When I'm 80 years old and sitting in my rocking chair, I'll be reading Harry Potter. And my family will say to me, 'After all this time?' And I will say, 'Always.'
― Alan Rickman
Ineens draait iedereen in het restaurant zich om en kijkt naar de statafel waar ik met mijn eega sta. Te praten met de onderburen van mijn client. Ook mantelzorgers van hem. Zij kookt dagelijks zijn avondmaaltijd. Oudste zoon van mijn client zegt lovende woorden over ons en de buurvrouw en ik krijgen een mooie bos bloemen overhandigd. In de spotlights. Ik geloof dat er ook een applaus volgde. Twee flessen wijn worden ook voor ons op het tafeltje gezet. We zijn op de tachtigste verjaardag van mijn allereerste client. Ik kom al bijna twee jaar om de dag bij hem en volgens zijn eigen woorden kan hij niet meer zonder mij. Ik was zelfs als eerste gast genoteerd op zijn gastenlijst. We zijn deze avond in een chique restaurant, aan de rand van het bos gelegen. Er is eerst een borrel en zo kan ik wat familieleden leren kennen. Zijn drie kinderen ken ik al. Voornamelijk via de verslaglegging van mijn bezoekjes en hun reacties daarop. Een enkele keer komen we elkaar bij mijn client thuis tegen of in het ziekenhuis bij een belangrijke doktersafspraak. Ik hoor er helemaal bij, lijkt het. Ik heb het er met hem wel eens over dat een hoed hem zo leuk zou staan, of een klassiek geruiten flat cap. Hij is een gepensioneerd directeur. Het zou hem deftig staan. Het komt er eigenlijk nooit van er ook daadwerkelijk eentje te kopen samen. Zijn tachtigste verjaardag lijkt mij een mooi moment om hem met zo’n klepmuts te verrassen. Ik was twee thrift stores af geweest om er eentje tweedehands te vinden. Niet gelukt. Op de dag voor het feest loop ik door de Action om kaarsen te kopen en zie ik er ineens eentje liggen. Voor het grote bedrag van 2,50 euro! Ik neem hem mee. Tot mijn grote verrassing is hij er zó blij mee dat hij hem de gehele avond op heeft. Tot en met de groepsfoto voor ieder’s vertrek heeft hij hem op zijn hoofd. Een schot in de roos! Ik hoor mensen er over praten…dat het zo’n leuke pet is. Dat hij er waarschijnlijk mee naar bed gaat vanavond. Dat hij hem van mij heeft gekregen. Er wordt me gevraagd hoe ik zijn maat wist. En dat allemaal voor dat schamele bedragje! (wat ik natuurlijk tegen niemand gezegd heb..) Na de borrel volgt een smaakvol driegangen diner. Al mijn gesprekken gaan over mijn client. Ik hoor nieuwe verhalen van zijn familie. Ik ontmoet zijn schoonfamilie. Zo leer ik hem weer een beetje beter kennen. Zijn oude jazz band treedt speciaal voor zijn verjaardag op. Zijn jongste zoon (een bekende saxofoon- en klarinetspeler) sluit zich bij hen aan. Hij heeft een mijlpaal gevierd en hoe bijzonder dat ik daar samen met mijn lief bij mocht zijn!
We zijn het er allemaal over eens thuis. Er is een positieve verandering gaande. We proeven meer harmonie in huis. Ik heb het over de omgang tussen onze drie poezen. De baby’s zijn een maand geleden geopereerd. De dierenarts had het al voorspeld. Als de kleintjes straks wat groter zijn zal de oude poes ze gaan herkennen als soortgenoten. Voor die tijd ziet ze ze als aliens. Ze herkende er geen kattengedrag in. Ik begreep dat niet helemaal. Slikte het maar als zoete koek. Ze zijn nu zeven maanden oud en eigenlijk jong-volwassenen. Ze zijn al best groot, maar nog niet volgroeid. Na hun operatie lagen ze een paar dagen in het lappenmandje en toen gingen ze alweer op pad. En onze oude poes loopt sindsdien weer door de huiskamer! Ze wil weer als vanouds door de achterdeur naar buiten. Dat heeft ze een half jaar niet gedaan. Snel eten in de hal en zo snel mogelijk via de voordeur weer ontsnappen naar buiten. Ze sliep gelukkig wel altijd thuis. We roepen voordat we naar bed gaan bij de voordeur. Voorheen kwam ze als een dief in de nacht naar binnen geslopen. Snel wat brokjes eten en dan sliep ze op onze slaapkamers. Vroeg in de ochtend zat ze al in de startblokken bij de voordeur om naar buiten te sprinten. De baby’s slapen nog steeds elke nacht in de huiskamer met de deur gesloten. Tossie zit weer buiten op de vensterbank als ze naar binnen wil. Ze komt gewoon gedurende dag binnen wandelen. Ze eet uit het voerbakje van de baby’s in de keuken. En omdat de huiskamerdeur niet meer zo omslachtig dicht gehouden hoeft te worden, eten de kittens dus ook uit háár bakje met seniorenbrokjes. Sinds twee weken koop ik dus maar ander voer voor gesteriliseerde katten, want dat zijn ze tenslotte alledrie. We worden steeds lakser met de deuren en het gebeurt nu dat ze alledrie boven zijn terwijl ik naar mijn werk ga. Geen idee hoe dat gaat, er wordt namelijk nog wel eens geblazen door onze diva, maar wanneer ik thuiskom zijn ze nog steeds in één kamer. We hebben er vertrouwen in dat er wel eens een dag zou kunnen komen dat ze alledrie op hetzelfde bed liggen te dromen. Elke kat zou zich, net als Tossie, zeer onveilig hebben gevoeld als er zomaar een nieuw, vreemd katje in’ zijn huiskamer’ staat. Laatst staan twee! Ze veranderde een half jaar terug op slag in een gestrest en woedend, angstig exemplaar. Uiteindelijk heeft Tossie het tempo tot toenadering bepaald. Met veel tijd, liefde en geduld leven ze nu samen in één huis. Zo zouden ze nog wel eens vriendjes kunnen worden….
zaterdag 19 oktober 2019
75 jaar later...
Loose lips [might] sink ships.
- Wartime propaganda slogan
Het dorp waar wij wonen heeft een herberg uit het begin van de 16e eeuw. Bijna de oudste herberg van Nederland. Op de markt in ons dorp kwamen twee lijnen van de paardentram samen. De herberg werd dus druk bezocht. Vandaag sta ik op het marktje van ons dorp (nu een stadsdeel van Breda) met twee dochters. We hebben een rondleiding langs belangrijke verzetsplekken. Deze maand zijn Breda en Princenhage 75 jaar geleden bevrijd door Poolse strijders. En dat wordt gevierd met veel aandacht voor de Tweede Wereldoorlog. In ons straatje dat vroeger een grote doorgaande weg naar Antwerpen was (ooit door Napoleon aangelegd) is gevochten door de Fransen die kwamen verdedigen tegen invasie van de Duitsers. Onze huizen hebben kogelgaten in de gevel… Een paar huizen verderop heeft een Franse pantserwagen gestaan. Onze buurman die er nog steeds woont is op een van die dagen geboren. Zijn moeder lag letterlijk in een greppel te bevallen. Ik was heel benieuwd naar andere oorlogsverhalen uit ons buurtje. En die kregen we. Diverse verzetsgroepen waren hier actief. We stonden in de tuin van het huis van de dominee waar 29 Joden ondergedoken hebben gezeten. Zelfs toen de Duitsers er ingekwartierd waren en zélfs toen dit huis in een hospitaal veranderd werd. De dominee woonde daartussen met zijn vier kindjes. Door vertellers werden de dominee en zijn vrouw uitgebeeld, gekleed in gepaste kleding uit die tijd. Zo hoorden we staand in de tuin van dat grote pastoriehuis dat het oudste dochtertje tegen de Duitsers had gezegd dat ze verstoppertje speelde met ‘de anderen’. De domineesvrouw kreeg een hartverzakking, maar de Duitsers verstonden haar gelukkig niet. Later is uit archieven gebleken dat maar drie van die onderduikers de oorlog overleefd hebben… Bij de oude molen van ons dorp stonden we naar een stukje van de acterende molenaarszoon te luisteren die vertelde dat er een radiozender verstopt zat in de top van de molen. Om stiekem te luisteren naar berichten van de regering in Londen. Met de bakfiets van de molenaar werd onder de zakken meel veel spul verplaatst. Recht onder de neus van de Duitsers. De molenaar en zijn oudste zoon werden gefusilleerd bij een huiszoeking. De fietsenwinkel, waar nu een bloemenwinkel zit, was ook een groot bolwerk van verzet. Zo kom ik ook te weten dat in mei 1940 alle inwoners van Breda (destijds 50.000 inwoners) onverwacht moesten vluchten. De stad werd plots geëvacueerd omdat de Duitsers kwamen oprukken. Het gemeentebestuur vreesde dat Breda het strijdtoneel van heftige gevechten zou worden. Er ontstond paniek in de stad. Velen vluchtten hierop te voet, met onvoldoende eten en drinken. Deze, achteraf zinloze vlucht, eiste meer dan honderd slachtoffers en zorgde voor een grote shock bij de Bredase bevolking. Ik heb hier eerder nooit iets van vernomen. Het staat niet vermeld in de geschiedenisboeken die ik op school heb gelezen. We lopen langs het pleintje waar in de bomen veel verzetshelden drie dagen voor de bevrijding verhangen werden. Op een vooroorlogse foto die ik online vind zie ik ons huis (destijds een officierswoning) in het boerenland langs een weg met grote bomen staan. Na een wegomlegging staan deze vier huizen tegenwoordig aan een klein doodlopend straatje. Met flink wat huizen erbij gebouwd. Ons straatje is vernoemd naar een eeuwenoude herberg aan de overkant waar ik een vergeeld fotootje van heb gevonden. Ik vind dit boeiend…
Als de voordeur op de overloop al gastvrij openstaat en ik binnenstap zie ik twee blije gezichten. Dit echtpaar is al ver in de tachtig en bij beiden is beginnende Alzheimer geconstateerd. Vanmiddag vertelt meneer dat hij als klein jongetje met zijn ouders in mei 1940, zoals alle bewoners uit Breda, gevlucht is. Lopend naar Antwerpen. Daar sliep hij met z’n ouders op een biljarttafel in een café. Hij weet ook nog heel goed toen de 1e Poolse Pantserdivisie de stad kwamen bevrijden. In zijn straat stond een leeggeroofd magazijn van een houthandel. De Polen knapten daar hun pantserwagens op en ze vroegen de huizen in de buurt om een slaapplaats. Zo hadden de ouders van deze meneer twee Poolse soldaten in huis. Zij namen eind van de dag vaak wat lekkers mee naar huis. En hij speelde het Pools volkslied voor ze op de piano. Zelf uit zijn hoofd geleerd. Zij noemden de Hollandse Jan, Janek. Meneer staat op en komt met een handjevol zwart-wit foto’s terug. Een echtpaar met een twaalfjarige zoon en een babyhondje op schoot. Daarnaast twee Poolse soldaten. Er zitten ook wat antieke ansichtkaarten uit Duinkerken tussen die later door de soldaten toegezonden zijn. Wanneer ik vraag of hij nog vaak piano speelt antwoordt hij ontkennend. Ik vraag of hij het Poolse volkslied nog een keer voor mij wil spelen. En dat doet hij. Uit een boekje over de bevrijding van Breda valt een verfomfaaid opgevouwen papiertje. Ik pak het op en vouw het open. Het is een bonkaart. Gekleurde zegels met de woorden aardappelen, boter, vleesch en taptemelk erop. Hiermee mocht je deze producten kopen. Mijn oma kreeg ze destijds in haar woonplaats Den Helder niet, omdat mijn opa met een onderzeeër naar Engeland was gevaren en daar de oorlogsjaren verbleef. Zij werd steeds de stad uitgezet en kwam telkens clandestien weer terug. Ze woonde illegaal met haar twee dochters in een huis met dichtgetimmerde ramen. Zij kreeg geen voedselbonnen. En hier sta ik, 75 jaar later, met een door-mijn-oma-felbegeerde bonkaart in mijn handen.
- Wartime propaganda slogan
Het dorp waar wij wonen heeft een herberg uit het begin van de 16e eeuw. Bijna de oudste herberg van Nederland. Op de markt in ons dorp kwamen twee lijnen van de paardentram samen. De herberg werd dus druk bezocht. Vandaag sta ik op het marktje van ons dorp (nu een stadsdeel van Breda) met twee dochters. We hebben een rondleiding langs belangrijke verzetsplekken. Deze maand zijn Breda en Princenhage 75 jaar geleden bevrijd door Poolse strijders. En dat wordt gevierd met veel aandacht voor de Tweede Wereldoorlog. In ons straatje dat vroeger een grote doorgaande weg naar Antwerpen was (ooit door Napoleon aangelegd) is gevochten door de Fransen die kwamen verdedigen tegen invasie van de Duitsers. Onze huizen hebben kogelgaten in de gevel… Een paar huizen verderop heeft een Franse pantserwagen gestaan. Onze buurman die er nog steeds woont is op een van die dagen geboren. Zijn moeder lag letterlijk in een greppel te bevallen. Ik was heel benieuwd naar andere oorlogsverhalen uit ons buurtje. En die kregen we. Diverse verzetsgroepen waren hier actief. We stonden in de tuin van het huis van de dominee waar 29 Joden ondergedoken hebben gezeten. Zelfs toen de Duitsers er ingekwartierd waren en zélfs toen dit huis in een hospitaal veranderd werd. De dominee woonde daartussen met zijn vier kindjes. Door vertellers werden de dominee en zijn vrouw uitgebeeld, gekleed in gepaste kleding uit die tijd. Zo hoorden we staand in de tuin van dat grote pastoriehuis dat het oudste dochtertje tegen de Duitsers had gezegd dat ze verstoppertje speelde met ‘de anderen’. De domineesvrouw kreeg een hartverzakking, maar de Duitsers verstonden haar gelukkig niet. Later is uit archieven gebleken dat maar drie van die onderduikers de oorlog overleefd hebben… Bij de oude molen van ons dorp stonden we naar een stukje van de acterende molenaarszoon te luisteren die vertelde dat er een radiozender verstopt zat in de top van de molen. Om stiekem te luisteren naar berichten van de regering in Londen. Met de bakfiets van de molenaar werd onder de zakken meel veel spul verplaatst. Recht onder de neus van de Duitsers. De molenaar en zijn oudste zoon werden gefusilleerd bij een huiszoeking. De fietsenwinkel, waar nu een bloemenwinkel zit, was ook een groot bolwerk van verzet. Zo kom ik ook te weten dat in mei 1940 alle inwoners van Breda (destijds 50.000 inwoners) onverwacht moesten vluchten. De stad werd plots geëvacueerd omdat de Duitsers kwamen oprukken. Het gemeentebestuur vreesde dat Breda het strijdtoneel van heftige gevechten zou worden. Er ontstond paniek in de stad. Velen vluchtten hierop te voet, met onvoldoende eten en drinken. Deze, achteraf zinloze vlucht, eiste meer dan honderd slachtoffers en zorgde voor een grote shock bij de Bredase bevolking. Ik heb hier eerder nooit iets van vernomen. Het staat niet vermeld in de geschiedenisboeken die ik op school heb gelezen. We lopen langs het pleintje waar in de bomen veel verzetshelden drie dagen voor de bevrijding verhangen werden. Op een vooroorlogse foto die ik online vind zie ik ons huis (destijds een officierswoning) in het boerenland langs een weg met grote bomen staan. Na een wegomlegging staan deze vier huizen tegenwoordig aan een klein doodlopend straatje. Met flink wat huizen erbij gebouwd. Ons straatje is vernoemd naar een eeuwenoude herberg aan de overkant waar ik een vergeeld fotootje van heb gevonden. Ik vind dit boeiend…
Als de voordeur op de overloop al gastvrij openstaat en ik binnenstap zie ik twee blije gezichten. Dit echtpaar is al ver in de tachtig en bij beiden is beginnende Alzheimer geconstateerd. Vanmiddag vertelt meneer dat hij als klein jongetje met zijn ouders in mei 1940, zoals alle bewoners uit Breda, gevlucht is. Lopend naar Antwerpen. Daar sliep hij met z’n ouders op een biljarttafel in een café. Hij weet ook nog heel goed toen de 1e Poolse Pantserdivisie de stad kwamen bevrijden. In zijn straat stond een leeggeroofd magazijn van een houthandel. De Polen knapten daar hun pantserwagens op en ze vroegen de huizen in de buurt om een slaapplaats. Zo hadden de ouders van deze meneer twee Poolse soldaten in huis. Zij namen eind van de dag vaak wat lekkers mee naar huis. En hij speelde het Pools volkslied voor ze op de piano. Zelf uit zijn hoofd geleerd. Zij noemden de Hollandse Jan, Janek. Meneer staat op en komt met een handjevol zwart-wit foto’s terug. Een echtpaar met een twaalfjarige zoon en een babyhondje op schoot. Daarnaast twee Poolse soldaten. Er zitten ook wat antieke ansichtkaarten uit Duinkerken tussen die later door de soldaten toegezonden zijn. Wanneer ik vraag of hij nog vaak piano speelt antwoordt hij ontkennend. Ik vraag of hij het Poolse volkslied nog een keer voor mij wil spelen. En dat doet hij. Uit een boekje over de bevrijding van Breda valt een verfomfaaid opgevouwen papiertje. Ik pak het op en vouw het open. Het is een bonkaart. Gekleurde zegels met de woorden aardappelen, boter, vleesch en taptemelk erop. Hiermee mocht je deze producten kopen. Mijn oma kreeg ze destijds in haar woonplaats Den Helder niet, omdat mijn opa met een onderzeeër naar Engeland was gevaren en daar de oorlogsjaren verbleef. Zij werd steeds de stad uitgezet en kwam telkens clandestien weer terug. Ze woonde illegaal met haar twee dochters in een huis met dichtgetimmerde ramen. Zij kreeg geen voedselbonnen. En hier sta ik, 75 jaar later, met een door-mijn-oma-felbegeerde bonkaart in mijn handen.
zaterdag 12 oktober 2019
Cher's ouderdom
En altijd is het zo geweest, dat de liefde haar eigen diepte niet kent dan op het uur der scheiding.
- Kahlil Gibran
Het is een Oosterse wijsheid die ons vertelt hoe wonderbaarlijk het is dat mensen om ons heen kunnen sterven terwijl we nog altijd zelf niet geloven dat dit ons óók zal overkomen. Eigenlijk best gek als je er over nadenkt. Met mijn collega ben ik in Tilburg een avondje in een crematorium om meer te weten te komen over natuurlijk sterven. Thuis sterven. Door onder meer hygiëne, antibiotica en vaccineren is sterven ver van ons af komen te staan. Het gevolg is veel ongemak en soms ook angst als het om dood gaan gaat. Ik wilde meer weten over het gewone, natuurlijke proces. Dus niet perse de medische kant ervan. Wanneer mensen in hun leven geconfronteerd worden met sterven is het heel fijn dat er iemand is die dat proces kan duiden. Dat helpt om keuzes te maken en beslissingen te nemen vanuit inzicht en vertrouwen, en niet vanuit angst. Zeker nu onze samenleving in rap tempo vergrijst, we langer thuis wonen en dus vaker thuis zullen overlijden. Wetende dat het stervensproces twee jaar kan duren mag ik er vanuit gaan dat het merendeel van mijn clienten in deze waardevolle fase van hun leven zitten. Een fase die gaat over wie wij ten diepsten zijn, meer dan een lichaam of gevoelens. Wat deze avond de wow-factor voor mij gaf was dat spreekster Ineke het stervensproces naast de elementenleer had gelegd. Elk van de vier elementen komt overeen met een fase in het stervensproces. Deze fasen zijn zo herkenbaar in mijn werk! Bij het aarde-element verliest de persoon zijn of haar vitaliteit en gewicht. Bij het waterelement verliest de persoon vocht zoals bij incontinentie, een loopneus of -oor. Bij het vuurelement krijgt de persoon het koud en verdwijnt de passie om te leven en bij de allerlaatste fase, het luchtelement, wordt de adem oppervlakkiger (kan gaan reutelen of stokken) en de stervende persoon wordt dan ook suffig. Ze voegde er ook een vijfde element aan toe, namelijk ether. De subtiele energie die een mens bezit. Ze bedoelde daarmee dat de energie in de kamer vlak voor het sterven verandert. Dieren voelen dat heel goed aan. Mijn moeder’s kat maakte een rare gil en een sprong op het moment dat mijn moeder overleed. Ook valt de klok vaak stil. Dat gebeurde in mijn moeder’s huiskamer ook. En dat is niet eens heel bijzonder, dat gebeurt best vaak. Ineke heeft hier veel onderzoek naar gedaan en sterven blijkt universeel te zijn. Dat hangt niet van je geloof af of waar je op deze aarde woont. Verder vertelde ze dat stervenden visioenen kunnen krijgen van overleden mensen of mooi, helder licht kunnen zien. Daar heeft iedereen wel eens van gehoord. Vaak genoeg gebeurt het ook dat een stervende wacht op de komst van een dierbare (soms vanuit het buitenland) of juist wacht op het vertrek van een geliefde die even een sigaretje gaat roken of naar de WC gaat. De stervende kiest zelf het moment. Ik absorbeerde alle informatie. Ineke wil deze informatie over het gewone overlijden juist graag delen omdat de laatste tijd in de media voornamelijk aandacht is voor euthanasie. Haar kennis over natuurlijk sterven is een tegenhanger waar iedereen net zo goed van op de hoogte zou moeten zijn. Bij deze dus.
“Dit geloof je niet!” denk ik bij mezelf. Als ik op het punt sta om naar mijn werk te gaan reageert mijn auto nergens op. De dagen ervoor was al het openen van de achterbak onbetrouwbaar geworden, de radio stopte er ineens mee en als laatste miste ik ook het piepgeluid bij het parkeren. En juist op deze maandag blijkt hij niet eens te starten. Gelukkig met de auto van mijn aardige buurvrouw mijn werk kunnen doen. Aan het eind van de middag blijkt het de accu te zijn. Dus kunnen we na het opladen gelukkig tóch met onze auto naar Amsterdam. Naar Ziggo Dome. We gaan namelijk naar het eerste concert in Nederland sinds vijftien jaar, van popicoon Cher. Mijn lief heeft meerdere CD’s van haar dus toen bekend werd dat ze kwam hebben we onze slag geslagen. Cher is al drieënzeventig jaar en heeft een meer dan vijftigjarige loopbaan om op terug te blikken, maar still going strong. Ze scheelt precies vijf dagen in leeftijd met mijn moeder. Mijn moeder heeft maar achtenvijftig jaar oud mogen worden, maar had nu ook drieënzeventig jaar geweest. Van de hoge leeftijd van Cher was die maandagavond echter niets te merken. Met even krachtige uithalen als altijd en maar liefst acht outfits met de meest uitbundige pruiken in haar show was de diva weer helemaal terug. ‘Voor we verder gaan wil ik jullie iets vragen: wat doet jullie oma vanavond?’ Het is de conclusie van een grappige, best lange openingsmonoloog waarmee Cher betoogde dat geen enkele vrouw zich door haar leeftijd moet laten tegenhouden iets te doen dat zij leuk vindt. Ik vind haar erg grappig door haar strakke pokerface. In ruim anderhalf uur serveerde ze een heerlijk nostalgisch overzicht van haar levensloop. Met liedjes en veel bloemlezingen van foto’s en filmpjes op een scherm. Het werd het een vrolijke verkleedshow waarbij zij dus acht verschillende looks presenteerde en uiteindelijk vijftien liedjes zong. Overdaad is nog maar een klein woord voor het enorme showspektakel dat ze uit Las Vegas had laten overvliegen. Zo’n prachtig decor had ik nog nooit live gezien. Haar stem en lichaam zijn nog fantastisch - net als haar moeder van 93 jaar oud trouwens! - haar show miste wel wat vaart. Iedereen zat op stoelen en ik miste het dansen en swingen van een echt rockconcert. ‘If I Could Turn Back Time’ en ‘Believe’ maakten iets goed, maar het dak ging er niet af. Haar show was verschrikkelijk Las Vegas style , en ook een tikkeltje voorspelbaar maar toch was het mooi om de poplegende één keer in volle glorie live te zien. Ik heb de hele avond genoten. Een toegift na ‘Believe’ kwam er niet. Dat past natuurlijk niet bij een diva zoals zij.
- Kahlil Gibran
Het is een Oosterse wijsheid die ons vertelt hoe wonderbaarlijk het is dat mensen om ons heen kunnen sterven terwijl we nog altijd zelf niet geloven dat dit ons óók zal overkomen. Eigenlijk best gek als je er over nadenkt. Met mijn collega ben ik in Tilburg een avondje in een crematorium om meer te weten te komen over natuurlijk sterven. Thuis sterven. Door onder meer hygiëne, antibiotica en vaccineren is sterven ver van ons af komen te staan. Het gevolg is veel ongemak en soms ook angst als het om dood gaan gaat. Ik wilde meer weten over het gewone, natuurlijke proces. Dus niet perse de medische kant ervan. Wanneer mensen in hun leven geconfronteerd worden met sterven is het heel fijn dat er iemand is die dat proces kan duiden. Dat helpt om keuzes te maken en beslissingen te nemen vanuit inzicht en vertrouwen, en niet vanuit angst. Zeker nu onze samenleving in rap tempo vergrijst, we langer thuis wonen en dus vaker thuis zullen overlijden. Wetende dat het stervensproces twee jaar kan duren mag ik er vanuit gaan dat het merendeel van mijn clienten in deze waardevolle fase van hun leven zitten. Een fase die gaat over wie wij ten diepsten zijn, meer dan een lichaam of gevoelens. Wat deze avond de wow-factor voor mij gaf was dat spreekster Ineke het stervensproces naast de elementenleer had gelegd. Elk van de vier elementen komt overeen met een fase in het stervensproces. Deze fasen zijn zo herkenbaar in mijn werk! Bij het aarde-element verliest de persoon zijn of haar vitaliteit en gewicht. Bij het waterelement verliest de persoon vocht zoals bij incontinentie, een loopneus of -oor. Bij het vuurelement krijgt de persoon het koud en verdwijnt de passie om te leven en bij de allerlaatste fase, het luchtelement, wordt de adem oppervlakkiger (kan gaan reutelen of stokken) en de stervende persoon wordt dan ook suffig. Ze voegde er ook een vijfde element aan toe, namelijk ether. De subtiele energie die een mens bezit. Ze bedoelde daarmee dat de energie in de kamer vlak voor het sterven verandert. Dieren voelen dat heel goed aan. Mijn moeder’s kat maakte een rare gil en een sprong op het moment dat mijn moeder overleed. Ook valt de klok vaak stil. Dat gebeurde in mijn moeder’s huiskamer ook. En dat is niet eens heel bijzonder, dat gebeurt best vaak. Ineke heeft hier veel onderzoek naar gedaan en sterven blijkt universeel te zijn. Dat hangt niet van je geloof af of waar je op deze aarde woont. Verder vertelde ze dat stervenden visioenen kunnen krijgen van overleden mensen of mooi, helder licht kunnen zien. Daar heeft iedereen wel eens van gehoord. Vaak genoeg gebeurt het ook dat een stervende wacht op de komst van een dierbare (soms vanuit het buitenland) of juist wacht op het vertrek van een geliefde die even een sigaretje gaat roken of naar de WC gaat. De stervende kiest zelf het moment. Ik absorbeerde alle informatie. Ineke wil deze informatie over het gewone overlijden juist graag delen omdat de laatste tijd in de media voornamelijk aandacht is voor euthanasie. Haar kennis over natuurlijk sterven is een tegenhanger waar iedereen net zo goed van op de hoogte zou moeten zijn. Bij deze dus.
