Zo je hart is, is je leven…
- Nag Hammadigeschriften
Een boer, Muhammad Ali geheten, wonend in Nag Hammadi, in Egypte, was in 1945 bezig de vruchtbare aarde van een oud kerkhof in grote manden te laden met de bedoeling die daarna over zijn eigen akker uit te gaan strooien. Het oude kerkhof - dat allang niet meer in gebruik was - lag in de buurt van een ruïne dat van een klooster geweest is uit de eerste eeuwen na Christus. Tijdens zijn graafwerkzaamheden stuitte de boer plotseling op een grote aarden kruik. Hij vroeg zich af wat zich daarin zou kunnen bevinden. Muhammad vertelde dertig jaar later aan een hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht zijn verhaal:
“In december 1945 heb ik de kruik gevonden bij de berg Hamra Dun. Rond zes uur 's morgens, toen ik aan het werk ging, vond ik deze kruik. En nadat ik hem gevonden had, kreeg ik het gevoel dat er wat in zat. Dus bewaarde ik de pot en omdat het die ochtend koud was besloot ik hem achter te laten en later weer op te halen om te kijken wat erin zat. In feite ben ik diezelfde dag nog teruggegaan, en ik sloeg de kruik stuk. Maar eerst was ik een beetje bang, omdat er wel eens wat in zou kunnen zitten - een djinn, een boze geest. Ik was alleen toen ik de kruik stuk sloeg. Ik wilde wel dat mijn vrienden erbij zouden zijn. Nadat ik hem stukgeslagen had, ontdekte ik dat er boeken in zaten. Ik besloot mijn vrienden op te halen om het hun te vertellen. Wij waren met z'n zevenen en we beseften meteen dat dit iets te maken had met de christenen. En wij zeiden dat wij er eigenlijk totaal niets aan hadden - voor ons was het gewoon waardeloos. Dus heb ik het hier naar een geestelijk leider gebracht en deze zei dat wij er werkelijk niets mee konden doen. Voor ons was het gewoon rommel. Dus heb ik het mee naar huis genomen. Sommige boeken zijn verbrand en ik heb geprobeerd er een paar van te verkopen.” Muhammad verdeelde later de boeken onder zijn vrienden. Ze ontdekten al snel dat er handel in die boeken zat. Eén voor één verschenen ze op de zwarte markt van Egyptische antiquiteiten en langzaam druppelden ze de westerse wereld binnen. Het citaat boven dit blog komt uit de kruik van Muhammad Ali. Het betekent eigenlijk dat het leven op heel veel manieren en vanuit heel veel overtuigingen en gezichtspunten is in te vullen. Je kunt leven voor je portemonnee, je carrière, je gezin, je kinderen, je status, noem maar op. Het gaat om keuzes en het aantal keuzes is duizelingwekkend. Toch is het niet zo moeilijk je weg er in te vinden. Je kunt je hart volgen, voelen wat je zelf wilt. Het is tenslotte jouw leven.
We staan om twee uur op het schoolplein op een doordeweekse middag en Maren heeft een verjaardagsfeestje. We zijn geloof ik de enige die uitgenodigd zijn, alhoewel je eigenlijk niet echt van een uitnodiging kunt spreken. De moeder van de jarige job stuurde twee avonden ervoor een WhatsApp berichtje met de vraag of Maren uit school wilde komen eten, bowlen én schaatsen. En of ik de telefoonnummers had van nog vier vriendinnetjes uit de klas. Moeder Issa staat deze middag echter zelf niet op het plein, alleen haar chauffeur staat er bedremmeld bij met een aangesneden taart in zijn handen. Maren’s vriendinnetje, niet de jarige job, komt naar me toe gerend: “Heeft Maren een uitnodiging ontvangen? Mijn moeder weet van niets!”. De muchacha van dit meisje kijkt me vragend aan. Ze weet niet wat ze moet doen. Uiteindelijk gaat Ale ook mee en ik beloof een mail te zullen schrijven aan Ale’s moeder met alle details die ik weet van dit feestje. Ik had de moeder van het feestvarken alvast een bericht gestuurd dat ik Maren vroeg kwam halen van de schaatsbaan, want Maren’s zussen hadden Taekwondo les. Onze stad ligt op het ogenblik helemaal overhoop. Alle grote straten krijgen beton in plaats van uit elkaar gevallen asfalt en daarom zijn veel straten gesloten. Dit is niet helemaal overzichtelijk gepland en je wordt ook niet vooraf gewaarschuwd dat de straat gesloten zal zijn. Elke ochtend is voor mij een verrassing welke straten naar het centrum gesloten zijn en welke alternatieve route ik zal verzinnen om de meiden op tijd naar school te brengen. De ijsbaan ligt ook in het centrum en omdat ik behoorlijk strak in de tijd zit rijd ik extra vroeg de verkeerschaos in. Als ik bijna bij de ijsbaan ben word ik gebeld door de moeder van Ale. Ze zijn niet naar de afgesproken ijsbaan, maar naar een andere… Ik baal als een stekker en verander mijn strategie. Helaas is die weg afgesloten en uiteindelijk beland ik via een sluiproute bij de ijsbaan. Ik parkeer mijn auto en krijg uiteindelijk moeder Issa aan de telefoon. “Waar ben je?” vraag ik haar geïrriteerd en “Waarom heb je me niet geïnformeerd over de wijziging?”. Binnen een paar minuten sta ik naast de schaatsbaan en kijkt Maren me zwáár teleurgesteld aan: “Ik heb net vijf minuten mijn schaatsen aan! En we hebben ook al niet gebowld!” Ik vind het heel zielig voor Maren die zich erg op het feestje verheugd had. Ik kom er snel achter waarom ze niet gebowld hebben en waarom ze pas nét op de ijsbaan staan. Ze hebben de hele middag in het restaurant gewacht op de vader van de jarige job en nog een vriendinnetje en toen bleek de ijsbaan nog gesloten en tijd om te bowlen was er al niet meer…. Moeder Issa vraagt me of Maren niet langer kan blijven om te schaatsen. Het is dan al bijna zeven uur. Maren’s zussen moeten naar les, Maren heeft eigenlijk huiswerk, we moeten nog avondeten en het is bovendien bijna haar bedtijd. Ik ben verontwaardigd. Ik heb moeder Issa nota bene ingelicht dat ik vroeg zou komen omdat ik meer verplichtingen heb. Luistert ze niet naar mij? Dit feestje is een afknapper zonder uitnodigingen, zonder moeder op het plein, zonder beloftes na te komen en met vooral grote teleurstellingen. En nu wil ze van mij de boeman maken omdat Maren niet kan blijven schaatsen? Ik ben verbijsterd. Ik zit op weg naar huis midden in de verschrikkelijke verkeerschaos nog na te pruttelen tegen Maren hoe slecht dit allemaal geregeld was. Mark heeft gelukkig Maren’s zussen ondertussen afgezet bij Taekwondo. Als ik Maren een uurtje later naar bed breng zegt ze: “Die moeder dronk wel veel… Ze had wel drie glazen van dat rode spul op dat je in zo’n wijnglas doet.” Ik zeg dat dát niet zo erg is, want ze heeft tenslotte een chauffeur. Maar dan zegt Maren verbaasd: “Maar ze zat zélf achter het stuur!”
