dinsdag 30 januari 2024

Forever in my heart
MIJN MOEDERTJE
“Like a deep sad note, played beneath the ocean
the memories of you, the bittersweet echoes

infixed forever in my heart” 

- Pawan Mishra


Mijn gedachten zijn de laatste tijd wat vaker bij mijn lieve moeder. Er zijn recent wat triggers geweest. Ik ben daarom weer eens door haar fotoalbum gelopen. Een levensalbum dat ik zelf samengesteld heb na haar overlijden. Eerdaags negentien jaar geleden. Zo lang alweer. De gevoelens die bij een emigrerende oudste dochter horen doen mij vaker aan mijn eigen zachtaardige moeder denken. Ook háár oudste dochter besloot in het buitenland te gaan wonen. Zij heeft nooit een greintje teleurstelling laten blijken. Ze was positief en goedhartig over ons besluit ‘dan hebben wij een mooi vakantieadresje’ en ik heb geen herinnering aan tranen die ze heeft gelaten anders dan op Schiphol. Nu denk ik dat ik mijn jonge zelf er ook helemaal niet open voor stond. Ik rook avontuur en nam mijn kleine gezinnetje met me mee. Een tweede kindje in mijn buik. Niks aan de hand. Het buitenlandavontuur zou voor drie jaar zijn. Dat leek me heel overkomelijk. Voor iedereen. Mijn moeder zou naar ons toe vliegen na de geboorte van onze tweede, en wij zouden met onze prachtige baby naar Nederland vliegen zodra overzees vliegen mocht. Zo geschiedde. Ik herinner me één sentimentele opmerking van mijn moeder toen we ruim een jaar na ons vertrek met onze baby twee weken voor vakantie naar Nederland kwamen. Mijn moeder liet bij ons vertrek op Schiphol weten dat ze me te weinig gezien had. Ze was teleurgesteld. Destijds ben ik daar (te) makkelijk overheen gestapt en heb waarschijnlijk iets gezegd in de trant van dat we ons vreselijk moesten opsplitsen in die twee weken, om iedereen te kunnen zien. Iedereen betekende ál onze vrienden, en familie. In mijn onderbuik voel ik daar, sinds de Kerstvakantie met onze oudste, een steekje van. Nu ik zelf het gemis ondervonden heb hoe het voelt als je dochter weer terug naar het verre oord vertrekt. Mijn moeder is vierenhalf jaar na de geboorte van onze tweede dochter plotseling overleden aan een hersenbloeding. Wij woonden toen alweer in Nederland dus ze heeft gelukkig de laatste twee jaar regelmatig kunnen genieten van onze dochters. Ons derde dochtertje was echter pas vijf weekjes oud toen mijn moeder ons plots verliet. Zij heeft amper de kans gekregen haar te leren kennen. Ik heb daar echt veel verdriet van gehad. Rouw is geen kwestie van alleen maar verdrietig zijn. Dat kan ook niet negentien jaar lang. Gevoelens wisselen elkaar in de loop van de tijd af en bestaan ook heel vaak naast elkaar. Soms wordt het gemis onverwachts getriggerd. Zoals bij mij de laatste tijd.


