zaterdag 27 juni 2020

A good movie

There was a time when all that mattered was that you were in a good movie. 

- Winona Ryder


We kruipen moeizaam over elkaar heen. Lange lichamen proberen soepel van de achterbank naar de voorbank te klimmen. Waar laten we onze lange ledematen? We voelen de ogen van anderen in ons priemen. We hebben er veel zin in, maar hoe gaan we dit zo goed mogelijk doen? Pal naast ons staat een zilveren, antieke Mercedes cabriolet geparkeerd. Het stel kan hun ogen niet van ons afhouden. De autodeur gaat open en mijn lief probeert achterin comfortabel plaats te nemen. Het is een hachelijke situatie. We zitten met z’n viertjes in de Tesla. In de eerste drive-in bioscoop in Breda. In een grote evenementenhal. Het experiment duurt tot en met zaterdag. In de hal is wel plek voor honderd auto’s. We staan op de tweede rij geparkeerd. Recht voor het grote scherm. Die is niet te missen, want het scherm meet zestien bij zes meter. Voor de entree is een klein kraampje met wat drinken en snacks, want bediening in de hal mag niet. Door corona moeten de autoramen tijdens de film gesloten blijven. Onze meiden op de achterbank kijken tegen het achteruitspiegeltje aan. De voorstoelen staan maximaal naar beneden geklapt. Met z’n tweeën op één voorstoel is ook niet geriefelijk voor drie uur lang. We zien zelf de humor in van onze komische situatie. Een medewerker met een oranje hesje aan heeft al een paar keer lachend langs gelopen. Zijn voorstel om helemaal aan de zijkant te parkeren slaan we beleefd af. We stoeien nog wat verder. Er staan zo’n twintig auto’s wanneer de film over vijf minuten zal beginnen. Wanneer de man in het hesje weer vriendelijk voorstelt om aan de zijkant van de hal te parkeren stemmen we dankbaar toe. Mijn lief parkeert de auto zo scheef dat we ook door de zijraampjes kunnen kijken. Nu zitten we alle vier behaaglijk. Het geluid van de film komt via de autoradio. Het filmscherm geeft de frequentie aan. De previews beginnen. De zakken chips, chocola en koude blikjes komen tevoorschijn. De film Interstellar is een zowaar menselijk als persoonlijk verhaal waarbij het gaat over het vinden van een oplossing voor het voortbestaan van de mens. Een groepje mensen in een ruimteschip. Na een uur hebben we zélf het gevoel in zo’n klein ruimteschip te zitten! Er is een auto die het niet voor elkaar krijgt zijn koplampen uit te zetten. De medewerker in het hesje komt behulpzaam wat oranje hesjes over de koplampen leggen. Die natuurlijk steeds weg glijden… Na twee uur valt het geluid in onze Tesla weg. Om het weer aan te krijgen gaan de koplampen branden. Gelukkig weten we het knopje op het touchscreen te vinden om het snel weer uit te zetten. We genieten van de unieke ervaring. Over een paar dagen mogen de bioscoopzalen weer vol. Dit was een onvergetelijke, tropische donderdagavond voor ons. 


Wanneer ik mijn fiets tegen het hek heb weg gezet en het bospad op loop naast mijn lief op de fiets, zien we de eerste borden al. Eikenboomprocessierups. Met een symbool van een harig rupsje erbij. Ik ben al een paar maanden niet meer in het Mastbos geweest. Eigenlijk vanwege corona. We sporten sinds de thuisquarantaine gezamenlijk in de achtertuin. Met de meiden hebben we een vaste hardlooproute van vijf kilometer langs de weilanden. Oudste dochter is onlangs in thuisquarantaine gegaan met haar vriend nu hij eindelijk weer terug in Nederland is. Onze andere twee dochters werken dit weekend respectievelijk bij de ijssalon en de HEMA. Nu ik weer eens alleen hardloop gaat mijn lief gezellig mee op de fiets. Lekker in het oude, koele bos. Ondertussen is wel de rups aan de gang geweest om grote nesten te maken. Het Mastbos bestaat uit veel eikenbomen. Aan het begin van deze week regende en stormde het behoorlijk dus er waren de laatste dagen veel microscopisch kleine, pijlvormige brandharen in de lucht. Daar hebben wij in de achtertuin maar ook gewoon voor de deur erg veel last van. Jeuk in je hals, op je onderarmen, benen en rond je oksels. Tóch heerlijk door het bos gaan rennen. De dag ervoor hadden we op de fiets een prachtig roodbruin hert pal voor ons zien oversteken. Dat inspireerde mij om weer eens door het bos te rennen. Het was heel rustig in het bos. Vanwege angst voor de brandhaartjes?? Helaas geen hert gezien. Thuis vrijwel meteen onder de douche om de haartjes af te spoelen. Goddank geen extra last gehad van jeuk. Nu hebben we gelukkig ook een goed werkende crème van een homeopatische drogist in de koelkast liggen. Dat wetende werkt helend en rustgevend op mijn psyche.


