"Cuba zou ik werkelijk met geen ander land of eiland kunnen vergelijken: de waanzinnige combinatie van sfeer, bevolking, muziek, architectuur, natuur en het politieke klimaat maken het tot een absoluut unieke bestemming.”
-een Cuba reiziger
In welk ander land gaan voorbijgangers spontaan op straat staan salsa dansen als er live muziek klinkt? Ik ken geen plek op deze aardbol waar nog zo veel Amerikaanse auto's uit de 50-er jaren rondrijden. Waar anders in de wereld rijdt een fietser op de linkerbaan van de snelweg, terwijl hij met beide handen zijn haar aan het kammen is? Vooral de stad Havana schijnt net een filmset te zijn. Cuba is een land waar je verliefd op kunt worden. Het is ontzettend gevarieerd; van relaxen aan één van de mooie stranden tot cultuur opsnuiven in de koloniale steden. Het is geen rijk land en is officieel zelfs een derde wereldland, maar de mensen komen daar allemaal gelukkig en vrolijk over. Ik weet niet of wij vanuit Nederland voor drie weken naar Cuba hadden gevlogen met een dure vliegticket. Maar sinds we in de Grote Bosatlas zagen dat dit Caraïbische eiland zo dicht bij México ligt was er geen twijfel meer mogelijk. Wij gaan naar Cuba. Kenners geven aan dat je er op tijd bij moet zijn, nog vóór het eiland volledig is vercommercialiseerd. Je moet er genieten van wat er voor je voeten komt, je laten verrassen door de tegenstrijdigheden. Droomstranden, koloniale stadjes uit een plaatjesboek en bizarre tot woeste landschappen tegenover het gewone dagelijkse leven. Hartelijke gastvrijheid, poëtische complimenten, ongekende levensvreugde en swingende Cubaanse ritmes. Daarnaast stroomstoringen, lange rijen, slechte service en vaak ook slecht eten. Bovendien een grote hoeveelheid half vergane en vervallen gebouwen, veel bemoeienis van de overheid en overal aanwezige revolutionaire leuzen.
Tot nu toe begrijp ik nog niet veel van Cuba. Tot 1959 was Havana een welvarende, bruisende handelsstad. In de laatste periode waren er kennelijk veel hotels en casino's en gebruikten veel Amerikaanse maffia het als een gok-en drinkparadijs. Toen Fidel Castro in 1959 aan de macht kwam werd alles radicaal anders. De hotels werden gesloten, de maffia werd teruggestuurd en het socialisme werd ingeroepen. Alle bedrijven werden door de staat overgenomen en de bevolking kreeg huizen en hotelkamers toegewezen. Cuba zou één van de laatst echte socialistische/communistische landen zijn. Er zijn geen grote supermarkten en er hangen geen reclameborden. We hebben het in het Westen niet eens in de gaten, maar overal waar je kijkt word je doodgegooid met reclames. Zeker hier in México waar alle muren vol gekalkt zijn met gekleurde reclames. Zo niet in Cuba. Er is nauwelijks internet en maar één televisiezender van de staat. Maar er zijn wel hotels, wel restaurantjes en kleine lokale eettentjes. Er zijn tevens mensen die een kamer te huur aanbieden zoals de gezinnen waar wij logeren. Er is dus kapitalisme, er wordt kennelijk wel geld verdiend.
Wij willen Cuba op onze eigen manier verkennen. Niet groepsgewijs, ook al is dat misschien veiliger, maar met zijn vijfjes op stap in een huurauto. Huurauto's schijnen verreweg de comfortabelste, tevens duurste mogelijkheid te zijn om het eiland te verkennen. Of dat echt zo comfortabel is vraag ik mij af. Op alle wegen op het eiland moet je net als in México rekening houden met grote, diepe gaten en kuilen in de weg. Op het platteland vormen loslopende dieren, onverlichte auto's, vrachtwagens, tractoren en paard-en-wagens het grootste gevaar. Het belangrijkste hulpmiddel is de toeter. Ik las dat Cubaanse auto's, voor het grootste deel oude Lada's en door de verf bijeen gehouden oldtimers, hebben vaak defecte richtingaanwijzers en vrijwel nooit een zijspiegel. Daarom gebruikt men gebaren. De meeste chauffeurs laten hun linkerarm uit het raampje hangen. Een uitgestrekte arm met de handpalm naar onderen betekent ‘Let op, ik ga langzamer rijden' of ‘Ik ga stoppen' Een wijsvinger naar links wijst uit: ‘Bij de volgende mogelijkheid sla ik linksaf'. Wijst de vinger naar het dak van de auto: ‘Waarschijnlijk ga ik zo direct naar rechts' . Om het nog iets complexer te maken, respecteren de chauffeurs van de bussen die door de stad denderen deze tekentaal niet. Dat laatste is niet anders in México!
Eigenlijk is Cuba te vergelijken met je favoriete spijkerbroek. Iets verkleurd maar het doet denken aan vervlogen, betere tijden. Oude gebouwen in een mooie stijl maar een renovatie blijft uit. De straten totaal opengebroken en de oldtimers maken het geheel af. Het heeft zo zijn charme denk ik en de Cubanen vinden het allemaal wel best. Ik ook, ook al is het mogelijk dat ik zomaar drie weken niet kan bloggen….
maandag 21 juli 2014
zondag 13 juli 2014
BN'ers
“The score never interested me, only the game.”
― Mae West
“Mijn hart is met jullie” zei de Mexicaan met zijn hand op zijn hart gedrukt. “Ik was de enige in de bar die samen met jullie voor Nederland was.” Ik sta met de meiden op straat. We hebben zojuist de bar verlaten waar we de halve finale gekeken hebben. Het water komt ineens met bakken uit de lucht. De hemel huilt om het verlies van Nederland. Helemaal in oranje gekleed vertrokken we een paar uurtjes daarvoor in het stralende zonnetje naar een nabij gelegen dorp om daar in een café van een Nederlandse vrouw de halve finale te kijken. Ik had alleen verzuimd om voor ons vertrek te checken in welke straat het café gelegen was…. Ik wist de naam en dat leek me wel voldoende. Na een half uur rond gezworven te hebben door de straten van Cholula, en tientallen mensen op straat gevraagd te hebben, zijn we om drie uur de dichtstbijzijnde bar ingedoken. De bar waar we de meeste voetbalgeluiden hoorden galmen door de openstaande luiken. Er hingen een aantal grote schermen en in ons oranje kloffie namen we plaats aan een tafeltje. We dachten dat we de enigen waren in in de volle bar die voor Nederland juichten. Zelfs de Mexicaanse commentator op TV was voor Argentinië en kon zijn mond geen seconde houden. Maar achterin zat kennelijk toch ook nog deze bijzondere man die naar buiten kwam rennen toen we na de nederlaag vertrokken. Net zoals Mark een paar dagen eerder de enige was die voor Nederland juichte in een foodcourt gevuld met een paar honderd Mexicanen die voor Costa Rica waren. Mark en ik hebben een aantal spelers van dit WK-elftal al eens eerder toegejuicht in het Bernabéu stadion in Madrid. In dat jaar, het jaar 2008, speelden zes Nederlandse spelers bij Real Madrid. Wij woonden daar en kwamen enkelen van hen wel eens tegen in de buurt. Zo herinner ik me Rafael van der Vaart met zijn toenmalige vrouw Sylvie die bij mij en mijn vriendinnen aan tafel kwamen kletsen in een Aziatisch restaurant. Ze waren geïnteresseerd in de basisscholen in Madrid. Rafael stond pal naast mijn stoel, dus ik tikte hem aan en vroeg zijn handtekening op het papieren hoesje van mijn eetstokjes . Deze heb ik later in een enveloppe naar mijn voetbal liefhebbende neefje gestuurd. Van de huidige WK-selectie speelden Arjen Robben, Klaas-Jan Huntelaar en Wesley Sneijder toentertijd ook in Madrid. Rafael van der Vaart en Ruud van Nistelrooij speelden er dus ook. Mark kwam Ruud eens tegen in de toiletten van een restaurant en zei niks tegen hem. Later kwam Ruud naar Mark’s tafel, want hij kende een vriend van Mark. En toen zei hij tegen Mark: “Je kent me toch, waarom zei je niks toen we naast elkaar stonden te plassen?”
For old times sake een gouwe ouwe uit 2008:
Mijn eerste keer... Mijn eerste ervaring in een voetbalstadion, en wat voor één! Het enorme Santiago Bernabéu-stadion in Madrid. Gisteravond ben ik met Mark en vrienden van ons naar de Champions League wedstrijd van Koninklijk Madrid tegen Bate Borisov geweest. Via verschillende roltrappen kwamen we boven in het stadion terecht en moesten we via een héél steil trappetje in ons vak naar beneden om naar onze stoelen te lopen. We zaten recht boven het doel en de man met de grote trommel zat een vak onder ons. Hoe sfeervol! Er speelden dit keer drie Nederlanders mee: Arjen Robben, Rafael van der Vaart en Ruud van Nistelrooij - en later viel Royston Drenthe ook nog in. Leuk was het om te zien dat de Madrilenen allemaal zonnepitjes meenamen naar het stadion om op te kauwen en het schilletje uit te spugen. Niet alleen de grond lag helemaal bezaaid met schilletjes, mijn vriendin ook! Ik had er spijt van dat ik ons toneelkijkertje niet mee had genomen om de voetbalvrouwen te spotten, maar Sylvie hadden we tóch gezien. Toen Ruud van Nistelrooij zijn doelpunt scoorde riep Mark heel hard boven het doel: “RUUDJE! RUUDJE!” En Ruud keek dus om naar boven, uiteraard wij allemaal zwaaien terwijl we ons af vroegen “Zou hij het écht gehoord hebben?” Maar na de wedstrijd draaide Ruud zich om naar ons en begon te zwaaien - en wij viertjes zwaaiden uiteraard enthousiast weer terug. Maar als je weet dat er zo’n 80.000 supporters in dat stadion passen en vrijwel alle stoelen bezet waren, twijfelden we nog steeds en keken elkaar vragend aan. Overtuigd waren we pas toen Ruud nog één keer opkeek en voor de laatste maal zwaaide...naar ons!
― Mae West
“Mijn hart is met jullie” zei de Mexicaan met zijn hand op zijn hart gedrukt. “Ik was de enige in de bar die samen met jullie voor Nederland was.” Ik sta met de meiden op straat. We hebben zojuist de bar verlaten waar we de halve finale gekeken hebben. Het water komt ineens met bakken uit de lucht. De hemel huilt om het verlies van Nederland. Helemaal in oranje gekleed vertrokken we een paar uurtjes daarvoor in het stralende zonnetje naar een nabij gelegen dorp om daar in een café van een Nederlandse vrouw de halve finale te kijken. Ik had alleen verzuimd om voor ons vertrek te checken in welke straat het café gelegen was…. Ik wist de naam en dat leek me wel voldoende. Na een half uur rond gezworven te hebben door de straten van Cholula, en tientallen mensen op straat gevraagd te hebben, zijn we om drie uur de dichtstbijzijnde bar ingedoken. De bar waar we de meeste voetbalgeluiden hoorden galmen door de openstaande luiken. Er hingen een aantal grote schermen en in ons oranje kloffie namen we plaats aan een tafeltje. We dachten dat we de enigen waren in in de volle bar die voor Nederland juichten. Zelfs de Mexicaanse commentator op TV was voor Argentinië en kon zijn mond geen seconde houden. Maar achterin zat kennelijk toch ook nog deze bijzondere man die naar buiten kwam rennen toen we na de nederlaag vertrokken. Net zoals Mark een paar dagen eerder de enige was die voor Nederland juichte in een foodcourt gevuld met een paar honderd Mexicanen die voor Costa Rica waren. Mark en ik hebben een aantal spelers van dit WK-elftal al eens eerder toegejuicht in het Bernabéu stadion in Madrid. In dat jaar, het jaar 2008, speelden zes Nederlandse spelers bij Real Madrid. Wij woonden daar en kwamen enkelen van hen wel eens tegen in de buurt. Zo herinner ik me Rafael van der Vaart met zijn toenmalige vrouw Sylvie die bij mij en mijn vriendinnen aan tafel kwamen kletsen in een Aziatisch restaurant. Ze waren geïnteresseerd in de basisscholen in Madrid. Rafael stond pal naast mijn stoel, dus ik tikte hem aan en vroeg zijn handtekening op het papieren hoesje van mijn eetstokjes . Deze heb ik later in een enveloppe naar mijn voetbal liefhebbende neefje gestuurd. Van de huidige WK-selectie speelden Arjen Robben, Klaas-Jan Huntelaar en Wesley Sneijder toentertijd ook in Madrid. Rafael van der Vaart en Ruud van Nistelrooij speelden er dus ook. Mark kwam Ruud eens tegen in de toiletten van een restaurant en zei niks tegen hem. Later kwam Ruud naar Mark’s tafel, want hij kende een vriend van Mark. En toen zei hij tegen Mark: “Je kent me toch, waarom zei je niks toen we naast elkaar stonden te plassen?”
For old times sake een gouwe ouwe uit 2008:
Mijn eerste keer... Mijn eerste ervaring in een voetbalstadion, en wat voor één! Het enorme Santiago Bernabéu-stadion in Madrid. Gisteravond ben ik met Mark en vrienden van ons naar de Champions League wedstrijd van Koninklijk Madrid tegen Bate Borisov geweest. Via verschillende roltrappen kwamen we boven in het stadion terecht en moesten we via een héél steil trappetje in ons vak naar beneden om naar onze stoelen te lopen. We zaten recht boven het doel en de man met de grote trommel zat een vak onder ons. Hoe sfeervol! Er speelden dit keer drie Nederlanders mee: Arjen Robben, Rafael van der Vaart en Ruud van Nistelrooij - en later viel Royston Drenthe ook nog in. Leuk was het om te zien dat de Madrilenen allemaal zonnepitjes meenamen naar het stadion om op te kauwen en het schilletje uit te spugen. Niet alleen de grond lag helemaal bezaaid met schilletjes, mijn vriendin ook! Ik had er spijt van dat ik ons toneelkijkertje niet mee had genomen om de voetbalvrouwen te spotten, maar Sylvie hadden we tóch gezien. Toen Ruud van Nistelrooij zijn doelpunt scoorde riep Mark heel hard boven het doel: “RUUDJE! RUUDJE!” En Ruud keek dus om naar boven, uiteraard wij allemaal zwaaien terwijl we ons af vroegen “Zou hij het écht gehoord hebben?” Maar na de wedstrijd draaide Ruud zich om naar ons en begon te zwaaien - en wij viertjes zwaaiden uiteraard enthousiast weer terug. Maar als je weet dat er zo’n 80.000 supporters in dat stadion passen en vrijwel alle stoelen bezet waren, twijfelden we nog steeds en keken elkaar vragend aan. Overtuigd waren we pas toen Ruud nog één keer opkeek en voor de laatste maal zwaaide...naar ons!
woensdag 9 juli 2014
Rood of groen licht?
Een rood stoplicht kan een uitnodiging voor een adempauze zijn.
- David Dewulf
Mijn vriendin en ik zitten samen in haar auto en horten en stoten vooruit op de Nederlandse snelweg. "We zijn er bijna!" roept ze steeds hoopvol en best zenuwachtig. Ze ziet de afrit Breda op de snelweg al aangegeven. Het is na middernacht. Haar auto gaat steeds meer haperen en ze is al terug geschakeld naar zijn drie. De alarmlichten staan ondertussen te knipperen. Gelukkig is het op dit uur niet druk op de snelweg. We bezien onze hachelijke situatie van een afstandje en bescheuren het van het lachen. We rijden terug van ons bezoek vandaag aan een Marokkaanse hammam - wat overigens heerlijk was. We hadden eerder op de avond al moeite de snelweg op te geraken. Ze waren het gras 's nachts aan het maaien en de oprit was geblokkeerd. Nu reden we eindelijk in de goede richting en dan stopt de auto ermee! Twee vriendinnen die tot de zon onderging buiten op een terrasje hadden gegeten, de diepste gesprekken samen hadden gevoerd, binnen verder waren gegaan met thee en taart totdat bijna alle gasten vertrokken waren. En nu zaten we nerveus te hobbelen op onze autostoelen in een auto die het elk moment leek te begeven. Giechelend van de zenuwen. Tranen van het lachen: geen idee hoe we dit op moesten lossen. Op het moment dat mijn vriendin rechtop ging zitten achter het stuur hoorde ik een verbaasd "Oh!" en reed de auto ineens verrassend soepel verder. "Wat heb je nou gedaan?" vroeg ik haar keer op keer, stikkend van het lachen. Maar ze kon geen antwoord geven, het was kennelijk te stom voor woorden. Ze gierde het uit. Later biechtte ze op dat het gas bijna op was geweest en ze had heel eenvoudig het knopje ingedrukt om te switchen van gas naar benzine....
Deze week in Breda is rommelig, maar toch ook wel weer overzichtelijk met een lijstje voor de afspraken en een lijstje met alles wat gekocht moet worden. Ik leef dus vanuit deze lijstjes en doe dat letterlijk per dag. Ik kijk niet verder dan één dag. En dat maakt het veel rustiger voor mij dan vorig jaar. Toen zat ik lichamelijk niet lekker in mijn vel. Onverwachts had de Nederlandse tandarts een kies getrokken waar ik nog weken pijn van in mijn kaak had, ik had nog steeds die bloedklont in mijn long en ik had op z'n kop in een hangmat gehangen op mijn oude yogaschool waardoor ik nog maanden draaierig ben geweest. Deze keer schijnt de zon elke dag uitbundig en ik geniet van mijn fietstochtjes. Ik geniet van mijn vele lunches op zonnige, hippe terrasjes in Breda, telkens met een andere vriendin. Elke keer is het weer als vanouds. Dit keer zit ik op een splinternieuw terras en deze vriendin en ik liggen in een deuk omdat we pal naast een bekende Nederlander zitten die ik niet herken omdat ik al twee jaar geen Nederlandse TV-programma’s kijk. Winston Post, bekende soap-acteur en presentator, zit naast mijn vriendin en zij probeert me duidelijk te maken (zonder dat hij het hoort) dat hij bekend is. Ik pruttel (totaal niets van haar hints begrijpend) vrolijk maar luidruchtig door over een immens grote camera met microfoon die op een tafeltje ligt, precies gericht op ons! Eindelijk, als Winston even afgeleid is, kan ze het snel zeggen. Ik schaam me dood dat ik zo luidruchtig zat te klagen over die camera en we kunnen ons niet meer ontspannen normaal gedragen. Net twee giebelende pubers. Gelukkig rekent hij niet lang daarna af en pakt zijn cameraman het grote apparaat op om het terras te verlaten. Kunnen wij nog even ontspannen en serieus verder praten over de 'belangrijke' zaken van het leven zoals de overgang en de vriendjes van onze grote dochters....
Op de terugweg naar México was ik behoorlijk zenuwachtig vanwege het gewicht van de acht koffers bomvol gevuld met boodschappen, én het aangevraagde paspoort van Inden. Het paspoort lag lekker op tijd klaar op Schiphol. De koffers waren inderdaad allemaal te zwaar waardoor ik een half uur bij de KLM grondstewardess mijn koffers herpakt heb tot het zweet van mijn lijf gutste. Gelukkig was ze zo vriendelijk om uiteindelijk wat overgewicht door de vingers te zien. De Nederlandse douane-beambte was echter niet zo vriendelijk en vond het heel erg veel moeite om Inden een stempel in haar nieuwe paspoort te geven. Ik liep tóch met lood in mijn schoenen weer terug naar zijn hokje, want het bespaarde mij veel uitleg en moeite later in México. Na anderhalf uur wachten bij de immigratie in México en een loze opmerking van de medewerker dat onze verblijfsvergunningen verlopen waren liepen we op de douane af met de beruchte “rood of groen” drukknop. Anthe mocht drukken en tot mijn bijzonder grote opluchting (ik moest er een traantje van laten) mochten we doorlopen zonder geen van de acht koffers te openen. Mark stond achter de glazen deur met zijn duimen omhoog. Hij had alles gevolgd op een afstandje. Met meer dan honderdtwintig kilo aan Hollandse boodschappen en boeken liepen we de open armen van Mark tegemoet.
- David Dewulf
Mijn vriendin en ik zitten samen in haar auto en horten en stoten vooruit op de Nederlandse snelweg. "We zijn er bijna!" roept ze steeds hoopvol en best zenuwachtig. Ze ziet de afrit Breda op de snelweg al aangegeven. Het is na middernacht. Haar auto gaat steeds meer haperen en ze is al terug geschakeld naar zijn drie. De alarmlichten staan ondertussen te knipperen. Gelukkig is het op dit uur niet druk op de snelweg. We bezien onze hachelijke situatie van een afstandje en bescheuren het van het lachen. We rijden terug van ons bezoek vandaag aan een Marokkaanse hammam - wat overigens heerlijk was. We hadden eerder op de avond al moeite de snelweg op te geraken. Ze waren het gras 's nachts aan het maaien en de oprit was geblokkeerd. Nu reden we eindelijk in de goede richting en dan stopt de auto ermee! Twee vriendinnen die tot de zon onderging buiten op een terrasje hadden gegeten, de diepste gesprekken samen hadden gevoerd, binnen verder waren gegaan met thee en taart totdat bijna alle gasten vertrokken waren. En nu zaten we nerveus te hobbelen op onze autostoelen in een auto die het elk moment leek te begeven. Giechelend van de zenuwen. Tranen van het lachen: geen idee hoe we dit op moesten lossen. Op het moment dat mijn vriendin rechtop ging zitten achter het stuur hoorde ik een verbaasd "Oh!" en reed de auto ineens verrassend soepel verder. "Wat heb je nou gedaan?" vroeg ik haar keer op keer, stikkend van het lachen. Maar ze kon geen antwoord geven, het was kennelijk te stom voor woorden. Ze gierde het uit. Later biechtte ze op dat het gas bijna op was geweest en ze had heel eenvoudig het knopje ingedrukt om te switchen van gas naar benzine....
Deze week in Breda is rommelig, maar toch ook wel weer overzichtelijk met een lijstje voor de afspraken en een lijstje met alles wat gekocht moet worden. Ik leef dus vanuit deze lijstjes en doe dat letterlijk per dag. Ik kijk niet verder dan één dag. En dat maakt het veel rustiger voor mij dan vorig jaar. Toen zat ik lichamelijk niet lekker in mijn vel. Onverwachts had de Nederlandse tandarts een kies getrokken waar ik nog weken pijn van in mijn kaak had, ik had nog steeds die bloedklont in mijn long en ik had op z'n kop in een hangmat gehangen op mijn oude yogaschool waardoor ik nog maanden draaierig ben geweest. Deze keer schijnt de zon elke dag uitbundig en ik geniet van mijn fietstochtjes. Ik geniet van mijn vele lunches op zonnige, hippe terrasjes in Breda, telkens met een andere vriendin. Elke keer is het weer als vanouds. Dit keer zit ik op een splinternieuw terras en deze vriendin en ik liggen in een deuk omdat we pal naast een bekende Nederlander zitten die ik niet herken omdat ik al twee jaar geen Nederlandse TV-programma’s kijk. Winston Post, bekende soap-acteur en presentator, zit naast mijn vriendin en zij probeert me duidelijk te maken (zonder dat hij het hoort) dat hij bekend is. Ik pruttel (totaal niets van haar hints begrijpend) vrolijk maar luidruchtig door over een immens grote camera met microfoon die op een tafeltje ligt, precies gericht op ons! Eindelijk, als Winston even afgeleid is, kan ze het snel zeggen. Ik schaam me dood dat ik zo luidruchtig zat te klagen over die camera en we kunnen ons niet meer ontspannen normaal gedragen. Net twee giebelende pubers. Gelukkig rekent hij niet lang daarna af en pakt zijn cameraman het grote apparaat op om het terras te verlaten. Kunnen wij nog even ontspannen en serieus verder praten over de 'belangrijke' zaken van het leven zoals de overgang en de vriendjes van onze grote dochters....
Op de terugweg naar México was ik behoorlijk zenuwachtig vanwege het gewicht van de acht koffers bomvol gevuld met boodschappen, én het aangevraagde paspoort van Inden. Het paspoort lag lekker op tijd klaar op Schiphol. De koffers waren inderdaad allemaal te zwaar waardoor ik een half uur bij de KLM grondstewardess mijn koffers herpakt heb tot het zweet van mijn lijf gutste. Gelukkig was ze zo vriendelijk om uiteindelijk wat overgewicht door de vingers te zien. De Nederlandse douane-beambte was echter niet zo vriendelijk en vond het heel erg veel moeite om Inden een stempel in haar nieuwe paspoort te geven. Ik liep tóch met lood in mijn schoenen weer terug naar zijn hokje, want het bespaarde mij veel uitleg en moeite later in México. Na anderhalf uur wachten bij de immigratie in México en een loze opmerking van de medewerker dat onze verblijfsvergunningen verlopen waren liepen we op de douane af met de beruchte “rood of groen” drukknop. Anthe mocht drukken en tot mijn bijzonder grote opluchting (ik moest er een traantje van laten) mochten we doorlopen zonder geen van de acht koffers te openen. Mark stond achter de glazen deur met zijn duimen omhoog. Hij had alles gevolgd op een afstandje. Met meer dan honderdtwintig kilo aan Hollandse boodschappen en boeken liepen we de open armen van Mark tegemoet.
donderdag 26 juni 2014
Onverschrokken, moedig en avontuurlijk
De innerlijke reis betekent ergens heen gaan waar we nooit eerder geweest zijn.
