Hoe meer je eenvoud waardeert, hoe diepzinniger je begrip wordt.
- Chögya Trungpa
Op een massagetafel met een heerlijk zacht matras met daar overheen een paarse badstoffen hoes lig ik met mijn kleding aan op mijn buik. Ik heb net een kort gesprekje vooraf gehad met een Belgische meneer die net iets ouder is dan ik. Een alleraardigst Belgisch accent. Hij gaat mij een integratieve massage geven. Ons lijf bestaat voor meer dan zeventig procent uit water. Door mijn lichaam te wiegen gaan de moleculen weer op hun plek bewegen en raakt alles in balans en harmonie. Ik ben bij de Open House van mijn yogaschool waar ook veel bijzondere therapeuten gehuisvest zijn. Zo helpt de acupuncturiste aldaar mij al jaren. Tijdens de yogalessen gebeuren er vaak bijzonder dingen. De Antwerpse masseur wrijft over mijn kleding. Hij wiegt mijn armen. Hij wiegt mijn voeten en benen. Het voelt zo heerlijk zacht en ontspannend. Zijn massage zorgt voor diepe rust en lost fysieke blokkades op. Het voelt teder en werkt helend. Hij combineert het ook met reiki. Een bijzondere man. Ik stel me voor dat zijn massages ook veel kunnen betekenen voor ouderen die vaak behoefte aan aanraking hebben. Helaas komt het te vaak voor dat niemand ze meer zacht aanraakt… Aanraking geeft een gevoel van welbehagen en zorgt voor hernieuwde vitaliteit. Ik beloof hem dat ik zijn brochure en visitekaartje volgende week mee neem naar kantoor om mijn collega’s te informeren over deze vorm van massage. Niet veel later zit ik in een vrij donkere ruimte in een kring met zo’n acht andere mannen en vrouwen. In het midden een talking pyramid en daar omheen een cirkel van tarotkaarten, op z’n kop uitgespreid. Ik zit bij een sessie over self-healing. Ik voel me een vreemde eend in de bijt. De leidster ken ik omdat ik een paar therapeutische sessies bij haar gehad heb. Een heel sprankelende, frisse jonge vrouw die heel gevoelig is en daar haar kracht van heeft gemaakt. Ik voel me niet op mijn plek tussen al die mensen die al veel weten van self-healing. De leidster voelt dat er iets in de groep niet klopt. Ze sluit haar ogen en geeft aan dat we allemaal moeten verschuiven in de kring. Ze had een tekst voorbereid om over te dragen aan ons maar ze voelt dat ze het niet zo moet doen vanmiddag. Ze wil óns laten praten. We zitten met gesloten ogen en moeten voelen. Voelen we de persoon die naast ons zit? En aan de andere kant? Ik voel het niet. Er komt een gesprek op gang over een spirituele reis en creatie. Over in de emotie gaan die onder de pijn zit. Over angsten die je kunt ontvangen van wel zeven generaties vóór jou. Over afscheid nemen van je pijn en daarom van bepaalde mensen om je heen. Ons bestaan is een wonder, een experiment van creatie en wij hebben het recht dat mysterie te onderzoeken. In deze cirkel voel ik me klein en onhandig. Soms begrijp ik de dingen die ze zegt. Soms helemaal niet. Wat ik wel begrijp is dat je het best langzaam kunt leven. Pas als je rust in jezelf hebt gevonden kun je je lijden verlichten en niet alleen jezelf, maar ook de kring om je heen bevrijden. Op het eind van de sessie mag iedereen nog wat zeggen. De mensen om me heen zeggen mooie woorden. De leidster zegt dat ze vanaf het begin een zwaar gevoel heeft gevoeld in deze groep. Een ieder van ons mag ook een tarot kaart pakken. Ik ben hier helemaal niet bekend mee. In tegenstelling tot de anderen die allemaal kreten van herkenning roepen als er door iemand een kaart getrokken wordt. De leidster trekt de kaart ‘sorrow’. Ik hoor geluiden van herkenning. ‘Check’ zegt de leidster. Het kwartje valt kennelijk voor haar. Ze begrijpt nu waar het zware gevoel vandaan kwam. Ik sla de talking pyramid maar over en ook het trekken van een tarot kaartje. Als ik opgelucht dat het voorbij is naar buiten loop, loop ik recht in de armen van Wendy van de organisatie. Ze wil weten wat ik ervan heb gevonden. Ik hakkel wat en weet eerlijk gezegd niet wat ik moet antwoorden. ‘Ik ga naar huis om dit rustig even te laten bezinken.’ zeg ik maar. Ik ben nog niet in één klap verlicht, weet ik.
De laatste tijd ren ik drie keer in de week hard omdat ik train voor de Bredase Singelloop aankomend weekend. Ik had voor mezelf bedacht heel rustig een wedstrijdje van vijf kilometer te lopen. Totdat ik niet te lang geleden een berichtje kreeg van mijn werk dat ik ingeschreven was voor tien kilometer met de 'bedrijvenloop'! Vorig jaar was ik beter getraind en toen liep ik tien kilometer, maar dit jaar… Ik loop nu dus twee keer per week in de avond (en een keer in het weekend) om er toch nog iets van te maken. Hardlopen in het donker. En toen zag ik die enorme volle maan! Afgelopen week stonden de zon en maan dus weer op één lijn en doordat de maan dan het zonlicht geheel weerkaatst zien wij vanaf de aarde een grote, ronde verlichte bal, oftewel, volle maan! De maan staat direct in verbinding met water. Zij zorgt voor de getijden op zee (eb en vloed) maar ook voor het water in ons lichaam - wat immers voor minstens zeventig procent hieruit bestaat. Rond volle maan voelen veel mensen zich emotioneler. Je kunt je rond deze periode onrustiger voelen, lichter slapen, meer dromen en mogelijk wat lichter geraakt zijn. Ik had heel erg last van die onrust. Mijn hart ging ‘zonder reden’ tekeer toen ik in bed lag! Doordat je in deze periode gevoeliger bent is het een mooi moment om het licht naar binnen te laten schijnen doormiddel van meditatie. Mijn yogajuf had deze week de les helemaal in het teken staan van de volle maan. Meditatie en veel inspirerende teksten over transformatie. Wat is nog onzichtbaar voor de buitenwereld, maar in het verborgene zeker in beweging? Wat in jou is aan het ontwaken? Het was een heel bijzondere yogales en oh, wat houd ik daar zo van!
zondag 30 september 2018
zondag 23 september 2018
Doodsangst
An animal's eyes have the power to speak a great language.
- Martin Buber
Oh help, hier zijn we heel lang geleden zélf geweest! Ik sla mijn handen voor mijn mond. Mijn hart maakt een sprongetje. Ik zet het reisprogramma op televisie snel on hold en pak gauw ons reisalbum erbij. Het is zondagavond en er is een nieuw seizoen van ‘3 op reis’ op televisie. Manlief en ik kijken samen. Dat is op zich al een heel bijzondere gelegenheid. Dat doen we niet zo vaak meer. Samen voor de buis. Chris Zegers reist door Botswana. Hij gaat met zijn camerateam low-budget met tentjes en een 4WD door het Afrikaanse land reizen. Met name een bezoek aan het Okavanga Delta Reserve. Het Moremi National Park en Makgadikgadi Pan staan op hun lijstje. Precies de twee gebieden waar wij ook met een gehuurde Defender en twee tenten op het dak doorheen gereisd hebben. Mijn inziens hebben wij het zelfs nóg iets spannender gemaakt door drie kleine kinderen mee te nemen op reis. De jongste pas een kleutertje van vier jaar! Ik heb het over onze vijf weken lange rondreis dat zich negen jaar geleden afspeelde. Deze reis hebben wij oneindig veel spannende momenten beleefd maar twee momenten springen er uit. Door de beelden van Chris stonden deze ineens weer helder op mijn netvlies. Chris kwam een olifant tegen die uit de struiken het zandpad op sjokte. Chris ging daarom helemaal uit z’n dak van enthousiasme. In Moremi hebben wij ook een ontmoeting met een olifant van heel dichtbij gehad. Een papa-olifant die niet zo blij was dat wij vanuit de veilige Defender naar zijn kroost zaten te kijken. De enorm grote en boze olifant kwam rechtsreeks op onze auto afstampen waarbij hij met z’n grote oren flapperde en met z’n slurf een hoop kabaal maakte. Onze middelste dochter zat huilend diep gehurkt achter haar vader’s stoel te huilen van angst (terwijl ze vergeten was haar opname te stoppen). Mijn lief was zo verstandig de motor te starten, want ook wij hebben wel eens beelden gezien van een olifant die een auto omkiepert. De enige die koelbloedig haar raampje open hield en foto’s blééf maken was onze oudste. De enige echte onverschrokken avonturier onder ons! Het andere spannende moment was ook in Moremi. We verloren de band van onze Defender in een vrij diepe rivier waar we doorheen gecrosst waren. Eigenlijk precies zoals we Chris zagen doen in Moremi. Alleen zag hij z’n band niet achter zich in het water liggen terwijl hij op de velg verder reed… Voordat we overstaken door het water had ik zelfs nog een klein houten bordje gezien dat we moesten oppassen voor krokodillen… Gelukkig waren we niet alleen. We hadden Zuid-Afrikaners ontmoet die ons wilden helpen het wiel te verwisselen. Een prachtige giraffe kwam in het zachte namiddaglicht nieuwsgierig kijken wat we allemaal aan het doen waren. Iedereen was natuurlijk uit de auto gestapt. Bij zonsondergang hebben we in konvooi door het park gecrosst om nét voor sluitingstijd Moremi te verlaten. Dat was meteen het moment dat we de meeste nijlpaarden, olifanten, giraffen, buffels en vele soorten herten gezien hebben.
Begin deze maand hebben stropers in Botswana een groep van bijna negentig olifanten gedood. Hoe verschrikkelijk! De dieren werden daarna beroofd van hun slagtanden. Op de nieuwssite kijk ik naar een filmpje dat van bovenaf opgenomen is met een drone. Tranen lopen over mijn wangen. Ik zie allemaal grote en kleine olifantenlichamen liggen op de zanderige grond. Plasjes bloed erom heen. “Ik ben geschokt, ik val echt om van verbazing”, zegt dokter Mike van stichting Elephants Without Borders. Hij zag vanuit de lucht wat zich beneden hem had afgespeeld. “De omvang van deze slachting is groter dan ik tot nu toe heb meegemaakt in Afrika.” De laatste tien jaar is een derde van het aantal olifanten in Afrika vermoord. Niet in Botswana, omdat de dieren daar uitzonderlijk goed beschermd werden door gewapende militairen. Kort nadat de nieuwe president aan de macht kwam, maakte de regering bekend de forse militaire beveiliging in de natuurreservaten te verminderen. Niet lang daarna kwamen de berichten van de lokale bevolking dat stropers steeds vaker toesloegen in de buurt van het Okavango Delta reservaat. Tijdens een controlevlucht ontdekte Mike de tientallen dode en gestroopte olifanten… Er leven nu nog zo’n 130.000 olifanten in het land. “Maar de stropers weten ze te vinden. We hebben de grootste olifantenpopulatie ter wereld en het land staat open voor stropers. We moeten iets doen om te voorkomen dat we slachtingen van deze omvang vaker gaan zien. De president moet snel iets doen.”, zegt Mike. Ikzelf ben bang voor het moment dat er nog zo’n groot aantal dode dieren gevonden zullen worden... Alleen maar omdat er een markt is voor ivoor. Ivoor als luxe product en omdat men in Azië gelooft dat ivoor beschermt tegen ziekten. De moord op zulke mooie, lieve en superintelligente dieren… Er zijn geen andere landdieren die vier meter hoog kunnen worden dan olifanten. Lieve olifantjes, een inspiratiebron voor films als Jungle Book of Dumbo. Afgrijselijk wat er nu gebeurt in Botswana…
- Martin Buber
Oh help, hier zijn we heel lang geleden zélf geweest! Ik sla mijn handen voor mijn mond. Mijn hart maakt een sprongetje. Ik zet het reisprogramma op televisie snel on hold en pak gauw ons reisalbum erbij. Het is zondagavond en er is een nieuw seizoen van ‘3 op reis’ op televisie. Manlief en ik kijken samen. Dat is op zich al een heel bijzondere gelegenheid. Dat doen we niet zo vaak meer. Samen voor de buis. Chris Zegers reist door Botswana. Hij gaat met zijn camerateam low-budget met tentjes en een 4WD door het Afrikaanse land reizen. Met name een bezoek aan het Okavanga Delta Reserve. Het Moremi National Park en Makgadikgadi Pan staan op hun lijstje. Precies de twee gebieden waar wij ook met een gehuurde Defender en twee tenten op het dak doorheen gereisd hebben. Mijn inziens hebben wij het zelfs nóg iets spannender gemaakt door drie kleine kinderen mee te nemen op reis. De jongste pas een kleutertje van vier jaar! Ik heb het over onze vijf weken lange rondreis dat zich negen jaar geleden afspeelde. Deze reis hebben wij oneindig veel spannende momenten beleefd maar twee momenten springen er uit. Door de beelden van Chris stonden deze ineens weer helder op mijn netvlies. Chris kwam een olifant tegen die uit de struiken het zandpad op sjokte. Chris ging daarom helemaal uit z’n dak van enthousiasme. In Moremi hebben wij ook een ontmoeting met een olifant van heel dichtbij gehad. Een papa-olifant die niet zo blij was dat wij vanuit de veilige Defender naar zijn kroost zaten te kijken. De enorm grote en boze olifant kwam rechtsreeks op onze auto afstampen waarbij hij met z’n grote oren flapperde en met z’n slurf een hoop kabaal maakte. Onze middelste dochter zat huilend diep gehurkt achter haar vader’s stoel te huilen van angst (terwijl ze vergeten was haar opname te stoppen). Mijn lief was zo verstandig de motor te starten, want ook wij hebben wel eens beelden gezien van een olifant die een auto omkiepert. De enige die koelbloedig haar raampje open hield en foto’s blééf maken was onze oudste. De enige echte onverschrokken avonturier onder ons! Het andere spannende moment was ook in Moremi. We verloren de band van onze Defender in een vrij diepe rivier waar we doorheen gecrosst waren. Eigenlijk precies zoals we Chris zagen doen in Moremi. Alleen zag hij z’n band niet achter zich in het water liggen terwijl hij op de velg verder reed… Voordat we overstaken door het water had ik zelfs nog een klein houten bordje gezien dat we moesten oppassen voor krokodillen… Gelukkig waren we niet alleen. We hadden Zuid-Afrikaners ontmoet die ons wilden helpen het wiel te verwisselen. Een prachtige giraffe kwam in het zachte namiddaglicht nieuwsgierig kijken wat we allemaal aan het doen waren. Iedereen was natuurlijk uit de auto gestapt. Bij zonsondergang hebben we in konvooi door het park gecrosst om nét voor sluitingstijd Moremi te verlaten. Dat was meteen het moment dat we de meeste nijlpaarden, olifanten, giraffen, buffels en vele soorten herten gezien hebben.
Begin deze maand hebben stropers in Botswana een groep van bijna negentig olifanten gedood. Hoe verschrikkelijk! De dieren werden daarna beroofd van hun slagtanden. Op de nieuwssite kijk ik naar een filmpje dat van bovenaf opgenomen is met een drone. Tranen lopen over mijn wangen. Ik zie allemaal grote en kleine olifantenlichamen liggen op de zanderige grond. Plasjes bloed erom heen. “Ik ben geschokt, ik val echt om van verbazing”, zegt dokter Mike van stichting Elephants Without Borders. Hij zag vanuit de lucht wat zich beneden hem had afgespeeld. “De omvang van deze slachting is groter dan ik tot nu toe heb meegemaakt in Afrika.” De laatste tien jaar is een derde van het aantal olifanten in Afrika vermoord. Niet in Botswana, omdat de dieren daar uitzonderlijk goed beschermd werden door gewapende militairen. Kort nadat de nieuwe president aan de macht kwam, maakte de regering bekend de forse militaire beveiliging in de natuurreservaten te verminderen. Niet lang daarna kwamen de berichten van de lokale bevolking dat stropers steeds vaker toesloegen in de buurt van het Okavango Delta reservaat. Tijdens een controlevlucht ontdekte Mike de tientallen dode en gestroopte olifanten… Er leven nu nog zo’n 130.000 olifanten in het land. “Maar de stropers weten ze te vinden. We hebben de grootste olifantenpopulatie ter wereld en het land staat open voor stropers. We moeten iets doen om te voorkomen dat we slachtingen van deze omvang vaker gaan zien. De president moet snel iets doen.”, zegt Mike. Ikzelf ben bang voor het moment dat er nog zo’n groot aantal dode dieren gevonden zullen worden... Alleen maar omdat er een markt is voor ivoor. Ivoor als luxe product en omdat men in Azië gelooft dat ivoor beschermt tegen ziekten. De moord op zulke mooie, lieve en superintelligente dieren… Er zijn geen andere landdieren die vier meter hoog kunnen worden dan olifanten. Lieve olifantjes, een inspiratiebron voor films als Jungle Book of Dumbo. Afgrijselijk wat er nu gebeurt in Botswana…
zondag 16 september 2018
Samen uit
Surprise is the greatest gift which life can grant us.
- Boris Pasternak
Klaarblijkelijk is iemand verrassen een probaat middel tegen depressieve gevoelens. En zo komt het dat ik met een bejaarde dame naast me door Breda rijd op weg naar het theater. Haar bijna gepensioneerde dochter heeft twee bioscoopkaartjes uitgeprint voor ons. We gaan deze vrijdagmiddag met z’n tweetjes naar de nieuwe film over Maria Callas. Voor de bijzondere gelegenheid heeft mijn cliënte een armband en een ring om gedaan. Ik zie het meteen en complimenteer haar. ‘Vandaag hoef je niet werken, Anja. We gaan samen naar de bioscoop. Als vriendinnen.’ zegt ze tegen me. Vertederend. Met werken bedoelt ze samen boodschappen doen, haar wekelijks naar de kapper rijden of reparaties in huis begeleiden zoals een douchestoeltje of rookmelders laten plaatsen. Ik zet haar af bij de voordeur van de cinema en parkeer mijn auto in de ondergrondse garage. We zijn op tijd en de dame bij de toegang naar de zaal adviseert ons wat te drinken mee te nemen. Er is geen pauze tijdens de twee uur durende documentaire. Mijn cliënte bestelt een sinas aan de bar en als het flesje voor haar neus staat vraagt ze of er prik in zit. Dan wil ze toch graag wat anders, want van prik moet ze boeren. Ik moet heimelijk lachen om haar openhartigheid. Ze krijgt een flesje sinaasappelsap. Ik neem in de gauwigheid nog twee koekjes voor ons mee. Wanneer we de zaal inlopen zie ik allemaal grijze hoofden. Vast het gevolg van een doordeweekse matinee voorstelling… We gaan helemaal achterin zitten. Ik heb een zakje met chocolaatjes voor ons mee, maar door de stilte in de zaal durf ik het zakje niet te openen. Tijdens de film knikkebol ik af en toe en schiet ik wakker als Maria Callas uithaalt bij een stukje opera. Maria is een echte grand dame, een heel knappe vrouw met veel charisma en een gevoelige ziel. Ze had in de jaren vijftig en zestig de wereld aan haar voeten. Nu is haar wereldroem nauwelijks meer voor te stellen. Ikzelf kende bijvoorbeeld alleen haar naam als operazangeres. Vele kennen haar juist van haar turbulente leven waar de kranten destijds bol van hebben gestaan. Haar scheiding van haar veel oudere eerste man werd breed uitgemeten in de pers. Evenals haar verhouding met de steenrijke Griekse scheepsmagnaat Onassis. Hij liet haar vervolgens in de steek voor Jackie Kennedy. Haar stemproblemen leidden op het toppunt van haar roem tot veelvuldige afzeggingen en lange periodes van stilte. Ook die afzeggingen zorgden weer voor reuring. Dat weer bijdroeg aan de mythe rondom de grootste dramatische zangeres van de vorige eeuw. Ze overleed heel jong zonder moeder te worden wat eigenlijk haar allergrootste wens was. Mijn cliënte gaat helemaal terug in de tijd. De hoogtijdagen van Maria kwamen overeen met de geboorte van haar jongste zoon. Ze herinnert zich ook een andere operazangeres, maar ze kan niet meer op de naam komen. Dat blijkt na een Google search van mijn kant Christine Deutekom te zijn. Eenmaal buiten moeten we echt even landen. Ik kan haar nu niet zomaar thuis afzetten. Ik loop mee naar binnen en blijf voor een kopje thee. We snoepen van de chocolaatjes en ze kletst de oren van mijn hoofd. Weg zijn haar depressieve gevoelens! Bij de voordeur zegt ze toch nog even dat ze opziet tegen het lange, stille weekend. Vooral nu de dagen weer grijs en korter worden. Ik heb haar kinderen hier al over ingelicht. Ze zijn zich aan het beraden. Een mogelijkheid is dat er tijdens het weekend een collega van mij haar een paar uurtjes gezelschap zal houden.
We parkeren de auto in het bos en uit de auto’s om ons heen stappen mooi geklede mensen. Het schemert. Mijn lief draagt zijn pak en onze twee dochters en ik zijn stijlvol in het zwart gekleed. We lopen op onze hakjes naar het chique hotel waar de diploma ceremonie zal plaatsvinden. Dochter blijft achter bij haar oude klasgenoten waar iedereen haar omhelst en ik enthousiaste kreten hoor. Ze hebben allemaal een turbulente zomer achter de rug waarbij de meeste naar een nieuwe stad verhuisd zijn. Een nieuwe studie gestart zijn. Een beginnetje gemaakt hebben met een periode waaraan veel mensen refereren als ‘de mooiste tijd van hun leven’. Wanneer we in het zaaltje plaats nemen blijken er veel te weinig stoelen neergezet te zijn en dat terwijl iedereen vooraf op heeft moeten geven hoeveel familieleden er mee gingen. Een maximum van drie gasten per student. Het maakt niet uit, we schikken ons allemaal en kijken uit naar het moment dat de leerlingen binnen komen. Ik ben verbaasd als de deuren opengaan. Ze zouden toga’s moeten dragen en een baret! Ik slik mijn teleurstelling weg en kijk uit naar de speeches. Er zijn twee Engelse leraren die de speeches - doorspekt met typisch Engelse, een beetje sarcastische humor - houden. Onze dochter krijgt mooie complimenten - ze was vorig jaar tot classmate of the year verkozen - en er verschijnt een stoere foto van haar op het scherm. Genomen toen ze een brief aan Vincent van Gogh had geschreven en daarmee uitverkorene was om de brief voor te lezen in een van Gogh-museum hier in Breda. Na de speech mag ze even poseren voor de fotograaf met haar diploma en het yearbook in haar hand. Wanneer iedereen aan de beurt geweest is worden we uitgenodigd iets te nuttigen aan de bar. We bladeren ondertussen door het yearbook en zien de foto’s van alle graduates. Alle? Onze dochter staat er niet in! Ze informeert bij de verantwoordelijke en zij zegt doodleuk dat er iets is fout gegaan en dat er drie leerlingen niet in het yearbook terecht gekomen zijn. Onze dochter kan het zelf oplossen door haar klasgenoten langs te gaan en zelf met pen haar naam in hun boeken te schrijven, eventueel zelfs met haar quote erbij. Vergeet het maar, dat gaat ze vanavond tijdens het feest natuurlijk écht niet doen. De volgende ochtend baalt ze er nog steeds van. Ik stel voor om volgende week een bericht naar deze mevrouw te sturen. Desnoods drukken ze maar drie nieuwe exemplaren af. Compleet met alle foto’s en quotes voor de drie gedupeerden. We zijn supertrots op ons kind met haar IB diploma, maar deze avond heeft voor mij wel wat glans verloren. Daarom hierbij haar yearbook quote: You just spat on me!
- Boris Pasternak
Klaarblijkelijk is iemand verrassen een probaat middel tegen depressieve gevoelens. En zo komt het dat ik met een bejaarde dame naast me door Breda rijd op weg naar het theater. Haar bijna gepensioneerde dochter heeft twee bioscoopkaartjes uitgeprint voor ons. We gaan deze vrijdagmiddag met z’n tweetjes naar de nieuwe film over Maria Callas. Voor de bijzondere gelegenheid heeft mijn cliënte een armband en een ring om gedaan. Ik zie het meteen en complimenteer haar. ‘Vandaag hoef je niet werken, Anja. We gaan samen naar de bioscoop. Als vriendinnen.’ zegt ze tegen me. Vertederend. Met werken bedoelt ze samen boodschappen doen, haar wekelijks naar de kapper rijden of reparaties in huis begeleiden zoals een douchestoeltje of rookmelders laten plaatsen. Ik zet haar af bij de voordeur van de cinema en parkeer mijn auto in de ondergrondse garage. We zijn op tijd en de dame bij de toegang naar de zaal adviseert ons wat te drinken mee te nemen. Er is geen pauze tijdens de twee uur durende documentaire. Mijn cliënte bestelt een sinas aan de bar en als het flesje voor haar neus staat vraagt ze of er prik in zit. Dan wil ze toch graag wat anders, want van prik moet ze boeren. Ik moet heimelijk lachen om haar openhartigheid. Ze krijgt een flesje sinaasappelsap. Ik neem in de gauwigheid nog twee koekjes voor ons mee. Wanneer we de zaal inlopen zie ik allemaal grijze hoofden. Vast het gevolg van een doordeweekse matinee voorstelling… We gaan helemaal achterin zitten. Ik heb een zakje met chocolaatjes voor ons mee, maar door de stilte in de zaal durf ik het zakje niet te openen. Tijdens de film knikkebol ik af en toe en schiet ik wakker als Maria Callas uithaalt bij een stukje opera. Maria is een echte grand dame, een heel knappe vrouw met veel charisma en een gevoelige ziel. Ze had in de jaren vijftig en zestig de wereld aan haar voeten. Nu is haar wereldroem nauwelijks meer voor te stellen. Ikzelf kende bijvoorbeeld alleen haar naam als operazangeres. Vele kennen haar juist van haar turbulente leven waar de kranten destijds bol van hebben gestaan. Haar scheiding van haar veel oudere eerste man werd breed uitgemeten in de pers. Evenals haar verhouding met de steenrijke Griekse scheepsmagnaat Onassis. Hij liet haar vervolgens in de steek voor Jackie Kennedy. Haar stemproblemen leidden op het toppunt van haar roem tot veelvuldige afzeggingen en lange periodes van stilte. Ook die afzeggingen zorgden weer voor reuring. Dat weer bijdroeg aan de mythe rondom de grootste dramatische zangeres van de vorige eeuw. Ze overleed heel jong zonder moeder te worden wat eigenlijk haar allergrootste wens was. Mijn cliënte gaat helemaal terug in de tijd. De hoogtijdagen van Maria kwamen overeen met de geboorte van haar jongste zoon. Ze herinnert zich ook een andere operazangeres, maar ze kan niet meer op de naam komen. Dat blijkt na een Google search van mijn kant Christine Deutekom te zijn. Eenmaal buiten moeten we echt even landen. Ik kan haar nu niet zomaar thuis afzetten. Ik loop mee naar binnen en blijf voor een kopje thee. We snoepen van de chocolaatjes en ze kletst de oren van mijn hoofd. Weg zijn haar depressieve gevoelens! Bij de voordeur zegt ze toch nog even dat ze opziet tegen het lange, stille weekend. Vooral nu de dagen weer grijs en korter worden. Ik heb haar kinderen hier al over ingelicht. Ze zijn zich aan het beraden. Een mogelijkheid is dat er tijdens het weekend een collega van mij haar een paar uurtjes gezelschap zal houden.