zaterdag 20 juni 2020

Bezichtigingen

‘We zijn op zoek naar een appartement in Parijs. Als we geen geschikt huis kunnen vinden, dan koop ik het hotel waar we nu in verblijven.’  
- Zlatan Ibrahimović 

Op deze zonnige zaterdagochtend lopen we op het Rotterdamse Noordereiland naar een deur waar een makelaar en drie geïnteresseerden buiten staan te wachten. Er worden natuurlijk geen handen geschud. We mogen wel met z’n zessen tegelijk naar binnen. Op de eerste etage ligt het appartement, de reden van onze komst. Oudste dochter zoekt een appartement om te gaan samenwonen met haar vriend. Een nieuwe levensfase. Op het moment van de bezichtiging is haar vriend nog steeds in de Dominicaanse Republiek. Al drie maanden in quarantaine bij zijn ouders op het Caribische eiland. Ik mag haar vergezellen naar de bezichtiging. Uiteraard gaan mijn gedachten terug naar de vele bezichtigingen van mijn lief en mij. Onze eerste keer samenwonen. In Amsterdam. We hadden jarenlang op de wachtlijst van Amsterdam gestaan en we kwamen langzaamaan in aanmerking voor sociale woninkjes waar niemand wilde wonen in Amsterdam-Oost en soms West. Bij elke bezichtiging was ik verliefd op het appartementje dat we de eerste keren natuurlijk nooit toegewezen kregen. Wat een teleurstellingen hebben we geïncasseerd! Ik was meer verliefd op het samen wonen met mijn vriendje dan op het appartement zelf denk ik nu. Maandenlang werden we uitgeloot. Wanhoop. Totdat mijn lief midden in de bouwvakvakantie alleen ergens ging kijken. In Oost. Een benedenhuis notabene. Met zwartgeschilderde muren en kozijnen. Er kwamen weinig mensen kijken. En de meesten werden afgeschrikt door het vele schilderwerk. Wij kregen het lieve benedenhuisje met potkachel, één slaapkamer en diepe tuin toegewezen! Wij, met hulp van familie, hadden keihard gewerkt om er een paleisje van te maken. Van ons spaargeld kochten we tweedehands meubeltjes, zachte vloerbedekking, een nieuwe zitbank en een piepklein teeveetje. We namen cavia’s Chip en Digit mee en haalden poesje Chopin op uit het asiel. We studeerden er allebei af. Mijn lief ging een jaar in militaire dienst en ik vond mijn eerste baan, kreeg mijn eerste lease-auto. Mijn lief vond ook de werkgever waar hij nu nog werkt. En uiteindelijk trouwden we vanuit dit huisje in Oost. Wat een geluk hebben we daar beleefd. Zo jong en ambitieus! Nu stond ik met oudste dochter bij háár bezichtiging. Een Rotterdams hoekappartement met twee slaapkamers in een huis uit 1881. Het leek zo mooi op de plaatjes… Toch was het het allemaal net niet. Er werd te veel huur voor gevraagd. De makelaar loog over hoe lang het appartementje leeg stond. Hij loog over de tientallen gegadigden die het ongezien wilden huren. Het huis stond te koop zagen we niet veel later. Er kwamen helemaal geen geïnteresseerden na ons kijken. Hij belde al zo’n twintig minuten na ons bezoek dat onze dochter de grootste gunfactor had. Ondanks dat zij pas per augustus of september wilde huren? Bij ons rezen steeds meer vragen op. Waarom minstens een maand huur missen? Waarom zo weinig bezichtigingen? Waarom die leugens van de makelaar? Waarom een huurcontract van zes maanden en een te koop-bord uit het raam? Op een zonnig terrasje noteerden we onze twijfels. Steeds meer twijfels. Eén van de andere kijkers liep langs. Zij hadden direct besloten geen interesse te hebben. Ik schoot die meneer aan. Waarom wezen ze het zo snel af? Hij vertelde dat het huis te koop staat voor drie ton en dat zij al vele appartementen op het eiland bezichtigd hadden. Deze huur was veel te hoog voor de staat van het appartementje. Zonder antieke details en de ligging zonder uitzicht op de rivier. Hij bevestigde ons onderbuikgevoel. Dochter en haar vriend besloten een beetje teleurgesteld niet te huren. 

