde vissen gezien, ook uit de film Nemo! We zagen de barracuda (zilverkleurige lange vis met tanden), de gele pijlstaartrog zwom steeds langs ons deck en natuurlijk de zwartkleurige zuidelijke pijlstaartrog die bijna een meter groot is. Ook ligt er een knalrode zeester voor ons deck, maar we hebben ook een groene zeester tijdens het snorkelen gezien. Verder heel veel gekleurde, tropische vissen met gekke namen zoals de gele geitvis, de blauwhoofd wrasse, vierogige vlindervis of varkensvis. Ook het koraal is hier mooi, vooral de blue sea fan vind ik prachtig. Toen we weer eens wat rond dobberden met onze snorkels begon Anthe ineens te gillen “Oh, my God!” en daarna probeerde ze zo snel mogelijk weg te zwemmen. Wat was er aan de hand? Ze had een grote, zwarte pijlstaartrog gezien, een meter groot! We hebben allemaal even gekeken, terwijl Anthe al op de steiger stond uit te hijgen. 

Tijdens een snorkeltrip met een bootje op de mooiste plek van het rif werden we getrakteerd op meerdere soorten grote roggen en een soort haaivis. Het grootste kado was echter het moment dat Mark mij wees op een zeeschildpad. Ik kon niet geloven dat er een échte zeeschildpad op mij af kwam zwemmen! We hebben hem allemaal gezien. Toen de zeeschilpad mij eenmaal zag schrok hij en zwom er gauw vandoor. AC, onze gids, riep nog dat we er achteraan zouden zwemmen. Maar dat lukte natuurlijk niet meer. Toen ik een prachtig gekleurde vis bestudeerde kwam het in me op dat het eigenlijk net leek of iemand deze vis op papier getekend had en daarna ingekleurd had met een blauwgroene penseel. Een gekleurd streepje op zijn lijf, een cirkeltje op z´n vin en een ander kleurtje voor zijn staart... Heel vrolijk en kleurig. Op een avond zagen we langs ons deck lichtgevende kwalletjes zwemmen. Eerst twee, later steeds meer. Eigenlijk net vuurvliegjes, maar dan onderwater. Wonderlijk. Af en toe zeggen de meiden dat het net lijkt of we in de film Life of Pi leven, maar dan zonder tijger. Zoals de boot die ons naar het eiland bracht, dezelfde boot als Pi, alleen zonder plastic zeil. En zoals de lichtgevende kwalletjes, Pi zag iets grotere lichtgevende kwallen in zee. Ook zagen we net als Pi een school vliegende vissen voorbij komen op zee, en natuurlijk de grote zeeschildpad! De natuur is wonderlijk, de zee heeft prachtige geheimen voor ons. Unbelizable!

Tobacco Caye Island, 27 juli 2013

woensdag 24 juli 2013

Avontuur in Belize-jungle

Live in the sunshine, swim the sea, drink the wild air.
-          Ralph Waldo Emerson