“Dit geloof je niet!” denk ik bij mezelf. Als ik op het punt sta om naar mijn werk te gaan reageert mijn auto nergens op. De dagen ervoor was al het openen van de achterbak onbetrouwbaar geworden, de radio stopte er ineens mee en als laatste miste ik ook het piepgeluid bij het parkeren. En juist op deze maandag blijkt hij niet eens te starten. Gelukkig met de auto van mijn aardige buurvrouw mijn werk kunnen doen. Aan het eind van de middag blijkt het de accu te zijn. Dus kunnen we na het opladen gelukkig tóch met onze auto naar Amsterdam. Naar Ziggo Dome. We gaan namelijk naar het eerste concert in Nederland sinds vijftien jaar, van popicoon Cher. Mijn lief heeft meerdere CD’s van haar dus toen bekend werd dat ze kwam hebben we onze slag geslagen. Cher is al drieënzeventig jaar en heeft een meer dan vijftigjarige loopbaan om op terug te blikken, maar still going strong. Ze scheelt precies vijf dagen in leeftijd met mijn moeder. Mijn moeder heeft maar achtenvijftig jaar oud mogen worden, maar had nu ook drieënzeventig jaar geweest. Van de hoge leeftijd van Cher was die maandagavond echter niets te merken. Met even krachtige uithalen als altijd en maar liefst acht outfits met de meest uitbundige pruiken in haar show was de diva weer helemaal terug. ‘Voor we verder gaan wil ik jullie iets vragen: wat doet jullie oma vanavond?’ Het is de conclusie van een grappige, best lange openingsmonoloog waarmee Cher betoogde dat geen enkele vrouw zich door haar leeftijd moet laten tegenhouden iets te doen dat zij leuk vindt. Ik vind haar erg grappig door haar strakke pokerface. In ruim anderhalf uur serveerde ze een heerlijk nostalgisch overzicht van haar levensloop. Met liedjes en veel bloemlezingen van foto’s en filmpjes op een scherm. Het werd het een vrolijke verkleedshow waarbij zij dus acht verschillende looks presenteerde en uiteindelijk vijftien liedjes zong. Overdaad is nog maar een klein woord voor het enorme showspektakel dat ze uit Las Vegas had laten overvliegen. Zo’n prachtig decor had ik nog nooit live gezien. Haar stem en lichaam zijn nog fantastisch - net als haar moeder van 93 jaar oud trouwens! - haar show miste wel wat vaart. Iedereen zat op stoelen en ik miste het dansen en swingen van een echt rockconcert. ‘If I Could Turn Back Time’ en ‘Believe’ maakten iets goed, maar het dak ging er niet af. Haar show was verschrikkelijk Las Vegas style , en ook een tikkeltje voorspelbaar maar toch was het mooi om de poplegende één keer in volle glorie live te zien. Ik heb de hele avond genoten. Een toegift na ‘Believe’ kwam er niet. Dat past natuurlijk niet bij een diva zoals zij.
zaterdag 5 oktober 2019
Mokum's nostalgie
“Autumn is as joyful and sweet as an untimely end.”
― Remy de Gourmont
One, two, three, four… Opletten en goed meetellen. Vooral bij de draai gaat het telkens mis. Ik sta in Paradiso, midden in Amsterdam. In de kelder wel te verstaan. Een bachata workshop. En ik dans niet eens met mijn lief. Eerder op de dag hadden we de auto bij een Park & Ride in Amsterdam achtergelaten en op de vouwfietsjes naar onze Airbnb gereden. Weekendtas daar neergekwakt en over de Weesperzijde naar het Leidseplein gefietst. Van het tochtje ging mijn hart sneller kloppen. A trip down memory lane. We reden langs het Amstelhotel waar we onze trouwfoto’s vierentwintig jaar geleden genomen hadden. Ik vond het zo leuk dat ik enthousiast naar mijn lief riep dat we de foto opnieuw moesten nemen. Nú! Dus fietsjes aan de kant en precies die plek op de brug opgezocht. Eten met de vriendengroep uit onze studententijd. Alweer zo’n dertig jaar geleden. En toen kwam het leukste: opnieuw naar het concert van Rowwen Hèze. Met de vrienden van mijn eega die zijn vrijgezellenparty daar destijds vierden. Díe mannen, met hun vrouwen, die precies een jaar later de reünie van dezelfde vrijgezellenparty daar wederom vierden. En nu, decennia later, weer díe mannen met dezelfde vrouwen! Hoe gaaf is dat! Als briljant cadeau voor onze 50-jarige verjaardag. De groep splitste zich in de menigte van Paradiso op en mijn lief en ik bleven bij het groepje in het midden van de zaal. Het is niet perse mijn muziekkeuze, maar ik stond daar nu toch dus stortte ik me er helemaal in. Meelallen met de Limburgse refreinen, springen, bedolven onder het bier, bezweet van het pogoën en helemaal in mijn sas. Vooral genietend van het plezier van mijn wederhelft die een ieder van ons meenam in de menigte om ruig te dansen. Of was het een soort springen en tegen iedereen aan botsen? Na het concert werden de liters bier van de vloer gedweild en alle plastic bekers opgeveegd. We verdwenen naar de kelder om daar in de bar nog wat met elkaar te drinken. En om ons aan een salsa dansje te wagen. Niet veel later begon er namelijk boven een Latin District avond met een DJ en drummers op het podium. We bleven met vier diehards over. Hoe bijzonder was het dat we op dit uitverkochte feest terecht kwamen, in het legendarische Paradiso? Tussen allemaal relaxte millenials die heel cool aan het salsa en bachata dansen waren. Bijna allemaal waren ze verdoofd door wat alcohol of een pilletje dus het viel ze helemaal niet op dat er vier oudjes op de dansvloer uit hun bol gingen. En enorm naar oud bier stonken… De volgende dag hadden we spontane, bijzondere ontmoetingen. Hoe leuk is dat? Tijdens het ontbijt in de Airbnb met een oud directeur van Starbucks en Unilever. Toen we door ons oude buurtje fietsten kwamen we in gesprek met een dame die bijna dezelfde VW bus had als wij, maar omgebouwd tot een fotobus. We mochten als cadeautje voor Burendag in haar bus op de foto. We schuilden later tegenover de Hortus Botanicus voor de regen in een pandje volgestouwd met oldtimers voor een veiling. Ook met die oude meneer een geanimeerd gesprek gehad. Ik geniet daarvan. We dronken wat in het gerestaureerde, voormalig badhuis op het Javaplein waar we een steenworp vandaan woonden. We slenterden natuurlijk over de Dappermarkt, fietsten langs Artis en pakten het IJ-veer naar Noord waar we spontaan het Mandelahuisje - waar Anna van Praag in een ander leven taarten bakte - bezochten. We lunchten met uitzicht op het IJ en het Centraal Station. We aten natuurlijk een slagroomijsje bij bakkerij van der Linde. We slenterden over de Dam, door de negen straatjes en liepen ineens langs de Westertoren in de Jordaan en bekeken de nieuwe ingang van het Anne Frankhuis. Het was allemaal heerlijk! Deze stad heeft een vibe die mijn hart sneller doet kloppen. En natuurlijk de melancholiek. We volgden onze voetstappen die we, toen samen nog jong en een heel leven voor ons, daar hadden achtergelaten. We zijn langs ons eerste huisje gefietst. Een nieuwe voordeur, een muur eruit maar toch nog óns eerste huisje samen. Het benedenhuis met de grote tuin met appelboompje. Samen getrouwd vanuit dat huisje. We fietsten onwillekeurig langs diverse plekjes waar de trouwfoto’s gemaakt werden. Het Wertheimpark, fontein aan het Frederiksplein, de Hogesluis naast het Amstelhotel en zelfs de trap waar mijn lief mijn jurk opstroopte om mijn blauwe kanten bandje te ontdekken. Volop nostalgie!
Al nuchter sinds de dag ervoor om zes uur, zaten Jut en Jul schuchter in de grote kennel die we ooit aangeschaft hadden om onze katten mee naar Mexico te laten vliegen. Twee paar bange amberkleurige kattenoogjes kijken ons aan door de tralies. De dierenarts roept ons binnen. Ze worden gewogen, gecheckt en de chipnummers worden gecontroleerd. Het moment is daar. We laten de twee baby’s achter voor hun operatie. Ik vind het heel spannend. Ten eerste omdat ik weer rond het middaguur mag bellen naar de praktijk. De laatste keer dat ik dat deed kreeg ik het verschrikkelijke nieuws te horen dat onze oude kater een tumor had en dat we een paar uur later afscheid mochten komen nemen. Ten tweede heb ik een trauma opgelopen toen we onze eerste poes lieten steriliseren. In Amsterdam. Ik moest kort na de operatie voor mijn werk twee dagen naar Groningen. Toen ik eenmaal thuis kwam had ze de hechtingen er zelf uit getrokken…. Ik loop nog steeds met een schuldgevoel rond. Ook omdat diezelfde poes, toen ze vier jaar oud was, door een cyote opgegeten was destijds in The States. En ik had al zo’n medelijden met haar omdat ze in haar uppie naar The States gevlogen was en daar in Boston ook nog in quarantaine moest. Ze was zó blij toen ze na weken wachten onze stemmen hoorde. Manlief was vanochtend mee gegaan voor morele steun. Heel lief. Mijn werkdag ging snel voorbij en voor ik het wist mocht ik de twee slaperige baby’s, lekker tegen elkaar aan, weer mee naar huis nemen. Tegenwoordig zitten de hechtingen niet meer aan de buitenkant, dat was een opluchting. Ik heb bijna twee uur met de warme lijfjes op en naast me doodstil op de bank gezeten. Warme fleece-kleedjes over ze heen gedrapeerd en de kachel lekker hoog. De verkoeverkamer. Ze mochten geen eten, alleen wat water. Veel slapen. De volgende ochtend mochten ze een beetje gekookte kabeljauwfilet. Het meisje had nog pijn en was heel voorzichtig. Het jongetje had alweer een gezonde trek en had de bak ook al gebruikt. Het meisje had vergeleken met het jongetje best een zware buikoperatie gehad en natuurlijk veel langer hersteltijd nodig. Hij was echter zó lief voor haar! Hij ging steeds lekker warm tegen haar aanliggen. Zij deed eigenlijk niks anders dan slapen… Soms ging hij haar helemaal wassen. Daar genoot ze zichtbaar van. Wat zijn huisdieren toch kwetsbaar. Zo afhankelijk van onze zorg! Zij mocht nog niet teveel springen vanwege haar wond. We tilden haar steeds voorzichtig op als ze op het punt stond om te bewegen. Hij rende al na een dag als een bezetene door de huiskamer. Zij een paar dagen later trouwens ook. En dat terwijl ze tien dagen lang niet mochten traplopen, springen of naar buiten.…
― Remy de Gourmont
One, two, three, four… Opletten en goed meetellen. Vooral bij de draai gaat het telkens mis. Ik sta in Paradiso, midden in Amsterdam. In de kelder wel te verstaan. Een bachata workshop. En ik dans niet eens met mijn lief. Eerder op de dag hadden we de auto bij een Park & Ride in Amsterdam achtergelaten en op de vouwfietsjes naar onze Airbnb gereden. Weekendtas daar neergekwakt en over de Weesperzijde naar het Leidseplein gefietst. Van het tochtje ging mijn hart sneller kloppen. A trip down memory lane. We reden langs het Amstelhotel waar we onze trouwfoto’s vierentwintig jaar geleden genomen hadden. Ik vond het zo leuk dat ik enthousiast naar mijn lief riep dat we de foto opnieuw moesten nemen. Nú! Dus fietsjes aan de kant en precies die plek op de brug opgezocht. Eten met de vriendengroep uit onze studententijd. Alweer zo’n dertig jaar geleden. En toen kwam het leukste: opnieuw naar het concert van Rowwen Hèze. Met de vrienden van mijn eega die zijn vrijgezellenparty daar destijds vierden. Díe mannen, met hun vrouwen, die precies een jaar later de reünie van dezelfde vrijgezellenparty daar wederom vierden. En nu, decennia later, weer díe mannen met dezelfde vrouwen! Hoe gaaf is dat! Als briljant cadeau voor onze 50-jarige verjaardag. De groep splitste zich in de menigte van Paradiso op en mijn lief en ik bleven bij het groepje in het midden van de zaal. Het is niet perse mijn muziekkeuze, maar ik stond daar nu toch dus stortte ik me er helemaal in. Meelallen met de Limburgse refreinen, springen, bedolven onder het bier, bezweet van het pogoën en helemaal in mijn sas. Vooral genietend van het plezier van mijn wederhelft die een ieder van ons meenam in de menigte om ruig te dansen. Of was het een soort springen en tegen iedereen aan botsen? Na het concert werden de liters bier van de vloer gedweild en alle plastic bekers opgeveegd. We verdwenen naar de kelder om daar in de bar nog wat met elkaar te drinken. En om ons aan een salsa dansje te wagen. Niet veel later begon er namelijk boven een Latin District avond met een DJ en drummers op het podium. We bleven met vier diehards over. Hoe bijzonder was het dat we op dit uitverkochte feest terecht kwamen, in het legendarische Paradiso? Tussen allemaal relaxte millenials die heel cool aan het salsa en bachata dansen waren. Bijna allemaal waren ze verdoofd door wat alcohol of een pilletje dus het viel ze helemaal niet op dat er vier oudjes op de dansvloer uit hun bol gingen. En enorm naar oud bier stonken… De volgende dag hadden we spontane, bijzondere ontmoetingen. Hoe leuk is dat? Tijdens het ontbijt in de Airbnb met een oud directeur van Starbucks en Unilever. Toen we door ons oude buurtje fietsten kwamen we in gesprek met een dame die bijna dezelfde VW bus had als wij, maar omgebouwd tot een fotobus. We mochten als cadeautje voor Burendag in haar bus op de foto. We schuilden later tegenover de Hortus Botanicus voor de regen in een pandje volgestouwd met oldtimers voor een veiling. Ook met die oude meneer een geanimeerd gesprek gehad. Ik geniet daarvan. We dronken wat in het gerestaureerde, voormalig badhuis op het Javaplein waar we een steenworp vandaan woonden. We slenterden natuurlijk over de Dappermarkt, fietsten langs Artis en pakten het IJ-veer naar Noord waar we spontaan het Mandelahuisje - waar Anna van Praag in een ander leven taarten bakte - bezochten. We lunchten met uitzicht op het IJ en het Centraal Station. We aten natuurlijk een slagroomijsje bij bakkerij van der Linde. We slenterden over de Dam, door de negen straatjes en liepen ineens langs de Westertoren in de Jordaan en bekeken de nieuwe ingang van het Anne Frankhuis. Het was allemaal heerlijk! Deze stad heeft een vibe die mijn hart sneller doet kloppen. En natuurlijk de melancholiek. We volgden onze voetstappen die we, toen samen nog jong en een heel leven voor ons, daar hadden achtergelaten. We zijn langs ons eerste huisje gefietst. Een nieuwe voordeur, een muur eruit maar toch nog óns eerste huisje samen. Het benedenhuis met de grote tuin met appelboompje. Samen getrouwd vanuit dat huisje. We fietsten onwillekeurig langs diverse plekjes waar de trouwfoto’s gemaakt werden. Het Wertheimpark, fontein aan het Frederiksplein, de Hogesluis naast het Amstelhotel en zelfs de trap waar mijn lief mijn jurk opstroopte om mijn blauwe kanten bandje te ontdekken. Volop nostalgie!
Al nuchter sinds de dag ervoor om zes uur, zaten Jut en Jul schuchter in de grote kennel die we ooit aangeschaft hadden om onze katten mee naar Mexico te laten vliegen. Twee paar bange amberkleurige kattenoogjes kijken ons aan door de tralies. De dierenarts roept ons binnen. Ze worden gewogen, gecheckt en de chipnummers worden gecontroleerd. Het moment is daar. We laten de twee baby’s achter voor hun operatie. Ik vind het heel spannend. Ten eerste omdat ik weer rond het middaguur mag bellen naar de praktijk. De laatste keer dat ik dat deed kreeg ik het verschrikkelijke nieuws te horen dat onze oude kater een tumor had en dat we een paar uur later afscheid mochten komen nemen. Ten tweede heb ik een trauma opgelopen toen we onze eerste poes lieten steriliseren. In Amsterdam. Ik moest kort na de operatie voor mijn werk twee dagen naar Groningen. Toen ik eenmaal thuis kwam had ze de hechtingen er zelf uit getrokken…. Ik loop nog steeds met een schuldgevoel rond. Ook omdat diezelfde poes, toen ze vier jaar oud was, door een cyote opgegeten was destijds in The States. En ik had al zo’n medelijden met haar omdat ze in haar uppie naar The States gevlogen was en daar in Boston ook nog in quarantaine moest. Ze was zó blij toen ze na weken wachten onze stemmen hoorde. Manlief was vanochtend mee gegaan voor morele steun. Heel lief. Mijn werkdag ging snel voorbij en voor ik het wist mocht ik de twee slaperige baby’s, lekker tegen elkaar aan, weer mee naar huis nemen. Tegenwoordig zitten de hechtingen niet meer aan de buitenkant, dat was een opluchting. Ik heb bijna twee uur met de warme lijfjes op en naast me doodstil op de bank gezeten. Warme fleece-kleedjes over ze heen gedrapeerd en de kachel lekker hoog. De verkoeverkamer. Ze mochten geen eten, alleen wat water. Veel slapen. De volgende ochtend mochten ze een beetje gekookte kabeljauwfilet. Het meisje had nog pijn en was heel voorzichtig. Het jongetje had alweer een gezonde trek en had de bak ook al gebruikt. Het meisje had vergeleken met het jongetje best een zware buikoperatie gehad en natuurlijk veel langer hersteltijd nodig. Hij was echter zó lief voor haar! Hij ging steeds lekker warm tegen haar aanliggen. Zij deed eigenlijk niks anders dan slapen… Soms ging hij haar helemaal wassen. Daar genoot ze zichtbaar van. Wat zijn huisdieren toch kwetsbaar. Zo afhankelijk van onze zorg! Zij mocht nog niet teveel springen vanwege haar wond. We tilden haar steeds voorzichtig op als ze op het punt stond om te bewegen. Hij rende al na een dag als een bezetene door de huiskamer. Zij een paar dagen later trouwens ook. En dat terwijl ze tien dagen lang niet mochten traplopen, springen of naar buiten.…
zondag 29 september 2019
Heilige grond
Ons leven is een prop papier, waar de kat mee speelt. Het ene moment liggen we in deze hoek, het volgende in die, en achteraf blijkt dat we ons ook daarin hebben vergist, dat we zelfs niet wisten in welke hoek we eigenlijk lagen.
- Harry Mulish
Onze katjes zijn inmiddels zes maanden oud geworden. Ze zijn verschrikkelijk ondeugend en stout. Tot het irritante af. Ze graven elke dag het schors uit de grote plantenpot waar mijn mooie tropische pachira plant groeit. Dan voetballen ze met de stukjes schors door de huiskamer. Ik word er zó moe van. Ik krijg het ze niet afgeleerd. Ze hebben ook al een vetplantje zó vaak uitgegraven dat ik het armetierige plantje dat overbleef maar weg gegooid heb. Er lagen kleine kiezelsteentjes voor de sier in de pot, en daar ging het ze om. Ik zag onlangs dat ze zelfs geprobeerd hadden naast de cactus met scherpe naalden te graven! Daar liggen van die hydrokorrels omheen. Ook in de achtertuin graven ze alles uit. Wat is er mis met ze? Ik had bedacht dat het misschien uit verveling voortkwam? Tenslotte zitten ze elke avond ‘opgesloten’ in de huiskamer, omdat onze oude kat boven verblijft. De drie huisgenoten zijn na al die maanden nog steeds niet nader tot elkaar gekomen. Als de oude poes ze per ongeluk tegen komt in huis is het blazen en vluchten. Daarna is ze dan weer een paar dagen te onzeker om binnen te komen. Ik vind het energie vretend. We hebben allemaal onze hoop ingezet op de castratie en sterilisatie van de kleintjes. Dat de katjes daarna zachter en liever zullen worden en minder enthousiast zullen zijn om de oude poes te verrassen met een agressieve sprong op haar rug. De pubertjes zijn hun leefterrein echt aan het verkennen en vergroten. In de tuin blijven ze niet meer voorzichtig op het grasveldje spelen maar klimmen ze de laatste weken ook de schutting op om in de buurt de daken te gaan verkennen. Ik ben heel bang dat ze dan ergens naar beneden kunnen klimmen of springen en de straat oversteken. Het ergste scenario is dat de eerste nog veilig kan oversteken, maar dat de tweede een enorm risico neemt om dan ook aan de overkant te geraken. Brrr… Van dat idee kan ik bloednerveus worden. Het katertje was zelfs een paar dagen terug door het op-een-kier openstaande zolderraam naar beneden geklommen via de dakpannen! Met pijn in mijn buik ga ik dan zoeken in de buurt. Toen ik zijn naam in ’t donker riep hoorde ik hem al zachtjes miauwen gelukkig. ‘Hij leeft nog!’ was mijn reactie. Hij kwam toen trouwens meteen naar me toe toen ik een trap bij het schuurtje van de buren had gezet. Hij bleef de hele volgende dag braaf in de tuin. Daarnaast kan het poesje natuurlijk zwanger raken. Ze is nu bijzonder aanhankelijk en miauwt soms een beetje huilerig. Mijn vermoeden is dat ze krols begint te worden. Op een ochtend toen ik de voordeur open deed zat er een enorme Perzische kater met lang haar op onze deurmat te wachten. Katten ruiken dat kennelijk op grote afstand!
Palliatieve zorg. Mensen bijstaan tijdens het laatste stukje van hun leven. Een stukje van mijn werk dat grote aantrekkingskracht heeft tot mij. De laatste twee woensdagavonden had ik een opleiding van mijn werk daarover. De instructrice was stervensbegeleidster van beroep. Zij vertelde onder andere dat de dood onlosmakelijk verbonden is met de liefde waarmee het leven geleefd is. Dat vind ik mooie woorden. Ook vergelijkt ze het heel intiem aanwezig zijn bij het stervensproces van een client als lopen op heilige grond. Als ik een van mijn clienten zou mogen bijstaan tot het laatste eindje zou dat een waardevol cadeau voor mij zijn. Ik heb één client verloren aan een herseninfarct. Hij had het infarct overleefd, maar de gevolgen ervan waren zo groot voor zijn verdere leven dat hij in het ziekenhuis voor euthanasie gekozen heeft. Hij voelde al in de dagen vooraf aan zijn infarct dat zijn einde nabij was vertelde hij mij. Hij moest telkens iets inleveren. Hij was een mooi mens van 90 jaar oud en had bijzondere levensverhalen. Hij genoot van het terugkijken en ik van het luisteren. Hij stond stil bij het leven. Wij koesterden zijn mooie momenten. Hij heeft zeker een indruk achtergelaten in mijn leven. Zoals al mijn clienten eigenlijk doen. Ik vind het een voorrecht om een stukje mee te mogen lopen op hun levenspad. Je kunt heel veel vaardigheden opdoen door oudere mensen te bestuderen. Senioren zijn in alles fantastische leermeesters. Of het nu gaat om verhalen over de successen die ze hebben geboekt of juist over hun mislukkingen. Het kan heel nuttig zijn om te luisteren naar wat zij te vertellen hebben. Allemaal hebben ze hun eigen levensverhaal. Allemaal hebben ze hun eigen ervaring en kennis die exponentieel groter is dan wat ik tot nog toe in het leven heb geleerd. Een prachtige bron van hulp dus. De verhalen die oudere mensen je willen vertellen over alles wat ze hebben gezien en meegemaakt zijn mijn inziens van onschatbare waarde. Kennis uit eerste hand, recht uit het hart en in levenden lijve meegemaakt. In hun échte verhalen kunnen wij de sleutels tot het leven vinden. Dat is het mooiste aan mijn werk vind ik en het verveelt me nooit. Mijn werk verrijkt mijn leven.