Wanneer ik de parkeerplaats van de garagehouder op loop spreekt hij me direct aan. Er was wat gebeurd met mijn autootje toen hij daar twee dagen geparkeerd stond, zei hij. Ik had die ochtend ervoor heel vroeg mijn auto bij hem achtergelaten voor een APK-keuring. Er moesten nieuwe banden onder. Dat hadden wij bij de aankoop eerder dit jaar zelf al bedacht dus we waren niet geschokt. Mijn auto bleef een nachtje daar staan. Ik was wel geschokt toen de garagehouder mij die ochtend vertelde wat er gebeurd was. Er was een klant heel hard achteruit gereden om te parkeren en had de voorkant van mijn auto geraakt. De lak was gebarsten. Er was natuurlijk ook een deuk. Hij liet het me zien en eerlijk gezegd zag ik als leek nauwelijks schade. Als hij me er niet op gewezen had was ik er doodleuk mee weg gereden en het misschien ooit opgemerkt, maar misschien ook niet… De automonteur had die middag een harde klap gehoord en was naar buiten gelopen. Hij overzag de penibele situatie. Hij had voor mij een schadeformulier met de betrokkene ingevuld. Ook meteen een schadeherstelformulier voor de verzekering opgemaakt. Bijna duizend euro schade! Nu was het afwachten volgens hem. Na een tijdje had ik nog steeds niks gehoord en de garage maar eens gebeld. De brokkenpiloot zou toevallig die dag langs komen voor zijn auto. Ik kreeg de gegevens van zijn verzekering door en na een half uur telefonisch in de wacht kreeg ik te horen dat ik mijn auto wéér een dag bij de garage moest achterlaten voor een keuring van hún schade-expert. Vooruit maar weer. Tenslotte gebruik ik mijn auto nauwelijks nog tijdens de coronamaanden. Ik fiets wat af dit voorjaar. Het schadebedrag was goedgekeurd. Dus de week erop andermaal naar de garage waar ik mijn auto voor drie dagen moest achtergelaten. Mijn auto glanst weer als nieuw. De spuiterij heeft zelfs nog een verouderd deukje weg gewerkt. Helaas heeft ’t autootje geen airconditioning. Klotsende oksels nu de astronomische zomer van start gaat met tropisch temperaturen!

