vrijdag 11 december 2015

Juwelen en vertrouwen

De gedachte aan de vergankelijkheid van al het aardse is een bron van oneindige troost.
- Marie von Elmer-Eschenback

“Ooit...”, roep ik al mijn hele leven. “Ooit…, ga ik in een bloemenwinkeltje werken!”. Dit is een mantra die ik al decennia lang herhaal. Als troost. Mijn omgeving kan het wel dromen. Ooit ontsproten in een periode toen ik overspannen geraakt was in een (te) zware commerciële baan. Laatst was ik in zo’n leuk bloemenwinkeltje uit mijn dromen en keek eens goed om me heen. De sfeer is er geweldig. Klanten nemen de tijd om een mooie bos uit te kiezen en helemaal als ze er één laten samenstellen. Het wordt bijna altijd mooi ingepakt in papier of folie en versierd met prachtige linten. Een kaartje erbij. Allemaal dingetjes waar ik blij van word. Ik zag echter ook dat je je handen steeds in een emmer koud water moet steken om een bos bloemen te pakken. Dat je met een scherp mes de harde stelen moet afsnijden. Sterke, koude handen zag ik. Fleecetruien onder het schort en koude neuzen zag ik ook. Ik heb een hekel aan koude handen en voeten. Mijn droom brak in duizend stukjes. Een nieuwe droom ontstond. Onlangs stond ik namelijk in een juwelierszaakje in de binnenstad en daar was het best druk vlak voor Pakjesavond. Geen van de klanten had echter haast. Juwelen en sieraden kopen is een feestje, daar neem je de tijd voor. Een kettinkje voor je geliefde, oorbelletjes voor je dochter of een prachtig horloge voor je echtgenoot. Liefdespaartjes die samen trouwringen komen uitzoeken. De ontspannen sfeer raakte me. Mijn familie koopt al heel mijn leven lang sieraden bij deze juwelier. Mijn oma. Mijn moeder. Elke mijlpaal werd gevierd met een gouden armband, ketting of ringetje. Onze trouwringen hebben wij in de Kalverstraat gekocht. Oók bij dezelfde juwelier. Mijn zus zei meteen door de telefoon “Ik moet zo aan mama denken…”. De plek van deze juwelierswinkel, midden in de binnenstad van Breda, is geweldig. Ook dat vind ik belangrijk. Voor de AMRO bank werkte ik als vakantiekracht een hele zomer op de Roode Steen, het markantste plein in Hoorn. In mijn studententijd werkte ik een zomer op het oergezellige Rembrandtplein en op de Overtoom voor de AMRO bank. In de pauze even gezellig naar buiten. De stadse sfeer. Markt. Zo ver mogelijk weg van een industrieterrein! Een dag na mijn bezoekje aan de juwelier maakte ik mijn curriculum vitae up-to-date en schreef ik een open sollicitatie. Het antwoord was een stomme, afstandelijke standaard e-mail. Wat een ontgoocheling. Na een kleine week pakte ik de telefoon en belde naar het hoofdkantoor in onze hoofdstad. De personeelsmanager werd blij van mijn persoonlijke verhaal en nog een paar dagen later zat ik op gesprek in de winkel. Er was geen vacature. Wel in een andere stad in Brabant. Ik maakte snel duidelijk dat ik alleen lekker op mijn fietsje naar mijn werk wil. Absoluut niet in de auto. Deze mevrouw verraste me daarop enorm met een aanbod voor een parttime baan in de Bredase winkel. Met wat geschuif van personeel zou er een opening voor mij mogelijk zijn. Na kort beraad zou ik telefonisch horen of ik een dienstverband zou krijgen aangeboden. Ik fietste dolblij naar huis. Thuis in de spiegel zag ik lijntjes, oneffenheden, grijze haren. Maar ook stralende ogen. En eigenlijk ook gepaste trots. Dat ik in de herfst van mijn leven, als herintredende moeder, één open sollicitatiebrief schrijf en dat dát zo’n leuk resultaat oplevert. In México vertelde ik vlak voor mijn vertrek mijn omgeving steeds dat als je open staat voor nieuwe dingen dat er dan vanzelf iets op je pad komt. Ik geloofde er in. Het zou weer goed komen met mij terug in Nederland. Ik zou op mijn pootjes terecht komen. Niet in een bloemenwinkeltje weliswaar maar in een knusse juwelier. Met verzorgde, schone én warme handen.