zaterdag 31 augustus 2019

Einde van de zomer

To say it was a beautiful day would not begin te explain it. It was that day when the end of summer intersects perfectly with the start of fall.
- Ann Patchett

Al redelijk vroeg voor ons doen waren we deze snikhete zondag, de aftrap van de hittegolf, op het Zeeuwse strand aangekomen. Voor mij voelde het absoluut als een allerlaatste vakantiedag. Misschien omdat het bijna september is, omdat de colleges weer beginnen of omdat het een van de laatste zomerse dagen kan zijn. Een laatste vakantiedag aan zee dus. Alledrie de meiden waren met ons mee voor een dagje loom zonnen, zwemmen in zee, beachball, beachvolley en om gezamenlijk de zomeravond af te sluiten met een etentje aan zee. Bikini aan en een vrolijk tropisch gekleurd strandjurkje er overheen aangetrokken. Dat had ik de afgelopen zomer nog niet gedaan. Een gelukselixer! Ik had écht zin in deze stranddag. Koelbox vol koude drank en fruit mee. Stapeltje tijdschriften, parasol en natuurlijk een flesje zonnebrand factor 50. Het was heerlijk om te zwemmen in zee (en dat doe ik niet zo snel), lekker om me heen te kijken op het strand en te genieten van de warmte op mijn huid. Blote voetjes met gelakte teennagels. Heerlijk! Kon het maar altijd een stranddag zijn… Na het dineren aan zee met een verkoelend zeebriesje en een steeds warmere kleur zonlicht brachten we middelste dochter terug naar haar studentenkamer op steenworp afstand, in Middelburg. School-, werk- en studieweken staan weer voor de deur voor de meiden. Gewoon weldadig zo’n dag - vrolijker en met meer energie thuiskomen. Ik heb vandaag genoten van de overvloed aan zon die ons geschonken werd. Nu dit lichtvoetige gevoel proberen vast te houden tot ver in de herfst.…

‘Gebruiken jouw dochters pilletjes?’ werd me plompverloren gevraagd toen ik verhalen aanhoorde van zonen die hun eindexamen niet gehaald hadden en deze zomer pilletjes gebruikt hadden. In Albu. Ik kende deze mensen helemaal niet. Ik had ze net leren kennen op een verjaardag van een yogavriendin. Ik was daar in mijn eentje in de feesttuin en had me me zomaar aangesloten bij het eerste groepje dat ik tegen kwam. Het waren behoorlijk kakkineuze mensen, beetje blassé als ik dat zo mag zeggen. Er werd flink opgeschept over de kinderen die gingen studeren en bij het studentencorps gingen. Er werd zelfs opgeschept over de zonen die gezakt waren. Er vertrok er eentje dit weekend naar Australië om te werken. Wat natuurlijk héél uitzonderlijk was omdat het om een korte periode van drie maanden ging en hij was officieel nog te jong. Eigenlijk was álles opschepperig wat ze vertelden. Tijdens de uitbundige examenfeesten van hun kinderen werd er bijvoorbeeld op de bar gedanst en flink doorgezopen toen de gordijntjes van de bar gesloten werden. Zo hadden hun jonge dochters ook allemaal dezelfde beurze plekken op hun onderbenen van de Dr. Adams schoenen die ze droegen. Ik heb dit later even op mijn mobieltje op gezocht en dat zijn zwarte motorlaarzen van honderdtachtig euro. Dit tuinfeestje was in het Ginneken, een elitair buurtje van Breda. Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en vroeg aan elk van hen waar ze woonden. Allemaal in de buurt. In heel grote huizen. Eén moeder vertelde aanstellerig dat haar zoon (diegene die gezakt was) met allemaal fotomodellen het bed had gedeeld deze zomer in Albufeira. Er waren ook een aantal van die modellen naar Breda gekomen om hem op te zoeken. Uit Engeland en Italië. Allemaal bloedmooie meisjes waren het volgens zijn ouders. Ik kon gewoon niet geloven dat ik echt live bij zo’n snobistisch, vermakelijk gesprek stond! De verhalen waren zo over the top dat ik eerst dacht dat het gespeeld was. Niet echt. Ik keek naar mezelf en was blij dat ik een nieuwe blouse aangetrokken had en niet een verwassen T-shirtje. Ik wilde eerst op mijn slippertjes komen maar had op het laatste moment toch maar leren sandaaltjes aangetrokken. Daar was ik mezelf nu dankbaar voor. De een was zelfstandig interieurstyliste met zoveel werk dat ze opdrachten moest weigeren. De andere was zelfstandig coach van hoogopgeleide medici voornamelijk in ziekenhuizen. De enige man in het gezelschap was makelaar in professionele voetballers. Hij bleek zelf heel lang profvoetballer geweest te zijn bij AZ, FC Utrecht en in het buitenland. Allemaal leuke, originele beroepen vind ik. Ik heb geen last van jaloezie. Ik moest gewoon alleen maar lachen in mezelf. Eigenlijk net op het punt dat ik me om wilde draaien om weg te lopen kwam mijn lief de feesttuin in stappen. Ik stelde hem aan de dikdoenerige kakkers voor. Meteen werd hem gevraagd wat hij deed en kwam ons expat-leven ter sprake. Mijn zinvolle werk trouwens later ook. Zelfs mijn yogaschool kwam ter sprake alhoewel één van de dames natuurlijk thuis heel chique privéles kreeg, notabene van één van míjn yogaleraren. Hun kinderen hadden natuurlijk stuk voor stuk allemaal op het elitaire basisschooltje in het Ginneken gezeten. Ik ken de gruwelijke schoolverhalen van mijn vriendin waar moeders met Hummers en Defenders in hun merkkleding de kinderen dagelijks van school komen ophalen. In de loop van het gesprek bleken het best aardige mensen hoor, maar toen mijn lief later vroeg of ik niet liever in hún buurtje wilde wonen was mijn antwoord een expliciet nee. Ik vind het heerlijk om op mijn vrije dagen met mijn ongekamde, opgestoken haar in een oude joggingbroek in huis te niksen. Of op een warme dag mijn broek uit te trekken en met mijn benen omhoog in de tuin te zitten. Zonder de kans dat er een perfect uitziende buurvrouw onverwachts voor de deur staat. Heel gewoon dus. Dat kan in het verwaande Ginneken vast niet.

