maandag 5 augustus 2019

A world of mountains

“I just want to live in a world of mountains, coffee, campfires, cabins, and golden trees, and run around with a camera and notebook, learning the inner workings of everything real.”
– Victoria Erickson

Buiten op een campingstoeltje met een warme joggingbroek aan, een t-shirt met lange mouwen én een dik vest eroverheen. Dáároverheen voor het eerst deze reis zelfs een warme bodywarmer! Capuchon over mijn hoofd. En een warm fleecekleed over mijn benen die lekker op een krukje liggen. Heel comfy. Buiten op de camping. Het is laat en bijna donker. Ik lees mijn boek, maar kijk meer om me heen. Recht voor me kijk ik uit op een van de grootste bergmeren van Noorwegen. Tinnsjå. Een van de diepste meren van Europa. Een prachtig silhouet van diverse bergen tekent zich af in het blauw van de late avondschemering. Veel bedrijvingheid om me heen. Er worden kampvuurtjes op het kiezelstrand gemaakt zoals wij zelf ook een avond hebben gedaan. Van sprokkelhout. Men zit op houten bankjes gemaakt van omgezaagde boomstammen er omheen. Mensen maken voor hun kleine tentjes een barbecue om worstjes en kippenvleugeltjes te braden. Mensen in hun slaapzak op een stoeltje of liggend op een matje. Ondanks de koude wind van het water en de snel afkoelende temperatuur is iedereen buiten. Kaarsjes op tafel. Kop hete thee. Heel knus allemaal. Ik geniet ervan. Dit ritueel was elk van de vijf nachten hetzelfde. Overdag heel warm. Licht bewolkt. De zon is kennelijk steeds met ons mee gereisd. We hebben een paar stranddagen gepakt op deze sportieve camping, maar we hebben ook twee keer een mooie bergtop bereikt. Een keer met magnifiek uitzicht op het grote bergmeer en de omliggende bergen waarvan de zachte pieken en kammen naar de hemel golfden. Het was verschrikkelijk zweten om op de top te komen. We hebben de waterfles opnieuw gevuld met het koud stromende water uit een beek. Ik zag elandenkeutels op het pad en dacht er zelfs een te horen... Er was onderweg een uitzichtpunt wat er gevaarlijk glad en diep uitzag. Ik durfde zelf, vanwege mijn pijnlijk gekneusde ribweefsel, niet verder af te dalen voor een fotootje. Dus ging oudste dochter heel stoer het avontuurlijke pad naar beneden. Terwijl ik veilig achter een stevig gewortelde boom wachtte op haar terugkomst. Ik kon het niet laten om met haar mobieltje háár stiekem te fotograferen. Fraaie foto geworden!

We stappen in een knalrode, wiebelige cabine van een kabelbaan die uit 1929 dateert. We laten ons naar een kilometer hoogte brengen waar we uitstappen om de Solstein bergwandeling van ruim vier kilometer te gaan maken. Solstein betekent heel toepasselijk ‘pad van de zon’. Het is onze allerlaatste dag aan het grote imposante bergmeer. Elke dag zou er regen gaan vallen, en elke dag hebben we voortreffelijk weer gehad. Zo ook vandaag. Het dorp Rjukan waar de kabelbaan gelegen is heeft jaarlijks maar een half jaartje zonlicht. De rest van het jaar ligt het in de schaduw van de omliggende bergen. Dat hebben ze creatief opgelost door enorme spiegels in de bergen te plaatsen die de zonnestralen op het dorpse marktplein weerkaatsen. Onder het spiegelglas zitten zonnecellen verwerkt die energie leveren voor het draaien met de zon mee van de spiegels. Als we boven komen starten we het aantrekkelijke, hellende bergpad dat gemaakt is van leistenen treden. Zo stijgen we nog wat hoger op de berg. Boven komen we een leuke leistenen zonnewijzer tegen. En uitzicht op de hoge Haustatoppen en het indrukwekkende Hardanger national park waar we een tijdje terug doorheen gereden zijn om hier te komen. De wandeling eindigt weer bij de cabinelift, maar we gaan eerst lunchen. Jongste en ik maken zelf wafels waar we brunost op smelten, room erop en een zoet laagje bessenjam. Brunost is een Noorse geitenkaas die gecarameliseerd is en heel zacht van smaak is. Heel erg smullen, maar ook heel erg zwaar op de maag. Gelukkig hoeven we alleen nog maar met het wiebelende liftje de berg af....

Tinn Austbygd - 4 augustus 2019