Nu mijn goede vriendin haar vader recentelijk verloor, en ik daar best nauw bij betrokken was, komen herinneringen aan mijn moeder’s afscheid terug. Ik had nauwelijks afscheid kunnen nemen. Toen we op Valentijnsdag in de besneeuwde nacht in het splinternieuwe ziekenhuis in Hoofddorp aan geracet kwamen was ze na reanimatie overleden. Ze hielden haar hart kloppend vanwege haar donorcodicil. Een belangrijk deel van mijn leven, van mijn zijn, viel ineens weg. Ik heb die nacht nog wel tegen haar gesproken, haar warme hand vastgehouden, de volgende ochtend haar gezichtscrème op mogen doen en haar haren gekamd.  Daarna werd ze naar een kil uitvaartcentrum gebracht. Ze zou die week naar Friesland verhuizen dus haar huis vol dozen en losgetrokken vloerbedekking was niet geschikt voor haar opbaren. We hebben met haar geen persoonlijke wensen voor haar plotselinge afscheid kunnen bespreken. Er was ook niks door haar op papier gezet, althans we hebben niets tussen de verhuisdozen kunnen vinden. Dit moment kwam gewoon veel te vroeg. Een keuze of ze begraven of gecremeerd wilde worden. Wel of geen volgauto’s. Een open of gesloten kist bij de condoleance. Muziekwensen? Gastenlijst? Veel beslissingen werden verdrietig genoeg anders genomen dan ik dacht zoals mijn moeder het had gewild. Ik herinner me dat mijn zus en ik rouwpostzegels gingen kopen en toen we terugkwamen had iemand anders ongevraagd alvast adressen op de rouwenveloppen geschreven. Niet mijn handschrift stond op de enveloppen maar van heel iemand anders. Heel pijnlijk. Wat een verschil met de afscheidsceremonie van mijn vriendin’s vader. Ik troost me met het idee dat mijn moeder veel te jong was en er zelf nog niet eens over nagedacht had. De nare scheiding van mijn ouders en haar tweede huwelijk, die haar heel gelukkig had gemaakt, maakte samen beslissen soms heel ingewikkeld. Zo werd de beslissing wat er met haar as moest gebeuren ook heel onhandig pas veel later genomen. We hebben haar as tenslotte een jaar later uitgestrooid bij ons familiegraf. Dit familiegraf is jaren geleden geruimd. Ik heb hartverwarmende herinneringen aan de knusse overvolle vooroorlogse koepel met glas in lood waar haar afscheid plaatsvond. De wandeling in een stoet naar boven, en dat ik omkeek naar al die mensen die achter ons liepen om haar een laatste groet te brengen. De rozen van mijn moeder’s rozenstruik die langs ons huis groeit - die elk jaar heel wonderlijk in een hartvorm bloeien! - geven mij telkens ook een heel warm gevoel. Het verdriet om haar niet ideale afscheidsceremonie slijt. Herinneringen aan haar afscheidsbijeenkomst verdampen. Met mijn zus, en met mijn goede vriendin, haalde ik onlangs herinneringen op aan het afscheid van mijn moeder. Stukjes bleek ik helemaal kwijt te zijn… Ik merkte dat de liefdevolle uitvaart van mijn vriendin’s vader mij vertroosting bracht. Ik kan met meer zachtheid naar mijn moeder’s proces kijken. Ik ben iemand anders geworden na het verlies van mijn moeder. Ik zat toen middenin in mijn kraamweken. Volop in het kraambezoek. Geboorte en dood zo dicht op elkaar. Ik was bijna twintig jaar jonger. Bizarre periode. Ik heb weer een stapje gemaakt in mijn rouwproces. Rouwen kost tijd. Ik heb inmiddels meer diepe dalen leren kennen, maar ook ontdekt hoe ik er weer uit opkrabbel. Ik heb meer mildheid in mezelf gevonden. 

dinsdag 23 januari 2024

Enjoying a walk in the snow with my friend
WAKKER WORDEN IN EEN WITTE WERELD
‘The important thing is to be able to sit and gaze upon the sun as it sets. When evening falls, take a moment to look up at the sky. Feel gratitude for having made it through another day. The moment will warm your spirit.’ 
- Shunmyō Masuno