zaterdag 24 augustus 2019

Witte koksmutsen

I'm shy, paranoid, whatever word you want to use. I hate fame. I've done everything I can to avoid it.
- Johnny Depp

Hartkloppingen krijgt ze ervan, zegt ze. In het gezellige restaurant waar we met ons gezin deze avond zitten te eten wordt al twee keer een vuurwerktaartje bij iemand op tafel gezet. Dan zingt bijna het hele restaurant hard mee. Hieperdepiep hoera! Ik stel voor dat ik het bedienend personeel inlicht dat wij ook háár verjaardag vieren deze avond. Dat wil ze niet. Als mijn eega zegt dat hij het al heeft gedaan. Kijkt ze beduusd. Is ze even stil. En als dan blijkt dat het maar een grapje is vertelt ze dat ze dat luid zingen voor haar persoonlijk helemaal niet leuk zou vinden. Ze kreeg bij het idee al hartkloppingen. Dat weten we natuurlijk allang. Geen spotlights voor haar. Al hebben we dat precies tien jaar geleden in Afrika onbedoeld wel een keer gedaan. Uit de keuken van de camping in Etosha National Park kwam steeds meer personeel. Luid zingend en swingend in een stoet van witte koksmutsen op haar af. Met een mégagrote taart voorop. Daarop brandende ‘happy birthday’ kaarsjes, meegebracht uit Holland. De taart was daar vers in de keuken bereid. Voor haar. Negen jaar oud. Of jaren later in de Peruviaanse hoofdstad Lima in een restaurant gelegen aan het eind van een houten pier in de Grote Oceaan. Allemaal Spaans zingend bedienend personeel om haar heen met voor haar op tafel een schoteltje met een klein taartje en een brandend kaarsje. Wat dat betreft is ze niet zoveel veranderd in de loop der jaren. Geen speciale aandacht voor haar. Wat andere dingen betreft is ze wel gegroeid. Aankomende week begint de introductieweek van haar universiteit en zij, als tweedejaars én chair van de sport activiteiten, zal de hele groep eerstejaars moeten toespreken door een megafoon. Daar heeft ze dan helemaal geen problemen mee, zegt ze. Ze is vandaag speciaal een dag langer thuis zodat we cadeautjes op het grote bed kunnen doen zoals we dat altijd doen. Ze houdt heel erg van rituelen. Als we thuis taart hebben gegeten staan onverwachts wat vriendinnen van de middelbare school voor de deur. Met een taart. Vertederend. Dat typeert haar, ze is heel trouw aan haar vrienden. Morgenochtend pakt ze de trein naar het kneuterige Middelburg. Ze houdt van die plek. Ze leent mijn grote backpack om al haar zomerkleding, verjaardagscadeaus en schoenen mee naar huis te torsen. Niet die hele grote rugzak van haar vader. Dan zou íedereen haar herkennen als dat meisje met die megagrote backpack. Uh, iedereen? In Middelburg lopen alleen maar studenten van haar uni op straat, zegt ze. Dénkt ze. Ook dat is weer typerend voor ons gevoelige, middelste kind. Negentien jaar nu.