We parkeren de auto in het bos en uit de auto’s om ons heen stappen mooi geklede mensen. Het schemert. Mijn lief draagt zijn pak en onze twee dochters en ik zijn stijlvol in het zwart gekleed. We lopen op onze hakjes naar het chique hotel waar de diploma ceremonie zal plaatsvinden. Dochter blijft achter bij haar oude klasgenoten waar iedereen haar omhelst en ik enthousiaste kreten hoor. Ze hebben allemaal een turbulente zomer achter de rug waarbij de meeste naar een nieuwe stad verhuisd zijn. Een nieuwe studie gestart zijn. Een beginnetje gemaakt hebben met een periode waaraan veel mensen refereren als ‘de mooiste tijd van hun leven’. Wanneer we in het zaaltje plaats nemen blijken er veel te weinig stoelen neergezet te zijn en dat terwijl iedereen vooraf op heeft moeten geven hoeveel familieleden er mee gingen. Een maximum van drie gasten per student. Het maakt niet uit, we schikken ons allemaal en kijken uit naar het moment dat de leerlingen binnen komen. Ik ben verbaasd als de deuren opengaan. Ze zouden toga’s moeten dragen en een baret! Ik slik mijn teleurstelling weg en kijk uit naar de speeches. Er zijn twee Engelse leraren die de speeches - doorspekt met typisch Engelse, een beetje sarcastische humor - houden. Onze dochter krijgt mooie complimenten - ze was vorig jaar tot classmate of the year verkozen - en er verschijnt een stoere foto van haar op het scherm. Genomen toen ze een brief aan Vincent van Gogh had geschreven en daarmee uitverkorene was om de brief voor te lezen in een van Gogh-museum hier in Breda. Na de speech mag ze even poseren voor de fotograaf met haar diploma en het yearbook in haar hand. Wanneer iedereen aan de beurt geweest is worden we uitgenodigd iets te nuttigen aan de bar. We bladeren ondertussen door het yearbook en zien de foto’s van alle graduates. Alle? Onze dochter staat er niet in! Ze informeert bij de verantwoordelijke en zij zegt doodleuk dat er iets is fout gegaan en dat er drie leerlingen niet in het yearbook terecht gekomen zijn. Onze dochter kan het zelf oplossen door haar klasgenoten langs te gaan en zelf met pen haar naam in hun boeken te schrijven, eventueel zelfs met haar quote erbij. Vergeet het maar, dat gaat ze vanavond tijdens het feest natuurlijk écht niet doen. De volgende ochtend baalt ze er nog steeds van. Ik stel voor om volgende week een bericht naar deze mevrouw te sturen. Desnoods drukken ze maar drie nieuwe exemplaren af. Compleet met alle foto’s en quotes voor de drie gedupeerden. We zijn supertrots op ons kind met haar IB diploma, maar deze avond heeft voor mij wel wat glans verloren. Daarom hierbij haar yearbook quote: You just spat on me!
zondag 9 september 2018
Lourdes in België
Heilige Antonius, mijn vrind
Zorg dat ik mijn mobiel (sleutels, etc) weer vind!
- gebed aan Heilige Antonius van Padua
Terwijl ik naast mijn cliënte bij de pedicure zit, zij in een heerlijke luie stoel en ik op een stoeltje ernaast, gaat mijn telefoon. Het is kantoor met de vraag of ik dezelfde middag wil invallen bij een mevrouw van 91 jaar. Haar vaste gezelschapsdame is ziek en ze wil heel graag even het huis uit. Ik zeg ‘ja’. Als ik daar aan kom rijden in de hypermoderne auto van mijn echtgenoot blijk ik nergens te kunnen parkeren. Het zijn een soort aanleunwoningen bij een verzorgingsflat. Dan maar even kort op de plek voor gehandicapten, want ik ben aan de late kant. Binnen blijkt mevrouw al helemaal gereed te staan. We laten haar echtgenoot van 94 jaar achter. Wat zou ze graag willen doen vraag ik haar en haar antwoord, met een pittig Brabants accent, blijkt wat ingewikkeld uitvoerbaar. Ze wil namelijk naar het bedevaartsoord, dat sinds 1900 bestaat in Meersel-Dreef in België. Om te bidden. En na het lekker rondrijden door de bossen wil ze in Hoogstraten (nog steeds in België) koffie drinken met iets lekkers erbij. Bovendien heeft ze een rolstoel mee. Ik ben vanmiddag vanwege de APK keuring van mijn Volvo met de nieuwe lease-auto van mijn man en wij rijden daar niet privé in vanwege de hoge bijtelling. Deze auto heeft niet zo’n grote kofferbak, dus die rolstoel zie ik eigenlijk niet zitten. Dat krijg ik niet uitgelegd aan mevrouw. ‘Jullie komen toch áltijd met een auto?’ ‘Heeft u dan geen auto?’ Ik heb zéker een auto, een heel grote zelfs, maar die is gisteren afgekeurd voor de APK. Daar past prima een rolstoel in, maar die staat dus bij de garage. Haar man snapt de situatie gelukkig wel en geeft me de sleutel van zijn auto. Mevrouw en ik beginnen op verkeerde voet, want ze foetert nog wat na dat ze niet in haar eigen, kleine autootje wil rijden. De volgende uitdaging volgt al snel. Ik heb geen idee hoe ik die rolstoel uit elkaar krijg! Hij moet helemaal plat gevouwen worden, maar ik heb op alle knoppen gedrukt en gedraaid en er gebeurt niks. ‘Moeten jullie dat niet gewoon weten hoe zo’n ding werkt?’ begint ze weer. Ze heeft gelijk. Ik heb er een half jaar terug een keer naar gekeken bij een training. Tegelijkertijd schiet me ineens te binnen dat onze lease-auto nog de gehandicapten parkeerplek bezet houdt! Uit pure nood houd ik een deeltaxi aan op straat en vraag de chauffeur mij te helpen dat rotding in te klappen. De lease-auto heb ik snel op straat geparkeerd. We gaan ten langen leste op weg. Ik kijk naar de koppeling en…haar auto blijkt een automaat. ‘Weet u niet hoe u in een automaat moet rijden?’ Grrr. Gelukkig weet ik dat wél, want ik heb zes jaar in een automaat gereden in Mexico en Massachusetts. Alleen komen de letters op de versnellingspook niet overeen zoals ik het ken, maar ik gok gewoon. En het knalrode autootje komt in beweging.
Dan is ze verbaasd dat ik ‘Klein Lourdes’ niet ken in België en ik leg haar uit dat ik het adres op mijn telefoon kan invoeren. Nu komt ze me tegemoet door me de weg te wijzen. Onderweg hoor ik dat haar zoon vijf weken geleden onverwachts is overleden. En dat ze al twee decennia haar dochter niet gezien heeft en dat haar tweede huwelijk, nadat ze jong weduwe was geworden, een vergissing is. Ze voelt zich heel eenzaam en leeft enorm naar deze wekelijkse uitjes met mijn collega toe. Wanneer ik haar weer in de rolstoel geholpen heb en een kaarsje voor haar zoon aangestoken heb in de Maria Grot zie ik haar schouders schokken in de rolstoel. Ze bidt en is heel verdrietig. Ik wrijf over haar schouder en laat haar haar tijd nemen. Ze wil een rondje door de beeldentuin wandelen en ik stop haar rolstoel bij ‘het hart’ waar ze wederom wilt bidden, omdat haar moeder dat ook altijd daar deed. Ik hurk en zit naast haar. Ze huilt en de zakdoekjes zijn niet aan te dragen. Ik heb met haar te doen. Ze wil ook nog even gedag zeggen in het kapucijnenkerkje dat bij het klooster hoort. We lopen naar het altaar. Zij bidt en slaat haar kruisjes. Als ze gedag tegen God gezegd heeft lopen we weer naar haar autootje. Ik zeg de priester netjes gedag. Ik vouw die rolstoel al veel sneller in elkaar en we rijden verder door België. Ze vertelt dat ze een bedrag aan de kerk heeft betaald zodat de naam van haar zoon de komende tijd tijdens de mis genoemd zal worden. Als dank kreeg ze een rozenkrans. Daar heeft ze er al meerdere van, maar ze geeft ze graag weg aan mensen. In Hoogstraten wil ze op een terrasje tegenover de kerk zitten waar we gebak van de banketbakker kunnen bestellen. Geen parkeerplaats daar te vinden en ik keer meerder keertjes om in de drukke straat teneinde een plek te bemachtigen. Het lukt, kort daarna zitten we op het terras. De rolstoel krijg ik niet op het verhoogde houten terras getild, maar begripvolle Belgen willen hun tafeltje wel ruilen zodat wij op de stoep kunnen zitten onder een parasol. Ik zit niet heel rustig, omdat ze geen blauwe parkeerkaart heeft en ik de laatste keer in Hoogstraten om die reden een parkeerboete ontvangen heb. We praten en door haar verhalen kom ik er achter dat ze een heel intelligente vrouw is die goed voor haarzelf zorgt. Ze vertelt over de oorlog, haar zeven broers en zussen die niet meer leven, haar twee hartinfarcten en de keren dat ze in het ziekenhuis lag. Ze heeft veel op haar bordje gekregen. Aangezien ze heel oud is geworden is er nu niemand meer die voor haar kan zorgen. Dat laatste hoor ik natuurlijk vaker in mijn werk. Op weg naar Breda spreekt ze haar grote dankbaarheid uit en hoe fijn ze het met mij vindt. Ik leg haar uit dat ik ingevallen ben voor een zieke collega. Ze hoopt natuurlijk niet dat mijn collega lang ziek blijft, maar ze zou het héél erg fijn vinden om mij vaker te zien. Ik weet niet wat ik hiervan vind. Ik kom die middag een half uur later thuis dan gepland en mis daardoor de tandartsafspraak van onze jongste dochter. Zij is boos op mij, en teleurgesteld, en ik moet veel moeite doen om dat te herstellen. Wil ik wekelijks zo laat thuis komen op de dag dat ik in het Mastbos train en vroeg moet eten? Wil ik haar teleurstellen en mijn gezicht niet meer laten zien? Op kantoor hoor ik dat mijn collega er gewoon volgende week weer is en daarmee is mijn dilemma meteen opgelost.
Zorg dat ik mijn mobiel (sleutels, etc) weer vind!
- gebed aan Heilige Antonius van Padua
Terwijl ik naast mijn cliënte bij de pedicure zit, zij in een heerlijke luie stoel en ik op een stoeltje ernaast, gaat mijn telefoon. Het is kantoor met de vraag of ik dezelfde middag wil invallen bij een mevrouw van 91 jaar. Haar vaste gezelschapsdame is ziek en ze wil heel graag even het huis uit. Ik zeg ‘ja’. Als ik daar aan kom rijden in de hypermoderne auto van mijn echtgenoot blijk ik nergens te kunnen parkeren. Het zijn een soort aanleunwoningen bij een verzorgingsflat. Dan maar even kort op de plek voor gehandicapten, want ik ben aan de late kant. Binnen blijkt mevrouw al helemaal gereed te staan. We laten haar echtgenoot van 94 jaar achter. Wat zou ze graag willen doen vraag ik haar en haar antwoord, met een pittig Brabants accent, blijkt wat ingewikkeld uitvoerbaar. Ze wil namelijk naar het bedevaartsoord, dat sinds 1900 bestaat in Meersel-Dreef in België. Om te bidden. En na het lekker rondrijden door de bossen wil ze in Hoogstraten (nog steeds in België) koffie drinken met iets lekkers erbij. Bovendien heeft ze een rolstoel mee. Ik ben vanmiddag vanwege de APK keuring van mijn Volvo met de nieuwe lease-auto van mijn man en wij rijden daar niet privé in vanwege de hoge bijtelling. Deze auto heeft niet zo’n grote kofferbak, dus die rolstoel zie ik eigenlijk niet zitten. Dat krijg ik niet uitgelegd aan mevrouw. ‘Jullie komen toch áltijd met een auto?’ ‘Heeft u dan geen auto?’ Ik heb zéker een auto, een heel grote zelfs, maar die is gisteren afgekeurd voor de APK. Daar past prima een rolstoel in, maar die staat dus bij de garage. Haar man snapt de situatie gelukkig wel en geeft me de sleutel van zijn auto. Mevrouw en ik beginnen op verkeerde voet, want ze foetert nog wat na dat ze niet in haar eigen, kleine autootje wil rijden. De volgende uitdaging volgt al snel. Ik heb geen idee hoe ik die rolstoel uit elkaar krijg! Hij moet helemaal plat gevouwen worden, maar ik heb op alle knoppen gedrukt en gedraaid en er gebeurt niks. ‘Moeten jullie dat niet gewoon weten hoe zo’n ding werkt?’ begint ze weer. Ze heeft gelijk. Ik heb er een half jaar terug een keer naar gekeken bij een training. Tegelijkertijd schiet me ineens te binnen dat onze lease-auto nog de gehandicapten parkeerplek bezet houdt! Uit pure nood houd ik een deeltaxi aan op straat en vraag de chauffeur mij te helpen dat rotding in te klappen. De lease-auto heb ik snel op straat geparkeerd. We gaan ten langen leste op weg. Ik kijk naar de koppeling en…haar auto blijkt een automaat. ‘Weet u niet hoe u in een automaat moet rijden?’ Grrr. Gelukkig weet ik dat wél, want ik heb zes jaar in een automaat gereden in Mexico en Massachusetts. Alleen komen de letters op de versnellingspook niet overeen zoals ik het ken, maar ik gok gewoon. En het knalrode autootje komt in beweging.
Dan is ze verbaasd dat ik ‘Klein Lourdes’ niet ken in België en ik leg haar uit dat ik het adres op mijn telefoon kan invoeren. Nu komt ze me tegemoet door me de weg te wijzen. Onderweg hoor ik dat haar zoon vijf weken geleden onverwachts is overleden. En dat ze al twee decennia haar dochter niet gezien heeft en dat haar tweede huwelijk, nadat ze jong weduwe was geworden, een vergissing is. Ze voelt zich heel eenzaam en leeft enorm naar deze wekelijkse uitjes met mijn collega toe. Wanneer ik haar weer in de rolstoel geholpen heb en een kaarsje voor haar zoon aangestoken heb in de Maria Grot zie ik haar schouders schokken in de rolstoel. Ze bidt en is heel verdrietig. Ik wrijf over haar schouder en laat haar haar tijd nemen. Ze wil een rondje door de beeldentuin wandelen en ik stop haar rolstoel bij ‘het hart’ waar ze wederom wilt bidden, omdat haar moeder dat ook altijd daar deed. Ik hurk en zit naast haar. Ze huilt en de zakdoekjes zijn niet aan te dragen. Ik heb met haar te doen. Ze wil ook nog even gedag zeggen in het kapucijnenkerkje dat bij het klooster hoort. We lopen naar het altaar. Zij bidt en slaat haar kruisjes. Als ze gedag tegen God gezegd heeft lopen we weer naar haar autootje. Ik zeg de priester netjes gedag. Ik vouw die rolstoel al veel sneller in elkaar en we rijden verder door België. Ze vertelt dat ze een bedrag aan de kerk heeft betaald zodat de naam van haar zoon de komende tijd tijdens de mis genoemd zal worden. Als dank kreeg ze een rozenkrans. Daar heeft ze er al meerdere van, maar ze geeft ze graag weg aan mensen. In Hoogstraten wil ze op een terrasje tegenover de kerk zitten waar we gebak van de banketbakker kunnen bestellen. Geen parkeerplaats daar te vinden en ik keer meerder keertjes om in de drukke straat teneinde een plek te bemachtigen. Het lukt, kort daarna zitten we op het terras. De rolstoel krijg ik niet op het verhoogde houten terras getild, maar begripvolle Belgen willen hun tafeltje wel ruilen zodat wij op de stoep kunnen zitten onder een parasol. Ik zit niet heel rustig, omdat ze geen blauwe parkeerkaart heeft en ik de laatste keer in Hoogstraten om die reden een parkeerboete ontvangen heb. We praten en door haar verhalen kom ik er achter dat ze een heel intelligente vrouw is die goed voor haarzelf zorgt. Ze vertelt over de oorlog, haar zeven broers en zussen die niet meer leven, haar twee hartinfarcten en de keren dat ze in het ziekenhuis lag. Ze heeft veel op haar bordje gekregen. Aangezien ze heel oud is geworden is er nu niemand meer die voor haar kan zorgen. Dat laatste hoor ik natuurlijk vaker in mijn werk. Op weg naar Breda spreekt ze haar grote dankbaarheid uit en hoe fijn ze het met mij vindt. Ik leg haar uit dat ik ingevallen ben voor een zieke collega. Ze hoopt natuurlijk niet dat mijn collega lang ziek blijft, maar ze zou het héél erg fijn vinden om mij vaker te zien. Ik weet niet wat ik hiervan vind. Ik kom die middag een half uur later thuis dan gepland en mis daardoor de tandartsafspraak van onze jongste dochter. Zij is boos op mij, en teleurgesteld, en ik moet veel moeite doen om dat te herstellen. Wil ik wekelijks zo laat thuis komen op de dag dat ik in het Mastbos train en vroeg moet eten? Wil ik haar teleurstellen en mijn gezicht niet meer laten zien? Op kantoor hoor ik dat mijn collega er gewoon volgende week weer is en daarmee is mijn dilemma meteen opgelost.
zondag 2 september 2018
Temple stay
It is hard to see the dawn moon for a lazy person. It is 24 hours a day given to anyone, but it is the grace of nature that only those who can use time efficiently can enjoy it.
- Beopjeong Sunim
Het is drie uur in de ochtend… Een sterrenhemel boven een mistige bergtempel. Een gong klinkt, waardoor je uit je slaap op een dunne vloermat komt. Je voeten knarsen in het donker en banen zich een weg naar de daeungjeon, de grote zaal. Schoenen voor de deur en op je sokken kies je een kussen, je handen samengevouwen en knielend. Dan je voorhoofd op de grond buigend, weer rechtopstaand en weer buigend. Buiten zorgen krekels voor een ‘vroege ochtend' soundtrack. Dit is een typische ochtend tijdens een Koreaans tempelverblijf. Wij gaan in december naar Zuid-Korea. Onze oudste dochter ophalen en natuurlijk een rondreis maken met z’n allen. Ik kijk er heel erg naar uit om twee dagen in een Boeddhistische tempel te verblijven. Mijn hoogtepunt van de hele reis - náást het weerzien van onze oudste dochter natuurlijk! Daarom heb ik een reservering gemaakt voor een verblijf in een eeuwenoude tempel. Gelegen in de besneeuwde bergen. Heel afgelegen in een natuurpark. Het boeddhisme is 1700 jaar geleden van China naar Korea gebracht. Koreaanse tempels beoefenen een meditatieve vorm van boeddhisme genaamd Seon - beter bekend onder de naam Zen. Er zijn tientallen boeddhistische tempels in Zuid-Korea die uitmaken van een officieel programma voor bezoekers. Je kunt dan voor een kort verblijf deelnemen aan het boeddhistische leven in een tempel. Omdat de meeste Koreaanse tempels zich in de bergen bevinden, omringd door vredig groen, is deelname aan een tempel ook een manier om te ontsnappen aan de stadsdrukte terwijl je je ziel en lichaam voedt. Dat doen wij ook. Vanuit ons verblijf in een Airbnb woning in Seoul pakken we een bus naar de afgelegen tempel. Tijdens het tweedaags verblijf worden we volledig ondergedompeld in de monastieke levensstijl. Tot en met het uniforme comfortabele katoen waarvan verwacht wordt dat je het gedurende het hele verblijf draagt! Het programma van elke tempel is op meditatie en prostratie (buigen voor de Boeddha) gericht. Sommige tempels zijn natuurlijk meer spiritueel dan andere. Deelnemers krijgen meestal een keuze aan activiteiten aangeboden om spirituele concentratie te beoefenen. Het maken van lantaarns in de vorm van een papieren lotusbloem is een gebruikelijke activiteit, of het maken van een ketting met 108 houten kraaltjes. Daar kijken we naar uit. We worden ook geacht de basisprincipes van etiquette rond monniken en tempelpersoneel te leren. Je leert de precieze etiquette vóórdat je je opwachting maakt op gebedsdiensten. Veel tempelverblijven worden gelukkig in het Engels of via tolken gegeven. Gelukkig hebben we ook onze oudste dochter bij ons die tegen die tijd misschien een woordje Koreaans spreekt. Een van de ware geneugten van een tempel voor mij is de kans om je geest leeg te maken en tijd te besteden aan gewoon ‘zijn’. Heerlijk! Meditatie is vaak zittend, soms op het tempelterrein of buiten op een prachtige natuurlijke plek. Een monnik zal je de juiste houding leren om je geest te zuiveren. Elk verblijf in de tempel omvat het neerslaan of buigen (prostraties). Strengere tempels kunnen vereisen dat deelnemers 1.080 buigingen per dag maken, terwijl voor meer losse tempels minder buigingen nodig zijn. We zullen het zien. Ook een traditionele theeceremonie hoort bij ons verblijf. Vaak bevat de theeceremonie ook een dialoog met de monnik, waar je vrij bent om vragen te stellen en te beantwoorden. Andere activiteiten kunnen bestaan uit wandelingen in de buitenlucht of begeleide meditaties. De tempel die ik uitgezocht heb ligt in een groen natuurpark met bergen. Er valt daar in de winter veel sneeuw… Je slaapt op dunne matjes maar er is gelukkig wel vloerverwarming. Alhoewel de nacht heel kort zal zijn. De gong om op te staan gaat al heeeeel vroeg namelijk….
Het regent werkelijk pijpenstelen vanavond en eigenlijk moet ik hardlopen. Ik heb totaal geen zin om na al die maanden zon en warmte in de koele regen te rennen. Ik vraag in de loopgroep of er mensen zijn die van plan zijn te gaan trainen. Als er niemand reageert dan laat ik het er ook maar bij zitten. Al doe ik dat eigenlijk nooit. Prompt reageren mensen dat ze gewoon gaan trainen en dat de regen volgens de buienradar nog voor de start van onze training al gestopt zou zijn. Dan moet ik ook maar gewoon gaan. Ik denk na over mijn kleding. Ik loop al maanden in een kort broekje en een hemd. Een lange broek maar eens een keer? Een T-shirt en zéker een regenjasje. Ik zie zó erg tegen mijn fietstochtje naar de atletiekbaan op. Ik kom vast al zeiknat aan en dan moet ik nog gaan hardlopen in het bos… Dan bedenk ik me dat ik natuurlijk ook met de auto kan gaan! Dat voelt als een luxe, een weelde. En zo komt het dat ik in mijn auto met beslagen ramen zit terwijl de regen keihard tegen mijn ruiten slaat. Ik sta op de parkeerplaats van de atletiekbaan en zit te wachten tot het allerlaatste moment dat ik echt uit de auto moet stappen. Ik ga bij een groepje lopers onder een boom staan schuilen. Ik heb nog steeds geen zin. Het moment is daar dat we écht moeten gaan rennen. Gelukkig heb ik mijn oude trainingsschoenen aan, want we lopen dwars door alle modderige plassen heen. Ik heb ook een pet op omdat mijn dunne regenjasje geen capuchon heeft. Uiteindelijk heb ik eigenlijk nauwelijks last van de regen. We lopen een parcours in plaats van trainingsrondjes door het bos. We moeten namelijk op tijd het bos weer uit zijn, omdat het op zo’n regenachtige dag eerder donker is. Het is verboden in het Mastbos te zijn tussen zonsondergang en zonsopgang. Eigenlijk heb ik het heel goed naar mijn zin in de regen. Op een bepaald moment trek ik zelfs mijn jasje uit. We ronden de training af met een cooling down op de parkeerplaats en op dat moment is het eindelijk gestopt met regenen. Ik loop superlui naar mijn auto en rijd naar huis. Heel kort daarna sta ik onder de warme douche en bedenk me wederom hoe heerlijk het is om buiten in de natuur te trainen. Hoe dichtbij de seizoenen dan voelen. En dan vraag ik mezelf af waarom ik dan toch zo vaak tegen me zelf zit te zeuren dat ik geen zin heb…
- Beopjeong Sunim
Het is drie uur in de ochtend… Een sterrenhemel boven een mistige bergtempel. Een gong klinkt, waardoor je uit je slaap op een dunne vloermat komt. Je voeten knarsen in het donker en banen zich een weg naar de daeungjeon, de grote zaal. Schoenen voor de deur en op je sokken kies je een kussen, je handen samengevouwen en knielend. Dan je voorhoofd op de grond buigend, weer rechtopstaand en weer buigend. Buiten zorgen krekels voor een ‘vroege ochtend' soundtrack. Dit is een typische ochtend tijdens een Koreaans tempelverblijf. Wij gaan in december naar Zuid-Korea. Onze oudste dochter ophalen en natuurlijk een rondreis maken met z’n allen. Ik kijk er heel erg naar uit om twee dagen in een Boeddhistische tempel te verblijven. Mijn hoogtepunt van de hele reis - náást het weerzien van onze oudste dochter natuurlijk! Daarom heb ik een reservering gemaakt voor een verblijf in een eeuwenoude tempel. Gelegen in de besneeuwde bergen. Heel afgelegen in een natuurpark. Het boeddhisme is 1700 jaar geleden van China naar Korea gebracht. Koreaanse tempels beoefenen een meditatieve vorm van boeddhisme genaamd Seon - beter bekend onder de naam Zen. Er zijn tientallen boeddhistische tempels in Zuid-Korea die uitmaken van een officieel programma voor bezoekers. Je kunt dan voor een kort verblijf deelnemen aan het boeddhistische leven in een tempel. Omdat de meeste Koreaanse tempels zich in de bergen bevinden, omringd door vredig groen, is deelname aan een tempel ook een manier om te ontsnappen aan de stadsdrukte terwijl je je ziel en lichaam voedt. Dat doen wij ook. Vanuit ons verblijf in een Airbnb woning in Seoul pakken we een bus naar de afgelegen tempel. Tijdens het tweedaags verblijf worden we volledig ondergedompeld in de monastieke levensstijl. Tot en met het uniforme comfortabele katoen waarvan verwacht wordt dat je het gedurende het hele verblijf draagt! Het programma van elke tempel is op meditatie en prostratie (buigen voor de Boeddha) gericht. Sommige tempels zijn natuurlijk meer spiritueel dan andere. Deelnemers krijgen meestal een keuze aan activiteiten aangeboden om spirituele concentratie te beoefenen. Het maken van lantaarns in de vorm van een papieren lotusbloem is een gebruikelijke activiteit, of het maken van een ketting met 108 houten kraaltjes. Daar kijken we naar uit. We worden ook geacht de basisprincipes van etiquette rond monniken en tempelpersoneel te leren. Je leert de precieze etiquette vóórdat je je opwachting maakt op gebedsdiensten. Veel tempelverblijven worden gelukkig in het Engels of via tolken gegeven. Gelukkig hebben we ook onze oudste dochter bij ons die tegen die tijd misschien een woordje Koreaans spreekt. Een van de ware geneugten van een tempel voor mij is de kans om je geest leeg te maken en tijd te besteden aan gewoon ‘zijn’. Heerlijk! Meditatie is vaak zittend, soms op het tempelterrein of buiten op een prachtige natuurlijke plek. Een monnik zal je de juiste houding leren om je geest te zuiveren. Elk verblijf in de tempel omvat het neerslaan of buigen (prostraties). Strengere tempels kunnen vereisen dat deelnemers 1.080 buigingen per dag maken, terwijl voor meer losse tempels minder buigingen nodig zijn. We zullen het zien. Ook een traditionele theeceremonie hoort bij ons verblijf. Vaak bevat de theeceremonie ook een dialoog met de monnik, waar je vrij bent om vragen te stellen en te beantwoorden. Andere activiteiten kunnen bestaan uit wandelingen in de buitenlucht of begeleide meditaties. De tempel die ik uitgezocht heb ligt in een groen natuurpark met bergen. Er valt daar in de winter veel sneeuw… Je slaapt op dunne matjes maar er is gelukkig wel vloerverwarming. Alhoewel de nacht heel kort zal zijn. De gong om op te staan gaat al heeeeel vroeg namelijk….