Ik schrijf dit stukje op een dag met wederom versgevallen sneeuw. Onze achtertuin, waar ik op uitkijk, is weer helemaal bedolven. Fantastisch. Toen ik begin van de week vroeg in de ochtend in een witte wereld naar mijn yogaschool wandelde bewoog alles vertraagd: auto’s, fietsers, voetgangers. Vlokken bedekten mijn hele jas, mijn haar, mijn handschoenen. De wereld onder een witte deken gelegd. Ik besef hoe bijzonder het is om op een doordeweekse dag dat de meeste volwassenen naar hun werk gaan, ik kan besluiten om wandelend naar mijn yogales te gaan. De tijd te nemen voor dit winterwonder. Tijdens de yogales bleef het sneeuwen. Terug besloot ik een omweg te maken door het park. Alles maagdelijk wit. Een waterig zonnetje spiegelde in een half bevroren half ontdooide sloot. Hoe anders alles dan ineens lijkt. De tijd leek te vertragen, de stilte leek bijna tastbaar. Sneeuw doet iets met me. Ik voel het in mijn hart. Sneeuw is geen vanzelfsprekendheid meer in Nederland. Een momentje van bezinning. Eenmaal thuis liet ik de drie katten in de besneeuwde achtertuin. De vlokken dwarrelden naar beneden, zo groot als wattenbolletjes. Ze wilden ze vangen. Ze renden als gekken over het grasveld. Ik moest er om lachen. Zo speels als ze ineens bleken te zijn. Zelfs onze oude poes van veertien jaar oud liep voorzichtig buiten en snuffelde wat aan de versgevallen sneeuw. De volgende dag weer wandelend door de sneeuw naar mijn yogales. Nu knerpte de sneeuw bij elke voetstap. Het had gevroren de nacht ervoor. Het is goed om af en toe zo’n dag met sneeuw te hebben. Zodat je weer voelt dat de wereld een onbegrijpelijk wonder is. Die middag reed ik eind van de dag terug van een vriendin waarbij ik een heel stuk snelweg moest nemen. Besneeuwde weilanden afgebakend met een zwart slootje of een rij wilgen. In de verte soms het silhouet van een kerktorentje. Boerderijtjes met besneeuwde daken. Wat is het Nederlandse winterlandschap toch mooi. Ik pakte heel wat files mee op weg naar het zuiden maar de zonsondergang van deze dag had ik niet willen missen. Een grote gouden bal aan de hemel. Prachtige wolken er omheen. De koperen zon kleurde de wolken oranje. Wat een cadeau. De winter is gemaakt voor stilte, innerlijke rust en ontspanning. Dankbaar dat ik van deze mooie winterse energie mocht profiteren. De volgende dag had ik een winterwandeling met een vriendin in het Mastbos gepland. Wij wandelen regelmatig samen. In alle seizoenen. We laten ons nooit weerhouden door wolkbreuken, koude of sneeuw. Wij kleden ons erop. Deze middag beiden in snowboots met dikke sokken. Ik had zelfs mijn warme skibroek aan. Muts op en handschoenen aan. In het bos was het feeëriek. De zandgrond was wit. Op boomtakken lag zeker een centimeter bevroren sneeuw. Spierwit gekleurde, smalle bospaden. Witbevroren kreken en meertjes. Door juist naar buiten te gaan, ontdek je in de winter dat januarileegte en geluk goed samengaan. Het zit ‘m in de kleine dingen: de zuivere winterlucht, de gedempte geluiden door een dik pak sneeuw. Thuis de vogels die in de tuin komen snoepen van vetbollen en vogelzaad. Het vele licht dat een pak sneeuw met zich meebrengt. Zo welkom in januari. Niet voor niets staat sneeuw in de kleurenleer voor vreugde, vrede en een licht gevoel. Alles verdwijnt onder een glinsterende witte deken. En daar kan ik op veel manieren van genieten.


