woensdag 17 juli 2013

Muggenaanval

Not just beautiful, though – the stars are like the trees in the forest, alive and breathing. And they´re watching me.
- Haruki Murakami

“Snel de auto in! Deuren dicht!” We staan pal voor het Hilton Hotel in Villahermosa. We worden aangevallen door een zwerm heel kleine minimugjes, die juist heel grote muggenbulten achterlaten. We hadden ons heerlijk laten verwennen met een nachtje luxe hotel vlak voordat we de Lacandón jungle zouden intrekken. Na een middag aan een prachtig zwembad doorgebracht te hebben, en een goede nachtrust, pakten we ´s ochtends onze bagage weer achterin de auto. En toen dus die vreselijke muggenaanval! Ook in de inmiddels afgesloten auto moesten we minimugjes dood slaan. Nadat we de Nederlandse azaron en DEET uit de medicijnendoos tevoorschijn gehaald hadden, waren we klaar voor een groen ritje door de jungle. Met Bruno Mars en One Direction meezingend reden we voorbij verraderlijke topes (drempels) en militaire checkpoints. Dit laatste omdat we langs de grens met Guatamala rijden, en dat betekent dagelijks illegale immigranten en drugstransport. We slapen twee nachten in een primitief huisje in de jungle vlakbij een Mayadorpje. De Mayafamilies die hier wonen beheren vaak een campamento aan rivier Lacanjá, en wij logeren bij Ricardo en zijn familie. Een prachtig blauwheldere cenote op twaalf minuutjes lopen van ons huisje. Bijzonder stille nachten (alleen wat vogelgeluiden), volle sterrenhemels en romantische vuurvliegjes. Ik zit af en toe heerlijk rustig op de veranda voor me uit te staren, ook tijdens een tropische bui. Niemand houdt het buiten bij me uit, ze worden gestoken door insecten. Maar dat is kennelijk een bijwerking van de bloedverdunners...muggen lusten mijn bloed niet! We maken op een ochtend een wandeltocht van zo´n drie uur met gids Alfredo door het natte regenwoud waar we vol modder en zweet van terug komen. Ookal hebben we onderweg gezwommen bij een grote, koele waterval. Ons doel van de wandeltocht was een kleine Maya tempel waar we een oude vergeelde foto van zagen hangen in de open eetruimte van de campamento. Ricardo vertelde dat de indiaan met lang haar en de lange jurk zijn vader is die deze maand precies een jaar terug overleden is. De tempel is klein en erg afgelegen, maar sinds Bonampak hier zo´n vier kilometer vandaan gelegen is kunnen wij ons zo voorstellen dat deze tempel bij een kleine nederzetting behoorde waar arbeiders woonden die aan de bouw van Bonampak mee gewerkt hebben. Ricardo vertelde ons helaas ook, tijdens het eten, dat de grensovergang naar Guatamala (hier vlakbij) alleen met een lancha kan. Daar had ik al een tijdje mijn hoofd over gebroken: dat we de Ucumacinta rivier moeten oversteken dat begreep ik wel, maar in de Lonely Planet stond niet duidelijk beschreven dat auto´s niet mee kunnen. We moeten dus een uurtje terug rijden en in El Ceibo zullen we de grens naar Guatamala over kunnen steken. Ricardo kan niet lezen dus vroeg ons steeds een plaatsnaam op de wegenkaart aan te wijzen en dan legde hij uit waar we moesten zijn. Ik denk dat veel indianen in dit dorpje analfabeet zijn, maar daarentegen veel geschiedenis in dit dorp vol familieleden! Ricardo vertelde vol trots dat ze allemaal puur Maya-indianen zijn en ook Mayataal met elkaar spreken. Een prachtige oude cultuur met veel geschiedenis waar ze trots op zijn, en waar ze ook trots op mógen zijn!

Lacanjá Chansayab, 15 juli 2013