Stel je eens voor om rustig rond te dobberen op een mooie rivier in de jungle van Belize en dat die rivier je door twee grotten mee neemt om daarna weer verder te dobberen onder de zon. Je drijft op een grote opgeblazen band en je gaat grotten in waar de Maya´s honderden jaren geleden ook al kwamen met hun fakkels om offers te brengen aan de goden van de onderwereld. Dit hebben wij gedaan met gids Israël die ons meenam op deze rivier. Zaklampen op ons hoofd, tubes aan elkaar gebonden zodat we onze handen vrij hadden. Onze camera in een waterdichte tas, waterflesjes mee, DEET op ons lichaam en toen vertrokken we. Eerst moesten we met de tubes onder onze arm naar de eerste grot wandelen waar we vanaf een vlot te water gelaten werden. Het was erg rustig gelukkig, er was dit keer geen cruiseschip aangemeerd in Belize City. (waardoor het vol loopt met toeristen) Het was een heerlijke ervaring, en erg bijzonder. Net zoals ons bezoek aan Mayastad Caracol. Er was ons schrik aangepraat door hotelgasten die al eerder de trip naar Caracol hadden gemaakt. Ook onze reisgids Lonely Planet schreef een advies om in convooi te rijden. Een reserveband moest in de auto aanwezig zijn en vooral ook veel water, want in de outback is helemaal niks te koop. Wij zijn dol op avonturen en laten ons niet zo snel afschrikken. Voor de zekerheid vertrokken we op tijd, met een grote koelbox van het hotel met onze lunches erin, zodat we op tijd konden aansluiten bij een militaire colonne. Dit gebeurt om de bezoekers aan Caracol te beschermen tegen rovers. (uit Guatemala) De weg naar Caracol was inderdaad bar slecht, rode klei met veel losse keitjes en kuilen. De weg werd steeds smaller binnen het natuurreservaat Mountain Pine Ridge waar we doorheen gingen en toen we eenmaal in colonne het laatste stuk de diepe jungle inreden was er nog een modderig weggetje over om over te rijden die verrassend eindigde in zo´n tien kilometer geasfalteerde weg naar de ingang van de Mayastad. En daar viel je mond open van verbazing. Daar - in de diepe, nog mistige jungle - lag een geweldige stad met piramides en paleizen. Een stad waar zo´n 150.000 indianen hebben gewoond, imposant! Geen bordjes of bestraatte paadjes die je rondleiden, welnee! Alles in de jungle, de tekening in de Lonely Planet leidde ons rond. De hoogste piramide die we beklommen is nu nog steeds het hoogste gebouw van Belize. Het uitzicht was adembenemend! Terug hebben we niet gewacht op het militaire convooi, we zijn met twee andere auto´s zelfstandig vertrokken. We zijn gestopt bij een verlaten slaapstadje waar tientallen jaren terug houthakkers woonden met hun gezin. Gordijntjes wapperden nog voor de ramen. Toen er bij een huisje de voordeur openstond zijn Inden, Maren en ik heel nieuwsgierig binnen gaan kijken. Best eng met krakende deuren die piepend bewogen op de tocht.. Vlakbij Augustin, het verlaten dorp, was een grot met een rivier Frio Río waar je kon zwemmen. Het was verlaten en leeg en we hebben het heel spannend op eigen houtje verkend. Dat is waar we van houden: avontuur!
Door het land van de tapirs liepen we in zo´n drie kwartier naar de ingang van grot Actun Tunichil Muknal, drie rivieren moesten we daarvoor doorsteken. (en eentje met de auto) De grot, waar we pas drie uur later weer uit zouden komen... Dit avontuur begon echter met een echt frisse duik in de rivier die door de mond van de grot stroomt, zo´n vijf meter moesten we zwemmen met een helm op, lantaarn over de helm en met onze kleding en schoenen aan. Daarna klommen we eruit en kropen, klommen, gleden en waadden ons zonder daglicht door de onderwereld van de Maya´s. Hier in het aardedonker aanbeden ze hun goden van de onderwereld, Xibalba. Ze maakten zich op hun allermooist op, namen hun beste voedsel mee in hun mooiste aardewerk en voerden hun rituelen uit met een sjamaan, hallucinerende paddestoelen en alcohol. Ook wij werden door gids Patrick prachtig opgemaakt met roodbruine tekeningen op ons gezicht. Patrick verbaasde ons met schaduwen van steenformaties van een Mayaman, -vrouw, baby en zelfs een moeder met baby. Een kilometer verder lopen, zwemmen en klimmen kwamen we in een grote ronde ruimte met geweldige stalagtieten, het leek wel een balzaal inclusief chandelier! Hier werden de offers gebracht, alle potten stonden er nog. Kapot geslagen dat wel, want de ziel moest bevrijd worden. Dat de Mayabevolking het destijds steeds zwaarder te verduren kreeg zie je aan de offers. Eerst was het voedsel, later bloed van vrouwen en mannen dat afgenomen werd met een naald die gemaakt was van de ruggegraat van een zeerog. Veel later werden er mensen geofferd, er was toen al sprake van droogte, ziekte en oorlogen met andere Mayanederzettingen. Zeventien skeletten zijn er in de grot gevonden, de laatste lag helemaal ongeschonden boven in de grot. Een tienermeisje, the cristal maiden, die vrijwillig geofferd werd. We hebben nog nooit zoiets indrukwekkends gezien - niks was er verwijderd in de grot. Alles ligt nog open en bloot op dezelfde plek als waarop het zo´n 25 jaar geleden aangetroffen werd, ongelofelijk! Zoveel meer indrukwekkend dan onder een glazen vitrine in een museum. De terugweg was lichamelijk weer een uitdaging: smalle gleuven waar we ons doorheen moesten murwen, zwemmen en klauteren over gladde keien. Uit de grot liepen we uiteindelijk, met ons hoofd vol van een unieke levenservaring, regelrecht een tropische regenbui in. Het maakte niets uit, we waren toch al doorweekt. Met mijn drijfnatte Palladiums stapte ik nog een half uur dwars door elke modderplas huiswaarts.  De ultieme regenwoudervaring!     

