zaterdag 25 april 2020

Geliefde bramenstruiken

That one plant should be sown and another be produced cannot happen; whatever seed is sown, a plant of that kind even comes forth.     
- Guru Nanak

Nog steeds sta ik elke dag met pijn op. Sinds december heb ik een wond op de zijkant van mijn tong die niet meer geneest. De tandarts liet mij begin van dit jaar happen voor een plastic bitje dat ik sindsdien elke nacht in mijn mond doe. Helaas mag het niet baten voor mijn pijnlijke wondje. Ik zuig elke nacht op de linkerkant van mijn tong. Ik bijt ook op mijn linkerwang. Ik knarsetand. Met dit bitje is dat zeker minder geworden. Het bitje is alleen niet voldoende. Ik maak mij zorgen over die ene wond die maar niet heelt. Na mijn bezoek aan de kaakchirurg in het ziekenhuis heeft de tandarts zes weken geleden mijn onderste kiezen glad gevijld. Ook dat heeft niks geholpen, want mijn tong is elke ochtend nog steeds zeer pijnlijk. Een open brandend wondje. Deze week mocht ik terug naar de kaakchirurg in het ziekenhuis. Ondanks corona. We gaan voorzichtig op afstand van anderen door een grote draaideur. Eenmaal binnen in het Amphia ziekenhuis maak ik mijn handen schoon met alcohol. In de wachtkamer zijn steeds twee stoelen met rood/wit tape afgeplakt en dan weer een vrije stoel. Mijn lief en ik voelen ons veilig hier. Ik ga wel alleen bij de kaakchirurg het kleine kamertje binnen zodra ik word geroepen. Ze draagt geen mondkapje valt me meteen op, wel handschoentjes. Zij is gelukkig niet verontrust door de wond op mijn tong. Helaas kan ze ook de oorzaak niet vinden. Het slijmvlies lijkt ontstoken en kan niet meer uit zichzelf genezen. Ze wil het wondje opereren. Ze wil het wegsnijden en dan hechten. Dan zou het wél moeten kunnen genezen. Ik zie daar als een berg tegenop, want het doet nu al zo’n zeer. Ze wil eerst nog één ding proberen. Een mondspoeling met een hormoon erin waarmee ik drie keer per dag moet spoelen. Een soort cortisolcrème voor exceem op je huid zeg maar. De reden dat het nu niet meer spontaan geneest, en vroeger wel, blijkt door de overgang te komen. Minder aanmaak van mondslijm. Over vier weken heb ik een nieuwe afspraak bij haar staan. Mits het dan niet is genezen gaat de kaakchirurg meteen opereren. Mijn lief en ik fietsen vanuit het ziekenhuis rechtstreeks naar de apotheek. Ik sluit buiten aan in de rij. Ik mag kennelijk niet meer naar binnen. Bij de voordeur hebben ze een dienstloketje gemaakt. Ik moet mijn recept achter het glas laten zien. Ze bevestigt het digitaal te hebben ontvangen van het ziekenhuis, maar ze moet de ingrediënten bestellen. Ik mag het recept in een laatje leggen en zij pakt het met nieuwe plastic handschoenen eruit. De volgende dag haal ik de fles op dezelfde manier op.

