maandag 13 april 2020

Verbouwherrie

Het positieve overwint het negatieve, moed overwint vrees, geduld overwint woede en ergernis. Liefde overwint haat.
- Swami Sivananda Sarasvati

In de krant had ik er onlangs al over gelezen. Ergernissen. Grote ergernissen. Ergernissen die hoog op kunnen lopen onder buurtbewoners. Buurtapp’s waarin woede wordt uitgesproken, omdat door de containers vol bouwafval in de straat eventuele ambulances geen doorgang meer kunnen vinden. Verbouwherrie. En dat juist in een tijd dat iedereen toch al wat gespannen is vanwege corona. In ons straatje staan sinds kort ook drie schilderbussen geparkeerd. Prima. We kunnen er allemaal langs rijden met onze auto’s. Schilderen maakt geen herrie. Op donderdagochtend, wanneer ik altijd rustig opstart met een yogales in m’n eentje, word ik echter opgeschrikt door een verschrikkelijk kabaal. Veroorzaakt door het machinaal schuren van ons buurhuis. Het huis onder onze kap. Vier werklui staan voor en achter met machines afschuwelijk lawaai te maken om acht uur in de ochtend. Op steigers. Onaangekondigd. De tuindeur moet dus deze yogales dicht blijven. Weg serene rust. De gemoedelijke achtergrondmuziek wat harder. De iPad met de stem van mijn juf wat luider. Het is te doen, omdat yoga ook betekent dat je naar binnen keert. Je sluit je af voor je omgeving. Althans dat probeer ik. Dan komt middelste dochter naar beneden stieren. Ze heeft online colleges waarin gediscussieerd moet worden in groepjes. Met de microfoons aan. Er wordt daar gevraagd bij wie dat lawaai vandaan komt. Tja, precies naast haar slaapkamerraam dus. Haar microfoon moet uit. Ze is meteen buiten gesloten van de discussie. Ze bruist van woede. Niet veel later komt jongste dochter naar beneden. Haar handen vol boeken en daar bovenop een computer. Daar boven een chagrijnig gezicht. Ze heeft online les en komt vanwege het immense lawaai op haar slaapkamer maar beneden werken. En passant laat ze nog weten dat er een schilder bij haar slaapkamer naar binnen gluurde. Gelukkig was ze net aangekleed. Tijdens deze mooie, warme lentedagen zitten we normaliter veel in de tuin in onze pauzes. We lunchen samen in de tuin. De werklui van de buren verstoren dit ritueel. Hun radio staat hard aan. Onze buren hebben hun bouwlawaai niet vooraf aangekondigd. Ze bieden ook geen excuses aan. Ze staan er waarschijnlijk niet eens bij stil dat iedereen tegenwoordig thuis werkt en studeert. Ik begrijp dat dit droge weer perfect is om te schilderen. Ik begrijp ook dat zulke klussen ver vooraf zijn afgesproken. Waarschijnlijk voordat corona zich aankondigde. En ver vooraf de scholen en universiteiten sloten. Het zou alleen zóveel schelen voor mij als ze het even vooraf gemeld hadden. Dan hadden we maatregelen kunnen nemen. Kids mee naar het kantoor van hun papa bijvoorbeeld. We zien en horen de buren tegenwoordig meer dan ons lief is. Zij hebben twee kleuters die de hele dag luidruchtig op de trampoline springen en ruzie maken. Soms een vriendje erbij. Binnen buldert hun vader tegen ze. Als ze toch even begrip hadden getoond voor onze thuiswerksituatie! Nu snap ik die ergernissen in buurtapp’s ineens heel erg goed. Drie dagen lang een hels kabaal. Zelfs op de vroege ochtend van Tweede Paasdag. Zonder privacy in je huis én tuin. In coronatijd. Ik vind het nauwelijks te doen…

Corona grijpt om zich heen in de Brabantse verzorgingstehuizen. Heel veel overlijdens zijn te betreuren. In het verzorgingstehuis waar mijn 93-jarige cliënte woont zijn er ook zeven mensen bezweken aan corona. De trend past in het landelijke beeld. Heel zorgwekkend. Om verdere besmettingen te voorkomen mogen bewoners van die besmette groepen niet meer over de gangen lopen. Dat betekent voor mijn krasse dametje dat ze allenig op haar kamer moet eten elke dag. Geen kop koffie meer beneden in het restaurant drinken. Niet even zwaaien naar die aardige meneer verderop. Geen loopje naar Albert Heijn of gewoon een ommetje met haar rollator. Terwijl het deze weken juist zulk mooi weer is. Een wekelijks bezoekje aan de kapper dat zo belangrijk is voor haar zat er al een tijdje niet meer in. Op haar eigen gang was ook een besmetting twee weken geleden. Ik heb niet meer gehoord hoe dat afgelopen is met die bewoner. De zeven bewoners die daar aan corona overleden zijn leidde tot een verregaande maatregel: ter bescherming van alle bewoners werd besloten om volledig te isoleren. Dat betekent dat bewoners hun kamer helemaal niet meer uit mogen. Niet naar buurvrouw Lenie tegenover haar voor een kort praatje. Niet dagelijks even haar krantje en de post beneden ophalen. Ik weet niks over het aantal besmettingen, alleen het aantal overledenen wordt genoemd. Er zijn ook al een aantal mensen weer opgeknapt en klachtenvrij neem ik aan.  Omdat het verpleegtehuis gesloten is voor de buitenwereld kom ik er al vier weken niet meer. Ik stuur mijn allereerste, en ook alleroudste, cliënte daarom wekelijks een ansichtkaartje. Met bemoedigende woorden en dat ik haar, zodra dit allemaal voorbij is, gauw weer gezellig kom bezoeken en mee naar buiten zal nemen. Haar drie kinderen bellen haar dagelijks. Een telefonisch gesprek met haar is echter moeilijk en meestal eenzijdig, want ze draagt gehoorapparaatjes en is beginnend dementerend. Vasculaire dementie. Speciaal voor Pasen zijn de kinderen afgereisd naar moeders. Ze hebben voor het raam gezwaaid. Een bos bloemen en een doosje Paaseitjes bij de schuifdeur afgegeven. Terwijl het coronavirus rond waaiert in alle verpleeghuizen is er een grote zorg over voldoende beschermende middelen voor het zorgend personeel. Zorgmedewerkers die meer dan 24 uur klachten hebben die duiden op corona kunnen zich melden en worden zo nodig verwezen naar de GGD voor een test. Dit geldt ook voor mij. Ik voel me gelukkig heel gezond. Die testen worden in Breda via een drive-in, een zogenaamde coronateststraat, bij het NAC stadion gedaan. Je hoeft je auto niet uit te stappen. Hoeveel collega’s van mij het virus al bij zich dragen is heel lastig in te schatten. Sowieso heb ik één besmette collega. Ook van mezelf weet ik het niet, dat vind ik een eng idee.