woensdag 24 juli 2013

Avontuur in Belize-jungle

Live in the sunshine, swim the sea, drink the wild air.
-          Ralph Waldo Emerson

Stel je eens voor om rustig rond te dobberen op een mooie rivier in de jungle van Belize en dat die rivier je door twee grotten mee neemt om daarna weer verder te dobberen onder de zon. Je drijft op een grote opgeblazen band en je gaat grotten in waar de Maya´s honderden jaren geleden ook al kwamen met hun fakkels om offers te brengen aan de goden van de onderwereld. Dit hebben wij gedaan met gids Israël die ons meenam op deze rivier. Zaklampen op ons hoofd, tubes aan elkaar gebonden zodat we onze handen vrij hadden. Onze camera in een waterdichte tas, waterflesjes mee, DEET op ons lichaam en toen vertrokken we. Eerst moesten we met de tubes onder onze arm naar de eerste grot wandelen waar we vanaf een vlot te water gelaten werden. Het was erg rustig gelukkig, er was dit keer geen cruiseschip aangemeerd in Belize City. (waardoor het vol loopt met toeristen) Het was een heerlijke ervaring, en erg bijzonder. Net zoals ons bezoek aan Mayastad Caracol. Er was ons schrik aangepraat door hotelgasten die al eerder de trip naar Caracol hadden gemaakt. Ook onze reisgids Lonely Planet schreef een advies om in convooi te rijden. Een reserveband moest in de auto aanwezig zijn en vooral ook veel water, want in de outback is helemaal niks te koop. Wij zijn dol op avonturen en laten ons niet zo snel afschrikken. Voor de zekerheid vertrokken we op tijd, met een grote koelbox van het hotel met onze lunches erin, zodat we op tijd konden aansluiten bij een militaire colonne. Dit gebeurt om de bezoekers aan Caracol te beschermen tegen rovers. (uit Guatemala) De weg naar Caracol was inderdaad bar slecht, rode klei met veel losse keitjes en kuilen. De weg werd steeds smaller binnen het natuurreservaat Mountain Pine Ridge waar we doorheen gingen en toen we eenmaal in colonne het laatste stuk de diepe jungle inreden was er nog een modderig weggetje over om over te rijden die verrassend eindigde in zo´n tien kilometer geasfalteerde weg naar de ingang van de Mayastad. En daar viel je mond open van verbazing. Daar - in de diepe, nog mistige jungle - lag een geweldige stad met piramides en paleizen. Een stad waar zo´n 150.000 indianen hebben gewoond, imposant! Geen bordjes of bestraatte paadjes die je rondleiden, welnee! Alles in de jungle, de tekening in de Lonely Planet leidde ons rond. De hoogste piramide die we beklommen is nu nog steeds het hoogste gebouw van Belize. Het uitzicht was adembenemend! Terug hebben we niet gewacht op het militaire convooi, we zijn met twee andere auto´s zelfstandig vertrokken. We zijn gestopt bij een verlaten slaapstadje waar tientallen jaren terug houthakkers woonden met hun gezin. Gordijntjes wapperden nog voor de ramen. Toen er bij een huisje de voordeur openstond zijn Inden, Maren en ik heel nieuwsgierig binnen gaan kijken. Best eng met krakende deuren die piepend bewogen op de tocht.. Vlakbij Augustin, het verlaten dorp, was een grot met een rivier Frio Río waar je kon zwemmen. Het was verlaten en leeg en we hebben het heel spannend op eigen houtje verkend. Dat is waar we van houden: avontuur!
Door het land van de tapirs liepen we in zo´n drie kwartier naar de ingang van grot Actun Tunichil Muknal, drie rivieren moesten we daarvoor doorsteken. (en eentje met de auto) De grot, waar we pas drie uur later weer uit zouden komen... Dit avontuur begon echter met een echt frisse duik in de rivier die door de mond van de grot stroomt, zo´n vijf meter moesten we zwemmen met een helm op, lantaarn over de helm en met onze kleding en schoenen aan. Daarna klommen we eruit en kropen, klommen, gleden en waadden ons zonder daglicht door de onderwereld van de Maya´s. Hier in het aardedonker aanbeden ze hun goden van de onderwereld, Xibalba. Ze maakten zich op hun allermooist op, namen hun beste voedsel mee in hun mooiste aardewerk en voerden hun rituelen uit met een sjamaan, hallucinerende paddestoelen en alcohol. Ook wij werden door gids Patrick prachtig opgemaakt met roodbruine tekeningen op ons gezicht. Patrick verbaasde ons met schaduwen van steenformaties van een Mayaman, -vrouw, baby en zelfs een moeder met baby. Een kilometer verder lopen, zwemmen en klimmen kwamen we in een grote ronde ruimte met geweldige stalagtieten, het leek wel een balzaal inclusief chandelier! Hier werden de offers gebracht, alle potten stonden er nog. Kapot geslagen dat wel, want de ziel moest bevrijd worden. Dat de Mayabevolking het destijds steeds zwaarder te verduren kreeg zie je aan de offers. Eerst was het voedsel, later bloed van vrouwen en mannen dat afgenomen werd met een naald die gemaakt was van de ruggegraat van een zeerog. Veel later werden er mensen geofferd, er was toen al sprake van droogte, ziekte en oorlogen met andere Mayanederzettingen. Zeventien skeletten zijn er in de grot gevonden, de laatste lag helemaal ongeschonden boven in de grot. Een tienermeisje, the cristal maiden, die vrijwillig geofferd werd. We hebben nog nooit zoiets indrukwekkends gezien - niks was er verwijderd in de grot. Alles ligt nog open en bloot op dezelfde plek als waarop het zo´n 25 jaar geleden aangetroffen werd, ongelofelijk! Zoveel meer indrukwekkend dan onder een glazen vitrine in een museum. De terugweg was lichamelijk weer een uitdaging: smalle gleuven waar we ons doorheen moesten murwen, zwemmen en klauteren over gladde keien. Uit de grot liepen we uiteindelijk, met ons hoofd vol van een unieke levenservaring, regelrecht een tropische regenbui in. Het maakte niets uit, we waren toch al doorweekt. Met mijn drijfnatte Palladiums stapte ik nog een half uur dwars door elke modderplas huiswaarts.  De ultieme regenwoudervaring!     

Park Flora, 23 juli 2013