donderdag 1 mei 2014
woensdag 23 april 2014
Hoog, hoger, hoogste golven
The world is a book and those who do not travel read only one page.
- Saint Augustine
Op de middag dat we in onze cabaña aankomen kleden de meiden zich in een mum van tijd om in hun bikini´s en rennen naar de turkooizen zee. Ik roep Anthe nog na om op Maren te letten met de sterke stroming. De Stille Oceaan heeft enorm hoge golven op dit strand en zonder zich om ons te bekommeren duiken ze in de golven. Als ik even later ook het strand op loop zie ik ze veel te diep in zee naar mijn zin. Ik gebaar met mijn armen naar ze, maar ze kijken natuurlijk niet. Andere mensen zien mij kennelijk wél wild zwaaien en twee mannen komen van iedere kant naar me toe rennen. Ondertussen komt Inden terug zwemmen en roept naar haar zussen dat ze er uit moeten. De onderstroom is echter zó sterk dat Maren flink moet zwemmen. Ze heeft er moeite mee. De beiden jongemannen gaan het water in en één reikt Maren uiteindelijk de hand. Heel erg fijn. De gebruinde surfboy legt me uit dat de onderstroom tussen de witte bruisende golven het gevaarlijkst is. Het lijkt heel rustig water, maar het sleurt je terug de zee in. Maren moet eenmaal bijgekomen van de schrik tóch even huilen... Ze moest flink stevig zwemmen, zei ze, en kreeg pijn in haar zij. Ze is een echte waterrat, helemaal geen watje. De andere keren mogen de meiden niet meer alleen zwemmen. Mark gaat mee. Maren houdt alle keren zijn hand stevig vast. (zie ons fotoalbum) Een paar dagen later heeft de strandwacht onverwachts rode vlaggen op het strand gezet. We gaan zwemmen bij de enige gele vlag op het strand, maar we worden er toch uit gefloten door de strandwacht. Hij stuurt ons naar de kleine baai naast de onze. Er staat daar ook een rode vlag te wapperen, maar er zijn mensen die in de metershoge golven aan het zwemmen zijn. We kijken het aan en wagen het er op. Inden, Maren, Mark en ik duiken de zee in zodra de golf zich terug trekt. We hebben grote lol en laten ons meters omhoog tillen op de kop van de golf. Er staan best wat mensen te kijken op het strand. Als de golf wat eerder breekt en we mee getrokken worden in het witte schuim en er meteen nog een flinke golf van een paar meter hoog achteraan komt rollen zoek ik Maren in het witte kolkende schuim. Ze was als een wiel meerdere keertjes rond gedraaid. Ik zie aan haar gezicht dat ze dit niet leuk vond en ik grijp haar hand en ren met haar door het terugtrekkende water het strand op. Inden en Mark zijn terug gezogen met de onderstroom en drijven weer diep tussen de hoge golven. De golven komen nu sneller en Inden is zo slim om er steeds in te duiken met haar hoofd onder water. Na een bang moment van ademnood ziet Inden haar kans schoon en laat ze zich meesleuren naar het strand en zet het op een rennen. Ook zij staat nu veilig aan wal. Op dit moment zijn er alleen nog stoere surfjongens met hun plank in het water. En Mark, zonder boogieboard. Alle zwemmers en toeschouwers staan aan de kant en ik heb het gevoel dat iedereen Mark volgt. Als een lokaal jongetje zijn surfboard kwijt raakt in een hard klappende golf gaat er een gilletje door de kijkende menigte. Het jongetje zwemt naar het strand en vindt daar zijn plank weer aangespoeld. Mark komt even aan de kant en we zeggen allemaal opgewonden dat het reuze spannend is en dat de golven steeds ruwer worden. En dan besluit Mark weer terug het water in te gaan. Even alleen. Hij duikt in de golven, laat zich mee dragen op een staande golf en geniet. We zijn adrenaline junkies.
Toevallig krijg ik een lijstje onder ogen van de dertig mooiste plekjes op onze wereldbol. Met foto´s. Ik geniet ervan en herken natuurlijk plekjes waar wij ook voetstappen hebben achtergelaten. Onder één van de foto´s staan wat reacties geschreven van Mexicanen. Het is de foto van de witte terrassen in Turkije, Pamukkele. Het blijkt dat wij identieke kalkbaden hebben hier in México. Precies hetzelfde natuurverschijnsel: knal witte terrassen tegen een bergwand aan gelegen en gevuld met het meest heldere bronwater van 25 graden Celsius. Het zijn eigenlijk twee versteende watervallen van mineralen die er duizenden jaren over hebben gedaan om te zijn zoals ze zijn. Een prachtige natuurlijke spa en toevallig niet ver van de stad Oaxaca waar wij op de terugweg overnachten. En dus rijden we op de aller-allerlaatste reisdag niet rechtstreeks naar Puebla, maar rijden we door de bergen naar dit verschrikkelijk afgelegen plekje. Er werd gewaarschuwd dat deze plek alleen met terreinwagens bereikbaar is. De laatste kilometers zijn onverharde weg. We zien boertjes met kromme ruggen met hun koeien of geiten op zoek naar wat groen wat nog over is na de lange droge periode. (zie ons fotoalbum) We zien met gele bloemen versierde kapelletjes voor Pasen. Veel donkerbruine gespierde ossen en oude, gerimpelde omaatjes met hun lange vlechten en keukenschorten om zittend in de schaduw van één van de weinige groene bomen. Als we eenmaal aan komen bij Hierve el Agua zijn we één van de eersten. Omdat het vrijwel het einde is van het droge seizoen staan de kleine baden leeg. Maar desalniettemin is het een zeer fotogenieke plek. Het maagdelijk witte steen met de zachte, lichtgroene kleur van het bronwater steekt prachtig af tegen de ruige achtergrond van de hoge begroeide bergen. Wat een magnifieke plek! (zie ons fotoalbum) De meiden gaan nog even zwemmen in het water, want het is er snikheet. Op de terugweg nemen we per ongeluk een andere route en belanden we op een zanderig, droog en zeer smal bergweggetje. We rijden langzaam langs diepe afgronden en als we een tegenligger tegen komen is het even manoeuvreren om er beiden langs te kunnen. De bestuurder opent zijn raampje en vraagt benauwd of dit de enige weg terug is van Hierve el Agua. Mark vraagt hem of de rit écht zo erg was dan, en als antwoord krijgen we van hem een bevestigende knik.