- Harry Mulish
Onze katjes zijn inmiddels zes maanden oud geworden. Ze zijn verschrikkelijk ondeugend en stout. Tot het irritante af. Ze graven elke dag het schors uit de grote plantenpot waar mijn mooie tropische pachira plant groeit. Dan voetballen ze met de stukjes schors door de huiskamer. Ik word er zó moe van. Ik krijg het ze niet afgeleerd. Ze hebben ook al een vetplantje zó vaak uitgegraven dat ik het armetierige plantje dat overbleef maar weg gegooid heb. Er lagen kleine kiezelsteentjes voor de sier in de pot, en daar ging het ze om. Ik zag onlangs dat ze zelfs geprobeerd hadden naast de cactus met scherpe naalden te graven! Daar liggen van die hydrokorrels omheen. Ook in de achtertuin graven ze alles uit. Wat is er mis met ze? Ik had bedacht dat het misschien uit verveling voortkwam? Tenslotte zitten ze elke avond ‘opgesloten’ in de huiskamer, omdat onze oude kat boven verblijft. De drie huisgenoten zijn na al die maanden nog steeds niet nader tot elkaar gekomen. Als de oude poes ze per ongeluk tegen komt in huis is het blazen en vluchten. Daarna is ze dan weer een paar dagen te onzeker om binnen te komen. Ik vind het energie vretend. We hebben allemaal onze hoop ingezet op de castratie en sterilisatie van de kleintjes. Dat de katjes daarna zachter en liever zullen worden en minder enthousiast zullen zijn om de oude poes te verrassen met een agressieve sprong op haar rug. De pubertjes zijn hun leefterrein echt aan het verkennen en vergroten. In de tuin blijven ze niet meer voorzichtig op het grasveldje spelen maar klimmen ze de laatste weken ook de schutting op om in de buurt de daken te gaan verkennen. Ik ben heel bang dat ze dan ergens naar beneden kunnen klimmen of springen en de straat oversteken. Het ergste scenario is dat de eerste nog veilig kan oversteken, maar dat de tweede een enorm risico neemt om dan ook aan de overkant te geraken. Brrr… Van dat idee kan ik bloednerveus worden. Het katertje was zelfs een paar dagen terug door het op-een-kier openstaande zolderraam naar beneden geklommen via de dakpannen! Met pijn in mijn buik ga ik dan zoeken in de buurt. Toen ik zijn naam in ’t donker riep hoorde ik hem al zachtjes miauwen gelukkig. ‘Hij leeft nog!’ was mijn reactie. Hij kwam toen trouwens meteen naar me toe toen ik een trap bij het schuurtje van de buren had gezet. Hij bleef de hele volgende dag braaf in de tuin. Daarnaast kan het poesje natuurlijk zwanger raken. Ze is nu bijzonder aanhankelijk en miauwt soms een beetje huilerig. Mijn vermoeden is dat ze krols begint te worden. Op een ochtend toen ik de voordeur open deed zat er een enorme Perzische kater met lang haar op onze deurmat te wachten. Katten ruiken dat kennelijk op grote afstand!
Palliatieve zorg. Mensen bijstaan tijdens het laatste stukje van hun leven. Een stukje van mijn werk dat grote aantrekkingskracht heeft tot mij. De laatste twee woensdagavonden had ik een opleiding van mijn werk daarover. De instructrice was stervensbegeleidster van beroep. Zij vertelde onder andere dat de dood onlosmakelijk verbonden is met de liefde waarmee het leven geleefd is. Dat vind ik mooie woorden. Ook vergelijkt ze het heel intiem aanwezig zijn bij het stervensproces van een client als lopen op heilige grond. Als ik een van mijn clienten zou mogen bijstaan tot het laatste eindje zou dat een waardevol cadeau voor mij zijn. Ik heb één client verloren aan een herseninfarct. Hij had het infarct overleefd, maar de gevolgen ervan waren zo groot voor zijn verdere leven dat hij in het ziekenhuis voor euthanasie gekozen heeft. Hij voelde al in de dagen vooraf aan zijn infarct dat zijn einde nabij was vertelde hij mij. Hij moest telkens iets inleveren. Hij was een mooi mens van 90 jaar oud en had bijzondere levensverhalen. Hij genoot van het terugkijken en ik van het luisteren. Hij stond stil bij het leven. Wij koesterden zijn mooie momenten. Hij heeft zeker een indruk achtergelaten in mijn leven. Zoals al mijn clienten eigenlijk doen. Ik vind het een voorrecht om een stukje mee te mogen lopen op hun levenspad. Je kunt heel veel vaardigheden opdoen door oudere mensen te bestuderen. Senioren zijn in alles fantastische leermeesters. Of het nu gaat om verhalen over de successen die ze hebben geboekt of juist over hun mislukkingen. Het kan heel nuttig zijn om te luisteren naar wat zij te vertellen hebben. Allemaal hebben ze hun eigen levensverhaal. Allemaal hebben ze hun eigen ervaring en kennis die exponentieel groter is dan wat ik tot nog toe in het leven heb geleerd. Een prachtige bron van hulp dus. De verhalen die oudere mensen je willen vertellen over alles wat ze hebben gezien en meegemaakt zijn mijn inziens van onschatbare waarde. Kennis uit eerste hand, recht uit het hart en in levenden lijve meegemaakt. In hun échte verhalen kunnen wij de sleutels tot het leven vinden. Dat is het mooiste aan mijn werk vind ik en het verveelt me nooit. Mijn werk verrijkt mijn leven.
zaterdag 21 september 2019
Grab life
I enjoy life, and I think that's important. Life is so fragile and so fleeting, and it's over in a minute, and you've just got to grab it and do everything and not worry about it.
- Jerry Hall
In onze retrobus rijden we rustig in een staartje van de file vanuit Zeeland terug naar huis. De raampjes open vanwege de warmte en mijn lief heeft zijn gitaar gepakt van de achterbank. Hij tokkelt er lekker op los terwijl ik achter het stuur zit te genieten. Zo happy met de vrijheid die onze kampeerbus met zich mee brengt. We hebben met z’n tweetjes een weekend aan zee doorgebracht op een melkveeboerderij uit 1598. Er waren acht kalfjes geboren. De laatste in de nacht voor onze aankomst. Eén stierkalfje was helemaal verliefd op mijn gehaakte strandjurk. Hij bleef maar flinke kopjes geven tegen mijn heup en bovenbeen aan. Het gaf me een dubbel gevoel. Horen deze vaarskalfjes en stierkalfjes niet bij hun moeder? De meeste kalveren worden in Nederland kort na de geboorte van hun moeder gescheiden. Dat dient vooral een economisch doel. Het kalf wordt door de boer met de fles opgevoed met kalvermelk, een soort kunstmelk. De melk van de moeder wordt verkocht aan de consument. Ik voel me als mens ietsje minder schuldig vanwege mijn reeds 15 jaar durende melkonthouding. Het melk van de net bevallen koe is toch voor haar kalf bestemd? Een kalf dat wordt grootgebracht door de boer raakt van het begin af aan vertrouwd met mensen. Laat je het helemaal bij de moeder, dan groeit die band niet en zijn ze angstig voor mensen. Ik heb geen oordeel; ik weet er veel te weinig vanaf. Doddig zijn de piepjonge beestjes wel. We fietsen beiden dagen in een kwartiertje naar het strand op onze vouwfietsjes. Aan zee brengen we de dag samen heel loom door. We blijven hangen tot de avond. Lekker lang dineren aan het strand met een koud glas sangria en een geweldige zonsondergang. We wanen ons in verre oorden door de zwoele avond en het wondermooie uitzicht. Ofschoon we ‘gewoon’ aan de Zeeuwse kust zitten! Nederland is een mooi land. We blijven nóg wat langer hangen met een kop thee en een taartje. De volgende ochtend hetzelfde ritueel. Eind van de middag rijden we als twee zanderige hippies terug in onze antieke bus. Ik had een afslag gemist en zodoende rijden we net Zevenbergen in als de gaspedaal plat op de bodem blijft liggen en gewoon niet meer reageert. Ik laat de bus uitrollen en mijn lief springt eruit om hem naar een veilig plekje te duwen. Een minuut later stopt er een politiebusje. Twee jonge, behulpzame agenten twijfelen geen seconde en helpen ons duwen. De telefoniste van de ANWB voorspelde ruim een uur nodig te hebben voor een monteur om te arriveren. Net tien minuten later rijdt er toevallig een ANWB autootje langs die onze melding op zijn scherm kreeg. Heel rap hebben ze het los geschoten kabeltje vervangen en toen reden we in twintig minuutjes naar huis. Onze relaxte vibe was vandaag onverwoestbaar!
Mijn yoga juf had vooraf al aangekondigd dat we een gastdocent uit Houston zouden krijgen. Namelijk Alejandro, Argentijns geleerde en yoga beoefenaar in de traditie van Tibet. Ik houd erg van nieuwe dingen proberen en was dus razend benieuwd. Hij nodigde ons uit om zowel lichamelijk als geestelijk ontspannen te zijn. Zijn lessen verlichten emotionele blokkades en vergroten de ervaring van open bewustzijn. Ik werd inderdaad heel relaxt; ik moest zelfs de hele tijd gapen. Slaperig. Tranen in mijn ogen van de slaap zeg maar. Alejandro, lang grijzend haar in een knotje, is ook als professor verbonden aan het M.D. Anderson Cancer Center in Houston. Hij doet daar al twintig jaar onderzoek naar Tibetaanse mind-body technieken voor kankerpatiënten. Hij heeft als doel levens te transformeren door middel van meditatie. In 1999 begon hij deze meditatietechnieken te onderwijzen aan het kankercentrum in Houston. Volgens de Tibetaanse traditie is de adem de verbinding tussen lichaam en geest. In zijn gastles deden wij Tsa Lung oefeningen, een serie van vijf zittende yoga-oefeningen die helpen bij meditatie. Vaak is er een verschil tussen de problemen die we in het dagelijks leven tegen komen en het spirituele leven waar we naar verlangen. We kunnen bidden en wensen dat alle levende wezens vrij zijn van lijden, maar het is niet altijd gemakkelijk om medelevend te zijn voor degene met wie we niet kunnen opschieten. De beoefening van de vijf krijgers-lettergrepen helpt daarbij. Wij deden alleen de eerste. Het uitgangspunt van deze oefening is onze eigen beperking en ongeluk. Door de verbinding met onze ware aard te ervaren ontwikkelen we positieve eigenschappen. In plaats van te zoeken naar iets nieuws, buiten onszelf, maakten we in de les verbinding met vijf chakra's. Nog dieper verbinden met onze chakra’s. Zodoende verbeteren we onze fysieke, energetische en mentale gezondheid. Prachtig. Ik kan me voorstellen dat deze meditaties kunnen helpen bij het herstel van kanker, maar waarschijnlijker nog…bij álle ziekten.
- Jerry Hall
In onze retrobus rijden we rustig in een staartje van de file vanuit Zeeland terug naar huis. De raampjes open vanwege de warmte en mijn lief heeft zijn gitaar gepakt van de achterbank. Hij tokkelt er lekker op los terwijl ik achter het stuur zit te genieten. Zo happy met de vrijheid die onze kampeerbus met zich mee brengt. We hebben met z’n tweetjes een weekend aan zee doorgebracht op een melkveeboerderij uit 1598. Er waren acht kalfjes geboren. De laatste in de nacht voor onze aankomst. Eén stierkalfje was helemaal verliefd op mijn gehaakte strandjurk. Hij bleef maar flinke kopjes geven tegen mijn heup en bovenbeen aan. Het gaf me een dubbel gevoel. Horen deze vaarskalfjes en stierkalfjes niet bij hun moeder? De meeste kalveren worden in Nederland kort na de geboorte van hun moeder gescheiden. Dat dient vooral een economisch doel. Het kalf wordt door de boer met de fles opgevoed met kalvermelk, een soort kunstmelk. De melk van de moeder wordt verkocht aan de consument. Ik voel me als mens ietsje minder schuldig vanwege mijn reeds 15 jaar durende melkonthouding. Het melk van de net bevallen koe is toch voor haar kalf bestemd? Een kalf dat wordt grootgebracht door de boer raakt van het begin af aan vertrouwd met mensen. Laat je het helemaal bij de moeder, dan groeit die band niet en zijn ze angstig voor mensen. Ik heb geen oordeel; ik weet er veel te weinig vanaf. Doddig zijn de piepjonge beestjes wel. We fietsen beiden dagen in een kwartiertje naar het strand op onze vouwfietsjes. Aan zee brengen we de dag samen heel loom door. We blijven hangen tot de avond. Lekker lang dineren aan het strand met een koud glas sangria en een geweldige zonsondergang. We wanen ons in verre oorden door de zwoele avond en het wondermooie uitzicht. Ofschoon we ‘gewoon’ aan de Zeeuwse kust zitten! Nederland is een mooi land. We blijven nóg wat langer hangen met een kop thee en een taartje. De volgende ochtend hetzelfde ritueel. Eind van de middag rijden we als twee zanderige hippies terug in onze antieke bus. Ik had een afslag gemist en zodoende rijden we net Zevenbergen in als de gaspedaal plat op de bodem blijft liggen en gewoon niet meer reageert. Ik laat de bus uitrollen en mijn lief springt eruit om hem naar een veilig plekje te duwen. Een minuut later stopt er een politiebusje. Twee jonge, behulpzame agenten twijfelen geen seconde en helpen ons duwen. De telefoniste van de ANWB voorspelde ruim een uur nodig te hebben voor een monteur om te arriveren. Net tien minuten later rijdt er toevallig een ANWB autootje langs die onze melding op zijn scherm kreeg. Heel rap hebben ze het los geschoten kabeltje vervangen en toen reden we in twintig minuutjes naar huis. Onze relaxte vibe was vandaag onverwoestbaar!
Mijn yoga juf had vooraf al aangekondigd dat we een gastdocent uit Houston zouden krijgen. Namelijk Alejandro, Argentijns geleerde en yoga beoefenaar in de traditie van Tibet. Ik houd erg van nieuwe dingen proberen en was dus razend benieuwd. Hij nodigde ons uit om zowel lichamelijk als geestelijk ontspannen te zijn. Zijn lessen verlichten emotionele blokkades en vergroten de ervaring van open bewustzijn. Ik werd inderdaad heel relaxt; ik moest zelfs de hele tijd gapen. Slaperig. Tranen in mijn ogen van de slaap zeg maar. Alejandro, lang grijzend haar in een knotje, is ook als professor verbonden aan het M.D. Anderson Cancer Center in Houston. Hij doet daar al twintig jaar onderzoek naar Tibetaanse mind-body technieken voor kankerpatiënten. Hij heeft als doel levens te transformeren door middel van meditatie. In 1999 begon hij deze meditatietechnieken te onderwijzen aan het kankercentrum in Houston. Volgens de Tibetaanse traditie is de adem de verbinding tussen lichaam en geest. In zijn gastles deden wij Tsa Lung oefeningen, een serie van vijf zittende yoga-oefeningen die helpen bij meditatie. Vaak is er een verschil tussen de problemen die we in het dagelijks leven tegen komen en het spirituele leven waar we naar verlangen. We kunnen bidden en wensen dat alle levende wezens vrij zijn van lijden, maar het is niet altijd gemakkelijk om medelevend te zijn voor degene met wie we niet kunnen opschieten. De beoefening van de vijf krijgers-lettergrepen helpt daarbij. Wij deden alleen de eerste. Het uitgangspunt van deze oefening is onze eigen beperking en ongeluk. Door de verbinding met onze ware aard te ervaren ontwikkelen we positieve eigenschappen. In plaats van te zoeken naar iets nieuws, buiten onszelf, maakten we in de les verbinding met vijf chakra's. Nog dieper verbinden met onze chakra’s. Zodoende verbeteren we onze fysieke, energetische en mentale gezondheid. Prachtig. Ik kan me voorstellen dat deze meditaties kunnen helpen bij het herstel van kanker, maar waarschijnlijker nog…bij álle ziekten.
zaterdag 14 september 2019
Onderdompelen
Wandelen…
in de natuur met beide benen stevig op de grond
in gezelschap van een ander
in het teken van de ander
Wandelen…
met open ogen
met open oren
met een ontvankelijk hart
- Marijn van Zon
We kwamen ieder tot het besef dat we het Mastbos misten. Mijn lief en ik kunnen beiden helaas niet meer hardlopen in het bos vanwege sportblessures. Het bos ligt hemelsbreed een kilometertje van onze voordeur. Echt jammer dat sporten daar voorlopig niet meer lukt. Het is algemeen bekend dat je van een wandeling of looprondje in een mooi herfstbos vrolijk wordt en meer energie krijgt. Wandelen haalt de haast uit je hoofd. Het maakt je open. Je gaat op in het landschap en dat schept mogelijkheden tot verdieping. Je tempo verandert. Je zintuigen gaan anders waarnemen: je krijgt weer oog voor het wonder van de schepping en jouw verbondenheid daarmee. Er komt stilte… Ruimte voor rust, maar misschien ook wel onrust of angst voor de leegte. Er gebeurt in ieder geval iets met je. In Japan hebben ze daar een naam voor: Shinrin-Yoku of bosbaden. Onderdompelen in de natuur. Dat ik de afgelopen drie weken weer in het (herfst)bos mocht wandelen - weliswaar achter een rolstoel - deed me beseffen dat ik het beleven van de seizoenen miste. Het bos is daar bij uitstek geschikt voor. Al jaren rende ik wekelijks twee keer door het oude bos. Soms in een regenbui, soms tijdens een schitterende zonsondergang, soms in de zinderende hitte en soms in de sneeuw. Tot afgelopen zomer… In Noorwegen genoot ik weer volop van het zijn in de natuur. Mijn lief en ik hebben dus afgelopen zondag onze wandelschoenen aangetrokken en zijn een uur lang flink in het Mastbos gaan wandelen. De route die we oneindig vaak samen gerend hebben. Wandelen brengt je vanuit je hoofd weer in je lijf. Door je aandacht te richten op je voeten en je voeten met aandacht op moeder Aarde neer te zetten, raak je als vanzelf uit je hoofd. Je komt ‘automatisch’ in je lijf. Bijna als in een meditatie vind ik…
We hebben allebei zo genoten van het heerlijke gevoel na een lange wandeling door het bos, dat we ons hebben voorgenomen élke zondagochtend te gaan wandelen. Alle seizoenen. Het moment dat je het bos binnenloopt, voel je het eigenlijk al: de rust, de frisse lucht die je diep inademt, het gevoel op een goede plek te zijn. Hoe komt het toch dat de natuur zo’n positieve invloed heeft? Er zijn aanwijzingen dat de lucht die je in de natuur inademt, heilzame stoffen bevat. Volgens Japanse onderzoekers adem je met boslucht bijvoorbeeld bacteriën in die je spijsverteringsstelsel versterken en ervoor zorgen dat je stoffen kunt afbreken die je anders niet zou kunnen omzetten. Op die manier krijg je voedingsstoffen binnen waar je lichamelijk en mentaal baat bij hebt. Planten en de bacteriën die daarop leven, bevatten bovendien een aantal essentiële oliën die ons kunnen helpen om schadelijke microben te bestrijden. Ook denken de Japanners dat we via boslucht negatieve ionen inademen, die ertoe bijdragen dat allergenen en andere schadelijke stoffen worden geneutraliseerd. Hoe dan ook is er een verband is tussen in-de-natuur-zijn en een goede fysieke en mentale gezondheid. Elke week de paden op, de lanen in dus! We wonen tenslotte niet voor niets zo dicht bij het bos. Een simpele boswandeling kan echt 'opladen', kalmeren en gezonder maken. En dat is alleen al zonder alle voordelen van de beweging itself. Als kers op de taart las ik ook nog eens dat uit onderzoek blijkt dat bepaalde aandoeningen - zoals depressie, angst, hartziekten, diabetes, astma en migraine - minder voorkomen bij mensen die binnen een straal van een kilometer van de natuur wonen. Lucky us!
in de natuur met beide benen stevig op de grond
in gezelschap van een ander
in het teken van de ander
Wandelen…
met open ogen
met open oren
met een ontvankelijk hart
- Marijn van Zon
We kwamen ieder tot het besef dat we het Mastbos misten. Mijn lief en ik kunnen beiden helaas niet meer hardlopen in het bos vanwege sportblessures. Het bos ligt hemelsbreed een kilometertje van onze voordeur. Echt jammer dat sporten daar voorlopig niet meer lukt. Het is algemeen bekend dat je van een wandeling of looprondje in een mooi herfstbos vrolijk wordt en meer energie krijgt. Wandelen haalt de haast uit je hoofd. Het maakt je open. Je gaat op in het landschap en dat schept mogelijkheden tot verdieping. Je tempo verandert. Je zintuigen gaan anders waarnemen: je krijgt weer oog voor het wonder van de schepping en jouw verbondenheid daarmee. Er komt stilte… Ruimte voor rust, maar misschien ook wel onrust of angst voor de leegte. Er gebeurt in ieder geval iets met je. In Japan hebben ze daar een naam voor: Shinrin-Yoku of bosbaden. Onderdompelen in de natuur. Dat ik de afgelopen drie weken weer in het (herfst)bos mocht wandelen - weliswaar achter een rolstoel - deed me beseffen dat ik het beleven van de seizoenen miste. Het bos is daar bij uitstek geschikt voor. Al jaren rende ik wekelijks twee keer door het oude bos. Soms in een regenbui, soms tijdens een schitterende zonsondergang, soms in de zinderende hitte en soms in de sneeuw. Tot afgelopen zomer… In Noorwegen genoot ik weer volop van het zijn in de natuur. Mijn lief en ik hebben dus afgelopen zondag onze wandelschoenen aangetrokken en zijn een uur lang flink in het Mastbos gaan wandelen. De route die we oneindig vaak samen gerend hebben. Wandelen brengt je vanuit je hoofd weer in je lijf. Door je aandacht te richten op je voeten en je voeten met aandacht op moeder Aarde neer te zetten, raak je als vanzelf uit je hoofd. Je komt ‘automatisch’ in je lijf. Bijna als in een meditatie vind ik…
We hebben allebei zo genoten van het heerlijke gevoel na een lange wandeling door het bos, dat we ons hebben voorgenomen élke zondagochtend te gaan wandelen. Alle seizoenen. Het moment dat je het bos binnenloopt, voel je het eigenlijk al: de rust, de frisse lucht die je diep inademt, het gevoel op een goede plek te zijn. Hoe komt het toch dat de natuur zo’n positieve invloed heeft? Er zijn aanwijzingen dat de lucht die je in de natuur inademt, heilzame stoffen bevat. Volgens Japanse onderzoekers adem je met boslucht bijvoorbeeld bacteriën in die je spijsverteringsstelsel versterken en ervoor zorgen dat je stoffen kunt afbreken die je anders niet zou kunnen omzetten. Op die manier krijg je voedingsstoffen binnen waar je lichamelijk en mentaal baat bij hebt. Planten en de bacteriën die daarop leven, bevatten bovendien een aantal essentiële oliën die ons kunnen helpen om schadelijke microben te bestrijden. Ook denken de Japanners dat we via boslucht negatieve ionen inademen, die ertoe bijdragen dat allergenen en andere schadelijke stoffen worden geneutraliseerd. Hoe dan ook is er een verband is tussen in-de-natuur-zijn en een goede fysieke en mentale gezondheid. Elke week de paden op, de lanen in dus! We wonen tenslotte niet voor niets zo dicht bij het bos. Een simpele boswandeling kan echt 'opladen', kalmeren en gezonder maken. En dat is alleen al zonder alle voordelen van de beweging itself. Als kers op de taart las ik ook nog eens dat uit onderzoek blijkt dat bepaalde aandoeningen - zoals depressie, angst, hartziekten, diabetes, astma en migraine - minder voorkomen bij mensen die binnen een straal van een kilometer van de natuur wonen. Lucky us!
zaterdag 7 september 2019
Gerijpte wijsheid
Je moet je leeftijd accepteren, met de enorme voordelen van wijsheid, zachtaardigheid, sereniteit. We moeten ook de dood accepteren.
- Brigitte Bardot
Met haar huissleutel kom ik de voordeur binnen. Een kleine dame met knalrode plooirok en vrolijk gebloemde blouse zit aan tafel. Wit kortgeknipt haar. Bruine warme ogen. Ze kijkt blij verbaasd wanneer ik de huiskamer binnenstap. Ze heeft net haar warme lunch gegeten dat door een naburig verzorgingstehuis dagelijks gebracht wordt. Wanneer ik vraag of het lekker gesmaakt heeft steekt ze haar tong uit. Ze vindt het eten uit een grote, professionele keuken maar niks. Ze had alleen een stukje vlees gegeten, want ze moet toch wat eten zegt ze met een Limburgse tongval. En vlees geeft langer een verzadigd gevoel. Deze zachtaardige dame uit Geleen is achtentachtig jaar oud en ik heb haar onlangs leren kennen. Ik vervang een collegaatje van mij tijdens haar vakantie. Zo kom ik twee keer per week bij haar thuis om haar mee naar buiten te nemen. Ze zit alle dagen thuis en kan niet zelfstandig de deur uit. En ze geniet juist zo erg van het buiten zijn! Dus neem ik haar voor ruim anderhalf uur mee voor een flinke wandeling. Ik trek speciaal mijn gymschoenen er voor aan. In huis loopt de weduwe heel voorzichtig met een rollator, maar voor onze wandeling zit ze in de rolstoel. Vanwege het zonnige weer de laatste tijd nemen we steeds haar voorzet zonnebrilletje mee die ik op haar bril klem. Ze woont op een fantastische plek. Als ik linksaf sla loop ik langs rivier de Mark richting België. Een pad door de weilanden met mooie uitzichten op kerktorens en koeien. Onderweg pluk ik dan een appeltje voor haar. Als we rechtsaf slaan lopen we zo het oude Ulvenhoutse bos in. Een karaktervol bos waar ik steeds een paar rijpe bramen voor haar pluk. Ze geniet er volop van. Door het dorp, langs de tuinen wandelen wil ze niet. De natuur in! Vaak kijkt ze in het bos naar boven. Ze vindt het mooi om naar de lichtval door de kruinen van oude bomen te kijken. Bijna alle mensen en fietsers die we onderweg tegenkomen zeggen ons gedag. Echt élke wandeling zegt ze dan weer tegen me dat de mensen hier zo vriendelijk tegen haar zijn. Veel vriendelijker dan in Limburg. Toen het echt heet was nam ik een fles water mee en twee glazen in een geruite theedoek gerold. Onderweg stoppen we sowieso een paar keer om even face to face te praten met elkaar. Ze is een gevoelige vrouw. Ze luistert erg goed, denkt na en komt dan altijd met een reactie waaruit blijkt dat ze goed geluisterd heeft. Ze verbaast me telkens weer met een weloverwogen opmerking of een zinnige conclusie. Nooit een oordeel. Altijd uit het hart. Een wijze vrouw. Onderweg laat ze me regelmatig weten dat ze er zo van geniet. Dan zeg ik haar dat ik er óók zo van geniet. Ik loop vanwege mijn blessure niet meer in het Mastbos. Ik mis het bos. Daarom vertel ik haar dat ik het net zo fijn vindt als zij. Thuis schenk ik haar steevast een colaatje in. Cola drinkt ze plots sinds een paar jaar. Dan zitten we samen aan de eettafel en hebben we een filosofisch gesprek. De aanleiding kan van alles zijn. Ik vind haar een heel intelligente vrouw. Ze deelt zoveel rust en levenswijsheid met mij. Ik ben dankbaar dat ik haar heb leren kennen. Dat heb ik haar ook gezegd. In sommige culturen worden zulke oude, wijze vrouwen op een voetstuk gezet. In sommige culturen worden zulke mooie mensen weg gezet in een aanleunflat.
