donderdag 30 oktober 2014

Met stomheid geslagen

Het huidige moment is een tijdloos moment.
- Ken Wilber

“Dag! Dag!” roept een klas met zesjarigen naar ons. Dat zou helemaal niet speciaal hoeven zijn, behalve dat dit een klas Mexicaanse kindjes is. In México. Erika’s vader was Nederlander en Erika is dus half Nederlands. Ze spreekt echter geen woord Nederlands. Maren’s school organiseerde een ‘International Fair’ voor de laagste drie klassen van de lagere school. Erika had mij vlak van te voren gestrikt voor dit evenement. Ik kon als Hollandse toch niet ontbreken op de Hollandse kraam? En dus toog ik die ochtend na zumba les met een tas vol houten klompen in verschillende maten en twee handen vol KLM huisjes naar school. En daar stond Erika al op me te wachten. In vol ornaat. En met vol ornaat bedoel ik compleet gekleed in kledingdracht! Ze had posters boven de kraam opgehangen vol tulpen, grachten en molens. Natuurlijk ontbrak onze vlag niet, maar ook die oranje met de leeuw erop niet. Ze had verschillende Hollandse voetbaltenue’ s uitgestald en een dikke stapel boeken over Nederland. Er wapperden Sinterklaasvlaggetjes. Ik was helemaal stomverbaasd. Hoe kan een geboren en getogen Mexicaanse zoveel Hollandse spullen hebben? Ze had een baby Edammertje gekocht. Ze had er zelfs een kaasschaaf bij. En vlaggetjes voor op de kaasblokjes! Die heb ik afgelopen zomer overal gezocht in Breda! Ik was verbijsterd toen ik haar hoorde praten tegen de kleutertjes over Nederland. Mijn Nederland. Over hoe ver het vliegen is over de oceaan. Een hele nacht slapen. Dat alle mensen fietsend naar de supermarkt, naar school en naar hun werk gaan. Dat zij zelfs wel eens iemand heeft zien fietsen met een kindje voor aan het stuur. En zélfs wel eens iemand die links een boodschappentas aan het stuur had hangen en met zijn rechterhand zijn paraplu vast hield. Want ja, in Nederland regent het heel vaak. Ze vertelde dat er zóveel water is in Nederland dat de huizen langs grachten gebouwd zijn. Ik denk na. Inderdaad. In elke Hollandse Middeleeuwse stad zijn grachten. Het is me nooit eerder opgevallen. Ook niet dat er hier in Puebla helemáál geen grachten, vijvers of sloten zijn…. Als ik Erika hoor praten bekijk ik mijn kleine landje ineens met hele andere ogen. Die van een buitenlander. Dus praten we met de kindjes over koeien. Veel Hollandse koeien. Koeien maken kaas. En Nederland heeft een heerlijke specialiteit waar ze wereldberoemd om zijn. Onze kaas. De kindjes luisteren aandachtig. Sinterklaas komt voorbij in ons verhaal. Erika heeft zelfs pepernoten… om uit te delen aan de honderden kinderen. Als ik al pepernoten zou hebben, dan zou ik ze nooit delen met deze kinderen… Ik laat ze wat Nederlandse woorden uitspreken, ik deel blokjes kaas uit en laat foto’s van fietsende Nederlanders zien. De overvolle fietsenstalling van het Centraal Station in Amsterdam maakt de meeste indruk. Ik krijg deze ochtend een aardrijkskundelesje over Nederland en ik heb meteen een andere bril op. Wat is ons landje schattig, schoon, fris en degelijk! Daar sta ik in mijn sportkleding de kindjes telkens opnieuw uit te zwaaien: “Dag! Dag!” Er komen wel twaalf klassen voorbij. Ik sta naast Erika in haar Volendamse (of Zeeuwse?) kledingdracht. Ik steek minstens een kop boven haar uit. Maar laten we eerlijk zijn. Er lopen toch zeker méér mensen in Nederland met sportkleding aan, dan in klederdracht?