zaterdag 13 juni 2020

Gewoontediertjes

Geen plaats is aangenamer dan thuis.
- Cicero

Op een van de pitten op het gasfornuis zit een lelijk plakkaat van gesmolten plastic. Afkomstig van de onderkant van zijn waterkoker. In een vlaag van verstandsverbijstering heeft mijn thuiswonende cliënt de elektrische waterkoker op het vuur gezet. Ik vraag of hij zich niet verbrand heeft. Het rookalarm is ook niet afgegaan. Elke dag kookt hij gewoontegetrouw twee eitjes in een pannetje op het vuur. Hij was een kort momentje in de war met zijn dagelijkse gewoonte. Hij zette de waterkoker op het vuur. Vorig jaar gooide hij een keer de oploskoffie in de waterkoker in plaats van in zijn koffiemok. Ik haal precies dezelfde nieuwe waterkoker voor hem bij de HEMA. Wanneer ik mijn fiets onder haar raam op slot zet reageert mijn cliënte teleurgesteld bij de deur dat we niet samen in de auto ergens een kop koffie kunnen gaan drinken. Dat koffietentjes drie maanden lang dicht waren kan ze maar niet onthouden. Ik zet snel het Nespresso apparaat in haar keuken aan. Dat leidt af. Dan is ze haar teleurstelling alweer vergeten. Al bijna twee jaar is het een gewoonte dat ik haar thuis ophaal voor een kop koffie buiten de deur. De laatste maanden haal ik voor haar iets lekkers bij de banketbakker, voor thuis bij de koffie. Ze kan maar niet wennen aan de nieuwe gewoonte. Een andere cliënt heeft wéér zijn dagelijkse boodschappen bij de supermarkt gedaan. Erop uitgestuurd door zijn vrouw. Ondanks dat de kinderen het niet willen hebben. Zelfs na honderd dagen corona maatregelen kan dit echtpaar er maar niet aan wennen. Onmogelijk om hem bij de supermarkt weg te houden. Wij mensen zijn gewoontedieren. Een vast ritme kan een gevoel van veiligheid en controle geven. Vasthouden aan een dagpatroon. De meeste van mijn thuiswonende cliënten krijgen weinig mee van de pandemie. ‘Deze week wil ik het zwemmen weer oppakken’ zegt de wederhelft van het echtpaar. Ze heeft echter al negen maanden geen voet in het zwembad gezet. Ik zeg nog maar een keer dat het zwembad voorlopig nog gesloten is. Haar jarenlange weekpatroon zit er zó ingesleten. Gewoontediertje. De eerste weken toen ik bij het echtpaar kwam gingen we ook geregeld naar de bibliotheek samen. Zij deed dat al jaren. Ik kwam er al snel achter dat haar biebpas steeds kwijt was. Ook het opnieuw aangevraagde pasje… De geleende boeken verdwenen later ook. Ik heb onze bezoekjes aan de bieb stiekem laten afnemen. Recentelijk heeft het echtpaar eigenhandig het abonnement van de aan de deur gebrachte kant-en-klare maaltijden stop gezet. Na een maand proberen willen ze weer zelf boodschappen doen en zelf koken. Ook al doen ze dat laatste nauwelijks meer. Hun ingesleten, vaste patroon weegt zwaarder. En dus gooi ik wekelijks de levensmiddelen over de datum uit hun koelkast weg. Vaak halen ze een frietje om de hoek. Voor het weekend maak ik wekelijks een pannetje verse soep voor ze. Daar genieten ze van. Mijn zelfstandige cliënt - die met de waterkoker - die voor het corona tijdperk elke week naar België reed voor een kop heerlijke tomatensoep, kan bijna niet meer wachten tot de grens met België open gaat. Naar België voor zijn kop tomatensoep, de deur uit! Zijn wekelijkse routine terug. Ook al is het niet verstandig voor zijn gezondheid. Mensen zijn in hoge mate gewoontedieren.

Twee jonge, lichtgrijze roofdiertjes zitten op het schuine schuurdak achter ons huis. Op het hoogste punt van het dak. Ze houden de laag overvliegende kauwen goed in de gaten. Het is een spannend schouwspel. De intelligente, speelse kauwen maken een enorme herrie. Ze hebben nesten in de walnotenboom bij de buren. Hun jonkies zijn in gevaar. Wat een kabaal. Onze katjes hebben zelf nog niet door wat voor paniek ze teweeg kunnen brengen. Een kauwenpaartje blijft levenslang bij elkaar. Ze hebben ook nesten in onze schoorsteen. De jongen vliegen na een maandje uit. Een paar dagen terug lag er een dood klein baby-kauwtje op onze oprit. Nog geen meter verderop lag een uit elkaar gevallen nest. Uit de oude beukenboom gevallen. Jammer, kauwen kunnen wel bijna dertig jaar oud worden. Sommigen zeggen zelfs zestig jaar! Uit onderzoek blijkt dat kauwtjes de mensen om zich heen herkennen. Daarom wilden de meiden het dode kauwtje niet in de GFT-bak gooien. ‘Zijn ouders kennen ons misschien al zeventien jaar’ werd er gezegd. Aan de overkant in het groen dus. Onder een laag blaadjes. En het kreeg de naam Bertrude. En een klein afscheidswoordje. Kauwen hebben gelukkig de eikenprocessierups ontdekt als lekker maaltje. Dan zitten ze in ons buurtje helemaal goed. Ze zijn alleseters: wormen, slakken, insecten, vruchten, graan, voedselresten en zelfs eieren en jongen van kleinere vogels. Kauwen hebben een gezamenlijke slaapplaats. Bijvoorbeeld in de oude beukenboom voor onze deur. Of in de walnotenboom bij de buren. Onze katjes vinden het maar wat spannend. Ik ben heel tevreden dat ze de schuurdaken al zo spannend vinden en nooit op jacht gaan naar avonturen in de straat. Deze week hadden ze een afspraak bij de dierenarts. Voor hun jaarlijkse inentingen. De dierenarts hield maar liefst drie meter afstand van mij. Ik mocht niemand meenemen naar de afspraak. Meiden wachtten geduldig in mijn auto. Een lege wachtkamer. Onze grijze monstertjes waren zo bang! Vier angstige amberkleurige ogen in een rode poezentas. Ik mocht ze niet vast houden of geruststellen op de tafel. Drie meter afstand. Ze wegen beiden drieënhalve kilo. Helemaal gezond. De volgende dag weer terug naar de dierenarts. Met onze derde kat die deze maand elf jaar oud wordt. Ook drieënhalve kilo en kerngezond. Over een jaar weer terug.