- A.H. Almaas
We hebben een onverschrokken, moedige en avontuurlijke geest nodig om ons mee te nemen naar waar wij nooit eerder geweest zijn. Logisch, want wanneer we ons naar nieuwe gebieden begeven, weten wij niet wat er met ons gebeuren gaat. Ons gezin vertrekt over zo’n drie weken naar Cuba. En dat vooruitzicht is nog net zo spannend als een paar maanden geleden toen we onze beslissing namen. Ik heb het gevoel dat we ergens op dat eiland los gelaten zullen worden en we heel erg op ons zelf aangewezen zullen zijn. Zonder internet, zonder geld uit de muur en zonder een wegenkaart, want de wegen zijn erg beroerd aangegeven. Iemand die onlangs door Cuba gereisd had, net zoals wij zonder reisorganisatie, schreef dat de beste tomtom, landkaart of gids die je kunt gebruiken de lifter is. “Zoveel mogelijk Cubaanse lifters meenemen in je auto dan kom je er wel!” was zijn welgemeende advies. Ik weet nog niet wat ik daarvan denken moet. Reisgidsen zijn goed om je nieuwsgierigheid te prikkelen, maar avontuurlijker is het de hulpmiddelen zoals de tomtom en iPad thuis te laten. Onlangs werd ik enorm opgeschrikt door het advies van Mark’s secretaresse. Zij had vernomen dat Inden beter op haar Amerikaanse paspoort naar Cuba kon reizen, want met het vernieuwen van haar Nederlandse paspoort werd alles te ingewikkeld voor het aanvragen van een Mexicaanse verblijfsvergunning. “Dat is onmogelijk!” heb ik meteen uitgeroepen. Amerikanen mogen niet eens in contact komen met Cubanen en mogen alleen via reisorganisaties reizen waarbij ze in de grote staatshotels verblijven. Wij willen de communistische staat niet spekken, wij willen juist de Cubanen financieel steunen die hun nek uitsteken. Daarom logeren wij alleen bij gastvrije gezinnen in huis die wij uiteraard betalen voor hun gastvrijheid. Deze manier van reizen is absoluut onmogelijk voor Amerikanen. Ze mogen niet eens rechtstreeks op Cuba vliegen. Meestal via de Bahama’s, México of Canada. Inden heeft natuurlijk óók een Nederlands paspoort en daar moet ze gewoon op reizen. Ook al krijgt ze volgende week op Schiphol een nieuwe. Dat de secretaresse een paar luttele weken voor ons vertrek naar Cuba met dit advies kwam vind ik onvergeeflijk. Mark heeft zich er later mee bemoeid en ‘ineens’ kon Inden wel op haar nieuwe Nederlandse paspoort reizen en kreeg ik duizend welgemeende excuses. Volgens Mark draaien dit soort beslissingen van het bedrijf alleen maar om geld. Ik weet niet wat er met ons gebeuren gaat daar bij de douane op Cuba. Onze verblijfsvergunningen van México zijn verlopen, de begeleidende brief bevat oude paspoortgegevens. Ik las van een Cuba-reiziger dat zijn Westerse spulletjes bij de douane al uit zijn koffer gestolen waren. Onze backpacks worden opgevuld met tandpasta tubetjes, pennen, zeepjes en oude spijkerbroeken voor de gezinnen waar we verblijven. Laten we hopen dat al deze goedbedoelde spulletjes in de juiste, eerlijke handen terecht komen van waar ze voor bedoeld zijn.
Het regenseizoen is volop aangebroken en dat betekent voor ons bijna dagelijks tropische regenbuien met onweer dat je uit de bergen aan hoort komen rollen. Ik vind dat natuurgeweld geweldig. De regen start altijd als het donker is of vlak voordat het donker wordt. En dat is vroeg in de avond of laat in de middag, net zoals je het noemen wilt. De zon gaat hier het hele jaar voor zeven uur onder. Heel anders dan in Nederland waar je het zomerseizoen herkent aan de typische lange zomeravonden. Wij zijn onze koffers aan het pakken om ruim een week naar Breda te gaan. Op de heenweg hebben we alleen onze kleding mee, cadeautjes voor de gastvrije vriendinnen waar we allemaal mogen logeren en flink wat spullen van Vera, de Nederlandse uitwisselingsstudent uit México. Ze had in een jaar tijd flink wat (school)spulletjes verzameld en wij nemen nu een deel voor haar mee naar Breda. De volle verhuisdoos die ze ons via een pakketdienst stuurde is drie keer terug gestuurd geweest door allerlei miscommunicatie tussen haar gastmoeder, Vera, de pakketdienst en mij. Een dag voor ons vertrek hebben we eindelijk de doos in huis staan. Efficiëntie kennen ze hier niet in México. De meiden en ik hebben alle vier een kleine gevulde koffer (of backpack) in een lege grote koffer gestopt. Die grote koffers zijn voor de terugweg. Gevuld met boodschappen voor een heel jaar, veel boeken en tijdschriften en wat nieuwe kleding reizen we terug. Ik ben de laatste wassen aan het draaien voordat we vertrekken. Als ik een greep uit de wasmand met wit wasgoed wil doen zie ik een groen koppie uitsteken tussen de lakens. Met piepkleine zwarte oogjes die me vriendelijk aankijken. Door de vele regen is dit reptieltje onze wasruimte in gesneld om te schuilen. De deur naar de patio staat namelijk altijd open. Het onverschrokken kikkertje vond een volle wasmand met heerlijk droge lappen. Ik laat hem lekker zitten en hij houdt me goed in de gaten terwijl ik de wasmachine nu dan maar met gekleurde was vul. Ik hoop dat dit moedige kikkertje zijn avontuur overleeft met twee katten in de buurt. Wekelijks vinden we dode of bijna dode salamanders met felblauwe buikjes in huis.
- A.H. Almaas
We hebben een onverschrokken, moedige en avontuurlijke geest nodig om ons mee te nemen naar waar wij nooit eerder geweest zijn. Logisch, want wanneer we ons naar nieuwe gebieden begeven, weten wij niet wat er met ons gebeuren gaat. Ons gezin vertrekt over zo’n drie weken naar Cuba. En dat vooruitzicht is nog net zo spannend als een paar maanden geleden toen we onze beslissing namen. Ik heb het gevoel dat we ergens op dat eiland los gelaten zullen worden en we heel erg op ons zelf aangewezen zullen zijn. Zonder internet, zonder geld uit de muur en zonder een wegenkaart, want de wegen zijn erg beroerd aangegeven. Iemand die onlangs door Cuba gereisd had, net zoals wij zonder reisorganisatie, schreef dat de beste tomtom, landkaart of gids die je kunt gebruiken de lifter is. “Zoveel mogelijk Cubaanse lifters meenemen in je auto dan kom je er wel!” was zijn welgemeende advies. Ik weet nog niet wat ik daarvan denken moet. Reisgidsen zijn goed om je nieuwsgierigheid te prikkelen, maar avontuurlijker is het de hulpmiddelen zoals de tomtom en iPad thuis te laten. Onlangs werd ik enorm opgeschrikt door het advies van Mark’s secretaresse. Zij had vernomen dat Inden beter op haar Amerikaanse paspoort naar Cuba kon reizen, want met het vernieuwen van haar Nederlandse paspoort werd alles te ingewikkeld voor het aanvragen van een Mexicaanse verblijfsvergunning. “Dat is onmogelijk!” heb ik meteen uitgeroepen. Amerikanen mogen niet eens in contact komen met Cubanen en mogen alleen via reisorganisaties reizen waarbij ze in de grote staatshotels verblijven. Wij willen de communistische staat niet spekken, wij willen juist de Cubanen financieel steunen die hun nek uitsteken. Daarom logeren wij alleen bij gastvrije gezinnen in huis die wij uiteraard betalen voor hun gastvrijheid. Deze manier van reizen is absoluut onmogelijk voor Amerikanen. Ze mogen niet eens rechtstreeks op Cuba vliegen. Meestal via de Bahama’s, México of Canada. Inden heeft natuurlijk óók een Nederlands paspoort en daar moet ze gewoon op reizen. Ook al krijgt ze volgende week op Schiphol een nieuwe. Dat de secretaresse een paar luttele weken voor ons vertrek naar Cuba met dit advies kwam vind ik onvergeeflijk. Mark heeft zich er later mee bemoeid en ‘ineens’ kon Inden wel op haar nieuwe Nederlandse paspoort reizen en kreeg ik duizend welgemeende excuses. Volgens Mark draaien dit soort beslissingen van het bedrijf alleen maar om geld. Ik weet niet wat er met ons gebeuren gaat daar bij de douane op Cuba. Onze verblijfsvergunningen van México zijn verlopen, de begeleidende brief bevat oude paspoortgegevens. Ik las van een Cuba-reiziger dat zijn Westerse spulletjes bij de douane al uit zijn koffer gestolen waren. Onze backpacks worden opgevuld met tandpasta tubetjes, pennen, zeepjes en oude spijkerbroeken voor de gezinnen waar we verblijven. Laten we hopen dat al deze goedbedoelde spulletjes in de juiste, eerlijke handen terecht komen van waar ze voor bedoeld zijn.
Het regenseizoen is volop aangebroken en dat betekent voor ons bijna dagelijks tropische regenbuien met onweer dat je uit de bergen aan hoort komen rollen. Ik vind dat natuurgeweld geweldig. De regen start altijd als het donker is of vlak voordat het donker wordt. En dat is vroeg in de avond of laat in de middag, net zoals je het noemen wilt. De zon gaat hier het hele jaar voor zeven uur onder. Heel anders dan in Nederland waar je het zomerseizoen herkent aan de typische lange zomeravonden. Wij zijn onze koffers aan het pakken om ruim een week naar Breda te gaan. Op de heenweg hebben we alleen onze kleding mee, cadeautjes voor de gastvrije vriendinnen waar we allemaal mogen logeren en flink wat spullen van Vera, de Nederlandse uitwisselingsstudent uit México. Ze had in een jaar tijd flink wat (school)spulletjes verzameld en wij nemen nu een deel voor haar mee naar Breda. De volle verhuisdoos die ze ons via een pakketdienst stuurde is drie keer terug gestuurd geweest door allerlei miscommunicatie tussen haar gastmoeder, Vera, de pakketdienst en mij. Een dag voor ons vertrek hebben we eindelijk de doos in huis staan. Efficiëntie kennen ze hier niet in México. De meiden en ik hebben alle vier een kleine gevulde koffer (of backpack) in een lege grote koffer gestopt. Die grote koffers zijn voor de terugweg. Gevuld met boodschappen voor een heel jaar, veel boeken en tijdschriften en wat nieuwe kleding reizen we terug. Ik ben de laatste wassen aan het draaien voordat we vertrekken. Als ik een greep uit de wasmand met wit wasgoed wil doen zie ik een groen koppie uitsteken tussen de lakens. Met piepkleine zwarte oogjes die me vriendelijk aankijken. Door de vele regen is dit reptieltje onze wasruimte in gesneld om te schuilen. De deur naar de patio staat namelijk altijd open. Het onverschrokken kikkertje vond een volle wasmand met heerlijk droge lappen. Ik laat hem lekker zitten en hij houdt me goed in de gaten terwijl ik de wasmachine nu dan maar met gekleurde was vul. Ik hoop dat dit moedige kikkertje zijn avontuur overleeft met twee katten in de buurt. Wekelijks vinden we dode of bijna dode salamanders met felblauwe buikjes in huis.
donderdag 19 juni 2014
Concierto
Goud en edelstenen zijn er genoeg, maar een verstandig woord is zeldzaam.
- Spreken 20:15
“Otra! Otra!” roepen we in koor. “Nog één, nog één!”. Ik sta in de miljoenenhoofdstad Ciudad de México en mijn klasgenootje Magda (uit mijn yoga klasje) treedt op voor zo’n vierhonderd fans. We applaudisseren zo hard dat onze handen er zeer doen van doen en vanuit andere hoeken van de grote concertzaal hoor ik “Vamos!” roepen. “Kom op!” Magda is een bewonderd zangeres en zingt covers van andere bekende zangers zoals Andrea Bocelli, Whitney Houston en Il Divo. Om het te maken in zo’n miljoenenstad moet je wel een beetje goed zijn. Ze zingt én danst werkelijk prachtig en ziet er ook wondermooi uit in haar glinsterende strakke pak met een soort boa om haar nek. Haar kapsel helemaal wijd geföhnd en geblondeerd. Echt een diva. Zo ziet ze er normaalgesproken niet uit ’s ochtends vroeg op yoga les…. Haar stem is me ook niet meteen opgevallen bij het zingen van de mudra Ohm… Ze blijkt een gevierd zangeres: haar CD’s liggen landelijk bij warenhuis Sanborns te koop en haar optredens zijn op YouTube terug te vinden. En daarom zijn we onlangs met twee reisbussen vol fans vanuit Puebla afgereisd naar de hoofdstad om haar concert bij te wonen. Het is heel raar om iemand die je van heel dichtbij kent ineens op een podium te zien schitteren. Met mijn andere drie klasgenootjes geniet ik van haar stem en performance. We dansen en zingen spontaan mee. Vooraf hebben we vier uur in de bus gezeten om er te komen, dus we hebben er ook wel wat voor over gehad. Het was de lange reis waard. Ik heb veel gelachen met mijn yoga juf die tevens een heel goede vriendin geworden is. Magda had ons die avond opgemerkt in het publiek. We kregen later de hartelijke groeten van haar vanuit de kleedkamer. De volgende ochtend, na slechts drie uurtjes slaap!, vertrok ik voor het volgende concert. Ditmaal van onze jongste dochter. Maren had een chique zwart jurkje aan, een chique knotje in haar haar en was een beetje zenuwachtig. Fluit mee, twintig sandwiches mee om te delen na het schoolconcert en papa en mama in haar kielzog. In het auditorium zongen zo’n honderd 4th graders met hun kinderstemmetjes allemaal zoete, lieve liedjes voor alle papa’s en mama’s in de zaal. Met bijzonder toegewijde muziekleraar Patricio die hen enthousiast begeleidde in het Engels en Spaans. En af en toe die trotse blik van ons kind als ze onze kant op keek en wij onze duimen ophoog staken. Een erg Amerikaans, maar ook onvergetelijk schoolconcertje.
Het is nog maar een paar minuutjes voordat de eerste WK voetbalwedstrijd van México begint en iedereen is erg ongeduldig op de weg. Ze houden het bijna niet meer! Er wordt onrustig getoeterd in auto’s en ik hoor door de openstaande ramen van café’s en barretjes waar ik langsrijd het voorspel van de voetbalwedstrijd galmen. Ikzelf heb deze ochtend helemaal geen haast. Ik ga namelijk rustig mijn wekelijkse boodschappen doen bij de supermarkt. En op dat moment in de drukke straten wist ik nog niet hóe rustig dat zou zijn. De normaalgesproken bomvolle parkeerplaats is zo goed als leeg. Als ik de deur binnenloop, loop ik recht tegen een enorm flat screen aan. Daarna zie ik nog zeker een tiental meer van deze grote televisieschermen door de supermarkt verspreid. Bij de vleesafdeling tussen de karbonades, bovenop een stapel uitgestalde afgeprijsde frisdrankflessen, zelfs tussen de shampooflessen en make-up staat er één op een counter en op veel hoeken van de kruidenierspaden ook. Achter de kassa’s staan er meerdere naast elkaar opgesteld. Ik hoor toeschouwers tijdens mijn rondje in de supermarkt enthousiast juichen maar ook teleurgesteld roepen. Mexicanen kijken la Copa Mundial de futbol niet thuis met vrienden, maar buiten de deur. In elke foodcourt van een winkelcentrum staat een enorm scherm, in elke grote fastfood keten ook . Elke wedstrijd wordt zelfs in de bioscoop uitgezonden! Diezelfde middag speelt Nederland ook en ik verwacht niet veel animo. Maar…wat heb ik me daarin vergist! Dezelfde onrust breekt op straat uit vlak voordat de wedstrijd ’s middags begint. En het regende WhatsAppjes van Mexicaanse vrienden en kennissen op mijn telefoon toen de stroom doelpunten voor Nederland op gang kwam! Nederland is favoriet hier in México. In de Wallmart verkopen ze zelfs oranje voetbalshirts en bij de sportzaak een Nederlandse voetbal. Op de dag van de tweede Mexicaanse WK wedstrijd zijn de schoolkinderen allemaal een half uur eerder uit zodat iedereen op tijd achter een televisiescherm kan zitten. Inden mag de dag erna zelfs de Nederlandse wedstrijd tijdens Engelse les kijken met de klas. Iedereen neemt wat lekkers mee. Sport verbroedert. Op straat worden bij de stoplichten Mexicaanse tenues en shawls verkocht om aan te trekken tijdens de wedstrijden. En als je dan hier een willekeurig iemand vraagt of México kans maakt om in de finale te komen is het logische antwoord: “Neeeeee…!”
- Spreken 20:15
“Otra! Otra!” roepen we in koor. “Nog één, nog één!”. Ik sta in de miljoenenhoofdstad Ciudad de México en mijn klasgenootje Magda (uit mijn yoga klasje) treedt op voor zo’n vierhonderd fans. We applaudisseren zo hard dat onze handen er zeer doen van doen en vanuit andere hoeken van de grote concertzaal hoor ik “Vamos!” roepen. “Kom op!” Magda is een bewonderd zangeres en zingt covers van andere bekende zangers zoals Andrea Bocelli, Whitney Houston en Il Divo. Om het te maken in zo’n miljoenenstad moet je wel een beetje goed zijn. Ze zingt én danst werkelijk prachtig en ziet er ook wondermooi uit in haar glinsterende strakke pak met een soort boa om haar nek. Haar kapsel helemaal wijd geföhnd en geblondeerd. Echt een diva. Zo ziet ze er normaalgesproken niet uit ’s ochtends vroeg op yoga les…. Haar stem is me ook niet meteen opgevallen bij het zingen van de mudra Ohm… Ze blijkt een gevierd zangeres: haar CD’s liggen landelijk bij warenhuis Sanborns te koop en haar optredens zijn op YouTube terug te vinden. En daarom zijn we onlangs met twee reisbussen vol fans vanuit Puebla afgereisd naar de hoofdstad om haar concert bij te wonen. Het is heel raar om iemand die je van heel dichtbij kent ineens op een podium te zien schitteren. Met mijn andere drie klasgenootjes geniet ik van haar stem en performance. We dansen en zingen spontaan mee. Vooraf hebben we vier uur in de bus gezeten om er te komen, dus we hebben er ook wel wat voor over gehad. Het was de lange reis waard. Ik heb veel gelachen met mijn yoga juf die tevens een heel goede vriendin geworden is. Magda had ons die avond opgemerkt in het publiek. We kregen later de hartelijke groeten van haar vanuit de kleedkamer. De volgende ochtend, na slechts drie uurtjes slaap!, vertrok ik voor het volgende concert. Ditmaal van onze jongste dochter. Maren had een chique zwart jurkje aan, een chique knotje in haar haar en was een beetje zenuwachtig. Fluit mee, twintig sandwiches mee om te delen na het schoolconcert en papa en mama in haar kielzog. In het auditorium zongen zo’n honderd 4th graders met hun kinderstemmetjes allemaal zoete, lieve liedjes voor alle papa’s en mama’s in de zaal. Met bijzonder toegewijde muziekleraar Patricio die hen enthousiast begeleidde in het Engels en Spaans. En af en toe die trotse blik van ons kind als ze onze kant op keek en wij onze duimen ophoog staken. Een erg Amerikaans, maar ook onvergetelijk schoolconcertje.
Het is nog maar een paar minuutjes voordat de eerste WK voetbalwedstrijd van México begint en iedereen is erg ongeduldig op de weg. Ze houden het bijna niet meer! Er wordt onrustig getoeterd in auto’s en ik hoor door de openstaande ramen van café’s en barretjes waar ik langsrijd het voorspel van de voetbalwedstrijd galmen. Ikzelf heb deze ochtend helemaal geen haast. Ik ga namelijk rustig mijn wekelijkse boodschappen doen bij de supermarkt. En op dat moment in de drukke straten wist ik nog niet hóe rustig dat zou zijn. De normaalgesproken bomvolle parkeerplaats is zo goed als leeg. Als ik de deur binnenloop, loop ik recht tegen een enorm flat screen aan. Daarna zie ik nog zeker een tiental meer van deze grote televisieschermen door de supermarkt verspreid. Bij de vleesafdeling tussen de karbonades, bovenop een stapel uitgestalde afgeprijsde frisdrankflessen, zelfs tussen de shampooflessen en make-up staat er één op een counter en op veel hoeken van de kruidenierspaden ook. Achter de kassa’s staan er meerdere naast elkaar opgesteld. Ik hoor toeschouwers tijdens mijn rondje in de supermarkt enthousiast juichen maar ook teleurgesteld roepen. Mexicanen kijken la Copa Mundial de futbol niet thuis met vrienden, maar buiten de deur. In elke foodcourt van een winkelcentrum staat een enorm scherm, in elke grote fastfood keten ook . Elke wedstrijd wordt zelfs in de bioscoop uitgezonden! Diezelfde middag speelt Nederland ook en ik verwacht niet veel animo. Maar…wat heb ik me daarin vergist! Dezelfde onrust breekt op straat uit vlak voordat de wedstrijd ’s middags begint. En het regende WhatsAppjes van Mexicaanse vrienden en kennissen op mijn telefoon toen de stroom doelpunten voor Nederland op gang kwam! Nederland is favoriet hier in México. In de Wallmart verkopen ze zelfs oranje voetbalshirts en bij de sportzaak een Nederlandse voetbal. Op de dag van de tweede Mexicaanse WK wedstrijd zijn de schoolkinderen allemaal een half uur eerder uit zodat iedereen op tijd achter een televisiescherm kan zitten. Inden mag de dag erna zelfs de Nederlandse wedstrijd tijdens Engelse les kijken met de klas. Iedereen neemt wat lekkers mee. Sport verbroedert. Op straat worden bij de stoplichten Mexicaanse tenues en shawls verkocht om aan te trekken tijdens de wedstrijden. En als je dan hier een willekeurig iemand vraagt of México kans maakt om in de finale te komen is het logische antwoord: “Neeeeee…!”
vrijdag 13 juni 2014
Gulle gevers
Zoals een rechtgeaarde vrouw omgaat met haar enige, geliefde kind, zo dient een rechtgeaard mens om te gaan met alle levende wezens, overal.
- Sopaka
Gulle gevers… wij Nederlanders staan er niet om bekend. Toch is een fooi geven in veel landen gebruikelijk en ook gewenst. Zeker hier in México. Maar niets zo ingewikkeld als het geven ervan. Het is immers een vrijwillige bijdrage om je blijk van waardering weer te geven. Hoeveel geef je dan? En waar en wanneer moet je fooi geven? Voor mijn gevoel geef je hier werkelijk aan alles en iedereen fooi en ook gewoon altijd. Geen twijfel mogelijk. Als ik voor mijn wekelijkse gang naar de supermarkt ga, dan gaat dat ongeveer zo. Ik parkeer mijn auto en loop naar de glas- en plastic containers om alle lege flessen in te gooien. Een mannetje op de parkeerplaats wil de tassen en het volle krat graag voor me dragen en hij wil het ook voor me erin gooien. Daar hoort echter een fooi bij. Vervolgens loop ik mijn rondje door de supermarkt en achter de kassa staan pubers je boodschappen in te pakken in onnodig veel plastic tasjes. Dan moet ik altijd heel snel zijn om dat te voorkomen, omdat alles in mijn boodschappenkrat en grote Hollandse shoppers gaat. Voor het inpakken geef ik de scholier een fooi. Dan loop ik met mijn volgeladen winkelwagentje naar de uitgang waar een heel leger aan mannetjes staat die heel graag een centje willen verdienen. Als ik er zin in heb laat ik zo’n mannetje mijn kar naar de auto duwen. Hij laadt mijn tassen achter in mijn auto en ik geef hem een fooi. Hij fluit nog even als ik achteruit de parkeerplaats af rijd en neemt dan mijn lege winkelwagentje mee. Overal waar ik een parkeerplaats af rijd staat zo’n vent met zo’n mallotig fluitje keihard en heel irritant te fluiten. Je kunt heel makkelijk een hekel krijgen aan deze mannetjes. Bovendien kan ik prima zelf de parkeerplaats af rijden. In restaurants geef je standaard tien procent fooi, want mij is verteld dat de obers nauwelijks een salaris krijgen voor het serveren. Ze leven van de fooien. Maar het is goed opletten, want we hebben meerdere malen meegemaakt dat de tien procent al in het eindbedrag opgenomen was en dan betaal je ongewild twee maal een fooi. Dit is officieel verboden in México en zo kwam het een keer dat Mark de restauranthouder erbij riep, omdat de fooi inclusief was en de ober met pen nógmaals een tien procent fooi uitgerekend had en er veel roeptekens op de bon bij getekend had. Dat was de ober zijn laatste avondje in dat visrestaurant, want hij werd op staande voet ontslagen - waar wij (tot onze grote schaamte) bij stonden. Vaak staat er in het toilet van een bar of restaurant iemand die je een stukje toiletpapier aangeeft en na het handen wassen nogmaals een papieren handdoekje en deze ook weer voor je weg gooit. Deze persoon geef je natuurlijk óók een fooi. Fooi moet je verdienen vinden wij Nederlanders, maar hier in México is het vaak noodzaak. En ze verdelen graag het werk en dus ook de fooi. In de slagerij zou je bijvoorbeeld een fooi kunnen geven aan de man die je vleeswaren snijdt en het voor je naar de kassa draagt, om vervolgens de jongen die met jouw vleeswaren ingepakt in een tasje op je staat te wachten wéér een fooi te geven. En dan buiten bij je auto staat de snuiter met het fluitje op je te wachten die je nóg een fooi geeft. En dat allemaal voor een schamele anderhalf ons rosbief!
