- Ralph Waldo Emerson
Stel je eens voor
om rustig rond te dobberen op een mooie rivier in de jungle van Belize en dat
die rivier je door twee grotten mee neemt om daarna weer verder te dobberen
onder de zon. Je drijft op een grote opgeblazen band en je gaat grotten in waar
de Maya´s honderden jaren geleden ook al kwamen met hun fakkels om offers te
brengen aan de goden van de onderwereld. Dit hebben wij gedaan met gids Israël
die ons meenam op deze rivier. Zaklampen op ons hoofd, tubes aan elkaar gebonden zodat we onze handen vrij hadden. Onze
camera in een waterdichte tas, waterflesjes mee, DEET op ons lichaam en toen
vertrokken we. Eerst moesten we met de tubes
onder onze arm naar de eerste grot wandelen waar we vanaf een vlot te water
gelaten werden. Het was erg rustig gelukkig, er was dit keer geen cruiseschip
aangemeerd in Belize City. (waardoor het vol loopt met toeristen) Het was een
heerlijke ervaring, en erg bijzonder. Net zoals ons bezoek aan Mayastad Caracol.
Er was ons schrik aangepraat door hotelgasten die al eerder de trip naar
Caracol hadden gemaakt. Ook onze reisgids Lonely Planet schreef een advies om
in convooi te rijden. Een reserveband moest in de auto aanwezig zijn en vooral
ook veel water, want in de outback is
helemaal niks te koop. Wij zijn dol op avonturen en laten ons niet zo snel
afschrikken. Voor de zekerheid vertrokken we op tijd, met een grote koelbox van
het hotel met onze lunches erin, zodat we op tijd konden aansluiten bij een
militaire colonne. Dit gebeurt om de bezoekers aan Caracol te beschermen tegen
rovers. (uit Guatemala) De weg naar Caracol was inderdaad bar slecht, rode klei
met veel losse keitjes en kuilen. De weg werd steeds smaller binnen het natuurreservaat
Mountain Pine Ridge waar we doorheen gingen en toen we eenmaal in colonne het
laatste stuk de diepe jungle inreden was er nog een modderig weggetje over om
over te rijden die verrassend eindigde in zo´n tien kilometer geasfalteerde weg
naar de ingang van de Mayastad. En daar viel je mond open van verbazing. Daar -
in de diepe, nog mistige jungle - lag een geweldige stad met piramides en
paleizen. Een stad waar zo´n 150.000 indianen hebben gewoond, imposant! Geen
bordjes of bestraatte paadjes die je rondleiden, welnee! Alles in de jungle, de
tekening in de Lonely Planet leidde ons rond. De hoogste piramide die we
beklommen is nu nog steeds het hoogste gebouw van Belize. Het uitzicht was
adembenemend! Terug hebben we niet gewacht op het militaire convooi, we zijn
met twee andere auto´s zelfstandig vertrokken. We zijn gestopt bij een verlaten
slaapstadje waar tientallen jaren terug houthakkers woonden met hun gezin.
Gordijntjes wapperden nog voor de ramen. Toen er bij een huisje de voordeur
openstond zijn Inden, Maren en ik heel nieuwsgierig binnen gaan kijken. Best
eng met krakende deuren die piepend bewogen op de tocht.. Vlakbij Augustin, het
verlaten dorp, was een grot met een rivier Frio Río waar je kon zwemmen. Het
was verlaten en leeg en we hebben het heel spannend op eigen houtje verkend.
Dat is waar we van houden: avontuur!
Door het land van
de tapirs liepen we in zo´n drie kwartier naar de ingang van grot Actun
Tunichil Muknal, drie rivieren moesten we daarvoor doorsteken. (en eentje met
de auto) De grot, waar we pas drie uur later weer uit zouden komen... Dit
avontuur begon echter met een echt frisse duik in de rivier die door de mond
van de grot stroomt, zo´n vijf meter moesten we zwemmen met een helm op,
lantaarn over de helm en met onze kleding en schoenen aan. Daarna klommen we
eruit en kropen, klommen, gleden en waadden ons zonder daglicht door de
onderwereld van de Maya´s. Hier in het aardedonker aanbeden ze hun goden van de
onderwereld, Xibalba. Ze maakten zich op hun allermooist op, namen hun beste
voedsel mee in hun mooiste aardewerk en voerden hun rituelen uit met een
sjamaan, hallucinerende paddestoelen en alcohol. Ook wij werden door gids
Patrick prachtig opgemaakt met roodbruine tekeningen op ons gezicht. Patrick
verbaasde ons met schaduwen van steenformaties van een Mayaman, -vrouw, baby en
zelfs een moeder met baby. Een kilometer verder lopen, zwemmen en klimmen
kwamen we in een grote ronde ruimte met geweldige stalagtieten, het leek wel
een balzaal inclusief chandelier! Hier werden de offers gebracht, alle potten
stonden er nog. Kapot geslagen dat wel, want de ziel moest bevrijd worden. Dat
de Mayabevolking het destijds steeds zwaarder te verduren kreeg zie je aan de
offers. Eerst was het voedsel, later bloed van vrouwen en mannen dat afgenomen
werd met een naald die gemaakt was van de ruggegraat van een zeerog. Veel later
werden er mensen geofferd, er was toen al sprake van droogte, ziekte en
oorlogen met andere Mayanederzettingen. Zeventien skeletten zijn er in de grot gevonden,
de laatste lag helemaal ongeschonden boven in de grot. Een tienermeisje, the cristal maiden, die vrijwillig
geofferd werd. We hebben nog nooit zoiets indrukwekkends gezien - niks was er
verwijderd in de grot. Alles ligt nog open en bloot op dezelfde plek als waarop
het zo´n 25 jaar geleden aangetroffen werd, ongelofelijk! Zoveel meer
indrukwekkend dan onder een glazen vitrine in een museum. De terugweg was lichamelijk
weer een uitdaging: smalle gleuven waar we ons doorheen moesten murwen, zwemmen
en klauteren over gladde keien. Uit de grot liepen we uiteindelijk, met ons
hoofd vol van een unieke levenservaring, regelrecht een tropische regenbui in.
Het maakte niets uit, we waren toch al doorweekt. Met mijn drijfnatte
Palladiums stapte ik nog een half uur dwars door elke modderplas huiswaarts. De ultieme regenwoudervaring!
Park Flora, 23 juli 2013