zondag 17 augustus 2014

Cayo Justías, Cayo Levisa en andere witte stranden

Blaas je adem in mijn longen. Stroom mijn ziel weer vol.
-Huub Oosterhuis

Een uurtje rijden door de Cubaanse Viñales vallei met de zo typische mogotes: steile kale, kliffen van kalksteen die achter bleven toen de aardkorst hier miljoenen jaren geleden vele meters naar beneden zakte. Het gebied is heel groen met veel bananen- en tabaksplantages, rijstvelden en bloeiende velden met zoete aardappelen. De meeste families rijden op paard-en-wagen, een enkele in een oude Lada en veel mensen lopen langs de weg (met paraplu tegen de felle zon), ze liften of wachten op de bus. Na een uurtje rijden bereiken we Cayo Justías. Een bijna verlaten spierwit strand, mangrove bomen, één restaurant en een lichtblauwe zee. De Golf van México. Hier hebben we een heerlijke dag doorgebracht totdat de lucht plots donker werd, flitsen verschenen en iedereen snel zijn spulletjes bij elkaar zocht en verdween. De volgende dag gingen we naar het allermooiste strand van deze provincie, namelijk het eiland Cayo Levisa. Er zou één boot om tien uur vertrekken. En prompt die ochtend bij het benzine tanken wordt ons verteld dat we een lekke band hebben. ‘Toevallig’ zit er naast het pompstationnetje een pochera waar ze banden kunnen plakken. We willen de boot naar de cayo graag halen dus we zetten er een beetje vaart achter. Hup, het wiel eronder uit en reservewiel eronder. Met de boodschap “We komen het wiel morgen weer ophalen!” vertrekken we. En zo halen we de krakkemikkige boot die met zo’n vijftig á zestig passagiers naar het eiland vertrekt. Na drie kwartier varen worden we op de houten steiger opgewacht door heel veel krabbetjes, live Cubaanse muziek en een glas verse ananassap. Wat een caribisch sfeertje! Als we het eilandje lopend doorsteken kijken we plots naar een spierwit poederstrand met een aguagroene zee met hier en daar wat zonnebedjes onder de palmbomen weg gezet. (zie ons fotoalbum) De temperatuur van het water is minstens zo warm als badwater!

Op onze reisdag op weg naar stad Matanzas waar we een nacht zullen doorbrengen halen we eerst de geplakte reserveband op bij de pochera en rijden daarna via La Habana naar Matanzas. Althans, dat was het reisplan…. Opgelucht dat we de rondwegen rond de hoofdstad zonder verdwalen overleefd hadden reden we blijmoedig op een nagenoeg lege snelweg. Een passerende auto wees ons op een lekke band. Shit. Lekke band. Auto aan de kant, ons zojuist geplakte reservewiel onder de auto plaatsen en gauw verder rijden was het idee. Een behulpzame Cubaan met een ouderwets potje op zijn hoofd stapte van zijn oude motor om ons te helpen. Toen we allemaal weer ingestapt waren startte de auto niet meer! Dat was de dag ervoor ook al gebeurd op een parkeerplaats, maar na tien minuten startte de motor toch weer. Deze keer langs de verlaten snelweg waren we niet blij. Gelukkig stopte een roodgekleurde, antieke tractor naast ons en de man en vrouw bovenop de trekker vroegen heel aardig of ze ons konden helpen. We gaven het nummer van het autoverhuurbedrijf aan ze door. Zij zouden verderop voor ons bellen. Maar na een kwartiertje zweten naast de auto (38° C!) startte de motor ineens weer. In één keer zijn we doorgereden naar Armando waar we die nacht zouden blijven logeren. Armando, die enorm dienstverlenend is ingesteld, hielp ons direct na aankomst met de band te laten plakken en heeft het autoverhuurbedrijf voor ons gebeld. Zij kwamen uit de immens populaire badplaats Varadero naar de auto kijken en het bleek een simpel los contactje. Nu badplaats Varadero kennelijk zo dichtbij bleek te zijn hebben we ons reisplan ietsje aangepast. We blijven een nacht langer bij Armando logeren en gaan een dagje naar het toeristische strand van schiereiland Varadero.(waar we eind van de dag onze derde lekke band hadden!) Reizen blijft spannend en onvoorspelbaar, maar is een oh zo’n leuk avontuur!

Matanzas, 31 juli 2014