Zo nu en dan heb ik fijn contact met de mensen van de groenvoorziening in onze stad. Bijvoorbeeld toen ik zorgen had over de eeuwenoude beukenboom voor ons huis toen de grote eikenboom er vlak naast ziek werd en zelfs dood ging. Er kwam toen een bomendokter langs om onze boom te inspecteren. Onze oude boom staat nu op een lijst van drieënnegentig andere bomen in Breda die extra aandacht krijgen. Of contact gezocht vanwege het fietspad aan het eind van ons doodlopende straatje dat verschrikkelijk aan het vervuilen was met zwerfvuil van hondenuitlaters, fietsers en wandelaars. Er kwam toen heel spoedig een veegwagentje het fietspad mooi opschonen. Ook heb ik eens om de plaatsing van een bladkorf gevraagd in de straat. Die kwam er, maar jammergenoeg niet vlak voor onze deur. Ik heb toen kruiwagens vol beukenblad maar in de groene afvalemmer gestampt en meerdere weken achter elkaar af laten voeren. Deze week kwam een buurvrouw verderop mij op een warme avond vertellen dat ze contact had opgenomen met de groenvoorziening vanwege het vuil dat zwerft tussen de bomen tegenover onze huizen. Een strookje ecogroen. Veel poepzakjes van hondenuitlaters die daar asociaal tussen het groen gedumpt worden. Of blikjes, plastic flesjes en kerstbomen van onbekenden. Vanaf volgend jaar komt er vijftien cent statiegeld op plastic flesjes. Dat zal het plastic afval wat verminderen. Mogelijk komt er daarna ook statiegeld op blikjes. Buurvrouw en haar man hadden onlangs het stukje bos heel keurig opgeruimd. De gemeente komt de verzamelde troep binnenkort ophalen. De gemeenteambtenaar had haar kuisverhaal aangehoord en omdat hij de tijd nam én een dossier geopend had noemde ze in één adem ook meteen de bramenstruiken tegenover óns huis. Ze vond dat maar een rommel. De meneer opperde nog dat bramenstruiken goed zijn voor de bijenpopulatie, maar ze zei letterlijk tegen mij dat haar dat niks kon schelen. Daar verschillen wij van mening. Ons gezin strooit elk voorjaar zakjes vol zaden van veldbloemen uit om bijen en vlinders te trekken. Wij zijn juist heel content met de hoge bramenstruiken om twee redenen. Allereerst voor de bijtjes die zo belangrijk zijn voor de plantendiversiteit en bestuiving op onze planeet. En ten tweede omdat de klimmende struiken voor ons de autoweg verderop verhullen. Zo kijken wij alleen op groen uit vanuit ons huiskamerraam. Zo fijn! De ambtenaar had mijn buurvrouw beloofd er na de zomer op terug te komen. Om onduidelijkheid te voorkomen heb ik onlangs een brief, om aan het dossier toe te voegen, verstuurd met ónze blik op de bramenstruiken. Ik moet er niet aan denken dat straks in oktober ineens alle bramenstruiken verwijderd worden en wij tegen een leeg, opgeruimd veldje mogen aankijken…

zaterdag 18 april 2020

Sociale warmte

Worry is like a rocking chair. It gives you something to do but never gets you anywhere.
- Erma Bombeck