- Saint Augustine
Op de middag dat we in onze cabaña aankomen kleden de meiden zich in een mum van tijd om in hun bikini´s en rennen naar de turkooizen zee. Ik roep Anthe nog na om op Maren te letten met de sterke stroming. De Stille Oceaan heeft enorm hoge golven op dit strand en zonder zich om ons te bekommeren duiken ze in de golven. Als ik even later ook het strand op loop zie ik ze veel te diep in zee naar mijn zin. Ik gebaar met mijn armen naar ze, maar ze kijken natuurlijk niet. Andere mensen zien mij kennelijk wél wild zwaaien en twee mannen komen van iedere kant naar me toe rennen. Ondertussen komt Inden terug zwemmen en roept naar haar zussen dat ze er uit moeten. De onderstroom is echter zó sterk dat Maren flink moet zwemmen. Ze heeft er moeite mee. De beiden jongemannen gaan het water in en één reikt Maren uiteindelijk de hand. Heel erg fijn. De gebruinde surfboy legt me uit dat de onderstroom tussen de witte bruisende golven het gevaarlijkst is. Het lijkt heel rustig water, maar het sleurt je terug de zee in. Maren moet eenmaal bijgekomen van de schrik tóch even huilen... Ze moest flink stevig zwemmen, zei ze, en kreeg pijn in haar zij. Ze is een echte waterrat, helemaal geen watje. De andere keren mogen de meiden niet meer alleen zwemmen. Mark gaat mee. Maren houdt alle keren zijn hand stevig vast. (zie ons fotoalbum) Een paar dagen later heeft de strandwacht onverwachts rode vlaggen op het strand gezet. We gaan zwemmen bij de enige gele vlag op het strand, maar we worden er toch uit gefloten door de strandwacht. Hij stuurt ons naar de kleine baai naast de onze. Er staat daar ook een rode vlag te wapperen, maar er zijn mensen die in de metershoge golven aan het zwemmen zijn. We kijken het aan en wagen het er op. Inden, Maren, Mark en ik duiken de zee in zodra de golf zich terug trekt. We hebben grote lol en laten ons meters omhoog tillen op de kop van de golf. Er staan best wat mensen te kijken op het strand. Als de golf wat eerder breekt en we mee getrokken worden in het witte schuim en er meteen nog een flinke golf van een paar meter hoog achteraan komt rollen zoek ik Maren in het witte kolkende schuim. Ze was als een wiel meerdere keertjes rond gedraaid. Ik zie aan haar gezicht dat ze dit niet leuk vond en ik grijp haar hand en ren met haar door het terugtrekkende water het strand op. Inden en Mark zijn terug gezogen met de onderstroom en drijven weer diep tussen de hoge golven. De golven komen nu sneller en Inden is zo slim om er steeds in te duiken met haar hoofd onder water. Na een bang moment van ademnood ziet Inden haar kans schoon en laat ze zich meesleuren naar het strand en zet het op een rennen. Ook zij staat nu veilig aan wal. Op dit moment zijn er alleen nog stoere surfjongens met hun plank in het water. En Mark, zonder boogieboard. Alle zwemmers en toeschouwers staan aan de kant en ik heb het gevoel dat iedereen Mark volgt. Als een lokaal jongetje zijn surfboard kwijt raakt in een hard klappende golf gaat er een gilletje door de kijkende menigte. Het jongetje zwemt naar het strand en vindt daar zijn plank weer aangespoeld. Mark komt even aan de kant en we zeggen allemaal opgewonden dat het reuze spannend is en dat de golven steeds ruwer worden. En dan besluit Mark weer terug het water in te gaan. Even alleen. Hij duikt in de golven, laat zich mee dragen op een staande golf en geniet. We zijn adrenaline junkies.
Toevallig krijg ik een lijstje onder ogen van de dertig mooiste plekjes op onze wereldbol. Met foto´s. Ik geniet ervan en herken natuurlijk plekjes waar wij ook voetstappen hebben achtergelaten. Onder één van de foto´s staan wat reacties geschreven van Mexicanen. Het is de foto van de witte terrassen in Turkije, Pamukkele. Het blijkt dat wij identieke kalkbaden hebben hier in México. Precies hetzelfde natuurverschijnsel: knal witte terrassen tegen een bergwand aan gelegen en gevuld met het meest heldere bronwater van 25 graden Celsius. Het zijn eigenlijk twee versteende watervallen van mineralen die er duizenden jaren over hebben gedaan om te zijn zoals ze zijn. Een prachtige natuurlijke spa en toevallig niet ver van de stad Oaxaca waar wij op de terugweg overnachten. En dus rijden we op de aller-allerlaatste reisdag niet rechtstreeks naar Puebla, maar rijden we door de bergen naar dit verschrikkelijk afgelegen plekje. Er werd gewaarschuwd dat deze plek alleen met terreinwagens bereikbaar is. De laatste kilometers zijn onverharde weg. We zien boertjes met kromme ruggen met hun koeien of geiten op zoek naar wat groen wat nog over is na de lange droge periode. (zie ons fotoalbum) We zien met gele bloemen versierde kapelletjes voor Pasen. Veel donkerbruine gespierde ossen en oude, gerimpelde omaatjes met hun lange vlechten en keukenschorten om zittend in de schaduw van één van de weinige groene bomen. Als we eenmaal aan komen bij Hierve el Agua zijn we één van de eersten. Omdat het vrijwel het einde is van het droge seizoen staan de kleine baden leeg. Maar desalniettemin is het een zeer fotogenieke plek. Het maagdelijk witte steen met de zachte, lichtgroene kleur van het bronwater steekt prachtig af tegen de ruige achtergrond van de hoge begroeide bergen. Wat een magnifieke plek! (zie ons fotoalbum) De meiden gaan nog even zwemmen in het water, want het is er snikheet. Op de terugweg nemen we per ongeluk een andere route en belanden we op een zanderig, droog en zeer smal bergweggetje. We rijden langzaam langs diepe afgronden en als we een tegenligger tegen komen is het even manoeuvreren om er beiden langs te kunnen. De bestuurder opent zijn raampje en vraagt benauwd of dit de enige weg terug is van Hierve el Agua. Mark vraagt hem of de rit écht zo erg was dan, en als antwoord krijgen we van hem een bevestigende knik.
