woensdag 7 augustus 2013

Love is like the wind

Love is like the wind, you can´t see it but you can feel it.
-  Nicolas Sparks

In the middle of nowhere – onderweg naar México, maar nog steeds in Belize – stonden we onverwachts met een platte achterband. Een uur ervoor stapten we nog vrolijk uit de kleine Cessna waarmee we van Ambergris naar het vasteland vlogen. Helemaal onverwachts was de lege band eigenlijk niet. Gedurende de hele reis kregen we berichtjes op het dashboard dat de druk in de achterband te laag was. Op zo´n moment lieten we de band weer  vol lopen met lucht en ging het weer een tijdje goed.  Maar nu had de auto vijf dagen bij de airstrip volop in de zon stil gestaan. Dat dát kennelijk funest was bleek na een uurtje toen het berichtje weer verscheen en een paar minuten later  de band plat was. Mark had op een verlaten plek het thuiskomertje er onder gezet en toen reden we met die donut  zo´n twintig kilometer naar het dichtst bijzijnde stadje Orangewalk voor een bezoek aan een tire centre. We reden die afstand op het tempo van een brommertje. Eigenlijk nog langzamer, want we werden zelfs ingehaald door een brommer met een passagier achterop. Ik lag helemaal in een deuk. We zaten zó voor aap met dit tempo in zo´n luxe  auto op de grote weg! Alle vijf met onze veiligheidsriem om, we hadden beter brommerhelmpjes kunnen dragen! Ik zei nog luchtig met een ingehouden lach dat we de omgeving  wel goed konden zien zo. Maar Mark kon er niet om lachen en de meiden zaten met bedrukte gezichten met z´n drietjes op dezelfde achterbank. (want de kapotte band lag op de achterste bank...) Dit was geen goed moment om in lachen uit te barsten. Wat we later natuurlijk wel uitgebreid gedaan hebben!
De allerlaatste reisdag naar huis zat niet alles meer mee. Allereerst hadden we een uur vertraging, omdat er een nieuwe brug gebouwd wordt vlakbij Villahermosa.  Een uur reistijd verloren dus. Daarna passeerden we onderweg een militair checkpoint, dat doen we zo vaak, maar deze keer werden we eruit gepikt om de achterbak te openen. Ze controleerden alles (en dat was veel!) en ook rond Mark´s stoel werd flink gezocht naar wapens en drugs. Uiteraard vonden ze niks en mochten we weer door rijden. Als toetje kregen we ook nog een gigantische regenbui onderweg die het bijna onmogelijk maakte om flink door te rijden.  Maar we zijn goed thuis gekomen en we kijken terug op een onvergetelijke reis door drie landen in Centraal  Amerika. Het mooiste moment was voor ons allevijf hetzelfde moment namelijk dat tijdens het snorkelen een zeeschildpad ons tegemoet zwom!  Sowieso is dat piepiekleine eilandje in zee vlakbij de schildpad het gaafste verblijf tijdens de reis geweest. Het eten was er vers en heerlijk: Carmen bakte iedere dag een taart voor ons. De sfeer was te gek daar en het water en de onderwaterwereld prachtig. Onze cabañas die hun terras boven zee hadden waren uniek net zoals de lichtgevende kwalletjes elke avond. Het minst leuke aan de hele reis waren de muggen. Op de meeste plekken waren wel muggen aanwezig met als dieptepunten ons verblijf in de jungle bij de waterval en het schiereiland Ambergris waar we in een mooi yoga retreat verbleven. Inden vond het de hele reis erg warm (de laatste twee dagen was het bijna 40 graden) en Mark had daardoor moeite met slapen. Ik ben erg dankbaar dat wij als gezin zo´n indrukwekkende reis van bijna een maand mochten maken. Blauwe luchten, prachtige groene jungle en de indrukwekkende Maya tempels. De stilte, de miljoenen sterren, het geluid van zee, zijn verkoelende zeebries en de eeuwige zonneschijn...het is toch om gelukkig van te worden!  

Puebla, 6 augustus 2013