zondag 10 maart 2019

Pachira

All life on earth emanates from the green of the plant
- Jay Kordich

Ik durf het al jaren niet meer. Het heeft ook iets met onze regelmatige landverhuizingen te maken. Ik durf al zo lang geen huiskamerplanten aan te schaffen. Eigenlijk wil ik heel graag een grote, stoere plant. Die écht aanwezig is in huis - waar je niet omheen kunt zeg maar. Met een grote pot erbij is dat een flinke investering dat in mijn geval best een risico met zich meebrengt. Huiskamerplanten gaan namelijk altijd dood in mijn huiskamer. Er is de laatste tijd wat meer aandacht in de media voor binnenklimaat. Dat maakte mij weer enthousiast voor een plant. Ik loop ook wel eens met mijn clienten door een tuincentrum dus ik raak wel gevoed met inspiratie. De watercacao, waar mijn oog op viel, komt oorspronkelijk uit Mexico of Peru. Hij groeit in moerassen en riviermondingen met wisselende waterstand, en kan daar een boom van wel twintig meter hoog worden. Dat vind ik om te beginnen al heel stoer. Zowel de glanzend groene, handvormig gedeelde bladeren als de noten worden daar gegeten. Wij hebben in beide landen tochten door de jungle en langs rivieren (de Amazone) gemaakt. Ook stoer dus. In Oost-Azië wordt de plant gezien als een element dat volgens de leer van de Feng Shui welvaart en geluk in huis brengt. De vijf bladeren aan iedere tak symboliseren de vijf basiselementen van de Feng Shui: metaal, hout, water, vuur en aarde. De plant wordt dan ook vaak verkocht met vijf vervlochten stammetjes. Nog waardevoller is een variant met acht stammetjes die aan de onderzijde een soort mandje vormen. De bladerkroon zou geld aantrekken, dat dan in het mandje bewaard kan worden… Die vervlochten stammetjes vind ik dan weer juist verre van stoer.

In Europa is de watercacao alleen te houden als kamerplant. Ik vind het heel spannend om de verantwoordelijkheid van zo’n grote plant (of boom?) die van zo ver komt te dragen. Ik heb me dus goed verdiept in de verzorging. De meneer van het tuincentrum heeft ons zeer professioneel geadviseerd. Deze plant groeit in gewone, humeuze potgrond, die vrij veel water moet kunnen bevatten. Hij kan zowel licht als tamelijk donker staan, maar houdt niet van direct zonlicht. Hij staat bij ons vlakbij veel ramen en krijgt ook daglicht uit de lichtstraat. Ik denk dat zijn standplek goed is. Hij krijgt graag veel (regen)water, maar niet vaak. Het beste kan tijdens het groeiseizoen eens per maand gegoten worden: met kleine beetjes tegelijk en van boven op de aarde, zodat de kluit zich goed vol kan zuigen zonder dat er water in de pot of schotel blijft staan. Deze plant kan beslist niet tegen natte voeten! Wat ik dan weer gek vind, want hij groeit in zijn natuurlijke habitat juist in rivierbeddingen die regelmatig overstromen… In de wintermaanden minder water geven, maar de kluit niet helemaal uit laten drogen. En dan lees ik dat de plant heel makkelijk te onderhouden is! In het voorjaar en in de zomer kan wat mest gegeven worden. Wordt de plant te groot dan kan hij gesnoeid worden. Hierbij kunnen lange uitschieters ingekort worden tot onder in de bladerkroon. Ook kan de plant helemaal teruggesnoeid worden, tot bijvoorbeeld tien centimeter boven de stammetjes. Na het snoeien enkele weken wat vaker een beetje water geven, daarna weer eens per maand. Best ingewikkeld hoor. De watercacao houdt van vochtige lucht en waardeert het als er eens per week geneveld wordt - met regenwater. Ook kan de luchtvochtigheid in de omgeving verhoogd worden door een grootbladige plant in de buurt te zetten, of een andere vochtverspreidende voorziening zoals een radiatorbakje op de CV. Ook dat nog! In zijn eigen habitat bloeit de plant het hele jaar. De bloemen openen zich vroeg in de morgen. De vruchten zijn doosvruchten. Ze zijn bol- tot eivormig, ongeveer dertig centimeter lang en tot drie kilo zwaar! Stoer! De plant draagt alleen helaas geen vruchten in de huiskamer… De zaden, sabanoten, kunnen worden geroosterd of worden gekookt in zoutwater. En worden als kastanjes gegeten. De jonge bladeren kunnen gekookt als groente worden gegeten. In Guatemala worden de schors en onrijpe vruchten gebruikt bij de behandeling van leverklachten. Choco-Indianen gebruiken de zaden voor het vervaardigen van een verdovingsmiddel. De tanninehoudende schors levert een gele kleurstof die plaatselijk voor het verven van zeilen en visnetten wordt gebruikt. Echt superstoer dus! Nu moet ik alleen nog zo stoer worden om goed voor onze exotische aanwinst te zorgen!