And in
the end, it’s not the years in your life that count. It’s the life in your
years.
- Abraham Lincoln
- Abraham Lincoln
Rond lunchtijd kwamen we aan in het koude
bergstadje dat bekend staat als cultureel hart van Chiapas en om z’n markt en
al haar levendigheid. De inheemse bevolking brengen er hun groente, fruit,
zelfgemaakte kleding, lederwaren en potten aan de man. Het grootste deel van de
inheemse bevolking zijn Tzotzil-indianen en in mindere mate Tzeltal-indianen. We
kwamen er een hippie tegen (die je hier trouwens opvallend veel hebt!) en hij
maakte de vergelijking met Cusco – de Peruaanse stad in het Andesgebergte waar
wij graag verbleven. Alleen ligt Cusco nog een kilometer hoger dan San Cristóbal. En is dit stadje wat kleiner,
alhoewel de stad erg gegroeid is, omdat er veel campesino’s uit de dorpen naar de stad getrokken zijn . We hebben natuurlijk
de markt afgestroopt waar we wat leuke souvenirs gekocht hebben zoals een
handgemaakt wandkleed en edelstenen. We hebben lekker op een plein gezeten, op
de trap van een kerk, om mensen te observeren en fotograferen. De vrouwen die
hun marktwaar verkopen dragen hier nog hun originele huipiles. (zie ons
fotoalbum) En omdat er twee soorten indianenstammen hier komen zie je dus ook
twee soorten traditionele kleding.
Op de ochtend van haar achtste verjaardag werd
ze in het hotelbed toegezongen en daarna mocht ze alle kadootjes uitpakken. Ook
van haar Bredase vriendinnetje. Later hebben we Maren’s verjaardag bij “Oh la
la” gevierd, een Franse patisserie met onvergetelijke taartjes. Op het eind van
de ochtend hebben we de hoge bergen verlaten om in een uur naar Cañon del Sumidero te
rijden. Een nationaal park met een gorge van op z’n diepst 1200 meter. Vanuit
ons hotelletje liepen we door het slaperige dorpje richting de boot. Toen we
bij de rivierkade kwamen werden we verrast door een enorme rumoerigheid.
Luidruchtige live muziek werd door mariacha-bandjes
gespeeld. Mannetjes die om het hardst hun bootkaartjes wilden verkopen. Veel
eettentjes en snacks die op straat verkocht werden. Het was er heerlijk warm,
en dan die vibratie van al die reizigers erbij… Heerlijk. We hebben twee uur over de rivier gevaren, waarbij we grote leguanen,
grote krokodillen en kleine zwarte aapjes zagen. (zie ons fotoalbum) De afstand
over het water was 42 kilometer en de omgeving was spectaculair.
In México blijft eten
buiten de deur een risico, net zoals bijvoorbeeld in Egypte of India. Tijdens onze
tweeweekse reis waarbij we alleen maar buiten de deur aten was dus een
behoorlijk groot risico aanwezig. En ja hoor, op de laatste dag van de reis
leek onze auto net een rijdende ziekenboeg! We moesten veel kilometers afleggen
en uren rijden om thuis te komen en dus wilden we heel vroeg vertrekken. Die nacht
begon Maren met spugen, niet veel later klopte Inden aan de hotelkamerdeur... dat Anthe ook aan het spugen was. Die nacht hebben we amper geslapen, om de beurt moest
er een kind spugen. Mark en ik lagen met darmkrampen in bed te vechten tegen
het braken. Die ochtend zijn we natuurlijk later vertrokken dan gehoopt, maar
we vertrokken tenminste. Een voorraad plastic tasjes achterin de auto, flessen
water en rollen closet-papier binnen handbereik. Anthe zag helemaal wit en beroerd op de
achterste bank, gekleed in haar pyama en spuugzakje klaar voor gebruik. Maren
kwam op haar achterbank een beetje tot rust met een filmpje en toen begon Inden
ook plotseling te spugen! Twee spugende kinderen achterin en een vader en
moeder met buikkrampen voorin. Bij elke stop moesten we zakjes verwisselen, de
gebruikte in de vuilnisbak en nieuwe halen bij een supermarktje. We konden er
zelf wel om lachen. Halverwege de middag waren we thuis - veel sneller dan
gepland zonder eetpauzes - en rolde iedereen z’n bedje in. De volgende dag
waren we allemaal weer topfit gelukkig. (Alhoewel Mark toch nog een dag thuis
in bed heeft gelegen om bij te komen van die verschrikkelijke zondag.) Gewoon
iets verkeerds gegeten…