Mexicanen vind ik absoluut gulle gevers. Op kruispunten staan altijd mensen te bedelen wanneer auto’s staan te wachten voor het stoplicht. Ook gehandicapten of gelukszoekers vanuit Latijns-Amerika op weg naar The States houden hun hand op. De laatsten zijn illegaal meegelift op het dak van een trein en hebben een slaapzak op hun rug, want ze slapen ’s nachts buiten. Sommigen doen nog iets voor de muntjes zoals een acrobatische truc of muziek maken, maar velen bedelen gewoon door op je autoraam te kloppen en hun hand op te houden. Ik heb standaard een portemonneetje in mijn auto met veel losse peso’s voor dit soort gevallen. Maar ik zie vaak ook het raampje van de auto voor me open gaan en er een hand uit steken met bakjes yoghurt, een half op gegeten broodje van de Subway of flesjes water (aangebroken of niet). Gulle gevers dus. Boeddha drukte zijn volgelingen steeds op het hart te leven vanuit een liefdevolle vriendelijkheid voor iedereen. Deze vriendelijkheid is in mij en jou ook potentieel aanwezig en kun je zelf ontwikkelen om een positiever, opener, geduldiger en hulpvaardiger persoon te worden. Het is mooi om te ervaren dat Mexicanen kwetsbare mensen echt zíen. Zo krijg ik van school regelmatig de vraag bloed te doneren van een bepaalde bloedgroep. Dat is dan bedoeld voor een leerling, juf of een familielid van een leerling. Ook krijg ik zo nu en dan vanuit school de vraag te doneren voor iemands opgelopen ziekenhuiskosten. Of er worden donuts verkocht op het schoolplein en de opbrengst gaat naar de gedupeerde. Eerst moest ik erg aan wennen aan deze veredelde vorm van bedelen, maar wetende dat verzekeringen hier een maximum hebben en mensen dan de ongewoon hoge kosten niet meer kunnen ophoesten stemt me milder. En ik ben telkens verbaasd over de grote hoeveel geld dat er opgehaald wordt. Is het geen fijn gevoel wetende dat als je zelf onverhoopt in grote nood zou komen te verkeren, er een gemeenschap van de school achter je staat om je te steunen? Ook het milieu en de natuur krijgt meer dan voldoende aandacht. Er wordt veel aan bewustwording gedaan op school: bewustwording van de planeet waar je op leeft en waar je zelf verantwoordelijk voor bent. Er worden regelmatig door leerlingen goedbedoelde projecten opgestart. Dat begint al op de lagere school en wordt steeds professioneler in de loop van de studiejaren. México heeft helaas een verschrikkelijk slecht imago, maar ik ben er van overtuigd dat het gros van de Mexicanen diep in hun hart hulpvaardige, warme mensen zijn.
- Sopaka
Gulle gevers… wij Nederlanders staan er niet om bekend. Toch is een fooi geven in veel landen gebruikelijk en ook gewenst. Zeker hier in México. Maar niets zo ingewikkeld als het geven ervan. Het is immers een vrijwillige bijdrage om je blijk van waardering weer te geven. Hoeveel geef je dan? En waar en wanneer moet je fooi geven? Voor mijn gevoel geef je hier werkelijk aan alles en iedereen fooi en ook gewoon altijd. Geen twijfel mogelijk. Als ik voor mijn wekelijkse gang naar de supermarkt ga, dan gaat dat ongeveer zo. Ik parkeer mijn auto en loop naar de glas- en plastic containers om alle lege flessen in te gooien. Een mannetje op de parkeerplaats wil de tassen en het volle krat graag voor me dragen en hij wil het ook voor me erin gooien. Daar hoort echter een fooi bij. Vervolgens loop ik mijn rondje door de supermarkt en achter de kassa staan pubers je boodschappen in te pakken in onnodig veel plastic tasjes. Dan moet ik altijd heel snel zijn om dat te voorkomen, omdat alles in mijn boodschappenkrat en grote Hollandse shoppers gaat. Voor het inpakken geef ik de scholier een fooi. Dan loop ik met mijn volgeladen winkelwagentje naar de uitgang waar een heel leger aan mannetjes staat die heel graag een centje willen verdienen. Als ik er zin in heb laat ik zo’n mannetje mijn kar naar de auto duwen. Hij laadt mijn tassen achter in mijn auto en ik geef hem een fooi. Hij fluit nog even als ik achteruit de parkeerplaats af rijd en neemt dan mijn lege winkelwagentje mee. Overal waar ik een parkeerplaats af rijd staat zo’n vent met zo’n mallotig fluitje keihard en heel irritant te fluiten. Je kunt heel makkelijk een hekel krijgen aan deze mannetjes. Bovendien kan ik prima zelf de parkeerplaats af rijden. In restaurants geef je standaard tien procent fooi, want mij is verteld dat de obers nauwelijks een salaris krijgen voor het serveren. Ze leven van de fooien. Maar het is goed opletten, want we hebben meerdere malen meegemaakt dat de tien procent al in het eindbedrag opgenomen was en dan betaal je ongewild twee maal een fooi. Dit is officieel verboden in México en zo kwam het een keer dat Mark de restauranthouder erbij riep, omdat de fooi inclusief was en de ober met pen nógmaals een tien procent fooi uitgerekend had en er veel roeptekens op de bon bij getekend had. Dat was de ober zijn laatste avondje in dat visrestaurant, want hij werd op staande voet ontslagen - waar wij (tot onze grote schaamte) bij stonden. Vaak staat er in het toilet van een bar of restaurant iemand die je een stukje toiletpapier aangeeft en na het handen wassen nogmaals een papieren handdoekje en deze ook weer voor je weg gooit. Deze persoon geef je natuurlijk óók een fooi. Fooi moet je verdienen vinden wij Nederlanders, maar hier in México is het vaak noodzaak. En ze verdelen graag het werk en dus ook de fooi. In de slagerij zou je bijvoorbeeld een fooi kunnen geven aan de man die je vleeswaren snijdt en het voor je naar de kassa draagt, om vervolgens de jongen die met jouw vleeswaren ingepakt in een tasje op je staat te wachten wéér een fooi te geven. En dan buiten bij je auto staat de snuiter met het fluitje op je te wachten die je nóg een fooi geeft. En dat allemaal voor een schamele anderhalf ons rosbief!
Mexicanen vind ik absoluut gulle gevers. Op kruispunten staan altijd mensen te bedelen wanneer auto’s staan te wachten voor het stoplicht. Ook gehandicapten of gelukszoekers vanuit Latijns-Amerika op weg naar The States houden hun hand op. De laatsten zijn illegaal meegelift op het dak van een trein en hebben een slaapzak op hun rug, want ze slapen ’s nachts buiten. Sommigen doen nog iets voor de muntjes zoals een acrobatische truc of muziek maken, maar velen bedelen gewoon door op je autoraam te kloppen en hun hand op te houden. Ik heb standaard een portemonneetje in mijn auto met veel losse peso’s voor dit soort gevallen. Maar ik zie vaak ook het raampje van de auto voor me open gaan en er een hand uit steken met bakjes yoghurt, een half op gegeten broodje van de Subway of flesjes water (aangebroken of niet). Gulle gevers dus. Boeddha drukte zijn volgelingen steeds op het hart te leven vanuit een liefdevolle vriendelijkheid voor iedereen. Deze vriendelijkheid is in mij en jou ook potentieel aanwezig en kun je zelf ontwikkelen om een positiever, opener, geduldiger en hulpvaardiger persoon te worden. Het is mooi om te ervaren dat Mexicanen kwetsbare mensen echt zíen. Zo krijg ik van school regelmatig de vraag bloed te doneren van een bepaalde bloedgroep. Dat is dan bedoeld voor een leerling, juf of een familielid van een leerling. Ook krijg ik zo nu en dan vanuit school de vraag te doneren voor iemands opgelopen ziekenhuiskosten. Of er worden donuts verkocht op het schoolplein en de opbrengst gaat naar de gedupeerde. Eerst moest ik erg aan wennen aan deze veredelde vorm van bedelen, maar wetende dat verzekeringen hier een maximum hebben en mensen dan de ongewoon hoge kosten niet meer kunnen ophoesten stemt me milder. En ik ben telkens verbaasd over de grote hoeveel geld dat er opgehaald wordt. Is het geen fijn gevoel wetende dat als je zelf onverhoopt in grote nood zou komen te verkeren, er een gemeenschap van de school achter je staat om je te steunen? Ook het milieu en de natuur krijgt meer dan voldoende aandacht. Er wordt veel aan bewustwording gedaan op school: bewustwording van de planeet waar je op leeft en waar je zelf verantwoordelijk voor bent. Er worden regelmatig door leerlingen goedbedoelde projecten opgestart. Dat begint al op de lagere school en wordt steeds professioneler in de loop van de studiejaren. México heeft helaas een verschrikkelijk slecht imago, maar ik ben er van overtuigd dat het gros van de Mexicanen diep in hun hart hulpvaardige, warme mensen zijn.
donderdag 5 juni 2014
Tranen
People were created to be loved
Things were created to be used
The reason the world is in chaos
Is because things are being loved
And people are being used
Kippenvel. Het volkslied wordt gezongen door zeker 1500 leerlingen in gala tenue, het orkest speelt, iedereen staat rechtop en houdt zijn rechterhand voor zijn borst. De twee vlaggen worden bijna met militaire precisie aangeboden aan twee leerkrachten. Het Amerikaanse volkslied wordt gezongen na de Mexicaanse en dan houd ik het niet meer. Mijn tranen beginnen op te wellen. Eenmaal per jaar wordt er een grote ceremonie op school gehouden waarbij alle klassen van kleuters tot de bijna afgestudeerden bij elkaar komen. Van piepkleinste peutertjes tot lange, behaarde mannelijke studenten. Er wordt tijdens deze jaarlijkse ceremonie een vlaggenparade gehouden. En dat speelt zich nu voor me af. Ik sta hier met mijn fotocamera in de hand op de binnenplaats van de school en voel allerlei emoties opborrelen. Het feit dat Anthe hier met de Nederlandse vlag paradeert en haar naam omgeroepen wordt door de speakers, “¡Anthe Donelle Rippens de Holanda!”, doet mijn hart vullen met trots. Trots op Anthe die hier volgend jaar als senior zal staan met een stoer knalrood Amerikaans High School jack aan om afscheid te nemen van haar school. Trots dat onze drie meiden hun opleiding hier in het Spaans vervolgd hebben. En overal ter wereld weten te aarden. En toch ook wel trots op onze Nederlandse vlag. Daar heb ik normaal gesproken niet veel mee, maar op zo’n groots officieel spektakel zoals deze ceremonie, het WK voetbal of desnoods het Eurovisie songfestival voel ik trots. En er stromen tranen. Ik voel dankbaarheid. Dankbaarheid dat wij überhaupt hier in México op deze school mogen zijn. Ook nog allemaal in blakende gezondheid. En gelijktijdig dankbaar dat onze wiegjes in Nederland (en de US) mochten staan waardoor wij alle mogelijkheden van de wereld hebben gekregen. We zien hier de enorme verschillen in kansen afhankelijk van je huidskleur of zelfs de kleur van je ogen. De wereld ligt aan de voeten van onze jonge dochters die drie talen vloeiend spreken. Maar ik voel ook pijn in mijn hart voor het naderend afscheid volgend jaar. Afscheid van onze heerlijke tijd in México en tegelijkertijd afscheid van Anthe’s middelbare schooltijd. Van haar kind-zijn. Maandag is ze zestien jaar geworden. (zie ons fotoalbum) Ze gaat over een jaar eerst werken, hard sparen en daarna reizen rondom de wereld. Ons kind! Om daarna aan een (buitenlandse?) universiteit te gaan studeren. Dat betekent ook een beetje afscheid van ons complete gezin met drie meiden. Dat wil ik helemaal niet. Ik wil een muurtje om ons gezinnetje bouwen. Dit gaat allemaal door me heen terwijl ik betraand als toeschouwer aan de zijlijn van dit spektakel sta te kijken. Ik krijg een schouderklopje van iemand, een omhelzing, een begripvolle blik wordt uitgewisseld. Mijn lieve vriendinnen maken het onbedoeld eigenlijk nog zwaarder. Als ik Mark nadien een WhatsApp’je stuur krijg ik een praktisch antwoord terug: ”Gelukkig heb je nog een jaar om aan dit idee te wennen!”
Hartverwarmend. Een bloednerveuze papa met zijn dochter aan de arm. Het zonnetje schijnt door de wolken en we staan voor een geweldig mooi oud kerkje dat van buiten helemaal betegeld is met authentieke talavera tegeltjes. Luis staat op het punt om zijn enige dochter weg te geven voor het altaar. (zie ons fotoalbum) Ana woont in Barcelona en is speciaal met haar bruidegom overgevlogen om de kerkelijke dienst in haar geboorteland te houden. Met haar vader, met ons en met haar familie. En Luis is zo verschrikkelijk nerveus! Hij is maanden geleden van een trapje gevallen en heeft daarbij acht hielbeentjes gebroken. Hij kan nog steeds geen schoenen aan, nog steeds niet lang op zijn benen staan en kan helaas geen langere afstanden lopen. Hij heeft veel geoefend om dit stukje naar het altaar door de volle kerk met Ana aan zijn arm te lopen. In zijn andere hand zijn stok. Mark en ik zijn er heel dichtbij getuigen van, omdat we te laat bij de juiste kerk arriveren - er zijn er meer dan 70 in Cholula! – en daarom bij de ingang van de overvolle kerk wachten. Tijdens het diner geeft Luis een prachtige speech voor het bruidspaar en de bijna driehonderd gasten waarbij hij een quote van Albert Einstein leent die Einstein ooit schreef aan zijn enige dochter. Mark bekijkt het vanuit de ogen van een papa met drie dochters. Luis heeft heel mooie, emotionele woorden voor zijn dochter. Later opent hij de dans met Ana. Zij veel groter dan hem. Hij ziet er breekbaar uit met zijn stok, maar het beeld raakt je. Ze krijgen een groot applaus. Mark en ik genieten van deze grootse Mexicaanse bruiloft . Gehouden op een grote hacienda met een enorme tuin er omheen. Veel vrouwen dragen prachtige lange felgekleurde gewaden. Vrijwel alle dames zijn naar de kapper geweest (ik ook) en dragen hoge hakjes. Er wordt gedanst vanaf vijf uur in de middag tot diep in de nacht. Rond tien uur worden er voor de hooggehakte dames slofjes uitgedeeld. Zo kunnen we weer uren verder dansen op onze blaren. Mark en ik hebben écht genoten van dit uitbundige Mexicaanse feest. En zijn heel opgetogen dat we getuigen mochten zijn van dit belangrijke moment in het leven van onze vrienden Luis en Susana.
Things were created to be used
The reason the world is in chaos
Is because things are being loved
And people are being used
Kippenvel. Het volkslied wordt gezongen door zeker 1500 leerlingen in gala tenue, het orkest speelt, iedereen staat rechtop en houdt zijn rechterhand voor zijn borst. De twee vlaggen worden bijna met militaire precisie aangeboden aan twee leerkrachten. Het Amerikaanse volkslied wordt gezongen na de Mexicaanse en dan houd ik het niet meer. Mijn tranen beginnen op te wellen. Eenmaal per jaar wordt er een grote ceremonie op school gehouden waarbij alle klassen van kleuters tot de bijna afgestudeerden bij elkaar komen. Van piepkleinste peutertjes tot lange, behaarde mannelijke studenten. Er wordt tijdens deze jaarlijkse ceremonie een vlaggenparade gehouden. En dat speelt zich nu voor me af. Ik sta hier met mijn fotocamera in de hand op de binnenplaats van de school en voel allerlei emoties opborrelen. Het feit dat Anthe hier met de Nederlandse vlag paradeert en haar naam omgeroepen wordt door de speakers, “¡Anthe Donelle Rippens de Holanda!”, doet mijn hart vullen met trots. Trots op Anthe die hier volgend jaar als senior zal staan met een stoer knalrood Amerikaans High School jack aan om afscheid te nemen van haar school. Trots dat onze drie meiden hun opleiding hier in het Spaans vervolgd hebben. En overal ter wereld weten te aarden. En toch ook wel trots op onze Nederlandse vlag. Daar heb ik normaal gesproken niet veel mee, maar op zo’n groots officieel spektakel zoals deze ceremonie, het WK voetbal of desnoods het Eurovisie songfestival voel ik trots. En er stromen tranen. Ik voel dankbaarheid. Dankbaarheid dat wij überhaupt hier in México op deze school mogen zijn. Ook nog allemaal in blakende gezondheid. En gelijktijdig dankbaar dat onze wiegjes in Nederland (en de US) mochten staan waardoor wij alle mogelijkheden van de wereld hebben gekregen. We zien hier de enorme verschillen in kansen afhankelijk van je huidskleur of zelfs de kleur van je ogen. De wereld ligt aan de voeten van onze jonge dochters die drie talen vloeiend spreken. Maar ik voel ook pijn in mijn hart voor het naderend afscheid volgend jaar. Afscheid van onze heerlijke tijd in México en tegelijkertijd afscheid van Anthe’s middelbare schooltijd. Van haar kind-zijn. Maandag is ze zestien jaar geworden. (zie ons fotoalbum) Ze gaat over een jaar eerst werken, hard sparen en daarna reizen rondom de wereld. Ons kind! Om daarna aan een (buitenlandse?) universiteit te gaan studeren. Dat betekent ook een beetje afscheid van ons complete gezin met drie meiden. Dat wil ik helemaal niet. Ik wil een muurtje om ons gezinnetje bouwen. Dit gaat allemaal door me heen terwijl ik betraand als toeschouwer aan de zijlijn van dit spektakel sta te kijken. Ik krijg een schouderklopje van iemand, een omhelzing, een begripvolle blik wordt uitgewisseld. Mijn lieve vriendinnen maken het onbedoeld eigenlijk nog zwaarder. Als ik Mark nadien een WhatsApp’je stuur krijg ik een praktisch antwoord terug: ”Gelukkig heb je nog een jaar om aan dit idee te wennen!”
Hartverwarmend. Een bloednerveuze papa met zijn dochter aan de arm. Het zonnetje schijnt door de wolken en we staan voor een geweldig mooi oud kerkje dat van buiten helemaal betegeld is met authentieke talavera tegeltjes. Luis staat op het punt om zijn enige dochter weg te geven voor het altaar. (zie ons fotoalbum) Ana woont in Barcelona en is speciaal met haar bruidegom overgevlogen om de kerkelijke dienst in haar geboorteland te houden. Met haar vader, met ons en met haar familie. En Luis is zo verschrikkelijk nerveus! Hij is maanden geleden van een trapje gevallen en heeft daarbij acht hielbeentjes gebroken. Hij kan nog steeds geen schoenen aan, nog steeds niet lang op zijn benen staan en kan helaas geen langere afstanden lopen. Hij heeft veel geoefend om dit stukje naar het altaar door de volle kerk met Ana aan zijn arm te lopen. In zijn andere hand zijn stok. Mark en ik zijn er heel dichtbij getuigen van, omdat we te laat bij de juiste kerk arriveren - er zijn er meer dan 70 in Cholula! – en daarom bij de ingang van de overvolle kerk wachten. Tijdens het diner geeft Luis een prachtige speech voor het bruidspaar en de bijna driehonderd gasten waarbij hij een quote van Albert Einstein leent die Einstein ooit schreef aan zijn enige dochter. Mark bekijkt het vanuit de ogen van een papa met drie dochters. Luis heeft heel mooie, emotionele woorden voor zijn dochter. Later opent hij de dans met Ana. Zij veel groter dan hem. Hij ziet er breekbaar uit met zijn stok, maar het beeld raakt je. Ze krijgen een groot applaus. Mark en ik genieten van deze grootse Mexicaanse bruiloft . Gehouden op een grote hacienda met een enorme tuin er omheen. Veel vrouwen dragen prachtige lange felgekleurde gewaden. Vrijwel alle dames zijn naar de kapper geweest (ik ook) en dragen hoge hakjes. Er wordt gedanst vanaf vijf uur in de middag tot diep in de nacht. Rond tien uur worden er voor de hooggehakte dames slofjes uitgedeeld. Zo kunnen we weer uren verder dansen op onze blaren. Mark en ik hebben écht genoten van dit uitbundige Mexicaanse feest. En zijn heel opgetogen dat we getuigen mochten zijn van dit belangrijke moment in het leven van onze vrienden Luis en Susana.
donderdag 29 mei 2014
Cold turkey
Stoppen kan ons leven transformeren.
- David Brazier
In een leven bouwt een mens allerlei gewoonten op. Maar omdat het nu eenmaal gewoonten zijn, sta je daar vaak niet bij stil. Bijvoorbeeld de gewoonte om je mail dagelijks te checken. Of om bij een vraag die bij je opkomt even het antwoord te googlen. Of om een gemiste uitzending te kijken. Of om meerdere keren per dag je WhatsApp berichtjes te checken. Of, nog gewoner, om gebeld te worden. Allemaal gewoonten. Gedachteloos uitgevoerd. Afgelopen weken werkte onze vaste telefoonlijn niet. Daar konden wij in het gezin best wel mee leven eigenlijk. Behalve dan de irritante vermanende belletjes op onze mobieltjes van de alarmcentrale dat onze telefoonlijn plat lag en dat ze daarvan melding kregen. Ik heb helemaal niks met ons alarmsysteem en had er persoonlijk nooit in geïnvesteerd. We hebben het ook nog nooit gebruikt. Maar goed, Mark en de huiseigenaar vonden het wel erg belangrijk. Ik heb dus weinig begrip voor dit alarminstallatiebedrijf en wat mij betreft waren ze nooit in mijn leven gekomen. Na een paar dagen kreeg ik te horen dat het probleem niet bij het telefoonbedrijf lag, maar bij het alarminstallatiebedrijf. Nota bene het bedrijf dat dagelijks loopt te zeuren dat onze lijn dood is! Toen dat alarmbedrijfje alles gereset had werkte de vaste telefoon weer. Maar het zou México niet zijn als het na een dag weer plat lag. Niet alleen de telefoonlijn deze keer, maar ook internet. En dat meerdere keertjes de afgelopen twee weken. En dat was wél erg. Cold turkey afkicken! Anthe had juist die eerste onverwachte middag wat klasgenoten mee naar huis genomen om aan een schoolproject te werken. Online natuurlijk. Ik heb ze uiteindelijk bij Starbucks afgezet en een flinke duit mee gegeven voor wat drinken en een broodje. Tenslotte zouden ze bij ons lunchen voordat het internet eruit lag. Een andere avond hebben we twee uur bij McDonalds gezeten zodat Anthe haar huiswerk kon maken. Naast het wachten op betere tijden qua telefoon en internet wachtte ik ook al drie weken op de monteur die bijna elke dag beloofde dat hij morgen zou komen. Als het niet zo schrijnend was geweest, had deze situatie best grappig kunnen worden. Daniel komt altijd veel te laat of gewoon niet op onze afspraak. Hij moet de lampen repareren, want van het gros is de transformator doorgebrand. Daarnaast beloofde hij meer dan zes maanden geleden dat hij de motor van de jacuzzi zou maken en wat schilderwerk zou uitvoeren en dat is tot op de dag van vandaag ook nooit gedaan. En soms raakt het een tijdje op de achtergrond, maar op dit ogenblik erger ik me rót aan hem. En aan het alarmbedrijf. En ik mis internet. Ik heb Daniel’s gedrag aan de huiseigenaar doorgegeven en hij dreigde hem te ontslaan. Ik heb hem echter nog één kans gegeven om op te komen dagen en die heeft hij natuurlijk verprutst. Vorige week vroeg Daniel hoe ik de reparatie van de bubbelmachine wilde betalen en heb ik hem boos toegesnauwd dat ik al meer dan zes maanden hierop wacht, dat het überhaupt niet mijn machine is, dat ik veel geld per maand betaal om in dit huis te wonen en dat ik wel een bericht naar de huiseigenaar zou sturen. Hij verontschuldigde zich snel en vroeg of ik alsjeblieft geen bericht naar de huiseigenaar wilde sturen. Vermoedelijk had hij al een flinke preek gekregen. Onderweg in de auto naar internetverbinding in Starbucks somde ik al deze ellende op aan een klasgenootje van Anthe. Ze haalde haar schouders op. “Dit is zo normaal, niets bijzonders.” Ze pauzeerde even. “Dit is gewoon México”, zei ze.
“¡Patron! ¡Patron! ¿Qué necesita?” wordt er op straat geroepen. “Baas! Baas! Wat heeft u nodig?” Ons autoraampje staat open en er staan allemaal mannen om ons heen. “Een handschoenenkastje voor deze Jeep”, antwoordt David. Ik rijd met de Mexicaanse chauffeur van mijn vriendin door een sloeberig wijkje dat alleen maar bestaat uit kleine winkeltjes gevuld met tweedehands auto-onderdelen. Drie straten vol met oude troep. Het is eigenlijk net een autokerkhof. Of de sloop, maar dan anders. De mannetjes die bij de winkeltjes horen proberen elk voor zich hun spulletjes te verkopen. Dat betekent dat als je raampje open staat en je langzaam door de straat rijdt er overal vandaan jonge knullen mee rennen met de auto en vragen wat je zoekt. Best beangstigend eigenlijk. Er zaten er ook een aantal op mijn motorkap. Toen David gas gaf gleden ze er van af. Heel macho. Ik zou dit nooit alleen kunnen doen. Het is een typische mannenwereld. Mark zou het ook niet kunnen. Het is een typisch Mexicaanse machocultuur. Het onderhandelen, het mee rennen met de rijdende auto, het schreeuwen over straat naar collega-winkeliers of zij het gezochte auto-onderdeel hebben, het doorrijden. Echt iets voor Mexicanen. Twee handige jongens kunnen aan het handschoenenkastje komen beloven ze. Ze wijzen een plekje aan om te parkeren, want achter ons rijden ook auto’s die iets zoeken op deze unieke markt. Wij wachten, zij fietsen weg, komen weer terug om geld te vragen dat David meteen weigert. (Hij kent de regels van dit spel door en door.) Na tien minuten komen ze terug met het gezochte kastje in de juiste kleur. De groothandel sticker zit nog in het kastje geplakt. “Waar komt zo’n nieuw kastje vandaan?”, vraag je je meteen af. Niet over nadenken. Nadien hoorde ik een verhaal van iemand die óók door die straat gereden had om een wieldop aan te schaffen. Hij kon er één heel goedkoop aanschaffen. Het duurde maar vijf minuutjes. Ze zetten hem er ook nog op voor hem. Toen hij de volgende dag parkeerde kwam hij erachter dat hij de wieldop aan de andere kant miste! Voor honderd pesos meer installeren de jongens die middag het kastje in mijn auto. Ze moeten wat knutselen, plakken, lassen en vooral veel passen en meten en dan zit het tweedehands handschoenenkastje als gegoten. Voor bijna een kwart van de prijs dat de garage voorstelde. Ik geef het geld aan David en hij betaalt de knullen. David is een geweldige onderhandelaar, een aardige vent, wél macho, maar we hebben die middag ook wat afgelachen samen.