Het regent werkelijk pijpenstelen vanavond en eigenlijk moet ik hardlopen. Ik heb totaal geen zin om na al die maanden zon en warmte in de koele regen te rennen. Ik vraag in de loopgroep of er mensen zijn die van plan zijn te gaan trainen. Als er niemand reageert dan laat ik het er ook maar bij zitten. Al doe ik dat eigenlijk nooit. Prompt reageren mensen dat ze gewoon gaan trainen en dat de regen volgens de buienradar nog voor de start van onze training al gestopt zou zijn. Dan moet ik ook maar gewoon gaan. Ik denk na over mijn kleding. Ik loop al maanden in een kort broekje en een hemd. Een lange broek maar eens een keer? Een T-shirt en zéker een regenjasje. Ik zie zó erg tegen mijn fietstochtje naar de atletiekbaan op. Ik kom vast al zeiknat aan en dan moet ik nog gaan hardlopen in het bos… Dan bedenk ik me dat ik natuurlijk ook met de auto kan gaan! Dat voelt als een luxe, een weelde. En zo komt het dat ik in mijn auto met beslagen ramen zit terwijl de regen keihard tegen mijn ruiten slaat. Ik sta op de parkeerplaats van de atletiekbaan en zit te wachten tot het allerlaatste moment dat ik echt uit de auto moet stappen. Ik ga bij een groepje lopers onder een boom staan schuilen. Ik heb nog steeds geen zin. Het moment is daar dat we écht moeten gaan rennen. Gelukkig heb ik mijn oude trainingsschoenen aan, want we lopen dwars door alle modderige plassen heen. Ik heb ook een pet op omdat mijn dunne regenjasje geen capuchon heeft. Uiteindelijk heb ik eigenlijk nauwelijks last van de regen. We lopen een parcours in plaats van trainingsrondjes door het bos. We moeten namelijk op tijd het bos weer uit zijn, omdat het op zo’n regenachtige dag eerder donker is. Het is verboden in het Mastbos te zijn tussen zonsondergang en zonsopgang. Eigenlijk heb ik het heel goed naar mijn zin in de regen. Op een bepaald moment trek ik zelfs mijn jasje uit. We ronden de training af met een cooling down op de parkeerplaats en op dat moment is het eindelijk gestopt met regenen. Ik loop superlui naar mijn auto en rijd naar huis. Heel kort daarna sta ik onder de warme douche en bedenk me wederom hoe heerlijk het is om buiten in de natuur te trainen. Hoe dichtbij de seizoenen dan voelen. En dan vraag ik mezelf af waarom ik dan toch zo vaak tegen me zelf zit te zeuren dat ik geen zin heb…
zondag 26 augustus 2018
Kindertjes
Uw kinderen zijn niet uw kinderen. Ze zijn de zoons en dochters van het verlangen van het leven naar voortzetting van zichzelf. Ze kwamen door u maar niet van u. En hoewel ze bij u zijn, behoren ze niet tot u.
- Kahlil Gibran
Mijn lief en ik hebben beide een brief voor onze tweede volwassen dochter geschreven. Aan de vooravond van haar achttiende verjaardag. De brieven worden afgedrukt in haar bijzondere fotoalbum met een bloemlezing uit haar foto’s tot nu toe. We lezen op een avond elkaars brief en we zien dat we hetzelfde aspect uitgelicht hebben. Namelijk haar schuchterheid. Als peuter en kleuter, en eigenlijk ook vele jaren daarna was ze érg verlegen. Ze hing aan mijn rokken. Of dat op kinderpartijtjes was, of tijdens het overblijven in de klas van haar zus, of wennen op de basisschool. Het ging haar allemaal niet makkelijk af. Bij zwemles moest ze om de zoveel weken naar een nieuw badje met een nieuwe zwemleraar. Drama’s! Ze wilde niet verzamelen bij de zwemleraar en ze wilde niet het water in. Haar expat jaren overseas, die vanwege haar gêne op het eerste oog misschien niet een logische stap waren voor haar, pakten uiteindelijk heel goed uit. Zo werd ze gedwongen nieuwe vrienden te maken en aansluiting te zoeken in haar nieuw klas in een nieuw land. Vandaag de dag is ze een kei in nieuwe vrienden maken en ook in het onderhouden van vriendschappen. Of die vrienden nu hier in Breda zijn of aan de andere kant van de wereld. Wij voelen trots. Zij voelt dankbaarheid wanneer we het er over hebben. We duwden haar destijds uit haar comfort zone met onze expat avonturen en zij groeide daar enorm van. Destijds in Breda, op de Montessorischool, had ze een uitslag van de CITO toets die ver onder haar niveau lag. Toen was dat schooladvies bindend, ook al vond haar juf dat ze op de toets erg ondermaats gepresteerd had. Haar redding was onze verhuizing naar Mexico. Ze kwam daar op een Amerikaanse middelbare school en deed het daar fantastisch. Na drie jaar kwamen we terug en hebben we haar de internationale opleiding laten afronden. Nu heeft ze net de introductieweek afgerond op een internationale universiteit in Middelburg. Veel nieuwe mensen leren kennen. Geen onzekerheid meer. Samen avondeten maken. Elkaar helpen verhuizen en elkaars kamer bewonderen op campus. Ze is een ster in contacten leggen. Ze heeft een enorme antenne voor andermans gemoedstoestand. Ze heeft nog vaak het idee dat iedereen naar haar kijkt en op haar let, maar ze kan het tegenwoordig best goed afschermen. Vaak heeft ze juist veel baat bij haar XL antenne. Ik heb met heel veel vreugde en bezinning door foto’s van haar jonge jaren gelopen om het album samen te stellen. Afgelopen weekend vierden we haar verjaardag met een etentje bij een Japans restaurant. Ook een gezellig tuinfeest in onze achtertuin met haar internationale vrienden. We hadden een bedoeïenentent gemaakt. Met heel erg veel gezellige kaarsjes en bonte kussens op houten banken. Daarna gingen ze stappen in een dancing, waar ze eindelijk op haar achttiende binnen mocht! Een vriendinnetje had de DJ ingefluisterd en zo stond ze daar in het midden op de dansvloer terwijl ze door iedereen toegezongen werd. Haar hartsvriendin van de lagere school was er toevallig ook en kwam haar feliciteren. Ze staat nog steeds niet graag in de spotlights maar ze heeft een weg gevonden om er mee om te gaan. We kunnen haar handje niet meer vasthouden. We hebben haar de weg gewezen en haar het vertrouwen geschonken dat ze het nu alleen kan. Kleine meisjes worden groot.
Op zondag rijden we tóch nog maar een keer naar haar nieuwe woonplaats. Ze heeft tassen vol cadeaus en bovendien heeft ze haar reisproduct nog niet aan haar OV kaart gekoppeld. Het is een heerlijk warme zondag en ik ben nieuwsgierig van welk strand zij nou acht kilometer vandaan woont. Eerst zetten we de tassen boven en hangt papa nog even twee boekenplanken en twee spiegels op. Ook nog een haakje voor de huissleutels en een grote fotolijst met een verzameling foto’s. Ik lak even snel de twee keukenplanken die vorige week gemonteerd zijn zodat ze waterproof zijn. Dit zijn de leukste momentjes. Het afronden van details. De leesboeken op de planken zetten, haar sleutel bij de voordeur hangen en haar kookboeken op de keukenplank plaatsen. Van mijn zus kreeg ze heel toepasselijk hét Margriet Kookboek uit de zeventiger jaren. Toen ik in Amsterdam op mezelf ging wonen kreeg ik er een van mijn moeder uit de tachtiger jaren. Het is nog steeds een fantastisch kookboek voor beginners. Hoe kook je een ei of aardappelen? Hoe maak je een tosti, of hoe dek je de tafel voor een etentje met vrienden? Toen mijn moeder overleed kreeg mijn zus het uitgewoonde Margriet kookboek van mijn moeder. Hoe toepasselijk dat juist mijn zus haar dit kookboek schenkt! Mijn plan is er nog één voor onze oudste dochter te scoren als ze terug uit Korea verhuist. Een kookboek dat generaties lang in onze familie meegaat. Na de klusjes zijn we gauw naar het strand van Dishoek gereden en daar op blote voeten een heerlijke strandwandeling gemaakt door het lauwe zeewater. Dochterlief pakt onderweg wat schelpen op. We zien wat kwalletjes op het strand liggen en maken dolle foto’s in het water. Ik voel me zo tevreden. Dochter woont op fietsafstand van het strand. Het stikt er van de mini- en familiecampings in de buurt. Ik mijmer over weekendjes in Middelburg. Jongste zusje logeert dan bij middelste zus op de slaapbank. Mijn lief en ik slapen in onze antieke kampeerbus op een campinkje. We brengen dan veel tijd door op het strand met onze dochters. We eten daar op het strand. We laden zodoende op. De zeewind waait deze middag flink door mijn haren. Mijn blote voeten weken in het halfwarme zeewater van de Noordzee. Ik zie mijn lief met zijn verwaaide bos krullen, tussen de meiden in, langs de kustlijn lopen. Ik voel me heerlijk hier. Aan de Zeeuwse kust. We gaan eerst lekker eten bij een strandpaviljoen voordat we één dochter vlakbij afzetten en met één dochter achterin de auto naar Brabant rijden.
- Kahlil Gibran
Mijn lief en ik hebben beide een brief voor onze tweede volwassen dochter geschreven. Aan de vooravond van haar achttiende verjaardag. De brieven worden afgedrukt in haar bijzondere fotoalbum met een bloemlezing uit haar foto’s tot nu toe. We lezen op een avond elkaars brief en we zien dat we hetzelfde aspect uitgelicht hebben. Namelijk haar schuchterheid. Als peuter en kleuter, en eigenlijk ook vele jaren daarna was ze érg verlegen. Ze hing aan mijn rokken. Of dat op kinderpartijtjes was, of tijdens het overblijven in de klas van haar zus, of wennen op de basisschool. Het ging haar allemaal niet makkelijk af. Bij zwemles moest ze om de zoveel weken naar een nieuw badje met een nieuwe zwemleraar. Drama’s! Ze wilde niet verzamelen bij de zwemleraar en ze wilde niet het water in. Haar expat jaren overseas, die vanwege haar gêne op het eerste oog misschien niet een logische stap waren voor haar, pakten uiteindelijk heel goed uit. Zo werd ze gedwongen nieuwe vrienden te maken en aansluiting te zoeken in haar nieuw klas in een nieuw land. Vandaag de dag is ze een kei in nieuwe vrienden maken en ook in het onderhouden van vriendschappen. Of die vrienden nu hier in Breda zijn of aan de andere kant van de wereld. Wij voelen trots. Zij voelt dankbaarheid wanneer we het er over hebben. We duwden haar destijds uit haar comfort zone met onze expat avonturen en zij groeide daar enorm van. Destijds in Breda, op de Montessorischool, had ze een uitslag van de CITO toets die ver onder haar niveau lag. Toen was dat schooladvies bindend, ook al vond haar juf dat ze op de toets erg ondermaats gepresteerd had. Haar redding was onze verhuizing naar Mexico. Ze kwam daar op een Amerikaanse middelbare school en deed het daar fantastisch. Na drie jaar kwamen we terug en hebben we haar de internationale opleiding laten afronden. Nu heeft ze net de introductieweek afgerond op een internationale universiteit in Middelburg. Veel nieuwe mensen leren kennen. Geen onzekerheid meer. Samen avondeten maken. Elkaar helpen verhuizen en elkaars kamer bewonderen op campus. Ze is een ster in contacten leggen. Ze heeft een enorme antenne voor andermans gemoedstoestand. Ze heeft nog vaak het idee dat iedereen naar haar kijkt en op haar let, maar ze kan het tegenwoordig best goed afschermen. Vaak heeft ze juist veel baat bij haar XL antenne. Ik heb met heel veel vreugde en bezinning door foto’s van haar jonge jaren gelopen om het album samen te stellen. Afgelopen weekend vierden we haar verjaardag met een etentje bij een Japans restaurant. Ook een gezellig tuinfeest in onze achtertuin met haar internationale vrienden. We hadden een bedoeïenentent gemaakt. Met heel erg veel gezellige kaarsjes en bonte kussens op houten banken. Daarna gingen ze stappen in een dancing, waar ze eindelijk op haar achttiende binnen mocht! Een vriendinnetje had de DJ ingefluisterd en zo stond ze daar in het midden op de dansvloer terwijl ze door iedereen toegezongen werd. Haar hartsvriendin van de lagere school was er toevallig ook en kwam haar feliciteren. Ze staat nog steeds niet graag in de spotlights maar ze heeft een weg gevonden om er mee om te gaan. We kunnen haar handje niet meer vasthouden. We hebben haar de weg gewezen en haar het vertrouwen geschonken dat ze het nu alleen kan. Kleine meisjes worden groot.
Op zondag rijden we tóch nog maar een keer naar haar nieuwe woonplaats. Ze heeft tassen vol cadeaus en bovendien heeft ze haar reisproduct nog niet aan haar OV kaart gekoppeld. Het is een heerlijk warme zondag en ik ben nieuwsgierig van welk strand zij nou acht kilometer vandaan woont. Eerst zetten we de tassen boven en hangt papa nog even twee boekenplanken en twee spiegels op. Ook nog een haakje voor de huissleutels en een grote fotolijst met een verzameling foto’s. Ik lak even snel de twee keukenplanken die vorige week gemonteerd zijn zodat ze waterproof zijn. Dit zijn de leukste momentjes. Het afronden van details. De leesboeken op de planken zetten, haar sleutel bij de voordeur hangen en haar kookboeken op de keukenplank plaatsen. Van mijn zus kreeg ze heel toepasselijk hét Margriet Kookboek uit de zeventiger jaren. Toen ik in Amsterdam op mezelf ging wonen kreeg ik er een van mijn moeder uit de tachtiger jaren. Het is nog steeds een fantastisch kookboek voor beginners. Hoe kook je een ei of aardappelen? Hoe maak je een tosti, of hoe dek je de tafel voor een etentje met vrienden? Toen mijn moeder overleed kreeg mijn zus het uitgewoonde Margriet kookboek van mijn moeder. Hoe toepasselijk dat juist mijn zus haar dit kookboek schenkt! Mijn plan is er nog één voor onze oudste dochter te scoren als ze terug uit Korea verhuist. Een kookboek dat generaties lang in onze familie meegaat. Na de klusjes zijn we gauw naar het strand van Dishoek gereden en daar op blote voeten een heerlijke strandwandeling gemaakt door het lauwe zeewater. Dochterlief pakt onderweg wat schelpen op. We zien wat kwalletjes op het strand liggen en maken dolle foto’s in het water. Ik voel me zo tevreden. Dochter woont op fietsafstand van het strand. Het stikt er van de mini- en familiecampings in de buurt. Ik mijmer over weekendjes in Middelburg. Jongste zusje logeert dan bij middelste zus op de slaapbank. Mijn lief en ik slapen in onze antieke kampeerbus op een campinkje. We brengen dan veel tijd door op het strand met onze dochters. We eten daar op het strand. We laden zodoende op. De zeewind waait deze middag flink door mijn haren. Mijn blote voeten weken in het halfwarme zeewater van de Noordzee. Ik zie mijn lief met zijn verwaaide bos krullen, tussen de meiden in, langs de kustlijn lopen. Ik voel me heerlijk hier. Aan de Zeeuwse kust. We gaan eerst lekker eten bij een strandpaviljoen voordat we één dochter vlakbij afzetten en met één dochter achterin de auto naar Brabant rijden.
zondag 19 augustus 2018
Afscheid
I do not say goodbye. I believe that's one of the bullshitiest words ever invented. It's not like you're given the choice to say bad-bye, or awful-bye, or couldn't-care-less-about-you-bye. Everytime you leave, it's supposed to be a good one.
― John Green
Met een volgeladen oude Volvo en een stampvol geladen hippiebus mét een fiets achterop rijden vier zongebruinde gezinsleden naar het Zeeuwse Middelburg. Precies één nachtje thuis geslapen en hup…verhuizen! We hebben geen idee wat ons te wachten staat. Eenmaal aangekomen bij de studentenflat blijken veel studenten in en uit te verhuizen. Overal meubels bij de voordeur die weg mogen, steekkarretjes, een illegaal boodschappenwagentje en op de stoep geparkeerde gehuurde bestelbusjes. De liften worden steeds vast gehouden om ze zo vol mogelijk te proppen. Het lege appartementje (het is écht geen studentenkamertje te noemen) ziet er er goed uit. De badkamer is buiten proportie groot, een klein en onhandig keukentje en een raam over de hele lengte met geweldig uitzicht over het stadje en het Zeeuwse platteland. Het strand, acht kilometer verderop, is net niet te zien. Als je later beter kijkt zie je dat alle muren gewit moeten worden, het keukentje wat uitgebouwd moet worden en de doucheruimte (voor invaliden) teveel ruimte inneemt. Werk aan de winkel. De rollers, kwasten, schoonmaakspullen en emmers latex worden naar boven gesjouwd en aan de slag. Tijdens het witten hoor ik de zeemeeuwen buiten krijsen. Eind van de middag kunnen we niks meer doen en rijden we naar IKEA in Breda. Een matras, een kledingkast, beddengoed en veel leuke details. Meteen gegeten daar. Wederom met een volgeladen stationwagon rijden we naar ons huis. Snel gordijnen en nieuw beddengoed wassen. Op zondagochtend rijden we weer naar het christelijke Middelburg waar we de bewoners in hun zondagse kleding naar de kerk zien gaan. De buurtsuper en bakkertjes blijken gesloten op zondag… Manlief zet op de gang uren lang een kledingkast in elkaar, bouwt de keuken uit tot een volwaardig IKEA-keukentje met een prachtige plank, een verlenging van het aanrecht en een nieuwe combi-oven en elektrische kookplaat. We ruimen alles leuk in. Studente in spé zelf is met nieuwe medebewoners boodschappen gaan doen en koken. Jongste dochter en ik plakken heel geduldig een enorme raamsticker naast de voordeur, maken nóg eens schoon en ruimen op terwijl mijn eega op de valreep een douchestang met gordijn ophangt. Halverwege de avond vertrekken we zonder avondeten, moe maar voldaan naar huis. Een auto volgestouwd met lege IKEA dozen, teilen, lege verfemmers en plastic afval. Eind van de avond krijgen we een bericht van middelste dochter. Ze is weer ‘thuis’ en voelt zich verschrikkelijk alleen. Ze is heel tevreden met opgeknapt appartementje, maar wil er liever niet zijn… Ik herken dat gevoel heel goed. Toen ik vanuit mijn ouderlijk huis verhuisde naar een geweldig benedenhuis in Amsterdam, samen met mijn vriendje, had ik ook zo’n heimwee naar thuis. Er was totaal geen reden voor, maar het is een vervelend buikgevoel.
Eerst halen we in Voorburg de moeder van T. op. Er doet een hele leuke vrouw stijlvol in ’t zwart gekleed open en nodigt ons uit binnen te komen. Ze eet nog even wat voor ontbijt en ik zit in haar tuin met mijn client die graag een sigaret wil roken. We gaan zo op weg naar de begrafenis van de broer van mijn client. En dat is tegelijkertijd T. zijn vader. Ik schrijf de naam van T. niet voluit in verband met zijn privacy en die van zijn vrouw. T. is namelijk een heel bekende, goed uitziende acteur in Nederlandse televisieseries zoals Nieuwe buren, Divorce, Flikken Maastricht en de film Hartenstrijd. Ik ontmoet hem op de parkeerplaats van de uitvaartorganisatie. Hij schudt mijn hand, ik condoleer hem en als we naar binnen lopen wijst hij mij erop dat mijn deur van de Volvo niet goed dicht zit. Zijn vrouw is ook een bekende actrice én zangeres. Een heel knappe vrouw. Wanneer ik haar hand schud zegt ze dat het fijn is dat ik mijn client hiermee wil helpen. Ze zal tijdens het afscheid een prachtig Franstalig lied zingen. Mijn client gaat achter zijn rollator afscheid nemen van zijn broer in een gesloten kamer en ik wacht rustig op de gang. Ik zie mensen elkaar condoleren en vang hier en daar wat gesprekjes op. Ik houd ervan om mensen te bekijken op een afstand. Stalking noemen mijn kinderen dat. Ik krijg een kopje thee aangereikt en daarna lopen we (ik achter de rolstoel met mijn client) naar de zaal waar het afscheid zal plaats vinden. Er zijn wel zeven sprekers. Veel collega’s van client’s broer. Broer heeft meegewerkt aan het ontwerpen van wetten die met echtscheiding te maken hebben. Hij heeft ook een ridderorde mogen ontvangen. De speech van zijn zoon is emotioneel. Vooral de leegte die T. voelde in de relatie met zijn vader kan hij heel goed verwoorden in zijn lange speech. Iedereen voelde het in z’n lijf. Ik houd het niet droog. Ik zie iedereen om me heen tranen van zijn wangen vegen, voel me er ongemakkelijk bij. Ondanks dat ik achterin tegen een muur probeer onzichtbaar te zijn, ben ik een ongenodigde aanwezige in deze zaal. Ik ken T. alleen van televisie en sta hier te huilen! Mijn client leest een Joods gebed op en vertelt een leuke anekdote die een lach oproept. We luisteren naar een mooi live Bach optreden van een fluitist. Wanneer het einde van het afscheid nadert schiet ik de achterdeur uit en loop naar het toilet. Mijn ogen drogen en daarna de rolstoel die ik buiten heb geparkeerd ophalen om buiten klaar te staan om met mijn client naar het graf te rijden. Omdat ik bij de openslaande deuren sta te wachten sta ik voor mijn gevoel te intiem dichtbij de familieleden die met de gedragen kist naar buiten lopen. De rolstoel blijkt ook nog niet veel later een lekke band te hebben! Met client’s dochter wisselen we hem snel om voor een goede rolstoel. Uit alles blijkt dat we afscheid nemen van een markant man. Met een énorme liefde voor boeken. Alle zeven sprekers hebben het over zijn liefde voor boeken. Als we terug lopen staat er een tafel vol met ingepakte boeken in de hal. We worden uitgenodigd allemaal een boek mee te nemen. In de auto valt mijn client na een korte terugblik op het afscheid knikkebollend in slaap. Net voor Breda wordt hij wakker. Hij bedankt mij, maar ik bedank hém dat ik zo’n mooi afscheid van zijn broer mocht bijwonen.
― John Green
Met een volgeladen oude Volvo en een stampvol geladen hippiebus mét een fiets achterop rijden vier zongebruinde gezinsleden naar het Zeeuwse Middelburg. Precies één nachtje thuis geslapen en hup…verhuizen! We hebben geen idee wat ons te wachten staat. Eenmaal aangekomen bij de studentenflat blijken veel studenten in en uit te verhuizen. Overal meubels bij de voordeur die weg mogen, steekkarretjes, een illegaal boodschappenwagentje en op de stoep geparkeerde gehuurde bestelbusjes. De liften worden steeds vast gehouden om ze zo vol mogelijk te proppen. Het lege appartementje (het is écht geen studentenkamertje te noemen) ziet er er goed uit. De badkamer is buiten proportie groot, een klein en onhandig keukentje en een raam over de hele lengte met geweldig uitzicht over het stadje en het Zeeuwse platteland. Het strand, acht kilometer verderop, is net niet te zien. Als je later beter kijkt zie je dat alle muren gewit moeten worden, het keukentje wat uitgebouwd moet worden en de doucheruimte (voor invaliden) teveel ruimte inneemt. Werk aan de winkel. De rollers, kwasten, schoonmaakspullen en emmers latex worden naar boven gesjouwd en aan de slag. Tijdens het witten hoor ik de zeemeeuwen buiten krijsen. Eind van de middag kunnen we niks meer doen en rijden we naar IKEA in Breda. Een matras, een kledingkast, beddengoed en veel leuke details. Meteen gegeten daar. Wederom met een volgeladen stationwagon rijden we naar ons huis. Snel gordijnen en nieuw beddengoed wassen. Op zondagochtend rijden we weer naar het christelijke Middelburg waar we de bewoners in hun zondagse kleding naar de kerk zien gaan. De buurtsuper en bakkertjes blijken gesloten op zondag… Manlief zet op de gang uren lang een kledingkast in elkaar, bouwt de keuken uit tot een volwaardig IKEA-keukentje met een prachtige plank, een verlenging van het aanrecht en een nieuwe combi-oven en elektrische kookplaat. We ruimen alles leuk in. Studente in spé zelf is met nieuwe medebewoners boodschappen gaan doen en koken. Jongste dochter en ik plakken heel geduldig een enorme raamsticker naast de voordeur, maken nóg eens schoon en ruimen op terwijl mijn eega op de valreep een douchestang met gordijn ophangt. Halverwege de avond vertrekken we zonder avondeten, moe maar voldaan naar huis. Een auto volgestouwd met lege IKEA dozen, teilen, lege verfemmers en plastic afval. Eind van de avond krijgen we een bericht van middelste dochter. Ze is weer ‘thuis’ en voelt zich verschrikkelijk alleen. Ze is heel tevreden met opgeknapt appartementje, maar wil er liever niet zijn… Ik herken dat gevoel heel goed. Toen ik vanuit mijn ouderlijk huis verhuisde naar een geweldig benedenhuis in Amsterdam, samen met mijn vriendje, had ik ook zo’n heimwee naar thuis. Er was totaal geen reden voor, maar het is een vervelend buikgevoel.
