zondag 21 oktober 2018

Gangsta granny

We're the only animal that wakes up and doesn't stretch.
- Conor McGregor

Mijn oude tante, die naar de negentig loopt, is een ‘gangsta granma’ hoor ik onze kinderen op de achterbank in de auto zeggen. Het is donker en we zijn op weg naar huis. Voordat we naar mijn tante reden zijn we eerst een paar uurtjes naar het strand geweest. Ze woont er zo’n tien kilometer vandaan. Het was onverwachts - door storm Leslie - tóch plotseling nog een paar dagen langer zomers weer. Ook al was het al half oktober… Op Zandvoort scheen de zon. Zoals altijd genoten we van het geluid van de golven en de geur van de zee. Het uv-licht schijnt heel gezond te zijn. Als de uv-straling je lichaam via je huid binnendringt maak je stikstofoxide aan. Deze stof komt in je bloedbaan en verlaagt je bloeddruk. Rond theetijd waren we bij mijn tante. Mijn lief begon meteen te grappen en mijn tante grapte net zo hard terug. ‘Ik krijg je nog wel!’ waarschuwde ze. De boef! Onze meiden vonden dat geweldig. Toen de thee en de koekjes eenmaal op tafel stonden plofte gangsta granma met een harde plof in haar stoel, haar voeten in de lucht. Onze middelste dochter proestte bijna haar thee uit van het lachen. Mijn tante vertelde een verhaal over haar laatste groepsreis naar Corsica en Sardinië. Er was een zeventiger mee die opnieuw verliefd werd nadat ze weduwe was geworden. Het verliefde seniorenstelletje pakte soms voorzichtig elkaars hand vast. Mijn tante en haar vriendin giechelden als schoolmeiden om die kalverliefde. ‘Zoals jullie daar ook om lachen met je vriendinnen’ en ze wees naar onze dochters en lachte er vrolijk bij. Gangsta granma. Ze lacht om haar eigen grappen. Net als ik. Dat vonden de kinderen zó grappig en herkenbaar. Mijn moeder is sinds de geboorte van onze jongste dochter niet meer onder ons. De meiden vinden het daarom juíst leuk om mijn mindere punten te herkennen bij de oudste zus van mijn moeder. Het grappigst is natuurlijk het-geen-diepte-kunnen-zien waardoor mijn tante ook naast de glazen schenkt. Net als ik. Hilarisch natuurlijk! Tijdens het vorige gezamenlijke etentje in een restaurant goot mijn tante met een stalen gezicht haar flesje cola leeg naast haar glas. We kwamen bijna niet meer bij. Deze keer schonk ik zelf het water uit de kan zo naast het glas. In hetzelfde restaurant. Haar buurvrouw stond die middag ook voor de deur. Een klein oud besje. Nog ouder dan mijn tante. Wel heel kras. Haar telefoon deed het niet meer, zei ze. Mensen konden haar wel bellen, maar zij kon niemand bellen. Om het te showen had ze haar telefoon meegenomen en belde ter plekke mijn tante. Er gebeurde niks. Mijn lief liep behulpzaam met haar mee naar huis en er mankeerde natuurlijk niets aan de telefoon. Ze belde haar kleinzoon en vertelde hem opgewonden dat ze al de hele middag probeerde zijn vader te bereiken. Dat ze er zelf ook niets van snapte… ‘Hoe gaat het met je, Joris?’ eindigde ze haar betoog. De puber antwoordde verveeld ‘Met mij goed.’ en ik hoorde hem erachter denken ‘Met u ook?’ En daar moest ik dan weer zó om lachen.

Het prachtig gekleurde visje zwom de hele tijd hetzelfde rondje. Naar boven, achter een rots langs, een bochtje om en loodrecht naar beneden. Honderd keer. En meer. Treurig. Wij stonden achter het glas ernaar te kijken. Net beren die lange tijd achtereen heen en weer lopen, zonder specifiek doel. Het gaat te ver om te zeggen dat dit gedrag een indicatie is van slechte leefomstandigheden, maar natuurlijk is het niet. We stonden naar een aquarium met visjes uit de Caribische zee te kijken. Sowieso een merkwaardige ervaring voor ons, omdat wij regelmatig gewoon zélf tussen die vissen gezwommen hebben. Dat bedoel ik niet verwaand. Toen we in een tunnel naar een eenzame zeeschildpad stonden te kijken kwam hetzelfde gevoel terug. Deze arme schildpad in dit aquarium… Een paar zomers geleden zwommen wij zelf tussen de zeeschildpadden. Natuurlijk mijn onvergetelijke één op één ontmoeting met een schildpad in de Caribische zee. In Belize. Maar ook het hand in hand zwemmen met onze jongste dochter. Achter een enorm grote zeeschildpad aan in de Golf van Mexico. Of de kleine zeeschildpadjes die we bij zonsondergang zelf uitgezet hebben op het strand. In de Grote Oceaan. Ik denk ook terug aan de schildpadden die we in Mexico voorbij zagen dobberen in zee met een vogel op hun rug. Zo lief. Eigenlijk deed dit bezoek aan Sea Life in Scheveningen ons een beetje pijn. Het is best een klein aquarium als je het vergelijkt met andere aquaria in de wereld. En wat achterstallig onderhoud. We liepen naar buiten via de kooi van twee otters die een klein waterbadje hadden en wat speelruimte met takken. Ze werden net gevoerd met stukken vis. Een dame legde de bezoekers het een en ander uit over de microfoon. Dezelfde dame sprak me later aan toen ik naar de otters stond te kijken. Dat ze er zo lief uitzien maar dat ze heel scherpe tanden hebben. ‘Dat weet ik’ zei ik. Ik heb ze in het Amazone regenwoud gezien toen ze piranha’s vingen en ze kapot scheurden met hun tanden. Die otters hadden daar heel wat meer ruimte en groen dan hier, dacht ik erachter aan. Toen we eerder het aquarium binnen liepen werden de roggen net gevoerd. Roggen. Dan denk ik altijd aan onze oudste dochter die met snorkel en al voor ons uit zwom in een azuurblauwe oceaan en ineens hijgend ons tegemoet kwam zwemmen. Ik dacht dat ze een haai gezien had ofzo. Ze kwam niet uit haar woorden. Het bleek een reuzenmanta geweest te zijn, die wel zeven meter doorsnee kan hebben. We zwommen allemaal als gekken terug naar de pier. We hebben op San Pedro ook eens roggen geaaid die in het ondiepe deel van de zee gewoon bedelden om restanten uit de netten van de visserlui die dat daar terug wierpen in zee. Ik wil helemaal niet pochen, maar als ik dan door zo’n aquarium loop gaan mijn gedachten alleen maar terug naar al die bijzondere momenten die wij mee hebben mogen maken in de natuur. Ik ben niet tegen dierentuinen of het houden van dieren, wel vind ik de manier waarop we dat doen niet geschikt voor alle dieren. In dit kleine aquarium werd de opbrengst van de kaartjes gebruikt om goede doelen voor wilde dieren te steunen in de wereld. Daar sus ik mijn geweten mee.