Ik loop in het ochtendzonnetje naast mijn Mexicaanse vriendin terug naar de yogaschool. We hebben na de les samen even een kop thee gedronken. “México blijft natuurlijk een derdewereldland!” roept ze uit. We hebben het over afvalscheiding. Ik vraag me hardop af of de bak met gescheiden papierafval van ons gezin niet gewoon in de afvalwagen geleegd wordt. Op donderdag kan het karton buiten aan de stoep gelegd worden en dat wordt dan rond acht uur in de ochtend op gehaald. Wij hebben niet alleen karton gescheiden, maar ook heel veel papier. We sparen dat in een grote plastic vuilcontainer buiten. Eens in de maand zetten we die bak op donderdagochtend buiten. Met de klep open zodat de vuilnismannen goed kunnen zien dat er papier en karton in zit. Geen vuil. Als ik later op de dag thuis kom is de bak altijd geleegd. Het is al meer dan twee jaar een mysterie waarin de bak geleegd wordt. Ik zie wel eens kleine vrachtwagentjes op straat met gebonden pakketten karton achterin. Maar wij maken nooit een pakket. Wij leveren al het papier en karton in de bak aan…. Volgens Moni maakt het niet uit. Op de vuilnisbelt draait namelijk een kleine economie. Er werken (wonen?) allemaal mannetjes die uit de afvalhoop plastic, blik en karton verzamelen. Deze bieden ze ergens aan en daar krijgen ze geld voor. Beelden van vuilnisbelten uit Guatemala doemen in mijn gedachten op. Even later gaat Moni met me mee boodschappen doen. Op de parkeerplaats van de supermarkt gooien we alle verpakkingen die ik per week verzamel in de bakken. Ze is helemaal onthutst van wat ik allemaal opspaar. Glas, plastic en PET. Voor we de supermarkt in stappen vraagt ze of ik al die shoppers en krat terug in mijn auto wil zetten. “Nee, daar doe ik zo meteen al mijn boodschappen in. Geen plastic tasjes voor mij.” Nu is ze helemáál met stomheid geslagen. México blijkt inderdaad een derdewereldland.

donderdag 23 oktober 2014

Dierbaar speculaasrecept

Laten we ons tot elkaar richten, want we hebben elkaar echt iets te geven.
- Chahat

Ondanks dat ik hier in Puebla geen enkele zak pepernoten of taaitaai in de winkels zie liggen heb ik tóch enorme trek in speculaas gekregen. De zon schijnt hier dagelijks uitbundig en winterjassen hebben we al jaren niet aangetrokken. Blaadjes verkleuren niet aan de bomen en de dagen worden hier ook niet korter. Geen herfststormen. Maar toch. Die enorme trek in speculaas. Natuurlijk heb ik afgelopen zomer twee pakken speculaasjes meegenomen uit de Albert Hein. Voor Pakjesavond. Die mag ik echter niet eten vanwege mijn suiker celibaat! Daarom ben ik op onderzoek uit gegaan naar een suiker- en gistvrij volkoren recept voor speculaasjes. Ik heb nu drie pogingen gedaan en ik ben zo trots als een pauw op mijn verrukkelijke suikervrije volkoren speculaas. Ik wil mijn recept wel met jullie delen, omdat ambachtelijk bakken kennelijk zo immens populair geworden is in Nederland. Dit zijn de ingrediënten:

200 gram organische volkoren meel
4,5 eetlepel speculaaskruiden Verstegen
2 eetlepels organische jarabe de agave
200 gram zoute roomboter uit de koelkast
2 eetlepels water