donderdag 17 april 2014
Kogelvis
Alles groeit in zijn eigen tempo.
- Lisette Thooft
Iedereen moet zich schrap zetten in het bootje. Maren zit voorop maar moet haar stoel verruilen voor die van Inden. Voor de veiligheid. We moeten allemaal ons life vest aantrekken en Inden en Anthe, die voor in het bootje zitten, moeten zich stevig onder hun stoel vast houden. “Ik word heel zenuwachtig”, zeg ik tegen Mark die achter me zit. Maren zet haar voeten schrap tegen de stoelleuning voor haar, want ze kan niet met haar voeten bij de grond. We varen door twee rotspartijen heen in de turkooizen oceaan met schuimende hoge golven. Recht op het witte strand af. In plaats van snelheid te minderen geeft de kapitein gas, veel gas. We schieten het strand op en dan staan we abrupt stil. De dag ervoor had gids en voormalig visser César ons op het strand uitgenodigd om een boottrip te maken. César beloofde ons een geweldige tocht met pelikanen, roggen, zeeschildpadden en zelfs dolfijnen. En snorkelen is ook inbegrepen. Om acht uur de volgende ochtend staan we op het strand waar de visserbootjes liggen waar net versgevangen vis mee naar binnen gehaald is. De vislucht komt ons tegemoet. Een partij grote goudvissen is de vangst. De vissers zijn échte machomannen. Met veel tamtam duwen ze onze boot van het strand in het water. “Un, dos, tres!” Mark duwt ook mee. Mensen die zo vroeg op het strand wandelen blijven even stil staan. De zee is te ruig, besluit de kapitein. Hij komt ons een baai verder ophalen. We lopen met onze knaloranje life vests een stukje over het strand tot de volgende baai. (zie ons fotoalbum)We varen ver van de kust, de zee is diep en wild. Af en toe vliegt ons bootje de lucht in. Om ons heen zien we zeeschildpadden drijven. Soms maakt een mannetje een vrouwtje het hof met veel gespat met zijn pootjes en soms dobbert er een vogel op de schild van een vriendelijke schildpad. Ook hier worden de zeeschildpadden bedreigd, net als in Belize. Er werd op gejaagd voor het vlees, de huid en de schild. Er wás een markt voor. Nu krijg je tien jaar gevangenisstraf als je gepakt wordt. Er wordt ons gevraagd of we er met één willen zwemmen. Het idee lonkt zeker, maar de zee is heel donker vanwege de diepte, het blijven toch wilde schildpadden (willen ze dat wel?) en als laatste vind ik het niet prettig dat er vele mijlen verder (belooft de kapitein) haaien zwemmen. We laten deze kans voorbij gaan. Een heel stuk verderop gaan we snorkelen in het ondiepe water, maar voordat we daar zijn zwemt er een groep dolfijnen bij ons bootje. Zo´n stuk of tien zwarte dolfijnen tuimelen om ons bootje heen. Schildpadden drijven er ontspannen tussen. Geweldig. We horen dat er zo´n twee weken ervoor ook walvissen voorbij trokken. Nu zijn dat stoeiende zwarte roggen en zelfs een kogelvis, zo één die zich opblaast als hij bang is. Tijdens het snorkelen verliest Maren haar snorkel, ja dat is dus mogelijk. Ik zoek het knalgele ding, maar zie alleen maar duizenden zilveren visjes met grote vaart onder ons door schieten. Dan ziet Inden dat de kapitein hem opgedoken heeft. Gelukkig.
San Agustinillo, het dorp waar we nu zijn, is een erg gemoedelijk klein vergeten dorpje. Het dorp bestaat uit één straatje en daar liggen wat restaurantjes en cabañas aan. Alles pal aan het strand. Het dorpje is moeilijk bereikbaar. En dat is waar we zo van genieten. De stranden zijn leeg. Er zijn geen klaar gezette strandbedjes te vinden. Geen luide muziek. De jongetjes uit het dorp komen elke middag met hun boogieboard de golven trotseren. Er lopen wat venters met hun zelfgebakken empenadas, hangmatten, hippiebroeken of kralenkettingen langs. De baaien hier zijn klein en rustiek: witte stranden afgebakend met rotspartijen. (zie ons fotoalbum) Aan de ene kant ligt achter de rotsen het naaktstrand van Zipolite en aan de andere kant ligt achter de rotsen de lege stranden van natuurreservaat Ventanilla. We zwemmen elke dag in de hoge golven, we lezen, eten en hangen in de hangmatten. Het is volle maan en in het maanlicht lopen we dagelijks over het strand naar ons eettentje. Als Inden op school vertelt aan haar Spaanse juf waar we heen gaan deze Paasdagen roept de juf uit hoe het toch mogelijk is dat wij steeds naar plekjes gaan die de Mexicanen helemaal niet kennen!