Inmiddels was in de loop van de week ons doodlopende straatje spekglad geworden. Er wordt hier niet gestrooid door de gemeente. Het ziet er sprookjesachtig uit zo’n spierwit straatje met besneeuwde bomen en huizendaken. Toch is het verraderlijk. Gisteravond mocht ik drie deelnemers ophalen voor een try out van een toneelstuk met drie bekende TV actrices. De deelnemers wonen in dezelfde straat en tijdens mijn telefoontjes vooraf werd steeds gesproken over witte flats, luxe flats, een donkere flat en de voor- en achterkant van een flat. En dan heeft zo’n flat verschillende ingangen. Tenslotte liet één dame nog vallen dat niemand haar ingang ooit kon vinden. Het stond verkeerd in de GPS en daarom legde ze het nog maar een keer uit. Ik was de draad al lang kwijt, had geen enkel idee waar ze het over had. Ik vertrouwde nog steeds op mijn GPS. Over de spekgladde straatjes in die woonwijk reed ik stapvoets ondanks de winterbanden. Ik zag nergens huisnummers. Ik zag diverse flats en kantoorgebouwen. Ik was totaal de kluts kwijt. Vroeg het aan iemand op straat en belde uiteindelijk één van de dames op. Zij loodste mij een stuk verder dan de plek waar ik omgekeerd was en daar rees een witte flat op in de bocht. Twee dames bij één ingang glibberend in laten stappen, de derde dame verderop, en toen gauw naar het theater. Daar hadden ze helaas alleen vlak voor de ingang sneeuw geruimd. Ik parkeerde mijn auto zo dicht mogelijk bij de ingang. Het was glibberen en glijden geblazen. Elke dame aan de arm naar binnen geloodst. Ik was als de dood dat ze zouden vallen. Weer naar buiten om mijn auto fatsoenlijk te parkeren. Ik bleek eenmaal binnen de eerste vrijwilliger van de stichting dus moest alle kaarten op mijn telefoon laten scannen. Gehoorondersteuning regelen. Een nieuwe vrijwilliger welkom heten en beetje wegwijs maken. Eenmaal op weg naar de zaal had ik nog geen slok van mijn thee kunnen nemen. Toen iedereen in de zaal zat ben ik nog snel naar het toilet geslopen. Hoe anders was de dynamiek van deze avond dan de eerdere twee. De actrices kwamen na de voorstelling aan onze tafel zitten om te vragen hoe we het vonden. Het was tenslotte een try out. Ik was erg laat thuis. Een cadeau was het dan ook toen ik de volgende ochtend verrast werd door een nieuwe, verse laag sneeuw. Weer wandelend naar mijn yogaschool. Een ijzige zon begon uitbundig te schijnen dus met mijn lief een winterwandeling gemaakt door een wit bos met knalblauwe luchten. Mijn zoveelste geluksexpeditie deze week.

dinsdag 16 januari 2024

Summer does sing in me - Borneo summer 2023
MAKING MUSIC
‘If summer doesn’t sing in you, then nothing sings in you, and if nothing sings in you, then you can’t make music.’
Edna St. Vincent Millay


Vandaag is het op de dag af exact een jaar geleden dat ik mijn allerlaatste medische behandeling kreeg. Een dag waar ik heel lang naar uitkeek. Door wat feestdagen en een dag onderhoud aan het apparaat was de laatste dag opgeschoven en viel het heel ongelukkig op een maandag. Erg zwaar. Een weekend ertussen waarvan ik, doodziek, wist dat ik nóg een dag naar het Erasmus moest. Nog één dag meer straling op mijn verbrandde huid. Ik spuugde tijdens dat laatste ellendige autoritje in de auto. Zo ziek. Een dag later moest ik zelfs zo hard spugen dat ik de sondevoeding slang eruit had gespuugd. Wéér terug naar het ziekenhuis. Als je zoals ik fentanyl als sterke pijnstilling krijgt moet je elke dag een zakje vezels innemen om zo je darmen actief te houden. Zij mogen niet stil komen te liggen. Ik kreeg zo’n glas met opgelost poeder nauwelijks naar binnen. Die citroengeur alleen al. Ik hield het meestal ook niet binnen. Rond de laatste dag van mijn behandeling lagen mijn darmen stil. Ik kreeg in het ziekenhuis een klysma. Daarna zat ik in mijn rolstoel op de zorgpost met een incontinentieluier te wachten totdat mijn darmen aan het werk gingen. Krampen. Kotsen. Diarree. Zo beroerd op het toilet. Heel lieve verpleegkundigen. Zij hadden zo’n medelijden met me. Uiteindelijk weer naar huis. Zes dagen voor de laatste behandeling had ik mijn vijfde chemokuur afgezegd. Ik kon niet meer. Ik was inmiddels twaalf kilo verloren en was zo moe van het vechten tegen het spugen. Psychisch gebeurt er dan ook iets met je. Ik werd zwakker. Ik zag het einde van de tunnel minder duidelijk. Ik kon niet meer bij mijn kracht komen. Ik had mijn stem al verloren. Mijn lief moest bellen dat ik niet naar het ziekenhuis zou komen voor de kuur. Zij protesteerden. Ik móest komen en me melden. Er werd nog een keer terug gebeld met de boodschap dat ik ‘gewoon’ moest komen. Zulke moeilijke gesprekken voor mijn lief. Hij zag mij ook het liefst gaan, maar hij moest míj́n mening verdedigen ookal had hij zelf veel twijfels. Ik ben die keer niet gegaan, en de andere twee keer ook niet meer. Pas tijdens nagesprekken met de arts, de diëtiste, de logopediste en de lieve oncologisch verpleegkundige kreeg ik van hen bijval. Ik had mijn energie nog nodig om te herstellen, zeiden ze. Die therapie is ooit in de jaren ’50 opgezet en er is nooit meer naar gekeken of alle zeven behandelingen echt nodig zijn, hoorde ik. Of, de eerste therapieën doen het meeste werk. De arts zou mijn case bespreken met zijn team. Hij vond het belangrijk ook te kijken naar de mens en niet alleen naar de ziekte. Een meer integrale benadering dus. Ik was zo blij met hun reacties. Nu de behandelingen gestopt waren werd ik eerst nog zieker en daarna mocht ik in februari steeds vaker de sondepomp uitzetten. Bijvoorbeeld voor een uurtje yoga in de achterkamer. Ik kon de fentanyl geleidelijk gaan afbouwen. Mijn smaak begon terug te komen, als eerste de smaak van zoet fruit(sap). Mijn stem begon voorzichtig terug te komen. Logopedie. Ik kwam weer in gewicht aan. Ik heb inmiddels tien kilo van de twaalf verloren kilo’s terug. Ik heb gelukkig geen nierschade opgelopen. Ik heb wel nog steeds wekelijks oedeemtherapie voor mijn hals. Komende 3 maart is de grote dag dat het precies een jaar geleden is dat ik ‘genezen’ werd verklaard door mijn internist oncoloog. Ik leef door. De zomer zingt in mij. Ik maak muziek.