- David Brazier
In een leven bouwt een mens allerlei gewoonten op. Maar omdat het nu eenmaal gewoonten zijn, sta je daar vaak niet bij stil. Bijvoorbeeld de gewoonte om je mail dagelijks te checken. Of om bij een vraag die bij je opkomt even het antwoord te googlen. Of om een gemiste uitzending te kijken. Of om meerdere keren per dag je WhatsApp berichtjes te checken. Of, nog gewoner, om gebeld te worden. Allemaal gewoonten. Gedachteloos uitgevoerd. Afgelopen weken werkte onze vaste telefoonlijn niet. Daar konden wij in het gezin best wel mee leven eigenlijk. Behalve dan de irritante vermanende belletjes op onze mobieltjes van de alarmcentrale dat onze telefoonlijn plat lag en dat ze daarvan melding kregen. Ik heb helemaal niks met ons alarmsysteem en had er persoonlijk nooit in geïnvesteerd. We hebben het ook nog nooit gebruikt. Maar goed, Mark en de huiseigenaar vonden het wel erg belangrijk. Ik heb dus weinig begrip voor dit alarminstallatiebedrijf en wat mij betreft waren ze nooit in mijn leven gekomen. Na een paar dagen kreeg ik te horen dat het probleem niet bij het telefoonbedrijf lag, maar bij het alarminstallatiebedrijf. Nota bene het bedrijf dat dagelijks loopt te zeuren dat onze lijn dood is! Toen dat alarmbedrijfje alles gereset had werkte de vaste telefoon weer. Maar het zou México niet zijn als het na een dag weer plat lag. Niet alleen de telefoonlijn deze keer, maar ook internet. En dat meerdere keertjes de afgelopen twee weken. En dat was wél erg. Cold turkey afkicken! Anthe had juist die eerste onverwachte middag wat klasgenoten mee naar huis genomen om aan een schoolproject te werken. Online natuurlijk. Ik heb ze uiteindelijk bij Starbucks afgezet en een flinke duit mee gegeven voor wat drinken en een broodje. Tenslotte zouden ze bij ons lunchen voordat het internet eruit lag. Een andere avond hebben we twee uur bij McDonalds gezeten zodat Anthe haar huiswerk kon maken. Naast het wachten op betere tijden qua telefoon en internet wachtte ik ook al drie weken op de monteur die bijna elke dag beloofde dat hij morgen zou komen. Als het niet zo schrijnend was geweest, had deze situatie best grappig kunnen worden. Daniel komt altijd veel te laat of gewoon niet op onze afspraak. Hij moet de lampen repareren, want van het gros is de transformator doorgebrand. Daarnaast beloofde hij meer dan zes maanden geleden dat hij de motor van de jacuzzi zou maken en wat schilderwerk zou uitvoeren en dat is tot op de dag van vandaag ook nooit gedaan. En soms raakt het een tijdje op de achtergrond, maar op dit ogenblik erger ik me rót aan hem. En aan het alarmbedrijf. En ik mis internet. Ik heb Daniel’s gedrag aan de huiseigenaar doorgegeven en hij dreigde hem te ontslaan. Ik heb hem echter nog één kans gegeven om op te komen dagen en die heeft hij natuurlijk verprutst. Vorige week vroeg Daniel hoe ik de reparatie van de bubbelmachine wilde betalen en heb ik hem boos toegesnauwd dat ik al meer dan zes maanden hierop wacht, dat het überhaupt niet mijn machine is, dat ik veel geld per maand betaal om in dit huis te wonen en dat ik wel een bericht naar de huiseigenaar zou sturen. Hij verontschuldigde zich snel en vroeg of ik alsjeblieft geen bericht naar de huiseigenaar wilde sturen. Vermoedelijk had hij al een flinke preek gekregen. Onderweg in de auto naar internetverbinding in Starbucks somde ik al deze ellende op aan een klasgenootje van Anthe. Ze haalde haar schouders op. “Dit is zo normaal, niets bijzonders.” Ze pauzeerde even. “Dit is gewoon México”, zei ze.
“¡Patron! ¡Patron! ¿Qué necesita?” wordt er op straat geroepen. “Baas! Baas! Wat heeft u nodig?” Ons autoraampje staat open en er staan allemaal mannen om ons heen. “Een handschoenenkastje voor deze Jeep”, antwoordt David. Ik rijd met de Mexicaanse chauffeur van mijn vriendin door een sloeberig wijkje dat alleen maar bestaat uit kleine winkeltjes gevuld met tweedehands auto-onderdelen. Drie straten vol met oude troep. Het is eigenlijk net een autokerkhof. Of de sloop, maar dan anders. De mannetjes die bij de winkeltjes horen proberen elk voor zich hun spulletjes te verkopen. Dat betekent dat als je raampje open staat en je langzaam door de straat rijdt er overal vandaan jonge knullen mee rennen met de auto en vragen wat je zoekt. Best beangstigend eigenlijk. Er zaten er ook een aantal op mijn motorkap. Toen David gas gaf gleden ze er van af. Heel macho. Ik zou dit nooit alleen kunnen doen. Het is een typische mannenwereld. Mark zou het ook niet kunnen. Het is een typisch Mexicaanse machocultuur. Het onderhandelen, het mee rennen met de rijdende auto, het schreeuwen over straat naar collega-winkeliers of zij het gezochte auto-onderdeel hebben, het doorrijden. Echt iets voor Mexicanen. Twee handige jongens kunnen aan het handschoenenkastje komen beloven ze. Ze wijzen een plekje aan om te parkeren, want achter ons rijden ook auto’s die iets zoeken op deze unieke markt. Wij wachten, zij fietsen weg, komen weer terug om geld te vragen dat David meteen weigert. (Hij kent de regels van dit spel door en door.) Na tien minuten komen ze terug met het gezochte kastje in de juiste kleur. De groothandel sticker zit nog in het kastje geplakt. “Waar komt zo’n nieuw kastje vandaan?”, vraag je je meteen af. Niet over nadenken. Nadien hoorde ik een verhaal van iemand die óók door die straat gereden had om een wieldop aan te schaffen. Hij kon er één heel goedkoop aanschaffen. Het duurde maar vijf minuutjes. Ze zetten hem er ook nog op voor hem. Toen hij de volgende dag parkeerde kwam hij erachter dat hij de wieldop aan de andere kant miste! Voor honderd pesos meer installeren de jongens die middag het kastje in mijn auto. Ze moeten wat knutselen, plakken, lassen en vooral veel passen en meten en dan zit het tweedehands handschoenenkastje als gegoten. Voor bijna een kwart van de prijs dat de garage voorstelde. Ik geef het geld aan David en hij betaalt de knullen. David is een geweldige onderhandelaar, een aardige vent, wél macho, maar we hebben die middag ook wat afgelachen samen.
donderdag 22 mei 2014
Groen haar
Geven hoeft niet altijd het geven van dingen te betekenen.
- Mary Brantley
Iedereen weet dat het heel belangrijk is om een goede relatie met je kapper op te bouwen. Hoe beter de kapper je kent, hoe beter hij of zij aan je wensen tegemoet kan komen. Dat geldt niet alleen voor het eerste bezoek, maar ook voor alle daaropvolgende bezoekjes. Ik weet niet zo goed of ik nu een goede relatie heb met mijn kapper. Ik kom al bijna twee jaar bij dezelfde kapper en de Mexicaanse eigenaresse knipt en verft me altijd zelf. Ze zou me dus goed moeten kunnen kennen ondertussen. Als de begroeting een graadmeter is hiervoor dan kent ze me heel goed, want ze komt me altijd even kussen voordat ze gaat beginnen. Natuurlijk is de taal een barrière, waardoor ik niet 100 % duidelijk kan aangeven wat ik wil. En zodoende is de haarkleur die ik heb, sinds ik in México woon, anders dan alle jaren daarvoor. Volgens mijn vriendin in Breda is het groen. Met die constatering ben ik vorig jaar naar mijn eigen kapper Don in Breda gegaan en hij bevestigde mijn vermoeden. Het komt door het chloor in het leidingwater en het vele zonlicht. Ik kan er niks aan veranderen en dus laat ik het maar begaan. Een écht goede kapper begeleidt je in de tijd en daarom zou je niet van persoon moeten wisselen als je eenmaal jouw kapper hebt gevonden. De laatste knip- en verfbeurt zag ik mijn Mexicaanse kapster de hele ochtend iedereen uitgebreid omhelzen. Het ontging me niet dat wat meisjes van het wassen, kleuren of afgeknipt haar opvegen hun traantjes wegpinkten. Er liepen twee vreemde mensen door de zaak te paraderen die telkens met señor of señora aangesproken werden. Er was iets eigenaardigs gaande. Toen ik met mijn hoofd in de wasbak hing om de verf uit te spoelen kwam mijn kapster met betraande ogen naar me toe, kuste me en zei dat ze er niet meer langer werkte…. Daarna zag ik haar met een volle vuilniszak buiten langs het raam weg lopen. Haar zaak is kennelijk verkocht aan het nieuwe koppel? Haar personeel blijft er gelukkig wel werken, want een kapper die jou kent is van groot belang als je altijd met een goede look voor de dag wilt komen. Mijn kapster knipte echter elke maand alleen de dode punten er uit. En ik was al gelukkig als ze haar mes niet gebruikte in mijn dunne haar. Mexicanen hebben dik zwart haar. Ik heb dun blond haar. Kortom, ingewikkeld… Laatst ben ik vreemd gegaan bij een andere kapper en tot mijn grote schrik moest ik de dubbele prijs afrekenen! Eigenlijk zou een echt goede kapper je moeten adviseren voordat hij of zij de schaar in je haar zet of gaat kleuren. Daarbij moeten allerlei factoren mee genomen worden zoals je persoonlijkheid, je levensstijl en hippe haartrends. Dat soort Europese adviezen laat ik hier maar even voor gezien. Ik loop voorlopig nog even met groen haar en een misschien niet zo heel erg trendy kapsel….
Elke keer als ik mijn oude beddengoed onderop de stapel met beddengoed in de kast verstop vind ik het de week erna tóch weer op mijn bed terug. We hebben toentertijd veel beddengoed kwijt geraakt bij de verhuizing naar México. Ontvreemd uit de verhuisdozen. Dat was helemaal niet zo erg, want van de verzekering mochten we nieuw beddengoed kopen en ik had een ZARA Home ontdekt in onze stad. Dus heb ik daar heel verheugd mooie lakens, overtrekken, dekbedhoezen en een gehaakt bedsprei uitgezocht. Ik word er nog steeds heel erg blij van als ik er naar kijk. Lichtgrijs en veel wit had ik uitgekozen voor het nieuwe beddengoed. Precies passend in de kleuren van onze slaapkamer. Maar onze muchacha houdt denk ik niet zo van fris wit beddengoed. Elke keer vist ze onder de stapel mijn oude, lichtblauwe lakens eruit om op ons bed te leggen. Ik heb ze al meerdere keren er weer afgetrokken en verwisseld voor schone spierwitte overtrekken. Een ergernisje. Afgelopen week had ze wéér het oude beddengoed gebruikt en heb ik het er wrevelig afgetrokken en meteen een bericht naar haar telefoon gestuurd. Ik zie haar namelijk maar heel weinig, meestal alleen eind van de middag als ze naar huis gaat. Ik heb de volgende dag gevraagd of ze mijn boodschap had begrepen en ze zei van wel… Het is helaas niet de enige ergernis. Ze gooit altijd mijn thee-ei leeg als ik er nét verse losse thee in heb gedaan. Ze gooit mijn bos bloemen net één dag of twee dagen te vroeg weg. Ze heeft een vlek uit ons bankstel verwijderd met zeep dat een bleekmiddel bevat. Nu zit er een grote gebleekte vlek op de donkergrijze bank. Ze breekt zo nu en dan serviesgoed. Ze gooit voedsel weg dat ik nog wilde gebruiken. Ze heeft Mark’s lamswollen lievelingstrui eens ongevraagd gewassen in de machine en die is nu een paar maten kleiner. Of nog erger misschien, toen we op vakantie waren heeft ze alle gordijnen in huis spontaan gewassen en de meesten zijn nu zo’n 15 centimeter korter! Hoe goed ik ook probeer zelf de wasmachine te vullen, soms is ze me voor. Dan is Mark zijn hardloopbroekje kwijt die hij nog aan wilde trekken om te trainen. Ik ben heel vaak mijn yogakleding kwijt. Of ze legt het gebruikt terug op de schone stapel in de kast óf ze beslist eigenhandig dat het gewassen moet worden. Het is vaak zoeken. Mijn vriendin zei eens dat het haar enig leek om een hulp in huis te hebben die je kleren opruimt. Dat is het niet. Van de kinderen wast ze alles wat niet in de kast ligt. Daar kan ik niet zo goed tegen. Soms wil je een gedragen mouwloos spijkerjackie of een Adidas-vest nóg een keer aan (wat toch heel normaal is) en dan is het alweer weg. Onze schoenen ruimt ze ook op. Het komt voor dat we ’s ochtends in alle haast om op tijd op school te komen nog moeten zoeken naar onze schoenen. Laatst waren midden in de week alle blikjes kattenvoer op. Ik begreep er niks van, ik heb er altijd meer dan voldoende in de kast staan. Tot ik op een ochtend thuis kwam en mijn katten van bordjes zag eten in de keuken. “Julie, wat eten de katten??” Het bleek dat ze ongevraagd de katten in de ochtend eten gaf! Ik sta elke keer weer versteld. Waarom hebben we haar dan voor ons werken? Eigenlijk uit menslievendheid en mildheid; we gunnen haar het geld om van te leven. Ze is een lieve, goede meid. Ze is onze vierde hulp in bijna twee jaar tijd. En het belangrijkste: ze is betrouwbaar en dat is hier in México een zeldzaamheid.
- Mary Brantley
Iedereen weet dat het heel belangrijk is om een goede relatie met je kapper op te bouwen. Hoe beter de kapper je kent, hoe beter hij of zij aan je wensen tegemoet kan komen. Dat geldt niet alleen voor het eerste bezoek, maar ook voor alle daaropvolgende bezoekjes. Ik weet niet zo goed of ik nu een goede relatie heb met mijn kapper. Ik kom al bijna twee jaar bij dezelfde kapper en de Mexicaanse eigenaresse knipt en verft me altijd zelf. Ze zou me dus goed moeten kunnen kennen ondertussen. Als de begroeting een graadmeter is hiervoor dan kent ze me heel goed, want ze komt me altijd even kussen voordat ze gaat beginnen. Natuurlijk is de taal een barrière, waardoor ik niet 100 % duidelijk kan aangeven wat ik wil. En zodoende is de haarkleur die ik heb, sinds ik in México woon, anders dan alle jaren daarvoor. Volgens mijn vriendin in Breda is het groen. Met die constatering ben ik vorig jaar naar mijn eigen kapper Don in Breda gegaan en hij bevestigde mijn vermoeden. Het komt door het chloor in het leidingwater en het vele zonlicht. Ik kan er niks aan veranderen en dus laat ik het maar begaan. Een écht goede kapper begeleidt je in de tijd en daarom zou je niet van persoon moeten wisselen als je eenmaal jouw kapper hebt gevonden. De laatste knip- en verfbeurt zag ik mijn Mexicaanse kapster de hele ochtend iedereen uitgebreid omhelzen. Het ontging me niet dat wat meisjes van het wassen, kleuren of afgeknipt haar opvegen hun traantjes wegpinkten. Er liepen twee vreemde mensen door de zaak te paraderen die telkens met señor of señora aangesproken werden. Er was iets eigenaardigs gaande. Toen ik met mijn hoofd in de wasbak hing om de verf uit te spoelen kwam mijn kapster met betraande ogen naar me toe, kuste me en zei dat ze er niet meer langer werkte…. Daarna zag ik haar met een volle vuilniszak buiten langs het raam weg lopen. Haar zaak is kennelijk verkocht aan het nieuwe koppel? Haar personeel blijft er gelukkig wel werken, want een kapper die jou kent is van groot belang als je altijd met een goede look voor de dag wilt komen. Mijn kapster knipte echter elke maand alleen de dode punten er uit. En ik was al gelukkig als ze haar mes niet gebruikte in mijn dunne haar. Mexicanen hebben dik zwart haar. Ik heb dun blond haar. Kortom, ingewikkeld… Laatst ben ik vreemd gegaan bij een andere kapper en tot mijn grote schrik moest ik de dubbele prijs afrekenen! Eigenlijk zou een echt goede kapper je moeten adviseren voordat hij of zij de schaar in je haar zet of gaat kleuren. Daarbij moeten allerlei factoren mee genomen worden zoals je persoonlijkheid, je levensstijl en hippe haartrends. Dat soort Europese adviezen laat ik hier maar even voor gezien. Ik loop voorlopig nog even met groen haar en een misschien niet zo heel erg trendy kapsel….
Elke keer als ik mijn oude beddengoed onderop de stapel met beddengoed in de kast verstop vind ik het de week erna tóch weer op mijn bed terug. We hebben toentertijd veel beddengoed kwijt geraakt bij de verhuizing naar México. Ontvreemd uit de verhuisdozen. Dat was helemaal niet zo erg, want van de verzekering mochten we nieuw beddengoed kopen en ik had een ZARA Home ontdekt in onze stad. Dus heb ik daar heel verheugd mooie lakens, overtrekken, dekbedhoezen en een gehaakt bedsprei uitgezocht. Ik word er nog steeds heel erg blij van als ik er naar kijk. Lichtgrijs en veel wit had ik uitgekozen voor het nieuwe beddengoed. Precies passend in de kleuren van onze slaapkamer. Maar onze muchacha houdt denk ik niet zo van fris wit beddengoed. Elke keer vist ze onder de stapel mijn oude, lichtblauwe lakens eruit om op ons bed te leggen. Ik heb ze al meerdere keren er weer afgetrokken en verwisseld voor schone spierwitte overtrekken. Een ergernisje. Afgelopen week had ze wéér het oude beddengoed gebruikt en heb ik het er wrevelig afgetrokken en meteen een bericht naar haar telefoon gestuurd. Ik zie haar namelijk maar heel weinig, meestal alleen eind van de middag als ze naar huis gaat. Ik heb de volgende dag gevraagd of ze mijn boodschap had begrepen en ze zei van wel… Het is helaas niet de enige ergernis. Ze gooit altijd mijn thee-ei leeg als ik er nét verse losse thee in heb gedaan. Ze gooit mijn bos bloemen net één dag of twee dagen te vroeg weg. Ze heeft een vlek uit ons bankstel verwijderd met zeep dat een bleekmiddel bevat. Nu zit er een grote gebleekte vlek op de donkergrijze bank. Ze breekt zo nu en dan serviesgoed. Ze gooit voedsel weg dat ik nog wilde gebruiken. Ze heeft Mark’s lamswollen lievelingstrui eens ongevraagd gewassen in de machine en die is nu een paar maten kleiner. Of nog erger misschien, toen we op vakantie waren heeft ze alle gordijnen in huis spontaan gewassen en de meesten zijn nu zo’n 15 centimeter korter! Hoe goed ik ook probeer zelf de wasmachine te vullen, soms is ze me voor. Dan is Mark zijn hardloopbroekje kwijt die hij nog aan wilde trekken om te trainen. Ik ben heel vaak mijn yogakleding kwijt. Of ze legt het gebruikt terug op de schone stapel in de kast óf ze beslist eigenhandig dat het gewassen moet worden. Het is vaak zoeken. Mijn vriendin zei eens dat het haar enig leek om een hulp in huis te hebben die je kleren opruimt. Dat is het niet. Van de kinderen wast ze alles wat niet in de kast ligt. Daar kan ik niet zo goed tegen. Soms wil je een gedragen mouwloos spijkerjackie of een Adidas-vest nóg een keer aan (wat toch heel normaal is) en dan is het alweer weg. Onze schoenen ruimt ze ook op. Het komt voor dat we ’s ochtends in alle haast om op tijd op school te komen nog moeten zoeken naar onze schoenen. Laatst waren midden in de week alle blikjes kattenvoer op. Ik begreep er niks van, ik heb er altijd meer dan voldoende in de kast staan. Tot ik op een ochtend thuis kwam en mijn katten van bordjes zag eten in de keuken. “Julie, wat eten de katten??” Het bleek dat ze ongevraagd de katten in de ochtend eten gaf! Ik sta elke keer weer versteld. Waarom hebben we haar dan voor ons werken? Eigenlijk uit menslievendheid en mildheid; we gunnen haar het geld om van te leven. Ze is een lieve, goede meid. Ze is onze vierde hulp in bijna twee jaar tijd. En het belangrijkste: ze is betrouwbaar en dat is hier in México een zeldzaamheid.
donderdag 15 mei 2014
Aantrekkingskracht
Het verdriet omdat je niet hebt wat je wilt, kan verhinderen dat je apprecieert wat je wel hebt.
- Gina Lake
Sterrenbeeld Stier. De Stier weet als geen ander wat praktisch en nuttig is. Als hij ergens aan begint maakt hij het af. Stieren zijn doordouwers, een beetje conservatief en soms koppig. Maar over het algemeen zijn ze gelukkig heel aardig en lief. Ze zijn dol op routine: ze zijn het meest stabiele teken van de dierenriem. Veel Stieren zijn welvarend en houden van rijkdom. Ze hebben veel zelfvertrouwen en genieten van de goede dingen van het leven. En dat is een rake omschrijving van mijn jarige echtgenoot. Hij is er altijd voor ons en is zeer zorgzaam voor zichzelf, én voor ons. Mijn Stiertje kan echter heel kwetsbaar zijn als het gaat om zijn trots. Hij is ook wat ijdel , maar daarom altijd goed gekleed en verzorgd. Mark is erg behulpzaam, zeer sportief en altijd stipt op tijd. Ik mag mijn handjes dichtknijpen met zo’n betrouwbare vent en dat doe ik dan ook. Ik ben beretrots op wat hij heeft bereikt en ben heel dankbaar voor de bijna 27 jaar dat we al gelukkig samen zijn. (Hoezo stabiel teken van de dierenriem?) Ik ben dankbaar voor de drie mooie dochters die we samen hebben gekregen en het avontuurlijke leven dat we samen leiden. Never a dull moment! Op zijn verjaardag opende hij zijn cadeautjes op het grote bed, bakte ik een Hollandse appeltaart voor hem en bereidde een Hollandse maaltijd. Als verrassing kreeg hij ook nog om precies twaalf uur een aardbeving van 6.8 op de schaal van Richter. Hij en zijn collega’s moesten buiten het gebouw gaan staan, maar ze voelden niets. In tegenstelling tot mij. Deze aardbeving liet Puebla flink schudden. Ik zat op een stoel in de huiskamer te lezen en het voelde alsof iemand aan mijn stoel stond te trekken. Ik werd bang. Ik was alleen, wat was dit? Toen zag ik de gordijnen heen en weer zweven en snapte ik dat er een flinke aardbeving was. Het duurde lang voor mijn gevoel. De meiden moesten op school onder hun bureau of tegen de muur aan zitten. En daarna naar buiten lopen naar een veilige plek. Maren vertelde dat er spleten in het schoolplein ontstonden. Ondertussen oefenden Mark’s collega’s op een Hollands verjaardagslied, maar durfden het uiteindelijk niet aan om het voor hem te zingen. Mark werd verrast door een grote aanwezige groep collega’s in de zaal, Hollandse muziek uit de luidsprekers en wel vier verjaardagstaarten.
Na een verschrikkelijke nachtelijke stortregenbui met hevig onweer dat vanuit de bergen aan kwam rollen loop ik ’s ochtends vroeg mijn vijf kilometers in het park. Door de vele regen heeft levende vulkaan Popo een flinke laag sneeuw rondom zijn krater ontvangen. De sneeuw glittert in het vroege ochtendzonnetje, óók op de bergen naast Popo. Ik loop langs een groep eucalyptusbomen en door de frisse bui en de oplopende temperatuur in de ochtend geuren de blaadjes enorm. Een natuurlijke aromatherapie, ik pluk een blaadje. Ik loop wat gele babygansjes voorbij en geniet van het uitzicht op de bergen. Een hardloper komt naar me toe en vraagt me of ik een Amerikaanse ben. Na een klein praatje loop ik verder. Dan komt er een andere bezweette man en waarschuwt me dat er onlangs wat autoruiten gebroken zijn en dat ik moet oppassen. Als ik later naar mijn auto terugloop wenkt de man op zijn fiets me. Hij rijdt elke ochtend tussen zes en één uur op en neer door de straat om de geparkeerde auto’s van de hardlopers te bewaken. Ik geef hem altijd een fooi, maar nu heeft hij iets voor mij. Een CD met Spaanstalige gitaarmuziek, rumba. Aardige man. Ik moest destijds erg aan hem wennen, want hij dringt zich wel op. Maar hij bewaakt mijn auto twee keer per week en daar ben ik hem dankbaar voor. Dat kletspraatje neem ik maar op de koop toe. Net zoals al die mannen in het park die graag een praatje maken. Bijvoorbeeld de oudere, grijze man die als arts veel gereisd heeft door Europa en me altijd in het Duits groet en me eens een lift aanbood. De man die mijn mailadres kreeg, want hij wilde zijn foto’s van Amsterdam zo graag doorsturen. Deze arts mailde inderdaad eenmalig, maar dat heb ik snel kunnen afkappen. Of de mannen die ik nauwelijks opmerk, ze verkopen sapjes aan de kant van de weg, maar zij lieten Mark onlangs weten dat ze mij altijd zien als ik naar het park kom. Volgens mijn yoga juf moet ik wel een beetje oppassen met die aandacht, ze kennen mijn routine. Anthe werkt om de week als vrijwilligster in het safari park en laatst liep ze met een medewerker met een grote boa om zijn nek door het park. Bezoekers mochten met de wurgslang op de foto. Totdat een vrouw Anthe aanhoudt en vraagt of haar puberzoon met háár mag poseren. Anthe poseert, maar er komt geen boa constrictor aan te pas! Zo krijgen we veel aandacht hier in México. Ik merk ook altijd dat wanneer ik in een winkel ergens interesse voor heb en even stil sta om te kijken, er altijd mensen naast me komen staan mee kijken. Eerst dacht ik dat ik het me verbeeldde, maar mijn Zweedse vriendin biechtte het laatst op. En toen kon ik volmondig beamen dat ik precies dezelfde ervaring heb. Gisteren winkelden we samen in een hippiewinkeltje voor lange strandjurken. Een Mexicaanse dame loopt het winkeltje in en vraagt aan mijn vriendin of ze uit Nederland komt. Als de dame daarna twee woordjes met mij gewisseld heeft zwaait ze en loopt ze het winkeltje weer uit. Ons verbouwereerd achterlatend. Vorige week toen ik met mijn vriendin uit Nederland op een terrasje zat kwam er een man naar ons toe en vroeg we waar we vandaan kwamen. Na wat complimenten en een elegante handkus voor ons allebei vertrok hij weer. En zo gaat dat al bijna twee jaar. Korte nieuwsgierige vraagjes, een groet en dan verdwijnen mensen weer. Wat voor aantrekkingskracht hebben Europese vrouwen op Mexicanen?