Eerst halen we in Voorburg de moeder van T. op. Er doet een hele leuke vrouw stijlvol in ’t zwart gekleed open en nodigt ons uit binnen te komen. Ze eet nog even wat voor ontbijt en ik zit in haar tuin met mijn client die graag een sigaret wil roken. We gaan zo op weg naar de begrafenis van de broer van mijn client. En dat is tegelijkertijd T. zijn vader. Ik schrijf de naam van T. niet voluit in verband met zijn privacy en die van zijn vrouw. T. is namelijk een heel bekende, goed uitziende acteur in Nederlandse televisieseries zoals Nieuwe buren, Divorce, Flikken Maastricht en de film Hartenstrijd. Ik ontmoet hem op de parkeerplaats van de uitvaartorganisatie. Hij schudt mijn hand, ik condoleer hem en als we naar binnen lopen wijst hij mij erop dat mijn deur van de Volvo niet goed dicht zit. Zijn vrouw is ook een bekende actrice én zangeres. Een heel knappe vrouw. Wanneer ik haar hand schud zegt ze dat het fijn is dat ik mijn client hiermee wil helpen. Ze zal tijdens het afscheid een prachtig Franstalig lied zingen. Mijn client gaat achter zijn rollator afscheid nemen van zijn broer in een gesloten kamer en ik wacht rustig op de gang. Ik zie mensen elkaar condoleren en vang hier en daar wat gesprekjes op. Ik houd ervan om mensen te bekijken op een afstand. Stalking noemen mijn kinderen dat. Ik krijg een kopje thee aangereikt en daarna lopen we (ik achter de rolstoel met mijn client) naar de zaal waar het afscheid zal plaats vinden. Er zijn wel zeven sprekers. Veel collega’s van client’s broer. Broer heeft meegewerkt aan het ontwerpen van wetten die met echtscheiding te maken hebben. Hij heeft ook een ridderorde mogen ontvangen. De speech van zijn zoon is emotioneel. Vooral de leegte die T. voelde in de relatie met zijn vader kan hij heel goed verwoorden in zijn lange speech. Iedereen voelde het in z’n lijf. Ik houd het niet droog. Ik zie iedereen om me heen tranen van zijn wangen vegen, voel me er ongemakkelijk bij. Ondanks dat ik achterin tegen een muur probeer onzichtbaar te zijn, ben ik een ongenodigde aanwezige in deze zaal. Ik ken T. alleen van televisie en sta hier te huilen! Mijn client leest een Joods gebed op en vertelt een leuke anekdote die een lach oproept. We luisteren naar een mooi live Bach optreden van een fluitist. Wanneer het einde van het afscheid nadert schiet ik de achterdeur uit en loop naar het toilet. Mijn ogen drogen en daarna de rolstoel die ik buiten heb geparkeerd ophalen om buiten klaar te staan om met mijn client naar het graf te rijden. Omdat ik bij de openslaande deuren sta te wachten sta ik voor mijn gevoel te intiem dichtbij de familieleden die met de gedragen kist naar buiten lopen. De rolstoel blijkt ook nog niet veel later een lekke band te hebben! Met client’s dochter wisselen we hem snel om voor een goede rolstoel. Uit alles blijkt dat we afscheid nemen van een markant man. Met een énorme liefde voor boeken. Alle zeven sprekers hebben het over zijn liefde voor boeken. Als we terug lopen staat er een tafel vol met ingepakte boeken in de hal. We worden uitgenodigd allemaal een boek mee te nemen. In de auto valt mijn client na een korte terugblik op het afscheid knikkebollend in slaap. Net voor Breda wordt hij wakker. Hij bedankt mij, maar ik bedank hém dat ik zo’n mooi afscheid van zijn broer mocht bijwonen.
zondag 12 augustus 2018
Soča rivier
Lucid daughter of the mountains
Graceful in all your natural beauty
In keeping clearness of your depths
Untouched by wrath of darkest storms
- Simon Gregorcic (about Soča river)
Ik werd aangetrokken door de grote, gladde zwerfkeien in de snelstromende rivier. Op de nieuwe camping - die aan de prachtig blauwe Soča rivier ligt – gingen we na het opzetten van het kleine bijzettentje en het keukentje, bij de rivier kijken. Eerder reden we met de kampeerbus door de Tolmin gorge in het Triglav National Park wat al een feestje was. Manlief en kinderen liepen na een eerste blik op de rivier eigenlijk meteen door naar het terras voor een ijskoude cola. Ik deed daarentegen mijn korte broekje uit en legde hem op een steen. Mijn slippertjes ernaast. Ik legde mijn waterfles onderwater vast tussen een paar stenen. Ik ging in mijn bikini en op blote voetjes door het ijskoude, hard stromende water naar een grote riviersteen. Ik liet mijn voeten in het water bungelen. Het was ijskoud, maar dat kon me niet schelen. Ik zat met mijn voeten in de felblauwe rivier. Mijn blik gericht op de opdoemende Julische Alpen. Majestueuze reuzen van bergen. Op sommige schaduwplekjes lag zelfs nog sneeuw. De hemel was net zo blauw als het water. De zon scheen fel naar beneden. Ik las mijn boek. Toch bleef ik maar om me heen kijken. En luisteren. Het gekabbel van het water. In de verte de stemmen van vrolijke kinderen die een dammetje in het water bouwden van stenen of zich op een opgeblazen krokodil of band mee lieten voeren door de stroming van het water. Ik ontspande helemaal.
Ik kan bijna geen stap meer zetten. Ik voel tranen opkomen van zelfmedelijden. Ik zet voet voor voet. Tergend traag. Ik voel bij elke stap de scherpe nageltjes in mijn tenen ernaast snijden. Ik voel voeten vol pijnlijke blaren. Blaren op mijn tenen, onder mijn enkel... Ik draag mijn hoge Palladiums eigenlijk alleen tijdens reizen zoals nu. Al in het begin van de Soča trail stap ik naast een riviersteen in het water en zijn mijn schoenen kletsnat. Zevenenhalf uur lang, eenentwintig-en-een-halve kilometer lang!, loop ik met natte sokken in natte schoenen die ik te weinig draag. Blaren dus. Via een hangende loopbrug over de Soča rivier komen we uiteindelijk aan op de camping. Ik ga meteen zitten op het eerste gras dat ik zie. Uit die pijnlijke schoenen! Mijn lief loopt ondertussen flink door naar de kampeerbus en vult onze afwasteil met koud water en een scheut geurende Weleda duindoorn wasgel. Ik kom op blote voeten op een slakkengangetje aan strompelen. Ik plof met een heel diepe zucht op een stoel en steek één voor één mijn zeer pijnlijke voeten in de teil. Onderweg had mijn eega al zo lief gezegd dat hij me zou dragen als hij dat kon. Hij stelde zelfs voor, toen we twee kilometer van de camping waren, om ons vouwfietsje voor me te halen. Dat is echter levensgevaarlijk op de slingerende autoweg zonder fietspad. Een gebaar van echte liefde vind ik. Ook liep hij alle eenentwintig-en-een-halve kilometer met vierenhalve liter water op z’n rug die we elke keer opnieuw bijvulden in de frisse stroompjes van de Soča rivier. Het Soča trail idee ontstond bij de receptie van de camping toen we een wandelkaart kregen van de Soča trail en de timetable van de bus die ons bij het beginpunt zou afzetten. Het is een zeer avontuurlijk pad met diverse enge, hangende loopbruggen over de rivier. Kilometers wandelpad door het schaduwrijke bos naast de blauwe rivier met versnellingen. Prachtige kiezelstrandjes met felblauwe zwempoeltjes waar we het water in gingen. Best leuk. Helaas bestaan de paden ook uit oude boomwortels die hoog boven het pad uitsteken. Zóveel wortels dat je je voet nauwelijks gestrekt neer kunt zetten waardoor je na een paar kilometer helemaal horrendol wordt van die boomwortels! Ik riep gefrustreerd uit dat ik vannacht in mijn dromen wat boomwortels zou vermoorden. Eenmaal gedoucht en een beetje uitgerust bij een kop tomatensoep kwamen we al lachend tot de conclusie dat het niet anders kan dan dat soča ‘boomwortel’ betekent in het Sloveens!
Soča – 7 augustus 2018
Graceful in all your natural beauty
In keeping clearness of your depths
Untouched by wrath of darkest storms
- Simon Gregorcic (about Soča river)
Ik werd aangetrokken door de grote, gladde zwerfkeien in de snelstromende rivier. Op de nieuwe camping - die aan de prachtig blauwe Soča rivier ligt – gingen we na het opzetten van het kleine bijzettentje en het keukentje, bij de rivier kijken. Eerder reden we met de kampeerbus door de Tolmin gorge in het Triglav National Park wat al een feestje was. Manlief en kinderen liepen na een eerste blik op de rivier eigenlijk meteen door naar het terras voor een ijskoude cola. Ik deed daarentegen mijn korte broekje uit en legde hem op een steen. Mijn slippertjes ernaast. Ik legde mijn waterfles onderwater vast tussen een paar stenen. Ik ging in mijn bikini en op blote voetjes door het ijskoude, hard stromende water naar een grote riviersteen. Ik liet mijn voeten in het water bungelen. Het was ijskoud, maar dat kon me niet schelen. Ik zat met mijn voeten in de felblauwe rivier. Mijn blik gericht op de opdoemende Julische Alpen. Majestueuze reuzen van bergen. Op sommige schaduwplekjes lag zelfs nog sneeuw. De hemel was net zo blauw als het water. De zon scheen fel naar beneden. Ik las mijn boek. Toch bleef ik maar om me heen kijken. En luisteren. Het gekabbel van het water. In de verte de stemmen van vrolijke kinderen die een dammetje in het water bouwden van stenen of zich op een opgeblazen krokodil of band mee lieten voeren door de stroming van het water. Ik ontspande helemaal.
Ik kan bijna geen stap meer zetten. Ik voel tranen opkomen van zelfmedelijden. Ik zet voet voor voet. Tergend traag. Ik voel bij elke stap de scherpe nageltjes in mijn tenen ernaast snijden. Ik voel voeten vol pijnlijke blaren. Blaren op mijn tenen, onder mijn enkel... Ik draag mijn hoge Palladiums eigenlijk alleen tijdens reizen zoals nu. Al in het begin van de Soča trail stap ik naast een riviersteen in het water en zijn mijn schoenen kletsnat. Zevenenhalf uur lang, eenentwintig-en-een-halve kilometer lang!, loop ik met natte sokken in natte schoenen die ik te weinig draag. Blaren dus. Via een hangende loopbrug over de Soča rivier komen we uiteindelijk aan op de camping. Ik ga meteen zitten op het eerste gras dat ik zie. Uit die pijnlijke schoenen! Mijn lief loopt ondertussen flink door naar de kampeerbus en vult onze afwasteil met koud water en een scheut geurende Weleda duindoorn wasgel. Ik kom op blote voeten op een slakkengangetje aan strompelen. Ik plof met een heel diepe zucht op een stoel en steek één voor één mijn zeer pijnlijke voeten in de teil. Onderweg had mijn eega al zo lief gezegd dat hij me zou dragen als hij dat kon. Hij stelde zelfs voor, toen we twee kilometer van de camping waren, om ons vouwfietsje voor me te halen. Dat is echter levensgevaarlijk op de slingerende autoweg zonder fietspad. Een gebaar van echte liefde vind ik. Ook liep hij alle eenentwintig-en-een-halve kilometer met vierenhalve liter water op z’n rug die we elke keer opnieuw bijvulden in de frisse stroompjes van de Soča rivier. Het Soča trail idee ontstond bij de receptie van de camping toen we een wandelkaart kregen van de Soča trail en de timetable van de bus die ons bij het beginpunt zou afzetten. Het is een zeer avontuurlijk pad met diverse enge, hangende loopbruggen over de rivier. Kilometers wandelpad door het schaduwrijke bos naast de blauwe rivier met versnellingen. Prachtige kiezelstrandjes met felblauwe zwempoeltjes waar we het water in gingen. Best leuk. Helaas bestaan de paden ook uit oude boomwortels die hoog boven het pad uitsteken. Zóveel wortels dat je je voet nauwelijks gestrekt neer kunt zetten waardoor je na een paar kilometer helemaal horrendol wordt van die boomwortels! Ik riep gefrustreerd uit dat ik vannacht in mijn dromen wat boomwortels zou vermoorden. Eenmaal gedoucht en een beetje uitgerust bij een kop tomatensoep kwamen we al lachend tot de conclusie dat het niet anders kan dan dat soča ‘boomwortel’ betekent in het Sloveens!
Soča – 7 augustus 2018
donderdag 9 augustus 2018
Go with the flow
Don’t tell me how educated you are, tell me how much you traveled.
- Mohammed
Onderweg in de taxi naar het busstation wordt de chauffeur gebeld. “Hebben jullie een tas laten staan?” vraagt hij vervolgens aan ons. “Nee hoor” zeggen we alle vier in koor en dan bedenk ik me dat ik mijn fototas op het muurtje heb laten staan. We waren met de taxi in aller ijl onderweg naar de bus, omdat er op zaterdag kennelijk nauwelijks treinen rijden naar de hoofdstad. Nu mijn tas eerst opgehaald moet worden gaan we vast onze bus missen en ook deze rijdt maar een paar keer per dag. Wat een domper! De chauffeur Dario doet echter z’n uiterste best op de bochtige bergweg en ondanks dat hij nog een aanvarinkje krijgt met een andere bestuurder levert hij ons op tijd af op het station. We zien nog wel hoe we weer terug komen, want zijn dienst stopt om vijf uur en zijn enige collega op de taxi is vreemd genoeg alleen per e-mail bereikbaar. Een uurtje later staan we in Ljubljana. Eerst willen we naar het eeuwenoude kasteel op de top van de heuvel. Bezweet en moe komen we aan. Er is een beneveld terras waar we op adem komen met koude limonade. De rondleiding valt ons tegen. De hoge uitkijktoren, die met een enge wenteltrap bereikbaar is, is wel de moeite waard. Naar beneden lopen is veel makkelijker en voor we het weten zitten we weer op een gezellig terras aan de rivier Ljubljanica. De sfeer in dit piepkleine hoofdstadje is heel provinciaal en relaxt. We gaan een uurtje lezen op een bankje in de schaduw van een groen stadspark. Wanneer we daar met een dreigende steen weg gejaagd worden door twee zwervers (het is namelijk hún bankje) slenteren we het stadsgedruis weer in. Allereerst lopen we naar de lekkerste ijssalon Romantika waar we op het terras, in de schaduw van grote oude bomen, perfect uitzicht op het kasteel hebben. We slenteren over de gezellige boulevard naast de rivier en lopen tegen een heel leuke groep muzikanten aan. Ze komen elk uit een ander land maar spelen samen met zoveel plezier. Op blote voeten zingt de Braziliaanse de sterren van de hemel. Er vormt zich een flinke groep met luisteraars om ze heen en wij blijven ook een tijd in de schaduw luisteren. Op een stuk karton vragen ze om een plekje om hun tentjes op te zetten. Gezellig om deze groep zigeuners op bezoek te krijgen! De treinreis terug gaat door de bergen met veel bochten. Ik voel me alsof ik in een aflevering van de documentaire over werelds mooiste treinreizen zit. In de trein stuurt manlief een mail naar de taxichauffeur en hij reageert zowaar heel snel. Netjes staat hij ons op het oude stationnetje op te wachten om ons weer naar de groene camping te brengen. In het afgelegen woud waar bruinen beren, vossen en herten huizen.
Tegen het middaguur vertrekken we met onze eigen hippiebus naar Rakov Skocjan. Dat is nu een soort gorge omdat het plafond van de grot ingestort is. Er loopt een (vroeger ondergrondse) rivier en op twee stukken is het plafond van de grot bewaard gebleven waardoor er twee natuurlijke bruggen overgebleven zijn. We willen de hele wandelroute lopen, maar als we de bus voor de eerste keer parkeren zien we op een informatiebord dat we pas halverwege zijn. We stappen vrolijk weer in en rijden verder naar boven door het bos. We begrijpen de informatie niet helemaal op het volgende punt en besluiten maar gewoon te starten met de brochure waarop de route staat aangegeven. We lopen wel drie keer een doodlopend pad op. Eén keer denken we dat we door de rotsspleet heen moeten. Jongste dochter gaat heldhaftig voorop. Al snel vindt ze het te eng en loopt haar papa voorop met de zaklamp van z’n iPhone. Het is écht te eng voor ons, we gaan wéér terug. Zo raken we wel ontmoedigd om verder te wandelen. Ook vanwege de hitte. Gelukkig vinden we dan snel het juiste wandelpad. We zien een zeventig meter diepe pothole waar de grot is ingestort. We zien een kleine natuurlijke brug waar je overheen kunt lopen. We zien ook een grote brug waar we onderdoor lopen zoals in een grot. We picknicken onderweg en zijn al met al twee uur onderweg. Het grootste deel gelukkig in de schaduw van het woud.
Postojna – 5 augustus 2018
- Mohammed
Onderweg in de taxi naar het busstation wordt de chauffeur gebeld. “Hebben jullie een tas laten staan?” vraagt hij vervolgens aan ons. “Nee hoor” zeggen we alle vier in koor en dan bedenk ik me dat ik mijn fototas op het muurtje heb laten staan. We waren met de taxi in aller ijl onderweg naar de bus, omdat er op zaterdag kennelijk nauwelijks treinen rijden naar de hoofdstad. Nu mijn tas eerst opgehaald moet worden gaan we vast onze bus missen en ook deze rijdt maar een paar keer per dag. Wat een domper! De chauffeur Dario doet echter z’n uiterste best op de bochtige bergweg en ondanks dat hij nog een aanvarinkje krijgt met een andere bestuurder levert hij ons op tijd af op het station. We zien nog wel hoe we weer terug komen, want zijn dienst stopt om vijf uur en zijn enige collega op de taxi is vreemd genoeg alleen per e-mail bereikbaar. Een uurtje later staan we in Ljubljana. Eerst willen we naar het eeuwenoude kasteel op de top van de heuvel. Bezweet en moe komen we aan. Er is een beneveld terras waar we op adem komen met koude limonade. De rondleiding valt ons tegen. De hoge uitkijktoren, die met een enge wenteltrap bereikbaar is, is wel de moeite waard. Naar beneden lopen is veel makkelijker en voor we het weten zitten we weer op een gezellig terras aan de rivier Ljubljanica. De sfeer in dit piepkleine hoofdstadje is heel provinciaal en relaxt. We gaan een uurtje lezen op een bankje in de schaduw van een groen stadspark. Wanneer we daar met een dreigende steen weg gejaagd worden door twee zwervers (het is namelijk hún bankje) slenteren we het stadsgedruis weer in. Allereerst lopen we naar de lekkerste ijssalon Romantika waar we op het terras, in de schaduw van grote oude bomen, perfect uitzicht op het kasteel hebben. We slenteren over de gezellige boulevard naast de rivier en lopen tegen een heel leuke groep muzikanten aan. Ze komen elk uit een ander land maar spelen samen met zoveel plezier. Op blote voeten zingt de Braziliaanse de sterren van de hemel. Er vormt zich een flinke groep met luisteraars om ze heen en wij blijven ook een tijd in de schaduw luisteren. Op een stuk karton vragen ze om een plekje om hun tentjes op te zetten. Gezellig om deze groep zigeuners op bezoek te krijgen! De treinreis terug gaat door de bergen met veel bochten. Ik voel me alsof ik in een aflevering van de documentaire over werelds mooiste treinreizen zit. In de trein stuurt manlief een mail naar de taxichauffeur en hij reageert zowaar heel snel. Netjes staat hij ons op het oude stationnetje op te wachten om ons weer naar de groene camping te brengen. In het afgelegen woud waar bruinen beren, vossen en herten huizen.
Tegen het middaguur vertrekken we met onze eigen hippiebus naar Rakov Skocjan. Dat is nu een soort gorge omdat het plafond van de grot ingestort is. Er loopt een (vroeger ondergrondse) rivier en op twee stukken is het plafond van de grot bewaard gebleven waardoor er twee natuurlijke bruggen overgebleven zijn. We willen de hele wandelroute lopen, maar als we de bus voor de eerste keer parkeren zien we op een informatiebord dat we pas halverwege zijn. We stappen vrolijk weer in en rijden verder naar boven door het bos. We begrijpen de informatie niet helemaal op het volgende punt en besluiten maar gewoon te starten met de brochure waarop de route staat aangegeven. We lopen wel drie keer een doodlopend pad op. Eén keer denken we dat we door de rotsspleet heen moeten. Jongste dochter gaat heldhaftig voorop. Al snel vindt ze het te eng en loopt haar papa voorop met de zaklamp van z’n iPhone. Het is écht te eng voor ons, we gaan wéér terug. Zo raken we wel ontmoedigd om verder te wandelen. Ook vanwege de hitte. Gelukkig vinden we dan snel het juiste wandelpad. We zien een zeventig meter diepe pothole waar de grot is ingestort. We zien een kleine natuurlijke brug waar je overheen kunt lopen. We zien ook een grote brug waar we onderdoor lopen zoals in een grot. We picknicken onderweg en zijn al met al twee uur onderweg. Het grootste deel gelukkig in de schaduw van het woud.
Postojna – 5 augustus 2018
maandag 6 augustus 2018
Groen
I am always astonished by a forest. It makes me realize that the fantasy of nature is much larger than my own fantasy. I still have things to learn.
- Gunter Grass
We pakken deze vroege ochtend een kleine grensovergang zonder wachttijd. We zijn op weg naar de bergen en grotten in het midden van Slovenië. Onderweg bezoeken we eerst het Secovlje Saline Nature Park. Zoutvelden aan zee gelegen waar zeezout handmatig verzameld wordt. De mannen dragen een rieten hoed en een soort houten sandalen waarmee ze over de zoutvelden lopen die met houten sluisjes van zeewater voorzien worden. Het oogsten tot bergjes zout gebeurt met een soort houten trekker. Vervolgens wordt het zout door mannen op houten karren geschept die over een treinrailsje rijden. Wat een werk in die hitte! Zout is in verschillende soorten te koop tegenwoordig. En goedkoop. Heel lang geleden was het zeldzaam en heel waardevol. Het werd gebruikt als ruilmiddel en soldaten werden zelfs uitbetaald in zout! Zo werden nieuwe handelsroutes ontdekt en ontstonden nieuwe rijkdommen. Later rijden we over een schitterende kustroute met de ramen wijd open om het uiterst zuidelijk gelegen havenstadje Piran te bereiken. Onze oude bus parkeren we in een garage vlak buiten de stad. We passen er nét in met het hoge dak. Na een kilometer zwetend wandelen over de boulevard bereiken we het pittoreske centrum. Italië in het klein. Wederom kleine smalle straatjes die bestaan uit keitjes. Mooie pleintjes en hoge huizen met houten luiken. Het is alleen zo warm vandaag. Om verkoeling te zoeken duiken we het kleine aquarium in - gelegen in een oud pand aan de haven. Hoe leuk om alle vissen te herkennen waar we de dagen ervoor tussen gezwommen hebben! Eenmaal afgekoeld durven we het weer aan om buiten verder te slenteren. We vleien neer op een terras voor lunch. Terug in de bus zetten we alle ramen wederom wijd open en rijden het binnenland in. De bergen worden steeds hoger en groener. Als we op een doodlopende smalle bergweg rijden richting de volgende camping geniet ik van de mooie frisse bossen en de bosgeur. Op de camping schrikken we een klein beetje. We mogen zélf een plek uitzoeken. De weggetjes lopen steil omhoog met bochten. Hoe vinden we een horizontaal gelegen plek voor de bus? We dolen wat rond maar zo gaat het niet werken. Manlief zet de auto ergens neer en ik loop met de meiden over de bosrijke camping. We vinden gelukkig een heerlijke koele plek in het groen.
Midden op deze heuvelachtige camping zit een diep gat met een soort wenteltrap van tachtig meter naar beneden. Geen pothole, geen cenote zoals in Mexico - ook al lijkt het er wel op. Het is de ingang naar twee grotten. We dalen de steile trappen af en stappen de donkere, koude grot in. Er loopt een ondergrondse rivier vanuit Ljubljana die we volgen. We hoeven niet door de rivier, er is een pad naast het water uitgehakt. Deze grot is in 1925 ontdekt. Ik probeer me dat voor te stellen. Er was nog geen elektriciteit of zaklamp. Ik stel me voor dat ze met brandende olielampen door het water hebben gewaad en ondertussen veel ‘oooh!’ en ‘aaah!’ hebben uitgeroepen. Grote zalen met lange stalagtieten als chandeliers aan het plafond. Wij lopen achter een gids aan die teveel woorden gebruikt voor zijn uitleg. Er zijn lampen aangebracht die hij kan bedienen. Het wordt steeds kouder. Er is een deur aangebracht tussen de twee grotten vanwege het drukverschil. Wanneer hij die deur op een kier zet hoor je de wind loeien. Terwijl we achter de deur omhoog klimmen naar de zwarte grot voelen we de temperatuur verder dalen. Wederom gebruik ik mijn verbeelding. Zo klommen de ontdekkers met hun koude, kletsnatte kleren door de winderige grot. Natuurlijk hebben wij droge, lange broeken en vesten aan - ook al is het buiten boven de dertig graden. In deze zwarte grot zijn de wanden, de stalagtieten en stalagmieten zwart gekleurd. Tijdens alle oorlogen - Slovenië heeft een lange geschiedenis van vele bezettingen en oorlogen – hebben mensen zich in de grotten verstopt. Het eerste wat ze deden in de koude, donkere grotten was natuurlijk een vuurtje steken. Wanneer we weer naar buiten klimmen, op een andere plek in het bos achter de camping, zien we een herdenkingsstandbeeld van het verzet uit de Tweede Wereldoorlog. Er blijken duizenden grotten in dit kleine landje aanwezig te zijn, vele nog onontdekt. Als je hier een huis wilt laten bouwen moet eerst onderzocht worden of er geen grot onder ligt in verband met instortingsgevaar. Een heel grottenstelsel dat alles met elkaar verbindt. De zwarte grot is ook verbonden, en wel met werelds meest bekende Postojna grotten een paar kilometer verderop. Wachttijden van meer dan anderhalf uur zijn daar heel normaal. Wij kozen voor deze onbekende toegang tot het grottenstelsel op onze camping. Iets meer avontuurlijker ook, te voet langs de rivier met een klein groepje campinggasten, dan in een treintje volgeladen met toeristen een paar kilometer onder de grond te reizen.