zaterdag 6 juni 2020

100 dagen achtertuin vakantie

Don’t miss the magical moments
- Soren Gordhamer

Onze eerste antieke Volkswagenbus hebben we toentertijd in Mexico aangeschaft om eenmaal terug in Nederland weekendjes in het voorjaar mee te kamperen en in de zomer een aantal weken mee rond te reizen. Om uit de sleur te ontsnappen. Om vrijheid te voelen. Meestal pakken we in het najaar ook nog een weekendje aan het Zeeuwse strand mee. Dit jaar hebben we hem twee dagen uit de stalling gehaald voor een APK keuring en min of meer meteen weer terug gebracht naar de stalling. Wij zagen tot voor kort nog niet in hoe we coronaproof konden kamperen met het oude campertje. Zonder sanitair. Mensen bij elkaar op een camping. Mensen die dingen aanraken zoals de deksel van een vuilnisbak, de kranen bij de wasbakken of een deurklink. Wij houden erg van het strand om te kamperen en de Hollandse stranden waren tot voor kort ook nog eens een no go geweest. Zodoende hebben we van onze achtertuin een vakantieverblijf gemaakt. De parasol stond tot eergisteren maandenlang dagelijks uit op ons terras. Ik had de felgekleurde hangstoel, meegebracht uit Guatemala, in de dakplataan gehangen. De bloemenpotten had ik bijtijds al gevuld met bloeiende plantjes. Tuinmeubelen in het begin van de quarantaine geschuurd en in de olie gezet. We aten al bijna honderd dagen buiten. Dat versterkte het vakantiegevoel. Het zomerse weer was subliem! We sporten wekelijks met ons gezin op het grasveldje in de achtertuin. Met een sportieve ‘app van oudste dochter. Ons gezin voelt weer heel solide. Met elkaar knokken tegen de griezelige buitenwereld. Zoals we de eerste maanden in het buitenland ook steeds gedaan hebben. Verbinding. Samen staan we sterk. Ik loop ook elk weekend hard met onze twee oudste dochters. Om het vakantiegevoel een extra zwoel tintje te geven maakten we op warme avonden koude Cubaanse piña colada’s met en zonder rum. We zonden op onze Madrileense zonnebedjes of op hammam doeken op het grasveld. De tuindeuren stonden al maanden open. We barbecueden. We aten regelmatig koude Spaanse gazpacho met gesneden komkommer en paprika. We slenterden in het weekend op slippertjes en in zomerjurkjes naar de banketbakker in ons dorp die overheerlijk ijs verkoopt. Er zwierven zonnebrillen op de tuintafel. Een karaf met water op tafel gevuld met een takje munt uit de moestuin. Ik las me suf aan boeken onder de parasol. Ik keek op uit mijn boek en dagdroomde. Dat gevoel, een beetje mee dobberen in de voorbijglijdende tijd, dát is vakantiegevoel. Ik sproeide de plantenpotten in de avond wanneer de hemel oranje begon te kleuren. De jasmijn die heerlijk geurde door de warme lucht. De zoemende bijen boven de lavendel. De meiden die een balletje trapten op ons grasveldje. We eten kilo’s en kilo’s aardbeien van de nabij gelegen boerderij. We lieten soms eten bezorgen en aten dan relaxt en uitgebreid met elkaar aan de grote tuintafel. Zoals afgelopen weekend toen oudste dochter jarig was, op de warmste dag van dit jaar. Het enige dat miste aan onze ‘achtertuin vakantie’ was eigenlijk een zwembad. We hoorden wel het geplons van de buurkinderen. De meiden zouden een groot zwembad willen waar een heus trappetje bijhoort. We hebben er plek voor in de tuin. Ik ben er echter achter gekomen dat deze overal uitverkocht zijn. En ook dat er meer dan duizend liter drinkwater ingaat… Nu er in delen van Nederland geadviseerd wordt geen zwembad meer te vullen, korter te douchen en niet meer te sproeien vind ik het ongepast. Geen zwembad voor ons. Wel heeft Rutte onlangs aangekondigd dat we weer binnen Europa op vakantie mogen. Geen reis naar Colombia dit jaar. Wij richten onze pijlen nu op campings aan de kust van Frankrijk.