Kneed de ingrediënten voor het deeg tot een samenhangend geheel. Normaalgesproken laat je dit in de koelkast even opstijven, maar dat doe ik niet. Bestrooi de plank met volkoren bloem en maak koekjes. Leg de ongebakken speculaaskoekjes op een met olijfolie ingevet bakblik. En bak de speculaasjes af in een oven op 150 graden Celsius. Ongeveer 15 minuten. Laat ze afkoelen op de plaat en voilà : afhankelijk van hoeveel je van het beslag gesnoept hebt (!), heb je zo’n twintig speculaasjes op je bakplaat liggen. Houd er rekening mee dat de koekjes niet in de oven rijzen, want er zit geen gist in. Als cadeautje krijg je er ook nog de verrukkelijke geur van zelfgebakken speculaasjes bij! De bruine basterdsuiker is weg gelaten uit het oorspronkelijke recept, maar door het volkoren meel blijft de textuur hetzelfde. De basis van dit recept heb ik rond de eeuwwisseling gekregen op een ambachtelijke workshop in een klein dorpje in Friesland. Ik was daar in die Friese boerderij met mijn moeder en zusje om Hollandse decemberlekkernijen te leren bakken. De reden dat wij daar sámen waren was dat Mark en ik - en onze kleine Anthe - op 3 januari van het jaar 2000 naar The States zouden verhuizen. Het was dus een afscheid van elkaar. En die middag was zó leuk, zó gezellig en zó bijzonder dat ik er nog vaak aan terug denk. Een warme herinnering aan mijn moeder - nu ze er al bijna tien jaar niet meer is. De recepten van toen bewaar ik zorgvuldig in mijn Margriet kookboek die ik regelmatig opensla. De laatste tijd stapelen de losse vellen met nieuwe recepten zich op in de voorflap van mijn kookboek. Ik word nog eens een keukenprinses! Ik, die voorheen minstens één keer per week de aardappeltjes liet aanbranden…

Ik kom thuis en er zit een dikke grijze, oude kater in de hal op me te wachten. Hij wil even lekker aangehaald worden. Ik til de vijf kilo zware kat op en hij is erg tevreden. Hij spint er op los. (zie ons fotoalbum) Als ik later achter de computer zit komt hij naast me op het bureau zitten en probeert de muis op het scherm te vangen. Hij vraagt weer even aandacht van mij. Wat geniet ik nog steeds van zijn aanwezigheid in huis! Het is alweer een jaar geleden dat hij na drie maanden afwezigheid plotseling weer thuis kwam. Hij heeft het zó zwaar gehad die weken van huis. Hij was de helft van zijn vijf kilo kwijt geraakt. De kussentjes onder zijn poten waren versleten en hij had wat plekjes van gevechten. Hij heeft er écht een trauma van opgelopen. Hij gaat sindsdien nooit meer naar buiten als wij niet buiten zitten. Hij checkt steeds angstvallig of de voordeur nog open staat. Om die reden zit ik vaak aan het eind van de middag even op het tuinbankje met een kop thee. Dan kan onze dappere kater even door het gras struinen, rondom de fontein en vaak komt hij daarna naast me zitten op het tuinbankje. Onze kater van tien jaar is ons destijds kwijt geraakt, en wij hem. En nog iedere dag ben ik dankbaar dat hij bij ons terug gekeerd is.