Een paar weken volg ik alweer drie keer per week yogalessen. Ik durf voorlopig niet meer hard te lopen vanwege de ontstekingen in mijn heup. De fysiotherapeut kon me maandenlang niet voldoende helpen ermee. Mijn acupuncturiste, vlak voor ons vertrek gelukkig wel, waardoor ik prima pijnloos kon wandelen tijdens onze reis langs fjorden en gletsjers. Zo’n beetje in het midden van onze trip ben ik echter heel rottig gevallen tijdens een bergwandeling. Ik heb daardoor het weefsel rond mijn onderste rib gekneusd. Het was heel erg, zeker als ik er nu - eenmaal thuis - aan terug denk. Ik kon meteen na de val lastig ademhalen. Eenmaal terug op de camping bleek ik zonder hulp amper in en uit een campingstoel te kunnen. Erg lastig. Ik kon er zelf niet eens om lachen, want dat deed zóveel pijn! Dan maar huilen van ellende en dat deed net zoveel pijn bleek… De eerste dagen veel pijnstillers geslikt. Niezen was uiterst gemeen! Van het lachen moest ik huilen van de pijn wat weer heel verwarrend was voor mijn gezin. Ik kon ook mijn romp niet meer draaien. Stel je eens voor hoe je dan in een kampeerbus in je bed moet kruipen! Dat ging nauwelijks. Na pijnlijk proberen wat het beste werkte bleek op mijn rug kaarsrecht naar achteren over het matras schuiven de beste methode. De hele nacht als een plank in bed blijven liggen en in de ochtend moest ik er op dezelfde manier weer uit getrokken worden door mijn lief. Eigenlijk als een pizza in een oven! Oudste had bedacht dat we van een sok en een handje rijst provisorisch een warm kruikje konden maken om op te warmen in de magnetron van de camping. Deze hield ik ’s nachts tegen de zere plek aan om te ontspannen. Na een week had ik een zelfstandige manier gevonden waarbij ik net zo lang moest schommelen in bed totdat ik rechtop zat en dan kon ik mijn hele lijf draaien om uit bed te stappen. Zo omslachtig! Autorijden ging ook niet meer. Pas toen we naar Denemarken afzakten kon ik weer achter het stuur kruipen. Wandelen en fietsen ging gelukkig wel heel goed daar. Thuis gaat het nu duizend keer beter. Hier kan ik gewoon in en uit bed stappen. Twisten gaat weer goed. Yogalessen volg ik ook gelukkig weer. Het is echter niet wég. Ik voel nog een soort verdikking aan de binnenkant van mijn ribbenkast. Aan de buitenkant is echter niks te zien. Nog een paar weekjes en dan is het vast over.
- Brigitte Bardot
Met haar huissleutel kom ik de voordeur binnen. Een kleine dame met knalrode plooirok en vrolijk gebloemde blouse zit aan tafel. Wit kortgeknipt haar. Bruine warme ogen. Ze kijkt blij verbaasd wanneer ik de huiskamer binnenstap. Ze heeft net haar warme lunch gegeten dat door een naburig verzorgingstehuis dagelijks gebracht wordt. Wanneer ik vraag of het lekker gesmaakt heeft steekt ze haar tong uit. Ze vindt het eten uit een grote, professionele keuken maar niks. Ze had alleen een stukje vlees gegeten, want ze moet toch wat eten zegt ze met een Limburgse tongval. En vlees geeft langer een verzadigd gevoel. Deze zachtaardige dame uit Geleen is achtentachtig jaar oud en ik heb haar onlangs leren kennen. Ik vervang een collegaatje van mij tijdens haar vakantie. Zo kom ik twee keer per week bij haar thuis om haar mee naar buiten te nemen. Ze zit alle dagen thuis en kan niet zelfstandig de deur uit. En ze geniet juist zo erg van het buiten zijn! Dus neem ik haar voor ruim anderhalf uur mee voor een flinke wandeling. Ik trek speciaal mijn gymschoenen er voor aan. In huis loopt de weduwe heel voorzichtig met een rollator, maar voor onze wandeling zit ze in de rolstoel. Vanwege het zonnige weer de laatste tijd nemen we steeds haar voorzet zonnebrilletje mee die ik op haar bril klem. Ze woont op een fantastische plek. Als ik linksaf sla loop ik langs rivier de Mark richting België. Een pad door de weilanden met mooie uitzichten op kerktorens en koeien. Onderweg pluk ik dan een appeltje voor haar. Als we rechtsaf slaan lopen we zo het oude Ulvenhoutse bos in. Een karaktervol bos waar ik steeds een paar rijpe bramen voor haar pluk. Ze geniet er volop van. Door het dorp, langs de tuinen wandelen wil ze niet. De natuur in! Vaak kijkt ze in het bos naar boven. Ze vindt het mooi om naar de lichtval door de kruinen van oude bomen te kijken. Bijna alle mensen en fietsers die we onderweg tegenkomen zeggen ons gedag. Echt élke wandeling zegt ze dan weer tegen me dat de mensen hier zo vriendelijk tegen haar zijn. Veel vriendelijker dan in Limburg. Toen het echt heet was nam ik een fles water mee en twee glazen in een geruite theedoek gerold. Onderweg stoppen we sowieso een paar keer om even face to face te praten met elkaar. Ze is een gevoelige vrouw. Ze luistert erg goed, denkt na en komt dan altijd met een reactie waaruit blijkt dat ze goed geluisterd heeft. Ze verbaast me telkens weer met een weloverwogen opmerking of een zinnige conclusie. Nooit een oordeel. Altijd uit het hart. Een wijze vrouw. Onderweg laat ze me regelmatig weten dat ze er zo van geniet. Dan zeg ik haar dat ik er óók zo van geniet. Ik loop vanwege mijn blessure niet meer in het Mastbos. Ik mis het bos. Daarom vertel ik haar dat ik het net zo fijn vindt als zij. Thuis schenk ik haar steevast een colaatje in. Cola drinkt ze plots sinds een paar jaar. Dan zitten we samen aan de eettafel en hebben we een filosofisch gesprek. De aanleiding kan van alles zijn. Ik vind haar een heel intelligente vrouw. Ze deelt zoveel rust en levenswijsheid met mij. Ik ben dankbaar dat ik haar heb leren kennen. Dat heb ik haar ook gezegd. In sommige culturen worden zulke oude, wijze vrouwen op een voetstuk gezet. In sommige culturen worden zulke mooie mensen weg gezet in een aanleunflat.
Een paar weken volg ik alweer drie keer per week yogalessen. Ik durf voorlopig niet meer hard te lopen vanwege de ontstekingen in mijn heup. De fysiotherapeut kon me maandenlang niet voldoende helpen ermee. Mijn acupuncturiste, vlak voor ons vertrek gelukkig wel, waardoor ik prima pijnloos kon wandelen tijdens onze reis langs fjorden en gletsjers. Zo’n beetje in het midden van onze trip ben ik echter heel rottig gevallen tijdens een bergwandeling. Ik heb daardoor het weefsel rond mijn onderste rib gekneusd. Het was heel erg, zeker als ik er nu - eenmaal thuis - aan terug denk. Ik kon meteen na de val lastig ademhalen. Eenmaal terug op de camping bleek ik zonder hulp amper in en uit een campingstoel te kunnen. Erg lastig. Ik kon er zelf niet eens om lachen, want dat deed zóveel pijn! Dan maar huilen van ellende en dat deed net zoveel pijn bleek… De eerste dagen veel pijnstillers geslikt. Niezen was uiterst gemeen! Van het lachen moest ik huilen van de pijn wat weer heel verwarrend was voor mijn gezin. Ik kon ook mijn romp niet meer draaien. Stel je eens voor hoe je dan in een kampeerbus in je bed moet kruipen! Dat ging nauwelijks. Na pijnlijk proberen wat het beste werkte bleek op mijn rug kaarsrecht naar achteren over het matras schuiven de beste methode. De hele nacht als een plank in bed blijven liggen en in de ochtend moest ik er op dezelfde manier weer uit getrokken worden door mijn lief. Eigenlijk als een pizza in een oven! Oudste had bedacht dat we van een sok en een handje rijst provisorisch een warm kruikje konden maken om op te warmen in de magnetron van de camping. Deze hield ik ’s nachts tegen de zere plek aan om te ontspannen. Na een week had ik een zelfstandige manier gevonden waarbij ik net zo lang moest schommelen in bed totdat ik rechtop zat en dan kon ik mijn hele lijf draaien om uit bed te stappen. Zo omslachtig! Autorijden ging ook niet meer. Pas toen we naar Denemarken afzakten kon ik weer achter het stuur kruipen. Wandelen en fietsen ging gelukkig wel heel goed daar. Thuis gaat het nu duizend keer beter. Hier kan ik gewoon in en uit bed stappen. Twisten gaat weer goed. Yogalessen volg ik ook gelukkig weer. Het is echter niet wég. Ik voel nog een soort verdikking aan de binnenkant van mijn ribbenkast. Aan de buitenkant is echter niks te zien. Nog een paar weekjes en dan is het vast over.
zaterdag 31 augustus 2019
Einde van de zomer
To say it was a beautiful day would not begin te explain it. It was that day when the end of summer intersects perfectly with the start of fall.
- Ann Patchett
Al redelijk vroeg voor ons doen waren we deze snikhete zondag, de aftrap van de hittegolf, op het Zeeuwse strand aangekomen. Voor mij voelde het absoluut als een allerlaatste vakantiedag. Misschien omdat het bijna september is, omdat de colleges weer beginnen of omdat het een van de laatste zomerse dagen kan zijn. Een laatste vakantiedag aan zee dus. Alledrie de meiden waren met ons mee voor een dagje loom zonnen, zwemmen in zee, beachball, beachvolley en om gezamenlijk de zomeravond af te sluiten met een etentje aan zee. Bikini aan en een vrolijk tropisch gekleurd strandjurkje er overheen aangetrokken. Dat had ik de afgelopen zomer nog niet gedaan. Een gelukselixer! Ik had écht zin in deze stranddag. Koelbox vol koude drank en fruit mee. Stapeltje tijdschriften, parasol en natuurlijk een flesje zonnebrand factor 50. Het was heerlijk om te zwemmen in zee (en dat doe ik niet zo snel), lekker om me heen te kijken op het strand en te genieten van de warmte op mijn huid. Blote voetjes met gelakte teennagels. Heerlijk! Kon het maar altijd een stranddag zijn… Na het dineren aan zee met een verkoelend zeebriesje en een steeds warmere kleur zonlicht brachten we middelste dochter terug naar haar studentenkamer op steenworp afstand, in Middelburg. School-, werk- en studieweken staan weer voor de deur voor de meiden. Gewoon weldadig zo’n dag - vrolijker en met meer energie thuiskomen. Ik heb vandaag genoten van de overvloed aan zon die ons geschonken werd. Nu dit lichtvoetige gevoel proberen vast te houden tot ver in de herfst.…
‘Gebruiken jouw dochters pilletjes?’ werd me plompverloren gevraagd toen ik verhalen aanhoorde van zonen die hun eindexamen niet gehaald hadden en deze zomer pilletjes gebruikt hadden. In Albu. Ik kende deze mensen helemaal niet. Ik had ze net leren kennen op een verjaardag van een yogavriendin. Ik was daar in mijn eentje in de feesttuin en had me me zomaar aangesloten bij het eerste groepje dat ik tegen kwam. Het waren behoorlijk kakkineuze mensen, beetje blassé als ik dat zo mag zeggen. Er werd flink opgeschept over de kinderen die gingen studeren en bij het studentencorps gingen. Er werd zelfs opgeschept over de zonen die gezakt waren. Er vertrok er eentje dit weekend naar Australië om te werken. Wat natuurlijk héél uitzonderlijk was omdat het om een korte periode van drie maanden ging en hij was officieel nog te jong. Eigenlijk was álles opschepperig wat ze vertelden. Tijdens de uitbundige examenfeesten van hun kinderen werd er bijvoorbeeld op de bar gedanst en flink doorgezopen toen de gordijntjes van de bar gesloten werden. Zo hadden hun jonge dochters ook allemaal dezelfde beurze plekken op hun onderbenen van de Dr. Adams schoenen die ze droegen. Ik heb dit later even op mijn mobieltje op gezocht en dat zijn zwarte motorlaarzen van honderdtachtig euro. Dit tuinfeestje was in het Ginneken, een elitair buurtje van Breda. Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en vroeg aan elk van hen waar ze woonden. Allemaal in de buurt. In heel grote huizen. Eén moeder vertelde aanstellerig dat haar zoon (diegene die gezakt was) met allemaal fotomodellen het bed had gedeeld deze zomer in Albufeira. Er waren ook een aantal van die modellen naar Breda gekomen om hem op te zoeken. Uit Engeland en Italië. Allemaal bloedmooie meisjes waren het volgens zijn ouders. Ik kon gewoon niet geloven dat ik echt live bij zo’n snobistisch, vermakelijk gesprek stond! De verhalen waren zo over the top dat ik eerst dacht dat het gespeeld was. Niet echt. Ik keek naar mezelf en was blij dat ik een nieuwe blouse aangetrokken had en niet een verwassen T-shirtje. Ik wilde eerst op mijn slippertjes komen maar had op het laatste moment toch maar leren sandaaltjes aangetrokken. Daar was ik mezelf nu dankbaar voor. De een was zelfstandig interieurstyliste met zoveel werk dat ze opdrachten moest weigeren. De andere was zelfstandig coach van hoogopgeleide medici voornamelijk in ziekenhuizen. De enige man in het gezelschap was makelaar in professionele voetballers. Hij bleek zelf heel lang profvoetballer geweest te zijn bij AZ, FC Utrecht en in het buitenland. Allemaal leuke, originele beroepen vind ik. Ik heb geen last van jaloezie. Ik moest gewoon alleen maar lachen in mezelf. Eigenlijk net op het punt dat ik me om wilde draaien om weg te lopen kwam mijn lief de feesttuin in stappen. Ik stelde hem aan de dikdoenerige kakkers voor. Meteen werd hem gevraagd wat hij deed en kwam ons expat-leven ter sprake. Mijn zinvolle werk trouwens later ook. Zelfs mijn yogaschool kwam ter sprake alhoewel één van de dames natuurlijk thuis heel chique privéles kreeg, notabene van één van míjn yogaleraren. Hun kinderen hadden natuurlijk stuk voor stuk allemaal op het elitaire basisschooltje in het Ginneken gezeten. Ik ken de gruwelijke schoolverhalen van mijn vriendin waar moeders met Hummers en Defenders in hun merkkleding de kinderen dagelijks van school komen ophalen. In de loop van het gesprek bleken het best aardige mensen hoor, maar toen mijn lief later vroeg of ik niet liever in hún buurtje wilde wonen was mijn antwoord een expliciet nee. Ik vind het heerlijk om op mijn vrije dagen met mijn ongekamde, opgestoken haar in een oude joggingbroek in huis te niksen. Of op een warme dag mijn broek uit te trekken en met mijn benen omhoog in de tuin te zitten. Zonder de kans dat er een perfect uitziende buurvrouw onverwachts voor de deur staat. Heel gewoon dus. Dat kan in het verwaande Ginneken vast niet.
- Ann Patchett
Al redelijk vroeg voor ons doen waren we deze snikhete zondag, de aftrap van de hittegolf, op het Zeeuwse strand aangekomen. Voor mij voelde het absoluut als een allerlaatste vakantiedag. Misschien omdat het bijna september is, omdat de colleges weer beginnen of omdat het een van de laatste zomerse dagen kan zijn. Een laatste vakantiedag aan zee dus. Alledrie de meiden waren met ons mee voor een dagje loom zonnen, zwemmen in zee, beachball, beachvolley en om gezamenlijk de zomeravond af te sluiten met een etentje aan zee. Bikini aan en een vrolijk tropisch gekleurd strandjurkje er overheen aangetrokken. Dat had ik de afgelopen zomer nog niet gedaan. Een gelukselixer! Ik had écht zin in deze stranddag. Koelbox vol koude drank en fruit mee. Stapeltje tijdschriften, parasol en natuurlijk een flesje zonnebrand factor 50. Het was heerlijk om te zwemmen in zee (en dat doe ik niet zo snel), lekker om me heen te kijken op het strand en te genieten van de warmte op mijn huid. Blote voetjes met gelakte teennagels. Heerlijk! Kon het maar altijd een stranddag zijn… Na het dineren aan zee met een verkoelend zeebriesje en een steeds warmere kleur zonlicht brachten we middelste dochter terug naar haar studentenkamer op steenworp afstand, in Middelburg. School-, werk- en studieweken staan weer voor de deur voor de meiden. Gewoon weldadig zo’n dag - vrolijker en met meer energie thuiskomen. Ik heb vandaag genoten van de overvloed aan zon die ons geschonken werd. Nu dit lichtvoetige gevoel proberen vast te houden tot ver in de herfst.…
‘Gebruiken jouw dochters pilletjes?’ werd me plompverloren gevraagd toen ik verhalen aanhoorde van zonen die hun eindexamen niet gehaald hadden en deze zomer pilletjes gebruikt hadden. In Albu. Ik kende deze mensen helemaal niet. Ik had ze net leren kennen op een verjaardag van een yogavriendin. Ik was daar in mijn eentje in de feesttuin en had me me zomaar aangesloten bij het eerste groepje dat ik tegen kwam. Het waren behoorlijk kakkineuze mensen, beetje blassé als ik dat zo mag zeggen. Er werd flink opgeschept over de kinderen die gingen studeren en bij het studentencorps gingen. Er werd zelfs opgeschept over de zonen die gezakt waren. Er vertrok er eentje dit weekend naar Australië om te werken. Wat natuurlijk héél uitzonderlijk was omdat het om een korte periode van drie maanden ging en hij was officieel nog te jong. Eigenlijk was álles opschepperig wat ze vertelden. Tijdens de uitbundige examenfeesten van hun kinderen werd er bijvoorbeeld op de bar gedanst en flink doorgezopen toen de gordijntjes van de bar gesloten werden. Zo hadden hun jonge dochters ook allemaal dezelfde beurze plekken op hun onderbenen van de Dr. Adams schoenen die ze droegen. Ik heb dit later even op mijn mobieltje op gezocht en dat zijn zwarte motorlaarzen van honderdtachtig euro. Dit tuinfeestje was in het Ginneken, een elitair buurtje van Breda. Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en vroeg aan elk van hen waar ze woonden. Allemaal in de buurt. In heel grote huizen. Eén moeder vertelde aanstellerig dat haar zoon (diegene die gezakt was) met allemaal fotomodellen het bed had gedeeld deze zomer in Albufeira. Er waren ook een aantal van die modellen naar Breda gekomen om hem op te zoeken. Uit Engeland en Italië. Allemaal bloedmooie meisjes waren het volgens zijn ouders. Ik kon gewoon niet geloven dat ik echt live bij zo’n snobistisch, vermakelijk gesprek stond! De verhalen waren zo over the top dat ik eerst dacht dat het gespeeld was. Niet echt. Ik keek naar mezelf en was blij dat ik een nieuwe blouse aangetrokken had en niet een verwassen T-shirtje. Ik wilde eerst op mijn slippertjes komen maar had op het laatste moment toch maar leren sandaaltjes aangetrokken. Daar was ik mezelf nu dankbaar voor. De een was zelfstandig interieurstyliste met zoveel werk dat ze opdrachten moest weigeren. De andere was zelfstandig coach van hoogopgeleide medici voornamelijk in ziekenhuizen. De enige man in het gezelschap was makelaar in professionele voetballers. Hij bleek zelf heel lang profvoetballer geweest te zijn bij AZ, FC Utrecht en in het buitenland. Allemaal leuke, originele beroepen vind ik. Ik heb geen last van jaloezie. Ik moest gewoon alleen maar lachen in mezelf. Eigenlijk net op het punt dat ik me om wilde draaien om weg te lopen kwam mijn lief de feesttuin in stappen. Ik stelde hem aan de dikdoenerige kakkers voor. Meteen werd hem gevraagd wat hij deed en kwam ons expat-leven ter sprake. Mijn zinvolle werk trouwens later ook. Zelfs mijn yogaschool kwam ter sprake alhoewel één van de dames natuurlijk thuis heel chique privéles kreeg, notabene van één van míjn yogaleraren. Hun kinderen hadden natuurlijk stuk voor stuk allemaal op het elitaire basisschooltje in het Ginneken gezeten. Ik ken de gruwelijke schoolverhalen van mijn vriendin waar moeders met Hummers en Defenders in hun merkkleding de kinderen dagelijks van school komen ophalen. In de loop van het gesprek bleken het best aardige mensen hoor, maar toen mijn lief later vroeg of ik niet liever in hún buurtje wilde wonen was mijn antwoord een expliciet nee. Ik vind het heerlijk om op mijn vrije dagen met mijn ongekamde, opgestoken haar in een oude joggingbroek in huis te niksen. Of op een warme dag mijn broek uit te trekken en met mijn benen omhoog in de tuin te zitten. Zonder de kans dat er een perfect uitziende buurvrouw onverwachts voor de deur staat. Heel gewoon dus. Dat kan in het verwaande Ginneken vast niet.
zaterdag 24 augustus 2019
Witte koksmutsen
I'm shy, paranoid, whatever word you want to use. I hate fame. I've done everything I can to avoid it.
- Johnny Depp
Hartkloppingen krijgt ze ervan, zegt ze. In het gezellige restaurant waar we met ons gezin deze avond zitten te eten wordt al twee keer een vuurwerktaartje bij iemand op tafel gezet. Dan zingt bijna het hele restaurant hard mee. Hieperdepiep hoera! Ik stel voor dat ik het bedienend personeel inlicht dat wij ook háár verjaardag vieren deze avond. Dat wil ze niet. Als mijn eega zegt dat hij het al heeft gedaan. Kijkt ze beduusd. Is ze even stil. En als dan blijkt dat het maar een grapje is vertelt ze dat ze dat luid zingen voor haar persoonlijk helemaal niet leuk zou vinden. Ze kreeg bij het idee al hartkloppingen. Dat weten we natuurlijk allang. Geen spotlights voor haar. Al hebben we dat precies tien jaar geleden in Afrika onbedoeld wel een keer gedaan. Uit de keuken van de camping in Etosha National Park kwam steeds meer personeel. Luid zingend en swingend in een stoet van witte koksmutsen op haar af. Met een mégagrote taart voorop. Daarop brandende ‘happy birthday’ kaarsjes, meegebracht uit Holland. De taart was daar vers in de keuken bereid. Voor haar. Negen jaar oud. Of jaren later in de Peruviaanse hoofdstad Lima in een restaurant gelegen aan het eind van een houten pier in de Grote Oceaan. Allemaal Spaans zingend bedienend personeel om haar heen met voor haar op tafel een schoteltje met een klein taartje en een brandend kaarsje. Wat dat betreft is ze niet zoveel veranderd in de loop der jaren. Geen speciale aandacht voor haar. Wat andere dingen betreft is ze wel gegroeid. Aankomende week begint de introductieweek van haar universiteit en zij, als tweedejaars én chair van de sport activiteiten, zal de hele groep eerstejaars moeten toespreken door een megafoon. Daar heeft ze dan helemaal geen problemen mee, zegt ze. Ze is vandaag speciaal een dag langer thuis zodat we cadeautjes op het grote bed kunnen doen zoals we dat altijd doen. Ze houdt heel erg van rituelen. Als we thuis taart hebben gegeten staan onverwachts wat vriendinnen van de middelbare school voor de deur. Met een taart. Vertederend. Dat typeert haar, ze is heel trouw aan haar vrienden. Morgenochtend pakt ze de trein naar het kneuterige Middelburg. Ze houdt van die plek. Ze leent mijn grote backpack om al haar zomerkleding, verjaardagscadeaus en schoenen mee naar huis te torsen. Niet die hele grote rugzak van haar vader. Dan zou íedereen haar herkennen als dat meisje met die megagrote backpack. Uh, iedereen? In Middelburg lopen alleen maar studenten van haar uni op straat, zegt ze. Dénkt ze. Ook dat is weer typerend voor ons gevoelige, middelste kind. Negentien jaar nu.