Je weinig emotioneel verbonden voelen met de mensen om je heen. Dat kan ik de laatste tijd wel voelen nu ik al zo lang zonder lijfelijk contact met mijn vriendinnen moet doen. Tuurlijk zijn we in gedachten bij elkaar. We sturen zo nu en dan een ‘appje, een mail of een échte brief. Maar ja, wat schrijf je dan? Iedereen zit in hetzelfde schuitje. Ik ben in mijn coconnetje gekropen. Het alternatieve contact voelt beduidend minder. Ik heb nu, zoals iedereen, minder contact met andere mensen dan ik zou willen. Eigenlijk mis ik de nabijheid van mijn vriendinnen, kennisjes, mijn yogamaatjes en al die anderen. Is dat nu eenzaamheid? Je verbonden voelen met anderen is heel belangrijk voor de aanmaak van bepaalde hormonen. Eén daarvan is oxytocine, beter bekend als het gelukshormoon waardoor je je behaaglijk voelt. Zolang ik lekker bezig ben met mijn werk of in de tuin gaat het prima met me. De weekends zijn ook gezellig met alle dochters en manlief om me heen. Ik zou zelfs heel even kunnen vergeten dat er coronamaatregelen zijn. Juist tijdens de verveling slaat het gevoel toe. Dan mis ik gezelschap. Soms lijkt het alsof we geluk en succes zelf in de hand hebben. En soms voelt het ineens alsof we helemaal niks te vertellen hebben over ons leven. Zoals nu met het coronavirus. Het komt erop neer dat ik uiteindelijk maar wat rondstommel. I go with the flow. Contact met anderen is goed voor je geest. Zélfs in een tijd waarin we massaal binnen zitten. Maar meer dan ons overgeven aan het hier en nu kunnen we toch niet doen. Oude regels gelden niet meer. En we weten minder dan ooit wat de toekomst gaat brengen. Hopelijk zien we elkaar over een tijdje gewoon weer op feestjes, in de yogaschool, in het theater, op een burenborrel, het restaurant, thuis of waar we maar willen. Het is fijn dat we online een ‘schijn’ sociaal leven kunnen opbouwen, maar voor mij is het niet voldoende. Eenzaamheid is een van de vervelendste bijeffecten van de corona-epidemie. Vooral veel ouderen hebben er last van nu ze geen gezellige bezoekjes meer krijgen van kinderen en kleinkinderen. Ik denk ook aan de huwelijken die op springen staan, of kinderen die thuis mishandeld worden. Zij moeten zich nu zó eenzaam voelen! Hoe ga je om met het sociaal isolement? Natuurlijk de voor de hand liggende dingen als iets praktisch gaan doen: verf een muur, neem je tuin of balkon onder handen op of houd een uitgebreide lenteschoonmaak. Dat doe ik ook wel. Ik pak de voor- en achtertuin aan. Toevallig was een paar weken terug de nieuwe oprit klaar dus ben ik bezig met wat klimmers langs de oprit te planten en twee haagjes van taxus aan te planten naast de vuilcontainers. Ik verzorg de vorig jaar gekortwiekte buxushaag intensief tegen de buxusmot. Ik vul de planten aan die deze lente niet opnieuw opgekomen zijn. Ik bewater de tuin regelmatig. En vaak spreek ik dan ook even kort een buurvrouw op straat. Heerlijk even een echt face-to-face gesprek ook al is het op anderhalve meter afstand. Ook tijdschriften worden gretig tussen mij en m’n buurvrouwen gedeeld. Een andere tip is natuurlijk gewoon je telefoon oppakken voor een belletje of een ‘app-gesprek. Op de een of andere manier is die drempel voor mij nu heel hoog. Ik heb ook geen privacy meer thuis voor zulke gesprekken. En waar moet je het eigenlijk over hebben? Klagen over ieder’s corona thuissituatie? Hoe erg het is? Daar heeft toch niemand behoefte aan? Toch hebben we elkaar op ongelukkige momenten juist nodig. Een verrassende tip is om een warm bad te nemen. Psychologen van Yale hebben ontdekt dat het warme water het gemis van een geborgen gevoel of van sociale warmte kan compenseren.

Ondertussen wordt er op sommige plekken gelukkig nog zaken gedaan. Zo hadden wij net voor de pandemie aanving een pad ingeslagen om ons te informeren over een nieuwe hypotheekvorm. Met bijbehorende lage rente. Krijn, onze tussenpersoon, had offertes aangevraagd bij geldverstrekkers en deze offertes bleven van rechtswege twee weken geldig. Wij hadden een keer geluk. Door het virus kroop de rente van de banken namelijk weer omhoog, maar wij hadden onze offerte. De communicatie ging zeer traag, omdat Krijn thuis moest werken en zijn e-mail niet meer regelmatig kon beantwoorden. Ook de medewerkers op het notariskantoor begonnen met thuis werken wat bij hen nog in de kinderschoenen stond. We kregen privé telefoonnummers van de medewerkers waar ze goed op bereikbaar waren. Ze konden alleen moeilijk in hun systeem. Communicatie bleef moeizaam ook al werkten ze lang en veel. Ik werd één avond zelfs nog na negen uur in de avond gebeld om te checken of stukken goed binnen waren gekomen. De bank waar we afscheid van gingen nemen was niet flexibel en was niet meer servicegericht naar ons toe. Het was kantje boord met het halen van de oversluitdatum anders waren we nu nóg niet van die bank af. Normaliter heeft een notaris zes weken nodig om een hypotheek te laten passeren. Deze keer moest het in drie weken. Ondanks coronamaatregelen werden we uitgenodigd op het kantoor van de notaris dat na elk bezoek hygiënisch werd gereinigd. Er werden natuurlijk geen handen geschud. Nu kennen wij deze notaris al zeventien jaar, want hij heeft destijds ook de akten opgemaakt voor de aankoop van ons huis. Een heel aardige kerel. Het passeren was eigenlijk zo gebeurd. We hebben daarentegen ook tijd besteed aan ideeën voor het opmaken van een testament. Dat hij destijds ook al met ons besprak voor onze, toen nog kleine, kindjes. Nu zijn twee van deze kleine kindjes al zelfstandig wonende volwassenen. Wij zijn ondertussen vijftigers geworden. Een hele nieuwe leefsituatie. We gaan ons eens inlezen en zullen dit serieus oppakken. Wederom een nieuw project.