- Gina Lake
Sterrenbeeld Stier. De Stier weet als geen ander wat praktisch en nuttig is. Als hij ergens aan begint maakt hij het af. Stieren zijn doordouwers, een beetje conservatief en soms koppig. Maar over het algemeen zijn ze gelukkig heel aardig en lief. Ze zijn dol op routine: ze zijn het meest stabiele teken van de dierenriem. Veel Stieren zijn welvarend en houden van rijkdom. Ze hebben veel zelfvertrouwen en genieten van de goede dingen van het leven. En dat is een rake omschrijving van mijn jarige echtgenoot. Hij is er altijd voor ons en is zeer zorgzaam voor zichzelf, én voor ons. Mijn Stiertje kan echter heel kwetsbaar zijn als het gaat om zijn trots. Hij is ook wat ijdel , maar daarom altijd goed gekleed en verzorgd. Mark is erg behulpzaam, zeer sportief en altijd stipt op tijd. Ik mag mijn handjes dichtknijpen met zo’n betrouwbare vent en dat doe ik dan ook. Ik ben beretrots op wat hij heeft bereikt en ben heel dankbaar voor de bijna 27 jaar dat we al gelukkig samen zijn. (Hoezo stabiel teken van de dierenriem?) Ik ben dankbaar voor de drie mooie dochters die we samen hebben gekregen en het avontuurlijke leven dat we samen leiden. Never a dull moment! Op zijn verjaardag opende hij zijn cadeautjes op het grote bed, bakte ik een Hollandse appeltaart voor hem en bereidde een Hollandse maaltijd. Als verrassing kreeg hij ook nog om precies twaalf uur een aardbeving van 6.8 op de schaal van Richter. Hij en zijn collega’s moesten buiten het gebouw gaan staan, maar ze voelden niets. In tegenstelling tot mij. Deze aardbeving liet Puebla flink schudden. Ik zat op een stoel in de huiskamer te lezen en het voelde alsof iemand aan mijn stoel stond te trekken. Ik werd bang. Ik was alleen, wat was dit? Toen zag ik de gordijnen heen en weer zweven en snapte ik dat er een flinke aardbeving was. Het duurde lang voor mijn gevoel. De meiden moesten op school onder hun bureau of tegen de muur aan zitten. En daarna naar buiten lopen naar een veilige plek. Maren vertelde dat er spleten in het schoolplein ontstonden. Ondertussen oefenden Mark’s collega’s op een Hollands verjaardagslied, maar durfden het uiteindelijk niet aan om het voor hem te zingen. Mark werd verrast door een grote aanwezige groep collega’s in de zaal, Hollandse muziek uit de luidsprekers en wel vier verjaardagstaarten.
Na een verschrikkelijke nachtelijke stortregenbui met hevig onweer dat vanuit de bergen aan kwam rollen loop ik ’s ochtends vroeg mijn vijf kilometers in het park. Door de vele regen heeft levende vulkaan Popo een flinke laag sneeuw rondom zijn krater ontvangen. De sneeuw glittert in het vroege ochtendzonnetje, óók op de bergen naast Popo. Ik loop langs een groep eucalyptusbomen en door de frisse bui en de oplopende temperatuur in de ochtend geuren de blaadjes enorm. Een natuurlijke aromatherapie, ik pluk een blaadje. Ik loop wat gele babygansjes voorbij en geniet van het uitzicht op de bergen. Een hardloper komt naar me toe en vraagt me of ik een Amerikaanse ben. Na een klein praatje loop ik verder. Dan komt er een andere bezweette man en waarschuwt me dat er onlangs wat autoruiten gebroken zijn en dat ik moet oppassen. Als ik later naar mijn auto terugloop wenkt de man op zijn fiets me. Hij rijdt elke ochtend tussen zes en één uur op en neer door de straat om de geparkeerde auto’s van de hardlopers te bewaken. Ik geef hem altijd een fooi, maar nu heeft hij iets voor mij. Een CD met Spaanstalige gitaarmuziek, rumba. Aardige man. Ik moest destijds erg aan hem wennen, want hij dringt zich wel op. Maar hij bewaakt mijn auto twee keer per week en daar ben ik hem dankbaar voor. Dat kletspraatje neem ik maar op de koop toe. Net zoals al die mannen in het park die graag een praatje maken. Bijvoorbeeld de oudere, grijze man die als arts veel gereisd heeft door Europa en me altijd in het Duits groet en me eens een lift aanbood. De man die mijn mailadres kreeg, want hij wilde zijn foto’s van Amsterdam zo graag doorsturen. Deze arts mailde inderdaad eenmalig, maar dat heb ik snel kunnen afkappen. Of de mannen die ik nauwelijks opmerk, ze verkopen sapjes aan de kant van de weg, maar zij lieten Mark onlangs weten dat ze mij altijd zien als ik naar het park kom. Volgens mijn yoga juf moet ik wel een beetje oppassen met die aandacht, ze kennen mijn routine. Anthe werkt om de week als vrijwilligster in het safari park en laatst liep ze met een medewerker met een grote boa om zijn nek door het park. Bezoekers mochten met de wurgslang op de foto. Totdat een vrouw Anthe aanhoudt en vraagt of haar puberzoon met háár mag poseren. Anthe poseert, maar er komt geen boa constrictor aan te pas! Zo krijgen we veel aandacht hier in México. Ik merk ook altijd dat wanneer ik in een winkel ergens interesse voor heb en even stil sta om te kijken, er altijd mensen naast me komen staan mee kijken. Eerst dacht ik dat ik het me verbeeldde, maar mijn Zweedse vriendin biechtte het laatst op. En toen kon ik volmondig beamen dat ik precies dezelfde ervaring heb. Gisteren winkelden we samen in een hippiewinkeltje voor lange strandjurken. Een Mexicaanse dame loopt het winkeltje in en vraagt aan mijn vriendin of ze uit Nederland komt. Als de dame daarna twee woordjes met mij gewisseld heeft zwaait ze en loopt ze het winkeltje weer uit. Ons verbouwereerd achterlatend. Vorige week toen ik met mijn vriendin uit Nederland op een terrasje zat kwam er een man naar ons toe en vroeg we waar we vandaan kwamen. Na wat complimenten en een elegante handkus voor ons allebei vertrok hij weer. En zo gaat dat al bijna twee jaar. Korte nieuwsgierige vraagjes, een groet en dan verdwijnen mensen weer. Wat voor aantrekkingskracht hebben Europese vrouwen op Mexicanen?
donderdag 8 mei 2014
Karma
“Like gravity, karma is so basic we often don't even notice it.”
― Sakyong Mipham
Sommige dingen verander je niet. Sommige dingen zijn zo ingebakken in een cultuur dat je de mensen niet kunt laten inzien dat het ook anders kan. In je eentje kun je dat niet aanpakken. Soms is berusting dan beter. Bijvoorbeeld in het geval van de school van onze meiden. Een school met aanzien in onze stad. Een school waar de kinderen van de meest rijke mensen uit onze gemeente heen gaan. Een school waar netwerken heel erg belangrijk is. Een school waar aanzien ook heel belangrijk is. Een school waarmee je een toekomst kunt opbouwen. Een school met een danig aanzien zodat je je er mee kunt onderscheiden. En deze school met een smetteloos imago is niet altijd netjes bezig. De school van onze meiden is corrupt. Je kunt er met geld iets bereiken. Elk jaar wordt er een tombola georganiseerd, een soort grabbelton met prijzen. Je kunt lootjes kopen om mee te doen. Onder de prijzen vallen ook tienden van schoolpunten te winnen. Je kunt dus een verhoging van je rapportcijfer winnen. Je kunt je rapportcijfer kopen. Er zijn leerlingen die een boekje loten kopen met het geld van hun ouders en zo hun schoolresultaten verbeteren. Wat geef je deze adolescenten voor voorbeeld mee? Dat alles te koop is? Voetbalplaatjes verzamelen is een grote rage op dit moment. De tot nu toe onberispelijke wiskundeleraar spaart deze plaatjes voor zijn neefje. Als de wiskundeles begint slaat hij het verzamelboek van zijn neefje open en geeft aan welke plaatjes hij nog nodig heeft. De jongens in de klas pakken hun eigen plaatjes erbij en er ontstaat tijdens de wiskundeles een ruilhandel. Vlak voor de les eindigt laat de wiskundeleraar nog even weten dat iedereen die hem een nieuw voetbalplaatje bezorgd heeft een punt extra krijgt voor het volgende proefwerk. Ik mag van onze meiden hier niks mee doen. Ik mag niet bellen of mailen naar de school en ook niet even een bezoekje brengen. "Mam, ze doen dit al járen zo en dat ga jij in je eentje heus niet veranderen!" En dus berust ik er maar in. Deze praktijken dragen er aan bij dat México nooit zal floreren. Dat ze nooit zullen uitgroeien tot economische welvaart. De politiek en economie draait hier op omkopen en vriendjespolitiek. En dat wordt ze al heel jong met de paplepel ingegoten. Dat zal nooit veranderen. Je kunt hier afstuderen aan een gerenommeerde school. Niet door hard studeren, doorzettingsvermogen of een hoge intelligentie, maar door omkoperij. Het is zoals het is. Al decennia lang. En daar moet ik dus berusting in vinden. Zoals onze dochters al wijs zeggen:” Laat het los, mam!”.
Karma. Het klinkt dreigend, onontkoombaar, onherroepelijk. Het klinkt best wel naar ‘boontje komt om zijn loontje’. Karma betekent echter handeling en verwijst naar activiteiten die we verrichten met lichaam, spraak en geest. Deze activiteiten laten indrukken of zaadjes op onze geest achter, die rijpen tot ervaringen. Als we echter geen oorzaak of karma creëren voor iets, dan zullen we ook de gevolgen niet kunnen ervaren: als een boer geen tarwe zaait, zal er ook geen tarwe groeien. We zijn dus verantwoordelijk voor onze eigen prettige en vervelende ervaringen. Mijn vriendin uit Nederland - die een week bij mij heeft gelogeerd - heeft zeer regelmatig kleine en grote ‘pechjes’ in haar dagelijks leven. Ik moet er altijd erg om lachen. Ook deze week bij mij in huis werkte haar karma niet echt mee. Het begon al op de luchthaven waar haar koffer open moest en ze de rookworsten, pitjeskaas en blikken erwtensoep en ragout moest inleveren. Dat was jammer. Ook al had ze tevens heerlijke koeken, sauzen en snoepjes voor ons mee. Dezelfde dag hoorde ik van mijn yoga juf dat de yogalessen deze betreffende week niet plaats konden vinden. Dat was óók jammer. We wilden de hele week samen de dag starten met een yoga les. Ze had me laten weten aan yoga toe te zijn, maar na één yoga les hield haar retreat dus al op. Achteraf gezien gaf dat natuurlijk helemaal niks, want zo hadden we meer tijd om er vroeg op uit te trekken. Op een vrije Feestdag diezelfde week vertrokken we met het hele gezin naar een bergdorp waar een natuurlijk zwembad was. Een zwembad met een natuurlijke waterbron uit de bergen. Toen we na een zoektochtje aankwamen bleek het water zó verschrikkelijk koud te zijn dat we onze spulletjes maar gauw weer opgepakt hebben en vertrokken. Maar natuurlijk niet zonder dat de camera van mijn vriendin op haar iPhone het begaf. We zijn meteen terug gereden naar de vertrouwde balneario bij ons in de buurt waar het natuurlijke bergwater veel sulfiet bevat (dat goed is voor herstel van ziekte en stress) en de temperatuur van dit water 28,5 graden is. Uiteraard hebben we daar nog een heerlijke dag gehad. Toen we de volgende dag naar één van de mooiste musea van México gingen, gelegen in Puebla, was de afdeling met beelden - waar we ons het meest op verheugden - gesloten. We maakten er vooraf nog grapjes over, maar haar karma is blijkbaar sterk. We hadden onverwachts tóch een heerlijke ochtend, want op het dak van dit museum bleek een geweldig dakterras te liggen met adembenemende uitzichten over onze stad. (zie ons fotoalbum) En zo maakten we onbewust van elke tegenslag iets positiefs. Op 5 mei wordt in Nederland Bevrijdingsdag gevierd maar hier vieren we de bevrijding van Puebla. Dat wordt gedaan met een enorm defilé. We hadden mijn auto een flink stuk van de route geparkeerd en daarna hebben we bijna anderhalf uur op de optocht gewacht. Het was bloedheet, de zon brandde op onze reeds verbrandde schouders… Maar met een ter plekke aangeschafte paraplu hebben we het verder goed uit kunnen houden. Toen we terug liepen naar de auto zag ik mijn alarmlichten knipperen. Een slecht teken… Het eerste waar ik aan dacht was mijn accu en dat bleek terecht. De accu was leeg en startte niet meer. Mijn vriendin moest diezelfde middag haar vliegtuig halen terug naar Nederland, maar we voelden nog geen paniek. Toevallig stond mijn Jeepje voor een garage die toevallig deze Feestdag geopend was. En toevallig reed de auto die voor mij geparkeerd stond net weg. De eigenaar van de garage was welwillend en had in vijf minuten mijn motor weer aan de praat. Karma is kennelijk niet meedogenloos, haha. (Karma is natuurlijk gericht op groei, inzicht, bewustwording en liefde.) Zonder verdere uitdagingen reden we nog geen uur later richting de luchthaven. Terug kijkend op een heerlijke en gezellige week samen met mooie herinneringen en wilde verhalen om thuis te vertellen.
― Sakyong Mipham
Sommige dingen verander je niet. Sommige dingen zijn zo ingebakken in een cultuur dat je de mensen niet kunt laten inzien dat het ook anders kan. In je eentje kun je dat niet aanpakken. Soms is berusting dan beter. Bijvoorbeeld in het geval van de school van onze meiden. Een school met aanzien in onze stad. Een school waar de kinderen van de meest rijke mensen uit onze gemeente heen gaan. Een school waar netwerken heel erg belangrijk is. Een school waar aanzien ook heel belangrijk is. Een school waarmee je een toekomst kunt opbouwen. Een school met een danig aanzien zodat je je er mee kunt onderscheiden. En deze school met een smetteloos imago is niet altijd netjes bezig. De school van onze meiden is corrupt. Je kunt er met geld iets bereiken. Elk jaar wordt er een tombola georganiseerd, een soort grabbelton met prijzen. Je kunt lootjes kopen om mee te doen. Onder de prijzen vallen ook tienden van schoolpunten te winnen. Je kunt dus een verhoging van je rapportcijfer winnen. Je kunt je rapportcijfer kopen. Er zijn leerlingen die een boekje loten kopen met het geld van hun ouders en zo hun schoolresultaten verbeteren. Wat geef je deze adolescenten voor voorbeeld mee? Dat alles te koop is? Voetbalplaatjes verzamelen is een grote rage op dit moment. De tot nu toe onberispelijke wiskundeleraar spaart deze plaatjes voor zijn neefje. Als de wiskundeles begint slaat hij het verzamelboek van zijn neefje open en geeft aan welke plaatjes hij nog nodig heeft. De jongens in de klas pakken hun eigen plaatjes erbij en er ontstaat tijdens de wiskundeles een ruilhandel. Vlak voor de les eindigt laat de wiskundeleraar nog even weten dat iedereen die hem een nieuw voetbalplaatje bezorgd heeft een punt extra krijgt voor het volgende proefwerk. Ik mag van onze meiden hier niks mee doen. Ik mag niet bellen of mailen naar de school en ook niet even een bezoekje brengen. "Mam, ze doen dit al járen zo en dat ga jij in je eentje heus niet veranderen!" En dus berust ik er maar in. Deze praktijken dragen er aan bij dat México nooit zal floreren. Dat ze nooit zullen uitgroeien tot economische welvaart. De politiek en economie draait hier op omkopen en vriendjespolitiek. En dat wordt ze al heel jong met de paplepel ingegoten. Dat zal nooit veranderen. Je kunt hier afstuderen aan een gerenommeerde school. Niet door hard studeren, doorzettingsvermogen of een hoge intelligentie, maar door omkoperij. Het is zoals het is. Al decennia lang. En daar moet ik dus berusting in vinden. Zoals onze dochters al wijs zeggen:” Laat het los, mam!”.
Karma. Het klinkt dreigend, onontkoombaar, onherroepelijk. Het klinkt best wel naar ‘boontje komt om zijn loontje’. Karma betekent echter handeling en verwijst naar activiteiten die we verrichten met lichaam, spraak en geest. Deze activiteiten laten indrukken of zaadjes op onze geest achter, die rijpen tot ervaringen. Als we echter geen oorzaak of karma creëren voor iets, dan zullen we ook de gevolgen niet kunnen ervaren: als een boer geen tarwe zaait, zal er ook geen tarwe groeien. We zijn dus verantwoordelijk voor onze eigen prettige en vervelende ervaringen. Mijn vriendin uit Nederland - die een week bij mij heeft gelogeerd - heeft zeer regelmatig kleine en grote ‘pechjes’ in haar dagelijks leven. Ik moet er altijd erg om lachen. Ook deze week bij mij in huis werkte haar karma niet echt mee. Het begon al op de luchthaven waar haar koffer open moest en ze de rookworsten, pitjeskaas en blikken erwtensoep en ragout moest inleveren. Dat was jammer. Ook al had ze tevens heerlijke koeken, sauzen en snoepjes voor ons mee. Dezelfde dag hoorde ik van mijn yoga juf dat de yogalessen deze betreffende week niet plaats konden vinden. Dat was óók jammer. We wilden de hele week samen de dag starten met een yoga les. Ze had me laten weten aan yoga toe te zijn, maar na één yoga les hield haar retreat dus al op. Achteraf gezien gaf dat natuurlijk helemaal niks, want zo hadden we meer tijd om er vroeg op uit te trekken. Op een vrije Feestdag diezelfde week vertrokken we met het hele gezin naar een bergdorp waar een natuurlijk zwembad was. Een zwembad met een natuurlijke waterbron uit de bergen. Toen we na een zoektochtje aankwamen bleek het water zó verschrikkelijk koud te zijn dat we onze spulletjes maar gauw weer opgepakt hebben en vertrokken. Maar natuurlijk niet zonder dat de camera van mijn vriendin op haar iPhone het begaf. We zijn meteen terug gereden naar de vertrouwde balneario bij ons in de buurt waar het natuurlijke bergwater veel sulfiet bevat (dat goed is voor herstel van ziekte en stress) en de temperatuur van dit water 28,5 graden is. Uiteraard hebben we daar nog een heerlijke dag gehad. Toen we de volgende dag naar één van de mooiste musea van México gingen, gelegen in Puebla, was de afdeling met beelden - waar we ons het meest op verheugden - gesloten. We maakten er vooraf nog grapjes over, maar haar karma is blijkbaar sterk. We hadden onverwachts tóch een heerlijke ochtend, want op het dak van dit museum bleek een geweldig dakterras te liggen met adembenemende uitzichten over onze stad. (zie ons fotoalbum) En zo maakten we onbewust van elke tegenslag iets positiefs. Op 5 mei wordt in Nederland Bevrijdingsdag gevierd maar hier vieren we de bevrijding van Puebla. Dat wordt gedaan met een enorm defilé. We hadden mijn auto een flink stuk van de route geparkeerd en daarna hebben we bijna anderhalf uur op de optocht gewacht. Het was bloedheet, de zon brandde op onze reeds verbrandde schouders… Maar met een ter plekke aangeschafte paraplu hebben we het verder goed uit kunnen houden. Toen we terug liepen naar de auto zag ik mijn alarmlichten knipperen. Een slecht teken… Het eerste waar ik aan dacht was mijn accu en dat bleek terecht. De accu was leeg en startte niet meer. Mijn vriendin moest diezelfde middag haar vliegtuig halen terug naar Nederland, maar we voelden nog geen paniek. Toevallig stond mijn Jeepje voor een garage die toevallig deze Feestdag geopend was. En toevallig reed de auto die voor mij geparkeerd stond net weg. De eigenaar van de garage was welwillend en had in vijf minuten mijn motor weer aan de praat. Karma is kennelijk niet meedogenloos, haha. (Karma is natuurlijk gericht op groei, inzicht, bewustwording en liefde.) Zonder verdere uitdagingen reden we nog geen uur later richting de luchthaven. Terug kijkend op een heerlijke en gezellige week samen met mooie herinneringen en wilde verhalen om thuis te vertellen.
donderdag 1 mei 2014
Zo je hart is is je leven
Zo je hart is, is je leven…
- Nag Hammadigeschriften
Een boer, Muhammad Ali geheten, wonend in Nag Hammadi, in Egypte, was in 1945 bezig de vruchtbare aarde van een oud kerkhof in grote manden te laden met de bedoeling die daarna over zijn eigen akker uit te gaan strooien. Het oude kerkhof - dat allang niet meer in gebruik was - lag in de buurt van een ruïne dat van een klooster geweest is uit de eerste eeuwen na Christus. Tijdens zijn graafwerkzaamheden stuitte de boer plotseling op een grote aarden kruik. Hij vroeg zich af wat zich daarin zou kunnen bevinden. Muhammad vertelde dertig jaar later aan een hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht zijn verhaal:
“In december 1945 heb ik de kruik gevonden bij de berg Hamra Dun. Rond zes uur 's morgens, toen ik aan het werk ging, vond ik deze kruik. En nadat ik hem gevonden had, kreeg ik het gevoel dat er wat in zat. Dus bewaarde ik de pot en omdat het die ochtend koud was besloot ik hem achter te laten en later weer op te halen om te kijken wat erin zat. In feite ben ik diezelfde dag nog teruggegaan, en ik sloeg de kruik stuk. Maar eerst was ik een beetje bang, omdat er wel eens wat in zou kunnen zitten - een djinn, een boze geest. Ik was alleen toen ik de kruik stuk sloeg. Ik wilde wel dat mijn vrienden erbij zouden zijn. Nadat ik hem stukgeslagen had, ontdekte ik dat er boeken in zaten. Ik besloot mijn vrienden op te halen om het hun te vertellen. Wij waren met z'n zevenen en we beseften meteen dat dit iets te maken had met de christenen. En wij zeiden dat wij er eigenlijk totaal niets aan hadden - voor ons was het gewoon waardeloos. Dus heb ik het hier naar een geestelijk leider gebracht en deze zei dat wij er werkelijk niets mee konden doen. Voor ons was het gewoon rommel. Dus heb ik het mee naar huis genomen. Sommige boeken zijn verbrand en ik heb geprobeerd er een paar van te verkopen.” Muhammad verdeelde later de boeken onder zijn vrienden. Ze ontdekten al snel dat er handel in die boeken zat. Eén voor één verschenen ze op de zwarte markt van Egyptische antiquiteiten en langzaam druppelden ze de westerse wereld binnen. Het citaat boven dit blog komt uit de kruik van Muhammad Ali. Het betekent eigenlijk dat het leven op heel veel manieren en vanuit heel veel overtuigingen en gezichtspunten is in te vullen. Je kunt leven voor je portemonnee, je carrière, je gezin, je kinderen, je status, noem maar op. Het gaat om keuzes en het aantal keuzes is duizelingwekkend. Toch is het niet zo moeilijk je weg er in te vinden. Je kunt je hart volgen, voelen wat je zelf wilt. Het is tenslotte jouw leven.