San Agustinillo – 16 april 2014
- Lisette Thooft
Iedereen moet zich schrap zetten in het bootje. Maren zit voorop maar moet haar stoel verruilen voor die van Inden. Voor de veiligheid. We moeten allemaal ons life vest aantrekken en Inden en Anthe, die voor in het bootje zitten, moeten zich stevig onder hun stoel vast houden. “Ik word heel zenuwachtig”, zeg ik tegen Mark die achter me zit. Maren zet haar voeten schrap tegen de stoelleuning voor haar, want ze kan niet met haar voeten bij de grond. We varen door twee rotspartijen heen in de turkooizen oceaan met schuimende hoge golven. Recht op het witte strand af. In plaats van snelheid te minderen geeft de kapitein gas, veel gas. We schieten het strand op en dan staan we abrupt stil. De dag ervoor had gids en voormalig visser César ons op het strand uitgenodigd om een boottrip te maken. César beloofde ons een geweldige tocht met pelikanen, roggen, zeeschildpadden en zelfs dolfijnen. En snorkelen is ook inbegrepen. Om acht uur de volgende ochtend staan we op het strand waar de visserbootjes liggen waar net versgevangen vis mee naar binnen gehaald is. De vislucht komt ons tegemoet. Een partij grote goudvissen is de vangst. De vissers zijn échte machomannen. Met veel tamtam duwen ze onze boot van het strand in het water. “Un, dos, tres!” Mark duwt ook mee. Mensen die zo vroeg op het strand wandelen blijven even stil staan. De zee is te ruig, besluit de kapitein. Hij komt ons een baai verder ophalen. We lopen met onze knaloranje life vests een stukje over het strand tot de volgende baai. (zie ons fotoalbum)We varen ver van de kust, de zee is diep en wild. Af en toe vliegt ons bootje de lucht in. Om ons heen zien we zeeschildpadden drijven. Soms maakt een mannetje een vrouwtje het hof met veel gespat met zijn pootjes en soms dobbert er een vogel op de schild van een vriendelijke schildpad. Ook hier worden de zeeschildpadden bedreigd, net als in Belize. Er werd op gejaagd voor het vlees, de huid en de schild. Er wás een markt voor. Nu krijg je tien jaar gevangenisstraf als je gepakt wordt. Er wordt ons gevraagd of we er met één willen zwemmen. Het idee lonkt zeker, maar de zee is heel donker vanwege de diepte, het blijven toch wilde schildpadden (willen ze dat wel?) en als laatste vind ik het niet prettig dat er vele mijlen verder (belooft de kapitein) haaien zwemmen. We laten deze kans voorbij gaan. Een heel stuk verderop gaan we snorkelen in het ondiepe water, maar voordat we daar zijn zwemt er een groep dolfijnen bij ons bootje. Zo´n stuk of tien zwarte dolfijnen tuimelen om ons bootje heen. Schildpadden drijven er ontspannen tussen. Geweldig. We horen dat er zo´n twee weken ervoor ook walvissen voorbij trokken. Nu zijn dat stoeiende zwarte roggen en zelfs een kogelvis, zo één die zich opblaast als hij bang is. Tijdens het snorkelen verliest Maren haar snorkel, ja dat is dus mogelijk. Ik zoek het knalgele ding, maar zie alleen maar duizenden zilveren visjes met grote vaart onder ons door schieten. Dan ziet Inden dat de kapitein hem opgedoken heeft. Gelukkig.
San Agustinillo, het dorp waar we nu zijn, is een erg gemoedelijk klein vergeten dorpje. Het dorp bestaat uit één straatje en daar liggen wat restaurantjes en cabañas aan. Alles pal aan het strand. Het dorpje is moeilijk bereikbaar. En dat is waar we zo van genieten. De stranden zijn leeg. Er zijn geen klaar gezette strandbedjes te vinden. Geen luide muziek. De jongetjes uit het dorp komen elke middag met hun boogieboard de golven trotseren. Er lopen wat venters met hun zelfgebakken empenadas, hangmatten, hippiebroeken of kralenkettingen langs. De baaien hier zijn klein en rustiek: witte stranden afgebakend met rotspartijen. (zie ons fotoalbum) Aan de ene kant ligt achter de rotsen het naaktstrand van Zipolite en aan de andere kant ligt achter de rotsen de lege stranden van natuurreservaat Ventanilla. We zwemmen elke dag in de hoge golven, we lezen, eten en hangen in de hangmatten. Het is volle maan en in het maanlicht lopen we dagelijks over het strand naar ons eettentje. Als Inden op school vertelt aan haar Spaanse juf waar we heen gaan deze Paasdagen roept de juf uit hoe het toch mogelijk is dat wij steeds naar plekjes gaan die de Mexicanen helemaal niet kennen!
San Agustinillo – 16 april 2014
zaterdag 12 april 2014
Pareltjes
Breng mij naar bloeiende weiden, doe mij liggen aan een vlietend water dat mijn ziel op adem komt.
- Huub Oosterhuis
Met z’n tweetjes rijden Mark en ik door het Mexicaanse natuurschoon buiten onze stad, een rit van zo’n twee uur. De natuur is een ideale manier om je ziel op adem te laten komen. Op onverklaarbare manier heeft de natuur iets verkwikkends en rustgevends tegelijk. Het licht is zo mooi hier in de glooiende bergen. Overal de typische agave planten. Stukken pijnbomenbos. We passeren kleine dorpjes waar de tijd heeft stil gestaan. De was hangt te wapperen buiten hun armoedige huisjes. Zwerfhonden lopen te slenteren met hun neus over de stoffige, aarderode grond op zoek naar iets te eten. Gepensioneerde mannetjes met een cowboyhoed op zitten samen in de greppel langs de weg. Ze kijken iedereen geamuseerd na. In hun hand een koud Corona biertje en een sprankel in hun ogen. Geen stress valt hier waar te nemen, alleen rust. Hoe verder we rijden hoe verder we van de bewoonde wereld af komen. Ook dit is de staat Puebla. Oude boerenschuren zien we van bij elkaar geschraapt hout in elkaar gezet. De rode geraniums in oude verfemmers en blikken voor het huis geplaatst als decoratie. Wapperende brocante gordijntjes achter de open ramen. Brandhout netjes opgestapeld naast het huis. In de vervallen stal staan wat kalfjes, schapen of geiten. Van de buitenkant lijkt het een zorgeloos boerenbestaan. Ik stel me voor hier elke morgen wakker te worden met uitzicht op de bergen als je je gordijnen opent. Elke avond het warme, oranje licht over het land dat zo mooi weerkaats door de donkerrode grond. México heeft verschillende typische streken zoals de zonnige stranden met de azuurblauwe oceanen, de koele hoogvlaktes waar wij wonen en dan deze prachtige droge glooiende binnenlanden. Mark doet weer mee aan een Spartanen Race en dat is de reden dat we hier zo door de bush rijden. We parkeren de auto naast een lokaal begraafplaatsje en lopen naar het meer waar Mark straks gaat starten. (zie ons fotoalbum) De race is niet zo groots opgezet als de vorige keer in de woestijn van San Luis Potosí waar drie dagen lang elk half uur gestart werd. Deze race is maar één dag en heeft maar één afstand, dertien kilometer. Maar het is een leuk sportief evenement en ik zelf vind het vooral heel leuk om naar die afgelegen plekken af te reizen en lekker een hele dag buiten door te brengen.