Postojna – 3 augustus 2018
- Gunter Grass
We pakken deze vroege ochtend een kleine grensovergang zonder wachttijd. We zijn op weg naar de bergen en grotten in het midden van Slovenië. Onderweg bezoeken we eerst het Secovlje Saline Nature Park. Zoutvelden aan zee gelegen waar zeezout handmatig verzameld wordt. De mannen dragen een rieten hoed en een soort houten sandalen waarmee ze over de zoutvelden lopen die met houten sluisjes van zeewater voorzien worden. Het oogsten tot bergjes zout gebeurt met een soort houten trekker. Vervolgens wordt het zout door mannen op houten karren geschept die over een treinrailsje rijden. Wat een werk in die hitte! Zout is in verschillende soorten te koop tegenwoordig. En goedkoop. Heel lang geleden was het zeldzaam en heel waardevol. Het werd gebruikt als ruilmiddel en soldaten werden zelfs uitbetaald in zout! Zo werden nieuwe handelsroutes ontdekt en ontstonden nieuwe rijkdommen. Later rijden we over een schitterende kustroute met de ramen wijd open om het uiterst zuidelijk gelegen havenstadje Piran te bereiken. Onze oude bus parkeren we in een garage vlak buiten de stad. We passen er nét in met het hoge dak. Na een kilometer zwetend wandelen over de boulevard bereiken we het pittoreske centrum. Italië in het klein. Wederom kleine smalle straatjes die bestaan uit keitjes. Mooie pleintjes en hoge huizen met houten luiken. Het is alleen zo warm vandaag. Om verkoeling te zoeken duiken we het kleine aquarium in - gelegen in een oud pand aan de haven. Hoe leuk om alle vissen te herkennen waar we de dagen ervoor tussen gezwommen hebben! Eenmaal afgekoeld durven we het weer aan om buiten verder te slenteren. We vleien neer op een terras voor lunch. Terug in de bus zetten we alle ramen wederom wijd open en rijden het binnenland in. De bergen worden steeds hoger en groener. Als we op een doodlopende smalle bergweg rijden richting de volgende camping geniet ik van de mooie frisse bossen en de bosgeur. Op de camping schrikken we een klein beetje. We mogen zélf een plek uitzoeken. De weggetjes lopen steil omhoog met bochten. Hoe vinden we een horizontaal gelegen plek voor de bus? We dolen wat rond maar zo gaat het niet werken. Manlief zet de auto ergens neer en ik loop met de meiden over de bosrijke camping. We vinden gelukkig een heerlijke koele plek in het groen.
Midden op deze heuvelachtige camping zit een diep gat met een soort wenteltrap van tachtig meter naar beneden. Geen pothole, geen cenote zoals in Mexico - ook al lijkt het er wel op. Het is de ingang naar twee grotten. We dalen de steile trappen af en stappen de donkere, koude grot in. Er loopt een ondergrondse rivier vanuit Ljubljana die we volgen. We hoeven niet door de rivier, er is een pad naast het water uitgehakt. Deze grot is in 1925 ontdekt. Ik probeer me dat voor te stellen. Er was nog geen elektriciteit of zaklamp. Ik stel me voor dat ze met brandende olielampen door het water hebben gewaad en ondertussen veel ‘oooh!’ en ‘aaah!’ hebben uitgeroepen. Grote zalen met lange stalagtieten als chandeliers aan het plafond. Wij lopen achter een gids aan die teveel woorden gebruikt voor zijn uitleg. Er zijn lampen aangebracht die hij kan bedienen. Het wordt steeds kouder. Er is een deur aangebracht tussen de twee grotten vanwege het drukverschil. Wanneer hij die deur op een kier zet hoor je de wind loeien. Terwijl we achter de deur omhoog klimmen naar de zwarte grot voelen we de temperatuur verder dalen. Wederom gebruik ik mijn verbeelding. Zo klommen de ontdekkers met hun koude, kletsnatte kleren door de winderige grot. Natuurlijk hebben wij droge, lange broeken en vesten aan - ook al is het buiten boven de dertig graden. In deze zwarte grot zijn de wanden, de stalagtieten en stalagmieten zwart gekleurd. Tijdens alle oorlogen - Slovenië heeft een lange geschiedenis van vele bezettingen en oorlogen – hebben mensen zich in de grotten verstopt. Het eerste wat ze deden in de koude, donkere grotten was natuurlijk een vuurtje steken. Wanneer we weer naar buiten klimmen, op een andere plek in het bos achter de camping, zien we een herdenkingsstandbeeld van het verzet uit de Tweede Wereldoorlog. Er blijken duizenden grotten in dit kleine landje aanwezig te zijn, vele nog onontdekt. Als je hier een huis wilt laten bouwen moet eerst onderzocht worden of er geen grot onder ligt in verband met instortingsgevaar. Een heel grottenstelsel dat alles met elkaar verbindt. De zwarte grot is ook verbonden, en wel met werelds meest bekende Postojna grotten een paar kilometer verderop. Wachttijden van meer dan anderhalf uur zijn daar heel normaal. Wij kozen voor deze onbekende toegang tot het grottenstelsel op onze camping. Iets meer avontuurlijker ook, te voet langs de rivier met een klein groepje campinggasten, dan in een treintje volgeladen met toeristen een paar kilometer onder de grond te reizen.
Postojna – 3 augustus 2018
vrijdag 3 augustus 2018
Geheimen van de zee
Travel is like love, mostly because it’s a heightened state of awareness, in which we are mindful, receptive, undimmed by familiarity and ready to be transformed. That is why the best trips, like the best love affairs, never really end.
- Pico Lyer
‘Zie ik daar nu twee zeehondjes zwemmen?’ Ik zit op een rots over zee uit te kijken. Het is het einde van een lome, warme middag. Steeds twee koppies heel kort boven water en meteen weer onder water. Natte koppies met een zwarte duikbril. Het zijn onze twee dochters. Ze zwemmen meer onder water dan boven water. Ook liever dieper in de zee dan in het ondiepe. Als ik boven ze zwem met mijn flippers, duikbril en snorkelpijp lijken het net twee zeemeerminnen onder mij. Ze tuimelen en duiken naar de bodem. Ze achtervolgen gekleurde vissen of bekijken een schelp op de bodem van dichtbij. Alles zonder snorkelpijpje. Het straalt zoveel vrijheid uit! Een heerlijk reisgevoel komt bij mij boven borrelen. Kroatië, Jordanië, Mexico, Cuba, Tobago, Belize, Egypte, … We hebben wat afgesnorkeld met ons gezin in azuurblauwe oceanen!
Wanneer ik vroeg in de ochtend hardloop zie ik een kiosk waar je sup boarden kunt huren. Op de terugweg stop ik even voor info. Zo komt het dat we eind van de ochtend met z’n viertjes weer langs de vuurtoren en de massagehut wandelen. We komen bij de kiosk en zien de planken al bij het water liggen. Naast een wit kiezelstrandje en héél lichtblauw zeewater. We proppen de duikbrillen onder de elastieken op het board. Na een korte uitleg klimmen de meiden erop en peddelen op hun knieën weg. Ik loop op m’n slippertjes naar wat rotsen die wat verder in zee liggen. Zo probeer ik iets dichterbij foto’s te maken van de sportieve meiden. De rotsen liggen toch verder uit elkaar dan ik dacht. Ik laat mijn slippers achter op een rots, naast mijn fototas. Op blote voeten waad ik door het zeewater met mijn camera hoog in de lucht. Op de volgende rots leg ik mijn camera op de stenen en klim ik oncharmant weer uit het water. De rotsen doen zeer onder mijn blote voeten. Toch blijf ik bijna een half uur daar staan om mooie shots te maken. Ook mijn lief zwemt naar de meiden toe en klimt op een plank. Het zogenaamde ‘suppen’ (standup paddling) lukt alleen de jongste. Ik klim behoedzaam mijn weg terug, leg mijn fotospullen op het kiezelstrand, trek mijn flippers aan en zwem snel met de GoPro naar de planken. Ik zit in no time rechtop op m’n knieën (balans vanwege mijn yogalessen) , maar rechtop staan lukt mij ook niet. Na een uur leveren we de planken weer in . We gaan nog snorkelen met z’n viertjes – dat doen we niet vaak allemaal tegelijk! – en ik geniet van het licht van de bijna spierwitte zanderige zeebodem. Wanneer we weer terug naar de kampeerbus wandelen, pauzeren we bij een heel hip tentje aan het water. Het is nauwelijks meer dan een overdekt terras. De zeewind verkoelt de gasten. Het uitzicht is schitterend met oude olijfbomen die afsteken tegen de azuurblauwe zee. Spaanstalige reggaetón muziek komt uit de boxen. De eigenaar zingt vrolijk mee. Wij ook. In het restaurant aan zee waar we die avond dineren hangt niet zo’n laid back sfeertje, maar ze serveren wél een goede visschotel voor twee personen. De hemel kleurt oranje en paars terwijl de avond vordert. Ik zie een klein meisje steeds over een muurtje naar zee staren. Ineens staan de ober en haar ouders erbij. Onze middelste ziet meteen waarom. Er zwemt een groep dolfijnen voorbij! Ik spring op en ga bij het meisje staan: inderdaad een groep springende, jagende dolfijnen. Er drijft een rubber bootje bij. Wat zou ik graag daar in dat bootje gezeten hebben! De ober vertelt dat deze groep élke dag twee keer voorbij komt zwemmen. In de ochtend rond negen uur de ene kant op en in de avond na zonsondergang nog een keer terug. Onze kampeerbus staat hier zo’n honderdvijftig meter vandaan. Waarom hebben we dit dagelijks ritueel gemist?
Savudrija – 31 juli 2018
- Pico Lyer
‘Zie ik daar nu twee zeehondjes zwemmen?’ Ik zit op een rots over zee uit te kijken. Het is het einde van een lome, warme middag. Steeds twee koppies heel kort boven water en meteen weer onder water. Natte koppies met een zwarte duikbril. Het zijn onze twee dochters. Ze zwemmen meer onder water dan boven water. Ook liever dieper in de zee dan in het ondiepe. Als ik boven ze zwem met mijn flippers, duikbril en snorkelpijp lijken het net twee zeemeerminnen onder mij. Ze tuimelen en duiken naar de bodem. Ze achtervolgen gekleurde vissen of bekijken een schelp op de bodem van dichtbij. Alles zonder snorkelpijpje. Het straalt zoveel vrijheid uit! Een heerlijk reisgevoel komt bij mij boven borrelen. Kroatië, Jordanië, Mexico, Cuba, Tobago, Belize, Egypte, … We hebben wat afgesnorkeld met ons gezin in azuurblauwe oceanen!
Wanneer ik vroeg in de ochtend hardloop zie ik een kiosk waar je sup boarden kunt huren. Op de terugweg stop ik even voor info. Zo komt het dat we eind van de ochtend met z’n viertjes weer langs de vuurtoren en de massagehut wandelen. We komen bij de kiosk en zien de planken al bij het water liggen. Naast een wit kiezelstrandje en héél lichtblauw zeewater. We proppen de duikbrillen onder de elastieken op het board. Na een korte uitleg klimmen de meiden erop en peddelen op hun knieën weg. Ik loop op m’n slippertjes naar wat rotsen die wat verder in zee liggen. Zo probeer ik iets dichterbij foto’s te maken van de sportieve meiden. De rotsen liggen toch verder uit elkaar dan ik dacht. Ik laat mijn slippers achter op een rots, naast mijn fototas. Op blote voeten waad ik door het zeewater met mijn camera hoog in de lucht. Op de volgende rots leg ik mijn camera op de stenen en klim ik oncharmant weer uit het water. De rotsen doen zeer onder mijn blote voeten. Toch blijf ik bijna een half uur daar staan om mooie shots te maken. Ook mijn lief zwemt naar de meiden toe en klimt op een plank. Het zogenaamde ‘suppen’ (standup paddling) lukt alleen de jongste. Ik klim behoedzaam mijn weg terug, leg mijn fotospullen op het kiezelstrand, trek mijn flippers aan en zwem snel met de GoPro naar de planken. Ik zit in no time rechtop op m’n knieën (balans vanwege mijn yogalessen) , maar rechtop staan lukt mij ook niet. Na een uur leveren we de planken weer in . We gaan nog snorkelen met z’n viertjes – dat doen we niet vaak allemaal tegelijk! – en ik geniet van het licht van de bijna spierwitte zanderige zeebodem. Wanneer we weer terug naar de kampeerbus wandelen, pauzeren we bij een heel hip tentje aan het water. Het is nauwelijks meer dan een overdekt terras. De zeewind verkoelt de gasten. Het uitzicht is schitterend met oude olijfbomen die afsteken tegen de azuurblauwe zee. Spaanstalige reggaetón muziek komt uit de boxen. De eigenaar zingt vrolijk mee. Wij ook. In het restaurant aan zee waar we die avond dineren hangt niet zo’n laid back sfeertje, maar ze serveren wél een goede visschotel voor twee personen. De hemel kleurt oranje en paars terwijl de avond vordert. Ik zie een klein meisje steeds over een muurtje naar zee staren. Ineens staan de ober en haar ouders erbij. Onze middelste ziet meteen waarom. Er zwemt een groep dolfijnen voorbij! Ik spring op en ga bij het meisje staan: inderdaad een groep springende, jagende dolfijnen. Er drijft een rubber bootje bij. Wat zou ik graag daar in dat bootje gezeten hebben! De ober vertelt dat deze groep élke dag twee keer voorbij komt zwemmen. In de ochtend rond negen uur de ene kant op en in de avond na zonsondergang nog een keer terug. Onze kampeerbus staat hier zo’n honderdvijftig meter vandaan. Waarom hebben we dit dagelijks ritueel gemist?
Savudrija – 31 juli 2018
dinsdag 31 juli 2018
Een schip op zee
A ship in harbor is safe, but that is not what ships are built for.
- John A. Shedd
Er komt een prachtig antiek vissersschip onze kant op varen. Twee hoge masten en helemaal uit hout gebouwd. Wij mogen vandaag met dit schip de Adriatische Zee op. We varen eerst naar Rodinj. Een eeuwenoud vissersstadje waar de hoge huizen dichtbij elkaar gebouwd zijn aan de zeekant. De kerktoren van de St. Euphemia steekt trots uit op de heuveltop. De smalle straatjes bestaan uit keitjes. Zó glad dat ik op mijn sandaaltjes heel voorzichtig naar beneden moet afdalen. We lopen slenterend over de kade met mooi uitzicht op de pastelkleurige huisjes die tegen de heuvel aangebouwd zijn. We lopen ook over de markt. Er loopt een familie met ballonnen richting de kerk. Een jong bruidspaar staat voor de grote, houten kerkdeuren te wachten. We genieten van de heerlijke koele zeebries boven op de heuvel. Eenmaal beneden bestellen we maar weer eens ijs op een terrasje in een andere baai dan waar het schip ligt. Dan vertrekt het mooie schip richting een fjord, of een soort kanaal eigenlijk. Het Lim fjord is een vijfendertig kilometer lange vallei van dertig meter diep zeewater. Aan elke zijde rijzen steile, groenbegroeide bergen op die tot honderd meter hoog zijn. Prachtig! Het is brak azuurblauw water waardoor er planten en dieren kunnen leven zoals oesters en mosselen. Wilde dieren zoals beren, herten, dassen en vossen leven in deze bergen. En natuurlijk roofvogels. Tijdens het varen krijgen we een lunch geserveerd. De meiden vinden het heerlijk. Mijn lief en ik vinden de vis een tikkeltje droog. Het doet er eigenlijk niet toe, het uitzicht is schitterend. Helaas keren we na een kilometer of tien alweer terug.
De volgende en laatste stop is er een van anderhalf uur in Vrsar. Wederom een oud vissersstadje. We hebben geen puf om met onze volle maag naar boven te klimmen op het heetst van de dag. We kiezen daarom voor het stadsstrand. Manlief en kinderen nestelen zich met hun boeken op een grasveld in de schaduw van bomen. Manlief sluit binnen de kortste keren zijn ogen… Ik loop op blote voeten voorzichtig over het kiezelstrand de zee in. Na een koud colaatje op een terras lopen we wederom over het loopplankje het schip op. Schalen vol fris watermeloen liggen op ons te wachten. We varen in één ruk terug naar Porêc waar we vanmorgen aan boord zijn gegaan. In een uurtje rijden we met een busje terug naar onze opstapplaats. Daar nemen we nog een frisse duik in het zwembad voordat we met natte haren en natte bovenstukjes en een kort broekje naar het hippiedorpje lopen. Dit keer strijken we neer op het terras van een gezellige beachbar. Manlief eet gegrilde sardientjes terwijl wij wraps met rauwe ham eten. De avond valt. Goede muziek uit de boxen. Uitzicht op zee. Goed gezelschap. Een sfeervolle afsluiting van een dag, op een schip, op zee.
Savudrija – 28 juli 2018
- John A. Shedd
Er komt een prachtig antiek vissersschip onze kant op varen. Twee hoge masten en helemaal uit hout gebouwd. Wij mogen vandaag met dit schip de Adriatische Zee op. We varen eerst naar Rodinj. Een eeuwenoud vissersstadje waar de hoge huizen dichtbij elkaar gebouwd zijn aan de zeekant. De kerktoren van de St. Euphemia steekt trots uit op de heuveltop. De smalle straatjes bestaan uit keitjes. Zó glad dat ik op mijn sandaaltjes heel voorzichtig naar beneden moet afdalen. We lopen slenterend over de kade met mooi uitzicht op de pastelkleurige huisjes die tegen de heuvel aangebouwd zijn. We lopen ook over de markt. Er loopt een familie met ballonnen richting de kerk. Een jong bruidspaar staat voor de grote, houten kerkdeuren te wachten. We genieten van de heerlijke koele zeebries boven op de heuvel. Eenmaal beneden bestellen we maar weer eens ijs op een terrasje in een andere baai dan waar het schip ligt. Dan vertrekt het mooie schip richting een fjord, of een soort kanaal eigenlijk. Het Lim fjord is een vijfendertig kilometer lange vallei van dertig meter diep zeewater. Aan elke zijde rijzen steile, groenbegroeide bergen op die tot honderd meter hoog zijn. Prachtig! Het is brak azuurblauw water waardoor er planten en dieren kunnen leven zoals oesters en mosselen. Wilde dieren zoals beren, herten, dassen en vossen leven in deze bergen. En natuurlijk roofvogels. Tijdens het varen krijgen we een lunch geserveerd. De meiden vinden het heerlijk. Mijn lief en ik vinden de vis een tikkeltje droog. Het doet er eigenlijk niet toe, het uitzicht is schitterend. Helaas keren we na een kilometer of tien alweer terug.
De volgende en laatste stop is er een van anderhalf uur in Vrsar. Wederom een oud vissersstadje. We hebben geen puf om met onze volle maag naar boven te klimmen op het heetst van de dag. We kiezen daarom voor het stadsstrand. Manlief en kinderen nestelen zich met hun boeken op een grasveld in de schaduw van bomen. Manlief sluit binnen de kortste keren zijn ogen… Ik loop op blote voeten voorzichtig over het kiezelstrand de zee in. Na een koud colaatje op een terras lopen we wederom over het loopplankje het schip op. Schalen vol fris watermeloen liggen op ons te wachten. We varen in één ruk terug naar Porêc waar we vanmorgen aan boord zijn gegaan. In een uurtje rijden we met een busje terug naar onze opstapplaats. Daar nemen we nog een frisse duik in het zwembad voordat we met natte haren en natte bovenstukjes en een kort broekje naar het hippiedorpje lopen. Dit keer strijken we neer op het terras van een gezellige beachbar. Manlief eet gegrilde sardientjes terwijl wij wraps met rauwe ham eten. De avond valt. Goede muziek uit de boxen. Uitzicht op zee. Goed gezelschap. Een sfeervolle afsluiting van een dag, op een schip, op zee.
Savudrija – 28 juli 2018
zaterdag 28 juli 2018
Zomaar een dag
You don’t choose the day you enter the world and you don’t choose the day you leave. It’s what you do in between that makes all the difference.
- Anita Septimus
Zomaar een dag. Een zomerse dag in juli. Een dag aan de kust. Wanneer ik even voor acht uur wakker word is het eerste dat ik hoor de golven van de Adriatische Zee die stukslaan op de kust. Heel relaxt sta ik op. Het is nog zo rustig om me heen. Ik vouw wat badhanddoeken op en gooi een zakje met de resten van onze vers klaargemaakte garnaaltjes van gisteravond weg. Ik maak mijn lief ook wakker en we trekken ons hardloop tenue aan. Onze meiden slapen nog en we lopen rustig het wandelpad op. Het parcours van zes kilometer is niet vlak, maar wel leuk. Langs de kust, de vuurtoren, langs mooie oude landhuizen en olijfgaarden. We keren om in een klein pittoresk haventje. Eenmaal terug heb ik het zo warm dat ik mijn gympen uit trap voor de kampeerbus en op mijn slippertjes oversteek naar het water. Met mijn sportkleding aan zak in het verkoelende zeewater. Heerlijk! De meiden heb vers brood gehaald bij het bakkertje en we ontbijten met z’n viertjes aan de tafel.
Na het douchen lopen we met z’n viertjes naar een resort verderop. Na vier kilometer wandelen onder de hete zon nemen we een verkoelende duik in het zwembad aldaar. Mooi gelegen aan zee. De reden dat we hier zijn is dat we later het toeristentreintje naar Umag zullen nemen. In Umag – een eeuwenoud, piepklein havenstadje ooit door de Romeinen gebouwd, veroverd door de Venetianen en later de Genuezen – genieten we op een terras aan zee van vier immense ijscoupes. Het regent een klein beetje. We slenteren vervolgens door de smalle straatjes, liggen gestrekt op bankjes te relaxen in de koele zeebries van de haven en dineren daarna weer op een terras aan zee. Wanneer we na het treinritje het stuk terug naar onze Volkswagenbus wandelen begint de zon al te zakken. We lopen door een klein dorpje met een fijne hippiesfeer. Relaxte beachbars en strandtentjes. We lopen door velden die grenzen aan de waterkant. Eenmaal terug til ik mijn stoel en voetenkrukje het pad over en ga zitten onder een paar pijnbomen waar ik elke dag precies de zon in de kalme zee kan zien zakken. Ik heb een fles water, een schriftje met pen en mijn boek mee. Wat laatste gezinnetjes en stelletjes zitten nog op het strand. Een zeilboot zeilt onder de koperen bol door. Mijn lief zit ondertussen naast me, verdiept in zijn boek. De zon zakt vandaag niet in de zee, maar verdwijnt achter een wolk. Een gouden gloed betovert de contouren van de wolk. Zomaar een dag in juli. Aan de kust.
Savudrija – 26 juli 2018
- Anita Septimus
Zomaar een dag. Een zomerse dag in juli. Een dag aan de kust. Wanneer ik even voor acht uur wakker word is het eerste dat ik hoor de golven van de Adriatische Zee die stukslaan op de kust. Heel relaxt sta ik op. Het is nog zo rustig om me heen. Ik vouw wat badhanddoeken op en gooi een zakje met de resten van onze vers klaargemaakte garnaaltjes van gisteravond weg. Ik maak mijn lief ook wakker en we trekken ons hardloop tenue aan. Onze meiden slapen nog en we lopen rustig het wandelpad op. Het parcours van zes kilometer is niet vlak, maar wel leuk. Langs de kust, de vuurtoren, langs mooie oude landhuizen en olijfgaarden. We keren om in een klein pittoresk haventje. Eenmaal terug heb ik het zo warm dat ik mijn gympen uit trap voor de kampeerbus en op mijn slippertjes oversteek naar het water. Met mijn sportkleding aan zak in het verkoelende zeewater. Heerlijk! De meiden heb vers brood gehaald bij het bakkertje en we ontbijten met z’n viertjes aan de tafel.
Na het douchen lopen we met z’n viertjes naar een resort verderop. Na vier kilometer wandelen onder de hete zon nemen we een verkoelende duik in het zwembad aldaar. Mooi gelegen aan zee. De reden dat we hier zijn is dat we later het toeristentreintje naar Umag zullen nemen. In Umag – een eeuwenoud, piepklein havenstadje ooit door de Romeinen gebouwd, veroverd door de Venetianen en later de Genuezen – genieten we op een terras aan zee van vier immense ijscoupes. Het regent een klein beetje. We slenteren vervolgens door de smalle straatjes, liggen gestrekt op bankjes te relaxen in de koele zeebries van de haven en dineren daarna weer op een terras aan zee. Wanneer we na het treinritje het stuk terug naar onze Volkswagenbus wandelen begint de zon al te zakken. We lopen door een klein dorpje met een fijne hippiesfeer. Relaxte beachbars en strandtentjes. We lopen door velden die grenzen aan de waterkant. Eenmaal terug til ik mijn stoel en voetenkrukje het pad over en ga zitten onder een paar pijnbomen waar ik elke dag precies de zon in de kalme zee kan zien zakken. Ik heb een fles water, een schriftje met pen en mijn boek mee. Wat laatste gezinnetjes en stelletjes zitten nog op het strand. Een zeilboot zeilt onder de koperen bol door. Mijn lief zit ondertussen naast me, verdiept in zijn boek. De zon zakt vandaag niet in de zee, maar verdwijnt achter een wolk. Een gouden gloed betovert de contouren van de wolk. Zomaar een dag in juli. Aan de kust.
Savudrija – 26 juli 2018
dinsdag 24 juli 2018
The sound of outer ocean on a beach
The three great elemental sounds in nature are the sound of rain, the sound of wind in a primeval wood, and the sound of outer ocean on a beach.