Park Flora, 23 juli 2013

zaterdag 20 juli 2013

Guatemala

The earth has music for those who listen.
-          George Santayana

We hadden al wilde verhalen gehoord, dus we waren een beetje voorbereid. Ook in Afrika en Zuid-Amerika kostte het ons veel tijd om de grens over te gaan. De tijd om de grens naar Guatemala te passeren duurde nu ook lang, in de vochtige hitte. Eerst México uit zonder onze verblijfsvergunningen, want die waren op 5 juli verlopen en nu dus in de maak voor een verlenging. We hadden een dik pak papier mee, want naast de belangrijke (en vooral veel) formulieren om te bewijzen dat onze verblijfsvergunningen verlengd werden hadden we een nog dikker pak papier mee voor de auto. Er is namelijk geen Mexicaanse auto, huurauto, taxi, lease-auto of taxibusje die de grens naar Guatemala over mag. Behalve...als je zo´n pak belangrijke papieren van de notaris mee hebt als wij! En terwijl vrijwel iedereen lopend de grens over wandelde, reden wij met onze bolide over de grens. En eenmaal in Guatemala zagen we onderweg heel langzaam steeds grotere verschillen met buurland México. De huisjes werden armoediger, de troep rondom het huisje meer en steeds minder restaurantjes en verkoop langs de weg. Steeds minder auto´s ook, wel motors, paarden, kleine driewielertaxi´s en een paar bussen en vrachtwagens hebben we gezien. In plaats van alleen maar Pemex pompstations, kunnen we hier kiezen tussen verschillende merken. De prijzen zijn nu per gallon en in quetzals. We zwommen in het grote meer Petén Itzá, en lunchten op het eilandje Flores. Dit mediterranee-aandoende stadje is bovenop Maya ruïnes gebouwd - je ziet dus nergens restanten van de Mayacultuur terug. Alles ligt onder de stad begraven. De indianen die dit stadje gesticht hebben, waren gevluchtte indianen uit Chichén Itzá. We waren in dit stadje Flores op zoek naar heel kleine felgekleurde, handgemaakte poppetjes die specifiek hier in Guatemala gemaakt worden. De legende gaat dat deze poppetjes stuk voor stuk je angsten of zorgen wegnemen als je ze onder je hoofdkussen legt voordat je gaat slapen. En we hebben de mooie, bijgelovige poppetjes gevonden!
Na een overnachting op een heerlijke plek aan de andere kant van het meer gingen we nog één keer lunchen in Flores, recht aan de waterkant. De meiden voerden de vissen in het meer vanaf de eettafel, met tortillas die ze kregen van de serveerster. Een schildpad en een krab aten ook wat mee. Toen ik naar het toilet liep zag ik een moeder haar twee kleine kindjes in het meer wassen. Zelf zat ze met haar rok en trui aan op de bodem van het meer om de kindjes goed vast te houden. Toen ik wéér langs liep kwam de vader net uit het water, met een volle tas om zijn nek. Een tas vol met wat..? Vast iets om klaar te maken voor het eten. Voordat we diep de jungle in reden, Tikal National Park,  wilde ik nog even met Inden over de drukke bazaar. Geweldige ervaring! Het had veel weg van de kleuren en drukte op de souks in Marokko. Veel kruiden, groenten en fruit werden aangeboden, maar ook leren cowboyhoeden en laarzen. Ik was op zoek naar felgekleurde, plastic huishoudelijke spulletjes, die typisch zijn voor Guatemala. Ik slaagde goed, zelfs met een enorm grote, ronde terra cotta schaal. Ik nam alles mee in zo´n grote felgekleurde boodschappentas, zo blij!