We hadden een ongenode gast in huis. In de keuken welteverstaan. We kregen een van de laatste dagen van onze reis een berichtje van de huisoppassers. Er was een muis gesignaleerd. In ons straatje is deze zomer een overlast aan veldmuizen. Ik had Tossie, onze volwassen poes, al in de voortuin zien spelen met zo’n kleine muis. En de buurman zag ze volop in zijn achtertuin lopen. Eén veldmuisje was dus per ongeluk in onze keuken terecht gekomen. Een walhalla voor de muis! Elke dag een schaaltje met de heerlijkste verse kattenbrokjes en elke dag fris, koud water in een bakje ernaast. Eenmaal thuis van de roadtrip vond ik aangevreten theedoeken en handdoeken in de kast liggen. Ook een theedoek met een gele plas erin… Overal piepkleine keuteltjes tussen de spulletjes in de kast. Zelfs aangevreten vaatwasserblokjes… De muis leefde in ons keukenblok, zoveel was ons duidelijk. De volgende dag snel een doosje met muizengif geplaatst. En de inhoud van de kastjes verplaatst naar de bijkeuken. Kattenvoer die nacht in de voorkamer gezet en de schuifdeuren goed gesloten. We vonden de volgende ochtend toch nieuwe keuteltjes. De kittens snuffelden door de kastjes. Nog een dag later was er geen veldmuis meer te bekennen. Drie katten in huis en tóch een veldmuis die een paar dagen in de keuken kan overleven! De kleintjes kunnen nog niet jagen. Wellicht leren ze het ook nooit. Onze oude Woester - van hetzelfde ras - heeft nooit gejaagd in zijn leven. Sterker nog, hij was al bang voor een torretje! Tossie daarentegen kan heel erg goed jagen. Ze kan uren aan de overkant van de straat geconcentreerd naar muizen speuren. Ze vangt ze, bijt ze dood en legt ze dan als trofeeën op de deurmat. De kittens mogen echter niet aan de voorkant van ons huis buiten spelen. Ze zijn heel nieuwsgierig naar de oude poes die bij ze in huis woont, maar die ze nauwelijks ontmoeten. Ze zien haar door het voorraam op de tuinbank slapen, maar kunnen geen contact met haar maken. Mevrouw wil het nog steeds niet. Ze heeft een maand lang elke nacht buiten geslapen op een kussen in de vestibule. Nu slaapt ze weer gezellig vaak thuis. Met de huiskamerdeur hermetisch gesloten. Gezellig met z’n drieën jagen op een verdwaalde veldmuis in de keuken zit er voorlopig niet in …

zaterdag 17 augustus 2019

Welke zwoele zomernachten?