donderdag 16 oktober 2014

Vermorzeld

Elk leven kent een groot verhaal en een klein verhaal.
- David Brazier

Elke vroege doordeweekse ochtend probeert onze jongste dochter aan tafel een ontbijtje weg te werken. Ze eet (te) langzaam, net als mijn moeder altijd deed. Na het tandenpoetsen vertrekken we naar school en dat houdt voor Maren in dat ze voor aankomst eerst drie kwartier in de auto zit. In de regel heeft ze haar ontbijtje nog op schoot in de auto. Meestal zijn dat twee rijstwafels of een boterhammetje of een plakje roggebrood. Met beleg. Ik heb steevast een glas verse thee mee in de auto. Vaak delen Maren en ik dat glas thee. Laatst was haar broodje bij het instappen pardoes verdwenen. Het ligt normaliter op een houten plankje. Ik geef toe dat dát niet erg stabiel is, maar het gaat eigenlijk altijd goed. Op die ochtend dat ze haar besmeerde boterhammetje kwijt was konden we hem niet op de bodem van de auto vinden, niet aan haar kleding geplakt of aan de autostoel. Vreemd. Totdat ik thuis kwam en hem eenzaam onder de carport zag liggen…. Deze ochtend heeft ze een roggebroodje met pindakaas besmeerd mee op het houten plankje. Het is maandagochtend. Ze heeft haar nette galakleding aan. Als ze instapt is ze direct haar broodje kwijt. We zoeken in de auto en buiten de auto. Het plakkerige broodje is nergens te bekennen. De tijd dringt dus rijden we naar school. Na thuiskomst verwacht ik het broodje weer onder de carport te vinden, maar tot mijn verbazing is er niks te zien. Ik loop nog een rondje om mijn Jeep, echt niks te zien. In mijn auto ruikt het niet naar pindakaas. Een mysterie. Als ik niet veel later bij de yoga studio mijn achterbak open om mijn yoga mat er uit te pakken zie ik het. Ik moet lachen. Het ziet er niet uit! Een compleet geplet roggebroodje met pindakaas en boter aan mijn achterdeur en op de bumper geplakt. Mysterie opgelost. Haar broodje heeft duidelijk knel gezeten tussen mijn achter laadklep. Het zag er zó komisch uit. Zelfs tijdens mijn kalme yoga les schoot ik af en toe keihard in de lach als ik er aan dacht. Vandaag spant ze de kroon met haar broodje in de auto. Vandaag heb ik het broodje heel bewust in een plastic bakje gedaan in plaats van op het broodplankje. Zodat het niet kan schuiven. Maren zit in de auto naast mij met in haar ene hand haar haarborstel en in haar andere hand het plastic bakje met het broodje belegd met plakjes schapenkaas. Ze zwaait nog één keer naar papa die, uitzonderlijk genoeg, tegelijk met ons van huis vertrekt. Ze zwaait met in haar hand…het plastic bakje. Weg broodje, weg plakjes kaas. We vinden bijna alles terug. Als we bijna bij school zijn pakt ze haar glas sinaasappelsap en kijkt ze ineens héél verbaasd. Eén van de rondslingerende kaasplakjes was in haar glas terecht gekomen en zat aan de binnenkant van haar glas geplakt!

Stel je voor. Je kind zit met zijn of haar klasgenoten in een bus. En de bus wordt benaderd door lokale politiemensen die het vuur openen. De kinderen uit de bus verdwijnen vervolgens. Een nachtmerrie, toch? Op 26 september waren er iets meer dan veertig Mexicaanse studenten aan het protesteren in een nabijgelegen stadje vanwege discriminatie in het aannamebeleid van leraren. Studenten uit de stad worden eerder aangenomen dan studenten van het platteland. De jongens, bijna twintigers, volgden een lerarenopleiding zo’n 200 kilometer van onze hoofdstad. Deze studenten hadden voor hun protest drie openbare bussen in beslag genomen in de stad Iguala. In één van de bussen zaten ook voetbalspelers van een plaatselijke voetbalclub. De politie die de bussen benaderde wilde dat de busdeuren geopend werden, maar de deuren bleven uit angst op slot. Toen opende de politie het vuur. Het geweld verergerde toen één van de bussen stopte en een aantal (ongewapende) studenten uitstapten. Sommige jongens konden vluchten en sommige werden in patrouillewagens afgevoerd. Een vader heeft op een filmpje vastgelegd dat zijn zoon werd afgevoerd in een politieauto. De jongens zijn letterlijk verdwenen. Op Facebook postte iemand: Now it is more dangerous to be a student than a criminal. Een week later zijn er zwaar verbrande resten van bijna dertig mensen in zes massagraven gevonden. Niet zo ver van de kidnapping vandaan. De lichamen waren bedekt met benzine en in brand gestoken voordat ze werden begraven, Het kan daarom nog weken duren voordat alle lichamen geïdentificeerd zijn. Er wordt gevreesd dat het de lichamen van de studenten zijn die slaags raakten met de corrupte politie. Er wordt gespeculeerd dat de groep jonge knullen werd verdreven naar het einde van een heuvelpaadje op een rotsachtig terrein, geëxecuteerd werden en vervolgens begraven in de zes graven. Je grootste nachtmerrie! Anthe vroeg een maand terug of ze met school een weekje op reis mocht naar een vulkaaneiland aan de kust van México. Het eilandje wordt vergeleken met de Galapagos eilanden zoveel vogels en zeedieren zijn daar te zien. Ongetwijfeld een indrukwekkende reis. Wij hadden Anthe indertijd echter gezegd dat ze vanwege veiligheidsredenen niet mee mag. Ze is één van de weinigen die niet mee gaat. Nu we recentelijk deze verschrikkelijke gebeurtenis met de groep studenten vernomen hebben zijn we blij dat we deze beslissing genomen hebben.