We staan om twee uur op het schoolplein op een doordeweekse middag en Maren heeft een verjaardagsfeestje. We zijn geloof ik de enige die uitgenodigd zijn, alhoewel je eigenlijk niet echt van een uitnodiging kunt spreken. De moeder van de jarige job stuurde twee avonden ervoor een WhatsApp berichtje met de vraag of Maren uit school wilde komen eten, bowlen én schaatsen. En of ik de telefoonnummers had van nog vier vriendinnetjes uit de klas. Moeder Issa staat deze middag echter zelf niet op het plein, alleen haar chauffeur staat er bedremmeld bij met een aangesneden taart in zijn handen. Maren’s vriendinnetje, niet de jarige job, komt naar me toe gerend: “Heeft Maren een uitnodiging ontvangen? Mijn moeder weet van niets!”. De muchacha van dit meisje kijkt me vragend aan. Ze weet niet wat ze moet doen. Uiteindelijk gaat Ale ook mee en ik beloof een mail te zullen schrijven aan Ale’s moeder met alle details die ik weet van dit feestje. Ik had de moeder van het feestvarken alvast een bericht gestuurd dat ik Maren vroeg kwam halen van de schaatsbaan, want Maren’s zussen hadden Taekwondo les. Onze stad ligt op het ogenblik helemaal overhoop. Alle grote straten krijgen beton in plaats van uit elkaar gevallen asfalt en daarom zijn veel straten gesloten. Dit is niet helemaal overzichtelijk gepland en je wordt ook niet vooraf gewaarschuwd dat de straat gesloten zal zijn. Elke ochtend is voor mij een verrassing welke straten naar het centrum gesloten zijn en welke alternatieve route ik zal verzinnen om de meiden op tijd naar school te brengen. De ijsbaan ligt ook in het centrum en omdat ik behoorlijk strak in de tijd zit rijd ik extra vroeg de verkeerschaos in. Als ik bijna bij de ijsbaan ben word ik gebeld door de moeder van Ale. Ze zijn niet naar de afgesproken ijsbaan, maar naar een andere… Ik baal als een stekker en verander mijn strategie. Helaas is die weg afgesloten en uiteindelijk beland ik via een sluiproute bij de ijsbaan. Ik parkeer mijn auto en krijg uiteindelijk moeder Issa aan de telefoon. “Waar ben je?” vraag ik haar geïrriteerd en “Waarom heb je me niet geïnformeerd over de wijziging?”. Binnen een paar minuten sta ik naast de schaatsbaan en kijkt Maren me zwáár teleurgesteld aan: “Ik heb net vijf minuten mijn schaatsen aan! En we hebben ook al niet gebowld!” Ik vind het heel zielig voor Maren die zich erg op het feestje verheugd had. Ik kom er snel achter waarom ze niet gebowld hebben en waarom ze pas nét op de ijsbaan staan. Ze hebben de hele middag in het restaurant gewacht op de vader van de jarige job en nog een vriendinnetje en toen bleek de ijsbaan nog gesloten en tijd om te bowlen was er al niet meer…. Moeder Issa vraagt me of Maren niet langer kan blijven om te schaatsen. Het is dan al bijna zeven uur. Maren’s zussen moeten naar les, Maren heeft eigenlijk huiswerk, we moeten nog avondeten en het is bovendien bijna haar bedtijd. Ik ben verontwaardigd. Ik heb moeder Issa nota bene ingelicht dat ik vroeg zou komen omdat ik meer verplichtingen heb. Luistert ze niet naar mij? Dit feestje is een afknapper zonder uitnodigingen, zonder moeder op het plein, zonder beloftes na te komen en met vooral grote teleurstellingen. En nu wil ze van mij de boeman maken omdat Maren niet kan blijven schaatsen? Ik ben verbijsterd. Ik zit op weg naar huis midden in de verschrikkelijke verkeerschaos nog na te pruttelen tegen Maren hoe slecht dit allemaal geregeld was. Mark heeft gelukkig Maren’s zussen ondertussen afgezet bij Taekwondo. Als ik Maren een uurtje later naar bed breng zegt ze: “Die moeder dronk wel veel… Ze had wel drie glazen van dat rode spul op dat je in zo’n wijnglas doet.” Ik zeg dat dát niet zo erg is, want ze heeft tenslotte een chauffeur. Maar dan zegt Maren verbaasd: “Maar ze zat zélf achter het stuur!”
- Nag Hammadigeschriften
Een boer, Muhammad Ali geheten, wonend in Nag Hammadi, in Egypte, was in 1945 bezig de vruchtbare aarde van een oud kerkhof in grote manden te laden met de bedoeling die daarna over zijn eigen akker uit te gaan strooien. Het oude kerkhof - dat allang niet meer in gebruik was - lag in de buurt van een ruïne dat van een klooster geweest is uit de eerste eeuwen na Christus. Tijdens zijn graafwerkzaamheden stuitte de boer plotseling op een grote aarden kruik. Hij vroeg zich af wat zich daarin zou kunnen bevinden. Muhammad vertelde dertig jaar later aan een hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht zijn verhaal:
“In december 1945 heb ik de kruik gevonden bij de berg Hamra Dun. Rond zes uur 's morgens, toen ik aan het werk ging, vond ik deze kruik. En nadat ik hem gevonden had, kreeg ik het gevoel dat er wat in zat. Dus bewaarde ik de pot en omdat het die ochtend koud was besloot ik hem achter te laten en later weer op te halen om te kijken wat erin zat. In feite ben ik diezelfde dag nog teruggegaan, en ik sloeg de kruik stuk. Maar eerst was ik een beetje bang, omdat er wel eens wat in zou kunnen zitten - een djinn, een boze geest. Ik was alleen toen ik de kruik stuk sloeg. Ik wilde wel dat mijn vrienden erbij zouden zijn. Nadat ik hem stukgeslagen had, ontdekte ik dat er boeken in zaten. Ik besloot mijn vrienden op te halen om het hun te vertellen. Wij waren met z'n zevenen en we beseften meteen dat dit iets te maken had met de christenen. En wij zeiden dat wij er eigenlijk totaal niets aan hadden - voor ons was het gewoon waardeloos. Dus heb ik het hier naar een geestelijk leider gebracht en deze zei dat wij er werkelijk niets mee konden doen. Voor ons was het gewoon rommel. Dus heb ik het mee naar huis genomen. Sommige boeken zijn verbrand en ik heb geprobeerd er een paar van te verkopen.” Muhammad verdeelde later de boeken onder zijn vrienden. Ze ontdekten al snel dat er handel in die boeken zat. Eén voor één verschenen ze op de zwarte markt van Egyptische antiquiteiten en langzaam druppelden ze de westerse wereld binnen. Het citaat boven dit blog komt uit de kruik van Muhammad Ali. Het betekent eigenlijk dat het leven op heel veel manieren en vanuit heel veel overtuigingen en gezichtspunten is in te vullen. Je kunt leven voor je portemonnee, je carrière, je gezin, je kinderen, je status, noem maar op. Het gaat om keuzes en het aantal keuzes is duizelingwekkend. Toch is het niet zo moeilijk je weg er in te vinden. Je kunt je hart volgen, voelen wat je zelf wilt. Het is tenslotte jouw leven.
We staan om twee uur op het schoolplein op een doordeweekse middag en Maren heeft een verjaardagsfeestje. We zijn geloof ik de enige die uitgenodigd zijn, alhoewel je eigenlijk niet echt van een uitnodiging kunt spreken. De moeder van de jarige job stuurde twee avonden ervoor een WhatsApp berichtje met de vraag of Maren uit school wilde komen eten, bowlen én schaatsen. En of ik de telefoonnummers had van nog vier vriendinnetjes uit de klas. Moeder Issa staat deze middag echter zelf niet op het plein, alleen haar chauffeur staat er bedremmeld bij met een aangesneden taart in zijn handen. Maren’s vriendinnetje, niet de jarige job, komt naar me toe gerend: “Heeft Maren een uitnodiging ontvangen? Mijn moeder weet van niets!”. De muchacha van dit meisje kijkt me vragend aan. Ze weet niet wat ze moet doen. Uiteindelijk gaat Ale ook mee en ik beloof een mail te zullen schrijven aan Ale’s moeder met alle details die ik weet van dit feestje. Ik had de moeder van het feestvarken alvast een bericht gestuurd dat ik Maren vroeg kwam halen van de schaatsbaan, want Maren’s zussen hadden Taekwondo les. Onze stad ligt op het ogenblik helemaal overhoop. Alle grote straten krijgen beton in plaats van uit elkaar gevallen asfalt en daarom zijn veel straten gesloten. Dit is niet helemaal overzichtelijk gepland en je wordt ook niet vooraf gewaarschuwd dat de straat gesloten zal zijn. Elke ochtend is voor mij een verrassing welke straten naar het centrum gesloten zijn en welke alternatieve route ik zal verzinnen om de meiden op tijd naar school te brengen. De ijsbaan ligt ook in het centrum en omdat ik behoorlijk strak in de tijd zit rijd ik extra vroeg de verkeerschaos in. Als ik bijna bij de ijsbaan ben word ik gebeld door de moeder van Ale. Ze zijn niet naar de afgesproken ijsbaan, maar naar een andere… Ik baal als een stekker en verander mijn strategie. Helaas is die weg afgesloten en uiteindelijk beland ik via een sluiproute bij de ijsbaan. Ik parkeer mijn auto en krijg uiteindelijk moeder Issa aan de telefoon. “Waar ben je?” vraag ik haar geïrriteerd en “Waarom heb je me niet geïnformeerd over de wijziging?”. Binnen een paar minuten sta ik naast de schaatsbaan en kijkt Maren me zwáár teleurgesteld aan: “Ik heb net vijf minuten mijn schaatsen aan! En we hebben ook al niet gebowld!” Ik vind het heel zielig voor Maren die zich erg op het feestje verheugd had. Ik kom er snel achter waarom ze niet gebowld hebben en waarom ze pas nét op de ijsbaan staan. Ze hebben de hele middag in het restaurant gewacht op de vader van de jarige job en nog een vriendinnetje en toen bleek de ijsbaan nog gesloten en tijd om te bowlen was er al niet meer…. Moeder Issa vraagt me of Maren niet langer kan blijven om te schaatsen. Het is dan al bijna zeven uur. Maren’s zussen moeten naar les, Maren heeft eigenlijk huiswerk, we moeten nog avondeten en het is bovendien bijna haar bedtijd. Ik ben verontwaardigd. Ik heb moeder Issa nota bene ingelicht dat ik vroeg zou komen omdat ik meer verplichtingen heb. Luistert ze niet naar mij? Dit feestje is een afknapper zonder uitnodigingen, zonder moeder op het plein, zonder beloftes na te komen en met vooral grote teleurstellingen. En nu wil ze van mij de boeman maken omdat Maren niet kan blijven schaatsen? Ik ben verbijsterd. Ik zit op weg naar huis midden in de verschrikkelijke verkeerschaos nog na te pruttelen tegen Maren hoe slecht dit allemaal geregeld was. Mark heeft gelukkig Maren’s zussen ondertussen afgezet bij Taekwondo. Als ik Maren een uurtje later naar bed breng zegt ze: “Die moeder dronk wel veel… Ze had wel drie glazen van dat rode spul op dat je in zo’n wijnglas doet.” Ik zeg dat dát niet zo erg is, want ze heeft tenslotte een chauffeur. Maar dan zegt Maren verbaasd: “Maar ze zat zélf achter het stuur!”
woensdag 23 april 2014
Hoog, hoger, hoogste golven
The world is a book and those who do not travel read only one page.
- Saint Augustine
Op de middag dat we in onze cabaña aankomen kleden de meiden zich in een mum van tijd om in hun bikini´s en rennen naar de turkooizen zee. Ik roep Anthe nog na om op Maren te letten met de sterke stroming. De Stille Oceaan heeft enorm hoge golven op dit strand en zonder zich om ons te bekommeren duiken ze in de golven. Als ik even later ook het strand op loop zie ik ze veel te diep in zee naar mijn zin. Ik gebaar met mijn armen naar ze, maar ze kijken natuurlijk niet. Andere mensen zien mij kennelijk wél wild zwaaien en twee mannen komen van iedere kant naar me toe rennen. Ondertussen komt Inden terug zwemmen en roept naar haar zussen dat ze er uit moeten. De onderstroom is echter zó sterk dat Maren flink moet zwemmen. Ze heeft er moeite mee. De beiden jongemannen gaan het water in en één reikt Maren uiteindelijk de hand. Heel erg fijn. De gebruinde surfboy legt me uit dat de onderstroom tussen de witte bruisende golven het gevaarlijkst is. Het lijkt heel rustig water, maar het sleurt je terug de zee in. Maren moet eenmaal bijgekomen van de schrik tóch even huilen... Ze moest flink stevig zwemmen, zei ze, en kreeg pijn in haar zij. Ze is een echte waterrat, helemaal geen watje. De andere keren mogen de meiden niet meer alleen zwemmen. Mark gaat mee. Maren houdt alle keren zijn hand stevig vast. (zie ons fotoalbum) Een paar dagen later heeft de strandwacht onverwachts rode vlaggen op het strand gezet. We gaan zwemmen bij de enige gele vlag op het strand, maar we worden er toch uit gefloten door de strandwacht. Hij stuurt ons naar de kleine baai naast de onze. Er staat daar ook een rode vlag te wapperen, maar er zijn mensen die in de metershoge golven aan het zwemmen zijn. We kijken het aan en wagen het er op. Inden, Maren, Mark en ik duiken de zee in zodra de golf zich terug trekt. We hebben grote lol en laten ons meters omhoog tillen op de kop van de golf. Er staan best wat mensen te kijken op het strand. Als de golf wat eerder breekt en we mee getrokken worden in het witte schuim en er meteen nog een flinke golf van een paar meter hoog achteraan komt rollen zoek ik Maren in het witte kolkende schuim. Ze was als een wiel meerdere keertjes rond gedraaid. Ik zie aan haar gezicht dat ze dit niet leuk vond en ik grijp haar hand en ren met haar door het terugtrekkende water het strand op. Inden en Mark zijn terug gezogen met de onderstroom en drijven weer diep tussen de hoge golven. De golven komen nu sneller en Inden is zo slim om er steeds in te duiken met haar hoofd onder water. Na een bang moment van ademnood ziet Inden haar kans schoon en laat ze zich meesleuren naar het strand en zet het op een rennen. Ook zij staat nu veilig aan wal. Op dit moment zijn er alleen nog stoere surfjongens met hun plank in het water. En Mark, zonder boogieboard. Alle zwemmers en toeschouwers staan aan de kant en ik heb het gevoel dat iedereen Mark volgt. Als een lokaal jongetje zijn surfboard kwijt raakt in een hard klappende golf gaat er een gilletje door de kijkende menigte. Het jongetje zwemt naar het strand en vindt daar zijn plank weer aangespoeld. Mark komt even aan de kant en we zeggen allemaal opgewonden dat het reuze spannend is en dat de golven steeds ruwer worden. En dan besluit Mark weer terug het water in te gaan. Even alleen. Hij duikt in de golven, laat zich mee dragen op een staande golf en geniet. We zijn adrenaline junkies.
Toevallig krijg ik een lijstje onder ogen van de dertig mooiste plekjes op onze wereldbol. Met foto´s. Ik geniet ervan en herken natuurlijk plekjes waar wij ook voetstappen hebben achtergelaten. Onder één van de foto´s staan wat reacties geschreven van Mexicanen. Het is de foto van de witte terrassen in Turkije, Pamukkele. Het blijkt dat wij identieke kalkbaden hebben hier in México. Precies hetzelfde natuurverschijnsel: knal witte terrassen tegen een bergwand aan gelegen en gevuld met het meest heldere bronwater van 25 graden Celsius. Het zijn eigenlijk twee versteende watervallen van mineralen die er duizenden jaren over hebben gedaan om te zijn zoals ze zijn. Een prachtige natuurlijke spa en toevallig niet ver van de stad Oaxaca waar wij op de terugweg overnachten. En dus rijden we op de aller-allerlaatste reisdag niet rechtstreeks naar Puebla, maar rijden we door de bergen naar dit verschrikkelijk afgelegen plekje. Er werd gewaarschuwd dat deze plek alleen met terreinwagens bereikbaar is. De laatste kilometers zijn onverharde weg. We zien boertjes met kromme ruggen met hun koeien of geiten op zoek naar wat groen wat nog over is na de lange droge periode. (zie ons fotoalbum) We zien met gele bloemen versierde kapelletjes voor Pasen. Veel donkerbruine gespierde ossen en oude, gerimpelde omaatjes met hun lange vlechten en keukenschorten om zittend in de schaduw van één van de weinige groene bomen. Als we eenmaal aan komen bij Hierve el Agua zijn we één van de eersten. Omdat het vrijwel het einde is van het droge seizoen staan de kleine baden leeg. Maar desalniettemin is het een zeer fotogenieke plek. Het maagdelijk witte steen met de zachte, lichtgroene kleur van het bronwater steekt prachtig af tegen de ruige achtergrond van de hoge begroeide bergen. Wat een magnifieke plek! (zie ons fotoalbum) De meiden gaan nog even zwemmen in het water, want het is er snikheet. Op de terugweg nemen we per ongeluk een andere route en belanden we op een zanderig, droog en zeer smal bergweggetje. We rijden langzaam langs diepe afgronden en als we een tegenligger tegen komen is het even manoeuvreren om er beiden langs te kunnen. De bestuurder opent zijn raampje en vraagt benauwd of dit de enige weg terug is van Hierve el Agua. Mark vraagt hem of de rit écht zo erg was dan, en als antwoord krijgen we van hem een bevestigende knik.
- Saint Augustine
Op de middag dat we in onze cabaña aankomen kleden de meiden zich in een mum van tijd om in hun bikini´s en rennen naar de turkooizen zee. Ik roep Anthe nog na om op Maren te letten met de sterke stroming. De Stille Oceaan heeft enorm hoge golven op dit strand en zonder zich om ons te bekommeren duiken ze in de golven. Als ik even later ook het strand op loop zie ik ze veel te diep in zee naar mijn zin. Ik gebaar met mijn armen naar ze, maar ze kijken natuurlijk niet. Andere mensen zien mij kennelijk wél wild zwaaien en twee mannen komen van iedere kant naar me toe rennen. Ondertussen komt Inden terug zwemmen en roept naar haar zussen dat ze er uit moeten. De onderstroom is echter zó sterk dat Maren flink moet zwemmen. Ze heeft er moeite mee. De beiden jongemannen gaan het water in en één reikt Maren uiteindelijk de hand. Heel erg fijn. De gebruinde surfboy legt me uit dat de onderstroom tussen de witte bruisende golven het gevaarlijkst is. Het lijkt heel rustig water, maar het sleurt je terug de zee in. Maren moet eenmaal bijgekomen van de schrik tóch even huilen... Ze moest flink stevig zwemmen, zei ze, en kreeg pijn in haar zij. Ze is een echte waterrat, helemaal geen watje. De andere keren mogen de meiden niet meer alleen zwemmen. Mark gaat mee. Maren houdt alle keren zijn hand stevig vast. (zie ons fotoalbum) Een paar dagen later heeft de strandwacht onverwachts rode vlaggen op het strand gezet. We gaan zwemmen bij de enige gele vlag op het strand, maar we worden er toch uit gefloten door de strandwacht. Hij stuurt ons naar de kleine baai naast de onze. Er staat daar ook een rode vlag te wapperen, maar er zijn mensen die in de metershoge golven aan het zwemmen zijn. We kijken het aan en wagen het er op. Inden, Maren, Mark en ik duiken de zee in zodra de golf zich terug trekt. We hebben grote lol en laten ons meters omhoog tillen op de kop van de golf. Er staan best wat mensen te kijken op het strand. Als de golf wat eerder breekt en we mee getrokken worden in het witte schuim en er meteen nog een flinke golf van een paar meter hoog achteraan komt rollen zoek ik Maren in het witte kolkende schuim. Ze was als een wiel meerdere keertjes rond gedraaid. Ik zie aan haar gezicht dat ze dit niet leuk vond en ik grijp haar hand en ren met haar door het terugtrekkende water het strand op. Inden en Mark zijn terug gezogen met de onderstroom en drijven weer diep tussen de hoge golven. De golven komen nu sneller en Inden is zo slim om er steeds in te duiken met haar hoofd onder water. Na een bang moment van ademnood ziet Inden haar kans schoon en laat ze zich meesleuren naar het strand en zet het op een rennen. Ook zij staat nu veilig aan wal. Op dit moment zijn er alleen nog stoere surfjongens met hun plank in het water. En Mark, zonder boogieboard. Alle zwemmers en toeschouwers staan aan de kant en ik heb het gevoel dat iedereen Mark volgt. Als een lokaal jongetje zijn surfboard kwijt raakt in een hard klappende golf gaat er een gilletje door de kijkende menigte. Het jongetje zwemt naar het strand en vindt daar zijn plank weer aangespoeld. Mark komt even aan de kant en we zeggen allemaal opgewonden dat het reuze spannend is en dat de golven steeds ruwer worden. En dan besluit Mark weer terug het water in te gaan. Even alleen. Hij duikt in de golven, laat zich mee dragen op een staande golf en geniet. We zijn adrenaline junkies.
Toevallig krijg ik een lijstje onder ogen van de dertig mooiste plekjes op onze wereldbol. Met foto´s. Ik geniet ervan en herken natuurlijk plekjes waar wij ook voetstappen hebben achtergelaten. Onder één van de foto´s staan wat reacties geschreven van Mexicanen. Het is de foto van de witte terrassen in Turkije, Pamukkele. Het blijkt dat wij identieke kalkbaden hebben hier in México. Precies hetzelfde natuurverschijnsel: knal witte terrassen tegen een bergwand aan gelegen en gevuld met het meest heldere bronwater van 25 graden Celsius. Het zijn eigenlijk twee versteende watervallen van mineralen die er duizenden jaren over hebben gedaan om te zijn zoals ze zijn. Een prachtige natuurlijke spa en toevallig niet ver van de stad Oaxaca waar wij op de terugweg overnachten. En dus rijden we op de aller-allerlaatste reisdag niet rechtstreeks naar Puebla, maar rijden we door de bergen naar dit verschrikkelijk afgelegen plekje. Er werd gewaarschuwd dat deze plek alleen met terreinwagens bereikbaar is. De laatste kilometers zijn onverharde weg. We zien boertjes met kromme ruggen met hun koeien of geiten op zoek naar wat groen wat nog over is na de lange droge periode. (zie ons fotoalbum) We zien met gele bloemen versierde kapelletjes voor Pasen. Veel donkerbruine gespierde ossen en oude, gerimpelde omaatjes met hun lange vlechten en keukenschorten om zittend in de schaduw van één van de weinige groene bomen. Als we eenmaal aan komen bij Hierve el Agua zijn we één van de eersten. Omdat het vrijwel het einde is van het droge seizoen staan de kleine baden leeg. Maar desalniettemin is het een zeer fotogenieke plek. Het maagdelijk witte steen met de zachte, lichtgroene kleur van het bronwater steekt prachtig af tegen de ruige achtergrond van de hoge begroeide bergen. Wat een magnifieke plek! (zie ons fotoalbum) De meiden gaan nog even zwemmen in het water, want het is er snikheet. Op de terugweg nemen we per ongeluk een andere route en belanden we op een zanderig, droog en zeer smal bergweggetje. We rijden langzaam langs diepe afgronden en als we een tegenligger tegen komen is het even manoeuvreren om er beiden langs te kunnen. De bestuurder opent zijn raampje en vraagt benauwd of dit de enige weg terug is van Hierve el Agua. Mark vraagt hem of de rit écht zo erg was dan, en als antwoord krijgen we van hem een bevestigende knik.
donderdag 17 april 2014
Kogelvis
Alles groeit in zijn eigen tempo.
- Lisette Thooft
Iedereen moet zich schrap zetten in het bootje. Maren zit voorop maar moet haar stoel verruilen voor die van Inden. Voor de veiligheid. We moeten allemaal ons life vest aantrekken en Inden en Anthe, die voor in het bootje zitten, moeten zich stevig onder hun stoel vast houden. “Ik word heel zenuwachtig”, zeg ik tegen Mark die achter me zit. Maren zet haar voeten schrap tegen de stoelleuning voor haar, want ze kan niet met haar voeten bij de grond. We varen door twee rotspartijen heen in de turkooizen oceaan met schuimende hoge golven. Recht op het witte strand af. In plaats van snelheid te minderen geeft de kapitein gas, veel gas. We schieten het strand op en dan staan we abrupt stil. De dag ervoor had gids en voormalig visser César ons op het strand uitgenodigd om een boottrip te maken. César beloofde ons een geweldige tocht met pelikanen, roggen, zeeschildpadden en zelfs dolfijnen. En snorkelen is ook inbegrepen. Om acht uur de volgende ochtend staan we op het strand waar de visserbootjes liggen waar net versgevangen vis mee naar binnen gehaald is. De vislucht komt ons tegemoet. Een partij grote goudvissen is de vangst. De vissers zijn échte machomannen. Met veel tamtam duwen ze onze boot van het strand in het water. “Un, dos, tres!” Mark duwt ook mee. Mensen die zo vroeg op het strand wandelen blijven even stil staan. De zee is te ruig, besluit de kapitein. Hij komt ons een baai verder ophalen. We lopen met onze knaloranje life vests een stukje over het strand tot de volgende baai. (zie ons fotoalbum)We varen ver van de kust, de zee is diep en wild. Af en toe vliegt ons bootje de lucht in. Om ons heen zien we zeeschildpadden drijven. Soms maakt een mannetje een vrouwtje het hof met veel gespat met zijn pootjes en soms dobbert er een vogel op de schild van een vriendelijke schildpad. Ook hier worden de zeeschildpadden bedreigd, net als in Belize. Er werd op gejaagd voor het vlees, de huid en de schild. Er wás een markt voor. Nu krijg je tien jaar gevangenisstraf als je gepakt wordt. Er wordt ons gevraagd of we er met één willen zwemmen. Het idee lonkt zeker, maar de zee is heel donker vanwege de diepte, het blijven toch wilde schildpadden (willen ze dat wel?) en als laatste vind ik het niet prettig dat er vele mijlen verder (belooft de kapitein) haaien zwemmen. We laten deze kans voorbij gaan. Een heel stuk verderop gaan we snorkelen in het ondiepe water, maar voordat we daar zijn zwemt er een groep dolfijnen bij ons bootje. Zo´n stuk of tien zwarte dolfijnen tuimelen om ons bootje heen. Schildpadden drijven er ontspannen tussen. Geweldig. We horen dat er zo´n twee weken ervoor ook walvissen voorbij trokken. Nu zijn dat stoeiende zwarte roggen en zelfs een kogelvis, zo één die zich opblaast als hij bang is. Tijdens het snorkelen verliest Maren haar snorkel, ja dat is dus mogelijk. Ik zoek het knalgele ding, maar zie alleen maar duizenden zilveren visjes met grote vaart onder ons door schieten. Dan ziet Inden dat de kapitein hem opgedoken heeft. Gelukkig.