- Henry Beston
Onze eerste nacht in de kampeerbus. Aan de Sloveense kant van de hoge Alpen. De Julische Alpen. Prachtig uitzicht. Na anderhalve dag rijden door immense regenbuien… En dat na twee maanden droogte in Nederland! Wat waren wij blij met de nieuwe ruitenwissers én het nieuwe motortje dat erbij hoorde. Toch hebben we onderweg nauwelijks files gezien. Het was op sommige stukken berendruk en door de hevige regen was er slipgevaar waardoor er maar tachtig kilometer per uur gereden mocht worden. Dat rijdt onze antieke Volkswagenbus meestal dus dat was helemaal geen tijdverlies voor ons! We reden ook niet tussen de vrachtwagens op de snelweg, want zij mogen in het weekend niet rijden in Duitsland. Al met al best een relaxte rit naar Slovenië. Al vertrokken we die zaterdagochtend heel vroeg nauwelijks de hoek om – al zwaaiend en toeterend naar onze oudste die alleen achterbleef – toen we meteen een wieldop op de weg hoorden vallen en weg stuiteren. Snel in de berm gestopt en manlief vond hem gelukkig terug in het hoge gras. Daarna draaiden we de snelweg op. Het begin van onze road trip was aangevangen. Een road trip waarin we als vanouds weer regelmatig gecomplementeerd werden met onze bus. Toeterend op de snelweg of duimpjes omhoog achter het raam. Een Duitse bijrijder filmde ons zelfs tijdens hun inhaalmanoeuvre! Fotootjes werden vanuit opengedraaide raampjes gemaakt. Het blijft strelend en een glimlach op je gezicht toveren. Deze ochtend rijden we door de glooiende uitlopers van de Alpen naar de kust. Een prachtig stukje van nog geen tweehonderd kilometer. De zon schijnt blijmoedig.
Ik word wakker door de geluiden van golfjes die op het land slaan. Als er een zeilboot langs de kust vaart hoor ik de golven met veel kabaal op de rotsen van de Kroatische kust slaan. De kampeerbus staat pal aan de waterkant geparkeerd. Onze uitgeklapte picknicktafel staat nóg dichter bij de zee. Er loopt een fiets- en wandelpaadje tussen ons plekje en de oceaan. Er staan hier hoge pijnbomen waar we de hangmat in geknoopt hebben. We hebben een prachtig grote plek gekregen waar we elke avond de grote oranje zon in de zee zien zakken. De camping is niet zo groot , wel uitgestrekt langs het water en erg rustig. Wat een rust en stilte! We hebben dus een uitstapje gemaakt naar Kroatië – precies acht kilometer over de Sloveense grens. We blijven hier lekker tien dagen lang staan. Heerlijk hardlopen over het pad langs de kust. Laat avondeten voor de bus in de warme gloed van de ondergaande zon. Slapen en lezen in de hangmat. Ik wil hem ook een keer aan het water in de bomen knopen. Schommelen in de zeebries…. Snorkelen in zeewater dat precies de juiste temperatuur heeft. Er zijn hier wat leuke dagtrips op het water te doen en ik zag bij een rondje fietsen een massagehut op een hippiestrandje…
Savudrija – 24 juli 2018
- Henry Beston
Onze eerste nacht in de kampeerbus. Aan de Sloveense kant van de hoge Alpen. De Julische Alpen. Prachtig uitzicht. Na anderhalve dag rijden door immense regenbuien… En dat na twee maanden droogte in Nederland! Wat waren wij blij met de nieuwe ruitenwissers én het nieuwe motortje dat erbij hoorde. Toch hebben we onderweg nauwelijks files gezien. Het was op sommige stukken berendruk en door de hevige regen was er slipgevaar waardoor er maar tachtig kilometer per uur gereden mocht worden. Dat rijdt onze antieke Volkswagenbus meestal dus dat was helemaal geen tijdverlies voor ons! We reden ook niet tussen de vrachtwagens op de snelweg, want zij mogen in het weekend niet rijden in Duitsland. Al met al best een relaxte rit naar Slovenië. Al vertrokken we die zaterdagochtend heel vroeg nauwelijks de hoek om – al zwaaiend en toeterend naar onze oudste die alleen achterbleef – toen we meteen een wieldop op de weg hoorden vallen en weg stuiteren. Snel in de berm gestopt en manlief vond hem gelukkig terug in het hoge gras. Daarna draaiden we de snelweg op. Het begin van onze road trip was aangevangen. Een road trip waarin we als vanouds weer regelmatig gecomplementeerd werden met onze bus. Toeterend op de snelweg of duimpjes omhoog achter het raam. Een Duitse bijrijder filmde ons zelfs tijdens hun inhaalmanoeuvre! Fotootjes werden vanuit opengedraaide raampjes gemaakt. Het blijft strelend en een glimlach op je gezicht toveren. Deze ochtend rijden we door de glooiende uitlopers van de Alpen naar de kust. Een prachtig stukje van nog geen tweehonderd kilometer. De zon schijnt blijmoedig.
Ik word wakker door de geluiden van golfjes die op het land slaan. Als er een zeilboot langs de kust vaart hoor ik de golven met veel kabaal op de rotsen van de Kroatische kust slaan. De kampeerbus staat pal aan de waterkant geparkeerd. Onze uitgeklapte picknicktafel staat nóg dichter bij de zee. Er loopt een fiets- en wandelpaadje tussen ons plekje en de oceaan. Er staan hier hoge pijnbomen waar we de hangmat in geknoopt hebben. We hebben een prachtig grote plek gekregen waar we elke avond de grote oranje zon in de zee zien zakken. De camping is niet zo groot , wel uitgestrekt langs het water en erg rustig. Wat een rust en stilte! We hebben dus een uitstapje gemaakt naar Kroatië – precies acht kilometer over de Sloveense grens. We blijven hier lekker tien dagen lang staan. Heerlijk hardlopen over het pad langs de kust. Laat avondeten voor de bus in de warme gloed van de ondergaande zon. Slapen en lezen in de hangmat. Ik wil hem ook een keer aan het water in de bomen knopen. Schommelen in de zeebries…. Snorkelen in zeewater dat precies de juiste temperatuur heeft. Er zijn hier wat leuke dagtrips op het water te doen en ik zag bij een rondje fietsen een massagehut op een hippiestrandje…
Savudrija – 24 juli 2018
dinsdag 17 juli 2018
Alle zintuigen op scherp
“Looking at beauty in the world, is the first step of purifying the mind.”
― Amit Ray
Een road trip naar Slovenië? Ik zou me er vroeger niets bij hebben kunnen voorstellen. Maar na een paar uur door dit kleine landje gereden te hebben op de heen- en terugweg naar Kroatië vorige zomer hoefde ik niet lang meer na te denken: overweldigende bergen, magisch blauwe rivieren en romantische stadjes. Het lijkt juist ideaal voor een road trip met onze oude Volkswagen bus! Over een paar nachten vertrekken we dus. De antieke bus is gerenoveerd, nieuw tentje erbij gekocht en nieuwe slaapmatjes voor de meiden. Op naar Slovenië! Slovenië is als vakantieland (gelukkig) nog vrij onbekend. Ondanks dat het een divers land is met Alpen, smaragdgroene rivieren en watervallen, witte én rode wijngebieden, kilometerslange grotten, de Adriatische kust en landschappen die op Toscane lijken. Het is één van de kleinste landen van Europa en is heel dun bevolkt. Er wonen nog geen twee miljoen mensen. Het grenst aan Oostenrijk, Italië, Kroatië en Hongarije. Doordat Slovenië zoveel buurlanden heeft, is het landschap enorm gevarieerd. En omdat Slovenië zo klein is, kun je binnen korte tijd heel veel verschillende plekken zien. Perfect dus voor onze antieke kampeerbus! Vergeet drie weken je mobiele telefoon, televisie, internet en alles wat ons verder afleidt in ons drukke leven. Op zoek naar Moeder Natuur in optima forma. Je telefoon vergeten geldt binnen ons gezin eigenlijk alleen voor mij. De rest neemt gewoon zijn mobieltje mee en zal hem geen hele dag opzij kunnen leggen.… Ik neem daarentegen alleen mijn stapel boeken, mijn volle e-reader, mijn bikini én wandelschoenen mee. Slovenië waar de bergen je kunnen kleineren en het landschap je imponeert. Waar je de bloemen ruikt. Een plek om weer mens te zijn. Met alle zintuigen op scherp. Het is eigenlijk moeilijk om slechts één hoogtepunt van Slovenië op te noemen. Europa in het klein. En dat voor een landje dat kleiner is dan België!
De zomer van ons gezin is dit jaar veel vroeger gestart dan andere jaren. Dat geldt voor het tropische zonnetje natuurlijk dat al minimaal twee maanden onophoudelijk blijft schijnen. Maar onze zomer startte voorál toen de examens van onze middelste dochter afgerond waren. Weg stress, welkom rust en zonneschijn. Jongste dochter kreeg vakantie toen haar laatste proefwerkweek afgerond was, en dat is ook al weken geleden. En hier komt de crux. Al deze vrije weken met tropische temperaturen zitten deze twee meiden voornamelijk binnen. Achter hun mobiel of computer. Ik sommeer ze dagelijks voordat ik naar mijn werk vertrek dat ze minimaal een uur in de tuin moeten zitten. Dat doen ze eigenlijk ook wel braaf, maar geen minuut langer. Hoe ik vroeger met de meiden bij elke straal zonneschijn naar de Galderse Meren of openlucht zwembad fietste om lekker te zwemmen, picknicken en te zonnen, hoe weinig zij de zon opzoeken. Geen bezoekjes aan het openlucht zwembad, geen fietstochtjes naar de Galderse Meren en ondanks dat het opblaasbare zwembad op het houten terras klaar staat hebben ze er misschien maar drie keer in gelegen deze zomer… Ik kan dat zeer moeilijk verdragen. Alleen als ik ze, net als vroeger, aan de hand meeneem ondernemen ze iets. Anders niet. Als werkende moeder kan ik dat helaas niet meer dagelijks doen en dat frustreert me mateloos. Als ik klaag bij andere pubermoeders hoor ik overal hetzelfde verhaal. Kinderen die verveeld op de bank hangen of op hun kamer met bijna vierkanten ogen naar hun computer staren. Niet lekker de voordeur achter zich dicht trekken en naar buiten. Nooit even die mobiel weg leggen. Afgelopen week had ik het er ineens zó mee gehad dat ik de boel schreeuwend bij elkaar klaagde. Jongste kind heeft meteen haar week met vriendinnen volgepland. Logeerpartijtjes, koekjes bakken, zwembad, uren in de tuin kaartspelletjes doen. Eindelijk weg met die mobiel! Ik krijg vrolijke ‘appjes dat ze al uren niet meer achter hun computerscherm hebben gezeten. Hoera! Afgelopen tropische zondag hebben wij jongste en haar vriendinnetje als vanouds mee op de fiets naar de Galderse Meren genomen. De hele middag hebben ze gezwommen! Dankbaar hebben we ze natuurlijk getrakteerd op een ijsje. Nog een paar nachtjes…, en dan liggen we zorgeloos met onze duikbril en flippers in het lichtblauwe zeewater dobberend te staren naar gekleurde visjes in plaats van naar ons beeldscherm.
― Amit Ray
Een road trip naar Slovenië? Ik zou me er vroeger niets bij hebben kunnen voorstellen. Maar na een paar uur door dit kleine landje gereden te hebben op de heen- en terugweg naar Kroatië vorige zomer hoefde ik niet lang meer na te denken: overweldigende bergen, magisch blauwe rivieren en romantische stadjes. Het lijkt juist ideaal voor een road trip met onze oude Volkswagen bus! Over een paar nachten vertrekken we dus. De antieke bus is gerenoveerd, nieuw tentje erbij gekocht en nieuwe slaapmatjes voor de meiden. Op naar Slovenië! Slovenië is als vakantieland (gelukkig) nog vrij onbekend. Ondanks dat het een divers land is met Alpen, smaragdgroene rivieren en watervallen, witte én rode wijngebieden, kilometerslange grotten, de Adriatische kust en landschappen die op Toscane lijken. Het is één van de kleinste landen van Europa en is heel dun bevolkt. Er wonen nog geen twee miljoen mensen. Het grenst aan Oostenrijk, Italië, Kroatië en Hongarije. Doordat Slovenië zoveel buurlanden heeft, is het landschap enorm gevarieerd. En omdat Slovenië zo klein is, kun je binnen korte tijd heel veel verschillende plekken zien. Perfect dus voor onze antieke kampeerbus! Vergeet drie weken je mobiele telefoon, televisie, internet en alles wat ons verder afleidt in ons drukke leven. Op zoek naar Moeder Natuur in optima forma. Je telefoon vergeten geldt binnen ons gezin eigenlijk alleen voor mij. De rest neemt gewoon zijn mobieltje mee en zal hem geen hele dag opzij kunnen leggen.… Ik neem daarentegen alleen mijn stapel boeken, mijn volle e-reader, mijn bikini én wandelschoenen mee. Slovenië waar de bergen je kunnen kleineren en het landschap je imponeert. Waar je de bloemen ruikt. Een plek om weer mens te zijn. Met alle zintuigen op scherp. Het is eigenlijk moeilijk om slechts één hoogtepunt van Slovenië op te noemen. Europa in het klein. En dat voor een landje dat kleiner is dan België!
De zomer van ons gezin is dit jaar veel vroeger gestart dan andere jaren. Dat geldt voor het tropische zonnetje natuurlijk dat al minimaal twee maanden onophoudelijk blijft schijnen. Maar onze zomer startte voorál toen de examens van onze middelste dochter afgerond waren. Weg stress, welkom rust en zonneschijn. Jongste dochter kreeg vakantie toen haar laatste proefwerkweek afgerond was, en dat is ook al weken geleden. En hier komt de crux. Al deze vrije weken met tropische temperaturen zitten deze twee meiden voornamelijk binnen. Achter hun mobiel of computer. Ik sommeer ze dagelijks voordat ik naar mijn werk vertrek dat ze minimaal een uur in de tuin moeten zitten. Dat doen ze eigenlijk ook wel braaf, maar geen minuut langer. Hoe ik vroeger met de meiden bij elke straal zonneschijn naar de Galderse Meren of openlucht zwembad fietste om lekker te zwemmen, picknicken en te zonnen, hoe weinig zij de zon opzoeken. Geen bezoekjes aan het openlucht zwembad, geen fietstochtjes naar de Galderse Meren en ondanks dat het opblaasbare zwembad op het houten terras klaar staat hebben ze er misschien maar drie keer in gelegen deze zomer… Ik kan dat zeer moeilijk verdragen. Alleen als ik ze, net als vroeger, aan de hand meeneem ondernemen ze iets. Anders niet. Als werkende moeder kan ik dat helaas niet meer dagelijks doen en dat frustreert me mateloos. Als ik klaag bij andere pubermoeders hoor ik overal hetzelfde verhaal. Kinderen die verveeld op de bank hangen of op hun kamer met bijna vierkanten ogen naar hun computer staren. Niet lekker de voordeur achter zich dicht trekken en naar buiten. Nooit even die mobiel weg leggen. Afgelopen week had ik het er ineens zó mee gehad dat ik de boel schreeuwend bij elkaar klaagde. Jongste kind heeft meteen haar week met vriendinnen volgepland. Logeerpartijtjes, koekjes bakken, zwembad, uren in de tuin kaartspelletjes doen. Eindelijk weg met die mobiel! Ik krijg vrolijke ‘appjes dat ze al uren niet meer achter hun computerscherm hebben gezeten. Hoera! Afgelopen tropische zondag hebben wij jongste en haar vriendinnetje als vanouds mee op de fiets naar de Galderse Meren genomen. De hele middag hebben ze gezwommen! Dankbaar hebben we ze natuurlijk getrakteerd op een ijsje. Nog een paar nachtjes…, en dan liggen we zorgeloos met onze duikbril en flippers in het lichtblauwe zeewater dobberend te staren naar gekleurde visjes in plaats van naar ons beeldscherm.
dinsdag 10 juli 2018
Opgewondenheid versus ontlading
You’re off to great places! Today is your day! Your mountain is waiting now… Get on your way!
- Dr. Seuss
In de zonnige achtertuin zitten we te wachten op het verlossende telefoontje van school. Het is bijna dertig graden aan het eind van de middag. We zitten in de schaduw van onze parasol. Haar been beweegt de hele tijd op het strandbedje. Gejaagdheid. Na elke minuut die verstrijkt zegt ze dat ze het nu niet meer trekt. Ze houdt het niet meer. De spanning is om te snijden in de tuin. Jongste zusje komt er ook bij zitten. Het mobieltje rinkelt. Ze heeft ‘m op speakerphone gezet. We horen meteen dat ze geslaagd is en dat ze zelfs meer punten heeft dan dat ze nodig had om toegelaten te worden. Hoera! Goed gedaan! Ontlading! Papa belt vanaf zijn werk en is apetrots. We maken een paar fotootjes. Ik geef haar de zonnebloem die ik in de garage verstopt had. Ook had ik stiekem een vlag gekocht. We hangen hem samen op aan de voorkant van het huis. En dan schrijven we allebei veel ‘appjes. Zij aan al haar klasgenoten en vrienden. Ik aan de mijne. De felicitaties stromen binnen. Wat een opluchting, wat een heerlijk moment. Ze had in de aanloop naar haar examenuitslag al haar nieuwe adres op de campus te horen gekregen in Middelburg. Alles leek er op dat ze zou gaan starten op de universiteit, maar je dúrft er gewoon nog niet op te rekenen. Nog niet. Maar nu wel. Het is officieel. In september wordt haar diploma tijdens een ceremonie uitgereikt. Twee dochters hebben we nu met een prachtig internationaal diploma op zak waarmee ze naar elke universiteit kunnen. Wereldwijd. Trotse papa en mama. In de zwoele avond die op de examenuitslag volgt gaan we met ons gezin ijs eten in de stad. Salud! Op je mooie toekomst, kind! Onze dochter verhuist half augustus naar Zeeland. Ze is toegelaten op universiteit Utrecht met een dependance in het hartje van Middelburg. Een prachtig 15e eeuws gebouw. Na een introductieweek zal ze daar drie jaar vertoeven. Ze heeft vier mooi vakken uitgekozen: sociologie, antropologie, psychologie en humane geografie. De dag na het telefoontje heeft ze de cijfers van haar afzonderlijke examenonderdelen gekregen. Er worden flink wat berichten met haar vrienden in Mexico uitgewisseld, want de internationale school heeft wereldwijd op dezelfde dag de cijfers verspreid. Een aantal van haar Mexicaanse vrienden gaat in Europa studeren. Er zijn beloften gedaan om elkaar op te zoeken. Wat een heerlijke tijd toch, die studententijd!
Ik vind het heerlijk om twee keer per week hard te lopen in het bos. Dit schrijf ik als ik tussen twee trainingen in zit. Wanneer ik me op de bewuste avond moet omkleden en een beetje moet opschieten roep ik telkens dat ik absóluut geen zin heb. Eenmaal in het bos vind ik het echter heerlijk. De laatste weken wordt het zand steeds ruller in het bos. Als ik thuis mijn gympen uit doe zijn mijn sokken zwart en zit er allemaal zand op mijn voeten, en vooral mijn enkels zijn pikzwart. Het heeft al maanden niet geregend hier in Brabant en dat zien we aan de grasvelden en de bermen die overal korengeel zijn. Dat zien we dus ook aan de zandpaden in het Mastbos. Gortdroog. De laatste weken had ik telkens een uur na de training verschrikkelijk veel buikkrampen. Krom liggen va de buikpijn onder de warme douche en op het toilet niet op durven staan omdat ik bang was dat ik flauw zou vallen. Mijn lief maakte deze avonden een warm kruikje voor me. Ik heb natuurlijk even rond gevraagd en iedereen had een andere tip voor me om de buikkrampen te voorkomen. En dus eet ik deze trainingsavond alleen een cup-a-soup vooraf en een bakje lactose-vrije yoghurt zonder fruit en gluten, maar wél met walnoten en honing. Ik drink veel water vooraf. Ik neem ook een flesje water mee op mijn rug. Ik heb een vest mee voor op de terugweg op de fiets zodat mijn buik niet te snel afkoelt. Ik drink thuis geen koud water, maar lauw water of thee. Ik wacht ook niet te lang met douchen. En relax daarna uitgestrekt op de bank zodat mijn buik lang uitgerekt is. En het werkt! Ik ben opgelucht. Ik stelde me al voor dat ik zou moeten stoppen vanwege spastische darmen ofzo. Dan moet ik ineens gaan opletten wat ik snoep, want de hoeveelheid koek en chocolade die ik naar binnen werk is veel te veel voor een vrouw in de overgang. Dat blijft allemaal plakken. Dat is een van de redenen waarom ik hardloop. Ook voor de suiker- en cholesterolbalans in mijn bloed, mijn conditie en om gezond van geest te blijven. Dan noem ik nog niet eens de ontspanning die ik vind tussen al dat groen. Bij een ondergaande zon ren ik langs korenvelden vol veldbloemen en vlinders, langs meertjes met vogels, de bijna bloeiende heide en hoge, groene varens. Ik heb weer mijn oude trainer terug nadat er flink gehusseld is met de trainers van de vereniging. Een gezellige groep. Ik draag een bandje om mijn pols met zeven etherische oliën van planten. Dat scheelt heel veel muggenbulten voor mij. Een tijdje terug had ik zelfs twee dazenbeten op mijn been! Grote, erg jeukende, dikke bulten. Gewoon door mijn kleding heen gebeten. Met de etherische olie heb ik nog maar één muggenbultje als ik thuiskom. Op deze manier blijft het heerlijk om rond te draven door het zomerse bos!
- Dr. Seuss
In de zonnige achtertuin zitten we te wachten op het verlossende telefoontje van school. Het is bijna dertig graden aan het eind van de middag. We zitten in de schaduw van onze parasol. Haar been beweegt de hele tijd op het strandbedje. Gejaagdheid. Na elke minuut die verstrijkt zegt ze dat ze het nu niet meer trekt. Ze houdt het niet meer. De spanning is om te snijden in de tuin. Jongste zusje komt er ook bij zitten. Het mobieltje rinkelt. Ze heeft ‘m op speakerphone gezet. We horen meteen dat ze geslaagd is en dat ze zelfs meer punten heeft dan dat ze nodig had om toegelaten te worden. Hoera! Goed gedaan! Ontlading! Papa belt vanaf zijn werk en is apetrots. We maken een paar fotootjes. Ik geef haar de zonnebloem die ik in de garage verstopt had. Ook had ik stiekem een vlag gekocht. We hangen hem samen op aan de voorkant van het huis. En dan schrijven we allebei veel ‘appjes. Zij aan al haar klasgenoten en vrienden. Ik aan de mijne. De felicitaties stromen binnen. Wat een opluchting, wat een heerlijk moment. Ze had in de aanloop naar haar examenuitslag al haar nieuwe adres op de campus te horen gekregen in Middelburg. Alles leek er op dat ze zou gaan starten op de universiteit, maar je dúrft er gewoon nog niet op te rekenen. Nog niet. Maar nu wel. Het is officieel. In september wordt haar diploma tijdens een ceremonie uitgereikt. Twee dochters hebben we nu met een prachtig internationaal diploma op zak waarmee ze naar elke universiteit kunnen. Wereldwijd. Trotse papa en mama. In de zwoele avond die op de examenuitslag volgt gaan we met ons gezin ijs eten in de stad. Salud! Op je mooie toekomst, kind! Onze dochter verhuist half augustus naar Zeeland. Ze is toegelaten op universiteit Utrecht met een dependance in het hartje van Middelburg. Een prachtig 15e eeuws gebouw. Na een introductieweek zal ze daar drie jaar vertoeven. Ze heeft vier mooi vakken uitgekozen: sociologie, antropologie, psychologie en humane geografie. De dag na het telefoontje heeft ze de cijfers van haar afzonderlijke examenonderdelen gekregen. Er worden flink wat berichten met haar vrienden in Mexico uitgewisseld, want de internationale school heeft wereldwijd op dezelfde dag de cijfers verspreid. Een aantal van haar Mexicaanse vrienden gaat in Europa studeren. Er zijn beloften gedaan om elkaar op te zoeken. Wat een heerlijke tijd toch, die studententijd!
Ik vind het heerlijk om twee keer per week hard te lopen in het bos. Dit schrijf ik als ik tussen twee trainingen in zit. Wanneer ik me op de bewuste avond moet omkleden en een beetje moet opschieten roep ik telkens dat ik absóluut geen zin heb. Eenmaal in het bos vind ik het echter heerlijk. De laatste weken wordt het zand steeds ruller in het bos. Als ik thuis mijn gympen uit doe zijn mijn sokken zwart en zit er allemaal zand op mijn voeten, en vooral mijn enkels zijn pikzwart. Het heeft al maanden niet geregend hier in Brabant en dat zien we aan de grasvelden en de bermen die overal korengeel zijn. Dat zien we dus ook aan de zandpaden in het Mastbos. Gortdroog. De laatste weken had ik telkens een uur na de training verschrikkelijk veel buikkrampen. Krom liggen va de buikpijn onder de warme douche en op het toilet niet op durven staan omdat ik bang was dat ik flauw zou vallen. Mijn lief maakte deze avonden een warm kruikje voor me. Ik heb natuurlijk even rond gevraagd en iedereen had een andere tip voor me om de buikkrampen te voorkomen. En dus eet ik deze trainingsavond alleen een cup-a-soup vooraf en een bakje lactose-vrije yoghurt zonder fruit en gluten, maar wél met walnoten en honing. Ik drink veel water vooraf. Ik neem ook een flesje water mee op mijn rug. Ik heb een vest mee voor op de terugweg op de fiets zodat mijn buik niet te snel afkoelt. Ik drink thuis geen koud water, maar lauw water of thee. Ik wacht ook niet te lang met douchen. En relax daarna uitgestrekt op de bank zodat mijn buik lang uitgerekt is. En het werkt! Ik ben opgelucht. Ik stelde me al voor dat ik zou moeten stoppen vanwege spastische darmen ofzo. Dan moet ik ineens gaan opletten wat ik snoep, want de hoeveelheid koek en chocolade die ik naar binnen werk is veel te veel voor een vrouw in de overgang. Dat blijft allemaal plakken. Dat is een van de redenen waarom ik hardloop. Ook voor de suiker- en cholesterolbalans in mijn bloed, mijn conditie en om gezond van geest te blijven. Dan noem ik nog niet eens de ontspanning die ik vind tussen al dat groen. Bij een ondergaande zon ren ik langs korenvelden vol veldbloemen en vlinders, langs meertjes met vogels, de bijna bloeiende heide en hoge, groene varens. Ik heb weer mijn oude trainer terug nadat er flink gehusseld is met de trainers van de vereniging. Een gezellige groep. Ik draag een bandje om mijn pols met zeven etherische oliën van planten. Dat scheelt heel veel muggenbulten voor mij. Een tijdje terug had ik zelfs twee dazenbeten op mijn been! Grote, erg jeukende, dikke bulten. Gewoon door mijn kleding heen gebeten. Met de etherische olie heb ik nog maar één muggenbultje als ik thuiskom. Op deze manier blijft het heerlijk om rond te draven door het zomerse bos!
dinsdag 3 juli 2018
Dementie besmettelijk?