Op een ochtend trek ik de stoute schoenen aan en bel naar Cuba. Ik zie geen andere manier om te starten met het boeken van onze rondreis. Er zijn amper websites bekend van particuliere casa’s en er staan geen mailadressen genoemd in reisgids Lonely Planet. Wel vind je de namen van deze unieke huizen op website Tripadvisor met foto's en geweldige referenties, maar zonder contactgegevens. De telefoon gaat over, maar er wordt niet opgenomen. Ik probeer het in de loop van de ochtend nog een paar keer en uiteindelijk hoor ik een mannenstem door de krakende lijn. Ik vertel Luis dat ik twee kamers wil reserveren in zijn huis in Havana. Hij zegt heel trots dat hij sinds kort een e-mail adres heeft en ik beloof hem snel te mailen. Binnen een paar minuten heb ik antwoord, hij heeft helaas maar één kamer te huur. Maar een paar huizen verderop in de straat is wel genoeg ruimte voor vijf personen. Ik regel het via hem en zo begint het balletje te rollen en begin ik dit spel door te krijgen. Ik neem contact op met een gastvrij gezin en als zij geen plaats hebben kennen ze wel iemand die dat wel heeft. Zo ontvang ik als laatste slaapplek van onze reis een mail van reuma-arts Mercedes met foto's. Ze hoorde van vrienden dat ik voor twee nachten een kamer zocht. Zij heeft die dagen plek voor ons gezin. Ze schrijft dat haar man ons door Trinidad kan rondrijden in zijn knalgroene vintage oldsmobile en op haar foto's is een prachtig oud koloniaal huis te zien met een geweldig patio. Wij slapen in de twee bovenste slaapkamers van het huis en één van de kamers heeft zelfs een groot balkon erbij met uitzicht op de stad Trinidad. Zij heeft onze laatste slaapplaats in Cuba bevestigd, de reis is rond. We logeren tijdens deze reis op zeven verschillende plekken. Allemaal even uniek gelegen en sommige van onze casa's staan op nummer één op de lijst van Tripadvisor voor beste verblijfplaatsen in Cuba. Ik heb wel verschillende waarschuwingen gekregen voor jineteros. Dit zijn mannen op straat in de buurt van je casa die je aanhouden met de mededeling dat je slaapplaats dubbel geboekt is. Of wijzen je heel sluw de weg naar een andere casa. Ze hebben informatie en foto's van hun casa en nemen je mee. Zo krijgen zij commissie en mist jouw familie inkomsten. Het advies is stug door te rijden naar jouw reservering. Daarom ontvang ik bij elke reservering foto's van het huis zodat je het van de buitenkant herkent en je je niet laat mee leiden naar andere casa's. We bezoeken op het eiland drie oude steden: Havana, Trinidad en Viñales, de laatste midden in het heuvelachtige groen van tabaksplantages. We gaan fietsen, paardrijden, snorkelen, dansen en minstens vier kleine cayo's (tropische eilandjes voor de kust van Cuba) bezoeken met nog onbekende strandjes, de pareltjes van Cuba. We vermijden de kolossale resorts van de staat met hun 1500 kamers en privé stranden. Vaak zijn het niet de massale toeristische oorden, maar de kleine intieme vakantiebestemmingen die je bij blijven. Omdat de gastheer tijd voor je neemt en omdat het exclusief en bijzonder is. Maar eerst gaan we vandaag een Mexicaans pareltje bezoeken: in een mooie baai hebben we voor tien dagen twee cabañas geboekt op het strand van een klein hippie dorp.
- Huub Oosterhuis
Met z’n tweetjes rijden Mark en ik door het Mexicaanse natuurschoon buiten onze stad, een rit van zo’n twee uur. De natuur is een ideale manier om je ziel op adem te laten komen. Op onverklaarbare manier heeft de natuur iets verkwikkends en rustgevends tegelijk. Het licht is zo mooi hier in de glooiende bergen. Overal de typische agave planten. Stukken pijnbomenbos. We passeren kleine dorpjes waar de tijd heeft stil gestaan. De was hangt te wapperen buiten hun armoedige huisjes. Zwerfhonden lopen te slenteren met hun neus over de stoffige, aarderode grond op zoek naar iets te eten. Gepensioneerde mannetjes met een cowboyhoed op zitten samen in de greppel langs de weg. Ze kijken iedereen geamuseerd na. In hun hand een koud Corona biertje en een sprankel in hun ogen. Geen stress valt hier waar te nemen, alleen rust. Hoe verder we rijden hoe verder we van de bewoonde wereld af komen. Ook dit is de staat Puebla. Oude boerenschuren zien we van bij elkaar geschraapt hout in elkaar gezet. De rode geraniums in oude verfemmers en blikken voor het huis geplaatst als decoratie. Wapperende brocante gordijntjes achter de open ramen. Brandhout netjes opgestapeld naast het huis. In de vervallen stal staan wat kalfjes, schapen of geiten. Van de buitenkant lijkt het een zorgeloos boerenbestaan. Ik stel me voor hier elke morgen wakker te worden met uitzicht op de bergen als je je gordijnen opent. Elke avond het warme, oranje licht over het land dat zo mooi weerkaats door de donkerrode grond. México heeft verschillende typische streken zoals de zonnige stranden met de azuurblauwe oceanen, de koele hoogvlaktes waar wij wonen en dan deze prachtige droge glooiende binnenlanden. Mark doet weer mee aan een Spartanen Race en dat is de reden dat we hier zo door de bush rijden. We parkeren de auto naast een lokaal begraafplaatsje en lopen naar het meer waar Mark straks gaat starten. (zie ons fotoalbum) De race is niet zo groots opgezet als de vorige keer in de woestijn van San Luis Potosí waar drie dagen lang elk half uur gestart werd. Deze race is maar één dag en heeft maar één afstand, dertien kilometer. Maar het is een leuk sportief evenement en ik zelf vind het vooral heel leuk om naar die afgelegen plekken af te reizen en lekker een hele dag buiten door te brengen.
