zondag 14 oktober 2018

Toptijd

Keep silence for the most part, and speak only when you must, and then briefly.
- Epictetus

Ik voel me een beetje zoals Corry ‘king’ Konings in Expeditie Robinson zich gevoeld heeft. Ik ben ‘kamp-oudste’, maar doe niet onder voor de jonkies. Ze doet tenslotte nog steeds mee, ook al zit ze op Duivelseiland. Door mijn collega’s ben ik eigenlijk gedwongen tien kilometer mee te rennen in de Singelloop. In het jonge team van mijn werk. De meeste zijn begin dertig en de oudste is vierenveertig jaar. Ik ben ‘kamp-oudste’. Natuurlijk loop ik twee keer per week in het bos. En sinds twee weken trouwens weer op de baan. Dus ik heb zeker een basisconditie. En ik weet ook honderd procent zeker dat ik deze afstand uitloop. Het is meer de manier waarop. Wanneer ik twee weken voor de wedstrijd zelf tien kilometer in m’n uppie in het bos loop neem ik mijn tijd eens op. Niet om over naar huis te schrijven. Ik heb zelden zo langzaam gerend… Dat voorspelt niet veel goeds voor de wedstrijd. Daardoor krijg ik wel de drive om tot de wedstrijd drie keer per week stevig te trainen. Wanneer ik mijn sportieve collega’s op de dag van de loop ontmoet in het Chassé theater zijn ze niet vooruit te porren. Ze willen nog wat drinken en eigenlijk ook nog wat eten. Ik wil alleen maar mijn tas inleveren en naar het startvak lopen. Ik moet me aanpassen. Eigenlijk is het ook beter om een stukje in te lopen, maar daar doen ze ook niet aan. We doen mee aan de zogenaamde ‘bedrijvenloop’ en daar horen allerlei extra’s bij zoals consumptiebonnen, belegde broodjes, bakjes yoghurt, fruit, gratis tassenopslag, een boodschappentas als cadeautje en muziek in het theater waar vandaan we vertrekken. En ook weer verzamelen. Wanneer het startschot afgegaan is lopen we voetje voor voetje in de drukte en zodra er wat ruimte is schieten mijn collega’s weg. Ik loop nog rustig op te warmen en neem me voor niet te snel te starten. Na drie kilometer loop ik uit op de laatste collega die nog naast me loopt. Het gaat goed. Ik voel me goed. De zon schijnt volop. Ik hoor veel muziekbands spelen en ik word herkend door mensen uit het massale publiek. Door mensen uit mijn trainingsgroepje en door collega’s langs de lijn. Mijn lief en twee dochters fietsen met het parcours mee waardoor ik wel vijf keer onderweg door ze aangemoedigd word. En dat is echt heel leuk. Ik loop tenslotte toch maar in m’n uppie. Ik gil trots naar mijn lief dat ik de vijf kilometer in een eenendertig minuten heb gelopen. Dat betekent dat ik een toptijd kan rennen over de tien kilometer. Ik voel me gedragen door het enthousiaste publiek. Zo kom ik met een persoonlijk record aller tijden over de finish. Ik blijk niet zo heel veel achter mijn jonge collega’s aangerend te hebben. En ik ben niet eens de laatste van ons team. Net zoals Corry ‘king’ Konings heb ik mijn vaardigheden. Zoals zij weet hoe je bamboestokken aan elkaar moet knopen om ladders en bedden te bouwen weet ik dat je je energie moet sparen tot het eind van de race. Nooit te snel starten. We verzamelen na de wedstrijd en maken groepsfoto’s in het theater. Ik laat me daar ook gratis masseren. De masseuse masseert een pijnlijk spierknoopje weg. We leveren onze consumptiebonnen in. Ik eet belegde broodjes als lunch, maar ik blijf vooral verbaasd over mijn eindtijd. Deze toptijd laat ik daar in mijn medaille graveren. Met trots.

Wat een heerlijke stilte. Het herfstzonnetje verwarmt onze ruggen. Mijn cliënte en ik staan op een bruggetje over de reling gehangen. Waterlelies. Het water kabbelt zachtjes. We drentelen wat door de kasteeltuin van kasteel Bouvigne. De zon staat laag en geeft warm licht. Toen ik iets eerder op de middag binnenkwam bij mijn cliënte thuis had ze de boodschappen voor de komende twee dagen al gedaan op de fiets. We hadden elkaar vanmorgen zelfs even gedag gezegd in de Albert Hein waar ik een boodschap deed voor een andere client. We hadden het plan gevat deze maandagmiddag lekker van het herfstzonnetje te genieten en daarom naar het Mastbos te gaan. Toen we langs het sprookjesachtige kasteel reden stelde ze spontaan voor om te kijken of de kasteeltuinen open waren voor bezoek. En dat bleek zo te zijn. Het 15e eeuws kasteel is tegenwoordig niet meer van binnen te bezichtigen omdat er een kantoor van waterschap in gevestigd is. De tuinen zijn doordeweeks wel vrij toegankelijk. Ik ben ooit op Kastelendag, meer dan een decennium geleden, met ons gezin wél binnen in het kasteel geweest. In de lange rij voor de toegangsdeur werden we vermaakt door mensen die verkleed waren zoals in de Middeleeuwen. Er was een nar gek aan het doen en iemand speelde op een doedelzak. De sfeer was heel erg Middeleeuws daar op die ophaalbrug. De prachtige tuinen van landgoed Bouvigne zijn het bezoeken meer dan waard. Er is een Engelse tuin, een Franse tuin en een Duitse tuin. Een notenboomgaard. Stilte. Veel eeuwenoude bomen waarvan het blad deze middag prachtig rood gekleurd is, fonteintjes en beelden. Er is ook een grafkapel van wijlen monseigneur Frencken, maar die meneer kreeg in 1971 een andere rustplaats. Nu dient deze kapel als laatste rustplaats voor twee verstandelijke gehandicapte meisjes. Tijdens de evacuatie van hun internaat in 1940 liepen zij vanuit Nijmegen naar Breda en overleden tijdens de wandeling. Zij werden tijdelijk in de tuin van Bouvigne begraven en zijn onlangs in 2016 herbegraven in de grafkapel. Al vanaf 1494 is er in de archieven sprake van een omwaterd stenen huis, later het kasteel. Het Mastbos is vanaf 1515 aangelegd. Graaf Hendrik III van Nassau heeft het nabij gelegen Mastbos destijds laten aanleggen. Voor de aanleg was dit gebied heideveld met een aantal kleinere eikenbossen. Het was prins Maurits die opdracht gaf aan de landmeters om het Mastbos in kaart te brengen en een omheind jachtgebied aan te leggen. Nu, honderden jaren later is het een fantastisch volwassen bos. Eén van de alleroudste naaldbossen van Nederland. Ik kom er wekelijks. Vaak zelfs meerdere keren per week. Vanmiddag zitten mijn cliënte en ik samen op een bankje in de warmte van de najaarszon. We kijken naar twee jonge meiden die door een fotografe in het zachte licht van de laagstaande zon vastgelegd worden. We spreken naar elkaar uit wat een cadeautje dit onverwachte bezoek is.