donderdag 9 oktober 2014

Positief hemelwater

Vrede is niet louter de afwezigheid van een of andere negatieve kracht, maar de aanwezigheid van een positieve kracht.
- Martin Luther King

Een zuurpruim straalt zurigheid uit. Iedereen kent wel zo’n voorbeeld. Zo’n zeurpiet. Meestal hangen de mondhoeken ook nog. Een zuurpruim dus. En vrolijke mensen brengen een zonnetje mee. Hun ogen twinkelen en stralen. Dat ligt wellicht aan hun karakter, maar je kunt er zelf ook wat aan doen. Een positieve wending aan je uitstraling geven door positief te denken. Mijn yoga juf is zo’n dame met veel positieve uitstraling. Afgelopen week had ik een lekke band met mijn auto. Ik voelde het al toen ik het straatje bij ons naar boven reed over de kinderkopjes. Het voelde anders. Ik ben natuurlijk tóch doorgereden naar de scholen van de kinderen, maar voelde me een beetje onzeker. Toen ik als laatste Maren afgezet had begon het. Mensen in auto’s en taxichauffeurs begonnen op straat naar me te toeteren en te seinen dat ik een platte achterband had. Bij de eerste de beste benzinepomp ben ik maar gestopt. Inderdaad een platte band. Ik heb er lucht in laten blazen zodat ik me nog even kon redden. Bij de yoga les deed ik mijn relaas. Susana, mijn juf, legde uit hoe het komt dat we op dit moment veel lekke banden hebben in onze stad. De laatste weken regent het ontzettend veel. Niet alleen ’s nachts of ’s avonds als het donker is. De laatste tijd regent het ’s middags al. Of nog erbarmelijker, in de vroege ochtend... Het is oktober, het natte seizoen had al over kunnen zijn. Dit lange regenseizoen in combinatie met alle bouwwerkzaamheden in de stad (en dat zijn er veel!) zorgt ervoor dat er veel auto’s met lekke banden kampen. De regen spoelt namelijk het vuil weg van de bouwplaatsen. Met als gevolg dat er veel troep zoals spijkers en schroeven de weg op spoelen . Het afwateringsysteem werkt hier in México niet zo goed als in Nederland. Soms staan de straten letterlijk vol water. Soms lijkt het net een stromende rivier. Je weet niet waar je rijdt in zoveel regenwater. Er kan plotseling een diep gat in het asfalt zitten of, zoals mij dus overkwam, een heel groot metalen nietje dat op de weg terecht gekomen is. Balen. Maar Susana reageert dan heel positief op deze onplezierige ervaring door te zeggen dat het fijn is dat er zoveel water uit de hemel komt vallen. Tenslotte spoelt al het stof weer schoon van de straten en stoepen. Onze normaal gesproken stoffige stad is weer fris en fruitig. Walter is heel lief met me meegegaan om de band te laten plakken. Susana en Walter concludeerden namelijk dat ik veel meer zou moeten betalen als ik alleen, als blonde Europese vrouw, mijn auto zou komen brengen. Voor zeventig peso’s (zo’n vier euro) heb ik in een half uurtje mijn band laten plakken. Bij een mannetje die midden op straat de banden verwisselt. Hij heeft een piepklein winkeltje waar zijn gereedschap, een grote bak water om het lek te zoeken en wat tweedehands banden in passen. Auto’s reden af en aan, gouden tijden voor dit mannetje. Toch ga ik maar proberen mijn volgende bezoek aan hem uit te stellen.