maandag 13 april 2020

Verbouwherrie

Het positieve overwint het negatieve, moed overwint vrees, geduld overwint woede en ergernis. Liefde overwint haat.
- Swami Sivananda Sarasvati

In de krant had ik er onlangs al over gelezen. Ergernissen. Grote ergernissen. Ergernissen die hoog op kunnen lopen onder buurtbewoners. Buurtapp’s waarin woede wordt uitgesproken, omdat door de containers vol bouwafval in de straat eventuele ambulances geen doorgang meer kunnen vinden. Verbouwherrie. En dat juist in een tijd dat iedereen toch al wat gespannen is vanwege corona. In ons straatje staan sinds kort ook drie schilderbussen geparkeerd. Prima. We kunnen er allemaal langs rijden met onze auto’s. Schilderen maakt geen herrie. Op donderdagochtend, wanneer ik altijd rustig opstart met een yogales in m’n eentje, word ik echter opgeschrikt door een verschrikkelijk kabaal. Veroorzaakt door het machinaal schuren van ons buurhuis. Het huis onder onze kap. Vier werklui staan voor en achter met machines afschuwelijk lawaai te maken om acht uur in de ochtend. Op steigers. Onaangekondigd. De tuindeur moet dus deze yogales dicht blijven. Weg serene rust. De gemoedelijke achtergrondmuziek wat harder. De iPad met de stem van mijn juf wat luider. Het is te doen, omdat yoga ook betekent dat je naar binnen keert. Je sluit je af voor je omgeving. Althans dat probeer ik. Dan komt middelste dochter naar beneden stieren. Ze heeft online colleges waarin gediscussieerd moet worden in groepjes. Met de microfoons aan. Er wordt daar gevraagd bij wie dat lawaai vandaan komt. Tja, precies naast haar slaapkamerraam dus. Haar microfoon moet uit. Ze is meteen buiten gesloten van de discussie. Ze bruist van woede. Niet veel later komt jongste dochter naar beneden. Haar handen vol boeken en daar bovenop een computer. Daar boven een chagrijnig gezicht. Ze heeft online les en komt vanwege het immense lawaai op haar slaapkamer maar beneden werken. En passant laat ze nog weten dat er een schilder bij haar slaapkamer naar binnen gluurde. Gelukkig was ze net aangekleed. Tijdens deze mooie, warme lentedagen zitten we normaliter veel in de tuin in onze pauzes. We lunchen samen in de tuin. De werklui van de buren verstoren dit ritueel. Hun radio staat hard aan. Onze buren hebben hun bouwlawaai niet vooraf aangekondigd. Ze bieden ook geen excuses aan. Ze staan er waarschijnlijk niet eens bij stil dat iedereen tegenwoordig thuis werkt en studeert. Ik begrijp dat dit droge weer perfect is om te schilderen. Ik begrijp ook dat zulke klussen ver vooraf zijn afgesproken. Waarschijnlijk voordat corona zich aankondigde. En ver vooraf de scholen en universiteiten sloten. Het zou alleen zóveel schelen voor mij als ze het even vooraf gemeld hadden. Dan hadden we maatregelen kunnen nemen. Kids mee naar het kantoor van hun papa bijvoorbeeld. We zien en horen de buren tegenwoordig meer dan ons lief is. Zij hebben twee kleuters die de hele dag luidruchtig op de trampoline springen en ruzie maken. Soms een vriendje erbij. Binnen buldert hun vader tegen ze. Als ze toch even begrip hadden getoond voor onze thuiswerksituatie! Nu snap ik die ergernissen in buurtapp’s ineens heel erg goed. Drie dagen lang een hels kabaal. Zelfs op de vroege ochtend van Tweede Paasdag. Zonder privacy in je huis én tuin. In coronatijd. Ik vind het nauwelijks te doen…