Het was min zes graden toen ik halverwege de ochtend in de elektrische auto naar de andere kant van Breda reed. Ik mocht twee dames ophalen en meenemen naar de verrassingsfilm in een plaatsje naast Breda. Ik was ruim op tijd bij het theater en er stonden al twee tafels gereserveerd voor onze stichting. Koffie en thee. De film ‘Rocco & Juul’ was gevoelig, herkenbaar en goede acteurs speelden de hoofdrollen. Prachtig verhaal over herkenbare emoties van een moeder op latere leeftijd die een nieuwe liefde vindt en de overtuiging van haar dochters. Na de film stond de bestelde lunch al klaar op tafel. Ik zat aan een tafel met drie andere deelnemers. Niet de deelnemers die in mijn auto zaten. Mooie gesprekken vonden er plaats. Startend met hun eigen ervaringen met het onderwerp van de film. Na de lunch liepen mijn twee deelnemers zelf mee naar de geparkeerde auto. Ze zijn nog goed ter been. In de auto weer gezellig gekletst en je voelde de goede sfeer. Hun gemoed. Ze waren blij weer een dagje uit te zijn geweest. Nieuwe mensen hadden ontmoet, of juist weer dezelfde mensen hadden ontmoet. Het grootste voordeel vonden ze het van huis opgehaald en thuisgebracht worden. Dat maakt het heel drempelverlagend om de deur uit te gaan. Ze waren allemaal gewend om in het verleden met hun echtgenoot uit te gaan naar theater of museum. De deelneemsters vind ik dapper dat ze in deze vorm uit blijven gaan. Je kunt tijdens zo’n uitje niet in je schulp blijven zitten. Je zult gesprekken moeten aangaan met andere mensen en dat begint al in de auto. Extraverte, ruimdenkende vrouwen. Moedig, intelligent en ondernemend. Op zoek naar verbinding en wat vertier. De zomer zingt in ze. Zij maken muziek.

dinsdag 9 januari 2024

Happy see again at Schiphol
ALS GEVOUWEN PAPIEREN BOOTJES
“It was a strange time in their lives: the children like paper boats they were releasing into the water and watching float away.”
 