San Agustinillo, het dorp waar we nu zijn, is een erg gemoedelijk klein vergeten dorpje. Het dorp bestaat uit één straatje en daar liggen wat restaurantjes en cabañas aan. Alles pal aan het strand. Het dorpje is moeilijk bereikbaar. En dat is waar we zo van genieten. De stranden zijn leeg. Er zijn geen klaar gezette strandbedjes te vinden. Geen luide muziek. De jongetjes uit het dorp komen elke middag met hun boogieboard de golven trotseren. Er lopen wat venters met hun zelfgebakken empenadas, hangmatten, hippiebroeken of kralenkettingen langs. De baaien hier zijn klein en rustiek: witte stranden afgebakend met rotspartijen. (zie ons fotoalbum) Aan de ene kant ligt achter de rotsen het naaktstrand van Zipolite en aan de andere kant ligt achter de rotsen de lege stranden van natuurreservaat Ventanilla. We zwemmen elke dag in de hoge golven, we lezen, eten en hangen in de hangmatten. Het is volle maan en in het maanlicht lopen we dagelijks over het strand naar ons eettentje. Als Inden op school vertelt aan haar Spaanse juf waar we heen gaan deze Paasdagen roept de juf uit hoe het toch mogelijk is dat wij steeds naar plekjes gaan die de Mexicanen helemaal niet kennen!
San Agustinillo – 16 april 2014
- Lisette Thooft
Iedereen moet zich schrap zetten in het bootje. Maren zit voorop maar moet haar stoel verruilen voor die van Inden. Voor de veiligheid. We moeten allemaal ons life vest aantrekken en Inden en Anthe, die voor in het bootje zitten, moeten zich stevig onder hun stoel vast houden. “Ik word heel zenuwachtig”, zeg ik tegen Mark die achter me zit. Maren zet haar voeten schrap tegen de stoelleuning voor haar, want ze kan niet met haar voeten bij de grond. We varen door twee rotspartijen heen in de turkooizen oceaan met schuimende hoge golven. Recht op het witte strand af. In plaats van snelheid te minderen geeft de kapitein gas, veel gas. We schieten het strand op en dan staan we abrupt stil. De dag ervoor had gids en voormalig visser César ons op het strand uitgenodigd om een boottrip te maken. César beloofde ons een geweldige tocht met pelikanen, roggen, zeeschildpadden en zelfs dolfijnen. En snorkelen is ook inbegrepen. Om acht uur de volgende ochtend staan we op het strand waar de visserbootjes liggen waar net versgevangen vis mee naar binnen gehaald is. De vislucht komt ons tegemoet. Een partij grote goudvissen is de vangst. De vissers zijn échte machomannen. Met veel tamtam duwen ze onze boot van het strand in het water. “Un, dos, tres!” Mark duwt ook mee. Mensen die zo vroeg op het strand wandelen blijven even stil staan. De zee is te ruig, besluit de kapitein. Hij komt ons een baai verder ophalen. We lopen met onze knaloranje life vests een stukje over het strand tot de volgende baai. (zie ons fotoalbum)We varen ver van de kust, de zee is diep en wild. Af en toe vliegt ons bootje de lucht in. Om ons heen zien we zeeschildpadden drijven. Soms maakt een mannetje een vrouwtje het hof met veel gespat met zijn pootjes en soms dobbert er een vogel op de schild van een vriendelijke schildpad. Ook hier worden de zeeschildpadden bedreigd, net als in Belize. Er werd op gejaagd voor het vlees, de huid en de schild. Er wás een markt voor. Nu krijg je tien jaar gevangenisstraf als je gepakt wordt. Er wordt ons gevraagd of we er met één willen zwemmen. Het idee lonkt zeker, maar de zee is heel donker vanwege de diepte, het blijven toch wilde schildpadden (willen ze dat wel?) en als laatste vind ik het niet prettig dat er vele mijlen verder (belooft de kapitein) haaien zwemmen. We laten deze kans voorbij gaan. Een heel stuk verderop gaan we snorkelen in het ondiepe water, maar voordat we daar zijn zwemt er een groep dolfijnen bij ons bootje. Zo´n stuk of tien zwarte dolfijnen tuimelen om ons bootje heen. Schildpadden drijven er ontspannen tussen. Geweldig. We horen dat er zo´n twee weken ervoor ook walvissen voorbij trokken. Nu zijn dat stoeiende zwarte roggen en zelfs een kogelvis, zo één die zich opblaast als hij bang is. Tijdens het snorkelen verliest Maren haar snorkel, ja dat is dus mogelijk. Ik zoek het knalgele ding, maar zie alleen maar duizenden zilveren visjes met grote vaart onder ons door schieten. Dan ziet Inden dat de kapitein hem opgedoken heeft. Gelukkig.
San Agustinillo, het dorp waar we nu zijn, is een erg gemoedelijk klein vergeten dorpje. Het dorp bestaat uit één straatje en daar liggen wat restaurantjes en cabañas aan. Alles pal aan het strand. Het dorpje is moeilijk bereikbaar. En dat is waar we zo van genieten. De stranden zijn leeg. Er zijn geen klaar gezette strandbedjes te vinden. Geen luide muziek. De jongetjes uit het dorp komen elke middag met hun boogieboard de golven trotseren. Er lopen wat venters met hun zelfgebakken empenadas, hangmatten, hippiebroeken of kralenkettingen langs. De baaien hier zijn klein en rustiek: witte stranden afgebakend met rotspartijen. (zie ons fotoalbum) Aan de ene kant ligt achter de rotsen het naaktstrand van Zipolite en aan de andere kant ligt achter de rotsen de lege stranden van natuurreservaat Ventanilla. We zwemmen elke dag in de hoge golven, we lezen, eten en hangen in de hangmatten. Het is volle maan en in het maanlicht lopen we dagelijks over het strand naar ons eettentje. Als Inden op school vertelt aan haar Spaanse juf waar we heen gaan deze Paasdagen roept de juf uit hoe het toch mogelijk is dat wij steeds naar plekjes gaan die de Mexicanen helemaal niet kennen!
San Agustinillo – 16 april 2014
zaterdag 12 april 2014
Pareltjes
Breng mij naar bloeiende weiden, doe mij liggen aan een vlietend water dat mijn ziel op adem komt.
- Huub Oosterhuis
Met z’n tweetjes rijden Mark en ik door het Mexicaanse natuurschoon buiten onze stad, een rit van zo’n twee uur. De natuur is een ideale manier om je ziel op adem te laten komen. Op onverklaarbare manier heeft de natuur iets verkwikkends en rustgevends tegelijk. Het licht is zo mooi hier in de glooiende bergen. Overal de typische agave planten. Stukken pijnbomenbos. We passeren kleine dorpjes waar de tijd heeft stil gestaan. De was hangt te wapperen buiten hun armoedige huisjes. Zwerfhonden lopen te slenteren met hun neus over de stoffige, aarderode grond op zoek naar iets te eten. Gepensioneerde mannetjes met een cowboyhoed op zitten samen in de greppel langs de weg. Ze kijken iedereen geamuseerd na. In hun hand een koud Corona biertje en een sprankel in hun ogen. Geen stress valt hier waar te nemen, alleen rust. Hoe verder we rijden hoe verder we van de bewoonde wereld af komen. Ook dit is de staat Puebla. Oude boerenschuren zien we van bij elkaar geschraapt hout in elkaar gezet. De rode geraniums in oude verfemmers en blikken voor het huis geplaatst als decoratie. Wapperende brocante gordijntjes achter de open ramen. Brandhout netjes opgestapeld naast het huis. In de vervallen stal staan wat kalfjes, schapen of geiten. Van de buitenkant lijkt het een zorgeloos boerenbestaan. Ik stel me voor hier elke morgen wakker te worden met uitzicht op de bergen als je je gordijnen opent. Elke avond het warme, oranje licht over het land dat zo mooi weerkaats door de donkerrode grond. México heeft verschillende typische streken zoals de zonnige stranden met de azuurblauwe oceanen, de koele hoogvlaktes waar wij wonen en dan deze prachtige droge glooiende binnenlanden. Mark doet weer mee aan een Spartanen Race en dat is de reden dat we hier zo door de bush rijden. We parkeren de auto naast een lokaal begraafplaatsje en lopen naar het meer waar Mark straks gaat starten. (zie ons fotoalbum) De race is niet zo groots opgezet als de vorige keer in de woestijn van San Luis Potosí waar drie dagen lang elk half uur gestart werd. Deze race is maar één dag en heeft maar één afstand, dertien kilometer. Maar het is een leuk sportief evenement en ik zelf vind het vooral heel leuk om naar die afgelegen plekken af te reizen en lekker een hele dag buiten door te brengen.
Op een ochtend trek ik de stoute schoenen aan en bel naar Cuba. Ik zie geen andere manier om te starten met het boeken van onze rondreis. Er zijn amper websites bekend van particuliere casa’s en er staan geen mailadressen genoemd in reisgids Lonely Planet. Wel vind je de namen van deze unieke huizen op website Tripadvisor met foto's en geweldige referenties, maar zonder contactgegevens. De telefoon gaat over, maar er wordt niet opgenomen. Ik probeer het in de loop van de ochtend nog een paar keer en uiteindelijk hoor ik een mannenstem door de krakende lijn. Ik vertel Luis dat ik twee kamers wil reserveren in zijn huis in Havana. Hij zegt heel trots dat hij sinds kort een e-mail adres heeft en ik beloof hem snel te mailen. Binnen een paar minuten heb ik antwoord, hij heeft helaas maar één kamer te huur. Maar een paar huizen verderop in de straat is wel genoeg ruimte voor vijf personen. Ik regel het via hem en zo begint het balletje te rollen en begin ik dit spel door te krijgen. Ik neem contact op met een gastvrij gezin en als zij geen plaats hebben kennen ze wel iemand die dat wel heeft. Zo ontvang ik als laatste slaapplek van onze reis een mail van reuma-arts Mercedes met foto's. Ze hoorde van vrienden dat ik voor twee nachten een kamer zocht. Zij heeft die dagen plek voor ons gezin. Ze schrijft dat haar man ons door Trinidad kan rondrijden in zijn knalgroene vintage oldsmobile en op haar foto's is een prachtig oud koloniaal huis te zien met een geweldig patio. Wij slapen in de twee bovenste slaapkamers van het huis en één van de kamers heeft zelfs een groot balkon erbij met uitzicht op de stad Trinidad. Zij heeft onze laatste slaapplaats in Cuba bevestigd, de reis is rond. We logeren tijdens deze reis op zeven verschillende plekken. Allemaal even uniek gelegen en sommige van onze casa's staan op nummer één op de lijst van Tripadvisor voor beste verblijfplaatsen in Cuba. Ik heb wel verschillende waarschuwingen gekregen voor jineteros. Dit zijn mannen op straat in de buurt van je casa die je aanhouden met de mededeling dat je slaapplaats dubbel geboekt is. Of wijzen je heel sluw de weg naar een andere casa. Ze hebben informatie en foto's van hun casa en nemen je mee. Zo krijgen zij commissie en mist jouw familie inkomsten. Het advies is stug door te rijden naar jouw reservering. Daarom ontvang ik bij elke reservering foto's van het huis zodat je het van de buitenkant herkent en je je niet laat mee leiden naar andere casa's. We bezoeken op het eiland drie oude steden: Havana, Trinidad en Viñales, de laatste midden in het heuvelachtige groen van tabaksplantages. We gaan fietsen, paardrijden, snorkelen, dansen en minstens vier kleine cayo's (tropische eilandjes voor de kust van Cuba) bezoeken met nog onbekende strandjes, de pareltjes van Cuba. We vermijden de kolossale resorts van de staat met hun 1500 kamers en privé stranden. Vaak zijn het niet de massale toeristische oorden, maar de kleine intieme vakantiebestemmingen die je bij blijven. Omdat de gastheer tijd voor je neemt en omdat het exclusief en bijzonder is. Maar eerst gaan we vandaag een Mexicaans pareltje bezoeken: in een mooie baai hebben we voor tien dagen twee cabañas geboekt op het strand van een klein hippie dorp.
- Huub Oosterhuis
Met z’n tweetjes rijden Mark en ik door het Mexicaanse natuurschoon buiten onze stad, een rit van zo’n twee uur. De natuur is een ideale manier om je ziel op adem te laten komen. Op onverklaarbare manier heeft de natuur iets verkwikkends en rustgevends tegelijk. Het licht is zo mooi hier in de glooiende bergen. Overal de typische agave planten. Stukken pijnbomenbos. We passeren kleine dorpjes waar de tijd heeft stil gestaan. De was hangt te wapperen buiten hun armoedige huisjes. Zwerfhonden lopen te slenteren met hun neus over de stoffige, aarderode grond op zoek naar iets te eten. Gepensioneerde mannetjes met een cowboyhoed op zitten samen in de greppel langs de weg. Ze kijken iedereen geamuseerd na. In hun hand een koud Corona biertje en een sprankel in hun ogen. Geen stress valt hier waar te nemen, alleen rust. Hoe verder we rijden hoe verder we van de bewoonde wereld af komen. Ook dit is de staat Puebla. Oude boerenschuren zien we van bij elkaar geschraapt hout in elkaar gezet. De rode geraniums in oude verfemmers en blikken voor het huis geplaatst als decoratie. Wapperende brocante gordijntjes achter de open ramen. Brandhout netjes opgestapeld naast het huis. In de vervallen stal staan wat kalfjes, schapen of geiten. Van de buitenkant lijkt het een zorgeloos boerenbestaan. Ik stel me voor hier elke morgen wakker te worden met uitzicht op de bergen als je je gordijnen opent. Elke avond het warme, oranje licht over het land dat zo mooi weerkaats door de donkerrode grond. México heeft verschillende typische streken zoals de zonnige stranden met de azuurblauwe oceanen, de koele hoogvlaktes waar wij wonen en dan deze prachtige droge glooiende binnenlanden. Mark doet weer mee aan een Spartanen Race en dat is de reden dat we hier zo door de bush rijden. We parkeren de auto naast een lokaal begraafplaatsje en lopen naar het meer waar Mark straks gaat starten. (zie ons fotoalbum) De race is niet zo groots opgezet als de vorige keer in de woestijn van San Luis Potosí waar drie dagen lang elk half uur gestart werd. Deze race is maar één dag en heeft maar één afstand, dertien kilometer. Maar het is een leuk sportief evenement en ik zelf vind het vooral heel leuk om naar die afgelegen plekken af te reizen en lekker een hele dag buiten door te brengen.
Op een ochtend trek ik de stoute schoenen aan en bel naar Cuba. Ik zie geen andere manier om te starten met het boeken van onze rondreis. Er zijn amper websites bekend van particuliere casa’s en er staan geen mailadressen genoemd in reisgids Lonely Planet. Wel vind je de namen van deze unieke huizen op website Tripadvisor met foto's en geweldige referenties, maar zonder contactgegevens. De telefoon gaat over, maar er wordt niet opgenomen. Ik probeer het in de loop van de ochtend nog een paar keer en uiteindelijk hoor ik een mannenstem door de krakende lijn. Ik vertel Luis dat ik twee kamers wil reserveren in zijn huis in Havana. Hij zegt heel trots dat hij sinds kort een e-mail adres heeft en ik beloof hem snel te mailen. Binnen een paar minuten heb ik antwoord, hij heeft helaas maar één kamer te huur. Maar een paar huizen verderop in de straat is wel genoeg ruimte voor vijf personen. Ik regel het via hem en zo begint het balletje te rollen en begin ik dit spel door te krijgen. Ik neem contact op met een gastvrij gezin en als zij geen plaats hebben kennen ze wel iemand die dat wel heeft. Zo ontvang ik als laatste slaapplek van onze reis een mail van reuma-arts Mercedes met foto's. Ze hoorde van vrienden dat ik voor twee nachten een kamer zocht. Zij heeft die dagen plek voor ons gezin. Ze schrijft dat haar man ons door Trinidad kan rondrijden in zijn knalgroene vintage oldsmobile en op haar foto's is een prachtig oud koloniaal huis te zien met een geweldig patio. Wij slapen in de twee bovenste slaapkamers van het huis en één van de kamers heeft zelfs een groot balkon erbij met uitzicht op de stad Trinidad. Zij heeft onze laatste slaapplaats in Cuba bevestigd, de reis is rond. We logeren tijdens deze reis op zeven verschillende plekken. Allemaal even uniek gelegen en sommige van onze casa's staan op nummer één op de lijst van Tripadvisor voor beste verblijfplaatsen in Cuba. Ik heb wel verschillende waarschuwingen gekregen voor jineteros. Dit zijn mannen op straat in de buurt van je casa die je aanhouden met de mededeling dat je slaapplaats dubbel geboekt is. Of wijzen je heel sluw de weg naar een andere casa. Ze hebben informatie en foto's van hun casa en nemen je mee. Zo krijgen zij commissie en mist jouw familie inkomsten. Het advies is stug door te rijden naar jouw reservering. Daarom ontvang ik bij elke reservering foto's van het huis zodat je het van de buitenkant herkent en je je niet laat mee leiden naar andere casa's. We bezoeken op het eiland drie oude steden: Havana, Trinidad en Viñales, de laatste midden in het heuvelachtige groen van tabaksplantages. We gaan fietsen, paardrijden, snorkelen, dansen en minstens vier kleine cayo's (tropische eilandjes voor de kust van Cuba) bezoeken met nog onbekende strandjes, de pareltjes van Cuba. We vermijden de kolossale resorts van de staat met hun 1500 kamers en privé stranden. Vaak zijn het niet de massale toeristische oorden, maar de kleine intieme vakantiebestemmingen die je bij blijven. Omdat de gastheer tijd voor je neemt en omdat het exclusief en bijzonder is. Maar eerst gaan we vandaag een Mexicaans pareltje bezoeken: in een mooie baai hebben we voor tien dagen twee cabañas geboekt op het strand van een klein hippie dorp.
zaterdag 5 april 2014
Nederlandse? Amerikaanse?
Bran thought about it. 'Can a man still be brave if he's afraid?'
‘That is the only time a man can be brave,' his father told him.
― George R.R. Martin, A Game of Thrones
“Er staan twee politieagenten voor onze deur en ze gebaren naar mij dat ik de deur open moet doen!”, zegt Maren met grote ogen. Deze bewuste zaterdagmiddag vertrok Mark aan het eind van de dag naar de luchthaven. Hij reisde af naar een kasteel buiten Parijs, voor zijn werk. Niet lang na zijn vertrek komt Maren naar me toe in de slaapkamer. Ze vertelt het verhaal over de politieagenten. Ik loop naar mijn raam en zie geen mannen in onze tuin, ook geen politieauto en het grote hek is gesloten. Ik loop naar beneden en open de deur, weer geen mannen te vinden. Ik complementeer Maren dat ze het heel goed gedaan heeft door naar mij toe te komen en niet de deur open te maken. Ik sluit voor de zekerheid de twee balkondeuren die boven open staan. Na dit voorval een kwartiertje te hebben laten bezinken wil ik tóch Mark even bellen. “Moet ik nog iets anders ondernemen, denk je?” Het lijkt Mark beter om onze huisbaas te informeren. Onze huisbaas die een klein stukje verderop woont heeft geen bezoek gehad van politie, meldt hij. Hij ondervraagt onze tuinmannen en zij hebben ook niks gemerkt. Ik vind het alleen maar vreemder worden. Wat doen deze mannen in onze tuin en waarom dragen ze politiekleding en waarom kloppen ze niet op de deur maar gebaren naar onze jongste dochter dat ze deur open moet maken? Als het niet veel later donker wordt zie ik dat onze buren beiden niet thuis zijn. Ik vraag de huisbaas of er bewaking is vannacht bij onze poort. “Vanavond toevallig niet, want hij is ziek.” , is zijn antwoord. Nu begin ik me voor het eerst niet prettig te voelen in ons huis. Het scenario van een slechte film. Ik sluit alle ramen, ik doe de beiden voordeuren op slot met een grote metalen grendel en sluit de gordijnen. We hebben lampen buiten ons huis die aan springen als er iemand in de tuin loopt. We hebben ook een alarminstallatie, die stel ik nooit in, omdat ik me er niet fijn bij voel. Ik weet niet eens hoe dat ding werkt… Ondertussen heeft Mark vanuit het vliegtuig – hij staat nog aan de grond - naar de huisbaas gebeld dat er beveiliging moet zijn die avond. Mark biedt mij aan om eventueel niet naar Parijs te vliegen. Natuurlijk gaat hij wel en dus staat een half uur later Daniel aan de deur. Hij zal in het huisje naast de poort slapen en een rondje maken door de buurt. Kort daarna voegt ook de huisbaas zich bij ons. Ik zie de buren thuis komen en de lichten gaan branden in hun huiskamers. Onze huisbaas weet toevallig dat de tuinman van onze buren in de ochtend als tuinman werkt en in de middag als politieman. Zou hij aan de deur hebben gestaan, met zijn collega? Daniel herinnert zich nu dat hij die bewuste tuinman gezien heeft in bedrijfskleding. Ik voel me al veel beter. De verdachte is dus geen binnen geslopen onbekende. Natuurlijk rest de vraag waarom hij in godsnaam in onze tuin stond en onze dochter gebaarde de deur te openen. Ik word die nacht wakker met knallende hoofdpijn en neem een pijnstiller en maak het voornemen om zelf de volgende dag op onderzoek uit te gaan. De muchacha van de buren overtuigt me dat hun tuinman écht niet op zaterdagmiddag langs is geweest. Dat maakt me weer onzeker. Ik licht de huisbaas hierover in en vraag hem om te checken of er überhaupt een politieauto in onze wijk is geweest. Laat in de avond, ondertussen drie dagen verder, antwoordt hij mij dat er inderdaad een politieauto de wijk in is gereden met twee échte politiemannen erin. Ze waren verdwaald, op zoek naar nummer 25 …
Inden, onze middelste dochter, is geboren in Massachusetts en heeft daarom een Amerikaans én een Nederlands paspoort. Van het verlengen van haar Amerikaanse paspoort die in de maand december verloopt maken we altijd een feestje. Dat is steevast een dagje Amsterdam (of meer) omdat het altijd in de Kerstvakantie gepland kan worden. Het bezoek aan de Amerikaanse ambassade, gelegen aan het Museumplein, is altijd weer indrukwekkend met alle veiligheidsprotocollen. En op die dag worden we er tastbaar mee geconfronteerd dat Inden een Amerikaanse is. En die dag komt maar één maal in de vijf jaar voor, voldoende om het speciaal te laten zijn. Deze keer is Inden’s Nederlandse paspoort echter verlopen en dat is hier in México ook heel speciaal…. Ik kom er echter achter dat er tegenwoordig op Schiphol een balie is van de gemeente Haarlemmermeer waar Nederlanders in het buitenland hun reisdocumenten in orde kunnen maken. Wij zijn in juni een weekje in Nederland, dus dat lijkt me uiterst gemakkelijk. Dat lijkt me in ieder geval makkelijker dan twee bezoeken op doordeweekse dagen aan Mexico Stad om alles te regelen op de Nederlandse ambassade. Ik bezoek de website van de gemeente Haarlemmermeer en het ziet er allemaal duidelijk en eenduidig uit. Ik begin dus met het invullen van de gegevens van onze dochter om een afspraakje te maken. En dan bemerk ik dat ik steeds dieper weg zak in het moeras van de overheidsregeltjes. Inden is geen standaard kind (dat is ze zéker niet, ieder kind is uniek) maar op papier is Inden dat eveneens niet. Ga maar na. Geboren in Massachusetts heeft ze een Amerikaanse nationaliteit en paspoort, maar geboren uit Nederlandse ouders heeft ze ook een Nederlandse nationaliteit. Ze is woonachtig in México en heeft daar een verblijfsvergunning. Al die documenten die hiervoor als bewijs moeten dienen moet ik opzoeken, de nummers invullen op de website, de formulieren scannen en als bijlagen toevoegen. Was ik écht zo naïef dat ik dacht even snel een afspraakje te kunnen maken? Ik krijg steeds langere lijstjes te zien met documenten die ik moet overhandigen op de gemeentebalie op Schiphol. Ik dacht dat México het toppunt was van bureaucratie, maar ik heb eigenhandig ontdekt dat Nederland México met gemak verslaat. Ik heb Inden’s Amerikaanse geboortebewijs nodig met een apostille van een notaris uit Massachusetts. Die heb ik gelukkig nog van een jaar geleden, voor de inschrijving van haar school. Maar helaas… zij willen er één die minder dan zes maanden oud is. Ze willen, omdat Inden minderjarig is, onze originele huwelijksakte die niet ouder is dan zes maanden. Maar ‘let op’ staat erbij, trouwboekjes worden niet geaccepteerd. Hoe kom ik dan aan zo’n recente huwelijksakte, hier in México? Schriftelijke toestemmingen van beiden ouders moeten erbij, want Mark is er niet bij straks op Schiphol. En daarom van Mark een kopietje van zijn paspoort erbij, maar natuurlijk wel met een legale stempel erop van een belangrijke meneer hier in Puebla. Natuurlijk willen ze Inden’s Mexicaanse verblijfsvergunning zien, maar dan wel met de huidige woonplaats erop vermeld en die staat er natuurlijk niet op! Mijn broek is ondertussen al afgezakt. Ik zat even rustig op bed dit op een kleine computer te regelen, maar ondertussen heb ik het hele huis al door gerend op zoek naar officiële documenten, de scanner, de printer, een USB-stickje, etc. Van even rustig een afspraakje aanvragen op het gemeentekantoor is geen sprake meer. Ik ben geïrriteerd, ontsteld en met stomheid geslagen. Maar na een kleine week krijg ik een bericht uit Nederland. De bijgevoegde gescande documenten zijn goedgekeurd!
‘That is the only time a man can be brave,' his father told him.