Corona grijpt om zich heen in de Brabantse verzorgingstehuizen. Heel veel overlijdens zijn te betreuren. In het verzorgingstehuis waar mijn 93-jarige cliënte woont zijn er ook zeven mensen bezweken aan corona. De trend past in het landelijke beeld. Heel zorgwekkend. Om verdere besmettingen te voorkomen mogen bewoners van die besmette groepen niet meer over de gangen lopen. Dat betekent voor mijn krasse dametje dat ze allenig op haar kamer moet eten elke dag. Geen kop koffie meer beneden in het restaurant drinken. Niet even zwaaien naar die aardige meneer verderop. Geen loopje naar Albert Heijn of gewoon een ommetje met haar rollator. Terwijl het deze weken juist zulk mooi weer is. Een wekelijks bezoekje aan de kapper dat zo belangrijk is voor haar zat er al een tijdje niet meer in. Op haar eigen gang was ook een besmetting twee weken geleden. Ik heb niet meer gehoord hoe dat afgelopen is met die bewoner. De zeven bewoners die daar aan corona overleden zijn leidde tot een verregaande maatregel: ter bescherming van alle bewoners werd besloten om volledig te isoleren. Dat betekent dat bewoners hun kamer helemaal niet meer uit mogen. Niet naar buurvrouw Lenie tegenover haar voor een kort praatje. Niet dagelijks even haar krantje en de post beneden ophalen. Ik weet niks over het aantal besmettingen, alleen het aantal overledenen wordt genoemd. Er zijn ook al een aantal mensen weer opgeknapt en klachtenvrij neem ik aan.  Omdat het verpleegtehuis gesloten is voor de buitenwereld kom ik er al vier weken niet meer. Ik stuur mijn allereerste, en ook alleroudste, cliënte daarom wekelijks een ansichtkaartje. Met bemoedigende woorden en dat ik haar, zodra dit allemaal voorbij is, gauw weer gezellig kom bezoeken en mee naar buiten zal nemen. Haar drie kinderen bellen haar dagelijks. Een telefonisch gesprek met haar is echter moeilijk en meestal eenzijdig, want ze draagt gehoorapparaatjes en is beginnend dementerend. Vasculaire dementie. Speciaal voor Pasen zijn de kinderen afgereisd naar moeders. Ze hebben voor het raam gezwaaid. Een bos bloemen en een doosje Paaseitjes bij de schuifdeur afgegeven. Terwijl het coronavirus rond waaiert in alle verpleeghuizen is er een grote zorg over voldoende beschermende middelen voor het zorgend personeel. Zorgmedewerkers die meer dan 24 uur klachten hebben die duiden op corona kunnen zich melden en worden zo nodig verwezen naar de GGD voor een test. Dit geldt ook voor mij. Ik voel me gelukkig heel gezond. Die testen worden in Breda via een drive-in, een zogenaamde coronateststraat, bij het NAC stadion gedaan. Je hoeft je auto niet uit te stappen. Hoeveel collega’s van mij het virus al bij zich dragen is heel lastig in te schatten. Sowieso heb ik één besmette collega. Ook van mezelf weet ik het niet, dat vind ik een eng idee.

dinsdag 7 april 2020

Ik doe niets

Ik doe niets en ik doe niets
Ik hang alleen maar rond
Ik kijk ’s door de ramen
En ik krab wat aan m’n kont