- Fatima Farheen Mirza


Hier staan we, als dochters in een lange lijn van grootmoeders en moeders. Moeder en dochter samen in de keuken. Aan het aanrecht. Zij met haar handen in het bruine speculaasdeeg. Ik met de speculaasplank vol bloem ernaast. De oven staat voor te verwarmen. Oudste - geëmigreerde - dochter en ik. Haar moeder. We zijn al zoveel dagen als gezin samen. Vanaf het moment dat oudste dochter landde in Amsterdam. De eerste ochtend samen was heerlijk met onze drie meisjes om ons heen naast de Kerstboom. Met z’n vijfjes samen eten. De tweede dag net zo. Intimiteit. Gezelligheid. Vanzelfsprekendheid. We maakten een wandeling op de Belgische grens. Grote, diepe modderplassen. Over de heide. Een voorzichtig winterzonnetje. Warme chocomel als afsluiter. Dochter uit Singapore had behoefte aan wandelingen in een oud loofbos. Wintergevoel. Daar waar zij woont hebben ze alleen tropische bossen, palmbomen. We maakten nog een boswandeling in Wageningen. Over heuvels. Deze keer rubberlaarzen aan. Minder natte voeten. Een andere winterse wandeling langs de volgestroomde uiterwaarden, ook op rubberlaarzen. Warme chocomel’s. Mijn lief en ik maakten zelfs onze strandwandeling, met alleen oudste, ook op rubberlaarzen. Pal langs de waterlijn. Tussen de buien door. Prachtig licht. Weer warme chocomel als afsluiter. De natuur is een uitstekend toneel voor een goed gesprek. We hebben de afgelopen twee weken veel tijd in de winterse natuur doorgebracht. Met het complete gezin. Nu sta ik met haar in de keuken speculaaspoppen te bakken. Saampjes. Vertrouwde gesprekken aan het aanrecht. Ik vertel haar dat ik het oudhollandse recept in mijn handen van een workshop uit Friesland heb. November 1999 staat erop geschreven… Het was destijds mijn afscheidscadeau aan mijn moeder. Een hele middag ambachtelijk speculaas en borstplaat maken voordat ik een paar weken later naar Amerika zou emigreren. De geschiedenis herhaalt zich. Behalve dat ik nu degene ben die achterblijft… Destijds was ik zelf degene die het avontuur op zocht. Het reizen. Zonder heimwee. Nu is dat het verhaal van onze dochter. Ik ben de achterblijver. Ik voel het gemis. Ik miste haar al voordat ze vertrokken was. Ineens was de laatste ochtend aangebroken dat ze bij Albert Heijn de laatste boodschapjes zou gaan doen. We reden er samen heen. Grijs nat weer. Ons verbazend over haar verblijf dat in een flits voorbij was gegaan. Ik miste haar terwijl ze nog naast me in de auto zat. Mijn lief en ik hebben afgesproken dat we met haar verjaardag in juni saampjes die kant op vliegen. Dat betekent vijf maanden zonder haar. Ik wéét dat ik dat kan. Dat heb ik nu ook gedaan. Vijf maanden contact via briefpapier, Whatsapp en videobellen. De eerste handgeschreven brief zat al in haar tas mee in het vliegtuig. 