“Tussen vijf en zes zoeken de jaguars nog éénmaal een hapje voordat ze gaan slapen op een hoge tak.” De gids doet ook nog het geluidje na en zegt dat we ons groot moeten maken als we oog in oog komen te staan met een jaguar, vooral niet weg rennen! We staan om vier uur in de ochtend gereed om een wandeltocht door de ontwakende jungle te maken. Uilen, wilde honden, boa constrictors en ook kalkoenen en hun babytjes worden in zijn verhaal genoemd. We dragen lange mouwen, lange pijpen en hebben een zaklamp om ons hoofd. Ons doel is om de zon op te zien komen boven de vochtige jungle, zittend op tempel nummer vier in de oude Mayastad Tikal. Onderweg zien we een tarantula, een pad, prachtige toekans,  capibaras en spinapen. We horen de brulaapjes in de bomen. Helaas is het zo bewolkt deze ochtend dat de zon zich niet laat zien. Maar het is toch een stil momentje om de vogels te horen ontwaken. Daarna krijgen we een mooie uitleg van de geschiedenis van Tikal. Tikal heeft 16 eeuwen bestaan! Elke koning liet iets veranderen of toevoegen aan de tempels, daarom zijn ze zo prachtig en hoog. Toen ze nog gebruikt werden waren ze geplasterd en oranje of blauw beschilderd. Ze werden gebruikt als uitkijktorens boven de jungle en een enkele keer werd er een koning begraven. Om hem heen veel potten en kannen, sieraden van jade en speerpunten van vuursteen.  Indrukwekkend vind ik het idee dat er 90.000 Maya indianen in Tikal woonden! De stad leefde op de dieren die ze aten (kippen, kalkoenen en apen) en de vruchten uit de bomen, er werd heel weinig graan en mais geoogst. Regenwater vingen ze op in holen in kalksteen. Ze wisten van de vier seizoenen. Waar zijn deze duizenden mensen en hun hele beschaving gebleven? Er was geen dreiging van aardbevingen of vulkaanuitbarstingen, maar wél van tekorten aan voedsel en dus ziekte. Ze hebben ontdekt dat de lichamen van toen teweinig ijzer hadden, tekort aan vlees dus.  Door hieroglieven en tekeningen is veel van hun leven bekend, de verschillende goden waar ze in geloofden, hun offerrituelen (meestal een kip of kalkoen, bij speciale gelegenheden een mens) en dat ze geloofden in reïncarnatie. Dit probeerden we ons allemaal voor te stellen op die hele vroege, mistige ochtend op het grote plein in Tikal, Guatemala tussen de oude imposante tempels en de geluiden van de jungle om ons heen. Er waren nauwelijks andere toeristen, want het park was nog gesloten. Wij hadden speciaal de nacht hiervoor in het National Park Tikal overnacht.
Tikal, 18 juli 2013

woensdag 17 juli 2013

Muggenaanval

Not just beautiful, though – the stars are like the trees in the forest, alive and breathing. And they´re watching me.
- Haruki Murakami