- De Dijk

In een grote crisis zit het geluk in kleine dingen. Kennelijk. Ik draai bijvoorbeeld bij het weg gaan nooit meer met mijn huissleutel de voordeur op slot. De kinderen zijn toch sowieso thuis. Ik vind dat zomaar een lekker gevoel. Zou het kunnen dat de coronavirus onze beleving van geluk verandert? De lentezon schijnt voor mijn gevoel al die quarantaineweken lang heerlijk in de achtertuin. Voor mijn verjaardag had ik een stapel zalige leesboeken gekregen. Echt genieten met een boek op een tuinstoel. Benen omhoog. Ook twee keer per week een knusse, doordeweekse lunch met twee van onze meiden in de achtertuin is gezellig. Soms neem ik wat mee van de bakker, soms koken we een eitje of maken we tosti’s. Mijn nieuwe autootje heb ik nauwelijks gebruikt sinds ik hem heb. Mijn cliënten mag ik niet meer mee nemen om op pad te gaan naar een doktersafspraak, winkelcentrum, schaakclub of een koffie- of lunchtentje. Dus ga ik al een maand op de fiets naar mijn werk. Dwars door de stad. Naast het geluksgevoel om weer lekker veel te fietsen heb ik ook nog het geluk twee kilo te zijn afgevallen. Oudste dochter sport tegenwoordig thuis met een app op haar telefoon. Daar hoort ook vijf kilometer hardlopen bij dus rennen we tegenwoordig in het weekend samen langs het bos. Tijd doorbrengen in de natuur maakt je hoofd leeg, helpt je om te aarden en meer in het hier en nu te zijn. Vooral nu de lente zichzelf aangekondigd heeft is de lokroep van de natuur sterk. Zonder coronavirus was dochterlief met haar vriendje twee keer per week blijven sporten in een Rotterdamse sportschool. Wat een geluksvogel ben ik dat ik hier met haar mag hardlopen. Ik haal de lente ook naar binnen. Van een cliënt kreeg ik laatst een prachtige bos veldbloemen voor mijn verjaardag. Alle stelen een andere lengte, met zorg opgemaakt door een befaamde, Bredase bloemist. Toen ik van boodschappen doen terug kwam voor de volgende dementerende cliënte vroeg ik haar verschrikt waar mijn bos bloemen gebleven was - die ik min of meer verstopt had op een stoel. Trots liet ze me haar vaas op de eettafel zien. Het zakje voeding in het bloemenwater leeg gegoten, de stelen allemaal op dezelfde lengte afgeknipt… ‘Ik hoop dat je mijn bloemschikken kunt waarderen’ zei ze zich van geen schuld bewust. Ze wist niet meer waar ze het doorzichtige folie gelaten had. In het plastic zakje van de visboer heb ik mijn gemartelde bos bloemen gerold om zo thuis nog aan de hand van een foto de bos enigszins op te kalefateren. Mijn sociale wereldje wordt heel klein. Ik ben bijna helemaal gestopt met mijn Whatsapp waar ik sowieso al niet zo vaak meer op keek. Ik leef in mijn intieme coconnetje. De twee thuiswonende dochters koken ieder een avondje per week hun eigen recept. Echt fijn vind ik dat, en zij gelukkig ook. Ze bakken ook zoetigheden in de oven. Om alle ingeplande activiteiten de komende tijd weg te halen uit mijn grote familieagenda heb ik een Tipp-ex mini pocket mouse tape voor mezelf gekocht. Voor het netjes opschonen van mijn agenda. Hoe snel ik dingen, die tot voor kort reuze belangrijk leken, nu haast achteloos weg tippex. Berustend in het lot. Twee concerten, twee 50 feestjes, een diner met vrienden, een kampeerweekend, onze langverwachte reis door Colombia. Zo ongeveer alle dingen waar je je op kunt verheugen vallen in vele stukjes op de grond. Vind ik het erg allemaal? Nee, ik geloof het niet. Wat helpt is de gedachte dat het ooit weer beter wordt. Dat we het allemaal weer kunnen inhalen. Zoveel reizen nog te maken, zoveel feestjes nog te vieren. Wanneer je even loskomt van de oneindige stroom van informatie over corona kom je vanzelf in het nostalgische, gezapige sfeertje van vroeger. Samen als gezin op zaterdagavond TV kijken. Avondwandelingetje door de buurt met eega. Relaxt in de tuin werken zonder dat het op je aktielijstje staat. En dan die stapel leesboeken…