Op de negentiende verjaardag, waar haar oudste zus speciaal langer voor gebleven was, gaan we de meegebrachte gezichtsmaskers uit Singapore gebruiken. Na de jarige job wakker gezongen te hebben en ze haar cadeautjes uitgepakt heeft op het grote bed, zingen we eerst in de versierde huiskamer een verjaardagslied waarbij we altijd luid zingend een polonaise doen. Zoveel tradities bij het vieren van onze verjaardagen. Ze lijken steeds meer waard te worden nu we verder uit elkaar wonen. Elkaar minder zien. Na het ontbijt pakken we onze Aziatische gezichtsmaskertjes uit de verpakking. Ik kies voor bird nest. Daar zit veel collageen in dat goed is tegen veroudering. Een verjongingskuurtje. Ook verbetert het je immuunsysteem. In China eten veel mensen deze vogelnestjes. In Europa is het inmiddels een heel kostbaar goedje. Niet om te eten maar verwerkt in luxe crèmes. Op Borneo zagen we veel hoge gebouwen waar vogelgekwetter uit de kieren klonk. Die vogels, die daar gehouden worden, brengen veel geld op. Wat namelijk zo uniek is, is dat ze - in plaats van nesten te bouwen van twijgen - ingewikkeld geweven draden vormen uit hun kleverige speeksel. Deze draden worden vervolgens hard. De nesten worden geoogst voor verkoop aan de cosmetica industrie, en aan China dus. Onze gezichtsmaskers moeten we twintig minuten laten intrekken. We besluiten in onze pyjamaatjes met witte gezichten een aflevering van de Meilandjes te kijken. Ondertussen masseren we de lekker geurende crème in onze gezichtshuid. Een fijne, relaxte ‘moeder-driedochters’ activiteit. Die verjaardagsavond gaan we lekker uit eten om de volgende ochtend vroeg op te staan. Op naar Schiphol. Een dynamische plek waar mensen vertrekken en arriveren. Iedereen is onderweg. Waar gaan ze heen? Ons vallen natuurlijk vooral de groepjes en gezinnen op die afscheid nemen van een jonge reiziger, vaak met volle backpack. Zo ook onze eigen dochter. Een propvolle backpack die tot z’n nok gevuld is met Hollandse etenswaren die ze gemist had de laatste vijf maanden. Op de valreep zelfs nog zes kaneelstokken bij de HEMA op Schiphol gescoord. Na een warme chocomel bij La Place moeten we toch echt afscheid nemen. Knuffels en er komt altijd een weerzien. Daar sta ik weer met haar winterjas over mijn arm en tranen in mijn ogen. Ze belooft volgende Kerstdagen weer met ons door te brengen. Het was zó fijn, warm en liefdevol geweest. Zondagavond vertrok jongste weer terug naar Maastricht. Maandagochtend heel vroeg vertrok middelste dochter naar Rotterdam. Als papieren gevouwen bootjes drijven ze weg. Ons grote huis is leeg. Mijn hart is vol. Vol liefde. Vol dankbaarheid dat ze alledrie zó graag thuis komen.  

dinsdag 2 januari 2024

Extreme high tide at the ferry!
OH, WAT EEN JAARAFSLUITING!
I feel it in my fingers, I feel it in my toes
The love that’s all around me

And so the feeling grows

It’s written on the wind

It’s everywhere I go

Reg Presley


We zitten feestelijk gekleed aan een net te kleine, gedekte tafel aan het voorgerecht. De amuse met heerlijke garnaaltjes hebben we al achter de rug. Er is live muziek. We zitten echter net om de hoek zodat we niks zien van het optreden. De twee koppels naast ons tafeltje zitten net te dichtbij.  Eén van de heren hoor ik zeggen dat hij hun gesprek niet goed kan volgen door het omgevingsgeluid. De andere heer deelt aan het personeel mede dat ze specifiek gevraagd hadden om een rustige tafel. Hij wil een andere tafel. ‘Alles is op naam gereserveerd, meneer. Dat gaat helaas niet.’ Ik zie ze balen. Vier gladgestreken gezichten aan het tafeltje. Stiekem baal ik ook wel een beetje. We kunnen als gezin nog wel eens uitbundig lachen of enthousiast onze stem verheffen bij bijvoorbeeld een leuke anekdote. We wilden eigenlijk een spelletje aan tafel doen dat we snel vijf antwoorden moeten geven op een vraag. We twijfelen of we dat nu wel kunnen doen. We beloven elkaar dat we zacht blijven praten. Dan gaat het geluid van mijn telefoon ineens af. We zijn allemaal verbaasd. Ten eerste omdat ik bijna nooit m’n telefoon meeneem, deze avond is een uitzondering. Ik gebruik hem namelijk als fototoestel. Onbekend nummer, het kengetal is van de locatie waar we nu zijn. Ik neem op en het blijkt het hotel te zijn waar we aan de dis zitten. Waar we nu zijn? Ze zijn ons kwijt. Ik vertel dat we om het hoekje van de keuken zitten, vlakbij de uitgang. Onder een koude luchtstroom uit het plafond. Zonder zicht op het optreden. Ze zegt dat er een tafel dubbel gereserveerd is voor ons. De andere tafel in de serre. Ik vraag of die tafel een betere plek is voor ons. Ze komt naar ons toe zegt ze door de telefoon. Op afstand zegt ze dat nu alles oké is en loopt weer weg. We kijken elkaar onthutst aan. Ik loop ogenblikkelijk naar de receptie. Wat is hier aan de hand? De andere tafel blijkt de beste tafel van de serre te zijn zegt de dame. ‘Mag ik hem dan zien?’ vraag ik. Een mooie ronde tafel gedekt voor vijf personen aan de grote ramen die over de volgelopen uiterwaarden uitkijken. Door het raam is vuurwerk aan de overkant van de rivier te zien. Geen knietjes tegen elkaar aan. Geen buren die meeluisteren. Uitkijk op de live band. Geen koude lucht uit het plafond. ‘Mogen wij hierheen verhuizen?’ vraag ik beleefd. Ze gaat het vragen en zegt dat het akkoord is. We pakken onze volle bordjes en glazen op en verplaatsen ons. Middelste dochter vertelt later dat de buurman heel verbolgen keek toen bleek dat wij wél konden verplaatsen. Kortstondig zijn we nog verbaasd waarom we moesten vrágen om tafels te ruilen. Blij dat we dat gedaan hadden vergeten we het voorval snel. We genieten we van alle gangen van het menu, onze spelletjes aan tafel en zingen luid mee met de zangeres. Het dessertbuffet overtreft al onze verwachtingen. Smullen. Uiteindelijk verplaatsen we ons naar de danszaal waar een goede DJ al begonnen is, mensen op de dansvloer. Tot de laatste minuutjes van het jaar dansen we uitbundig en zingen alle lyrics mee van de ‘70 en ‘80 liedjes. Zoveel plezier. Mijn lief zegt in mijn oor dat het moeilijk te geloven is dat ik ditzelfde jaar nog zo ziek was. Het enige wat eraan herinnert is dat ik na elk liedje meezingen water moet drinken. Droge mond. Vlak voor twaalf uur worden gevulde champagneglazen uitgedeeld, schalen oliebollen komen tevoorschijn, de deuren naar het terras worden geopend en er wordt hardop afgeteld totdat we elkaar veel geluk wensen. Het vuurwerk aan de andere kant van de rivier barst los. Mensen kijken ernaar vanaf het buitenterras. Binnen speelt de DJ verder. Ik dans vol energie nog een uurtje door. 


