Nature will bear the closest inspection. She invites us to lay our eye level with her smallest leaf, and take an insect view of its plain.
- Henry David Thoreau
Tijdens mijn verblijf bij mijn vriendin in Suriname deze maand had ik een vaag bultje opgelopen op mijn bovenbeen. Er zat een piepklein gaatje in dus ik wist dat ik door een insect gestoken was. Het jeukte echter niet. Er was ook niet zo’n wit plekje met gif te zien zoals bij een muggenbult, maar er breidde zich wel een grote rode vlek omheen uit. Eenmaal thuis waren alle muggenbulten verdwenen, maar dat plekje ging niet weg. Sterker nog. Het plekje ging open en er kwam steeds wondvocht uit. Een korstje groeide erop. Elke dag zag het er anders uit. Soms een zweertje. Er kwam een klein opstaand randje omheen. De korst werd groter. Ik had er zo’n vreemd gevoel bij dat ik op Google wat had zitten kijken. Daar schrok ik toch wel van. Ik las dat er vrouwelijke zandvliegjes in Suriname zijn die je kunnen steken en daarbij parasieten overbrengen… Bah! Zo’n bultje wordt een zweer. Erger nog is dat die parasieten op je organen kunnen gaan zitten… Ik maakte me heel ongerust. Er volgde een afspraak bij mijn huisarts, maar zij deelde die angst niet met mij. Zodra het plekje zou veranderen moest ik opnieuw contact opnemen. Dat deed ik al na een paar dagen toen precies zo’n identiek plekje zich openbaarde. Stuur maar een paar fotootjes zei de doktersassistente tegen me. Dat heb ik dezelfde ochtend gedaan en toen werd ik tóch de volgende dag uitgenodigd bij de huisarts. Ze wist het niet precies, maar het was wel vreemd dat er een plekje bij was gekomen en dat de eerste bult groter werd. Ze maakte er foto’s van en stuurde deze online naar de afdeling dermatologie in het ziekenhuis. Na een paar dagen zou ik een reactie van mijn huisarts horen. Zij verwachtte op z’n vroegst na het weekend. Op maandagochtend werd ik twee keer door een onbekend nummer gebeld. Het ziekenhuis belde me rechtstreeks om een afspraak te maken met hun dermatoloog. ‘Oh, wat fijn dat u belt’ reageerde ik. ‘Meestal wordt er een uitnodiging per brief verzonden. Nu heb ik ook een beetje inbreng!’ zei ik ongedwongen tegen de assistente aan de telefoon. Dat had ik verkeerd begrepen, zei ze. Ze verwachtte me meteen als eerste patiënt de volgende ochtend. Geen discussie mogelijk. Spoed. Dinsdagochtend eerst een intake bij een co-assistent. Daarna keek de dermatoloog er goed naar en besloot dat ik twee biopten moest laten nemen uit mijn bovenbeen. Weer naar een ander kamertje voor foto’s en een afname van de biopten. De verdoving werkte niet meteen waarom het nog best wel even zeer deed. Eén biopt ging naar de microbioloog. En de andere werd door de patholoog op kweek gezet. Volgende week hoor ik de uitslag van de microbioloog.… Het onderzoek van de patholoog duurt een paar weken. Mocht tóch die parasiet Leishmania overgebracht zijn dan moet ik ook nog bloedtesten laten doen, want die parasiet kan zich via mijn bloed in de lever, de milt en in mijn beenmerg gaan nestelen. In dat geval zal ik óók nog een bezoek aan de tropenarts moeten brengen… Het voordeel is dat de arts-assistent bijna alles weg gesneden heeft. Een geruststellend idee. Maar toch... fingers crossed dat het met een sisser afloopt!
Terwijl ik in de slaapkamer het dekbed op haar bed recht trek en de oplader van haar mobieltje op het hoofdkussen leg, naast de pillenstrip die ze voor het slapen gaan inneemt, ruik ik ineens een aangebrande lucht. Ik loop naar de keuken waar mijn cliënte aan tafel zit te ontbijten en peuter snel met een mes een heel klein pikzwart geblakerd broodje uit de broodrooster. Hij is zo heet dat ik hem in de gootsteen laat vallen. Ik zie dat er blauwe rook in de keuken en huiskamer ontstaat dus ik zet de balkondeur open en ook een huiskamerraam. Dan gaat het rookalarm keihard af… Mijn cliënte wilde zoals altijd een geroosterde boterham. Deze heb ik in de broodrooster gedaan. In de andere gleuf zat kennelijk nog een klein korstje van de dagen ervoor. Vergeten… Na haar tweede geroosterde broodje kwam er zwarte rook uit het apparaat. Ze heeft in haar kleine keukentje geen afzuigkap. Deze keukentjes zijn niet gemaakt om echt een maaltijd op te koken. Meer een gekookt eitje of een kopje soep opwarmen. Mijn cliënte heeft jong Alzheimer en ze woont in een appartement van een verzorgingstehuis. Als het alarm staat te gieren ga ik op haar bed staan om de rookmelder uit te zetten, maar ik krijg het niet voor elkaar. Geen knopje of draaidop. Ik kan ook geen batterijtjes eruit halen. Net als ik dat tegen haar 'schreeuw' wordt er op de voordeur geklopt en komen er twee verpleegsters binnen lopen. Eentje heeft een telefoon in haar hand. De brandweer aan de telefoon. Ik leg de situatie uit, laat het zwartgeblakerde broodje in de gootsteen zien en de verpleegster zegt door de telefoon tegen de brandweer dat de situatie onder controle is. De andere vertelt ons dat niet alleen hier in het appartement het luide rookalarm afgaat, maar door het hele gebouw! Ik stamel duizend excuses. Ik opper dat ik geprobeerd heb de melder uit te zetten. Dat blijkt centraal geregeld te zijn. Ze gaan gauw naar beneden om het alarm te resetten. Mijn cliënte en ik moeten lachen van de zenuwen. Staan nu alle bewoners op de gang? We durven niet te kijken, schamen ons dood… Na zo’n tien minuutjes is het weer stil in haar huis. En in het verzorgingstehuis. Gelukkig. We horen alleen nog het onstilbare, irritante vogelgetjilp uit haar ClockAid die als agenda en wekker dient. Deze is toevallig ook van slag! Het ding staat op de eettafel en haar zussen beheren op afstand haar ClockAid. Er gaat een geluidje af als de hulp in de ochtend komt om te helpen opstarten. Of als ze naar beneden moet omdat de deeltaxi klaar staat om naar dagbesteding, yogales of een wandelgroep te gaan. Het vogelgeluid laat haar ook herinneren dat ze naar beneden moet om te lunchen of avond te eten. Zo kan ze nog lekker zelfstandig leven. De Alzheimer is op haar vijftigste gediagnosticeerd en heel langzaam gaat ze achteruit. Ze heeft geen kinderen en haar echtgenoot is al jong overleden. Met de hulp van mij en mijn collega’s kan ze nog prima van haar bijna zelfstandige leven genieten. Dan moet er alleen niet onverhoeds een rookalarm afgaan of storing in de ClockAid zitten!