Ik voel me naar. Somber. Ik baal. Naast me, achter het stuur, zit mijn Mexicaanse vriendin Moni die juist heel blij voor me is. En dat uit ze dan ook uitbundig. Ze is bijzonder opgewekt en erg vrolijk in de auto. Zij straalt en ik kan tegelijkertijd bijna huilen. Zij is opgelucht dat ik geen diabetes heb en ik rouw om het levenslange strikte dieet dat ik mee gekregen heb. Onze afspraak begon die middag in een stortvloed van regen. Ik liep met blote voeten in mijn Birkenstocks door diepe regenplassen te soppen, want om de plassen heen lopen was allang geen optie meer. De straten stonden blank. Moni vergezelde me op mijn afspraak met de hematoloog. Eenmaal binnen in het gebouw eerst maar mijn voeten en schoenen afgedroogd. Zo nat en slonzig kon ik niet de gerenommeerde arts te woord staan. De dokter kwam al snel met zijn diagnose en adviezen. Nog net geen diabetes, maar uit voorzorg suikervrij eten voor de rest van mijn leven. Suiker is vergif. We horen en lezen het overal. Ik wás een enorme snoepdoos. Ik schrijf dit bewust in de verleden tijd, want ondertussen eet ik nu zeven weken suikervrij. Net zoals bij alle verslavingen was het begin het moeilijkst. Na een maand verdwijnt echter de sugar graving. Ik besefte dat ik heel veel suiker binnen kreeg ook al dacht ik dat ik best gezond at. Ik maak nu alles zelf van soep tot pastasaus tot suikervrije koekjes. Suiker zit verstopt in veel producten zoals honing, fruit, ketchup, pasta, brood, mayonaise en aardappelen. De lijst is eindeloos. Nu ik zeven weken het suikercelibaat heb aangehouden voel ik me al anders. Mijn huid is mooi glad en zacht geworden en ik ben ‘ineens’ twee kilo kwijt. Ik luister naar mijn lichaam. Darmflora raakt in de war door overmatig suikerverbruik, rimpels nemen toe en het heeft invloed op je hormoonhuishouding. Nu ik geen drang naar suiker meer heb wil ik deze gezonde levensstijl vast houden om diabetes te voorkomen. Al begint nu wel de moeilijkste periode van het jaar namelijk die van knapperige pepernoten, zoete marsepein en Kerstbrood gevuld met amandelspijs. Mark neemt dit volgende maand mee uit Nederland….

woensdag 1 oktober 2014

Dauw en grassprietjes

Vergeet het nooit: vreugde is niet een bijkomstigheid op je spirituele zoektocht, maar is van levensbelang.
- Rabbi Nachman