“Snel de auto in! Deuren dicht!” We staan pal voor het Hilton Hotel in Villahermosa. We worden aangevallen door een zwerm heel kleine minimugjes, die juist heel grote muggenbulten achterlaten. We hadden ons heerlijk laten verwennen met een nachtje luxe hotel vlak voordat we de Lacandón jungle zouden intrekken. Na een middag aan een prachtig zwembad doorgebracht te hebben, en een goede nachtrust, pakten we ´s ochtends onze bagage weer achterin de auto. En toen dus die vreselijke muggenaanval! Ook in de inmiddels afgesloten auto moesten we minimugjes dood slaan. Nadat we de Nederlandse azaron en DEET uit de medicijnendoos tevoorschijn gehaald hadden, waren we klaar voor een groen ritje door de jungle. Met Bruno Mars en One Direction meezingend reden we voorbij verraderlijke topes (drempels) en militaire checkpoints. Dit laatste omdat we langs de grens met Guatamala rijden, en dat betekent dagelijks illegale immigranten en drugstransport. We slapen twee nachten in een primitief huisje in de jungle vlakbij een Mayadorpje. De Mayafamilies die hier wonen beheren vaak een campamento aan rivier Lacanjá, en wij logeren bij Ricardo en zijn familie. Een prachtig blauwheldere cenote op twaalf minuutjes lopen van ons huisje. Bijzonder stille nachten (alleen wat vogelgeluiden), volle sterrenhemels en romantische vuurvliegjes. Ik zit af en toe heerlijk rustig op de veranda voor me uit te staren, ook tijdens een tropische bui. Niemand houdt het buiten bij me uit, ze worden gestoken door insecten. Maar dat is kennelijk een bijwerking van de bloedverdunners...muggen lusten mijn bloed niet! We maken op een ochtend een wandeltocht van zo´n drie uur met gids Alfredo door het natte regenwoud waar we vol modder en zweet van terug komen. Ookal hebben we onderweg gezwommen bij een grote, koele waterval. Ons doel van de wandeltocht was een kleine Maya tempel waar we een oude vergeelde foto van zagen hangen in de open eetruimte van de campamento. Ricardo vertelde dat de indiaan met lang haar en de lange jurk zijn vader is die deze maand precies een jaar terug overleden is. De tempel is klein en erg afgelegen, maar sinds Bonampak hier zo´n vier kilometer vandaan gelegen is kunnen wij ons zo voorstellen dat deze tempel bij een kleine nederzetting behoorde waar arbeiders woonden die aan de bouw van Bonampak mee gewerkt hebben. Ricardo vertelde ons helaas ook, tijdens het eten, dat de grensovergang naar Guatamala (hier vlakbij) alleen met een lancha kan. Daar had ik al een tijdje mijn hoofd over gebroken: dat we de Ucumacinta rivier moeten oversteken dat begreep ik wel, maar in de Lonely Planet stond niet duidelijk beschreven dat auto´s niet mee kunnen. We moeten dus een uurtje terug rijden en in El Ceibo zullen we de grens naar Guatamala over kunnen steken. Ricardo kan niet lezen dus vroeg ons steeds een plaatsnaam op de wegenkaart aan te wijzen en dan legde hij uit waar we moesten zijn. Ik denk dat veel indianen in dit dorpje analfabeet zijn, maar daarentegen veel geschiedenis in dit dorp vol familieleden! Ricardo vertelde vol trots dat ze allemaal puur Maya-indianen zijn en ook Mayataal met elkaar spreken. Een prachtige oude cultuur met veel geschiedenis waar ze trots op zijn, en waar ze ook trots op mógen zijn!