“It always rains on tents. Rainstorms will travel thousands of miles, against prevailing winds for the opportunity to rain on a tent.”
― Dave Barry

Zwoele, zotte zomernachten hebben we de afgelopen vier weken niet beleefd in het hoge Noorden. Eerder koele of stormachtige nachten… De stormband voor de bustent hadden we in ieder geval niet voor niks aangeschaft. Onze roadtrip van een maand leidde ons helemaal ter hoogte van een derde van Noorwegen. De plek waar in de zomer bijna de zon niet onder gaat. De plek met torenhoge watervallen waar je ook maar kijkt. De plek waar de bergen hun eeuwige sneeuwmuts - zelfs hartje zomer! - nog op houden. Zó noordelijk in Europa dat er zelfs geen snelwegen meer zijn. Dat je soms, om de weg te vervolgen, een veerboot over een fjord moest nemen. Of door doodenge, smal uitgehakte en onverlichte tunnels moest rijden. Sowieso - om er überhaupt te komen - hebben we een veerboot moeten nemen waar we een nacht op geslapen hebben. Rust en ruimte. De bossen daar zijn zó diep, verlaten en stil dat we onderweg herten en zelfs een vos voor de auto zagen oversteken. En onze antieke kampeerbus heeft echt geen stille motor hoor! Dit land heeft twaalf sensationele autoroutes en daarvan hebben wij er een aantal met de oude Volkswagen gereden. Langs gletsjers en ijskoude, groenblauwe fjorden. Langs twaalf scherpe, steile haarspeldbochten… Heel overdonderend. Ons antieke hippiebusje heeft ons niet in de steek gelaten. Ook niet met het gewicht van vijf volwassen lijven, drie tenten en voor vijf personen bagage voor alle weertypen. Ze heeft ons er moedig doorheen geloodst.

In Noorwegen zijn plekjes in de natuur met veel dazen, wespen of muggen. Echt outdoor zullen we maar zeggen. Jeuk hoorde er tijdens de trip dus helaas ook soms bij. Regen ook. We hebben de eerste week het regenwater met bakken uit de lucht zien vallen en onder de tent door zien stromen. Zo erg dat wij met onze voeten in slippertjes in tien centimeter diepe regenplassen stonden. Ín de bustent! Toch hebben we de speciaal aangeschafte regenjassen uiteindelijk maar tijdens één wandeling aan hoeven trekken. Zelfs in de havenstad Bergen waar het 320 dagen per jaar regent hadden wij een zonovergoten dag. De zon reisde met ons mee. In het Noorse, sprookjesachtige landschap mag je overal wild kamperen. En nog veel spannender; je mag overal kampvuurtjes bouwen van sprokkelhout. Het buitenleven in de zomer is er fantastisch! Wandelen, fietsen, suppen, vissen, jagen, kanoën, barbecuen, roeien, wilde dieren spotten en kampvuur bouwen. Wij hebben genoten. De avonden zijn in het Noorden van Noorwegen vaak koud: dikke vesten, een bodywarmer, ons kacheltje en veel fleecekleden zijn geen overbodige luxe geweest om mee te slepen. We kookten vrijwel alle avonden in een grote algemene keuken op de camping. Meerdere fornuizen met ovens en grote eettafels. Veel comfortabeler dan buiten voor de bus op een gastelletje. Veel variatie in groenten is daar echter niet te vinden. Een paprika kostte daar zelfs 6,50 euro! De dagelijkse boodschappen zijn er heel erg duur. Restaurantjes zie je er buiten de stad amper. Geen strandpaviljoens, terrasjes of ijsjesverkopers gezien. Lange broeierige zomeravonden hebben we dus niet gekregen. Máár…dat zou me er echt nóóit van weerhouden om niet nóg een keer naar de overweldigende, ongerepte natuur in Noorwegen te rijden!

vrijdag 9 augustus 2019

Starend naar zee

I like a good story and I also like staring at the sea - do I have to choose between the two?
- David Byrne