We proberen het 8 uur journaal te kijken. Manlief en ik. Ons kleine poesje mauwt er alleen steeds doorheen. Ze is heel onrustig. Ik heb haar opgepakt om op schoot te nemen, maar dat wil ze niet. Ze blijft maar hard mauwen. Haar broertje is nog in de achtertuin. Tot de avond hebben de tuindeuren wijd open gestaan op deze warme zondag. Manlief had ons katertje geprobeerd naar binnen te jagen met water gooien. Dat werkte averechts. Jongste dochter mocht hem daarna proberen te lokken. Salvador sprong echter van het dakje zó in een spleet tussen ons tuinmuurtje en de tuinschuur van de buren. De spleet is zo’n twintig centimeter breed. En wel twee meter diep. De kat kan op geen enkele manier weer via de stenen muren naar boven klimmen. We leggen een smalle, lange plank in de spleet die schuin omhoog loopt. Het katje durft niet. Te smal waarschijnlijk. Twee van die planken naast elkaar dan maar. Manlief houdt de planken met z’n hand vast. Het is ondertussen donker geworden we hangen met z’n drietjes op een tuinstoel boven het gat. Jongste dochter heeft haar zaklamp aan. Ons katertje vertrouwt het niet. Sluipt langzaam naar achter in plaats van de planken op. Nu maakt manlief een trap. Hij timmert in rap tempo drie van die planken aan elkaar met traptreden erop. Geen reactie vanuit Salvador. Ondertussen is middelste dochter er ook bij gehaald. Met z’n vieren proberen we het bange katertje met een balletje en een veer de trap op te lokken. Hij is wantrouwig geworden. Dan komt middelste dochter met een bolletje wol aanzetten. De kat klimt langzaam achter het blauwe touwtje aan de trap op. Nog even. ‘Nog even verder, jochie.’ Ik sta met twee handen klaar om hem te grijpen. De spleet is alleen zó smal. Nog een klein stukje dan pak ik hem. Veilig in mijn armen. We nemen hem mee naar binnen. Zijn ongeruste zusje is blij en opgelucht. Ze groet hem. Salvador is alleen hongerig en stort zich ongestoord op zijn bak voer.

woensdag 1 april 2020

The same boat

We are all in the same boat.
- Dorinda Farver

Ik weet hoe je je voelt, want ik voel het zelf ook. Ons leven wordt op z’n minst nog vier weken langer op z’n kop gezet. Door een virus. Stukje bij beetje perkt het onze vrijheid in. Deze periode is één grote oefening in overgave. Ik heb onlangs een concert gemist en ik kon mijn verjaardag bijvoorbeeld ook niet vieren. Nu heb ik dat vorig jaar heel erg uitgebreid gevierd met alle vrienden en familie. Ik teer nog steeds op dat gelukzalige gevoel en foto’s van die fantastische avond. Normaliter vier ik mijn verjaardag eigenlijk alleen met mijn gezinnetje. Deze verjaardag wilden we bij wijze van ‘uitje in coronatijd’ op bezoek bij onze oudste dochter in Rotterdam. Zij woont tijdelijk in het prachtige appartement van haar vriend. Met uitzicht op de Maas. Hij is naar zijn ouders vertrokken in de Dominicaanse Republiek. Mijn plan was daar lekkere maaltijden te bestellen aan een loket van een Rotterdams restaurant. Ik zou de taarten meebrengen. Er werd alleen een paar dagen vooraf roet in het eten gegooid: we mochten niet meer op visite met meer dan drie personen… Dus kwam oudste kind naar Breda en liet ik ’s avonds heerlijke maaltijden aan huis bezorgen. De tafel chic gedekt met een tafelkleed, bloemen, kaarsen, mooi servies en glazen. Nette kleding aan. Het was oergezellig. We konden alleen de deur niet uit. Net zoals op sommige doordeweekse dagen. Ons ruime huis is dan ineens heel klein. Op donderdagochtend had ik thuis mijn online yogales. Ik doe dat normaalgesproken intiem in de achterkamer. Kinderen liggen tegenwoordig toch nog lekker lang in bed en eega is naar kantoor. Eega was deze ochtend echter ook thuis. Hij had namelijk tegelijkertijd zijn online gitaarles ingepland. Hij in de voorkamer dan maar. Dat vond ik wel wat onrustig, want ik heb zachte mindful songs op de achtergrond aan staan terwijl de stem van mijn juf door mijn iPad klinkt. Nu klonk er gitaarmuziek van achter de schuifdeuren dat eindeloos herhaald werd. Afgewisseld met zo nu en dan luidruchtige aanwijzingen of uitleg. Aansluitend aan onze lessen had jongste dochter online les waarbij ze aan de grote eettafel wilde zitten. Middelste dochter liep in en uit om haar vroege ontbijtje te maken. Zij had namelijk een paar dagen later online examen op de universiteit. De truc is om je op zo’n moment niet aan elkaar te ergeren. Ik probeer de humor en de creativiteit van de situatie in te zien. Ik voel het grotere belang dat speelt: de gezondheid van kwetsbaren. We dragen samen de ellende. Twee dochters die nu wekelijks ieder een smaakvolle avondmaaltijd bedenken en koken. Oudste dochter vierde haar zes maanden jubileum met haar vriendje door ieder iets te koken en samen online te eten. Ondanks het tijdsverschil van zes uur. We richten onze aandacht op het goede. De twee mobieltjes die we diezelfde donderdag bijvoorbeeld inleverden bij een fysiotherapeut. Hij ze gaat ze verdelen onder Bredase verzorgingstehuizen en eenzame ouderen zonder smartphone. Hij had voor dit mooie doel tweehonderd simkaartjes gedoneerd gekregen. We komen ook op adem. Als het virus straks uitgedoofd is, hoeven we niet verder te gaan met wat we al deden. We kunnen ook opnieuw beginnen. Met de liefde voorop en het ‘wij’ in onze harten. Met diepe waardering voor onze prachtige planeet waarop we dan weer in alle vrijheid mogen rondlopen.