Schildpadden kunnen meer over de weg vertellen dan hazen.
- Kahill Gibran
Ik denk dat ik gek word. Ik begin gewoon aan mezelf te twijfelen. Vergeet ik écht alles? Is dat echt tegen míj gezegd? Ik herinner me er niks van… De kinderen raken geïrriteerd omdat ik in hun ogen niets onthoud. En ik blijf maar tegen ze roepen dat ze het in mijn papieren agenda op tafel moeten schrijven. Wat ze dus klaarblijkelijk niet doen… Op een avond heb ik weer een aanvaring met jongste dochter, omdat ik volgens haar al lang op de hoogte moest zijn van haar plannen van de volgende ochtend. Ik ben het alleen niet. Ik weet nergens van. Het staat niet in mijn agenda. Sterker nog, ik verbied haar gemaakte plannen zodra ik ervan hoor. Ik wil het niet hebben dat ze ’s ochtends vroeg langs het bos fietst terwijl alle scholen in Brabant al gesloten zijn. Er fietst geen kip meer op straat rond acht uur in de morgen. Oudste dochter is ook al niet blij met me, omdat ik wil dat zij en haar zussen bij een etentje met vrienden in onze tuin aanwezig moeten zijn. Terwijl zij voor de aller-allerlaatste keer wil afspreken met haar vrienden in Rotterdam. Ik houd voet bij stuk, want die afspraak hebben we al meer dan een maand geleden gepland. Iedereen was het er toen mee eens. Als ik in bed lig baal ik van mezelf. Vergeet ik écht alles? Luister ik wel goed naar ze? Ik twijfel. Gelukkig is daar mijn zeer goede vriendin uit Suriname. Ze is deze zomer in Nederland. Zij herkent mijn zorgen. Met vier kinderen loopt ze tegen precies dezelfde verwijten aan. Terwijl je staat te koken en ondertussen een boodschappenlijstje maakt krijg je heel summier te horen dat de plannen gewijzigd zijn en je op heel andere tijden moeten halen of brengen of dat er logeetjes komen. Het gaat mijn ene oor in en de andere uit en ik reken erop dat ik vlak van te voren ook nog wel een keer ingelicht zal worden. Ik roep er nog iets achteraan als “In mijn agenda opschrijven graag!” wat ze vervolgens niet doen blijkt later. Het is lastig communiceren in hun snelle wereld met een, in hun ogen, slome moeder. Er wordt wat afgezucht door ze. Ik word onzeker als ik in de auto op weg naar zwemtraining de verkeerde vraag stel over een logeerpartijtje en welke ouder ze dan van het schoolfeest haalt. “Are you serious?” wordt er uitgeschreeuwd en ik kijk in een paar vuurspuwende ogen. Oeps, ik heb iets belangrijks gemist denk ik. “Ik heb net tien minuten geleden verteld dat Amber bij óns komt logeren en dat jullie ons ’s nachts ophalen!” Ik was in mijn gedachten vast ergens anders, bij het invoegen op de snelweg ofzo. Ik heb er in ieder geval geen mental note van gemaakt… “Schrijf het in de papieren agenda zodra je straks thuis komt” opper ik nog. Hun dagen zijn ook zo tjokvol. En ze wonen ineens alledrie thuis. Ik kan de gezinsdrukte niet meer bijbenen. Chaos in mijn hoofd. Mijn vriendin vertelt anekdotes die zo bij ons thuis plaats hadden kunnen vinden. Wat een feest van herkenning! Van opluchting lach ik tranen in mijn ogen! Als je elke dag met dementerende ouderen werkt ga je soms denken dat het besmettelijk is.
Vriendschappen. Ik mag mezelf gelukkig prijzen met mijn vriendinnetjes. Elke vriendin betekent iets anders voor me. Bijna elke vriendin komt uit een andere levensfase in mijn leven. Dit weekend zag ik twee ‘oude’ vriendinnen. Ik heb een vriendin die ik al vanaf mijn derde jaar ken. Wij hebben bijna tien jaar jaar lang elke zomer samen doorgebracht op een heel leuke boscamping in Drenthe. Aardappelen stelen bij de boer, hazelnoten plukken, zelf ‘brood’ maken van met-een-steen-gestampte graankorrels, uren schommelen, met de poppen spelen in het zand en in de tent, later met barbies en bij slecht weer stiekem lang douchen bij het zwembad waarbij we om de beurt in het koude water moesten springen. Toen we wat ouder waren en eenmaal konden schrijven stuurden we elkaar regelmatig handgeschreven brieven op het meest gezellige briefpapier wat we konden vinden. Zij vanuit Zaandam. Ik vanuit Groningen. We logeerden in de schoolvakanties natuurlijk bij elkaar. Ik ken haar, haar ouders en haar twee broers dus al bijna een halve eeuw. Wat ik me vooral herinner van haar twee broers is dat ze altijd ruzie hadden. Mijn vriendinnetje, als enige meid, vechtend met hen en de jongens ook onderling. Voor mij heel opwindend, want ik had alleen een zusje. Eenmaal als pubers zagen we elkaar nauwelijks meer, maar we bleven trouw schrijven. Dat doen we nu trouwens nog! We kregen ieder verkering (wisselden trots hun pasfotootjes uit per brief) en trouwden er beide mee. Periodes is het wat stiller geweest, maar de mijlpalen deelden we áltijd met elkaar. Beide kregen we drie dochters. En nu is ze vijfentwintig jaar getrouwd dat gevierd wordt met een groots dansfeest. Mijn lief en ik gaan erheen. Overdag zijn we de hele dag in Zandvoort te vinden op het strand. We eten daar wat en ’s avonds togen we naar het feest daar in de buurt. Ik heb er gek genoeg nooit een moment bij stil gestaan dat het zo’n ‘trip down memory lane’ zou worden! Meteen bij binnenkomst herken ik haar dochters van de foto’s. Heel bijzonder. Eerst wordt haar, nu bijna 80-jarige, vader erbij gehaald. Geen spat veranderd! Hoe leuk om mijn oom weer in levende lijve te zien. Ik herken haar broers die niet meer zo irritant zijn als vroeger. Leuke grijzende mannen met vrouw en kinderen. En natuurlijk haar moeder! Zij raakt geëmotioneerd bij mijn aanzien. Onze gezinnen hebben destijds een decennium nauw met elkaar opgetrokken. Mijn ouders leven beide niet meer en ik vermoed dat dat door mijn aanwezigheid alsnog rauw bij haar binnenkwam. Op het feest gingen mijn gedachten ongewild uit naar mijn jonge jaren. De muziek hielp daar ook wel aan mee, want er werden veel oldies gedraaid. Mijn lief en ik hebben de hele avond op de dansvloer gestaan. Vroeg in de ochtend kwamen we pas thuis. Doodvermoeid was ik, lichamelijk en geestelijk. Bij het opstaan zere voeten van het dansen op hakjes. Een zwaar hoofd van tekort slaap en alle indrukken. Ik had het niet willen missen. Datzelfde weekend hadden we thuis ook een reünietje in het klein met mijn goede vriendin die ik tijdens de zwangerschap van onze oudste heb leren kennen. Ondertussen ook al meer dan twintig jaar geleden. Onze gezinnen zagen elkaar veel totdat wij naar The States verhuisden. Ze zochten ons op, op de dag dat de Twin Towers aangevallen werd. Hun toestel keerde terug naar Schiphol… Mijn vriendin en ik schrijven sindsdien lange brieven. Nóg steeds ouderwets op briefpapier! Onze baby’s zijn opgegroeid tot mooie volwassenen. Afgelopen weekend zagen haar zoon en onze dochter elkaar na dik tien jaar weer tijdens een zomers etentje in onze tuin. Ze herkenden elkaar vaag. Als moeders herkenden wij juist hun peutergezichtjes terug in hun volwassen gezichten van nu. Afgelopen dagen heb ik gemerkt hoe leuk een weerzien is tussen mensen die iets betekenden voor elkaar! Verbinding tussen mensen is het belangrijkste dat er is.
- Kahill Gibran
Ik denk dat ik gek word. Ik begin gewoon aan mezelf te twijfelen. Vergeet ik écht alles? Is dat echt tegen míj gezegd? Ik herinner me er niks van… De kinderen raken geïrriteerd omdat ik in hun ogen niets onthoud. En ik blijf maar tegen ze roepen dat ze het in mijn papieren agenda op tafel moeten schrijven. Wat ze dus klaarblijkelijk niet doen… Op een avond heb ik weer een aanvaring met jongste dochter, omdat ik volgens haar al lang op de hoogte moest zijn van haar plannen van de volgende ochtend. Ik ben het alleen niet. Ik weet nergens van. Het staat niet in mijn agenda. Sterker nog, ik verbied haar gemaakte plannen zodra ik ervan hoor. Ik wil het niet hebben dat ze ’s ochtends vroeg langs het bos fietst terwijl alle scholen in Brabant al gesloten zijn. Er fietst geen kip meer op straat rond acht uur in de morgen. Oudste dochter is ook al niet blij met me, omdat ik wil dat zij en haar zussen bij een etentje met vrienden in onze tuin aanwezig moeten zijn. Terwijl zij voor de aller-allerlaatste keer wil afspreken met haar vrienden in Rotterdam. Ik houd voet bij stuk, want die afspraak hebben we al meer dan een maand geleden gepland. Iedereen was het er toen mee eens. Als ik in bed lig baal ik van mezelf. Vergeet ik écht alles? Luister ik wel goed naar ze? Ik twijfel. Gelukkig is daar mijn zeer goede vriendin uit Suriname. Ze is deze zomer in Nederland. Zij herkent mijn zorgen. Met vier kinderen loopt ze tegen precies dezelfde verwijten aan. Terwijl je staat te koken en ondertussen een boodschappenlijstje maakt krijg je heel summier te horen dat de plannen gewijzigd zijn en je op heel andere tijden moeten halen of brengen of dat er logeetjes komen. Het gaat mijn ene oor in en de andere uit en ik reken erop dat ik vlak van te voren ook nog wel een keer ingelicht zal worden. Ik roep er nog iets achteraan als “In mijn agenda opschrijven graag!” wat ze vervolgens niet doen blijkt later. Het is lastig communiceren in hun snelle wereld met een, in hun ogen, slome moeder. Er wordt wat afgezucht door ze. Ik word onzeker als ik in de auto op weg naar zwemtraining de verkeerde vraag stel over een logeerpartijtje en welke ouder ze dan van het schoolfeest haalt. “Are you serious?” wordt er uitgeschreeuwd en ik kijk in een paar vuurspuwende ogen. Oeps, ik heb iets belangrijks gemist denk ik. “Ik heb net tien minuten geleden verteld dat Amber bij óns komt logeren en dat jullie ons ’s nachts ophalen!” Ik was in mijn gedachten vast ergens anders, bij het invoegen op de snelweg ofzo. Ik heb er in ieder geval geen mental note van gemaakt… “Schrijf het in de papieren agenda zodra je straks thuis komt” opper ik nog. Hun dagen zijn ook zo tjokvol. En ze wonen ineens alledrie thuis. Ik kan de gezinsdrukte niet meer bijbenen. Chaos in mijn hoofd. Mijn vriendin vertelt anekdotes die zo bij ons thuis plaats hadden kunnen vinden. Wat een feest van herkenning! Van opluchting lach ik tranen in mijn ogen! Als je elke dag met dementerende ouderen werkt ga je soms denken dat het besmettelijk is.
Vriendschappen. Ik mag mezelf gelukkig prijzen met mijn vriendinnetjes. Elke vriendin betekent iets anders voor me. Bijna elke vriendin komt uit een andere levensfase in mijn leven. Dit weekend zag ik twee ‘oude’ vriendinnen. Ik heb een vriendin die ik al vanaf mijn derde jaar ken. Wij hebben bijna tien jaar jaar lang elke zomer samen doorgebracht op een heel leuke boscamping in Drenthe. Aardappelen stelen bij de boer, hazelnoten plukken, zelf ‘brood’ maken van met-een-steen-gestampte graankorrels, uren schommelen, met de poppen spelen in het zand en in de tent, later met barbies en bij slecht weer stiekem lang douchen bij het zwembad waarbij we om de beurt in het koude water moesten springen. Toen we wat ouder waren en eenmaal konden schrijven stuurden we elkaar regelmatig handgeschreven brieven op het meest gezellige briefpapier wat we konden vinden. Zij vanuit Zaandam. Ik vanuit Groningen. We logeerden in de schoolvakanties natuurlijk bij elkaar. Ik ken haar, haar ouders en haar twee broers dus al bijna een halve eeuw. Wat ik me vooral herinner van haar twee broers is dat ze altijd ruzie hadden. Mijn vriendinnetje, als enige meid, vechtend met hen en de jongens ook onderling. Voor mij heel opwindend, want ik had alleen een zusje. Eenmaal als pubers zagen we elkaar nauwelijks meer, maar we bleven trouw schrijven. Dat doen we nu trouwens nog! We kregen ieder verkering (wisselden trots hun pasfotootjes uit per brief) en trouwden er beide mee. Periodes is het wat stiller geweest, maar de mijlpalen deelden we áltijd met elkaar. Beide kregen we drie dochters. En nu is ze vijfentwintig jaar getrouwd dat gevierd wordt met een groots dansfeest. Mijn lief en ik gaan erheen. Overdag zijn we de hele dag in Zandvoort te vinden op het strand. We eten daar wat en ’s avonds togen we naar het feest daar in de buurt. Ik heb er gek genoeg nooit een moment bij stil gestaan dat het zo’n ‘trip down memory lane’ zou worden! Meteen bij binnenkomst herken ik haar dochters van de foto’s. Heel bijzonder. Eerst wordt haar, nu bijna 80-jarige, vader erbij gehaald. Geen spat veranderd! Hoe leuk om mijn oom weer in levende lijve te zien. Ik herken haar broers die niet meer zo irritant zijn als vroeger. Leuke grijzende mannen met vrouw en kinderen. En natuurlijk haar moeder! Zij raakt geëmotioneerd bij mijn aanzien. Onze gezinnen hebben destijds een decennium nauw met elkaar opgetrokken. Mijn ouders leven beide niet meer en ik vermoed dat dat door mijn aanwezigheid alsnog rauw bij haar binnenkwam. Op het feest gingen mijn gedachten ongewild uit naar mijn jonge jaren. De muziek hielp daar ook wel aan mee, want er werden veel oldies gedraaid. Mijn lief en ik hebben de hele avond op de dansvloer gestaan. Vroeg in de ochtend kwamen we pas thuis. Doodvermoeid was ik, lichamelijk en geestelijk. Bij het opstaan zere voeten van het dansen op hakjes. Een zwaar hoofd van tekort slaap en alle indrukken. Ik had het niet willen missen. Datzelfde weekend hadden we thuis ook een reünietje in het klein met mijn goede vriendin die ik tijdens de zwangerschap van onze oudste heb leren kennen. Ondertussen ook al meer dan twintig jaar geleden. Onze gezinnen zagen elkaar veel totdat wij naar The States verhuisden. Ze zochten ons op, op de dag dat de Twin Towers aangevallen werd. Hun toestel keerde terug naar Schiphol… Mijn vriendin en ik schrijven sindsdien lange brieven. Nóg steeds ouderwets op briefpapier! Onze baby’s zijn opgegroeid tot mooie volwassenen. Afgelopen weekend zagen haar zoon en onze dochter elkaar na dik tien jaar weer tijdens een zomers etentje in onze tuin. Ze herkenden elkaar vaag. Als moeders herkenden wij juist hun peutergezichtjes terug in hun volwassen gezichten van nu. Afgelopen dagen heb ik gemerkt hoe leuk een weerzien is tussen mensen die iets betekenden voor elkaar! Verbinding tussen mensen is het belangrijkste dat er is.
dinsdag 26 juni 2018
Uit- en invliegende dochters
Women are, in my view, natural peacemakers. As givers and nurturers of life, through their focus on human relationships and their engagement with the demanding work of raising children and protecting family life, they develop a deep sense of empathy that cuts through to underlying human realities.
― Daisaku Ikeda
Het toestel is veel vroeger geland dan aangekondigd. Daardoor rijden we pas bij Leiden op de snelweg wanneer ze belt dat ze weer met beide voetjes op Nederlandse bodem staat. We spreken af dat ze buiten bij de drop-off op ons wacht. En daar staat ze! Onze zeventienjarige bijna-student. Met haar grote, zware koffer en zelfs een geleende erbij voor alle cadeaus en boodschappen. Ze straalt! Op weg naar huis zit ze boordevol verhalen. Heel enthousiast vertelt ze. Alles heel positief. Heerlijk dat alles zo goed is gegaan. Zó goed is alles gegaan tijdens haar lange vluchten, en zó goed is alles geweest bij het weerzien van haar verre vrienden. We zagen regelmatig groepsfotootjes voorbij komen op onze telefoons thuis. Alles overgoten met een Mexicaans zonnetje. Ook heerlijk dat ze weer thuis is trouwens. Weer eens wat anders dan twee ouders en één kind tijdens het diner aan onze grote eettafel. Al is haar verblijf maar van korte duur… Over een klein maandje gaan we met z’n vieren een road trip maken met de VW kampeerbus en meteen na thuiskomst vertrekt ze naar Zeeland. Om aan haar introductie week van de universiteit te beginnen. Studentenkamer inrichten. Dat inrichten daar kijk ik dan wel weer naar uit. Onze garage staat op het moment volgestouwd met haar spijlenbed, bedbank, ladenkastje en poef. Daarnaast staat de inboedel van haar grote zus erbij gepropt. Op haar slaapkamer staan verder nog spiegels, prikborden en serviesgoed die ze al verzameld heeft voor de grote oversteek. Het zal opgeruimd, maar stil, zijn na half augustus… Toch zie ik het op-een-studentenkamer-gaan-wonen niet als iets definitiefs. Oudste dochter heeft bijvoorbeeld anderhalf jaar in het centrum van Rotterdam gewoond en woont nu voor dik een maand thuis voordat ze weer voor een half jaar naar Zuid-Korea vertrekt. Zo kijk ik daar ook bij onze middelste dochter tegenaan. Haar studie duurt drie jaar waarbij ze verplicht op campus woont. Er wordt in het derde jaar min of meer verwacht dat ze een uitwisseling doet. Het voelt alsof onze oudste kinderen ‘tijdelijk’ zijn uitgevlogen. Ze gaan niet samenwonen of trouwen of zo. Ik heb bij de geboorte van elke van onze drie dochters een geboortedoos gemaakt. De krant van de geboortedag ligt erin. Zo ook het zwangerschapsdagboek dat ik negen maanden bijhield. De eerste piepkleine kledingstukjes… Maar ook het boek waar ik de eerste twaalf maanden uitgebreid verslag deed van hun wel en wee. Oók heeft elk kind een boekwerk van de periode daarna waarin ik de eerste woordjes bijhield, de eerste stapjes, eerste keer los fietsen en leuke kinderlijke versprekingen, kinderziekten, eerste keer op het toilet plassen en de grappigste anekdotes. Heel soms wordt zo’n boek erbij gehaald en lachen we ons slap om de grappige anekdotes en herinneringen. Deze waardevolle dozen zal ik nog niet overhandigen bij het op-een-studentenkamer-gaan-wonen moment. Daar wacht ik nog geduldig mee totdat ze écht een serieus onderkomen hebben. Zodat het niet kwijt raakt bij overzeese verhuizinkjes of per ongeluk achterblijft in een stoffige berging van een verlaten studentenhuis. Daarentegen krijgt elke dochter wél op haar achttiende verjaardag een groot digitaal album met een bloemlezing uit haar leven erin: eerste babyfoto’s, de brief voor haar eerste en achttiende verjaardag en een foto van elk taartmoment tot en met haar achttiende verjaardag. Groepsfoto’s van haar schoolvriendjes van elke schooltijd. Intieme gezinsmomentjes die vastgelegd zijn. Veel fotootjes van het drietal natuurlijk en reisfoto’s horen er ook in. Ik heb gezien dat oudste kind er maar wat gelukkig mee was op haar studentenkamertje. Haar studievrienden bladerden er ook graag doorheen. Ze wil ’m ook graag mee naar Korea nemen. Ik doe zulke projectjes met veel plezier, heel mijn hart leg ik er in. Mijn tweede boek is ook al bijna af… Een heerlijke klus!
Daar zitten we dan in het hartje van Rotterdam. In de drukke maar zonnige Witte de Withstraat. We zitten aan een tafeltje op de stoep. Bagels op ons bordje. Op een terrasje pal tegenover het studentenhuis van onze oudste. Nog wel. Mijn lief heeft haar boekenkasten, kledingkast, bureau en bed al uit elkaar geschroefd. Ik heb met dochterlief ondertussen verhuisdozen ingepakt. Zij heeft ook haar backpack al ingepakt met de kleding die mee gaat naar Azië. Er droogt nog een klein wasje aan het rekje aan het openstaande raam. Stofpluizen bewegen zich over de vloer. Het kind heeft in de laatste anderhalf jaar natuurlijk geen tijd gehad om te stoffen of stof te zuigen… (Klein detail, hun stofzuiger was ook al een tijdje kapot.) Onze bijna antieke stationwagon puilt uit. Later blijkt dat het slot van de achterbak het begeven heeft… Dochterlief gaat op het allerlaatste moment tóch maar mee naar Breda. Lekker in een schoon bed slapen in plaats van op een matrasje tussen het verhuisstof. Morgen gaan ze voor de allerlaatste keer terug. Om de laatste dozen en het matras op te halen en de kamer schoon achter te laten. Haar fiets parkeert ze met een goed slot op de universiteit zoals haar studievrienden ook allemaal doen. In de hoop de fiets over een half jaar weer op dezelfde plek terug te vinden. Onderweg naar huis praat ze over haar visum voor Zuid-Korea, treintickets naar Berlijn, een ticket naar Singapore en de aanvraag van een creditcard. Stapje voor stapje probeer ik in mijn hoofd te wennen aan het idee dat ik over een maand afscheid van haar neem. Eind december vliegen we zelf naar Zuid-Korea om haar op te halen en mee te nemen op een rondreis daar. Kerstmis vieren we samen.
― Daisaku Ikeda
Het toestel is veel vroeger geland dan aangekondigd. Daardoor rijden we pas bij Leiden op de snelweg wanneer ze belt dat ze weer met beide voetjes op Nederlandse bodem staat. We spreken af dat ze buiten bij de drop-off op ons wacht. En daar staat ze! Onze zeventienjarige bijna-student. Met haar grote, zware koffer en zelfs een geleende erbij voor alle cadeaus en boodschappen. Ze straalt! Op weg naar huis zit ze boordevol verhalen. Heel enthousiast vertelt ze. Alles heel positief. Heerlijk dat alles zo goed is gegaan. Zó goed is alles gegaan tijdens haar lange vluchten, en zó goed is alles geweest bij het weerzien van haar verre vrienden. We zagen regelmatig groepsfotootjes voorbij komen op onze telefoons thuis. Alles overgoten met een Mexicaans zonnetje. Ook heerlijk dat ze weer thuis is trouwens. Weer eens wat anders dan twee ouders en één kind tijdens het diner aan onze grote eettafel. Al is haar verblijf maar van korte duur… Over een klein maandje gaan we met z’n vieren een road trip maken met de VW kampeerbus en meteen na thuiskomst vertrekt ze naar Zeeland. Om aan haar introductie week van de universiteit te beginnen. Studentenkamer inrichten. Dat inrichten daar kijk ik dan wel weer naar uit. Onze garage staat op het moment volgestouwd met haar spijlenbed, bedbank, ladenkastje en poef. Daarnaast staat de inboedel van haar grote zus erbij gepropt. Op haar slaapkamer staan verder nog spiegels, prikborden en serviesgoed die ze al verzameld heeft voor de grote oversteek. Het zal opgeruimd, maar stil, zijn na half augustus… Toch zie ik het op-een-studentenkamer-gaan-wonen niet als iets definitiefs. Oudste dochter heeft bijvoorbeeld anderhalf jaar in het centrum van Rotterdam gewoond en woont nu voor dik een maand thuis voordat ze weer voor een half jaar naar Zuid-Korea vertrekt. Zo kijk ik daar ook bij onze middelste dochter tegenaan. Haar studie duurt drie jaar waarbij ze verplicht op campus woont. Er wordt in het derde jaar min of meer verwacht dat ze een uitwisseling doet. Het voelt alsof onze oudste kinderen ‘tijdelijk’ zijn uitgevlogen. Ze gaan niet samenwonen of trouwen of zo. Ik heb bij de geboorte van elke van onze drie dochters een geboortedoos gemaakt. De krant van de geboortedag ligt erin. Zo ook het zwangerschapsdagboek dat ik negen maanden bijhield. De eerste piepkleine kledingstukjes… Maar ook het boek waar ik de eerste twaalf maanden uitgebreid verslag deed van hun wel en wee. Oók heeft elk kind een boekwerk van de periode daarna waarin ik de eerste woordjes bijhield, de eerste stapjes, eerste keer los fietsen en leuke kinderlijke versprekingen, kinderziekten, eerste keer op het toilet plassen en de grappigste anekdotes. Heel soms wordt zo’n boek erbij gehaald en lachen we ons slap om de grappige anekdotes en herinneringen. Deze waardevolle dozen zal ik nog niet overhandigen bij het op-een-studentenkamer-gaan-wonen moment. Daar wacht ik nog geduldig mee totdat ze écht een serieus onderkomen hebben. Zodat het niet kwijt raakt bij overzeese verhuizinkjes of per ongeluk achterblijft in een stoffige berging van een verlaten studentenhuis. Daarentegen krijgt elke dochter wél op haar achttiende verjaardag een groot digitaal album met een bloemlezing uit haar leven erin: eerste babyfoto’s, de brief voor haar eerste en achttiende verjaardag en een foto van elk taartmoment tot en met haar achttiende verjaardag. Groepsfoto’s van haar schoolvriendjes van elke schooltijd. Intieme gezinsmomentjes die vastgelegd zijn. Veel fotootjes van het drietal natuurlijk en reisfoto’s horen er ook in. Ik heb gezien dat oudste kind er maar wat gelukkig mee was op haar studentenkamertje. Haar studievrienden bladerden er ook graag doorheen. Ze wil ’m ook graag mee naar Korea nemen. Ik doe zulke projectjes met veel plezier, heel mijn hart leg ik er in. Mijn tweede boek is ook al bijna af… Een heerlijke klus!