Ik heb net foto’s gemaakt van de twee jongste telgen in hun bikini springend in de hoge golven van de grijze, lauwe Noordzee. Eenmaal lezend op mijn handdoek op het witte strand trek ik steeds meer kledingstukken uit. Eerst alleen mijn lange broek. Ik heb toch een zwarte slip aan. Niemand die het opmerkt onder mijn zwarte t-shirtje. Niet veel later trek ik toch ook maar mijn t-shirt uit. De bewolkte lucht is helemaal opengebroken. De zon is hier krachtig aan de Deense kust. Ik draag een zwart BHtje dus liggend op mijn handdoek ziet dat er niet vreemd uit. Bovendien...zo druk is het hier helemaal niet. Er zijn ook geen strandpaviljoenen, parasols of ligbedjes op het strand. Heel natuurlijk allemaal. De tegenstelling met Noorwegen kan niet groter zijn. De bijna rimpelloze, ijskoude aquagroene Noorse fjorden waarvan het water te koud is om in te zwemmen. Geen witte, lange zandstranden maar kleine kiezelstrandjes of een houten pier. Rondom bergen. Dezelfde avond zitten we verscholen in een duinpan naar de zonsondergang in de Noordzee te kijken. Met z’n vijfjes zittend op een picnickleed en een fleecekleed over onze benen. We hebben een thermoskan thee mee en een pak koekjes. De zon zakt, maar er schuift een wolk voor en uiteindelijk zien we alleen mooi zachtroze-oranje zwemen licht over de hemel. Geen groen Noorderlicht. We zijn al helemaal afgezakt naar het midden van Denemarken. Jutland. We staan met de Volkswagenbus achter de met helmgras begroeide duinen. Er staat flink veel zeewind, daardoor trekt de lucht snel open. De eerste ochtend na onze aankomst waren we voorbereid op veel regen. Regenjassen lagen klaar toen we naar bed gingen voor het geval dat we in de nacht door de regen naar het toiletgebouw moesten. Verbaasd waren we toen we gewekt werden door zonnestralen! De zon blijft kennelijk met ons meereizen. We ontbijten en lunchen uiteindelijk de meeste dagen naast de bustent. In de luwte van de zeewind. We maken heerlijke strandwandelingen. Zeelucht. Mijn lief en ik fietsen zes kilometer op onze vouwfietsjes door ‘t zonnetje naar het dichtstbijzijnde dorp Hvide Sande. Een nietszeggend dorp aan zee met een behoorlijk grote haven waar net een grote houten driemaster aanlegt wat zorgt voor wat aanloop van toeristen. We zitten samen op een zonnig terras kijkend naar de bedrijvigheid op de kade onder het genot van een Deens taartje en een drankje. We hebben de verlaten, ruige natuur van Noorwegen achter ons gelaten. Op onze allerlaatste dag in Denemarken is het weer zeer onstuimig. Zomaar, tussen de zonnestralen door, plenst het ineens. Het stormt flink hard. Bijna veertig kilometer per uur. De afgelopen nacht ging de bustent flink tekeer. Ook onze hippiebus kraakte en piepte wat af. Ik sliep er lekker doorheen. Ondanks de vurigheid van de hoosbuien fietsen mijn lief en ik uren te midden van de Noordzee en een groot fjord. Fietstochten door de Deense duinen in plaats van wandeltochten door de Noorse bergen.

“Dat zag er prachtig uit!” zegt de Duitse vrouw op het strand. “Jullie in de zee met die zeehond in jullie armen. In het zachte licht van de ondergaande zon.” Mijn lief en ik stonden met onze lange broeken aan tot onze knieën in de Noordzee. Inderdaad, in onze armen lag een jonge zeehond. Ingerold in ons picnickleed. Mijn rugzakje, camera en onze schoenen lagen op het strand. De Duitse vrouw met de hond zou er een oogje op houden. Eerder kwam haar tienerzoon ons tegemoet toen we niet lang voor zonsondergang samen langs de vloedlijn aan het wandelen waren. Of we wilden helpen de zeehond in zee te dragen. Zijn moeder kon natuurlijk niet helpen vanwege de hond aan de lijn. Het diertje was bang dus om te voorkomen dat hij ons zou bijten rolden we hem in ons picnickleed. Op het moment dat we de zeehond uit het kleed het water in lieten glijden maakte hij weer rechtsomkeert naar het strand. Toen zagen we ook dat hij gewond was in zijn wang... De arme zeehond kruipt uit de zee het strand op. Op dat moment komt er een Duitse man het duin afrennen richting ons. We moeten de zeehond laten rusten. Als het beest er aan toe is zal hij zélf de zee weer opzoeken. Fair enough. Dus pakken we onze spullen weer op en lopen verder in onze natte broeken. Zou de jonge zeehond ‘t redden tot de nieuwe morgen?