Op een ochtend trek ik de stoute schoenen aan en bel naar Cuba. Ik zie geen andere manier om te starten met het boeken van onze rondreis. Er zijn amper websites bekend van particuliere casa’s en er staan geen mailadressen genoemd in reisgids Lonely Planet. Wel vind je de namen van deze unieke huizen op website Tripadvisor met foto's en geweldige referenties, maar zonder contactgegevens. De telefoon gaat over, maar er wordt niet opgenomen. Ik probeer het in de loop van de ochtend nog een paar keer en uiteindelijk hoor ik een mannenstem door de krakende lijn. Ik vertel Luis dat ik twee kamers wil reserveren in zijn huis in Havana. Hij zegt heel trots dat hij sinds kort een e-mail adres heeft en ik beloof hem snel te mailen. Binnen een paar minuten heb ik antwoord, hij heeft helaas maar één kamer te huur. Maar een paar huizen verderop in de straat is wel genoeg ruimte voor vijf personen. Ik regel het via hem en zo begint het balletje te rollen en begin ik dit spel door te krijgen. Ik neem contact op met een gastvrij gezin en als zij geen plaats hebben kennen ze wel iemand die dat wel heeft. Zo ontvang ik als laatste slaapplek van onze reis een mail van reuma-arts Mercedes met foto's. Ze hoorde van vrienden dat ik voor twee nachten een kamer zocht. Zij heeft die dagen plek voor ons gezin. Ze schrijft dat haar man ons door Trinidad kan rondrijden in zijn knalgroene vintage oldsmobile en op haar foto's is een prachtig oud koloniaal huis te zien met een geweldig patio. Wij slapen in de twee bovenste slaapkamers van het huis en één van de kamers heeft zelfs een groot balkon erbij met uitzicht op de stad Trinidad. Zij heeft onze laatste slaapplaats in Cuba bevestigd, de reis is rond. We logeren tijdens deze reis op zeven verschillende plekken. Allemaal even uniek gelegen en sommige van onze casa's staan op nummer één op de lijst van Tripadvisor voor beste verblijfplaatsen in Cuba. Ik heb wel verschillende waarschuwingen gekregen voor jineteros. Dit zijn mannen op straat in de buurt van je casa die je aanhouden met de mededeling dat je slaapplaats dubbel geboekt is. Of wijzen je heel sluw de weg naar een andere casa. Ze hebben informatie en foto's van hun casa en nemen je mee. Zo krijgen zij commissie en mist jouw familie inkomsten. Het advies is stug door te rijden naar jouw reservering. Daarom ontvang ik bij elke reservering foto's van het huis zodat je het van de buitenkant herkent en je je niet laat mee leiden naar andere casa's. We bezoeken op het eiland drie oude steden: Havana, Trinidad en Viñales, de laatste midden in het heuvelachtige groen van tabaksplantages. We gaan fietsen, paardrijden, snorkelen, dansen en minstens vier kleine cayo's (tropische eilandjes voor de kust van Cuba) bezoeken met nog onbekende strandjes, de pareltjes van Cuba. We vermijden de kolossale resorts van de staat met hun 1500 kamers en privé stranden. Vaak zijn het niet de massale toeristische oorden, maar de kleine intieme vakantiebestemmingen die je bij blijven. Omdat de gastheer tijd voor je neemt en omdat het exclusief en bijzonder is. Maar eerst gaan we vandaag een Mexicaans pareltje bezoeken: in een mooie baai hebben we voor tien dagen twee cabañas geboekt op het strand van een klein hippie dorp.
zaterdag 5 april 2014
Nederlandse? Amerikaanse?
Bran thought about it. 'Can a man still be brave if he's afraid?'
‘That is the only time a man can be brave,' his father told him.
― George R.R. Martin, A Game of Thrones
“Er staan twee politieagenten voor onze deur en ze gebaren naar mij dat ik de deur open moet doen!”, zegt Maren met grote ogen. Deze bewuste zaterdagmiddag vertrok Mark aan het eind van de dag naar de luchthaven. Hij reisde af naar een kasteel buiten Parijs, voor zijn werk. Niet lang na zijn vertrek komt Maren naar me toe in de slaapkamer. Ze vertelt het verhaal over de politieagenten. Ik loop naar mijn raam en zie geen mannen in onze tuin, ook geen politieauto en het grote hek is gesloten. Ik loop naar beneden en open de deur, weer geen mannen te vinden. Ik complementeer Maren dat ze het heel goed gedaan heeft door naar mij toe te komen en niet de deur open te maken. Ik sluit voor de zekerheid de twee balkondeuren die boven open staan. Na dit voorval een kwartiertje te hebben laten bezinken wil ik tóch Mark even bellen. “Moet ik nog iets anders ondernemen, denk je?” Het lijkt Mark beter om onze huisbaas te informeren. Onze huisbaas die een klein stukje verderop woont heeft geen bezoek gehad van politie, meldt hij. Hij ondervraagt onze tuinmannen en zij hebben ook niks gemerkt. Ik vind het alleen maar vreemder worden. Wat doen deze mannen in onze tuin en waarom dragen ze politiekleding en waarom kloppen ze niet op de deur maar gebaren naar onze jongste dochter dat ze deur open moet maken? Als het niet veel later donker wordt zie ik dat onze buren beiden niet thuis zijn. Ik vraag de huisbaas of er bewaking is vannacht bij onze poort. “Vanavond toevallig niet, want hij is ziek.” , is zijn antwoord. Nu begin ik me voor het eerst niet prettig te voelen in ons huis. Het scenario van een slechte film. Ik sluit alle ramen, ik doe de beiden voordeuren op slot met een grote metalen grendel en sluit de gordijnen. We hebben lampen buiten ons huis die aan springen als er iemand in de tuin loopt. We hebben ook een alarminstallatie, die stel ik nooit in, omdat ik me er niet fijn bij voel. Ik weet niet eens hoe dat ding werkt… Ondertussen heeft Mark vanuit het vliegtuig – hij staat nog aan de grond - naar de huisbaas gebeld dat er beveiliging moet zijn die