Daar zitten we dan in het hartje van Rotterdam. In de drukke maar zonnige Witte de Withstraat. We zitten aan een tafeltje op de stoep. Bagels op ons bordje. Op een terrasje pal tegenover het studentenhuis van onze oudste. Nog wel. Mijn lief heeft haar boekenkasten, kledingkast, bureau en bed al uit elkaar geschroefd. Ik heb met dochterlief ondertussen verhuisdozen ingepakt. Zij heeft ook haar backpack al ingepakt met de kleding die mee gaat naar Azië. Er droogt nog een klein wasje aan het rekje aan het openstaande raam. Stofpluizen bewegen zich over de vloer. Het kind heeft in de laatste anderhalf jaar natuurlijk geen tijd gehad om te stoffen of stof te zuigen… (Klein detail, hun stofzuiger was ook al een tijdje kapot.) Onze bijna antieke stationwagon puilt uit. Later blijkt dat het slot van de achterbak het begeven heeft… Dochterlief gaat op het allerlaatste moment tóch maar mee naar Breda. Lekker in een schoon bed slapen in plaats van op een matrasje tussen het verhuisstof. Morgen gaan ze voor de allerlaatste keer terug. Om de laatste dozen en het matras op te halen en de kamer schoon achter te laten. Haar fiets parkeert ze met een goed slot op de universiteit zoals haar studievrienden ook allemaal doen. In de hoop de fiets over een half jaar weer op dezelfde plek terug te vinden. Onderweg naar huis praat ze over haar visum voor Zuid-Korea, treintickets naar Berlijn, een ticket naar Singapore en de aanvraag van een creditcard. Stapje voor stapje probeer ik in mijn hoofd te wennen aan het idee dat ik over een maand afscheid van haar neem. Eind december vliegen we zelf naar Zuid-Korea om haar op te halen en mee te nemen op een rondreis daar. Kerstmis vieren we samen.
dinsdag 19 juni 2018
Zó schaamtevol!
Harari durft de grote greep aan. Hij weet zijn lezers te boeien met talloze uitdagende inzichten over hoe wij geworden zijn wie we zijn.
- Bas Heijne
Ik heb ooit, en dan heb ik het zeker over twee decennia geleden, een super pakkende documentaire gezien van TELEAC over het ontstaan van de aarde en de mens. Ik was destijds zó gegrepen door dit verhaal. Het werd zo boeiend verteld en getoond dat ik het later heel graag wilde delen met onze kinderen. Ik heb TELEAC zo’n vijftien jaar geleden aangeschreven om te vragen of die documentaire nog ergens te vinden was. Onmogelijk was het antwoord. En nu is er dit boek van meneer Harari, docent aan een universiteit in Jeruzalem, wat mij doet duizelen en mij hongerig maakt om verder te lezen. Net als Bill Gates vind ik dat dit boek nauwelijks weg te leggen is. Ik heb het einde zelfs al gelezen omdat ik gek werd van de vraag wat hij denkt dat er met de mensheid gaat gebeuren! Ik ben altijd erg geïnteresseerd geweest in de oermens. Onze voorvaderen. Ik heb de zes superdikke boeken van ‘De aardkinderen’ van schrijfster Jean Marie Auel verslonden! Haar reeks speelt zich af tijdens de laatste ijstijd. Op verschillende locaties in het deel van Europa dat niet bedekt is met gletsjers. Het gaat over het meisje (en later de vrouw) Ayla, een homo sapiens, die opgroeit bij een groep neanderthalers. Hoe zij overleeft bij deze groep en hoe zij grootgebracht wordt. Natuurlijk wordt ze verliefd. Ze sticht een gezinnetje. Ze reizen rond en zomers bezoeken zij een groot zomerkamp waar verschillende groepen mensen bij elkaar komen. Zó interessant! Ik heb jarenlang moeten wachten tot 2011 toen het zesde en laatste deel over Ayla uitkwam. Ik hoop nog steeds, waarschijnlijk tevergeefs, dat ze met een zevende deel komt… Aanvankelijk was er uit wetenschappelijke hoek redelijk veel kritiek op haar romans. Alhoewel de schrijfster voor haar boeken echt veel onderzoek heeft gedaan naar de ijstijd, het leven in grotten, het gebruik van kruiden en planten, gereedschap, etc., blijven het natuurlijk heerlijk geromantiseerde verhalen. Ik snap dat haar romans niet te beschouwen zijn als zuiver wetenschappelijk. Maar… in het werk van meneer Harari blijken echter alle facetten die Auel in haar romans beschrijft - zoals kinderen tussen verschillende menssoorten - tóch te hebben plaatsgevonden. Wellicht zal achteraf moeten worden geconcludeerd dat haar visie realistischer was dan eerst gedacht!
Meneer Harari heeft veel kennis uit verschillende disciplines gehusseld tot een zeer aannemelijke geschiedenis van de mensheid. Hij ziet het grote geheel wat ik heel erg bewonder. Hij beschrijft bijvoorbeeld dat de mens oorspronkelijk op vier poten liep en helemaal niet belangwekkend was in het dierenrijk in Oost-Afrika - waar de eerste mensen vandaan kwamen. Voor het rechtop lopen waren smallere heupen nodig waardoor het geboortekanaal dus krapper werd. De babyhoofden werden destijds juist groter door de hersenen die zich ontwikkelden. Door het vele sterven tijdens het baren overleefden alleen de vrouwen die vroegtijdig bevielen. Zij konden juist meerdere kinderen op de wereld zetten. Gewoon een natuurlijke selectie dus. In vergelijking met andere diersoorten brengen wij dus premature kindjes op de wereld. Mensenbaby’s zijn hulpeloze wezentjes die nog vele jaren afhankelijk zijn van hun ouders voor voeding, bescherming en onderwijs. Het idee dat wij mensen eigenlijk allemaal te vroeg geboren worden boeit mij enorm! Ook het feit dat onze taal is geëvolueerd als medium voor roddelpraat en niet voor het overbrengen van kennis over kuddes mammoeten ofzo, is fascinerend. De homo sapiens is een sociaal dier. Samenwerking, en dus ook roddelen, is cruciaal voor overleving en voortplanting. Dit roddelen klinkt misschien als een grap maar wordt écht gesteund door meerdere onderzoeken. Toch was onze taal niet de eerste taal op de wereld. Alle dieren hebben een één of andere vorm van taal. Kijk maar naar mieren en bijen die communiceren over voedselvindplaatsen. Of een papegaai die alles kan zeggen wat hij wil. De mens heeft zich pas goed kunnen onderscheiden van andere dieren door de beheersing van vuur. De mens had toen een betrouwbare bron van licht en warmte, en vuur was meteen een dodelijk wapen tegen rondsluipende leeuwen bijvoorbeeld. Maar het beste van vuur is natuurlijk koken. De drijvende kracht van de ontwikkeling van de mens is geluksgevoel. De mens die steeds streefde naar verdere ontwikkeling van gereedschap, en nu nog steeds ontwikkeling najaagt van technologie, was doodgewoon op zoek naar geluksgevoel! Het kunnen voelen van geluk is genetisch bepaald. Het is vastgelegd in ons DNA hoe gelukkig we ons kunnen voelen. De ene persoon veel meer en makkelijker dan de ander. Biochemie dus. Nu is het cirkeltje rond. Ik bén biochemica! De wetenschap waar mijn hartje wat sneller van gaat kloppen. Meneer Harari gebruikt zijn kennis ook om iets over het einde van de mensheid te zeggen. De mens is van een onbeduidende diersoort in een uithoek van Afrika veranderd in de absolute heerser van de planeet. En meteen ook de grootste nachtmerrie…. We hebben weinig op aarde voortgebracht om trots op te zijn. We zijn, ondanks de verbluffende dingen waartoe de mens in staat is, nog steeds niet tevreden, zoals altijd. De mensheid lijkt onverantwoordelijker dan ooit. We richten de een na de andere ramp aan onder onze ‘collega-dieren’ en de planeet. En dat terwijl we weinig meer najagen dan ons eigen geluk. Zonder eigenlijk ergens een voldaan gevoel van te krijgen. Best schaamtevol eigenlijk…
- Bas Heijne
Ik heb ooit, en dan heb ik het zeker over twee decennia geleden, een super pakkende documentaire gezien van TELEAC over het ontstaan van de aarde en de mens. Ik was destijds zó gegrepen door dit verhaal. Het werd zo boeiend verteld en getoond dat ik het later heel graag wilde delen met onze kinderen. Ik heb TELEAC zo’n vijftien jaar geleden aangeschreven om te vragen of die documentaire nog ergens te vinden was. Onmogelijk was het antwoord. En nu is er dit boek van meneer Harari, docent aan een universiteit in Jeruzalem, wat mij doet duizelen en mij hongerig maakt om verder te lezen. Net als Bill Gates vind ik dat dit boek nauwelijks weg te leggen is. Ik heb het einde zelfs al gelezen omdat ik gek werd van de vraag wat hij denkt dat er met de mensheid gaat gebeuren! Ik ben altijd erg geïnteresseerd geweest in de oermens. Onze voorvaderen. Ik heb de zes superdikke boeken van ‘De aardkinderen’ van schrijfster Jean Marie Auel verslonden! Haar reeks speelt zich af tijdens de laatste ijstijd. Op verschillende locaties in het deel van Europa dat niet bedekt is met gletsjers. Het gaat over het meisje (en later de vrouw) Ayla, een homo sapiens, die opgroeit bij een groep neanderthalers. Hoe zij overleeft bij deze groep en hoe zij grootgebracht wordt. Natuurlijk wordt ze verliefd. Ze sticht een gezinnetje. Ze reizen rond en zomers bezoeken zij een groot zomerkamp waar verschillende groepen mensen bij elkaar komen. Zó interessant! Ik heb jarenlang moeten wachten tot 2011 toen het zesde en laatste deel over Ayla uitkwam. Ik hoop nog steeds, waarschijnlijk tevergeefs, dat ze met een zevende deel komt… Aanvankelijk was er uit wetenschappelijke hoek redelijk veel kritiek op haar romans. Alhoewel de schrijfster voor haar boeken echt veel onderzoek heeft gedaan naar de ijstijd, het leven in grotten, het gebruik van kruiden en planten, gereedschap, etc., blijven het natuurlijk heerlijk geromantiseerde verhalen. Ik snap dat haar romans niet te beschouwen zijn als zuiver wetenschappelijk. Maar… in het werk van meneer Harari blijken echter alle facetten die Auel in haar romans beschrijft - zoals kinderen tussen verschillende menssoorten - tóch te hebben plaatsgevonden. Wellicht zal achteraf moeten worden geconcludeerd dat haar visie realistischer was dan eerst gedacht!
Meneer Harari heeft veel kennis uit verschillende disciplines gehusseld tot een zeer aannemelijke geschiedenis van de mensheid. Hij ziet het grote geheel wat ik heel erg bewonder. Hij beschrijft bijvoorbeeld dat de mens oorspronkelijk op vier poten liep en helemaal niet belangwekkend was in het dierenrijk in Oost-Afrika - waar de eerste mensen vandaan kwamen. Voor het rechtop lopen waren smallere heupen nodig waardoor het geboortekanaal dus krapper werd. De babyhoofden werden destijds juist groter door de hersenen die zich ontwikkelden. Door het vele sterven tijdens het baren overleefden alleen de vrouwen die vroegtijdig bevielen. Zij konden juist meerdere kinderen op de wereld zetten. Gewoon een natuurlijke selectie dus. In vergelijking met andere diersoorten brengen wij dus premature kindjes op de wereld. Mensenbaby’s zijn hulpeloze wezentjes die nog vele jaren afhankelijk zijn van hun ouders voor voeding, bescherming en onderwijs. Het idee dat wij mensen eigenlijk allemaal te vroeg geboren worden boeit mij enorm! Ook het feit dat onze taal is geëvolueerd als medium voor roddelpraat en niet voor het overbrengen van kennis over kuddes mammoeten ofzo, is fascinerend. De homo sapiens is een sociaal dier. Samenwerking, en dus ook roddelen, is cruciaal voor overleving en voortplanting. Dit roddelen klinkt misschien als een grap maar wordt écht gesteund door meerdere onderzoeken. Toch was onze taal niet de eerste taal op de wereld. Alle dieren hebben een één of andere vorm van taal. Kijk maar naar mieren en bijen die communiceren over voedselvindplaatsen. Of een papegaai die alles kan zeggen wat hij wil. De mens heeft zich pas goed kunnen onderscheiden van andere dieren door de beheersing van vuur. De mens had toen een betrouwbare bron van licht en warmte, en vuur was meteen een dodelijk wapen tegen rondsluipende leeuwen bijvoorbeeld. Maar het beste van vuur is natuurlijk koken. De drijvende kracht van de ontwikkeling van de mens is geluksgevoel. De mens die steeds streefde naar verdere ontwikkeling van gereedschap, en nu nog steeds ontwikkeling najaagt van technologie, was doodgewoon op zoek naar geluksgevoel! Het kunnen voelen van geluk is genetisch bepaald. Het is vastgelegd in ons DNA hoe gelukkig we ons kunnen voelen. De ene persoon veel meer en makkelijker dan de ander. Biochemie dus. Nu is het cirkeltje rond. Ik bén biochemica! De wetenschap waar mijn hartje wat sneller van gaat kloppen. Meneer Harari gebruikt zijn kennis ook om iets over het einde van de mensheid te zeggen. De mens is van een onbeduidende diersoort in een uithoek van Afrika veranderd in de absolute heerser van de planeet. En meteen ook de grootste nachtmerrie…. We hebben weinig op aarde voortgebracht om trots op te zijn. We zijn, ondanks de verbluffende dingen waartoe de mens in staat is, nog steeds niet tevreden, zoals altijd. De mensheid lijkt onverantwoordelijker dan ooit. We richten de een na de andere ramp aan onder onze ‘collega-dieren’ en de planeet. En dat terwijl we weinig meer najagen dan ons eigen geluk. Zonder eigenlijk ergens een voldaan gevoel van te krijgen. Best schaamtevol eigenlijk…
dinsdag 12 juni 2018
Diepe ervaringen
De mens die het meest geleefd heeft is niet hij, die de meeste jaren telt, doch hij, die het ’t diepst ervaren heeft.
- Jean Jacques Rousseau
Een breekbare vrouw met een hartelijke uitstraling komt ons in de wilde tuin tegemoet. Sprankelende blauwe ogen, een losjes zittende katoenen hemd aan en een vrolijk gekleurd shawltje om haar hoofd gebonden. Ze verliest haar haar met grote plukken, zegt ze later. Deze mooie vrouw is het jongste zusje van mijn cliënte. Mijn 91-jarige cliënte kan niet auto rijden, haar man was het afgelopen decennium ziek en de trein is te vermoeiend voor haar en dus heeft ze haar zusje in het Oosten van het land al in geen tien jaar opgezocht. Haar veel jongere zus kwam haar zo nu en dan wel opzoeken in Breda, maar dat gaat nu niet meer. Ze heeft kanker. Ze zit in de derde chemokuur van de acht die haar toegezegd zijn. Voor mijn werk kreeg ik de kans om ze elkaar te laten ontmoeten. En dat was heel bijzonder. Ik wilde ze samen in de tuin achterlaten en zelf een uurtje gaan wandelen, maar er stonden al drie tuinstoelen met kussens in de schaduw van een oude boom klaar. In de boerenkeuken stonden drie schoteltjes met appeltaart onder een theedoek te wachten op ons. Het was niet de bedoeling dat ik zou vertrekken. Zo zat ik dus ineens bij een gesprek tussen twee zussen die terug in de tijd gingen en veel over vader en moeder spraken. Moeder die met zeven jonge kinderen in de oorlog achterbleef nadat vader heel jong aan kanker overleden was. Eten uit de gaarkeuken. Jongste zusje van toen tweeënhalf herinnert zich niet zoveel, behalve dat ze nog jaren bij moeder in bed had geslapen. Nonnen die in het huishouden kwamen helpen, maar ook kritiek hadden als niet alle bedden opgemaakt waren omdat de kinderen voor schooltijd ook nog naar de kerk moesten. Oudste zus (mijn cliënte) moest jong gaan werken. Uiteindelijk werden de allerjongsten in andere huizen ondergebracht omdat moeder tuberculose kreeg. Naast herinneringen uit een heftige tijd lachen ze ook veel in de tuin. Vergelijken elkaars uiterlijk. Spreken uit dat het zo fijn is dat ze deze dag samen kunnen doorbrengen. Als ik na een uurtje aankondig dat we zo zoetjesaan ons moeten gaan klaar maken om te vertrekken om weer anderhalf uur terug te rijden, protesteert onze gastvrouw. Ze heeft een lunch voor ons drietjes voorbereid. Onder een andere theedoek op de keukentafel komen drie schaaltjes met vers fruit vandaan, een schaal met heerlijk brood en een schaal met lekker beleg. We eten nostalgisch op de inmiddels antieke bordjes van moeder thuis. Tijdens de lunch lachen we nog even verder - ook ernstige onderwerpen komen aan bod. Ik laat ze praten en luister. Twee zussen die zich beiden heel bewust zijn van hun eindigheid. De vergankelijkheid van het leven. Beiden zussen hebben niet te lang geleden allebei hun man verloren. Desalniettemin geen deprimerende gesprekken. Ik heb gevraagd of ik een paar fotootjes van ze mocht maken. Dat mocht. Een afscheid van elkaar in de oude, verwilderde tuin. Misschien hun laatste afscheid? Ik vroeg of ik haar een kus mocht geven, ik heb uitgesproken dat ik haar een prachtvrouw vind. Daarna liep ik alvast naar mijn auto. De zussen namen innig afscheid. De foto’s heb ik dezelfde avond gemaild naar jongste zus en de kinderen van mijn cliënte. Leuke reacties en een allerliefst berichtje van jongste zus kreeg ik terug. Ik ben dankbaar voor zulke dagen en zulk mooi werk!
Wederom fantastisch mooi weer tijdens het wild kamperen bij de boswachter. Voor de derde keer op rij staan we met de VW kampeerbus op hetzelfde plekje in het bos in de provincie Flevoland - waar je één weekend per jaar wild mag kamperen. Een prachtige plek op een grasveld omzoomd met bomen. Helemaal afgezonderd. Een meertje erbij om te zwemmen en te varen. Deze keer zijn we echter iets heel belangrijks vergeten. In de afgelegen natuur zonder signaal op de mobiele telefoon, zonder winkeltjes en zonder elektriciteit… zijn we toiletpapier vergeten! Mijn zus die al een dag eerder met haar kinderen gearriveerd is heeft een halfvol rolletje. We zijn met zeven mensen. Een halfvol rolletje WC papier is niet veel…. We beloven allemaal heel zuinig te doen. Ik vraag een keer heel beschamend aan twee onbekende pubermeiden mét een rol of ik een stukje mag hebben. Mijn zus bekeek het op een afstandje. “Heb je nou écht van die twee meiden een stukje papier gebietst?” Ja dus. Dolkomisch. De volgende ochtend loopt mijn neefje met het enige, waardevolle rolletje heel omslachtig onder een handdoek verstopt richting de WC. Voor de gelegenheid heeft de boswachter namelijk voor een portacabin gezorgd. Mijn neefje komt terug met een teneergeslagen gezicht. “Er is iets heel ergs gebeurd” biecht hij op. Hij heeft de énige rol die we hebben in de WC pot laten vallen! Hij showt de doordrenkte rol als bewijs… We storten allemaal met een hoop gezucht en gesteun in. Als ik halverwege de dag met mijn zus ook naar die portacabin loop zien we in een tentje waar we langs lopen tegelijkertijd een nieuwe closetrol liggen. We kijken elkaar meteen aan. “Er ligt daar een volle WC rol” merken we simultaan op. Het is toch een stap te ver om een stukje papier aan die mensen te vragen. Wat een hilariteit! In de portacabin vind ik een klein restant rolletje WC papier. We zijn er allemaal blij mee. We zullen er heel zuinig mee doen. We redden het helemaal tot het moment van ons vertrek. We hebben zélfs papier over! Dit rolletje overhandig ik plechtig aan mijn schuldige neef. Hij zou het op z’n slaapkamer leggen, als aandenken.
- Jean Jacques Rousseau
Een breekbare vrouw met een hartelijke uitstraling komt ons in de wilde tuin tegemoet. Sprankelende blauwe ogen, een losjes zittende katoenen hemd aan en een vrolijk gekleurd shawltje om haar hoofd gebonden. Ze verliest haar haar met grote plukken, zegt ze later. Deze mooie vrouw is het jongste zusje van mijn cliënte. Mijn 91-jarige cliënte kan niet auto rijden, haar man was het afgelopen decennium ziek en de trein is te vermoeiend voor haar en dus heeft ze haar zusje in het Oosten van het land al in geen tien jaar opgezocht. Haar veel jongere zus kwam haar zo nu en dan wel opzoeken in Breda, maar dat gaat nu niet meer. Ze heeft kanker. Ze zit in de derde chemokuur van de acht die haar toegezegd zijn. Voor mijn werk kreeg ik de kans om ze elkaar te laten ontmoeten. En dat was heel bijzonder. Ik wilde ze samen in de tuin achterlaten en zelf een uurtje gaan wandelen, maar er stonden al drie tuinstoelen met kussens in de schaduw van een oude boom klaar. In de boerenkeuken stonden drie schoteltjes met appeltaart onder een theedoek te wachten op ons. Het was niet de bedoeling dat ik zou vertrekken. Zo zat ik dus ineens bij een gesprek tussen twee zussen die terug in de tijd gingen en veel over vader en moeder spraken. Moeder die met zeven jonge kinderen in de oorlog achterbleef nadat vader heel jong aan kanker overleden was. Eten uit de gaarkeuken. Jongste zusje van toen tweeënhalf herinnert zich niet zoveel, behalve dat ze nog jaren bij moeder in bed had geslapen. Nonnen die in het huishouden kwamen helpen, maar ook kritiek hadden als niet alle bedden opgemaakt waren omdat de kinderen voor schooltijd ook nog naar de kerk moesten. Oudste zus (mijn cliënte) moest jong gaan werken. Uiteindelijk werden de allerjongsten in andere huizen ondergebracht omdat moeder tuberculose kreeg. Naast herinneringen uit een heftige tijd lachen ze ook veel in de tuin. Vergelijken elkaars uiterlijk. Spreken uit dat het zo fijn is dat ze deze dag samen kunnen doorbrengen. Als ik na een uurtje aankondig dat we zo zoetjesaan ons moeten gaan klaar maken om te vertrekken om weer anderhalf uur terug te rijden, protesteert onze gastvrouw. Ze heeft een lunch voor ons drietjes voorbereid. Onder een andere theedoek op de keukentafel komen drie schaaltjes met vers fruit vandaan, een schaal met heerlijk brood en een schaal met lekker beleg. We eten nostalgisch op de inmiddels antieke bordjes van moeder thuis. Tijdens de lunch lachen we nog even verder - ook ernstige onderwerpen komen aan bod. Ik laat ze praten en luister. Twee zussen die zich beiden heel bewust zijn van hun eindigheid. De vergankelijkheid van het leven. Beiden zussen hebben niet te lang geleden allebei hun man verloren. Desalniettemin geen deprimerende gesprekken. Ik heb gevraagd of ik een paar fotootjes van ze mocht maken. Dat mocht. Een afscheid van elkaar in de oude, verwilderde tuin. Misschien hun laatste afscheid? Ik vroeg of ik haar een kus mocht geven, ik heb uitgesproken dat ik haar een prachtvrouw vind. Daarna liep ik alvast naar mijn auto. De zussen namen innig afscheid. De foto’s heb ik dezelfde avond gemaild naar jongste zus en de kinderen van mijn cliënte. Leuke reacties en een allerliefst berichtje van jongste zus kreeg ik terug. Ik ben dankbaar voor zulke dagen en zulk mooi werk!
Wederom fantastisch mooi weer tijdens het wild kamperen bij de boswachter. Voor de derde keer op rij staan we met de VW kampeerbus op hetzelfde plekje in het bos in de provincie Flevoland - waar je één weekend per jaar wild mag kamperen. Een prachtige plek op een grasveld omzoomd met bomen. Helemaal afgezonderd. Een meertje erbij om te zwemmen en te varen. Deze keer zijn we echter iets heel belangrijks vergeten. In de afgelegen natuur zonder signaal op de mobiele telefoon, zonder winkeltjes en zonder elektriciteit… zijn we toiletpapier vergeten! Mijn zus die al een dag eerder met haar kinderen gearriveerd is heeft een halfvol rolletje. We zijn met zeven mensen. Een halfvol rolletje WC papier is niet veel…. We beloven allemaal heel zuinig te doen. Ik vraag een keer heel beschamend aan twee onbekende pubermeiden mét een rol of ik een stukje mag hebben. Mijn zus bekeek het op een afstandje. “Heb je nou écht van die twee meiden een stukje papier gebietst?” Ja dus. Dolkomisch. De volgende ochtend loopt mijn neefje met het enige, waardevolle rolletje heel omslachtig onder een handdoek verstopt richting de WC. Voor de gelegenheid heeft de boswachter namelijk voor een portacabin gezorgd. Mijn neefje komt terug met een teneergeslagen gezicht. “Er is iets heel ergs gebeurd” biecht hij op. Hij heeft de énige rol die we hebben in de WC pot laten vallen! Hij showt de doordrenkte rol als bewijs… We storten allemaal met een hoop gezucht en gesteun in. Als ik halverwege de dag met mijn zus ook naar die portacabin loop zien we in een tentje waar we langs lopen tegelijkertijd een nieuwe closetrol liggen. We kijken elkaar meteen aan. “Er ligt daar een volle WC rol” merken we simultaan op. Het is toch een stap te ver om een stukje papier aan die mensen te vragen. Wat een hilariteit! In de portacabin vind ik een klein restant rolletje WC papier. We zijn er allemaal blij mee. We zullen er heel zuinig mee doen. We redden het helemaal tot het moment van ons vertrek. We hebben zélfs papier over! Dit rolletje overhandig ik plechtig aan mijn schuldige neef. Hij zou het op z’n slaapkamer leggen, als aandenken.
Abonneren op:
Posts (Atom)