We hadden een ongenode gast in huis. In de keuken welteverstaan. We kregen een van de laatste dagen van onze reis een berichtje van de huisoppassers. Er was een muis gesignaleerd. In ons straatje is deze zomer een overlast aan veldmuizen. Ik had Tossie, onze volwassen poes, al in de voortuin zien spelen met zo’n kleine muis. En de buurman zag ze volop in zijn achtertuin lopen. Eén veldmuisje was dus per ongeluk in onze keuken terecht gekomen. Een walhalla voor de muis! Elke dag een schaaltje met de heerlijkste verse kattenbrokjes en elke dag fris, koud water in een bakje ernaast. Eenmaal thuis van de roadtrip vond ik aangevreten theedoeken en handdoeken in de kast liggen. Ook een theedoek met een gele plas erin… Overal piepkleine keuteltjes tussen de spulletjes in de kast. Zelfs aangevreten vaatwasserblokjes… De muis leefde in ons keukenblok, zoveel was ons duidelijk. De volgende dag snel een doosje met muizengif geplaatst. En de inhoud van de kastjes verplaatst naar de bijkeuken. Kattenvoer die nacht in de voorkamer gezet en de schuifdeuren goed gesloten. We vonden de volgende ochtend toch nieuwe keuteltjes. De kittens snuffelden door de kastjes. Nog een dag later was er geen veldmuis meer te bekennen. Drie katten in huis en tóch een veldmuis die een paar dagen in de keuken kan overleven! De kleintjes kunnen nog niet jagen. Wellicht leren ze het ook nooit. Onze oude Woester - van hetzelfde ras - heeft nooit gejaagd in zijn leven. Sterker nog, hij was al bang voor een torretje! Tossie daarentegen kan heel erg goed jagen. Ze kan uren aan de overkant van de straat geconcentreerd naar muizen speuren. Ze vangt ze, bijt ze dood en legt ze dan als trofeeën op de deurmat. De kittens mogen echter niet aan de voorkant van ons huis buiten spelen. Ze zijn heel nieuwsgierig naar de oude poes die bij ze in huis woont, maar die ze nauwelijks ontmoeten. Ze zien haar door het voorraam op de tuinbank slapen, maar kunnen geen contact met haar maken. Mevrouw wil het nog steeds niet. Ze heeft een maand lang elke nacht buiten geslapen op een kussen in de vestibule. Nu slaapt ze weer gezellig vaak thuis. Met de huiskamerdeur hermetisch gesloten. Gezellig met z’n drieën jagen op een verdwaalde veldmuis in de keuken zit er voorlopig niet in …
- Johnny Depp
Hartkloppingen krijgt ze ervan, zegt ze. In het gezellige restaurant waar we met ons gezin deze avond zitten te eten wordt al twee keer een vuurwerktaartje bij iemand op tafel gezet. Dan zingt bijna het hele restaurant hard mee. Hieperdepiep hoera! Ik stel voor dat ik het bedienend personeel inlicht dat wij ook háár verjaardag vieren deze avond. Dat wil ze niet. Als mijn eega zegt dat hij het al heeft gedaan. Kijkt ze beduusd. Is ze even stil. En als dan blijkt dat het maar een grapje is vertelt ze dat ze dat luid zingen voor haar persoonlijk helemaal niet leuk zou vinden. Ze kreeg bij het idee al hartkloppingen. Dat weten we natuurlijk allang. Geen spotlights voor haar. Al hebben we dat precies tien jaar geleden in Afrika onbedoeld wel een keer gedaan. Uit de keuken van de camping in Etosha National Park kwam steeds meer personeel. Luid zingend en swingend in een stoet van witte koksmutsen op haar af. Met een mégagrote taart voorop. Daarop brandende ‘happy birthday’ kaarsjes, meegebracht uit Holland. De taart was daar vers in de keuken bereid. Voor haar. Negen jaar oud. Of jaren later in de Peruviaanse hoofdstad Lima in een restaurant gelegen aan het eind van een houten pier in de Grote Oceaan. Allemaal Spaans zingend bedienend personeel om haar heen met voor haar op tafel een schoteltje met een klein taartje en een brandend kaarsje. Wat dat betreft is ze niet zoveel veranderd in de loop der jaren. Geen speciale aandacht voor haar. Wat andere dingen betreft is ze wel gegroeid. Aankomende week begint de introductieweek van haar universiteit en zij, als tweedejaars én chair van de sport activiteiten, zal de hele groep eerstejaars moeten toespreken door een megafoon. Daar heeft ze dan helemaal geen problemen mee, zegt ze. Ze is vandaag speciaal een dag langer thuis zodat we cadeautjes op het grote bed kunnen doen zoals we dat altijd doen. Ze houdt heel erg van rituelen. Als we thuis taart hebben gegeten staan onverwachts wat vriendinnen van de middelbare school voor de deur. Met een taart. Vertederend. Dat typeert haar, ze is heel trouw aan haar vrienden. Morgenochtend pakt ze de trein naar het kneuterige Middelburg. Ze houdt van die plek. Ze leent mijn grote backpack om al haar zomerkleding, verjaardagscadeaus en schoenen mee naar huis te torsen. Niet die hele grote rugzak van haar vader. Dan zou íedereen haar herkennen als dat meisje met die megagrote backpack. Uh, iedereen? In Middelburg lopen alleen maar studenten van haar uni op straat, zegt ze. Dénkt ze. Ook dat is weer typerend voor ons gevoelige, middelste kind. Negentien jaar nu.
We hadden een ongenode gast in huis. In de keuken welteverstaan. We kregen een van de laatste dagen van onze reis een berichtje van de huisoppassers. Er was een muis gesignaleerd. In ons straatje is deze zomer een overlast aan veldmuizen. Ik had Tossie, onze volwassen poes, al in de voortuin zien spelen met zo’n kleine muis. En de buurman zag ze volop in zijn achtertuin lopen. Eén veldmuisje was dus per ongeluk in onze keuken terecht gekomen. Een walhalla voor de muis! Elke dag een schaaltje met de heerlijkste verse kattenbrokjes en elke dag fris, koud water in een bakje ernaast. Eenmaal thuis van de roadtrip vond ik aangevreten theedoeken en handdoeken in de kast liggen. Ook een theedoek met een gele plas erin… Overal piepkleine keuteltjes tussen de spulletjes in de kast. Zelfs aangevreten vaatwasserblokjes… De muis leefde in ons keukenblok, zoveel was ons duidelijk. De volgende dag snel een doosje met muizengif geplaatst. En de inhoud van de kastjes verplaatst naar de bijkeuken. Kattenvoer die nacht in de voorkamer gezet en de schuifdeuren goed gesloten. We vonden de volgende ochtend toch nieuwe keuteltjes. De kittens snuffelden door de kastjes. Nog een dag later was er geen veldmuis meer te bekennen. Drie katten in huis en tóch een veldmuis die een paar dagen in de keuken kan overleven! De kleintjes kunnen nog niet jagen. Wellicht leren ze het ook nooit. Onze oude Woester - van hetzelfde ras - heeft nooit gejaagd in zijn leven. Sterker nog, hij was al bang voor een torretje! Tossie daarentegen kan heel erg goed jagen. Ze kan uren aan de overkant van de straat geconcentreerd naar muizen speuren. Ze vangt ze, bijt ze dood en legt ze dan als trofeeën op de deurmat. De kittens mogen echter niet aan de voorkant van ons huis buiten spelen. Ze zijn heel nieuwsgierig naar de oude poes die bij ze in huis woont, maar die ze nauwelijks ontmoeten. Ze zien haar door het voorraam op de tuinbank slapen, maar kunnen geen contact met haar maken. Mevrouw wil het nog steeds niet. Ze heeft een maand lang elke nacht buiten geslapen op een kussen in de vestibule. Nu slaapt ze weer gezellig vaak thuis. Met de huiskamerdeur hermetisch gesloten. Gezellig met z’n drieën jagen op een verdwaalde veldmuis in de keuken zit er voorlopig niet in …
zaterdag 17 augustus 2019
Welke zwoele zomernachten?
“It always rains on tents. Rainstorms will travel thousands of miles, against prevailing winds for the opportunity to rain on a tent.”
― Dave Barry
Zwoele, zotte zomernachten hebben we de afgelopen vier weken niet beleefd in het hoge Noorden. Eerder koele of stormachtige nachten… De stormband voor de bustent hadden we in ieder geval niet voor niks aangeschaft. Onze roadtrip van een maand leidde ons helemaal ter hoogte van een derde van Noorwegen. De plek waar in de zomer bijna de zon niet onder gaat. De plek met torenhoge watervallen waar je ook maar kijkt. De plek waar de bergen hun eeuwige sneeuwmuts - zelfs hartje zomer! - nog op houden. Zó noordelijk in Europa dat er zelfs geen snelwegen meer zijn. Dat je soms, om de weg te vervolgen, een veerboot over een fjord moest nemen. Of door doodenge, smal uitgehakte en onverlichte tunnels moest rijden. Sowieso - om er überhaupt te komen - hebben we een veerboot moeten nemen waar we een nacht op geslapen hebben. Rust en ruimte. De bossen daar zijn zó diep, verlaten en stil dat we onderweg herten en zelfs een vos voor de auto zagen oversteken. En onze antieke kampeerbus heeft echt geen stille motor hoor! Dit land heeft twaalf sensationele autoroutes en daarvan hebben wij er een aantal met de oude Volkswagen gereden. Langs gletsjers en ijskoude, groenblauwe fjorden. Langs twaalf scherpe, steile haarspeldbochten… Heel overdonderend. Ons antieke hippiebusje heeft ons niet in de steek gelaten. Ook niet met het gewicht van vijf volwassen lijven, drie tenten en voor vijf personen bagage voor alle weertypen. Ze heeft ons er moedig doorheen geloodst.
In Noorwegen zijn plekjes in de natuur met veel dazen, wespen of muggen. Echt outdoor zullen we maar zeggen. Jeuk hoorde er tijdens de trip dus helaas ook soms bij. Regen ook. We hebben de eerste week het regenwater met bakken uit de lucht zien vallen en onder de tent door zien stromen. Zo erg dat wij met onze voeten in slippertjes in tien centimeter diepe regenplassen stonden. Ín de bustent! Toch hebben we de speciaal aangeschafte regenjassen uiteindelijk maar tijdens één wandeling aan hoeven trekken. Zelfs in de havenstad Bergen waar het 320 dagen per jaar regent hadden wij een zonovergoten dag. De zon reisde met ons mee. In het Noorse, sprookjesachtige landschap mag je overal wild kamperen. En nog veel spannender; je mag overal kampvuurtjes bouwen van sprokkelhout. Het buitenleven in de zomer is er fantastisch! Wandelen, fietsen, suppen, vissen, jagen, kanoën, barbecuen, roeien, wilde dieren spotten en kampvuur bouwen. Wij hebben genoten. De avonden zijn in het Noorden van Noorwegen vaak koud: dikke vesten, een bodywarmer, ons kacheltje en veel fleecekleden zijn geen overbodige luxe geweest om mee te slepen. We kookten vrijwel alle avonden in een grote algemene keuken op de camping. Meerdere fornuizen met ovens en grote eettafels. Veel comfortabeler dan buiten voor de bus op een gastelletje. Veel variatie in groenten is daar echter niet te vinden. Een paprika kostte daar zelfs 6,50 euro! De dagelijkse boodschappen zijn er heel erg duur. Restaurantjes zie je er buiten de stad amper. Geen strandpaviljoens, terrasjes of ijsjesverkopers gezien. Lange broeierige zomeravonden hebben we dus niet gekregen. Máár…dat zou me er echt nóóit van weerhouden om niet nóg een keer naar de overweldigende, ongerepte natuur in Noorwegen te rijden!
― Dave Barry
Zwoele, zotte zomernachten hebben we de afgelopen vier weken niet beleefd in het hoge Noorden. Eerder koele of stormachtige nachten… De stormband voor de bustent hadden we in ieder geval niet voor niks aangeschaft. Onze roadtrip van een maand leidde ons helemaal ter hoogte van een derde van Noorwegen. De plek waar in de zomer bijna de zon niet onder gaat. De plek met torenhoge watervallen waar je ook maar kijkt. De plek waar de bergen hun eeuwige sneeuwmuts - zelfs hartje zomer! - nog op houden. Zó noordelijk in Europa dat er zelfs geen snelwegen meer zijn. Dat je soms, om de weg te vervolgen, een veerboot over een fjord moest nemen. Of door doodenge, smal uitgehakte en onverlichte tunnels moest rijden. Sowieso - om er überhaupt te komen - hebben we een veerboot moeten nemen waar we een nacht op geslapen hebben. Rust en ruimte. De bossen daar zijn zó diep, verlaten en stil dat we onderweg herten en zelfs een vos voor de auto zagen oversteken. En onze antieke kampeerbus heeft echt geen stille motor hoor! Dit land heeft twaalf sensationele autoroutes en daarvan hebben wij er een aantal met de oude Volkswagen gereden. Langs gletsjers en ijskoude, groenblauwe fjorden. Langs twaalf scherpe, steile haarspeldbochten… Heel overdonderend. Ons antieke hippiebusje heeft ons niet in de steek gelaten. Ook niet met het gewicht van vijf volwassen lijven, drie tenten en voor vijf personen bagage voor alle weertypen. Ze heeft ons er moedig doorheen geloodst.
In Noorwegen zijn plekjes in de natuur met veel dazen, wespen of muggen. Echt outdoor zullen we maar zeggen. Jeuk hoorde er tijdens de trip dus helaas ook soms bij. Regen ook. We hebben de eerste week het regenwater met bakken uit de lucht zien vallen en onder de tent door zien stromen. Zo erg dat wij met onze voeten in slippertjes in tien centimeter diepe regenplassen stonden. Ín de bustent! Toch hebben we de speciaal aangeschafte regenjassen uiteindelijk maar tijdens één wandeling aan hoeven trekken. Zelfs in de havenstad Bergen waar het 320 dagen per jaar regent hadden wij een zonovergoten dag. De zon reisde met ons mee. In het Noorse, sprookjesachtige landschap mag je overal wild kamperen. En nog veel spannender; je mag overal kampvuurtjes bouwen van sprokkelhout. Het buitenleven in de zomer is er fantastisch! Wandelen, fietsen, suppen, vissen, jagen, kanoën, barbecuen, roeien, wilde dieren spotten en kampvuur bouwen. Wij hebben genoten. De avonden zijn in het Noorden van Noorwegen vaak koud: dikke vesten, een bodywarmer, ons kacheltje en veel fleecekleden zijn geen overbodige luxe geweest om mee te slepen. We kookten vrijwel alle avonden in een grote algemene keuken op de camping. Meerdere fornuizen met ovens en grote eettafels. Veel comfortabeler dan buiten voor de bus op een gastelletje. Veel variatie in groenten is daar echter niet te vinden. Een paprika kostte daar zelfs 6,50 euro! De dagelijkse boodschappen zijn er heel erg duur. Restaurantjes zie je er buiten de stad amper. Geen strandpaviljoens, terrasjes of ijsjesverkopers gezien. Lange broeierige zomeravonden hebben we dus niet gekregen. Máár…dat zou me er echt nóóit van weerhouden om niet nóg een keer naar de overweldigende, ongerepte natuur in Noorwegen te rijden!
vrijdag 9 augustus 2019
Starend naar zee
I like a good story and I also like staring at the sea - do I have to choose between the two?
- David Byrne
Ik heb net foto’s gemaakt van de twee jongste telgen in hun bikini springend in de hoge golven van de grijze, lauwe Noordzee. Eenmaal lezend op mijn handdoek op het witte strand trek ik steeds meer kledingstukken uit. Eerst alleen mijn lange broek. Ik heb toch een zwarte slip aan. Niemand die het opmerkt onder mijn zwarte t-shirtje. Niet veel later trek ik toch ook maar mijn t-shirt uit. De bewolkte lucht is helemaal opengebroken. De zon is hier krachtig aan de Deense kust. Ik draag een zwart BHtje dus liggend op mijn handdoek ziet dat er niet vreemd uit. Bovendien...zo druk is het hier helemaal niet. Er zijn ook geen strandpaviljoenen, parasols of ligbedjes op het strand. Heel natuurlijk allemaal. De tegenstelling met Noorwegen kan niet groter zijn. De bijna rimpelloze, ijskoude aquagroene Noorse fjorden waarvan het water te koud is om in te zwemmen. Geen witte, lange zandstranden maar kleine kiezelstrandjes of een houten pier. Rondom bergen. Dezelfde avond zitten we verscholen in een duinpan naar de zonsondergang in de Noordzee te kijken. Met z’n vijfjes zittend op een picnickleed en een fleecekleed over onze benen. We hebben een thermoskan thee mee en een pak koekjes. De zon zakt, maar er schuift een wolk voor en uiteindelijk zien we alleen mooi zachtroze-oranje zwemen licht over de hemel. Geen groen Noorderlicht. We zijn al helemaal afgezakt naar het midden van Denemarken. Jutland. We staan met de Volkswagenbus achter de met helmgras begroeide duinen. Er staat flink veel zeewind, daardoor trekt de lucht snel open. De eerste ochtend na onze aankomst waren we voorbereid op veel regen. Regenjassen lagen klaar toen we naar bed gingen voor het geval dat we in de nacht door de regen naar het toiletgebouw moesten. Verbaasd waren we toen we gewekt werden door zonnestralen! De zon blijft kennelijk met ons meereizen. We ontbijten en lunchen uiteindelijk de meeste dagen naast de bustent. In de luwte van de zeewind. We maken heerlijke strandwandelingen. Zeelucht. Mijn lief en ik fietsen zes kilometer op onze vouwfietsjes door ‘t zonnetje naar het dichtstbijzijnde dorp Hvide Sande. Een nietszeggend dorp aan zee met een behoorlijk grote haven waar net een grote houten driemaster aanlegt wat zorgt voor wat aanloop van toeristen. We zitten samen op een zonnig terras kijkend naar de bedrijvigheid op de kade onder het genot van een Deens taartje en een drankje. We hebben de verlaten, ruige natuur van Noorwegen achter ons gelaten. Op onze allerlaatste dag in Denemarken is het weer zeer onstuimig. Zomaar, tussen de zonnestralen door, plenst het ineens. Het stormt flink hard. Bijna veertig kilometer per uur. De afgelopen nacht ging de bustent flink tekeer. Ook onze hippiebus kraakte en piepte wat af. Ik sliep er lekker doorheen. Ondanks de vurigheid van de hoosbuien fietsen mijn lief en ik uren te midden van de Noordzee en een groot fjord. Fietstochten door de Deense duinen in plaats van wandeltochten door de Noorse bergen.
“Dat zag er prachtig uit!” zegt de Duitse vrouw op het strand. “Jullie in de zee met die zeehond in jullie armen. In het zachte licht van de ondergaande zon.” Mijn lief en ik stonden met onze lange broeken aan tot onze knieën in de Noordzee. Inderdaad, in onze armen lag een jonge zeehond. Ingerold in ons picnickleed. Mijn rugzakje, camera en onze schoenen lagen op het strand. De Duitse vrouw met de hond zou er een oogje op houden. Eerder kwam haar tienerzoon ons tegemoet toen we niet lang voor zonsondergang samen langs de vloedlijn aan het wandelen waren. Of we wilden helpen de zeehond in zee te dragen. Zijn moeder kon natuurlijk niet helpen vanwege de hond aan de lijn. Het diertje was bang dus om te voorkomen dat hij ons zou bijten rolden we hem in ons picnickleed. Op het moment dat we de zeehond uit het kleed het water in lieten glijden maakte hij weer rechtsomkeert naar het strand. Toen zagen we ook dat hij gewond was in zijn wang... De arme zeehond kruipt uit de zee het strand op. Op dat moment komt er een Duitse man het duin afrennen richting ons. We moeten de zeehond laten rusten. Als het beest er aan toe is zal hij zélf de zee weer opzoeken. Fair enough. Dus pakken we onze spullen weer op en lopen verder in onze natte broeken. Zou de jonge zeehond ‘t redden tot de nieuwe morgen?
Hvide Sande - 8 augustus 2019
- David Byrne
Ik heb net foto’s gemaakt van de twee jongste telgen in hun bikini springend in de hoge golven van de grijze, lauwe Noordzee. Eenmaal lezend op mijn handdoek op het witte strand trek ik steeds meer kledingstukken uit. Eerst alleen mijn lange broek. Ik heb toch een zwarte slip aan. Niemand die het opmerkt onder mijn zwarte t-shirtje. Niet veel later trek ik toch ook maar mijn t-shirt uit. De bewolkte lucht is helemaal opengebroken. De zon is hier krachtig aan de Deense kust. Ik draag een zwart BHtje dus liggend op mijn handdoek ziet dat er niet vreemd uit. Bovendien...zo druk is het hier helemaal niet. Er zijn ook geen strandpaviljoenen, parasols of ligbedjes op het strand. Heel natuurlijk allemaal. De tegenstelling met Noorwegen kan niet groter zijn. De bijna rimpelloze, ijskoude aquagroene Noorse fjorden waarvan het water te koud is om in te zwemmen. Geen witte, lange zandstranden maar kleine kiezelstrandjes of een houten pier. Rondom bergen. Dezelfde avond zitten we verscholen in een duinpan naar de zonsondergang in de Noordzee te kijken. Met z’n vijfjes zittend op een picnickleed en een fleecekleed over onze benen. We hebben een thermoskan thee mee en een pak koekjes. De zon zakt, maar er schuift een wolk voor en uiteindelijk zien we alleen mooi zachtroze-oranje zwemen licht over de hemel. Geen groen Noorderlicht. We zijn al helemaal afgezakt naar het midden van Denemarken. Jutland. We staan met de Volkswagenbus achter de met helmgras begroeide duinen. Er staat flink veel zeewind, daardoor trekt de lucht snel open. De eerste ochtend na onze aankomst waren we voorbereid op veel regen. Regenjassen lagen klaar toen we naar bed gingen voor het geval dat we in de nacht door de regen naar het toiletgebouw moesten. Verbaasd waren we toen we gewekt werden door zonnestralen! De zon blijft kennelijk met ons meereizen. We ontbijten en lunchen uiteindelijk de meeste dagen naast de bustent. In de luwte van de zeewind. We maken heerlijke strandwandelingen. Zeelucht. Mijn lief en ik fietsen zes kilometer op onze vouwfietsjes door ‘t zonnetje naar het dichtstbijzijnde dorp Hvide Sande. Een nietszeggend dorp aan zee met een behoorlijk grote haven waar net een grote houten driemaster aanlegt wat zorgt voor wat aanloop van toeristen. We zitten samen op een zonnig terras kijkend naar de bedrijvigheid op de kade onder het genot van een Deens taartje en een drankje. We hebben de verlaten, ruige natuur van Noorwegen achter ons gelaten. Op onze allerlaatste dag in Denemarken is het weer zeer onstuimig. Zomaar, tussen de zonnestralen door, plenst het ineens. Het stormt flink hard. Bijna veertig kilometer per uur. De afgelopen nacht ging de bustent flink tekeer. Ook onze hippiebus kraakte en piepte wat af. Ik sliep er lekker doorheen. Ondanks de vurigheid van de hoosbuien fietsen mijn lief en ik uren te midden van de Noordzee en een groot fjord. Fietstochten door de Deense duinen in plaats van wandeltochten door de Noorse bergen.
“Dat zag er prachtig uit!” zegt de Duitse vrouw op het strand. “Jullie in de zee met die zeehond in jullie armen. In het zachte licht van de ondergaande zon.” Mijn lief en ik stonden met onze lange broeken aan tot onze knieën in de Noordzee. Inderdaad, in onze armen lag een jonge zeehond. Ingerold in ons picnickleed. Mijn rugzakje, camera en onze schoenen lagen op het strand. De Duitse vrouw met de hond zou er een oogje op houden. Eerder kwam haar tienerzoon ons tegemoet toen we niet lang voor zonsondergang samen langs de vloedlijn aan het wandelen waren. Of we wilden helpen de zeehond in zee te dragen. Zijn moeder kon natuurlijk niet helpen vanwege de hond aan de lijn. Het diertje was bang dus om te voorkomen dat hij ons zou bijten rolden we hem in ons picnickleed. Op het moment dat we de zeehond uit het kleed het water in lieten glijden maakte hij weer rechtsomkeert naar het strand. Toen zagen we ook dat hij gewond was in zijn wang... De arme zeehond kruipt uit de zee het strand op. Op dat moment komt er een Duitse man het duin afrennen richting ons. We moeten de zeehond laten rusten. Als het beest er aan toe is zal hij zélf de zee weer opzoeken. Fair enough. Dus pakken we onze spullen weer op en lopen verder in onze natte broeken. Zou de jonge zeehond ‘t redden tot de nieuwe morgen?
Hvide Sande - 8 augustus 2019
maandag 5 augustus 2019
A world of mountains
“I just want to live in a world of mountains, coffee, campfires, cabins, and golden trees, and run around with a camera and notebook, learning the inner workings of everything real.”
– Victoria Erickson
Buiten op een campingstoeltje met een warme joggingbroek aan, een t-shirt met lange mouwen én een dik vest eroverheen. Dáároverheen voor het eerst deze reis zelfs een warme bodywarmer! Capuchon over mijn hoofd. En een warm fleecekleed over mijn benen die lekker op een krukje liggen. Heel comfy. Buiten op de camping. Het is laat en bijna donker. Ik lees mijn boek, maar kijk meer om me heen. Recht voor me kijk ik uit op een van de grootste bergmeren van Noorwegen. Tinnsjå. Een van de diepste meren van Europa. Een prachtig silhouet van diverse bergen tekent zich af in het blauw van de late avondschemering. Veel bedrijvingheid om me heen. Er worden kampvuurtjes op het kiezelstrand gemaakt zoals wij zelf ook een avond hebben gedaan. Van sprokkelhout. Men zit op houten bankjes gemaakt van omgezaagde boomstammen er omheen. Mensen maken voor hun kleine tentjes een barbecue om worstjes en kippenvleugeltjes te braden. Mensen in hun slaapzak op een stoeltje of liggend op een matje. Ondanks de koude wind van het water en de snel afkoelende temperatuur is iedereen buiten. Kaarsjes op tafel. Kop hete thee. Heel knus allemaal. Ik geniet ervan. Dit ritueel was elk van de vijf nachten hetzelfde. Overdag heel warm. Licht bewolkt. De zon is kennelijk steeds met ons mee gereisd. We hebben een paar stranddagen gepakt op deze sportieve camping, maar we hebben ook twee keer een mooie bergtop bereikt. Een keer met magnifiek uitzicht op het grote bergmeer en de omliggende bergen waarvan de zachte pieken en kammen naar de hemel golfden. Het was verschrikkelijk zweten om op de top te komen. We hebben de waterfles opnieuw gevuld met het koud stromende water uit een beek. Ik zag elandenkeutels op het pad en dacht er zelfs een te horen... Er was onderweg een uitzichtpunt wat er gevaarlijk glad en diep uitzag. Ik durfde zelf, vanwege mijn pijnlijk gekneusde ribweefsel, niet verder af te dalen voor een fotootje. Dus ging oudste dochter heel stoer het avontuurlijke pad naar beneden. Terwijl ik veilig achter een stevig gewortelde boom wachtte op haar terugkomst. Ik kon het niet laten om met haar mobieltje háár stiekem te fotograferen. Fraaie foto geworden!
