- Nicolas Sparks
In the middle of nowhere – onderweg naar
México, maar nog steeds in Belize – stonden we onverwachts met een platte
achterband. Een uur ervoor stapten we nog vrolijk uit de kleine Cessna waarmee
we van Ambergris naar het vasteland vlogen. Helemaal onverwachts was de lege
band eigenlijk niet. Gedurende de hele reis kregen we berichtjes op het
dashboard dat de druk in de achterband te laag was. Op zo´n moment lieten we de
band weer vol lopen met lucht en ging
het weer een tijdje goed. Maar nu had de
auto vijf dagen bij de airstrip volop
in de zon stil gestaan. Dat dát kennelijk funest was bleek na een uurtje toen
het berichtje weer verscheen en een paar minuten later de band plat was. Mark had op een verlaten
plek het thuiskomertje er onder gezet en toen reden we met die donut zo´n twintig kilometer naar het dichtst
bijzijnde stadje Orangewalk voor een bezoek aan een tire centre. We reden die afstand op het tempo van een brommertje.
Eigenlijk nog langzamer, want we werden zelfs ingehaald door een brommer met
een passagier achterop. Ik lag helemaal in een deuk. We zaten zó voor aap met
dit tempo in zo´n luxe auto op de grote
weg! Alle vijf met onze veiligheidsriem om, we hadden beter brommerhelmpjes
kunnen dragen! Ik zei nog luchtig met een ingehouden lach dat we de omgeving wel goed konden zien zo. Maar Mark kon er niet
om lachen en de meiden zaten met bedrukte gezichten met z´n drietjes op
dezelfde achterbank. (want de kapotte band lag op de achterste bank...) Dit was
geen goed moment om in lachen uit te barsten. Wat we later natuurlijk wel
uitgebreid gedaan hebben!
De allerlaatste
reisdag naar huis zat niet alles meer mee. Allereerst hadden we een uur
vertraging, omdat er een nieuwe brug gebouwd wordt vlakbij Villahermosa. Een uur reistijd verloren dus. Daarna
passeerden we onderweg een militair checkpoint, dat doen we zo vaak, maar deze
keer werden we eruit gepikt om de achterbak te openen. Ze controleerden alles
(en dat was veel!) en ook rond Mark´s stoel werd flink gezocht naar wapens en
drugs. Uiteraard vonden ze niks en mochten we weer door rijden. Als toetje
kregen we ook nog een gigantische regenbui onderweg die het bijna onmogelijk
maakte om flink door te rijden. Maar we
zijn goed thuis gekomen en we kijken terug op een onvergetelijke reis door drie
landen in Centraal Amerika. Het mooiste
moment was voor ons allevijf hetzelfde moment namelijk dat
tijdens het snorkelen een zeeschildpad ons tegemoet zwom! Sowieso is dat piepiekleine eilandje in zee vlakbij
de schildpad het gaafste verblijf tijdens de reis geweest.
Het eten was er vers en heerlijk: Carmen bakte iedere dag een taart voor ons. De
sfeer was te gek daar en het water en de onderwaterwereld prachtig. Onze cabañas
die hun terras boven zee hadden waren uniek net zoals de lichtgevende
kwalletjes elke avond. Het minst leuke aan de hele reis waren de muggen. Op de
meeste plekken waren wel muggen aanwezig met als dieptepunten ons verblijf in
de jungle bij de waterval en het schiereiland Ambergris waar we in een mooi
yoga retreat verbleven. Inden vond het de hele reis erg warm (de laatste twee
dagen was het bijna 40 graden) en Mark had daardoor moeite met slapen. Ik ben
erg dankbaar dat wij als gezin zo´n indrukwekkende reis van bijna een maand mochten maken. Blauwe
luchten, prachtige groene jungle en de indrukwekkende Maya tempels. De stilte,
de miljoenen sterren, het geluid van zee, zijn verkoelende zeebries en de
eeuwige zonneschijn...het is toch om gelukkig van te worden! Puebla, 6 augustus 2013