donderdag 31 oktober 2019

Paramaribo

Ik heb een tuintje in mijn hart
Alleen voor jou

- Damaru

Nog op de valreep voor mijn reis naar Paramaribo werd er bij ons thuis Halloween gevierd. Allereerst was er in ons straatje een onschuldig feestje georganiseerd. De dag erna kwam mijn zus met haar gezin om een Terrornight in Brabant te beleven. Om in de stemming te komen hadden jongste dochter en ik vooraf een fietskrat vol oranje pompoenen opgehaald bij een boer. Op een middag heeft ze twee grote pompoenen leuk uitgesneden tot typisch Halloween pumpkins. Het pompoenvlees en de zaadjes hadden we opgevangen in schalen. De zaden hadden we in de oven geroosterd. Van de blokjes pompoen heb ik een romige, kruidige pompoensoep gemaakt. De uitgesneden pompoenen hadden we op de avond van Trick or Treat met een brandend kaarsje op de pilaren bij onze oprit gezet. Onze auto’s aan de overkant geparkeerd en drie vuurkorven voor de deur aangestoken. Natuurlijk een bak met snoep bij de voordeur. Jongste dochter was gevraagd om heel spannend als spook-figurant door de donkere straat te dwalen. Daar had ze natuurlijk wat vriendinnen bij uitgenodigd. Eerst langs de thrift-store voor wat lakens, gaten er in geknipt en daar gingen ze met een lantaarn en een zak snoep de straat op. Oehoe! riepen ze tegen alle verkleedde kindjes en hun (ook verkleedde) ouders uit de buurt. De buren hadden allemaal flink uitgepakt met knipperende lichten in huis, bloedstollende muziek, een rookmachine, spinnenwebben, graftombes en verkleedde mensen bij de voordeur. Zoals met al onze buurtfeestjes eindigden alle buren gezellig met een drankje in de hand bij de bonfire op straat. Een groot succes en iedereen was geïnspireerd om volgend jaar weer mee te doen. De dag erna had ik de grote eettafel sfeervol gedekt met dezelfde uitgesneden pompoenen, en brandende kaarsen. Met elf man aten we mijn zelfgemaakte pompoensoep en belegde broodjes. Daarna met twee auto’s naar een Brabants dorp waar een heel groot feest gevierd werd. De huizen hadden nóg meer uitgepakt dan in ons straatje. Overal snoep en veel opgewonden groepjes mensen op straat. Er waren vierduizend kaartjes verkocht! Ze hadden drie gebouwen professioneel omgetoverd tot drie spookhuizen. Er was een doodenge rechter waar je op het beklaagdenbankje terecht kwam met levensgrote bodybuilders die je op stonden te wachten. Ons jongste telgje werd in haar eentje weg geleid met de doodstraf. Oudste kind werd over de schouder van de bodybuilder geworpen en afgevoerd. Vervolgens vonden we de jongste na een loopje door het pikkedonker terug, liggend op een bloederige snijtafel met kettingen om haar lijf. Mijn zus werd er al gillend ook op geworpen. Ook kwamen we in een verlaten gekkenhuis terecht (zo uit een slechte horrorfilm overgenomen) waar mensen lichaamsdelen uit containers aten. Heel bloederig. Onze oudste én jongste dochter werden op een elektrische stoel geëlektrocuteerd. Het gordijn werd voor ons gesloten om ze vervolgens later terug te vinden in een ruimte waar ze, werkelijk waar!, opgebaard lagen. Ieder in een doodskist met een bosje bloemen in hun gevouwen handen. Inclusief een condoleanceregister. Heel griezelig. Ook een spookhuis met It! clowns natuurlijk. De Tunnel of Terror was de crème de la crème. Het spookhuis was pikkedonker ingericht. Het was net een doolhof in het duister met verstopte acteurs die je bang maakten. Al meerdere jaren achterheen vierden we dit feest in een eng modderig bos in Friesland. Dit was een leuke afwisseling. Kids mogen nu besluiten wat het volgend jaar gaat worden. Ik laat me er wel weer mee naar toe slepen...

Ik geniet volop. Overal om mij heen klimmen, springen en spelen kleine aapjes. Kapucijnapen. Met hun gele koppies en borst en hun verder bruine vachtjes. Aan beider zijden van dit zandpad groeien enorme bossen bamboestengels als een boog over het pad. En tientallen aapjes spelen erin. Ze hangen parmantig met hun lange armen aan de takken. Ze breken takken met hun sterke handen af en soms wippen ze speels op en neer op een wat langere afgebroken bamboestengel. Hun lange staart stevig om een tak gevouwen. Zo kwajongensachtig en uitdagend! Ze kijken me verleidelijk in mijn ogen aan. Mijn vriendin en ik staan op een verwilderde plantage vol cacoa- en koffiebomen. Niet ver buiten Paramaribo. Plantage Peperpot bestaat grotendeels uit het WNF natuurpark. Dit bos is een corridor naar het achterliggende regenwoud. Het is ooit ontstaan nadat de plantageactiviteiten zijn gestopt. Het bos ontwikkelt zich snel en heeft een grote diversiteit aan planten en dieren die je eigenlijk alleen in het binnenland van Suriname ziet. We nemen de tijd om van het schouwspel te genieten. Ik heb pas de avond ervoor mijn voeten op het Latijns-Amerikaans continent gezet en ik voelde me hier meteen thuis. De warmte, de tropische vogelgeluiden, de hartelijkheid van de mensen, de heerlijke tropische vruchten, het warme licht, maar ook de troep rondom de rommelige huizen, de chaos op straat en al het eten dat langs de weg verkocht wordt. Het voelt als thuis komen. Ik hou ervan. Wanneer we al een tijdje in de jungle staan te genieten komt er een luid aftands brommertje aanrijden. De boswachter. Althans zo noem ik de parkopziener als we een tijdje staan te praten. We worden gevraagd toegangskaarten te kopen. We kijken nog een tijdje uit naar een luiaard en dan gaan we naar het koloniale huis van de koffieplantage. Tegenwoordig een prachtig gerenoveerd boutique hotel vol historie. Maar ook met een zwembad erbij. Hier genieten we de rest van de dag van de zon, tropische sapjes en van elkaars gezelschap.

Paramaribo - 30 oktober 2019