We stappen in een knalrode, wiebelige cabine van een kabelbaan die uit 1929 dateert. We laten ons naar een kilometer hoogte brengen waar we uitstappen om de Solstein bergwandeling van ruim vier kilometer te gaan maken. Solstein betekent heel toepasselijk ‘pad van de zon’. Het is onze allerlaatste dag aan het grote imposante bergmeer. Elke dag zou er regen gaan vallen, en elke dag hebben we voortreffelijk weer gehad. Zo ook vandaag. Het dorp Rjukan waar de kabelbaan gelegen is heeft jaarlijks maar een half jaartje zonlicht. De rest van het jaar ligt het in de schaduw van de omliggende bergen. Dat hebben ze creatief opgelost door enorme spiegels in de bergen te plaatsen die de zonnestralen op het dorpse marktplein weerkaatsen. Onder het spiegelglas zitten zonnecellen verwerkt die energie leveren voor het draaien met de zon mee van de spiegels. Als we boven komen starten we het aantrekkelijke, hellende bergpad dat gemaakt is van leistenen treden. Zo stijgen we nog wat hoger op de berg. Boven komen we een leuke leistenen zonnewijzer tegen. En uitzicht op de hoge Haustatoppen en het indrukwekkende Hardanger national park waar we een tijdje terug doorheen gereden zijn om hier te komen. De wandeling eindigt weer bij de cabinelift, maar we gaan eerst lunchen. Jongste en ik maken zelf wafels waar we brunost op smelten, room erop en een zoet laagje bessenjam. Brunost is een Noorse geitenkaas die gecarameliseerd is en heel zacht van smaak is. Heel erg smullen, maar ook heel erg zwaar op de maag. Gelukkig hoeven we alleen nog maar met het wiebelende liftje de berg af....
Tinn Austbygd - 4 augustus 2019
– Victoria Erickson
Buiten op een campingstoeltje met een warme joggingbroek aan, een t-shirt met lange mouwen én een dik vest eroverheen. Dáároverheen voor het eerst deze reis zelfs een warme bodywarmer! Capuchon over mijn hoofd. En een warm fleecekleed over mijn benen die lekker op een krukje liggen. Heel comfy. Buiten op de camping. Het is laat en bijna donker. Ik lees mijn boek, maar kijk meer om me heen. Recht voor me kijk ik uit op een van de grootste bergmeren van Noorwegen. Tinnsjå. Een van de diepste meren van Europa. Een prachtig silhouet van diverse bergen tekent zich af in het blauw van de late avondschemering. Veel bedrijvingheid om me heen. Er worden kampvuurtjes op het kiezelstrand gemaakt zoals wij zelf ook een avond hebben gedaan. Van sprokkelhout. Men zit op houten bankjes gemaakt van omgezaagde boomstammen er omheen. Mensen maken voor hun kleine tentjes een barbecue om worstjes en kippenvleugeltjes te braden. Mensen in hun slaapzak op een stoeltje of liggend op een matje. Ondanks de koude wind van het water en de snel afkoelende temperatuur is iedereen buiten. Kaarsjes op tafel. Kop hete thee. Heel knus allemaal. Ik geniet ervan. Dit ritueel was elk van de vijf nachten hetzelfde. Overdag heel warm. Licht bewolkt. De zon is kennelijk steeds met ons mee gereisd. We hebben een paar stranddagen gepakt op deze sportieve camping, maar we hebben ook twee keer een mooie bergtop bereikt. Een keer met magnifiek uitzicht op het grote bergmeer en de omliggende bergen waarvan de zachte pieken en kammen naar de hemel golfden. Het was verschrikkelijk zweten om op de top te komen. We hebben de waterfles opnieuw gevuld met het koud stromende water uit een beek. Ik zag elandenkeutels op het pad en dacht er zelfs een te horen... Er was onderweg een uitzichtpunt wat er gevaarlijk glad en diep uitzag. Ik durfde zelf, vanwege mijn pijnlijk gekneusde ribweefsel, niet verder af te dalen voor een fotootje. Dus ging oudste dochter heel stoer het avontuurlijke pad naar beneden. Terwijl ik veilig achter een stevig gewortelde boom wachtte op haar terugkomst. Ik kon het niet laten om met haar mobieltje háár stiekem te fotograferen. Fraaie foto geworden!
We stappen in een knalrode, wiebelige cabine van een kabelbaan die uit 1929 dateert. We laten ons naar een kilometer hoogte brengen waar we uitstappen om de Solstein bergwandeling van ruim vier kilometer te gaan maken. Solstein betekent heel toepasselijk ‘pad van de zon’. Het is onze allerlaatste dag aan het grote imposante bergmeer. Elke dag zou er regen gaan vallen, en elke dag hebben we voortreffelijk weer gehad. Zo ook vandaag. Het dorp Rjukan waar de kabelbaan gelegen is heeft jaarlijks maar een half jaartje zonlicht. De rest van het jaar ligt het in de schaduw van de omliggende bergen. Dat hebben ze creatief opgelost door enorme spiegels in de bergen te plaatsen die de zonnestralen op het dorpse marktplein weerkaatsen. Onder het spiegelglas zitten zonnecellen verwerkt die energie leveren voor het draaien met de zon mee van de spiegels. Als we boven komen starten we het aantrekkelijke, hellende bergpad dat gemaakt is van leistenen treden. Zo stijgen we nog wat hoger op de berg. Boven komen we een leuke leistenen zonnewijzer tegen. En uitzicht op de hoge Haustatoppen en het indrukwekkende Hardanger national park waar we een tijdje terug doorheen gereden zijn om hier te komen. De wandeling eindigt weer bij de cabinelift, maar we gaan eerst lunchen. Jongste en ik maken zelf wafels waar we brunost op smelten, room erop en een zoet laagje bessenjam. Brunost is een Noorse geitenkaas die gecarameliseerd is en heel zacht van smaak is. Heel erg smullen, maar ook heel erg zwaar op de maag. Gelukkig hoeven we alleen nog maar met het wiebelende liftje de berg af....
Tinn Austbygd - 4 augustus 2019
vrijdag 2 augustus 2019
Bergen area
‘And I shall watch the ferry boats, and they’ll get high,
On a bluer ocean against tomorrow’s sky,
And I will never grow so old again,
And I will walk and talk, in gardens all wet with rain.’
- Van Morrison
We stappen de trein uit en stappen zo het zonnige centrum van het havenstadje Bergen in. Een van de highlights van deze rondreis. We slenteren een toeristisch marktje over en lopen dan naar de pier waar een mooi uitzicht op de oude werf is. Bryggen. De overbekende typisch gekleurde houten huisjes uit de zeventiende eeuw. De zon schijnt erop en dat is best uniek gezien de 320 regendagen per jaar hier! In de baai liggen enorme cruiseschepen. Aan de kade zien we vooral motorboten van toeristen. We slenteren over de vismarkt waar we ook walvis te koop zien. Noorwegen mag nog op walvis jagen vanwege research. Dit is niet de eerste keer dat we walvis te koop zien of op een menukaart zien staan. We halen wat te drinken en zitten lekker op de bankjes op de kade. Een stadsplattegrondje voor onze neus. We willen wat oude straatjes zien geplaveid met kinderkopjes. We slenteren door de knusse steegjes achter de werf. We ploffen neer voor een lunch op een zonovergoten terras op de Bryggen. Natuurlijk bestellen we Noorse zalm, Noorse garnalen en vissoep. We ontdekken een wat afgelegen superleuk kledingboetiekje met supersale waar we helemaal los gaan. We nemen de tijd. Mijn lief zit buiten op het terrasje dat erbij hoort. Tevreden met een tas vol aankopen halen we ijs en relaxen we in een parkje bij de haven. Een koel briesje komt van zee. Als we eind van de middag rond het fort gewandeld hebben maken we onze weg naar een jaren ‘50 rock ‘n roll dinner die we op de heenweg al gezien hebben. Jongste wilde heel graag milkshakes bestellen hier. Natuurlijk nemen we er hamburgers bij. Halverwege de avond zijn we weer terug op de boerderijcamping. Lekker zo‘n dagje in de stad als je al weken tussen het mooie groen bivakkeert.
Vlakbij deze boerderijcamping met aardbeivelden, schaapjes, kippen en twee paarden is het startpunt van een bergwandeling. Het is heel warm vandaag en eind van de dag zou het gaan regenen dus gaan we meteen na de lunch op pad. De twee jongste meiden willen deze keer niet mee. We parkeren de bus bij grote watervallen en een poel waar volop gezwommen en gespetterd wordt. Het doel is de redningshytten op de hoogste berg Gullfjelet hier in het gebied rondom het stadje Bergen. Wandelen is goed voor het herstel van mijn kneuzing, maar klimmen zie ik niet zitten. Het blijkt een geweldige keuze te zijn. We lopen op een rustig tempo door een droge rivierbedding naar boven. De route is goed aangegeven met houten bordjes. We wandelen tussen de schapen met bellen om hun nek. We doen er iets langer dan een uur over voordat we bij de berghut zijn. Geweldig uitzicht op de bergen rondom. De lucht betrekt. We drinken wat en eten de meegebrachte koekjes en dan gaan we gauw terug. Het begint te onweren. De wolken pakken zich steeds meer bijeen. Als we onderaan de berg zijn begint de motregen. Op de camping is het nog droog ookal zien we de mist van de bergtoppen naar beneden kruipen. De boer haalt zijn paarden van het land en waarschuwt ons dat er slecht weer op komst is. Heel spoedig. Ook wij ruimen alles op in de bus. Als we in de grote, gezellige keuken pannekoeken aan het eten zijn begint het. In no time staan onze twee tentjes in een enorme plas regenwater. We mogen de twee tentjes van de boer in zijn schuur zetten. De hele nacht regent het. De volgende ochtend pakken we de rest van onze spulletjes in en zakken we een dag eerder dan gepland af naar beneden. Voor het eerst tijdens deze roadtrip hebben we gedurende de prachtige route door national park Hardanger warme vesten aan, comfortabele dekens over de bank en zelfs het kacheltje aan in de bus.
Tinn Austbygd - 31 juli 2019
On a bluer ocean against tomorrow’s sky,
And I will never grow so old again,
And I will walk and talk, in gardens all wet with rain.’
- Van Morrison
We stappen de trein uit en stappen zo het zonnige centrum van het havenstadje Bergen in. Een van de highlights van deze rondreis. We slenteren een toeristisch marktje over en lopen dan naar de pier waar een mooi uitzicht op de oude werf is. Bryggen. De overbekende typisch gekleurde houten huisjes uit de zeventiende eeuw. De zon schijnt erop en dat is best uniek gezien de 320 regendagen per jaar hier! In de baai liggen enorme cruiseschepen. Aan de kade zien we vooral motorboten van toeristen. We slenteren over de vismarkt waar we ook walvis te koop zien. Noorwegen mag nog op walvis jagen vanwege research. Dit is niet de eerste keer dat we walvis te koop zien of op een menukaart zien staan. We halen wat te drinken en zitten lekker op de bankjes op de kade. Een stadsplattegrondje voor onze neus. We willen wat oude straatjes zien geplaveid met kinderkopjes. We slenteren door de knusse steegjes achter de werf. We ploffen neer voor een lunch op een zonovergoten terras op de Bryggen. Natuurlijk bestellen we Noorse zalm, Noorse garnalen en vissoep. We ontdekken een wat afgelegen superleuk kledingboetiekje met supersale waar we helemaal los gaan. We nemen de tijd. Mijn lief zit buiten op het terrasje dat erbij hoort. Tevreden met een tas vol aankopen halen we ijs en relaxen we in een parkje bij de haven. Een koel briesje komt van zee. Als we eind van de middag rond het fort gewandeld hebben maken we onze weg naar een jaren ‘50 rock ‘n roll dinner die we op de heenweg al gezien hebben. Jongste wilde heel graag milkshakes bestellen hier. Natuurlijk nemen we er hamburgers bij. Halverwege de avond zijn we weer terug op de boerderijcamping. Lekker zo‘n dagje in de stad als je al weken tussen het mooie groen bivakkeert.
Vlakbij deze boerderijcamping met aardbeivelden, schaapjes, kippen en twee paarden is het startpunt van een bergwandeling. Het is heel warm vandaag en eind van de dag zou het gaan regenen dus gaan we meteen na de lunch op pad. De twee jongste meiden willen deze keer niet mee. We parkeren de bus bij grote watervallen en een poel waar volop gezwommen en gespetterd wordt. Het doel is de redningshytten op de hoogste berg Gullfjelet hier in het gebied rondom het stadje Bergen. Wandelen is goed voor het herstel van mijn kneuzing, maar klimmen zie ik niet zitten. Het blijkt een geweldige keuze te zijn. We lopen op een rustig tempo door een droge rivierbedding naar boven. De route is goed aangegeven met houten bordjes. We wandelen tussen de schapen met bellen om hun nek. We doen er iets langer dan een uur over voordat we bij de berghut zijn. Geweldig uitzicht op de bergen rondom. De lucht betrekt. We drinken wat en eten de meegebrachte koekjes en dan gaan we gauw terug. Het begint te onweren. De wolken pakken zich steeds meer bijeen. Als we onderaan de berg zijn begint de motregen. Op de camping is het nog droog ookal zien we de mist van de bergtoppen naar beneden kruipen. De boer haalt zijn paarden van het land en waarschuwt ons dat er slecht weer op komst is. Heel spoedig. Ook wij ruimen alles op in de bus. Als we in de grote, gezellige keuken pannekoeken aan het eten zijn begint het. In no time staan onze twee tentjes in een enorme plas regenwater. We mogen de twee tentjes van de boer in zijn schuur zetten. De hele nacht regent het. De volgende ochtend pakken we de rest van onze spulletjes in en zakken we een dag eerder dan gepland af naar beneden. Voor het eerst tijdens deze roadtrip hebben we gedurende de prachtige route door national park Hardanger warme vesten aan, comfortabele dekens over de bank en zelfs het kacheltje aan in de bus.
Tinn Austbygd - 31 juli 2019
maandag 29 juli 2019
Verpletterende natuur
Keep close to nature's heart... and break clear away, once in awhile, and climb a mountain or spend a week in the woods. Wash your spirit clean.
- John Muir
“Ik ga niet meer verder, jongens” zeg ik tegen mijn gezin. Ik zit nog na te hijgen van het laatste stukje klimmen. Ik voelde me vlak ervoor een beetje week in mijn knieën en wat draaierig in mijn hoofd. Ik herken dit gevoel. Hoogtevrees. We zitten ieder op een zwerfkei op een best hellend stuk. Flesje water in de hand. Het is een warme dag. We zijn aan een klim begonnen naar de top van de Klovane. Om precies te zijn 982 meter hoog. Vol goede moed zijn we vanmorgen op tijd vertrokken. Korte broekjes en hemdjes aan. Zonnebrandcréme op onze schouders. Muggenspray op onze benen. We beginnen de route heel relaxt tussen wat groen en veldbloemen. Al snel klimmen we via zwerfkeien omhoog. Door het woud. Langs de kletterende rivier van smeltwater. De Gjølelva. Jongste telg en ik houden het tempo wat op. We moeten steeds even op adem komen. Wanneer ik op de helft van de route besluit niet verder te gaan, sluit jongste meteen aan. Middelste ook. Het is gewoon te zwaar zo’n klim en te eng met die diepten. We verdelen de flessen water en gaan ieder onze eigen weg. De weg naar beneden blijkt nóg zwaarder. Ik zet mijn voet verkeerd en glijd een metertje naar beneden. In een reflex ga ik zitten en val hard met mijn rug op de uitstekende lens van mijn camera die ik over mijn schouder had hangen. Ik kan even moeilijk ademen, en heb zo’n pijn in mijn ribbenkast! Vermoedelijk het weefsel rond mijn rib gekneusd.... We lopen vanaf nu heel voorzichtig naar beneden. Bij een plateau doen we onze rugzakjes af en genieten van het uitzicht over de turquoise fjord en de besneeuwde toppen van de gletsjers. We nemen lekker de tijd om te genieten van de stilte. Een stuk lager op de berg horen we het harde gekletter van een waterval. We dwalen van het pad af en vinden het hardstromende riviertje met kraakhelder smeltwater. Elk van ons vindt een mooie riviersteen om te zitten. In de rivier. We vullen onze waterflessen met ijskoud water en eten onze meegebrachte lunch op. De meiden bouwen nog wat dammetjes met rivierstenen. Ik geniet van het kabaal van het neerstortende water en het uitzicht. Ik krijg altijd zoveel energie van watervallen en snelstromende riviertjes! Als we terug op de camping komen lopen de volhardende bergbeklimmers ons tegemoet. Ze waren al een half uur terug. En een beetje bezorgd waarom wij zo lang wegbleven. Ze waren ons tenslotte op de terugweg niet tegengekomen.... Zij hadden op de top hun broodje gegeten. Met adembenemend uitzicht op de fjorden. We delen onze foto’s voor de tent. Het lijkt of de zee happen van de aarde heeft genomen en het Noorse land in eilandjes uiteenvalt. Prachtig uitzicht! Trots op ze!
De motor van ons trouwe busje stopt er ineens mee. We maakten een bocht om te keren richting de benzinepomp en de motor sloeg pardoes af. Het is net geen dertig graden op deze zonovergoten dag en de motor is oververhit. Uit veiligheid slaat ie dan niet meer aan. De meiden springen uit de bus. Ik neem achter het stuur plaats en mijn gezin duwt het trouwe beessie over de stille weg buiten de stad. Nog honderd meter naar de benzinepomp. Als er toch twee auto’s naderen maan ik ze met mijn arm uit het raam hun snelheid te matigen. Er wordt hard geapplaudisseerd als we duwend achter de hippiebus bij de pomp arriveren. Er zit een groep jongeren buiten ijs te eten. Naast hen staat ook een klassieke oldmobile. Onze bus heeft vandaag erg hard moeten werken. We hebben de Geiranger Trollstigen gereden. Een scenic route van zo’n honderdvijftig kilometer langs het allermooiste en allerbekendste fjord van Noorwegen. Dit fjord staat zelfs op de werelderfgoedlijst van Unesco. Onze antieke kampeerbus heeft veel moeten klimmen en dalen langs twaalf haarspeldbochten. We passeerden de eeuwige sneeuw van de gletsjers. Het was werkelijk onvergetelijk! Eindeloze uitzichten. We hadden onderweg cinnamon rolls gekocht en een thermoskan thee mee voor een coffeebreak op een idyllische plek. De meegebrachte verse salade met pizzabroodjes voor lunch aten we aan een houten picnictafel aan de kade. Om onze route te vervolgen moesten we namelijk met een ferry de Geiranger fjord op. Ons oude besje mocht onder in het schip een uurtje rusten en afkoelen terwijl wij op het dek twintig kilometer over het fjord voeren. Langs watervallen en wondermooie vergezichten. Daarna vervolgden we de prachtige route terug naar het stadje Stryn, het startpunt, waar we lekker uit eten gingen. Dat had mijn lief zeker verdiend, want door mijn ribkneuzing kan ik mijn romp niet meer pijnloos draaien en kan ik voorlopig helaas geen auto meer rijden.... Hij heeft heel veilig gereden. En voor vertrek heel zorgvuldig de koplampen, de remvloeistof, de olie en de benzinestations onderweg gecheckt. Onze charmante bus is hier in Noorwegen niet eerder zó vaak gefotografeerd als deze dag op de Geiranger Trollstigen!
Haukeland - 28 juli 2019
- John Muir
“Ik ga niet meer verder, jongens” zeg ik tegen mijn gezin. Ik zit nog na te hijgen van het laatste stukje klimmen. Ik voelde me vlak ervoor een beetje week in mijn knieën en wat draaierig in mijn hoofd. Ik herken dit gevoel. Hoogtevrees. We zitten ieder op een zwerfkei op een best hellend stuk. Flesje water in de hand. Het is een warme dag. We zijn aan een klim begonnen naar de top van de Klovane. Om precies te zijn 982 meter hoog. Vol goede moed zijn we vanmorgen op tijd vertrokken. Korte broekjes en hemdjes aan. Zonnebrandcréme op onze schouders. Muggenspray op onze benen. We beginnen de route heel relaxt tussen wat groen en veldbloemen. Al snel klimmen we via zwerfkeien omhoog. Door het woud. Langs de kletterende rivier van smeltwater. De Gjølelva. Jongste telg en ik houden het tempo wat op. We moeten steeds even op adem komen. Wanneer ik op de helft van de route besluit niet verder te gaan, sluit jongste meteen aan. Middelste ook. Het is gewoon te zwaar zo’n klim en te eng met die diepten. We verdelen de flessen water en gaan ieder onze eigen weg. De weg naar beneden blijkt nóg zwaarder. Ik zet mijn voet verkeerd en glijd een metertje naar beneden. In een reflex ga ik zitten en val hard met mijn rug op de uitstekende lens van mijn camera die ik over mijn schouder had hangen. Ik kan even moeilijk ademen, en heb zo’n pijn in mijn ribbenkast! Vermoedelijk het weefsel rond mijn rib gekneusd.... We lopen vanaf nu heel voorzichtig naar beneden. Bij een plateau doen we onze rugzakjes af en genieten van het uitzicht over de turquoise fjord en de besneeuwde toppen van de gletsjers. We nemen lekker de tijd om te genieten van de stilte. Een stuk lager op de berg horen we het harde gekletter van een waterval. We dwalen van het pad af en vinden het hardstromende riviertje met kraakhelder smeltwater. Elk van ons vindt een mooie riviersteen om te zitten. In de rivier. We vullen onze waterflessen met ijskoud water en eten onze meegebrachte lunch op. De meiden bouwen nog wat dammetjes met rivierstenen. Ik geniet van het kabaal van het neerstortende water en het uitzicht. Ik krijg altijd zoveel energie van watervallen en snelstromende riviertjes! Als we terug op de camping komen lopen de volhardende bergbeklimmers ons tegemoet. Ze waren al een half uur terug. En een beetje bezorgd waarom wij zo lang wegbleven. Ze waren ons tenslotte op de terugweg niet tegengekomen.... Zij hadden op de top hun broodje gegeten. Met adembenemend uitzicht op de fjorden. We delen onze foto’s voor de tent. Het lijkt of de zee happen van de aarde heeft genomen en het Noorse land in eilandjes uiteenvalt. Prachtig uitzicht! Trots op ze!
De motor van ons trouwe busje stopt er ineens mee. We maakten een bocht om te keren richting de benzinepomp en de motor sloeg pardoes af. Het is net geen dertig graden op deze zonovergoten dag en de motor is oververhit. Uit veiligheid slaat ie dan niet meer aan. De meiden springen uit de bus. Ik neem achter het stuur plaats en mijn gezin duwt het trouwe beessie over de stille weg buiten de stad. Nog honderd meter naar de benzinepomp. Als er toch twee auto’s naderen maan ik ze met mijn arm uit het raam hun snelheid te matigen. Er wordt hard geapplaudisseerd als we duwend achter de hippiebus bij de pomp arriveren. Er zit een groep jongeren buiten ijs te eten. Naast hen staat ook een klassieke oldmobile. Onze bus heeft vandaag erg hard moeten werken. We hebben de Geiranger Trollstigen gereden. Een scenic route van zo’n honderdvijftig kilometer langs het allermooiste en allerbekendste fjord van Noorwegen. Dit fjord staat zelfs op de werelderfgoedlijst van Unesco. Onze antieke kampeerbus heeft veel moeten klimmen en dalen langs twaalf haarspeldbochten. We passeerden de eeuwige sneeuw van de gletsjers. Het was werkelijk onvergetelijk! Eindeloze uitzichten. We hadden onderweg cinnamon rolls gekocht en een thermoskan thee mee voor een coffeebreak op een idyllische plek. De meegebrachte verse salade met pizzabroodjes voor lunch aten we aan een houten picnictafel aan de kade. Om onze route te vervolgen moesten we namelijk met een ferry de Geiranger fjord op. Ons oude besje mocht onder in het schip een uurtje rusten en afkoelen terwijl wij op het dek twintig kilometer over het fjord voeren. Langs watervallen en wondermooie vergezichten. Daarna vervolgden we de prachtige route terug naar het stadje Stryn, het startpunt, waar we lekker uit eten gingen. Dat had mijn lief zeker verdiend, want door mijn ribkneuzing kan ik mijn romp niet meer pijnloos draaien en kan ik voorlopig helaas geen auto meer rijden.... Hij heeft heel veilig gereden. En voor vertrek heel zorgvuldig de koplampen, de remvloeistof, de olie en de benzinestations onderweg gecheckt. Onze charmante bus is hier in Noorwegen niet eerder zó vaak gefotografeerd als deze dag op de Geiranger Trollstigen!
Haukeland - 28 juli 2019
donderdag 25 juli 2019
Like a fairy tale
We need to find God, and he cannot be found in noise and restlessness. God is the friend of silence. See how nature - trees, flowers, grass - grows in silence; see the stars, the moon and the sun, how they move in silence... We need silence to be able to touch souls.
