-
Ted Trueblood
In alle vroegte,
het was nog donker met een volle maan, vertrokken we op weg naar twee
avontuurlijke plekken. We gingen zo ver de jungle in dat er geen benzinepompen
meer zouden zijn. Wel worden er voor noodgevallen plastic tanks met benzine
door bewoners langs de weg aangeboden.
Er komen hier niet veel particuliere auto´s, alleen taxibusjes of reisbussen.
We hadden de tank helemaal vol gegooid,
een 10 liter waterfles achter in de auto gezet en voldoende snacks voor een
heel lange, warme dag meegenomen. Onderweg zagen we de koperen zon opkomen
boven de Lancandón jungle (waar ook jaguars en tapirs leven!) Zo´n twaalf kilometer voor de bewuste Maya
ruïne moesten we onze auto parkeren en overstappen in een oud krakkemikkig
autootje van Maya indiaan Rogelio, die naast Spaans ook Maya sprak met zijn familie en dorpsgenoten. We waren zo vroeg dat er nauwelijks nog andere bezoekers waren en
dat we de brulaapjes in de bomen hoorden brullen. Deze ruïnes zijn nog maar in
1946 per ongeluk ontdekt door een rubbertapper. Het was in al die twaalfhonderd jaar natuurlijk totaal overwoekerd door junglegroen. Door gebrek aan
daglicht en door de hoge luchtvochtigheid en kalkaanslag zijn de fresco´s in de
tempels van Bonampak goed bewaard gebleven, in prachtige heldere kleuren. (zie
ons fotoalbum) Echt heel mooi en goed gedetailleerd zijn de thema´s weergegeven
van de heersende koning Chaan-Muan. Er
schijnen hier nog meer onontdekte ruïnes in het ongekapte regenwoud te
liggen....
Tientallen
kilometers verderop stapten we op een lancha
met een rieten dakje. De weg hier naar toe voerde langs verschillende militaire
stops. Deze weg loopt namelijk parallel aan de grens met Guatamala en is een bekende
drugsroute. De bootjes lagen te wachten in rivier Usumacinta – de natuurlijke
grens tussen Guatamala en México. Na drie kwartier varen op deze brede
junglerivier, waar onze gedachten even teruggingen naar onze bootreis door het
Amazone regenwoud, mochten we aan wal. Het is er snikheet en de lucht is heel
vochtig. We klimmen naar boven en na een klein stukje wandelen door het woud en
door het donkerte en de koelte van de gangen van een Mayagebouw rijzen ineens
de tempels van Yaxchilán op. Een groot plein van gras badend in het zonlicht en
omringd door goedbewaarde ruïnes met op de achtergrond het gegrom van de
slingerende brulapen. Een prachtige Mayastad in een adembenemende omgeving, en
voor het eerst word ik gegrepen door de magie ervan. Hier zwaaiden koning
Schild-Jaguar en koning Vogel-Jaguar de scepter. En dat zie je terug in de
beelden en fresco´s. Het paleis dat majesteus op een heuvel is gelegen met een
prachtige dakverfraaiing is goed bewaard
gebleven. Het beeld van koning Vogel-Jaguar zit er in kleermakerszit op de
troon, maar zijn hoofd ligt ernaast. Is
dat om de kwade geesten te laten
ontsnappen of, zoals de locale bewoners geloven, om te wachten op het einde der
tijden? Het kost ons veel zweet om alles te bezichtigen. Ongelofelijk veel
traptreden hebben we beklommen in deze klamme hitte. De bootreis terug was
heerlijk verfrissend.
Twaalf druifjes
in een mooie verpakking naast ons bord, een fluitje en een feesthoedje liggen
op ons te wachten als we de open zaal van het feest binnen lopen. Er waait een
zwoel windjevanaf het zwembad en het
buffet staat al klaar. We worden ontvangen met een glas champagne, voor de
meiden een mooi glas met twee kleurtjes sap erin. Zoals gewoonlijk komen de
meeste Mexicanen een uur of twee uur later binnen druppelen. Maar de band
speelt Latijns-Amerikaanse dansmuziek en we hebben onze speelkaarten mee. Tegen
twaalven hebben we gedanst, spelletjes gedaan en veel gegeten. De
champagneglazen worden uitgedeeld en vlak
voor het nieuwe jaar start wordt er steeds meer en harder op de fluitjes
gefloten. Om precies twaalf uur proosten we en wensen we elkaar Feliz año. We dansen nog een paar liedjes en slenteren
dan langs het zwembad naar onze cabaña. Onze cabaña die bij het ecohotel hoort
en helemaal tussen het groen is gelegen. Er loopt zelfs een riviertje langs
onze veranda met schommelstoelen. Naast muggen en mieren hebben we twee grote
lichtgekleurde leguanen gezien (er viel er één uit een boom!), een eekhoorn, twee
brulapen die hier rondslingeren en ook bruine apen. Rondom het zwembad zitten
groene hagedissen van zo´n halve meter te zonnen en roofvogels en mooi gekleurde
vogels vliegen hier rond. Als de zon rond zes uur onder gaat zien we ook nog veel
capibara´s (soort cavia, maar dan veel groter) scharrelen rond onze cabaña. Dit
ecohotel ligt aan de rand van een nationaal park en dat beleven we. De ramen
met muggengaas ervoor staan bijna altijd open zodat we alle geluiden uit het
woud goed kunnen horen. Vooral na een tropische regenbui is het gebrul van de
apen indrukwekkend. Morgen gaan we onze laatste Mayaruïne bezoeken en na nog
een laatste dag relaxen aan het tropische zwembad gaan we de hoge bergen in,
naar San Cristóbal, om Maren haar verjaardag te vieren.
Palenque, 1 januari 2013
Palenque, 1 januari 2013