Voor het eerst van haar leven reden we, na vierentwintig jaar, langs het huis waar oudste dochter geboren is. Althans, in het ziekenhuis in Wageningen. De meiden zagen voor het eerst ons eerste koophuis. Het huis waar we vanuit Amsterdam naar verhuisden, ons eerste kindje kregen en van waaruit we naar Amerika emigreerden. Oudste destijds een klein meisje van anderhalf jaar. We reden door het beeldige stadje aan de Nederrijn. Ze hadden geen idee hoe klein en gemoedelijk dit stadje was. We reden langs de volgelopen uiterwaarden van de Nederrijn. Historisch moment zulke extreme hoogwaters op de rivieren. De parkeerplaats van het veertje naar de overkant was compleet ondergelopen. Grote schepen lagen nu pal naast het restaurant. Uniek deze buitensporig gestegen waterstanden. We dronken warme chocomel en aten een stuk appeltaart in het restaurant. Aan de andere kant van het raam het buiten de oevers getreden hard stromende rivierwater. Ondergaande zon. Ondertussen deelde ik herinneringen. Aan de pannenkoekenboot die hier terplekke op de rivier lag waar we een afscheidsetentje hadden met dochter’s eenjarige vriendje en zijn ouders, onze vrienden. Dat we een jaarabonnement hadden op Ouwehands Dierenpark waar ik met dochterlief bijna wekelijks heen fietste om de beren te bezoeken. Fietstochtjes met haar voorop naar Wageningen om een Italiaans ijsje te halen of naar de weekmarkt. Hoe ik kennismaakte met ons nieuwe stadje, na een sneeuwbui, en meteen zo verliefd raakte dat ik tegen een paaltje aanreed. Eenmaal ingecheckt in het hotel nemen we onze rubberlaarzen mee en gaan wandelen. Een route in het bos waar mijn lief jarenlang hardliep. We gaan een middag naar Arnhem. Een middag in de sauna van het hotel. Op de eerste ochtend van 2024 maken we een wandeling langs het hoge rivierwater wederom op rubberlaarzen. We zijn onder de indruk van het hoog tij, ons land gelegen onder Amsterdams peil. De straat die ondergelopen is, afgesloten wegen, ondergelopen wandelpaden. Een verdronken molletje zelfs. Imponerend. Historisch.