― George R.R. Martin, A Game of Thrones
“Er staan twee politieagenten voor onze deur en ze gebaren naar mij dat ik de deur open moet doen!”, zegt Maren met grote ogen. Deze bewuste zaterdagmiddag vertrok Mark aan het eind van de dag naar de luchthaven. Hij reisde af naar een kasteel buiten Parijs, voor zijn werk. Niet lang na zijn vertrek komt Maren naar me toe in de slaapkamer. Ze vertelt het verhaal over de politieagenten. Ik loop naar mijn raam en zie geen mannen in onze tuin, ook geen politieauto en het grote hek is gesloten. Ik loop naar beneden en open de deur, weer geen mannen te vinden. Ik complementeer Maren dat ze het heel goed gedaan heeft door naar mij toe te komen en niet de deur open te maken. Ik sluit voor de zekerheid de twee balkondeuren die boven open staan. Na dit voorval een kwartiertje te hebben laten bezinken wil ik tóch Mark even bellen. “Moet ik nog iets anders ondernemen, denk je?” Het lijkt Mark beter om onze huisbaas te informeren. Onze huisbaas die een klein stukje verderop woont heeft geen bezoek gehad van politie, meldt hij. Hij ondervraagt onze tuinmannen en zij hebben ook niks gemerkt. Ik vind het alleen maar vreemder worden. Wat doen deze mannen in onze tuin en waarom dragen ze politiekleding en waarom kloppen ze niet op de deur maar gebaren naar onze jongste dochter dat ze deur open moet maken? Als het niet veel later donker wordt zie ik dat onze buren beiden niet thuis zijn. Ik vraag de huisbaas of er bewaking is vannacht bij onze poort. “Vanavond toevallig niet, want hij is ziek.” , is zijn antwoord. Nu begin ik me voor het eerst niet prettig te voelen in ons huis. Het scenario van een slechte film. Ik sluit alle ramen, ik doe de beiden voordeuren op slot met een grote metalen grendel en sluit de gordijnen. We hebben lampen buiten ons huis die aan springen als er iemand in de tuin loopt. We hebben ook een alarminstallatie, die stel ik nooit in, omdat ik me er niet fijn bij voel. Ik weet niet eens hoe dat ding werkt… Ondertussen heeft Mark vanuit het vliegtuig – hij staat nog aan de grond - naar de huisbaas gebeld dat er beveiliging moet zijn die avond. Mark biedt mij aan om eventueel niet naar Parijs te vliegen. Natuurlijk gaat hij wel en dus staat een half uur later Daniel aan de deur. Hij zal in het huisje naast de poort slapen en een rondje maken door de buurt. Kort daarna voegt ook de huisbaas zich bij ons. Ik zie de buren thuis komen en de lichten gaan branden in hun huiskamers. Onze huisbaas weet toevallig dat de tuinman van onze buren in de ochtend als tuinman werkt en in de middag als politieman. Zou hij aan de deur hebben gestaan, met zijn collega? Daniel herinnert zich nu dat hij die bewuste tuinman gezien heeft in bedrijfskleding. Ik voel me al veel beter. De verdachte is dus geen binnen geslopen onbekende. Natuurlijk rest de vraag waarom hij in godsnaam in onze tuin stond en onze dochter gebaarde de deur te openen. Ik word die nacht wakker met knallende hoofdpijn en neem een pijnstiller en maak het voornemen om zelf de volgende dag op onderzoek uit te gaan. De muchacha van de buren overtuigt me dat hun tuinman écht niet op zaterdagmiddag langs is geweest. Dat maakt me weer onzeker. Ik licht de huisbaas hierover in en vraag hem om te checken of er überhaupt een politieauto in onze wijk is geweest. Laat in de avond, ondertussen drie dagen verder, antwoordt hij mij dat er inderdaad een politieauto de wijk in is gereden met twee échte politiemannen erin. Ze waren verdwaald, op zoek naar nummer 25 …
Inden, onze middelste dochter, is geboren in Massachusetts en heeft daarom een Amerikaans én een Nederlands paspoort. Van het verlengen van haar Amerikaanse paspoort die in de maand december verloopt maken we altijd een feestje. Dat is steevast een dagje Amsterdam (of meer) omdat het altijd in de Kerstvakantie gepland kan worden. Het bezoek aan de Amerikaanse ambassade, gelegen aan het Museumplein, is altijd weer indrukwekkend met alle veiligheidsprotocollen. En op die dag worden we er tastbaar mee geconfronteerd dat Inden een Amerikaanse is. En die dag komt maar één maal in de vijf jaar voor, voldoende om het speciaal te laten zijn. Deze keer is Inden’s Nederlandse paspoort echter verlopen en dat is hier in México ook heel speciaal…. Ik kom er echter achter dat er tegenwoordig op Schiphol een balie is van de gemeente Haarlemmermeer waar Nederlanders in het buitenland hun reisdocumenten in orde kunnen maken. Wij zijn in juni een weekje in Nederland, dus dat lijkt me uiterst gemakkelijk. Dat lijkt me in ieder geval makkelijker dan twee bezoeken op doordeweekse dagen aan Mexico Stad om alles te regelen op de Nederlandse ambassade. Ik bezoek de website van de gemeente Haarlemmermeer en het ziet er allemaal duidelijk en eenduidig uit. Ik begin dus met het invullen van de gegevens van onze dochter om een afspraakje te maken. En dan bemerk ik dat ik steeds dieper weg zak in het moeras van de overheidsregeltjes. Inden is geen standaard kind (dat is ze zéker niet, ieder kind is uniek) maar op papier is Inden dat eveneens niet. Ga maar na. Geboren in Massachusetts heeft ze een Amerikaanse nationaliteit en paspoort, maar geboren uit Nederlandse ouders heeft ze ook een Nederlandse nationaliteit. Ze is woonachtig in México en heeft daar een verblijfsvergunning. Al die documenten die hiervoor als bewijs moeten dienen moet ik opzoeken, de nummers invullen op de website, de formulieren scannen en als bijlagen toevoegen. Was ik écht zo naïef dat ik dacht even snel een afspraakje te kunnen maken? Ik krijg steeds langere lijstjes te zien met documenten die ik moet overhandigen op de gemeentebalie op Schiphol. Ik dacht dat México het toppunt was van bureaucratie, maar ik heb eigenhandig ontdekt dat Nederland México met gemak verslaat. Ik heb Inden’s Amerikaanse geboortebewijs nodig met een apostille van een notaris uit Massachusetts. Die heb ik gelukkig nog van een jaar geleden, voor de inschrijving van haar school. Maar helaas… zij willen er één die minder dan zes maanden oud is. Ze willen, omdat Inden minderjarig is, onze originele huwelijksakte die niet ouder is dan zes maanden. Maar ‘let op’ staat erbij, trouwboekjes worden niet geaccepteerd. Hoe kom ik dan aan zo’n recente huwelijksakte, hier in México? Schriftelijke toestemmingen van beiden ouders moeten erbij, want Mark is er niet bij straks op Schiphol. En daarom van Mark een kopietje van zijn paspoort erbij, maar natuurlijk wel met een legale stempel erop van een belangrijke meneer hier in Puebla. Natuurlijk willen ze Inden’s Mexicaanse verblijfsvergunning zien, maar dan wel met de huidige woonplaats erop vermeld en die staat er natuurlijk niet op! Mijn broek is ondertussen al afgezakt. Ik zat even rustig op bed dit op een kleine computer te regelen, maar ondertussen heb ik het hele huis al door gerend op zoek naar officiële documenten, de scanner, de printer, een USB-stickje, etc. Van even rustig een afspraakje aanvragen op het gemeentekantoor is geen sprake meer. Ik ben geïrriteerd, ontsteld en met stomheid geslagen. Maar na een kleine week krijg ik een bericht uit Nederland. De bijgevoegde gescande documenten zijn goedgekeurd!
zaterdag 29 maart 2014
Zenuwachtig
Don't try to be what you're not. If you're nervous, be nervous. If you're shy, be shy. It's cute.
- Adriana Lima
Zenuwachtig word ik ervan. Hoe meer ik rond kijk op internet hoe nerveuzer ik word… Ik ben afgelopen week mijn reisbureautje gestart. Dat is niet de eerste keer hoor. Ik heb eens een complete rondreis van vijf weken met tenten en Landrover door drie landen in Afrika georganiseerd, later nog eens zo’n lange rondreis maar dan met openbaar vervoer door Perú en Bolivia. Vorig jaar hebben we zelfstandig een rondreis door México, Guatemala en Belize gemaakt. En nu ga ik voor de vierde maal deze uitdaging aan. Drie volle weken door maar één land (een eiland eigenlijk), maar verschrikkelijk avontuurlijk! Ik heb al wat basiselementen geregeld zoals de vliegtickets en de huurauto. Laatste schijn je namelijk ruim 3 á vier maanden vooraf te moeten doen. Maar de verplichte verblijfsvisa heb ik bijvoorbeeld nog helemaal niet geregeld. Het is maar drie uurtjes vliegen vanaf México, een uur tijdsverschil, maar we gaan een heel andere wereld in. We gaan terug in de tijd. En dan bedoel ik een grote stap terug wat betreft betaalmiddelen en internet. Er is nauwelijks tot geen internet in Cuba. Geen blog, geen boekingen tijdens de reis. Er zijn internet staatskantoren in bijna elke plaats, dus met wat geduld kun je wel online komen. Daarnaast zijn er een aantal hotels en casa’s waar een openbare computer staat waar je gebruik van kunt maken. Mits de computer werkt. En de internetverbinding. En de stroom natuurlijk… En je website niet geblokkeerd is. In Cuba mag je alleen met Cubaans geld betalen dat overigens niet buiten Cuba verkrijgbaar is. Alles wat financieel aan Amerika gelinkt is mag je niet gebruiken. Geen contante dollars, maar ook geen creditcard van een bank die aan een Amerikaanse bank gelieerd is zoals onze bank. Geen Mastercard en sowieso geen doodnormale bankpasjes. Dáár word ik dus zenuwachtig van. Er wordt geadviseerd euro’s mee te nemen, Mexicaanse peso’s zijn niks waard daar. Wat een uitdaging voor ons als Nederlanders in México! Het allerhandigst is dus uiteindelijk een pak onbeschadigde eurobiljetten mee te nemen. Dat heeft twee nadelen: we hebben geen euro’s hier en kans op diefstal. Nu ga ik met de meiden nog een weekje naar Breda dus zal ik me daar ter voorbereiding maar bevoorraden met schone eurobiljetten. En zo zit ik uren onderzoek te doen om alleen maar de basiselementen te regelen van deze rondreis. Het allerleukste is natuurlijk de meest gave plekken en eilandjes te ontdekken met de meest geweldige slaapplaatsen erbij. Niet in van die grote resorts van de staat, nee bij de Cubanen thuis. Maar dat is een volgende fase van de reisplanning.
Talavera is een soort van majolica aardewerk. Dat betekent een grof en bros soort keramiek, bestaande uit gebrande klei, dat zich onderscheidt door een melkachtig wit glazuur. Authentiek Talavera aardewerk komt alleen van onze stad Puebla en de nabijgelegen dorpen Atlixco en Cholula. Dat is vanwege de kwaliteit van de natuurlijke klei dat hier gevonden wordt en de traditie van de productie. Die traditie dateert reeds uit de 16e eeuw. Veel van dit aardewerk werd versierd in alleen blauw, maar ook kleuren zoals geel, zwart, groen, oranje en paars werden gebruikt. Majolica aardewerk werd in de koloniale periode naar México gebracht door de Spanjaarden. De productie van deze mooie keramiek werd sterk ontwikkeld in Puebla vanwege de fijne klei en de vraag naar tegels voor de nieuw opgerichte kerken en kloosters in dit gebied. Formeel werd de traditie die hier ontwikkelde Talavera Poblana genoemd om het te onderscheiden van de gelijknamige Talavera aardewerk van Spanje. Waar ik overigens een taartservies van heb als afscheidscadeau gekregen van mijn vriendinnen toen we vertrokken uit Spanje. De traditie heeft flink moeten worstelen voor zijn bestaan sinds de Mexicaanse Onafhankelijkheidsoorlog in het begin van de 19e eeuw. Toen waren het aantal werkplaatsen gereduceerd tot minder dan acht in de gehele staat Puebla. Door latere pogingen van kunstenaars en verzamelaars herleefde het enigszins in de vorige eeuw. Talavera keramiek wordt meestal gebruikt om borden, kommen, kruiken, bloempotten, wastafels of religieuze voorwerpen te maken. En aanzienlijk vaak voor het gebruik van keramische tegeltjes, die worden gebruikt om zowel binnen als buiten gebouwen te versieren, vooral in onze stad. Veel van de gevels in het historische centrum van Puebla, zoals ons prachtige postkantoor, zijn versierd met deze tegels. Ze worden azulejos genoemd. Dit gebruik van azulejos getuigt van de familie of de rijkdom van de kerk, te vinden op fonteinen, patio's, de gevels van huizen, kerken en andere gebouwen. Tegenwoordig kun je prachtige serviezen kopen van deze stijl en als je de originele versie koopt, met een stempel van de maker en een certificaat erbij, betaal je een hoge prijs. Natuurlijk kun je hier in de buurt ook de illegale versie kopen. Mark en ik vonden bij toeval een winkeltje waar we de scherpste prijs gevonden hebben. Voor mijn vriendinnen van de Expat Club is het een sport om de goedkoopste winkel te vinden. En Mark en ik hebben deze gevonden. Waarom? Omdat ik heel graag een ontbijtservies van Talavera voor mijn verjaardag wilde hebben. We hebben er samen een dagje van gemaakt en hebben uiteindelijk in een dorp verderop bij een vaag winkeltje zonder muren en onder een golfplaten dak wat serviesgoed van de stoffige planken gevist. Door goed te zoeken zijn we geslaagd voor een compleet ontbijtservies! Natuurlijk kon ik het niet laten om onze verovering (voor maar één derde van de prijs!) te app’en naar mijn vriendinnen. Wild enthousiast geworden neem ik ze deze week mee naar het slonzige winkeltje. Wat zullen we met open armen verwelkomd worden!
- Adriana Lima
Zenuwachtig word ik ervan. Hoe meer ik rond kijk op internet hoe nerveuzer ik word… Ik ben afgelopen week mijn reisbureautje gestart. Dat is niet de eerste keer hoor. Ik heb eens een complete rondreis van vijf weken met tenten en Landrover door drie landen in Afrika georganiseerd, later nog eens zo’n lange rondreis maar dan met openbaar vervoer door Perú en Bolivia. Vorig jaar hebben we zelfstandig een rondreis door México, Guatemala en Belize gemaakt. En nu ga ik voor de vierde maal deze uitdaging aan. Drie volle weken door maar één land (een eiland eigenlijk), maar verschrikkelijk avontuurlijk! Ik heb al wat basiselementen geregeld zoals de vliegtickets en de huurauto. Laatste schijn je namelijk ruim 3 á vier maanden vooraf te moeten doen. Maar de verplichte verblijfsvisa heb ik bijvoorbeeld nog helemaal niet geregeld. Het is maar drie uurtjes vliegen vanaf México, een uur tijdsverschil, maar we gaan een heel andere wereld in. We gaan terug in de tijd. En dan bedoel ik een grote stap terug wat betreft betaalmiddelen en internet. Er is nauwelijks tot geen internet in Cuba. Geen blog, geen boekingen tijdens de reis. Er zijn internet staatskantoren in bijna elke plaats, dus met wat geduld kun je wel online komen. Daarnaast zijn er een aantal hotels en casa’s waar een openbare computer staat waar je gebruik van kunt maken. Mits de computer werkt. En de internetverbinding. En de stroom natuurlijk… En je website niet geblokkeerd is. In Cuba mag je alleen met Cubaans geld betalen dat overigens niet buiten Cuba verkrijgbaar is. Alles wat financieel aan Amerika gelinkt is mag je niet gebruiken. Geen contante dollars, maar ook geen creditcard van een bank die aan een Amerikaanse bank gelieerd is zoals onze bank. Geen Mastercard en sowieso geen doodnormale bankpasjes. Dáár word ik dus zenuwachtig van. Er wordt geadviseerd euro’s mee te nemen, Mexicaanse peso’s zijn niks waard daar. Wat een uitdaging voor ons als Nederlanders in México! Het allerhandigst is dus uiteindelijk een pak onbeschadigde eurobiljetten mee te nemen. Dat heeft twee nadelen: we hebben geen euro’s hier en kans op diefstal. Nu ga ik met de meiden nog een weekje naar Breda dus zal ik me daar ter voorbereiding maar bevoorraden met schone eurobiljetten. En zo zit ik uren onderzoek te doen om alleen maar de basiselementen te regelen van deze rondreis. Het allerleukste is natuurlijk de meest gave plekken en eilandjes te ontdekken met de meest geweldige slaapplaatsen erbij. Niet in van die grote resorts van de staat, nee bij de Cubanen thuis. Maar dat is een volgende fase van de reisplanning.
Talavera is een soort van majolica aardewerk. Dat betekent een grof en bros soort keramiek, bestaande uit gebrande klei, dat zich onderscheidt door een melkachtig wit glazuur. Authentiek Talavera aardewerk komt alleen van onze stad Puebla en de nabijgelegen dorpen Atlixco en Cholula. Dat is vanwege de kwaliteit van de natuurlijke klei dat hier gevonden wordt en de traditie van de productie. Die traditie dateert reeds uit de 16e eeuw. Veel van dit aardewerk werd versierd in alleen blauw, maar ook kleuren zoals geel, zwart, groen, oranje en paars werden gebruikt. Majolica aardewerk werd in de koloniale periode naar México gebracht door de Spanjaarden. De productie van deze mooie keramiek werd sterk ontwikkeld in Puebla vanwege de fijne klei en de vraag naar tegels voor de nieuw opgerichte kerken en kloosters in dit gebied. Formeel werd de traditie die hier ontwikkelde Talavera Poblana genoemd om het te onderscheiden van de gelijknamige Talavera aardewerk van Spanje. Waar ik overigens een taartservies van heb als afscheidscadeau gekregen van mijn vriendinnen toen we vertrokken uit Spanje. De traditie heeft flink moeten worstelen voor zijn bestaan sinds de Mexicaanse Onafhankelijkheidsoorlog in het begin van de 19e eeuw. Toen waren het aantal werkplaatsen gereduceerd tot minder dan acht in de gehele staat Puebla. Door latere pogingen van kunstenaars en verzamelaars herleefde het enigszins in de vorige eeuw. Talavera keramiek wordt meestal gebruikt om borden, kommen, kruiken, bloempotten, wastafels of religieuze voorwerpen te maken. En aanzienlijk vaak voor het gebruik van keramische tegeltjes, die worden gebruikt om zowel binnen als buiten gebouwen te versieren, vooral in onze stad. Veel van de gevels in het historische centrum van Puebla, zoals ons prachtige postkantoor, zijn versierd met deze tegels. Ze worden azulejos genoemd. Dit gebruik van azulejos getuigt van de familie of de rijkdom van de kerk, te vinden op fonteinen, patio's, de gevels van huizen, kerken en andere gebouwen. Tegenwoordig kun je prachtige serviezen kopen van deze stijl en als je de originele versie koopt, met een stempel van de maker en een certificaat erbij, betaal je een hoge prijs. Natuurlijk kun je hier in de buurt ook de illegale versie kopen. Mark en ik vonden bij toeval een winkeltje waar we de scherpste prijs gevonden hebben. Voor mijn vriendinnen van de Expat Club is het een sport om de goedkoopste winkel te vinden. En Mark en ik hebben deze gevonden. Waarom? Omdat ik heel graag een ontbijtservies van Talavera voor mijn verjaardag wilde hebben. We hebben er samen een dagje van gemaakt en hebben uiteindelijk in een dorp verderop bij een vaag winkeltje zonder muren en onder een golfplaten dak wat serviesgoed van de stoffige planken gevist. Door goed te zoeken zijn we geslaagd voor een compleet ontbijtservies! Natuurlijk kon ik het niet laten om onze verovering (voor maar één derde van de prijs!) te app’en naar mijn vriendinnen. Wild enthousiast geworden neem ik ze deze week mee naar het slonzige winkeltje. Wat zullen we met open armen verwelkomd worden!
zaterdag 22 maart 2014
Steamy hot Acapulco!
I'm not trying to be sexy. It's just my way of expressing myself when I move around.
- Elvis Presley
We bescheuren het van het lachen. We komen niet meer bij! We gillen, joelen en lachen. We staan op een balustrade van ons hotel en onder ons is het witte strand van Acapulco. De koperen zon gaat bijna onder in de Stille Oceaan en er schalt luide salsamuziek uit de boxen. Straks zal de volle maan tevoorschijn komen. Pal onder ons is een podiumpje met daarop een paar strakke Cubanen met mooie lijven. Ze dansen de salsa heel sexy en sensueel met ontblote bovenlichamen. Voor het podium staan zo'n honderd mannen en vrouwen in hun bikini of zwembroek mee te dansen. Dik of dun, jong of oud, iedereen danst mee. Geweldig! Dit is Acapulco op z'n best! Wij staan er met onze vrienden uit Puebla naar te kijken en verbazen ons over het schaamteloos sexy dansen. Bijna naakt, dicht tegen elkaar aan en dat terwijl ze elkaar niet of nauwelijks kennen. Adrian, twaalfjarige zoon van onze vrienden, biedt ons aan om ook mee te dansen, weliswaar voor tien peso's, maar toch. En daar staat hij in z'n uppie, in z'n zwembroek, mee te swingen achteraan in de menigte. Hij doet echt z'n best en wij joelen naar hem vanaf de balustrade. Hij gaat helemaal los door ons enthousiasme. Maakt pasjes en gooit z'n armen in de lucht. Kort voor zijn verschijning op het strand ging er een waterslang door de menigte. Iedereen werd nat gespoten. Natte, schaars geklede, gebronsde lichamen die vurig tegen elkaar aan dansen. Meiden die het podium op stappen om met de lenige Cubanen te dansen en te flirten. Love is in the air. Alle toeschouwers fluiten, joelen of klappen. Dit is Acapulco en we genieten intens.
Een spontaan weekend Acapulco. Na een autorit op de vroege zaterdagochtend door prachtige gebergten, langs diepe ravijnen en over goede snelwegen zijn we rond het middaguur in ons chique strandhotel. We kiezen meteen strandbedjes uit en iedereen gaat z'n gang: zonnen, lezen, de zee of één van de zwembaden van het hotel. Als ik naar het strand loop struikel ik bijna over danspaartjes die les krijgen in de Dominicaanse merengue, gewoon op het strand. In badkleding gehuld bewegen hun heupen soepel tegen elkaar aan. We lunchen wat later pal aan zee en genieten van de ambiance van ons hotel. (zie ons fotoalbum) De zwembaden, Spaanstalige tropische muziek uit de boxen, de in de wind wiegende palmen, de bediening en het uitzicht op de levendige baai van Acapulco met jet ski's, jachten, waterski's en bananen achter motorbootjes. In het licht van de volle maan en vele kaarsen wordt er die avond een romantisch trouwfeest gegeven op het strand. De volgende dag hetzelfde menu voor ons. We doen deze dag echter óók mee aan een volleybaltoernooi op het strand. Het zand wordt natgespoten anders verbranden onze voetjes. We maken geen schijn van kans; Matthias, ik en vier van onze kinderen. Maar de kinderen genieten volop en volgens mij hebben wij ergens ook nog een verdwaald puntje gescoord. 's Avonds lekker verse vis eten buiten de deur en als de kinderen eenmaal in bed liggen doen we nog even kort mee aan het bruisende nachtleven van Acapulco.
Acapulco, 17 maart 2014
- Elvis Presley
We bescheuren het van het lachen. We komen niet meer bij! We gillen, joelen en lachen. We staan op een balustrade van ons hotel en onder ons is het witte strand van Acapulco. De koperen zon gaat bijna onder in de Stille Oceaan en er schalt luide salsamuziek uit de boxen. Straks zal de volle maan tevoorschijn komen. Pal onder ons is een podiumpje met daarop een paar strakke Cubanen met mooie lijven. Ze dansen de salsa heel sexy en sensueel met ontblote bovenlichamen. Voor het podium staan zo'n honderd mannen en vrouwen in hun bikini of zwembroek mee te dansen. Dik of dun, jong of oud, iedereen danst mee. Geweldig! Dit is Acapulco op z'n best! Wij staan er met onze vrienden uit Puebla naar te kijken en verbazen ons over het schaamteloos sexy dansen. Bijna naakt, dicht tegen elkaar aan en dat terwijl ze elkaar niet of nauwelijks kennen. Adrian, twaalfjarige zoon van onze vrienden, biedt ons aan om ook mee te dansen, weliswaar voor tien peso's, maar toch. En daar staat hij in z'n uppie, in z'n zwembroek, mee te swingen achteraan in de menigte. Hij doet echt z'n best en wij joelen naar hem vanaf de balustrade. Hij gaat helemaal los door ons enthousiasme. Maakt pasjes en gooit z'n armen in de lucht. Kort voor zijn verschijning op het strand ging er een waterslang door de menigte. Iedereen werd nat gespoten. Natte, schaars geklede, gebronsde lichamen die vurig tegen elkaar aan dansen. Meiden die het podium op stappen om met de lenige Cubanen te dansen en te flirten. Love is in the air. Alle toeschouwers fluiten, joelen of klappen. Dit is Acapulco en we genieten intens.
Een spontaan weekend Acapulco. Na een autorit op de vroege zaterdagochtend door prachtige gebergten, langs diepe ravijnen en over goede snelwegen zijn we rond het middaguur in ons chique strandhotel. We kiezen meteen strandbedjes uit en iedereen gaat z'n gang: zonnen, lezen, de zee of één van de zwembaden van het hotel. Als ik naar het strand loop struikel ik bijna over danspaartjes die les krijgen in de Dominicaanse merengue, gewoon op het strand. In badkleding gehuld bewegen hun heupen soepel tegen elkaar aan. We lunchen wat later pal aan zee en genieten van de ambiance van ons hotel. (zie ons fotoalbum) De zwembaden, Spaanstalige tropische muziek uit de boxen, de in de wind wiegende palmen, de bediening en het uitzicht op de levendige baai van Acapulco met jet ski's, jachten, waterski's en bananen achter motorbootjes. In het licht van de volle maan en vele kaarsen wordt er die avond een romantisch trouwfeest gegeven op het strand. De volgende dag hetzelfde menu voor ons. We doen deze dag echter óók mee aan een volleybaltoernooi op het strand. Het zand wordt natgespoten anders verbranden onze voetjes. We maken geen schijn van kans; Matthias, ik en vier van onze kinderen. Maar de kinderen genieten volop en volgens mij hebben wij ergens ook nog een verdwaald puntje gescoord. 's Avonds lekker verse vis eten buiten de deur en als de kinderen eenmaal in bed liggen doen we nog even kort mee aan het bruisende nachtleven van Acapulco.
Acapulco, 17 maart 2014
Abonneren op:
Posts (Atom)