donderdag 25 augustus 2011

Wat rest...

God writes the gospel not in the bible alone,
but on trees and flowers and clouds and stars.

-Martin Luther King

Wat rest na zo’n lange reis is het wasgoed, vijf vieze backpacks met gebruikte slaapzakken, een tas vol Peruaanse herinneringen voor in huis en 1500 foto’s op de computer. In mijn reisdagboek staan wat adressen van reizigers die we onderweg ontmoet hebben. We hebben een paar gezellige dagen gereisd in de jungle met vier mensen uit Colombia, Cuba, Mexico en Venezuela. Na een tijdje kwam Mark erachter dat drie van hen heel bekende Zuid-Amerikanen zijn! Het viel me wel op dat ze voor Zuid-Amerikanen goed in hun slappe was zaten en dat ze graag zelf op de foto wilden en het was me ook niet ontgaan dat Alejandro een goed uitziende man is… Hij bleek een bekend internationaal fotomodel te zijn die in Italië gewoond heeft en op allerlei bekende covers gestaan heeft. Monica bleek een bekende actrice in Mexicaanse films te zijn en Pedro is een gevierd acteur. Zij reisden met z’n drietjes en Marialuz, lerares Spaans uit Colombia, reisde alleen. Er was een klik tussen ons allemaal, ook met de kids, dus dat waren vermakelijke dagen in de jungle. Ook de dag dat we een bezoek brachten aan het project Por Eso! in de Heilige Vallei was er een klik met Jolanda en Simone uit Nederland. Ze hadden ons na het bezoek aan het project meegenomen naar hun mooie huis, nodigden Anthe uit om over een paar jaar bij hen te komen logeren om zo een paar maanden voor hun project te kunnen werken. Ook hebben ze geregeld dat een paar vrouwen uit de bergen voor ons een bedsprei gaan weven. Dat duurt een paar maanden en ze nemen ons sprei in december mee naar Nederland als ze in Utrecht samen gaan trouwen. Ook het adres van junglegids Yoyo staat in mijn reisdagboek. Met hem en assistent Kaisuma hadden we veel lol. Deze twee mannen vonden het ook leuk om met de meiden te zwemmen en ravotten in de rivier en waren dus vaak de klos – wat ze overigens helemaal niet erg vonden!

Onderweg zijn we spulletjes kwijtgeraakt. Het begon al de eerste dag in Lima toen Maren’s bergschoen kapot ging. Haar schoenzool ging steeds losser zitten en ze had een natte sok in haar schoen. Dezelfde middag hebben we nieuwe schoentjes voor haar gekocht, want zo’n reis kun je niet zonder goede wandelschoenen! Toen we de volgende dag, na een korte vlucht, in Cusco bij ons hotel afgezet werden met de taxi, liet Inden haar fleecevest op de achterbank liggen. Ook een fleecevest is onmisbaar deze reis dus Inden kreeg dezelfde middag een nieuw paars fleecevest. We hebben ontzettend veel gekaart (gepest) met elkaar. Ons kaartenspel ging overal mee naar toe, want je kunt werkelijk overal kaarten. In Bolivia hebben Maren en ik het pak kaarten in de hangmat laten liggen… Dat was een groot gemis, dus we hebben zo snel mogelijk twee nieuwe pakjes kaarten gekocht – een paar dagen later in Arequipa. Zo ben ik ook mijn onderbroek kwijtgeraakt op de dag dat we de condors bezochten in de gorge… Hoe is dat mogelijk?? Mark en Anthe waren die dag in het hotel gebleven, ziek en ellendig, en Inden , Maren en ik waren een dag op excursie. Na een ochtend met condors doorgebracht te hebben zijn we ’s middags naar een warmwaterbron geweest. Dáár ben ik tussen de stapel zwemkleding mijn onderbroek verloren. Gelukkig had ik die dag een lange broek aan… Verder zijn we wat truitjes en T-shirts kwijtgeraakt als we een tas wasgoed achterlieten in het hotel om te laten wassen. Veel kleding was door het reizen ook zo verkleurd, versleten of vies geworden dat we ze niet eens mee terug genomen hebben naar Nederland. Daar hadden we al rekening mee gehouden toen we de backpacks inpakten. Alle kleding was oud of goedkoop en zeker vervangbaar. Een tas met gedragen kleding achterlaten bij een moeder in Cusco was dus niet zo’n groot gebaar als het misschien lijkt…

Ondanks dat de kaartjes in mijn fototoestel bijna helemaal vol staan met Peruaanse foto’s heb ik ze toch nog moeten gebruiken deze week om twee foto-opdrachten voor de GGD uit te voeren en zaterdag heb ik nog een derde sessie. En geïnspireerd door deze opdrachten (en die van voor de zomer) heb ik toch maar besloten de weg van fotografe in te slaan. Ik heb na het weekend een interview gepland staan met de school voor fotografie om te kijken of ik meteen kan starten met de jaaropleiding of dat ik eerst een basisopleiding moet doen van een half jaar. Ik ben vorig jaar ook al met deze school in zee geweest, maar ik heb toen niet doorgezet. Nu is mijn situatie veranderd en denk ik dat het goed is dat ik een officieel diploma krijg van een fotografie-opleiding. Ik moet fotowerk meenemen dus zal ik op pad gaan met mijn iPAD met fotomapje, de twee GGD-boekjes en de krant waar mijn foto’s in gepubliceerd staan.

Een rijtje moe en ongeïnteresseerde mensen sjokkend achter de gids aan, gedachten overal heen dwalend behalve bij de zoektocht naar jungledieren in het donker. Bezwete lichamen die muggen geïrriteerd wegslaan en af toe onderling een blik wisselen van “zijn we er al bijna?” . Als de zeer bevlogen gids onverwachts stopt om te luisteren of er een aap zijn kant op beweegt (of een spannend insect) lopen de mensen erachter prompt gedachteloos tegen hem aan en de mensen daarachter ook – net een slapstick. Die mensen…dat zijn wij! En we hebben er achteraf verschrikkelijk om gelachen, maar onze gids kon ons echt niet verblijden met een vroege ochtend- of late avondwandeling. We durfden nooit nee te zeggen tegen zijn enthousiaste voorstellen, net zoals we nooit durfden te vragen of we al bijna bij de lodge waren. Mark liep steevast met zijn lange lichaam in een paar spinnenwebben en klaagde dan steen en been over wat hij eigenlijk te zoeken had in de jungle. In het donker zie je in het regenwoud namelijk niet veel anders dan spinnen (grote!), slangen, heel veel kikkers, mieren en padden. En tja, daar worden wij niet warm of koud van. Dus die wandelingen voor het ontbijt of het avondeten waren niet aan ons besteed – en zeker niet op een lege maag… Maar nu thuis kunnen we er zo hard om lachen als we weer denken aan die tochten in onze warme regenlaarzen, krakend door het donkere woud en denkend aan…wat er op ons bord zou liggen als we weer bij de lodge zouden zijn!