Lacanjá Chansayab, 15 juli 2013

donderdag 11 juli 2013

In diepe slaap

The ornament of a house is the friends who frequent it.
― Ralph Waldo Emerson

Klop, klop, klop! Bonk, bonk, bonk! Loeihard op het raam. We horen geen reactie. We hebben gasten uit Breda in huis en toen we ’s avonds laat naar bed wilden bleek hun zoon in de slaapkamer heel diep te slapen en … de slaapkamerdeur zat op slot! Op de muur naast zijn bed gebonkt, tegen het raam van zijn slaapkamer, maar er kwam geen reactie. Wel werden de andere kinderen wakker in huis! We hadden ondertussen alle sleutels van de andere slaapkamerdeuren geprobeerd, maar niets paste in het slot. Wat doen we nu? En toen kwam Mark met het briljante idee om in het donker over het dak te klimmen naar het balkon van die bewuste slaapkamer en dáár te kloppen. En dat werkte gelukkig, ook al koste het wat dakpannen. Zoonlief vroeg achter de gesloten deur wat er aan de hand was. Zijn moeder legde het uit, maar zo slaperig als hij was, snapte hij niet wat er van hem verwacht werd. Toen hij eenmaal de slaapkamerdeur geopend had en mijn vriendin en ik naast zijn bed stonden, mompelde hij: “Ik heb jullie de hele tijd wel gehoord hoor, maar ik wist niet wat ik moest doen…” Bij het ontbijt vroeg Anthe wat er toch allemaal die nacht gebeurd was. Ze had veel lawaai gehoord in huis. En buiten langs haar slaapkamerraam had ze twee schaduwen voorbij zien gaan. Griezelig was het. Compassie voelden we wel zeker voor het gezinnetje. Ze kwamen de dag ervoor ziek aan uit de hoofdstad. Ze hadden waarschijnlijk iets verkeerds gegeten en dus moesten ze steeds in de buurt van de WC verblijven. Buikpijn en (nachtelijk) spugen hoorden er helaas ook bij. Gelukkig voelden ze zich één dag goed tijdens hun verblijf in ons huis en op die dag hebben we de historische stad verkend en gezwommen. Een gezellige, zonnige en actieve dag. (zie ons fotoalbum) Op de dag van hun vertrek was Maren’s vriendinnetje tóch weer ziek. Ze zijn ondanks dat met een closetrol in de auto vertrokken voor hun rondreis door México, de hotelboekingen lagen namelijk al vast.

De vijf backpack’s liggen klaar, snorkelspullen ernaast. Ook ik ben druk in de weer geweest met de voorbereidingen van onze reis. Geweldige cabañas gereserveerd in de jungle, pal aan het strand of langs rivieren met watervallen. Een bezoek aan Tikal bij zonsopgang, een yoga-retreat, vliegtickets voor een vluchtje naar een schiereiland en natuurlijk hotels voor onderweg. We vertrekken overmorgen. Door Guatamala rijden we in een kleine week naar ons doel: Belize. Een klein landje gelegen aan de Caribische zee, dat ook wel de Caribische parel in Midden-Amerika wordt genoemd. Heel centraal gelegen boven Honduras, naast Guatamala en onder México. Belize is maar half zo groot als Nederland. ‘s Werelds best bewaarde geheim van Moeder Natuur. Je vindt er dichte tropische jungle (bijna de helft van het land bestaat uit tropisch oerwoud), eeuwenoude bouwwerken van de Maya’s en voor de kust liggen bijzondere koraalriffen en prachtige eilandjes om tot rust te komen met je blote voetjes in het zand. Er zijn veel grote grotten met onderaardse gangen waar je kunt zwemmen, kanoën of drijven op grote banden. Al deze bijzondere plekken gaan we bezoeken en vaak blijven we er een paar nachtjes slapen. Deze grotten speelden trouwens een grote rol in de Maya mythologie. De oude Maya's geloofden dat de grotten de toegang waren tot Xibalba, de onderwereld. En in deze onderwereld offerden de Maya's bloed en zelfs levens om de goden gunstig te stemmen. Belize is nog vrijwel onontdekt door toeristen. Twee eeuwen geleden gaven de Britten dit land de naam Brits Honduras. Sinds 1981 is het echter een onafhankelijke staat, Belize. De Belizeanen zien er gek genoeg heel anders uit dan de bevolking uit de omringende landen zoals México. De meerderheid heeft een donkere huidskleur en kroeshaar als afstammelingen van de voormalige Afrikaanse slaven. En in tegenstelling tot omringende landen is Engels de officiële taal. Belize heeft maar vier goed berijdbare tweebaans hoofdwegen. De overige primaire wegen zijn van mindere kwaliteit. Secundaire wegen zijn vaak onverhard en sommige kunnen alleen met een terreinvoertuig worden bereden! Zelfs op de goede wegen kunnen stremmingen ontstaan als gevolg van hevige regenval. En wij reizen ook nog eens tijdens het orkaanseizoen door dit prachtige landje. Het wordt dus sowieso een avontuur, daar is geen twijfel over mogelijk.

