zaterdag 9 november 2019

Tropengevoel

Be brave. Take risks. Nothing can substitute experience.
– Paolo Coelho

Een best grote groene leguaan loopt langs de waterkant. Hij is ongeveer een meter lang. Kleine gifgroene hagedissen zien we ook over de tegels bij het zwembad lopen. Ik krijg altijd een fijn tropengevoel als ik zulke beesten rond zie wandelen. Mijn vriendin en ik zitten aan de oever van de Suriname rivier. In een luxe wellness resort. Allebei een bordje met een lekkere lunch voor ons. Een zacht briesje komt van het water. De luie ochtend hebben we besteed aan dobberen in het zwembad, aan een vers passion fruit sapje nippen aan de poolbar en van een heerlijke massage. Een massage van een uur. Vooraf gaf ik aan de masseuse door dat ik niet van een stevige massage houd. ‘Dat weet ik, dat zeggen jullie altijd’ zegt de stevige, donkere vrouw. Ze is een marron, afstammeling van de weg gelopen tot slaafgemaakten. Zij bedoelt met ‘jullie’ blanke mensen. De massage is heel ontspannend. Het is trouwens wel degelijk anders, een massage in Suriname. Ik moet met ontbloot bovenlijf op de massagebank gaan liggen. Zonder een verhullend handdoekje voor mijn borsten. Als mijn achterkant helemaal met olie gemasseerd is mag ik me omdraaien, wederom zonder een handdoekje ervoor. Mijn buik wordt zacht gemasseerd, dit heb ik nog nooit meegemaakt! Later hoor ik van mijn vriendin dat zelfs haar borsten gemasseerd zijn! We giechelen erom. Waar ik écht van genoot was de langdurige massage van mijn hoofdhuid. Beetje trekken aan mijn haar. Rondjes masseren. Ook ging ze mijn haar vlechten. Heerlijk. Ik herinner me een meisje, van mijn vorige keer in Suriname, vier jaar geleden. In de marrondorpjes langs de rivier, diep in de jungle, was dat meisje dat mijn lange haar fantastisch vond. Ze kon het avonden achter elkaar kammen en vlechten. Genieten! Na de massage hebben we even in de tropische zon liggen zonnebaden, maar dat was al snel te heet. Aan de poolbar bestelden we iets kouds te drinken, zittend in het zwembad. Benen bungelend in het lauwe water. Boek mee. Uitgerust. Een beetje meer de ideale versie van mezelf. Superrelaxt!

Wanneer mijn vriendin en ik een paar uur voor vertrek op het broeierige Zanderij arriveren en buiten nog even samen op een bankje plaats nemen, kijken we beiden naar de drie schattigste kindjes van Suriname en hun typisch Surinaamse oma. Grote tienerzus maakt fotootjes van het viertal. Als de gezellig dikke oma ziet dat er een plaatsje vrij is aan ons tafeltje neemt ze plaats. Ze vertelt dat ze op haar zeventiende naar Nederland kwam voor haar opleiding tot vroedvrouw. Ze was getrouwd met een Fries en heeft vijfendertig jaar lang in Nederland gewoond. Toen haar man overleed en haar twee kinderen groot genoeg waren is ze terug gekeerd naar Suriname waar ze nu veertien jaar woont. En opnieuw getrouwd is. Haar dochter woont in Almere. Ze is op de luchthaven om afscheid te nemen van haar drie kleinkinderen die voor ‘t eerst naar Nederland vliegen. Onder begeleiding van een stewardess, want oma is net geopereerd en mag niet vliegen. Hun grote tienerzus blijft in Suriname om haar school af te maken. Als we een tijdje gepraat hebben vragen de kinderen of ik ook ga vliegen. Ik zit zelfs bij ze in het vliegtuig. Voor ik het weet hoor ik oma serieus tegen ze zeggen dat ik hun nieuwe ‘tante Anja’ ben en op ze zal letten. Dat ze naar mij toe kunnen lopen als er iets aan de hand is. En voegt ook streng toe ‘dat ze lief moeten zijn hoor’. Ik lach ze allemaal geruststellend toe. Als ik in de wachtruimte loop zie ik ze al zitten met z’n drietjes op een rij, drie hummeltjes vol verwachting. Ze staan op zodra ze me zien en zwaaien uitbundig. Ik ga bij ze zitten en ze hebben honderd vragen over het vliegen en over Nederland. Ze vertellen me ook dat ze op oma’s boerderijtje woonden met twee koeien, een varken, honden en katten. Oma had me al verteld dat er dagelijks apen komen kijken bij hun huis in Para (niet ver buiten Paramaribo) en dat ze ook vaak luiaards zien. De mooi gekleurde kindjes vertellen dat ze voor het eerst naar Nederland gaan. En dat het daar héél erg koud is. Ze dragen nieuwe joggingpakjes en schoenen. Ze vragen me of de piloot ook gaat slapen wanneer zij gaan slapen. Ze mogen in het vliegtuig de deur van de WC niet op slot doen van hun oma. Ze zijn best zenuwachtig vertellen ze me met rode koontjes. Ik kan het me voorstellen. Zo jong en zonder familie naar zo’n ver land vliegen waar je moeder je dan opwacht, die je voor ‘t laatst drie maanden terug hebt gezien. Oma achterlaten en in Nederland gaan wonen. Oma moest heel erg huilen bij het afscheid. Een stewardess brengt ze naar het vliegtuig, maar eerst komt ze terug rennen om me te vertellen in welke stoelrij ze zitten. Dat hadden de kindjes haar gevraagd, ik had ze namelijk beloofd om bij ze te komen kijken. Zodra ik het vliegtuig instap springen ze enthousiast uit hun stoelen. Ik zit echter een flink stuk verderop. Na het eten ga ik bij ze kijken. Ze liggen alledrie buiten westen, helemaal tegen elkaar aan liggend. Erg schattig. De volgende ochtend loop ik weer even langs. De jongste slaapt nog, de andere twee hebben ontbeten. Ik help ze de film Lion King op te zetten. Over een uurtje landen we. Ik mag al snel het vliegtuig verlaten en heb geen bagage ingecheckt. Zij lopen met personeel van TUI mee. Ik kijk nog even bij de lopende band met koffers. Ik zie ze niet. Ik wens deze lieve kindertjes een heerlijk leven bij hun moeder in Nederland.