Ouderen zijn bang om besmet te raken en thuiszorgmedewerkers zoals ik vooral om de ouderen te besmetten. Een groot deel van mijn collega’s geeft aan bang te zijn om de ouderen met wie zij werken te besmetten. Ik werk, sinds de verzorgingstehuizen gesloten zijn, nog bij drie cliënten thuis. Een beginnend dementerende weduwe zonder kinderen begrijpt niks van de RIVM richtlijnen. Ze houdt zich niet aan de 1,5 meter afstand en ze niest niet in haar elleboog. Ze wil als vanouds steeds ergens koffie drinken met me. Ik ben ook bang om het virus mee naar huis te nemen. Het dementerende echtpaar waar ik werk onthoudt niets van het virusnieuws en gaan bijna dagelijks naar de supermarkt. Dat geeft mij een onveilig gevoel. Maar de angst dat ik hén besmet overheerst. Ik ben afhankelijk van hoe mijn cliënten en hun bezoekers omgaan met de hygiënevoorschriften. Wij zijn zo sterk als de zwakste schakel. En als dan het kwetsbare echtpaar hun verjaardag viert met vijf familieleden in huis ben ik geïrriteerd. Hun zoon, een arts notabene, is in zijn wiek geschoten als ik er wat van zeg. Er is een tekort aan beschermingsmiddelen in de gezondheidszorg. Ik heb tot nu toe nog niets gekregen. Ik heb zelf handgel aangeschaft. En ik heb geen mondkapjes. Het RIVM benadrukt dat iedereen met verkoudheidsklachten zich ziek moet melden. Behalve verkouden zorgmedewerkers. Ik word geacht de RIVM richtlijnen te volgen, maar ik mag wél volgens mijn collega op kantoor een mevrouw onder haar arm ondersteunen bij het wandelen. Het blijft balanceren met die richtlijnen. Ik kan makkelijk via mijn kleding of toch mijn handen het virus meenemen naar de volgende cliënt. En dat een cliënt door mijn toedoen zou lijden of overlijden zou me erg verdrietig maken. Vanaf maandag mogen zorgmedewerkers buiten het ziekenhuis zich bij verschijnselen ook op corona laten testen. Een stapje vooruit. Het appartementje van de weduwe zonder kinderen is heel klein. Toch wil haar jongere broer steeds aanwezig zijn wanneer ik twee uurtjes bij haar kom. Ik heb mijn collega op kantoor gevraagd hem te informeren dat hij niet meer komt wanneer ik er ben. We kunnen met z’n tweetjes al nauwelijks 1,5 meter afstand houden van elkaar. Hij belde mij op toen ik bij zijn zus was dat hij tóch onderweg was, maar dat ik het niet tegen mijn collega op kantoor moest zeggen. Ik heb hem onomwonden moeten zeggen dat dat écht niet de bedoeling is. Toen heeft hij in een winkelcentrum gewacht totdat ik vertrokken was…. Het RIVM laat weten dat thuiszorgmedewerkers zich aan dezelfde regels moeten houden als iedereen: handen wassen en geen contact. Dat laatste is nauwelijks te doen met begin dementerende oudjes…