dinsdag 7 april 2020

Ik doe niets

Ik doe niets en ik doe niets
Ik hang alleen maar rond
Ik kijk ’s door de ramen
En ik krab wat aan m’n kont

- De Dijk

In een grote crisis zit het geluk in kleine dingen. Kennelijk. Ik draai bijvoorbeeld bij het weg gaan nooit meer met mijn huissleutel de voordeur op slot. De kinderen zijn toch sowieso thuis. Ik vind dat zomaar een lekker gevoel. Zou het kunnen dat de coronavirus onze beleving van geluk verandert? De lentezon schijnt voor mijn gevoel al die quarantaineweken lang heerlijk in de achtertuin. Voor mijn verjaardag had ik een stapel zalige leesboeken gekregen. Echt genieten met een boek op een tuinstoel. Benen omhoog. Ook twee keer per week een knusse, doordeweekse lunch met twee van onze meiden in de achtertuin is gezellig. Soms neem ik wat mee van de bakker, soms koken we een eitje of maken we tosti’s. Mijn nieuwe autootje heb ik nauwelijks gebruikt sinds ik hem heb. Mijn cliënten mag ik niet meer mee nemen om op pad te gaan naar een doktersafspraak, winkelcentrum, schaakclub of een koffie- of lunchtentje. Dus ga ik al een maand op de fiets naar mijn werk. Dwars door de stad. Naast het geluksgevoel om weer lekker veel te fietsen heb ik ook nog het geluk twee kilo te zijn afgevallen. Oudste dochter sport tegenwoordig thuis met een app op haar telefoon. Daar hoort ook vijf kilometer hardlopen bij dus rennen we tegenwoordig in het weekend samen langs het bos. Tijd doorbrengen in de natuur maakt je hoofd leeg, helpt je om te aarden en meer in het hier en nu te zijn. Vooral nu de lente zichzelf aangekondigd heeft is de lokroep van de natuur sterk. Zonder coronavirus was dochterlief met haar vriendje twee keer per week blijven sporten in een Rotterdamse sportschool. Wat een geluksvogel ben ik dat ik hier met haar mag hardlopen. Ik haal de lente ook naar binnen. Van een cliënt kreeg ik laatst een prachtige bos veldbloemen voor mijn verjaardag. Alle stelen een andere lengte, met zorg opgemaakt door een befaamde, Bredase bloemist. Toen ik van boodschappen doen terug kwam voor de volgende dementerende cliënte vroeg ik haar verschrikt waar mijn bos bloemen gebleven was - die ik min of meer verstopt had op een stoel. Trots liet ze me haar vaas op de eettafel zien. Het zakje voeding in het bloemenwater leeg gegoten, de stelen allemaal op dezelfde lengte afgeknipt… ‘Ik hoop dat je mijn bloemschikken kunt waarderen’ zei ze zich van geen schuld bewust. Ze wist niet meer waar ze het doorzichtige folie gelaten had. In het plastic zakje van de visboer heb ik mijn gemartelde bos bloemen gerold om zo thuis nog aan de hand van een foto de bos enigszins op te kalefateren. Mijn sociale wereldje wordt heel klein. Ik ben bijna helemaal gestopt met mijn Whatsapp waar ik sowieso al niet zo vaak meer op keek. Ik leef in mijn intieme coconnetje. De twee thuiswonende dochters koken ieder een avondje per week hun eigen recept. Echt fijn vind ik dat, en zij gelukkig ook. Ze bakken ook zoetigheden in de oven. Om alle ingeplande activiteiten de komende tijd weg te halen uit mijn grote familieagenda heb ik een Tipp-ex mini pocket mouse tape voor mezelf gekocht. Voor het netjes opschonen van mijn agenda. Hoe snel ik dingen, die tot voor kort reuze belangrijk leken, nu haast achteloos weg tippex. Berustend in het lot. Twee concerten, twee 50 feestjes, een diner met vrienden, een kampeerweekend, onze langverwachte reis door Colombia. Zo ongeveer alle dingen waar je je op kunt verheugen vallen in vele stukjes op de grond. Vind ik het erg allemaal? Nee, ik geloof het niet. Wat helpt is de gedachte dat het ooit weer beter wordt. Dat we het allemaal weer kunnen inhalen. Zoveel reizen nog te maken, zoveel feestjes nog te vieren. Wanneer je even loskomt van de oneindige stroom van informatie over corona kom je vanzelf in het nostalgische, gezapige sfeertje van vroeger. Samen als gezin op zaterdagavond TV kijken. Avondwandelingetje door de buurt met eega. Relaxt in de tuin werken zonder dat het op je aktielijstje staat. En dan die stapel leesboeken…

We proberen het 8 uur journaal te kijken. Manlief en ik. Ons kleine poesje mauwt er alleen steeds doorheen. Ze is heel onrustig. Ik heb haar opgepakt om op schoot te nemen, maar dat wil ze niet. Ze blijft maar hard mauwen. Haar broertje is nog in de achtertuin. Tot de avond hebben de tuindeuren wijd open gestaan op deze warme zondag. Manlief had ons katertje geprobeerd naar binnen te jagen met water gooien. Dat werkte averechts. Jongste dochter mocht hem daarna proberen te lokken. Salvador sprong echter van het dakje zó in een spleet tussen ons tuinmuurtje en de tuinschuur van de buren. De spleet is zo’n twintig centimeter breed. En wel twee meter diep. De kat kan op geen enkele manier weer via de stenen muren naar boven klimmen. We leggen een smalle, lange plank in de spleet die schuin omhoog loopt. Het katje durft niet. Te smal waarschijnlijk. Twee van die planken naast elkaar dan maar. Manlief houdt de planken met z’n hand vast. Het is ondertussen donker geworden we hangen met z’n drietjes op een tuinstoel boven het gat. Jongste dochter heeft haar zaklamp aan. Ons katertje vertrouwt het niet. Sluipt langzaam naar achter in plaats van de planken op. Nu maakt manlief een trap. Hij timmert in rap tempo drie van die planken aan elkaar met traptreden erop. Geen reactie vanuit Salvador. Ondertussen is middelste dochter er ook bij gehaald. Met z’n vieren proberen we het bange katertje met een balletje en een veer de trap op te lokken. Hij is wantrouwig geworden. Dan komt middelste dochter met een bolletje wol aanzetten. De kat klimt langzaam achter het blauwe touwtje aan de trap op. Nog even. ‘Nog even verder, jochie.’ Ik sta met twee handen klaar om hem te grijpen. De spleet is alleen zó smal. Nog een klein stukje dan pak ik hem. Veilig in mijn armen. We nemen hem mee naar binnen. Zijn ongeruste zusje is blij en opgelucht. Ze groet hem. Salvador is alleen hongerig en stort zich ongestoord op zijn bak voer.