Hvide Sande - 8 augustus 2019

maandag 5 augustus 2019

A world of mountains

“I just want to live in a world of mountains, coffee, campfires, cabins, and golden trees, and run around with a camera and notebook, learning the inner workings of everything real.”
– Victoria Erickson

Buiten op een campingstoeltje met een warme joggingbroek aan, een t-shirt met lange mouwen én een dik vest eroverheen. Dáároverheen voor het eerst deze reis zelfs een warme bodywarmer! Capuchon over mijn hoofd. En een warm fleecekleed over mijn benen die lekker op een krukje liggen. Heel comfy. Buiten op de camping. Het is laat en bijna donker. Ik lees mijn boek, maar kijk meer om me heen. Recht voor me kijk ik uit op een van de grootste bergmeren van Noorwegen. Tinnsjå. Een van de diepste meren van Europa. Een prachtig silhouet van diverse bergen tekent zich af in het blauw van de late avondschemering. Veel bedrijvingheid om me heen. Er worden kampvuurtjes op het kiezelstrand gemaakt zoals wij zelf ook een avond hebben gedaan. Van sprokkelhout. Men zit op houten bankjes gemaakt van omgezaagde boomstammen er omheen. Mensen maken voor hun kleine tentjes een barbecue om worstjes en kippenvleugeltjes te braden. Mensen in hun slaapzak op een stoeltje of liggend op een matje. Ondanks de koude wind van het water en de snel afkoelende temperatuur is iedereen buiten. Kaarsjes op tafel. Kop hete thee. Heel knus allemaal. Ik geniet ervan. Dit ritueel was elk van de vijf nachten hetzelfde. Overdag heel warm. Licht bewolkt. De zon is kennelijk steeds met ons mee gereisd. We hebben een paar stranddagen gepakt op deze sportieve camping, maar we hebben ook twee keer een mooie bergtop bereikt. Een keer met magnifiek uitzicht op het grote bergmeer en de omliggende bergen waarvan de zachte pieken en kammen naar de hemel golfden. Het was verschrikkelijk zweten om op de top te komen. We hebben de waterfles opnieuw gevuld met het koud stromende water uit een beek. Ik zag elandenkeutels op het pad en dacht er zelfs een te horen... Er was onderweg een uitzichtpunt wat er gevaarlijk glad en diep uitzag. Ik durfde zelf, vanwege mijn pijnlijk gekneusde ribweefsel, niet verder af te dalen voor een fotootje. Dus ging oudste dochter heel stoer het avontuurlijke pad naar beneden. Terwijl ik veilig achter een stevig gewortelde boom wachtte op haar terugkomst. Ik kon het niet laten om met haar mobieltje háár stiekem te fotograferen. Fraaie foto geworden!

We stappen in een knalrode, wiebelige cabine van een kabelbaan die uit 1929 dateert. We laten ons naar een kilometer hoogte brengen waar we uitstappen om de Solstein bergwandeling van ruim vier kilometer te gaan maken. Solstein betekent heel toepasselijk ‘pad van de zon’. Het is onze allerlaatste dag aan het grote imposante bergmeer. Elke dag zou er regen gaan vallen, en elke dag hebben we voortreffelijk weer gehad. Zo ook vandaag. Het dorp Rjukan waar de kabelbaan gelegen is heeft jaarlijks maar een half jaartje zonlicht. De rest van het jaar ligt het in de schaduw van de omliggende bergen. Dat hebben ze creatief opgelost door enorme spiegels in de bergen te plaatsen die de zonnestralen op het dorpse marktplein weerkaatsen. Onder het spiegelglas zitten zonnecellen verwerkt die energie leveren voor het draaien met de zon mee van de spiegels. Als we boven komen starten we het aantrekkelijke, hellende bergpad dat gemaakt is van leistenen treden. Zo stijgen we nog wat hoger op de berg. Boven komen we een leuke leistenen zonnewijzer tegen. En uitzicht op de hoge Haustatoppen en het indrukwekkende Hardanger national park waar we een tijdje terug doorheen gereden zijn om hier te komen. De wandeling eindigt weer bij de cabinelift, maar we gaan eerst lunchen. Jongste en ik maken zelf wafels waar we brunost op smelten, room erop en een zoet laagje bessenjam. Brunost is een Noorse geitenkaas die gecarameliseerd is en heel zacht van smaak is. Heel erg smullen, maar ook heel erg zwaar op de maag. Gelukkig hoeven we alleen nog maar met het wiebelende liftje de berg af....

