woensdag 2 januari 2013

Fresco

The silence of nature is very real. It surrounds you, you can feel it.
-   Ted Trueblood
In alle vroegte, het was nog donker met een volle maan, vertrokken we op weg naar twee avontuurlijke plekken. We gingen zo ver de jungle in dat er geen benzinepompen meer zouden zijn. Wel worden er voor noodgevallen plastic tanks met benzine door bewoners  langs de weg aangeboden. Er komen hier niet veel particuliere auto´s, alleen taxibusjes of reisbussen. We hadden de tank  helemaal vol gegooid, een 10 liter waterfles achter in de auto gezet en voldoende snacks voor een heel lange, warme dag meegenomen. Onderweg zagen we de koperen zon opkomen boven de Lancandón jungle (waar ook jaguars en tapirs leven!)  Zo´n twaalf kilometer voor de bewuste Maya ruïne moesten we onze auto parkeren en overstappen in een oud krakkemikkig autootje van Maya indiaan Rogelio, die naast Spaans ook Maya sprak met zijn familie en dorpsgenoten. We waren zo vroeg dat er nauwelijks nog andere bezoekers waren en dat we de brulaapjes in de bomen hoorden brullen. Deze ruïnes zijn nog maar in 1946 per ongeluk ontdekt door een rubbertapper. Het was in al die twaalfhonderd jaar natuurlijk totaal overwoekerd door junglegroen. Door gebrek aan daglicht en door de hoge luchtvochtigheid en kalkaanslag zijn de fresco´s in de tempels van Bonampak goed bewaard gebleven, in prachtige heldere kleuren. (zie ons fotoalbum) Echt heel mooi en goed gedetailleerd zijn de thema´s weergegeven van de heersende koning  Chaan-Muan. Er schijnen hier nog meer onontdekte ruïnes in het ongekapte regenwoud te liggen....
Tientallen kilometers verderop stapten we op een lancha met een rieten dakje. De weg hier naar toe voerde langs verschillende militaire stops. Deze weg loopt namelijk parallel aan de grens met Guatamala en is een bekende drugsroute. De bootjes lagen te wachten in rivier Usumacinta – de natuurlijke grens tussen Guatamala en México. Na drie kwartier varen op deze brede junglerivier, waar onze gedachten even teruggingen naar onze bootreis door het Amazone regenwoud, mochten we aan wal. Het is er snikheet en de lucht is heel vochtig. We klimmen naar boven en na een klein stukje wandelen door het woud en door het donkerte en de koelte van de gangen van een Mayagebouw rijzen ineens de tempels van Yaxchilán op. Een groot plein van gras badend in het zonlicht en omringd door goedbewaarde ruïnes met op de achtergrond het gegrom van de slingerende brulapen. Een prachtige Mayastad in een adembenemende omgeving, en voor het eerst word ik gegrepen door de magie ervan. Hier zwaaiden koning Schild-Jaguar en koning Vogel-Jaguar de scepter. En dat zie je terug in de beelden en fresco´s. Het paleis dat majesteus op een heuvel is gelegen met een prachtige dakverfraaiing  is goed bewaard gebleven. Het beeld van koning Vogel-Jaguar zit er in kleermakerszit op de troon, maar zijn hoofd  ligt ernaast. Is dat om de kwade geesten  te laten ontsnappen of, zoals de locale bewoners geloven, om te wachten op het einde der tijden? Het kost ons veel zweet om alles te bezichtigen. Ongelofelijk veel traptreden hebben we beklommen in deze klamme hitte. De bootreis terug was heerlijk verfrissend.

Twaalf druifjes in een mooie verpakking naast ons bord, een fluitje en een feesthoedje liggen op ons te wachten als we de open zaal van het feest binnen lopen. Er waait een zwoel windjevanaf het zwembad  en het buffet staat al klaar. We worden ontvangen met een glas champagne, voor de meiden een mooi glas met twee kleurtjes sap erin. Zoals gewoonlijk komen de meeste Mexicanen een uur of twee uur later binnen druppelen. Maar de band speelt Latijns-Amerikaanse dansmuziek en we hebben onze speelkaarten mee. Tegen twaalven hebben we gedanst, spelletjes gedaan en veel gegeten. De champagneglazen worden uitgedeeld en vlak  voor het nieuwe jaar start wordt er steeds meer en harder op de fluitjes gefloten. Om precies twaalf uur proosten we en wensen we elkaar Feliz año.  We dansen nog een paar liedjes en slenteren dan langs het zwembad naar onze cabaña. Onze cabaña die bij het ecohotel hoort en helemaal tussen het groen is gelegen. Er loopt zelfs een riviertje langs onze veranda met schommelstoelen. Naast muggen en mieren hebben we twee grote lichtgekleurde leguanen gezien (er viel er één uit een boom!), een eekhoorn, twee brulapen die hier rondslingeren en ook bruine apen. Rondom het zwembad zitten groene hagedissen van zo´n halve meter te zonnen en roofvogels en mooi gekleurde vogels vliegen hier rond. Als de zon rond zes uur onder gaat zien we ook nog veel capibara´s (soort cavia, maar dan veel groter) scharrelen rond onze cabaña. Dit ecohotel ligt aan de rand van een nationaal park en dat beleven we. De ramen met muggengaas ervoor staan bijna altijd open zodat we alle geluiden uit het woud goed kunnen horen. Vooral na een tropische regenbui is het gebrul van de apen indrukwekkend. Morgen gaan we onze laatste Mayaruïne bezoeken en na nog een laatste dag relaxen aan het tropische zwembad gaan we de hoge bergen in, naar San Cristóbal, om Maren haar verjaardag te vieren.
Palenque, 1 januari 2013