‘Neem je wel warme sokken mee?’ vragen we quasi serieus aan de bijna jarige job. ‘Oja, je zonnebril heb je toch ook klaar gelegd?’ Of ‘Heb je eigenlijk voldoende benzine in je tank?’ Onze oudste dochter raakt een beetje in de war. Ze heeft geen idee waar we heen gaan. Wat ze wel weet is dat we er allemaal zin in hebben. Ze heeft haar zusjes haar laten verzekeren dat zij het echt leuk zal vinden wat we gaan doen. We staan die zondag heel vroeg op voor ons doen. Om half tien rijden we met z’n vijfjes in haar auto weg. We hebben zelfs ons wekelijkse rondje van vijf kilometer hard lopen opgeofferd. Dochterlief rijdt op onze aanwijzingen over de snelweg. In Roosendaal heeft ze door waar we heen gaan. Als ze haar autootje geparkeerd heeft leggen we uit dat we hier haar verjaardagscadeautjes gaan kopen. Ze heeft namelijk sportkleding gevraagd. Op de radio had ik gehoord dat deze outlet na de recente opening helemaal voorbereid is op de strenge corona-maatregelen. Elke winkel heeft een maximum aantal bezoekers. De outlet zelf trouwens ook. Zo kan het niet druk worden. Elke winkel heeft een pompje met alcohol klaar staan om je handen mee te wassen. Om ondanks die voorzorgsmaatregelen toch risico’s te vermijden staan we als eersten op de stoep. Om tien uur zijn we binnen. Eerst in de georganiseerde rij voor de Nike store. Een portier houdt een oogje in het zeil. Jarige job wil namelijk graag een hardloopbroek. Eentje met lange pijpen én eentje met korte pijpjes. Van haar zussen zou ze een mapje willen die ze om haar arm kan binden waar haar telefoontje inpast tijdens het hardlopen. We slagen in de eerste winkel. Tot onze verrassing staan er wat foodtrucks verspreid in de outlet. De terrassen en restaurants zijn nog één dag gesloten… We voelen ons hier veilig en daarom besluiten we nog wat andere winkeltjes in te lopen. Het is rustig. Manlief slaagt voor schoenen en T-shirts. Dochters voor zomerse hemdjes, een rokje en zelfs een bikini. Ik onverwachts voor een pyjamaatje, een jasje en een zomerjurkje. Alles sterk afgeprijsd. We trakteren ons ter afsluiting op wat lekkers. We nemen op twee zitbankjes plaats. Ik zie dat het langzaamaan wat drukker lijkt te worden. We gaan terug. Uitgelaten rijden we terug naar huis. De verjaardagscadeautjes worden tot de volgende ochtend verstopt. Oudste dochter heeft heerlijke Japanse gerechtjes voor haar verjaardagsdiner in de achtertuin laten bezorgen. We sluiten deze bijzondere dag af onder de parasol. Met feestelijke piña colada’s.