Tinn Austbygd - 4 augustus 2019

vrijdag 2 augustus 2019

Bergen area

‘And I shall watch the ferry boats, and they’ll get high,
On a bluer ocean against tomorrow’s sky,
And I will never grow so old again,
And I will walk and talk, in gardens all wet with rain.’

- Van Morrison

We stappen de trein uit en stappen zo het zonnige centrum van het havenstadje Bergen in. Een van de highlights van deze rondreis. We slenteren een toeristisch marktje over en lopen dan naar de pier waar een mooi uitzicht op de oude werf is. Bryggen. De overbekende typisch gekleurde houten huisjes uit de zeventiende eeuw. De zon schijnt erop en dat is best uniek gezien de 320 regendagen per jaar hier! In de baai liggen enorme cruiseschepen. Aan de kade zien we vooral motorboten van toeristen. We slenteren over de vismarkt waar we ook walvis te koop zien. Noorwegen mag nog op walvis jagen vanwege research. Dit is niet de eerste keer dat we walvis te koop zien of op een menukaart zien staan. We halen wat te drinken en zitten lekker op de bankjes op de kade. Een stadsplattegrondje voor onze neus. We willen wat oude straatjes zien geplaveid met kinderkopjes. We slenteren door de knusse steegjes achter de werf. We ploffen neer voor een lunch op een zonovergoten terras op de Bryggen. Natuurlijk bestellen we Noorse zalm, Noorse garnalen en vissoep. We ontdekken een wat afgelegen superleuk kledingboetiekje met supersale waar we helemaal los gaan. We nemen de tijd. Mijn lief zit buiten op het terrasje dat erbij hoort. Tevreden met een tas vol aankopen halen we ijs en relaxen we in een parkje bij de haven. Een koel briesje komt van zee. Als we eind van de middag rond het fort gewandeld hebben maken we onze weg naar een jaren ‘50 rock ‘n roll dinner die we op de heenweg al gezien hebben. Jongste wilde heel graag milkshakes bestellen hier. Natuurlijk nemen we er hamburgers bij. Halverwege de avond zijn we weer terug op de boerderijcamping. Lekker zo‘n dagje in de stad als je al weken tussen het mooie groen bivakkeert.

Vlakbij deze boerderijcamping met aardbeivelden, schaapjes, kippen en twee paarden is het startpunt van een bergwandeling. Het is heel warm vandaag en eind van de dag zou het gaan regenen dus gaan we meteen na de lunch op pad. De twee jongste meiden willen deze keer niet mee. We parkeren de bus bij grote watervallen en een poel waar volop gezwommen en gespetterd wordt. Het doel is de redningshytten op de hoogste berg Gullfjelet hier in het gebied rondom het stadje Bergen. Wandelen is goed voor het herstel van mijn kneuzing, maar klimmen zie ik niet zitten. Het blijkt een geweldige keuze te zijn. We lopen op een rustig tempo door een droge rivierbedding naar boven. De route is goed aangegeven met houten bordjes. We wandelen tussen de schapen met bellen om hun nek. We doen er iets langer dan een uur over voordat we bij de berghut zijn. Geweldig uitzicht op de bergen rondom. De lucht betrekt. We drinken wat en eten de meegebrachte koekjes en dan gaan we gauw terug. Het begint te onweren. De wolken pakken zich steeds meer bijeen. Als we onderaan de berg zijn begint de motregen. Op de camping is het nog droog ookal zien we de mist van de bergtoppen naar beneden kruipen. De boer haalt zijn paarden van het land en waarschuwt ons dat er slecht weer op komst is. Heel spoedig. Ook wij ruimen alles op in de bus. Als we in de grote, gezellige keuken pannekoeken aan het eten zijn begint het. In no time staan onze twee tentjes in een enorme plas regenwater. We mogen de twee tentjes van de boer in zijn schuur zetten. De hele nacht regent het. De volgende ochtend pakken we de rest van onze spulletjes in en zakken we een dag eerder dan gepland af naar beneden. Voor het eerst tijdens deze roadtrip hebben we gedurende de prachtige route door national park Hardanger warme vesten aan, comfortabele dekens over de bank en zelfs het kacheltje aan in de bus.

Tinn Austbygd - 31 juli 2019