- Mother Teresa
Een blonde, brede man met gespierde armen vol tattoo’s loopt op ons af. Een pet omgekeerd op z’n hoofd en een rood geblokt houthakkershemd aan. Hij glimlacht en ik zie zijn heel lichtgroene ogen. Boven zijn laarzen draagt hij een leren broek. Ik denk meteen aan een Viking.... Deze jager, hij stelt zich voor als Arnt, blijkt onze gids te zijn tijdens onze jacht op elanden. Alleen kijken natuurlijk niet écht jagen. Alhoewel hij ons dezelfde avond ook elandvlees zal aanbieden. We klimmen de oude, stoere Defender in waarmee we op safari gaan. In de bergen parkeert hij de auto en gaan we te voet naar een fraai bergmeertje. De vriendelijke jager draagt zijn elandlederen rugzak waar ook een stoeltje aan vast zit. Tijdens de jacht zit hij daar op terwijl hij zijn geweer richt... Er zwemmen vliegvissen in het meer. Telkens zien we bruine forel boven het wateropppervlak uit springen. De stilte. Het doet sprookjesachtig aan. Ondertussen hakt Arnt hout met een bijl uit z’n rugzak. Met een mes uit een van de zakken van zijn leren broek snijdt hij mooie krullen van ‘t hout. Het vuurtje brandt snel. Hij hangt er een zwartgeblakerde ketel boven aan een kromme tak. Het water haalt hij uit een stroompje. Volgens het recept van zijn opa laat hij het drie keer koken en voegt hij drie takjes van een heel jonge den toe. De koffie smaakt bitter en pittig. Lekker. Ik geniet van zulke momenten. We krijgen er typisch Noors platbrood bij met plakjes worst van eland- en rendiervlees. Nu de zon verder gezakt is en we het vuur gedoofd hebben klimmen we weer in de Defender om elanden te spotten. Eerst zien we een bull, een mannetjeseland met een gewei. Deze verliezen hun typisch gevormde gewei elk jaar en dat groeit dan weer aan. Een centimeter per dag. Je kunt het horen groeien vertelt Arnt. Daarna zien we een moeder met haar jong. De kleine heeft nog een roodbruine kleur. Het diertje is in mei geboren. Ze kijken ons aan. Té schattig! Als laatste zien we een groepje verlegen elanden. Ze rennen snel weg. Op deze berg leven naast zo’n honderdtwintig elanden ook bruine beren, wolven, vossen, herten, bevers, rendieren en wolverines. We zien ook nog wat konijntjes ondanks dat er myxomatose heerst. Als het bijna donker is worden we weer op de camping afgezet. Nu begrijp ik waarom de Nooren zo’n beetje de gelukkigste mensen op deze aarde zijn. Ze maken regelmatig zulke uitjes in de natuur met hun gezin of vrienden. Ze hebben er zelfs een speciaal woord voor : friluftsliv.
Onderdeel van het reizen is natuurlijk het reizen op zichzelf. Met onze charmante bus. Hier in Noorwegen hebben ze nauwelijks snelwegen en de grootste stukken daarvan mag je sowieso maar 70 of 80 kilometer per uur. Hoe ideaal met zo’n antieke bus die niet eens harder kan! Ik heb af en toe het gevoel dat we door een sprookje reizen. We reizen dwars door eindeloze bossen. Met lichtgroen zacht mos op de grond. Je zou Sneeuwwitje er zo kunnen zien lopen. Een paar meter van ons vandaan kijken twee grote hertenogen ons na. Konijntjes zien we weghuppen. Een stuk verder verandert het landschap in oogverblindende vergezichten. We zetten de bus even aan de kant. Je kunt gewoon niet beseffen hoe mooi het hier is. Fjorden, gletsjers met besneeuwde toppen en diepe dalen. Een felle zon. Buitenlucht. Rondom is het uitzicht overweldigend. Weer honderd kilometer verder zien we overal waar we kijken hoge kletterende watervallen. Smeltwater. Het stroomt de fjorden in die een bijna onnatuurlijke, oogverblindende kleur groenblauw hebben. Ondertussen rijden we urenlang langs de prachtige rivier de Otta. We lunchen onderweg bij een lief houten staafkerkje uit de twaalfde eeuw. We rijden op weg naar onze volgende kampeerplek door vier bergtunnels. Heel enge, smalle tunnels die nauwelijks verlicht zijn. Als er naar ons geseind wordt merken we dat we met stadslicht rijden. En mijn eega had ook nog zijn zonnebril op. Die ik snel voor hem moest verwisselen tijdens het rijden. Doodeng! Het laatste stuk rijden we tussen een knalblauw fjord en een steile berg. De bochtige weg is te smal voor tweebaans. En dáár ligt onze camping idyllisch ingeklemd tussen besneeuwde gletsjers en een fjord. De beheerder heeft een plek voor ons vastgehouden. Pal aan het water. Een picnictafel staat erbij. We zetten de tentjes op, en onze bustent. Boodschappen hebben we onderweg gedaan. In the middle of nowhere gaan we hier een kleine week doorbrengen.
Olden - 24 juli 2019
- Mother Teresa
Een blonde, brede man met gespierde armen vol tattoo’s loopt op ons af. Een pet omgekeerd op z’n hoofd en een rood geblokt houthakkershemd aan. Hij glimlacht en ik zie zijn heel lichtgroene ogen. Boven zijn laarzen draagt hij een leren broek. Ik denk meteen aan een Viking.... Deze jager, hij stelt zich voor als Arnt, blijkt onze gids te zijn tijdens onze jacht op elanden. Alleen kijken natuurlijk niet écht jagen. Alhoewel hij ons dezelfde avond ook elandvlees zal aanbieden. We klimmen de oude, stoere Defender in waarmee we op safari gaan. In de bergen parkeert hij de auto en gaan we te voet naar een fraai bergmeertje. De vriendelijke jager draagt zijn elandlederen rugzak waar ook een stoeltje aan vast zit. Tijdens de jacht zit hij daar op terwijl hij zijn geweer richt... Er zwemmen vliegvissen in het meer. Telkens zien we bruine forel boven het wateropppervlak uit springen. De stilte. Het doet sprookjesachtig aan. Ondertussen hakt Arnt hout met een bijl uit z’n rugzak. Met een mes uit een van de zakken van zijn leren broek snijdt hij mooie krullen van ‘t hout. Het vuurtje brandt snel. Hij hangt er een zwartgeblakerde ketel boven aan een kromme tak. Het water haalt hij uit een stroompje. Volgens het recept van zijn opa laat hij het drie keer koken en voegt hij drie takjes van een heel jonge den toe. De koffie smaakt bitter en pittig. Lekker. Ik geniet van zulke momenten. We krijgen er typisch Noors platbrood bij met plakjes worst van eland- en rendiervlees. Nu de zon verder gezakt is en we het vuur gedoofd hebben klimmen we weer in de Defender om elanden te spotten. Eerst zien we een bull, een mannetjeseland met een gewei. Deze verliezen hun typisch gevormde gewei elk jaar en dat groeit dan weer aan. Een centimeter per dag. Je kunt het horen groeien vertelt Arnt. Daarna zien we een moeder met haar jong. De kleine heeft nog een roodbruine kleur. Het diertje is in mei geboren. Ze kijken ons aan. Té schattig! Als laatste zien we een groepje verlegen elanden. Ze rennen snel weg. Op deze berg leven naast zo’n honderdtwintig elanden ook bruine beren, wolven, vossen, herten, bevers, rendieren en wolverines. We zien ook nog wat konijntjes ondanks dat er myxomatose heerst. Als het bijna donker is worden we weer op de camping afgezet. Nu begrijp ik waarom de Nooren zo’n beetje de gelukkigste mensen op deze aarde zijn. Ze maken regelmatig zulke uitjes in de natuur met hun gezin of vrienden. Ze hebben er zelfs een speciaal woord voor : friluftsliv.
Onderdeel van het reizen is natuurlijk het reizen op zichzelf. Met onze charmante bus. Hier in Noorwegen hebben ze nauwelijks snelwegen en de grootste stukken daarvan mag je sowieso maar 70 of 80 kilometer per uur. Hoe ideaal met zo’n antieke bus die niet eens harder kan! Ik heb af en toe het gevoel dat we door een sprookje reizen. We reizen dwars door eindeloze bossen. Met lichtgroen zacht mos op de grond. Je zou Sneeuwwitje er zo kunnen zien lopen. Een paar meter van ons vandaan kijken twee grote hertenogen ons na. Konijntjes zien we weghuppen. Een stuk verder verandert het landschap in oogverblindende vergezichten. We zetten de bus even aan de kant. Je kunt gewoon niet beseffen hoe mooi het hier is. Fjorden, gletsjers met besneeuwde toppen en diepe dalen. Een felle zon. Buitenlucht. Rondom is het uitzicht overweldigend. Weer honderd kilometer verder zien we overal waar we kijken hoge kletterende watervallen. Smeltwater. Het stroomt de fjorden in die een bijna onnatuurlijke, oogverblindende kleur groenblauw hebben. Ondertussen rijden we urenlang langs de prachtige rivier de Otta. We lunchen onderweg bij een lief houten staafkerkje uit de twaalfde eeuw. We rijden op weg naar onze volgende kampeerplek door vier bergtunnels. Heel enge, smalle tunnels die nauwelijks verlicht zijn. Als er naar ons geseind wordt merken we dat we met stadslicht rijden. En mijn eega had ook nog zijn zonnebril op. Die ik snel voor hem moest verwisselen tijdens het rijden. Doodeng! Het laatste stuk rijden we tussen een knalblauw fjord en een steile berg. De bochtige weg is te smal voor tweebaans. En dáár ligt onze camping idyllisch ingeklemd tussen besneeuwde gletsjers en een fjord. De beheerder heeft een plek voor ons vastgehouden. Pal aan het water. Een picnictafel staat erbij. We zetten de tentjes op, en onze bustent. Boodschappen hebben we onderweg gedaan. In the middle of nowhere gaan we hier een kleine week doorbrengen.
Olden - 24 juli 2019
maandag 22 juli 2019
Na regen komt...
‘We wander for distraction, but we travel for fulfillment.’
- Hilaire Belloc
“Wegwezen hier!” roept hij hard terwijl hij geschrokken naar boven rent over een steil pad dat uit stenen gehouwen is met een touw ernaast voor houvast. Onze twee oudsten rennen achter hem aan al betwijfel ik of ze weten waarom ze zo hard naar boven rennen. Mijn lief wordt aangevallen door agressieve wespen! Hij heeft twee wespenbulten blijkt als we op een veilige plek staan. Eén op zijn hand waarvan hij zelf tijdens het rennen het gif er al uit gezogen heeft en één op z’n voorhoofd. Daar zuig ik het gif uit. De kinderen zijn gelukkig ongedeerd. We zijn in een bebost berggebied ergens halverwege in Noorwegen. We staan bij een hoge waterval waarvan het water pal naast ons naar beneden klettert. Rustig wandelen we weer terug naar onze bus. Een klein stukje meer de berg op parkeren we even later de oude bus weer. We starten een wandeling naar Trønna van 3,4 kilometer. We hebben onze nieuwe regenjassen aan. Het miezert namelijk. We wilden tóch de wandeling maken, want regen en mist hoort ook bij Noorwegen. Net zo goed als mooie blauwe luchten boven diepe fjorden of een felle zon boven de zee. We wandelen in een prachtig bloeiend heidegebied. Kleine meertjes en beekjes. Glooiend gebied met veel leisteen. Leegte. Ondanks het weer zijn we onder de indruk van de omgeving. Lage mist hangt in de bergen. Noorwegen. Terug in de bus is de zanderige grintweg veranderd in een gladde modderige weg vol stroompjes regenwater. Het begint nu keihard te regenen. Op de camping zien we dat de bus helemaal onder de modder zit. Van top tot teen! In Afrika zat de gehuurde Defender ook regelmatig onder modder of modderspatten, dat lieten we destijds zo. Best wel stoer. Maar ons little tiny house willen we graag schoon houden. Dus loop ik met een volle teil met water over de camping om hem schoon te maken. Ook omdat we op deze camping voor het eerst onze bustent tegen de bus aan hebben gezet. De achterkant van de bustent is de zijkant met schuifdeur van ons busje. Heel praktisch. Als iedereen gedoucht heeft heb ik warme chocomel gemaakt. We zitten gezellig met elkaar in de bustent. M&M’s erbij en de regen tikt tegen de tent. Steeds harder. Een hoosbui! Het water loopt onder de tent door. Er vormen zich plassen onder onze voeten en stoelen! Er vormen zich zakken vol water in het tentdoek. We proberen nog iets met geulen, maar er valt niks anders te doen dan onze spulletjes hoog en droog te zetten. Onze avondmaaltijd kunnen we nog droog buiten eten. Daarna regent het weer pijpestelen. De meiden storten er van in... Ik lach er om. Ik heb in mijn jeugd twaalf lange zomers in een tent in Drenthe gekampeerd. Elke zomer regen.... Ik weet na regen komt zonneschijn.
Met z’n vieren tillen we elk aan een tentstok de zeiknatte bustent op en zetten hem in de ochtendzon. We ontbijten lekker buiten en voordat we aan de wandeling van vandaag beginnen zetten we ook onze kletsnatte wandelschoenen in een rijtje in de zon. Om te drogen. Binnen een paar minuten heeft een ieder van ons z’n vest al om z’n middel gebonden. We zijn op weg naar een bergtop. Door een prachtig bos met veel lichtgroen mos en gekleurde veldbloemen. Om het pad te vervolgen zoeken we naar een houten toegangshekje. Ondertussen worden jongste telg en ik drie keer door dazen gestoken en hebben we allemaal muggenbulten ondanks de DEET. We zien een houten hekje dat helemaal verstopt zit onder de brandnetels. Daar hebben we nu geen zin in. We wandelen kalmpjes onder de felle zon terug naar de camping aan de rivier. Met bikinitopjes aan en klapstoeltjes en boeken onder onze arm nestelen de meiden en ik ons in de kabbelende rivierstroom. Een zacht briesje maakt het perfect. Na regen komt altijd zonneschijn!
Koppang - 22 juli 2019
- Hilaire Belloc
“Wegwezen hier!” roept hij hard terwijl hij geschrokken naar boven rent over een steil pad dat uit stenen gehouwen is met een touw ernaast voor houvast. Onze twee oudsten rennen achter hem aan al betwijfel ik of ze weten waarom ze zo hard naar boven rennen. Mijn lief wordt aangevallen door agressieve wespen! Hij heeft twee wespenbulten blijkt als we op een veilige plek staan. Eén op zijn hand waarvan hij zelf tijdens het rennen het gif er al uit gezogen heeft en één op z’n voorhoofd. Daar zuig ik het gif uit. De kinderen zijn gelukkig ongedeerd. We zijn in een bebost berggebied ergens halverwege in Noorwegen. We staan bij een hoge waterval waarvan het water pal naast ons naar beneden klettert. Rustig wandelen we weer terug naar onze bus. Een klein stukje meer de berg op parkeren we even later de oude bus weer. We starten een wandeling naar Trønna van 3,4 kilometer. We hebben onze nieuwe regenjassen aan. Het miezert namelijk. We wilden tóch de wandeling maken, want regen en mist hoort ook bij Noorwegen. Net zo goed als mooie blauwe luchten boven diepe fjorden of een felle zon boven de zee. We wandelen in een prachtig bloeiend heidegebied. Kleine meertjes en beekjes. Glooiend gebied met veel leisteen. Leegte. Ondanks het weer zijn we onder de indruk van de omgeving. Lage mist hangt in de bergen. Noorwegen. Terug in de bus is de zanderige grintweg veranderd in een gladde modderige weg vol stroompjes regenwater. Het begint nu keihard te regenen. Op de camping zien we dat de bus helemaal onder de modder zit. Van top tot teen! In Afrika zat de gehuurde Defender ook regelmatig onder modder of modderspatten, dat lieten we destijds zo. Best wel stoer. Maar ons little tiny house willen we graag schoon houden. Dus loop ik met een volle teil met water over de camping om hem schoon te maken. Ook omdat we op deze camping voor het eerst onze bustent tegen de bus aan hebben gezet. De achterkant van de bustent is de zijkant met schuifdeur van ons busje. Heel praktisch. Als iedereen gedoucht heeft heb ik warme chocomel gemaakt. We zitten gezellig met elkaar in de bustent. M&M’s erbij en de regen tikt tegen de tent. Steeds harder. Een hoosbui! Het water loopt onder de tent door. Er vormen zich plassen onder onze voeten en stoelen! Er vormen zich zakken vol water in het tentdoek. We proberen nog iets met geulen, maar er valt niks anders te doen dan onze spulletjes hoog en droog te zetten. Onze avondmaaltijd kunnen we nog droog buiten eten. Daarna regent het weer pijpestelen. De meiden storten er van in... Ik lach er om. Ik heb in mijn jeugd twaalf lange zomers in een tent in Drenthe gekampeerd. Elke zomer regen.... Ik weet na regen komt zonneschijn.
Met z’n vieren tillen we elk aan een tentstok de zeiknatte bustent op en zetten hem in de ochtendzon. We ontbijten lekker buiten en voordat we aan de wandeling van vandaag beginnen zetten we ook onze kletsnatte wandelschoenen in een rijtje in de zon. Om te drogen. Binnen een paar minuten heeft een ieder van ons z’n vest al om z’n middel gebonden. We zijn op weg naar een bergtop. Door een prachtig bos met veel lichtgroen mos en gekleurde veldbloemen. Om het pad te vervolgen zoeken we naar een houten toegangshekje. Ondertussen worden jongste telg en ik drie keer door dazen gestoken en hebben we allemaal muggenbulten ondanks de DEET. We zien een houten hekje dat helemaal verstopt zit onder de brandnetels. Daar hebben we nu geen zin in. We wandelen kalmpjes onder de felle zon terug naar de camping aan de rivier. Met bikinitopjes aan en klapstoeltjes en boeken onder onze arm nestelen de meiden en ik ons in de kabbelende rivierstroom. Een zacht briesje maakt het perfect. Na regen komt altijd zonneschijn!
Koppang - 22 juli 2019
donderdag 18 juli 2019
Een vol hart
All journeys have secret destinations of which the traveler is unaware.
- Martin Buber
De Deense camping Bellahøj ligt op een geweldige plek als je Kopenhagen wilt bezoeken. Als ik die ochtend wakker word in de kampeerbus haal ik eerst het slaapmasker van mijn ogen. Ik schrik even kort van het felle daglicht. Toen ik vannacht om vier uur over de camping naar het toilet liep was het al licht! Hier zijn de nachten heel kort.... We ontbijten lekker in de zon en regelen dan twee huurfietsen. We vertrekken met z’n vieren op de fiets naar Nyhavn. De wereldberoemde gracht met pastelkleurige huisjes. De fietspaden zijn hier net zo breed als een autorijbaan. Hoe gaaf om hier te fietsen tussen al die Denen met hun fietsmandjes! Mooie hoge huizen, grote stadsparken en de vibe van een hippe hoofdstad. We parkeren de fietsen aan de gracht en wandelen via de Nyhavn naar het koninklijke paleis om vervolgens op een superknus plein neer te vlijen. Een plein met oude bomen, pastelkleurige oude, hoge huizen en gezellige, volle terrassen. Ik kies natuurlijk Smørrebrød voor lunch. Ik krijg vier plakken roggenbrood die elk heel kunstzinnig belegd zijn met achtereenvolgens zalm, garnalen, haring en rosbief. Een potje thee erbij en ik ben helemaal gelukkig. Als we onze fietsen opgehaald hebben gaan we richting De kleine zeemeermin op de rots. Het beeld dat symbool is geworden voor sprookjesschrijver Hans Christian Andersen. Hij heeft zoveel bekende sprookjes geschreven zoals Het lelijke eendje, De kleren van de keizer, Prinses op de erwt, Vrouw Holle en natuurlijk De kleine zeemeermin en dan nog alle sprookjes die ik zelf niet ken. Als laatste wilde ik graag over het eiland Christianhavn fietsen. Via een lange brug kom je in de gezellige stadswijk van Kopenhagen dat me heel veel aan Amsterdam-Zuid en de grachtengordel deed denken. De grachten gevuld met boten. De hoge pakhuizen gebouwd met baksteentjes. Veel moderne ecologische shops en bloemenwinkeltjes. Een foodmarket gehuisvest in zeecontainers en strandstoelen op de zeekades. En dan overal die fietsende Denen en die heerlijke zon! We kopen vegan ijsjes en verorberen die op de kade. Ik geniet van het kijken naar mensen die voorbij struinen. Niks kan deze dag nog verpesten. Ook niet wanneer de fietsketting van mijn lief er op weg naar de camping af ligt. Zéker niet wanneer de aardige fietsenmaker meteen de fiets even goed afstelt. Gratis.
Oh, mijn hart smelt... Ik loop terug van het keukentje op de camping naar onze kampeerbus. Mijn lief staat bij het gasstelletje in het avondzonnetje. Er staat een leeg pannetje op. Ernaast zie ik vier bekers klaar staan. Vanaf de verte kon ik hem al heen en weer zien drentelen onder de luifel. ‘Weet jij waar dat pak melk gebleven is?’ vraagt hij mij als ik arriveer. Mijn hart loopt vol.... Aaaaw... Kort daarvoor spraken we met elkaar af dat we lekker warme chocomel gingen maken als het in de loop van de avond kouder zou worden. Wat mijn eega gemist had was dat ik in de keuken op de camping elektrische kookplaatjes ontdekt had. En een elektrische waterkoker. Voor algemeen gebruik. Ik was erg enthousiast daarover aan de eettafel. Mijn lief was pal na het eten, nog aan tafel zittend in het zonnetje, pardoes in slaap gevallen. Dus ons enthousiaste plan om dáár in dat keukentje een pan warme chocomel op te warmen was hem geheel ontgaan besefte ik ineens.... Met een houten spaander en de deksel van het pannetje in zijn handen heb ik hem uitgelegd waar de meiden de warme chocomel aan het bereiden waren. Vrolijk kwam hij niet veel later met de meiden kletsend naar onze plek wandelen. De chocomel smaakte ons goed. De volle maan zou niet lang daarna de camping verlichten.
Oslo - 18 juli 2019
- Martin Buber
De Deense camping Bellahøj ligt op een geweldige plek als je Kopenhagen wilt bezoeken. Als ik die ochtend wakker word in de kampeerbus haal ik eerst het slaapmasker van mijn ogen. Ik schrik even kort van het felle daglicht. Toen ik vannacht om vier uur over de camping naar het toilet liep was het al licht! Hier zijn de nachten heel kort.... We ontbijten lekker in de zon en regelen dan twee huurfietsen. We vertrekken met z’n vieren op de fiets naar Nyhavn. De wereldberoemde gracht met pastelkleurige huisjes. De fietspaden zijn hier net zo breed als een autorijbaan. Hoe gaaf om hier te fietsen tussen al die Denen met hun fietsmandjes! Mooie hoge huizen, grote stadsparken en de vibe van een hippe hoofdstad. We parkeren de fietsen aan de gracht en wandelen via de Nyhavn naar het koninklijke paleis om vervolgens op een superknus plein neer te vlijen. Een plein met oude bomen, pastelkleurige oude, hoge huizen en gezellige, volle terrassen. Ik kies natuurlijk Smørrebrød voor lunch. Ik krijg vier plakken roggenbrood die elk heel kunstzinnig belegd zijn met achtereenvolgens zalm, garnalen, haring en rosbief. Een potje thee erbij en ik ben helemaal gelukkig. Als we onze fietsen opgehaald hebben gaan we richting De kleine zeemeermin op de rots. Het beeld dat symbool is geworden voor sprookjesschrijver Hans Christian Andersen. Hij heeft zoveel bekende sprookjes geschreven zoals Het lelijke eendje, De kleren van de keizer, Prinses op de erwt, Vrouw Holle en natuurlijk De kleine zeemeermin en dan nog alle sprookjes die ik zelf niet ken. Als laatste wilde ik graag over het eiland Christianhavn fietsen. Via een lange brug kom je in de gezellige stadswijk van Kopenhagen dat me heel veel aan Amsterdam-Zuid en de grachtengordel deed denken. De grachten gevuld met boten. De hoge pakhuizen gebouwd met baksteentjes. Veel moderne ecologische shops en bloemenwinkeltjes. Een foodmarket gehuisvest in zeecontainers en strandstoelen op de zeekades. En dan overal die fietsende Denen en die heerlijke zon! We kopen vegan ijsjes en verorberen die op de kade. Ik geniet van het kijken naar mensen die voorbij struinen. Niks kan deze dag nog verpesten. Ook niet wanneer de fietsketting van mijn lief er op weg naar de camping af ligt. Zéker niet wanneer de aardige fietsenmaker meteen de fiets even goed afstelt. Gratis.
Oh, mijn hart smelt... Ik loop terug van het keukentje op de camping naar onze kampeerbus. Mijn lief staat bij het gasstelletje in het avondzonnetje. Er staat een leeg pannetje op. Ernaast zie ik vier bekers klaar staan. Vanaf de verte kon ik hem al heen en weer zien drentelen onder de luifel. ‘Weet jij waar dat pak melk gebleven is?’ vraagt hij mij als ik arriveer. Mijn hart loopt vol.... Aaaaw... Kort daarvoor spraken we met elkaar af dat we lekker warme chocomel gingen maken als het in de loop van de avond kouder zou worden. Wat mijn eega gemist had was dat ik in de keuken op de camping elektrische kookplaatjes ontdekt had. En een elektrische waterkoker. Voor algemeen gebruik. Ik was erg enthousiast daarover aan de eettafel. Mijn lief was pal na het eten, nog aan tafel zittend in het zonnetje, pardoes in slaap gevallen. Dus ons enthousiaste plan om dáár in dat keukentje een pan warme chocomel op te warmen was hem geheel ontgaan besefte ik ineens.... Met een houten spaander en de deksel van het pannetje in zijn handen heb ik hem uitgelegd waar de meiden de warme chocomel aan het bereiden waren. Vrolijk kwam hij niet veel later met de meiden kletsend naar onze plek wandelen. De chocomel smaakte ons goed. De volle maan zou niet lang daarna de camping verlichten.
Oslo - 18 juli 2019
zaterdag 13 juli 2019
Oeps!
“Smart people learn from their mistakes. But the real sharp ones learn from the mistakes of others.”
