On earth there is no heaven, but there are pieces of it.
- Jules Renard
Op een eenvoudig terras van onze houten cabaña in dorpje Lobi Lafu kijk ik uit op de Suriname rivier. Veel vogels en vlinders. Achter het houten toilethokje zit een gekleurde papagaai en een best grote groen-gele hagedis. We zitten in het tropisch regenwoud van Boven-Suriname. Gisteravond zijn we op de lange, smalle boot gestapt nadat de kapitein geld geleend had om een jerrycan benzine te kopen. De zon ging al onder in het bedrijvige Atjonie. Het water werd steeds zwarter. Kort voor ons vertrek begon het te regenen. Onze backpack´s in de regenhoezen op de boot. Wij in de regen. De korjaal gleed razendsnel en behendig door het water. Langs de groene oevers en langs de rivierversnellingen. Ik vond het doodeng. Die rivierversnelingen. De rest van ons gezin genoot. Net een ritje in de achtbaan. De volgende dag voeren we naar een Robinson Crusoë achtig eilandje waar we zwommen en picknickten. De plek was heel bijzonder omdat overal kale boomstammen uit het water van stuwmeer Blommestein staken. Dode bomen. Het kleurcontrast was spannend. Rood zand, groene jungle en blauw water met vaak zwartgekleurde rechtopstaande boomstammen. Nóg mystieker werd het toen de lucht zich vulde met mist waar later een regenbui uit ontstond. De kapitein en gids Ahmed bleven ondanks de regen onverstoord doorgaan met vissen. Op Surinaamse piranha´s. Kok Ricas zou er die avond soep van koken. Voor ons. Door de mist en regen, de vreemde verlaten omgeving, de ritselende geluiden uit het groen achter ons en het zicht op ons lege bootje wekte een Robinson Crusoë gevoel op. De versgevangen vis droeg daar ook aan bij. Ontdekkingsreizigers. Bijna alleen op de wereld. Avontuur.
Lobi Lafu – 24 juli 2015