zaterdag 1 februari 2020

Olok met ziel

Vraag naar verre reizen neemt af door coronavirus.
- Paul Eldering

Er staat een stoere safaribus voor het museum Volkenkunde in Leiden geparkeerd. Mooie Mexicaanse, felgekleurde kleden er overheen gedrapeerd. Een loper is uitgelegd naar de deur van het museum. Wanneer we er overheen lopen zien we prachtig thematisch gedecoreerde poortjes. Azië, Midden-Oosten, Afrika, alles komt voorbij. Het is heel druk in het museum. We laten onze entreebewijzen zien en krijgen een sticker van een bekende reisorganisatie op onze kleding geplakt. Er klinkt inheemse muziek uit een van de zalen. Er kruipt een oranjekleurige Chinese leeuw al dansend van de trap om het Chinees Nieuwjaar te vieren. Ik wilde graag eens naar informatiedagen over reizen. De eerste keer in mijn leven dat ik inspiratie wil opdoen op een markt met tentoonstellingen van verschillende landen en culturen. Normaliter boek ik onze rondreizen zelfstandig. Ik zoek altijd naar plekjes waar weinig toeristen komen. Weg van de gebaande wegen. Mijn lief en ik vieren dit jaar onze zilveren bruiloft en willen een maand rondreizen met ons gezin. Met z’n vijven hebben we diverse continenten en landen als potentiële bestemmingen besproken. Het moest voor ons alle vijf de eerste keer zijn om de bestemming te bezoeken. Het viel niet mee moet ik toegeven. Onze keus viel op Colombia, vooral dat deel dat aan de Caribische Oceaan gelegen is. We zijn wel eens op de luchthaven in Bogotá overgestapt, dat telt natuurlijk niet mee. De drie personen met een vaste baan hebben vorig jaar al vrij gekregen voor de vier reisweken. Alles in kannen en kruiken zou je denken. Toch is er wat tussen gekomen. Middelste dochter heeft zich afgelopen zomer opgegeven voor een uitwisseling tussen universiteiten. Haar nummer één en nummer twee liggen beiden in Singapore. Ze hoort in maart welke plek het zal worden. Het studiejaar begint daar begin augustus. Midden in onze reis. Nog geen man over boord. We kunnen ook naar de Filipijnen afreizen, dochter na twee weken afzetten in Singapore en nog een stukje Vietnam eraan vast plakken. Ik heb het zelf niet zo op Azië, maar daar kan ik me overheen zetten als we dan toch een maand samen kunnen reizen. Het andere waar ik me zorgen over maak is het coronavirus. Het virus grijpt om zich heen in Azië. Is het voor dochterlief überhaupt veilig om zes maanden in zo’n grote, dichtbevolkte stad als Singapore te zijn? Willen wij een maand rondreizen door Azië? Dus zijn we de laatste dagen weer terug bij ons oude idee om naar Zuid-Amerika te reizen. Het Colombiaanse Cartagena. Ons doel op de reizigersmarkt in het museum is dus inspiratie op te doen over Colombia. We beginnen deze middag bij een filmvertoning over reizen in Zuid-Amerika. Het was een teleurstelling. De landen die ze ons lieten zien hadden we bijna allemaal al bezocht. Traditionele markten in Mexico, Peru, Cuba en Guatemala waar we min of meer dezelfde foto’s geschoten hadden als ze in deze film lieten zien. Het eten dat we niet mochten missen hadden we reeds geproefd. We wilden reistips over Colombia, de mooiste plekjes daar. Ze lieten het niet zien. Teleurgesteld liepen we tijdens de film al weg. We liepen nu hoopvol naar het tafeltje van Colombia op de wereldmarkt. De markt hadden ze geweldig leuk ingericht. Helaas was de reisleidster steeds in gesprek. Ik heb een kaart van Zuid-Amerika van haar tafeltje mee genomen en toen liepen we beneden naar een ingerichte coffeeshop met tafels vol met fotoboeken. Enthousiast begon ik te zoeken naar een fotoboek over Colombia. Ik zag ze niet. Ik sprak een meneer van de reisorganisatie aan die de boeken aan het organiseren was op de grote leestafel. Helaas had hij er ook nog geen van dit land gezien… Enigszins gedesillusioneerd liepen we samen naar buiten. Dit was onze eerste keer. Mijn lief zei dat ik onze reis beter zelf kan gaan organiseren zoals ik het altijd al heb gedaan. ‘Dat was toch altijd goed?’ zei hij. Hij heeft gelijk. In de auto op weg naar huis vond ik online een geweldig reisblog van een Nederlandse die nu in Colombia woont. Zóveel inspiratie!

Je mocht die zondagmiddag natuurlijk ook lekker als bezoeker door het Leidse museum lopen. Dat hebben wij ook gedaan. Er zijn ontelbaar veel volken op deze planeet. Dus voor mijn gevoel werden alle volken een beetje (te) kort aangestipt in de vele zalen. Veel traditionele kleding, gebruiksvoorwerpen en maskers lagen tentoongesteld. Ik stuitte op een interessant item. Een prachtige, felgekleurde verentooi uit Suriname. De olok genaamd. De Wayana-indianen, een van de inheemse volken in Suriname, geloven dat sommige voorwerpen een ziel hebben en dat ze verzorgd moeten worden. Zo ook deze geveerde olok. De Wayana-indianen komen trouwens oorspronkelijk uit Brazilië. Zij verhuisden naar Suriname om dichter bij hun handelspartners te wonen. Wayana-indiaan Kananoe Apetina stichtte het dorp Apetina in 1956. Hij was ook de eerste Wayana die met een aantal mannen in 1937 de stad Paramaribo bezocht. Het dorp Apetina is vanaf Paramaribo met het vliegtuig in ongeveer één uur te bereiken. Het dorp is op een heuvel gebouwd en ligt verscholen tussen de bomen. Gelegen aan de Tapanahoni-rivier. Kapitein Samé, dorpshoofd van Apetina, was in 2010 op bezoek in het Leids museum Volkenkunde. Staande op de plek waar ik stond, naast de felgekleurde verentooi, zei hij hierover “De olok is een geest, als ik met hem spreek, dan spreek ik ook met al mijn voorouders. […] Ik heb met hem gesproken, ik heb hem water gegeven, want hij had dorst. De olok moet niet de hele tijd hangen. Hij moet ook kunnen zitten. Hij moet een eigen plek hebben. De olok vindt het fijn als mensen langs komen om hem te spreken en samen te drinken.” Ik heb een tijdje in m’n uppie de olok staan bewonderen. Ik voelde geen aanwezigheid van een ziel. Toch is er in overleg met meneer Samé een fles water bij de verentooi gezet. En ik zag ook een verenmand staan zodat de tooi af en toe kan uitrusten.