De vroege ochtenddauw staat nog op de lange grassprietjes onder de grote dennenbomen langs het meer. Van dat typische grijsgroene hoge gras dat alleen in bossen groeit. Dat gras, én dennenappels, doen me altijd aan de bossen in Drenthe denken. Ik heb daar als kind bijna een decennia lang elke zomer gekampeerd. Het is nog vroeg deze ochtend en de zon is al op. Vulkaan Popo is de laatste dagen weer flink actief en dat zie je doordat flinke rookpluimen ontsnappen uit zijn krater. Er ligt sneeuw op zijn top en ook op de bergketen ernaast. Ik geniet elke dag van het uitzicht op Popo. Maar deze ochtend in de Botanische tuin van de openbare universiteit is het uitzicht subliem. Een besneeuwde Popo robuust uitstekend boven een groot kalm meer. Ik loop met mijn yogamatje onder mijn arm op mijn blote voeten door het vochtige gras. Ik leg mijn matje neer zoals ook tien andere medestudenten dat doen. We gaan eerst mediteren en bewust dankbaarheid ervaren dat we hier op zo’n mooie plek een yoga klas mogen volgen. Wellicht geniet ik hier als Hollandse meer van dan de andere Mexicaanse studenten die in de buurt van Popo geboren en getogen zijn. Ik kan me zo bevoorrecht voelen dat ik elke maand op deze prachtige plek met zoiets moois bezig mag zijn. Als we in hond houding staan voel ik de steeds krachtigere zonnestralen mijn gezicht verwarmen. Helaas worden de mugjes ook actiever als de zon in kracht toeneemt. Mijn juf steekt brandende wierookstokjes tussen ons in het gras. Dat houdt de mugjes wel weg. Na de les ontspannen we liggend op onze matjes. De warme zon verwarmt onze lijven. De juf speelt op haar klankschalen. Vooraf heeft ze bij een ieder van ons essentiële olie op onze oorlellen gesmeerd en ons aan de olie laten ruiken. Aromatherapie. Als we na de les gezamenlijk thee gedronken hebben, en de typische piepkleine banaantjes én de tropische vitaminebommetjes guayaba gegeten hebben, loop ik alvast vooruit naar de uitgang van de tuin. Ik had een plantenwinkeltje bij de ingang gezien. Ik heb daar potten met verse kruidenplantjes zoals oregano, munt en basilicum gekocht. Voor in de patio naast onze keuken. Een piepklein stads moestuintje in terracotta potten op de vensterbank. Kan ik lekker organische kruiden gebruiken bij het koken van pasta en bakken van pizza. Of lekker verse muntthee zetten!

“Oh neeeee!” wordt er geschreeuwd. “Shit! Shit! Shit!“ hoor ik een boze stem roepen van achter de computer. Het is de avond voor Mark zijn hardloopwedstrijd en er is klaarblijkelijk iets mis gegaan. Deze wedstrijd vindt plaats bovenop de berg La Malinche. Op een hoogte van 3400 meter. Net zo hoog als de stad Cuzco in Perú waar we destijds drie dagen misselijk en duizelig waren van de grote hoogte. Het parcours van de wedstrijd bestaat uit tien kilometer hardlopen en dertig obstakels. Ongelukkigerwijs had Mark de dag ervoor het rugzakje moeten ophalen met een chip, een T-shirt en een startnummer. Dat wist hij niet. Op de website staat dat de organisatie niemand toelaat zonder de noodzakelijke chip. We gaan er tóch maar voor. En dus vertrekken Mark en ik die zondagochtend voor dag en dauw. Op weg naar het natuurpark hoog in de bergen. Helaas kunnen we ons doel niet in de TomTom vinden en dus volgen we de stem uit Mark’s telefoontje. We hebben er niet zo heel veel vertrouwen in: niet in de stem die ons de weg in het donker wijst en niet in het feit of Mark nou daadwerkelijk kan starten daarboven op de berg. De zon komt op en het uitzicht is prachtig. (zie ons fotoalbum) De 4461 meter hoge berg komt langzaam tevoorschijn uit de wolken. We vragen de weg in kleine dorpjes waar mensen al vroeg hun huizen uitkomen om hun verse broodjes en andere koopwaar te gaan venten. We worden naar steeds kleinere weggetjes verwezen. Het asfalt op de weg verdwijnt langzamerhand en we hobbelen samen over verlaten weggetjes zonder aanduidingen en zonder andere weggebruikers. Weinig vertrouwen. We zijn al een keer vertwijfeld omgekeerd, maar de tijd begint te dringen en dus keren we niet meer om. We zetten door. En na bijna twee uur vinden we de start van de wedstrijd. En ineens zit alles mee. Mark krijgt heel aardig tóch een chip voor zijn schoen toegewezen. De zon wordt sterker en dus loopt de temperatuur op tot boven de 10 graden. Mark loopt een supergoeie tijd en eindigt bij de eerste tien lopers van zijn groep. Ik heb in de tijd dat ik moest wachten mooie dennenappels in het bos gezocht. We zijn met een voldaan gevoel én twintig grote dennenappels voor onze openhaard naar huis gereden.