Ik blijf komende maand bloggen op reis!

woensdag 3 juli 2013

Een vol leven

Reik naar het volle menselijk leven. Al raak je het maar even – het zal je fascineren. Allemaal leven we het, maar weinigen leven het bewust.
- Goethe

Op een overvol perron stonden we met onze koffers te wachten op de trein. Het was een geluk dat we treinkaartjes konden kopen, want mijn beiden bankpasjes deden het na een jaar niet meer. Met het zakgeld van de meiden dat we uit de in-plastic-gesealde koffers peuterden konden nét de treinkaartjes en de taxi betaald worden. De trein kwam op tijd, maar zat behoorlijk vol. We stapten moeizaam in bij een wagon waar fietsen in geparkeerd stonden. Verder dan deze ruimte kwamen we niet, dus zaten we op onze eigen koffers en telden de stationnetjes tussen de frisgroene weilanden. Overstappen ging hetzelfde tussen alle gehaaste mensen door, en in deze trein struikelden passagiers op zoek naar een zitplaats over onze koffers. Op dat moment bedacht ik me dat de terugreis heel moeizaam zou worden met het dubbele aantal koffers. Ons geheim was namelijk dat in elke koffer nog een lege koffer verstopt zat. Voor het komende jaar zouden deze bijna lege koffers gevuld worden met boodschappen, nieuwe kleding en veel boeken en tijdschriften. De terugweg met acht zware koffers was dus luxe met een taxi rechtstreeks naar de luchthaven!

De dagen werden verdeeld tussen vriendinnenafspraken, winkelen en doktersafspraken. En tussendoor fietsen - op mijn eigen fiets - door de regen. De grauwe, grijze dagen vlogen voorbij met vele koppen thee op de bank, aan de keukentafel of in hippe eetcafés. Geen enkele keer heb ik mijn eigen boterhammetje gesmeerd voor de lunch. Mijn lunches vonden plaats op de yogaschool, in het eetcafé of in het hotel. Nooit was ik alleen. Ik heb genoten van alle diepzinnige gesprekken, alle levensverhalen, alle aandacht en warmte. Mijn lieve vriendinnen. Ik genoot van de spontane gesprekken op het schoolplein, in het warenhuis of de welgemeende omhelzing in de yogales. Mijn eerste yogales na mijn longinfarct. Een heerlijk vertrouwd lesje en toen kwam de uitnodiging voor een nieuwe vorm yogales, in de hangmat… Mijn vriendin en ik waren meteen enthousiast. Op zaterdagochtend hingen we beiden op onze kop in de doeken. Tijdens de relaxatie lagen we opgekruld in de hangmat terwijl de leraar onze nek en rug masseerde. Een schommelende beweging maakte de ontspanning compleet. Pas toen ik rechtop ging zitten werd ik heel beroerd. Na een rug massage van de meester en een halve banaan van een medestudent durfde ik voorzichtig op te staan. De rest van de dag, en de dagen tot nu toe, ben ik duizelig en licht in mijn hoofd. Mijn leven, mijn week, was te vol. Het was te vermoeiend, mijn lijf is moe. Maar toch had ik het voor geen goud willen missen.

Nederland, 30 juni 2013