― Brandon Mull
Ik typ op mijn telefoon een berichtje naar de twee oppasjes die de komende vier weken op ons huis, de tuin en de drie poezen gaan passen. Elk bejaardenechtpaar zal twee weken in ons huis logeren. Ik noteer in het bericht de datum van ons vertrek en de datum van onze thuiskomst. Er voelt iets niet goed… Ik gooi twee weekends door elkaar vermoed ik. Welk weekend komen we nu eigenlijk terug? Ik krijg een onbestemd gevoel in mijn onderbuik. Wat heb ik verkeerd gedaan? Ik sta op en kijk in de familieagenda en daarna kijk ik in ons reisschema. Oh nee! Er zit een week verschil in! Ik heb onoplettend een reis van vijf weken geboekt in plaats van vier weken. Ik herinner me nog dat ik dacht dat we deze reis wel écht een zee aan tijd hadden…. Nu begrijp ik waarom. Ik heb gewoon een week eraan geplakt. Ik roep opgewonden naar mijn lief, die in de achtertuin de dakplataan aan het snoeien is, dat er iets ergs gebeurd is. Dat ik een vergissing gemaakt heb bij het plannen van de rondreis. ‘Ik zat er al op te wachten dat er iets mis zou gaan’ zegt hij droog zonder een seconde van zijn stuk te raken. ‘Ik ben blij dat je er nu achter komt' zegt hij ook nog. Hij heeft gelijk. In alle tientallen jaren dat ik rondreizen over de hele wereld plan, is er nog al eens iets fout gegaan. Ik loop naar mijn computer en cancel een geboekte strandcamping in Denemarken. Ik verzet een hotelovernachting in Duitsland op de terugweg. En ik bel naar een Deense camping om de data van ons verblijf te wijzigen. Het is eigenlijk zo geregeld. Als we later aan de tuintafel met de kinderen zitten te lunchen vertel ik mijn blunder. Automatisch glijden we terug in de tijd. Mijn lief herinnert me aan de keer in Portugal dat we vroeg in de ochtend bij de receptie van de camping arriveerden. Het is al best heet. Onze auto met drie kleine kinderen erin en een volle aanhangwagen met een tent erop vast gebonden staat in de schaduw van een groep pijnbomen. De dame zegt rustig dat we niet op de lijst staan. Mijn lief zet een paar stappen achteruit en stort helemaal in. Ik zie hem nog over zijn voorhoofd wrijven. Ik denk dat hij tot tien telde. Ik had me in de dag vergist. We hadden de dag erna moeten arriveren… Gelukkig konden we wel terecht. Ik deel zelf het verhaal van toen ik zwanger was van onze jongste en wij met onze twee kindjes aan de Franse kust kampeerden. Ze lagen die avond lekker te slapen en mijn lief en ik zaten heerlijk ontspannen te lezen toen er iemand van de receptie naar de tent kwam. Waarom we nog niet betaald hadden? We moesten toch de volgende ochtend vertrekken? Huh? Toen had ik ook een denkfoutje in de reisdata gemaakt. Moesten we halsoverkop gaan inpakken en opruimen voor de lange terugweg de volgende ochtend! Of die ene keer dat ik met onze jongste van drie jaar door vrienden naar de luchthaven in Eindhoven was gebracht en aan de incheckbalie bleek dat mijn geboekte vlucht naar Madrid pas een dag later was. Toen was ik wel écht teleurgesteld. Onze andere twee dochters hadden namelijk de eindmusical diezelfde avond en daar wilde ik perse bij zijn. Bovendien hadden jongste en ik beiden een piepklein rolletje op het podium. Op dat moment moest ik wel een traantje laten. Daarop heeft mijn lief vanuit Spanje een andere ticket kunnen kopen en heeft onze vriend ons ook nog op tijd naar Brussel kunnen brengen. Inderdaad, na al deze flaters blijkt dat ik wel eens een uitglijder in reisdata maak. De conclusie, met al deze hilarische herinneringen aan tafel, is dat ik er misschien nog niet veel van leer maar dat ik er deze keer tenminste wel op tijd achter gekomen ben. Nog geen man overboord dus. We vertrekken daarom geheel gerustgesteld met een mapje met een nieuwe reiskalender en aangepaste route op weg naar ons Scandinavische avontuur.
Ik ben op weg naar Roosendaal. In mijn oude Volvo. Mijn allerlaatste ritje met deze auto. Het einde van het ‘groene monster tijdperk’ volgens de buren uit ons straatje! Elk jaar aan het begin van de zomer heb ik hetzelfde ritueel. Er komen expatvriendinnen uit het buitenland naar Nederland voor vakantie en familiebezoek. Zoals ik dat zelf ook vele zomers heb gedaan. De eerste periode van de schoolvakantie eerst naar Nederland vliegen om iedereen weer te zien en Nederlandse boeken, kleding, tijdschriften en boodschappen in te slaan. Al een aantal jaar achter elkaar ontmoeten vriendin en ik elkaar bij La Place langs de snelweg. Deze zomer wordt het restaurant verbouwd en moeten we uitwijken naar een nieuw ontmoetingsplekje. Het wordt een leuke brasserie aan de rand van een bos bij Roosendaal. We komen tegelijk aan. We pakken de draad meteen weer op. Eerst een omhelzing en vervolgens lopen we al kletsend het restaurant binnen. We vinden een plekje in loungestoelen op het terras. Uitzicht op een veld wilde bloemen. We hebben nog net even tijd om thee met taart te bestellen, een cadeautje uit te wisselen en vervolgens branden we los. We praten over álles. We hoeven het niet over de grote lijnen te hebben. We spreken elkaar regelmatig over Skype. Toch is het veel leuker om naast elkaar op de bank te zitten, elkaar in de ogen te kunnen kijken en af en toe aan te raken. We kunnen meteen de diepte in. We luisteren naar elkaar. Begrijpen elkaar. Herkennen onszelf in elkaar. De middag is veel te kort. We maken vage plannetjes om beiden naar Trinidad en Tobago te vliegen en elkaar daar te ontmoeten. Ik heb ook al tijden het plan om eens naar Paramaribo te vliegen. We sluiten de dag af met een selfie liggend op de motorkap van mijn oude Volvo. Als herinnering. Met laatstgenoemde vriendin heb ik in Madrid namelijk ook diverse avontuurtjes beleefd in deze auto. Thuis zullen we allebei de opties om elkaar in het najaar te ontmoeten onderzoeken. Zij gaat een drukke zomer in Nederland tegemoet. Ik ga een maand reizen. We zien elkaar dit jaar zeker weer.
― Brandon Mull
Ik typ op mijn telefoon een berichtje naar de twee oppasjes die de komende vier weken op ons huis, de tuin en de drie poezen gaan passen. Elk bejaardenechtpaar zal twee weken in ons huis logeren. Ik noteer in het bericht de datum van ons vertrek en de datum van onze thuiskomst. Er voelt iets niet goed… Ik gooi twee weekends door elkaar vermoed ik. Welk weekend komen we nu eigenlijk terug? Ik krijg een onbestemd gevoel in mijn onderbuik. Wat heb ik verkeerd gedaan? Ik sta op en kijk in de familieagenda en daarna kijk ik in ons reisschema. Oh nee! Er zit een week verschil in! Ik heb onoplettend een reis van vijf weken geboekt in plaats van vier weken. Ik herinner me nog dat ik dacht dat we deze reis wel écht een zee aan tijd hadden…. Nu begrijp ik waarom. Ik heb gewoon een week eraan geplakt. Ik roep opgewonden naar mijn lief, die in de achtertuin de dakplataan aan het snoeien is, dat er iets ergs gebeurd is. Dat ik een vergissing gemaakt heb bij het plannen van de rondreis. ‘Ik zat er al op te wachten dat er iets mis zou gaan’ zegt hij droog zonder een seconde van zijn stuk te raken. ‘Ik ben blij dat je er nu achter komt' zegt hij ook nog. Hij heeft gelijk. In alle tientallen jaren dat ik rondreizen over de hele wereld plan, is er nog al eens iets fout gegaan. Ik loop naar mijn computer en cancel een geboekte strandcamping in Denemarken. Ik verzet een hotelovernachting in Duitsland op de terugweg. En ik bel naar een Deense camping om de data van ons verblijf te wijzigen. Het is eigenlijk zo geregeld. Als we later aan de tuintafel met de kinderen zitten te lunchen vertel ik mijn blunder. Automatisch glijden we terug in de tijd. Mijn lief herinnert me aan de keer in Portugal dat we vroeg in de ochtend bij de receptie van de camping arriveerden. Het is al best heet. Onze auto met drie kleine kinderen erin en een volle aanhangwagen met een tent erop vast gebonden staat in de schaduw van een groep pijnbomen. De dame zegt rustig dat we niet op de lijst staan. Mijn lief zet een paar stappen achteruit en stort helemaal in. Ik zie hem nog over zijn voorhoofd wrijven. Ik denk dat hij tot tien telde. Ik had me in de dag vergist. We hadden de dag erna moeten arriveren… Gelukkig konden we wel terecht. Ik deel zelf het verhaal van toen ik zwanger was van onze jongste en wij met onze twee kindjes aan de Franse kust kampeerden. Ze lagen die avond lekker te slapen en mijn lief en ik zaten heerlijk ontspannen te lezen toen er iemand van de receptie naar de tent kwam. Waarom we nog niet betaald hadden? We moesten toch de volgende ochtend vertrekken? Huh? Toen had ik ook een denkfoutje in de reisdata gemaakt. Moesten we halsoverkop gaan inpakken en opruimen voor de lange terugweg de volgende ochtend! Of die ene keer dat ik met onze jongste van drie jaar door vrienden naar de luchthaven in Eindhoven was gebracht en aan de incheckbalie bleek dat mijn geboekte vlucht naar Madrid pas een dag later was. Toen was ik wel écht teleurgesteld. Onze andere twee dochters hadden namelijk de eindmusical diezelfde avond en daar wilde ik perse bij zijn. Bovendien hadden jongste en ik beiden een piepklein rolletje op het podium. Op dat moment moest ik wel een traantje laten. Daarop heeft mijn lief vanuit Spanje een andere ticket kunnen kopen en heeft onze vriend ons ook nog op tijd naar Brussel kunnen brengen. Inderdaad, na al deze flaters blijkt dat ik wel eens een uitglijder in reisdata maak. De conclusie, met al deze hilarische herinneringen aan tafel, is dat ik er misschien nog niet veel van leer maar dat ik er deze keer tenminste wel op tijd achter gekomen ben. Nog geen man overboord dus. We vertrekken daarom geheel gerustgesteld met een mapje met een nieuwe reiskalender en aangepaste route op weg naar ons Scandinavische avontuur.
Ik ben op weg naar Roosendaal. In mijn oude Volvo. Mijn allerlaatste ritje met deze auto. Het einde van het ‘groene monster tijdperk’ volgens de buren uit ons straatje! Elk jaar aan het begin van de zomer heb ik hetzelfde ritueel. Er komen expatvriendinnen uit het buitenland naar Nederland voor vakantie en familiebezoek. Zoals ik dat zelf ook vele zomers heb gedaan. De eerste periode van de schoolvakantie eerst naar Nederland vliegen om iedereen weer te zien en Nederlandse boeken, kleding, tijdschriften en boodschappen in te slaan. Al een aantal jaar achter elkaar ontmoeten vriendin en ik elkaar bij La Place langs de snelweg. Deze zomer wordt het restaurant verbouwd en moeten we uitwijken naar een nieuw ontmoetingsplekje. Het wordt een leuke brasserie aan de rand van een bos bij Roosendaal. We komen tegelijk aan. We pakken de draad meteen weer op. Eerst een omhelzing en vervolgens lopen we al kletsend het restaurant binnen. We vinden een plekje in loungestoelen op het terras. Uitzicht op een veld wilde bloemen. We hebben nog net even tijd om thee met taart te bestellen, een cadeautje uit te wisselen en vervolgens branden we los. We praten over álles. We hoeven het niet over de grote lijnen te hebben. We spreken elkaar regelmatig over Skype. Toch is het veel leuker om naast elkaar op de bank te zitten, elkaar in de ogen te kunnen kijken en af en toe aan te raken. We kunnen meteen de diepte in. We luisteren naar elkaar. Begrijpen elkaar. Herkennen onszelf in elkaar. De middag is veel te kort. We maken vage plannetjes om beiden naar Trinidad en Tobago te vliegen en elkaar daar te ontmoeten. Ik heb ook al tijden het plan om eens naar Paramaribo te vliegen. We sluiten de dag af met een selfie liggend op de motorkap van mijn oude Volvo. Als herinnering. Met laatstgenoemde vriendin heb ik in Madrid namelijk ook diverse avontuurtjes beleefd in deze auto. Thuis zullen we allebei de opties om elkaar in het najaar te ontmoeten onderzoeken. Zij gaat een drukke zomer in Nederland tegemoet. Ik ga een maand reizen. We zien elkaar dit jaar zeker weer.
zondag 7 juli 2019
Scandinavië
“It's from Scandinavia!" This, we learned, was the name of a region, a cold and forsaken place where people stayed indoors and plotted the death of knobs.
― David Sedaris
Canada in het klein hoor ik mensen wel eens zeggen. Vanwege de natuur en de leegte vermoed ik. Noorwegen is een land waar je minimaal één keer in je leven geweest moet zijn. Het is namelijk één van de mooiste landen in de wereld. De combinatie van bergen en water is onvergetelijk. De rust, de schoonheid en de vele mogelijkheden om te wandelen maken het land een geweldige bestemming. In de zomer vind je er het beste dat de Noorse natuur te bieden heeft: vruchtbare dalen, frisse en heldere beken, watervallen, stille meren en oneindige hoogvlakten met hun rust. Toch stond Noorwegen niet speciaal op mijn lijstje van plekken op de wereld om te bezoeken. Misschien later als mijn lief en ik saampjes roadtrips zouden maken. Zo heb ik ook Ierland, Turkije, Schotland en Griekenland op dat ‘roadtrips voor later’ lijstje staan. Maar…onze oudste dochter wilde haar masteropleiding in Kopenhagen doen en daarom zouden wij deze zomer met onze antieke kampeerbus door Scandinavië gaan trekken. Ze hoorde vorige maand dat ze toegelaten was op de universiteit van Kopenhagen, maar ze verkoos haar studie te combineren met haar nieuwe baan in Rotterdam. Toch hadden we onze zinnen al op Denemarken en Noorwegen gezet. En zo komt het dat we deze week met z’n vijven in de hippiebus naar het Noorden vertrekken. Via Denemarken slapen we een nacht op een cruiseschip op weg naar Oslo. Via allerlei adembenemende fjorden rijden we behoorlijk ver naar het Noorden. Naar het Geirangerfjord. Dit fjord wordt beschouwd als hét fjord in Noorwegen. De diepblauwe kleur van het gletsjerwater is maar een van de redenen waarom dit als werelderfgoed wordt beschouwd. De majestieke bergen die altijd met een laagje sneeuw zijn bedekt, de woeste watervallen en de groene bossen zijn enkele andere. Ook de vele kleine dorpjes langs het fjord zorgen voor een indrukwekkende ervaring. Terug reizen we via een andere route naar Oslo en varen we naar een ander deel van Denemarken waar we nog vijf dagen in een kustplaatsje verblijven. Misschien wel om op te warmen, want het meest noordelijke plekje waar we crashen met de bus blijft de temperatuur onder de twintig graden steken met kans op regen. We hebben dus in vijf goede regenjassen om te wandelen geïnvesteerd. Een elandsafari, adembenemende uitzichten over ruige fjorden en hartverwarmende Viking stadjes staan op ons lijstje. Het avontuur ligt voor onze voeten!
Een auto is natuurlijk maar gewoon een auto. Dat vind ik ook, máár… In onze oude stationwagon hebben we zo veel emoties beleefd. Mijn auto heeft daardoor een bepaalde energie gekregen. De auto die we twaalf-en-half jaar geleden hebben gekocht in Madrid. Voor mij. In deze auto ben ik zo waanzinnig vaak verdwaald. De eerste schooldag de weg naar het kleine basisschooltje in Madrid nauwelijks kunnen vinden. De kinderen te laat in hun nieuwe klas afgezet wat ze verschrikkelijk vonden… Het zoeken naar een fijne supermarkt in de buurt. De hippe restaurantjes waar ik met mijn expatvriendinnen had afgesproken vinden. Bijna onmogelijk parkeren in de drukste straten zoals Paseo del Prado of rondom Plaza Mayor… Alle kinderfeestjes bij de klasgenootjes thuis in woonwijken waar wij nooit kwamen. Ik redde het altijd samen met de meisjes. Met elkaar. Teamwork. Als we ontspannen waren zongen we vaak heel luid Spaanstalige liedjes in mijn auto. Ik heb ook een verkeersongeluk veroorzaakt met deze auto. Mijn eerste werkdag in de Madrileense bibliotheek van school. Met de meisjes in de vroege ochtend op weg naar school. Er was een enorme mist en ik zag een autootje van links niet aankomen voordat ik de weg opreed… Een harde knal en vier heel boze Madrileense dames met bontjassen stapten uit. We zullen het nooit vergeten. Of de keer dat er in de stad na elf jaar een flink pak sneeuw viel. De wegen waren bijna leeg. Madrid is niet gewend aan sneeuw. Dus glibberde ik in m’n uppie de berg op. Ik zag geen strepen meer op de weg en glibberde zo erg dat ik hem aan de kant van de straat heb moeten wegzetten. De meest emotionele herinnering hebben we aan de keer dat ik bij een vriendinnetje de meisjes had opgehaald en ik ons jongste telgje in het autostoeltje moest vast gespen. Achterdeur wijd open en mijn hoofd in de auto gestoken. Een man reed gewoon keihard mijn deur aan. De deur was er nog net niet eruit gereden, maar wel helemaal ontzet. We waren zo geschrokken, en ik was zó boos, dat ik achter het stuur sprong en die auto achtervolgde. Meisjes huilend achterin. Na verschillende rotondes had ik hem gevonden, Niet zo moeilijk te herkennen; zijn spiegel lag er helemaal af. Ik stopte mijn auto ervoor en stapte schreeuwend uit. Het bleek een oude Spanjaard te zijn die zelf ook was geschrokken. Hij was bang dat de verzekering zijn rijbewijs zou afpakken. Toen bedaarde ik wel en hebben we samen alle gegevens uitgewisseld. Die autodeur klemt nog steeds zodat ik het nooit heb kunnen vergeten. Tijdens de drie jaar in Mexico hadden we de auto gestald in een boerderijschuur. Nadat ik in Breda in volle vaart een verkeersheuvel was opgeschoten. Lekke band. Een stomdronken Ier had me contant geld gegeven voor een nieuwe, want zijn baas mocht niet weten dat hij gedronken had. Met het thuiskomertje had ik hem drie jaar lang in die schuur geparkeerd. Ik kon mijn auto toen ook al niet wegdoen… Ondertussen hebben we twee van de drie meiden ermee naar hun studentenkamertjes verhuisd. Hij kraakt tijdens het rijden. Hij schuurt bij het achteruit rijden. Knipperlichten en koplampen stoppen er soms mee. De bumpers bevatten nauwelijks nog lak door de Spaanse zon. Een flinke deuk in de bestuurdersdeur. En de passagiersdeur gaat soms door een stramme veer bijna niet open. De tankdop gaat met een touwtje in de achterbak open. De zijlichtjes hangen los aan hun elektriciteitsdraadjes. De deuren gaan alleen van het slot als je de sleutel erin steekt. Mijn lief was al lang blij dat ik toe was aan een andere auto. Hij heeft veel geduld gehad. Hij had heel snel een donkerblauw alternatief gevonden die ik van binnen te donker vond en niet lekker vond rijden. ‘Zoek het dan lekker zelf uit’ had hij gezegd. Zo gezegd zo gedaan. Ik heb in Tilburg precies dezelfde auto gekocht met dezelfde bekleding, motor en interieur. Alleen tien jaar jonger en een parelmoer kleurtje.
― David Sedaris
Canada in het klein hoor ik mensen wel eens zeggen. Vanwege de natuur en de leegte vermoed ik. Noorwegen is een land waar je minimaal één keer in je leven geweest moet zijn. Het is namelijk één van de mooiste landen in de wereld. De combinatie van bergen en water is onvergetelijk. De rust, de schoonheid en de vele mogelijkheden om te wandelen maken het land een geweldige bestemming. In de zomer vind je er het beste dat de Noorse natuur te bieden heeft: vruchtbare dalen, frisse en heldere beken, watervallen, stille meren en oneindige hoogvlakten met hun rust. Toch stond Noorwegen niet speciaal op mijn lijstje van plekken op de wereld om te bezoeken. Misschien later als mijn lief en ik saampjes roadtrips zouden maken. Zo heb ik ook Ierland, Turkije, Schotland en Griekenland op dat ‘roadtrips voor later’ lijstje staan. Maar…onze oudste dochter wilde haar masteropleiding in Kopenhagen doen en daarom zouden wij deze zomer met onze antieke kampeerbus door Scandinavië gaan trekken. Ze hoorde vorige maand dat ze toegelaten was op de universiteit van Kopenhagen, maar ze verkoos haar studie te combineren met haar nieuwe baan in Rotterdam. Toch hadden we onze zinnen al op Denemarken en Noorwegen gezet. En zo komt het dat we deze week met z’n vijven in de hippiebus naar het Noorden vertrekken. Via Denemarken slapen we een nacht op een cruiseschip op weg naar Oslo. Via allerlei adembenemende fjorden rijden we behoorlijk ver naar het Noorden. Naar het Geirangerfjord. Dit fjord wordt beschouwd als hét fjord in Noorwegen. De diepblauwe kleur van het gletsjerwater is maar een van de redenen waarom dit als werelderfgoed wordt beschouwd. De majestieke bergen die altijd met een laagje sneeuw zijn bedekt, de woeste watervallen en de groene bossen zijn enkele andere. Ook de vele kleine dorpjes langs het fjord zorgen voor een indrukwekkende ervaring. Terug reizen we via een andere route naar Oslo en varen we naar een ander deel van Denemarken waar we nog vijf dagen in een kustplaatsje verblijven. Misschien wel om op te warmen, want het meest noordelijke plekje waar we crashen met de bus blijft de temperatuur onder de twintig graden steken met kans op regen. We hebben dus in vijf goede regenjassen om te wandelen geïnvesteerd. Een elandsafari, adembenemende uitzichten over ruige fjorden en hartverwarmende Viking stadjes staan op ons lijstje. Het avontuur ligt voor onze voeten!
Een auto is natuurlijk maar gewoon een auto. Dat vind ik ook, máár… In onze oude stationwagon hebben we zo veel emoties beleefd. Mijn auto heeft daardoor een bepaalde energie gekregen. De auto die we twaalf-en-half jaar geleden hebben gekocht in Madrid. Voor mij. In deze auto ben ik zo waanzinnig vaak verdwaald. De eerste schooldag de weg naar het kleine basisschooltje in Madrid nauwelijks kunnen vinden. De kinderen te laat in hun nieuwe klas afgezet wat ze verschrikkelijk vonden… Het zoeken naar een fijne supermarkt in de buurt. De hippe restaurantjes waar ik met mijn expatvriendinnen had afgesproken vinden. Bijna onmogelijk parkeren in de drukste straten zoals Paseo del Prado of rondom Plaza Mayor… Alle kinderfeestjes bij de klasgenootjes thuis in woonwijken waar wij nooit kwamen. Ik redde het altijd samen met de meisjes. Met elkaar. Teamwork. Als we ontspannen waren zongen we vaak heel luid Spaanstalige liedjes in mijn auto. Ik heb ook een verkeersongeluk veroorzaakt met deze auto. Mijn eerste werkdag in de Madrileense bibliotheek van school. Met de meisjes in de vroege ochtend op weg naar school. Er was een enorme mist en ik zag een autootje van links niet aankomen voordat ik de weg opreed… Een harde knal en vier heel boze Madrileense dames met bontjassen stapten uit. We zullen het nooit vergeten. Of de keer dat er in de stad na elf jaar een flink pak sneeuw viel. De wegen waren bijna leeg. Madrid is niet gewend aan sneeuw. Dus glibberde ik in m’n uppie de berg op. Ik zag geen strepen meer op de weg en glibberde zo erg dat ik hem aan de kant van de straat heb moeten wegzetten. De meest emotionele herinnering hebben we aan de keer dat ik bij een vriendinnetje de meisjes had opgehaald en ik ons jongste telgje in het autostoeltje moest vast gespen. Achterdeur wijd open en mijn hoofd in de auto gestoken. Een man reed gewoon keihard mijn deur aan. De deur was er nog net niet eruit gereden, maar wel helemaal ontzet. We waren zo geschrokken, en ik was zó boos, dat ik achter het stuur sprong en die auto achtervolgde. Meisjes huilend achterin. Na verschillende rotondes had ik hem gevonden, Niet zo moeilijk te herkennen; zijn spiegel lag er helemaal af. Ik stopte mijn auto ervoor en stapte schreeuwend uit. Het bleek een oude Spanjaard te zijn die zelf ook was geschrokken. Hij was bang dat de verzekering zijn rijbewijs zou afpakken. Toen bedaarde ik wel en hebben we samen alle gegevens uitgewisseld. Die autodeur klemt nog steeds zodat ik het nooit heb kunnen vergeten. Tijdens de drie jaar in Mexico hadden we de auto gestald in een boerderijschuur. Nadat ik in Breda in volle vaart een verkeersheuvel was opgeschoten. Lekke band. Een stomdronken Ier had me contant geld gegeven voor een nieuwe, want zijn baas mocht niet weten dat hij gedronken had. Met het thuiskomertje had ik hem drie jaar lang in die schuur geparkeerd. Ik kon mijn auto toen ook al niet wegdoen… Ondertussen hebben we twee van de drie meiden ermee naar hun studentenkamertjes verhuisd. Hij kraakt tijdens het rijden. Hij schuurt bij het achteruit rijden. Knipperlichten en koplampen stoppen er soms mee. De bumpers bevatten nauwelijks nog lak door de Spaanse zon. Een flinke deuk in de bestuurdersdeur. En de passagiersdeur gaat soms door een stramme veer bijna niet open. De tankdop gaat met een touwtje in de achterbak open. De zijlichtjes hangen los aan hun elektriciteitsdraadjes. De deuren gaan alleen van het slot als je de sleutel erin steekt. Mijn lief was al lang blij dat ik toe was aan een andere auto. Hij heeft veel geduld gehad. Hij had heel snel een donkerblauw alternatief gevonden die ik van binnen te donker vond en niet lekker vond rijden. ‘Zoek het dan lekker zelf uit’ had hij gezegd. Zo gezegd zo gedaan. Ik heb in Tilburg precies dezelfde auto gekocht met dezelfde bekleding, motor en interieur. Alleen tien jaar jonger en een parelmoer kleurtje.
Abonneren op:
Posts (Atom)