avond. Mark biedt mij aan om eventueel niet naar Parijs te vliegen. Natuurlijk gaat hij wel en dus staat een half uur later Daniel aan de deur. Hij zal in het huisje naast de poort slapen en een rondje maken door de buurt. Kort daarna voegt ook de huisbaas zich bij ons. Ik zie de buren thuis komen en de lichten gaan branden in hun huiskamers. Onze huisbaas weet toevallig dat de tuinman van onze buren in de ochtend als tuinman werkt en in de middag als politieman. Zou hij aan de deur hebben gestaan, met zijn collega? Daniel herinnert zich nu dat hij die bewuste tuinman gezien heeft in bedrijfskleding. Ik voel me al veel beter. De verdachte is dus geen binnen geslopen onbekende. Natuurlijk rest de vraag waarom hij in godsnaam in onze tuin stond en onze dochter gebaarde de deur te openen. Ik word die nacht wakker met knallende hoofdpijn en neem een pijnstiller en maak het voornemen om zelf de volgende dag op onderzoek uit te gaan. De muchacha van de buren overtuigt me dat hun tuinman écht niet op zaterdagmiddag langs is geweest. Dat maakt me weer onzeker. Ik licht de huisbaas hierover in en vraag hem om te checken of er überhaupt een politieauto in onze wijk is geweest. Laat in de avond, ondertussen drie dagen verder, antwoordt hij mij dat er inderdaad een politieauto de wijk in is gereden met twee échte politiemannen erin. Ze waren verdwaald, op zoek naar nummer 25 …
Inden, onze middelste dochter, is geboren in Massachusetts en heeft daarom een Amerikaans én een Nederlands paspoort. Van het verlengen van haar Amerikaanse paspoort die in de maand december verloopt maken we altijd een feestje. Dat is steevast een dagje Amsterdam (of meer) omdat het altijd in de Kerstvakantie gepland kan worden. Het bezoek aan de Amerikaanse ambassade, gelegen aan het Museumplein, is altijd weer indrukwekkend met alle veiligheidsprotocollen. En op die dag worden we er tastbaar mee geconfronteerd dat Inden een Amerikaanse is. En die dag komt maar één maal in de vijf jaar voor, voldoende om het speciaal te laten zijn. Deze keer is Inden’s Nederlandse paspoort echter verlopen en dat is hier in México ook heel speciaal…. Ik kom er echter achter dat er tegenwoordig op Schiphol een balie is van de gemeente Haarlemmermeer waar Nederlanders in het buitenland hun reisdocumenten in orde kunnen maken. Wij zijn in juni een weekje in Nederland, dus dat lijkt me uiterst gemakkelijk. Dat lijkt me in ieder geval makkelijker dan twee bezoeken op doordeweekse dagen aan Mexico Stad om alles te regelen op de Nederlandse ambassade. Ik bezoek de website van de gemeente Haarlemmermeer en het ziet er allemaal duidelijk en eenduidig uit. Ik begin dus met het invullen van de gegevens van onze dochter om een afspraakje te maken. En dan bemerk ik dat ik steeds dieper weg zak in het moeras van de overheidsregeltjes. Inden is geen standaard kind (dat is ze zéker niet, ieder kind is uniek) maar op papier is Inden dat eveneens niet. Ga maar na. Geboren in Massachusetts heeft ze een Amerikaanse nationaliteit en paspoort, maar geboren uit Nederlandse ouders heeft ze ook een Nederlandse nationaliteit. Ze is woonachtig in México en heeft daar een verblijfsvergunning. Al die documenten die hiervoor als bewijs moeten dienen moet ik opzoeken, de nummers invullen op de website, de formulieren scannen en als bijlagen toevoegen. Was ik écht zo naïef dat ik dacht even snel een afspraakje te kunnen maken? Ik krijg steeds langere lijstjes te zien met documenten die ik moet overhandigen op de gemeentebalie op Schiphol. Ik dacht dat México het toppunt was van bureaucratie, maar ik heb eigenhandig ontdekt dat Nederland México met gemak verslaat. Ik heb Inden’s Amerikaanse geboortebewijs nodig met een apostille van een notaris uit Massachusetts. Die heb ik gelukkig nog van een jaar geleden, voor de inschrijving van haar school. Maar helaas… zij willen er één die minder dan zes maanden oud is. Ze willen, omdat Inden minderjarig is, onze originele huwelijksakte die niet ouder is dan zes maanden. Maar ‘let op’ staat erbij, trouwboekjes worden niet geaccepteerd. Hoe kom ik dan aan zo’n recente huwelijksakte, hier in México? Schriftelijke toestemmingen van beiden ouders moeten erbij, want Mark is er niet bij straks op Schiphol. En daarom van Mark een kopietje van zijn paspoort erbij, maar natuurlijk wel met een legale stempel erop van een belangrijke meneer hier in Puebla. Natuurlijk willen ze Inden’s Mexicaanse verblijfsvergunning zien, maar dan wel met de huidige woonplaats erop vermeld en die staat er natuurlijk niet op! Mijn broek is ondertussen al afgezakt. Ik zat even rustig op bed dit op een kleine computer te regelen, maar ondertussen heb ik het hele huis al door gerend op zoek naar officiële documenten, de scanner, de printer, een USB-stickje, etc. Van even rustig een afspraakje aanvragen op het gemeentekantoor is geen sprake meer. Ik ben geïrriteerd, ontsteld en met stomheid geslagen. Maar na een kleine week krijg ik een bericht uit Nederland. De bijgevoegde gescande documenten zijn goedgekeurd!
‘That is the only time a man can be brave,' his father told him.
― George R.R. Martin, A Game of Thrones
“Er staan twee politieagenten voor onze deur en ze gebaren naar mij dat ik de deur open moet doen!”, zegt Maren met grote ogen. Deze bewuste zaterdagmiddag vertrok Mark aan het eind van de dag naar de luchthaven. Hij reisde af naar een kasteel buiten Parijs, voor zijn werk. Niet lang na zijn vertrek komt Maren naar me toe in de slaapkamer. Ze vertelt het verhaal over de politieagenten. Ik loop naar mijn raam en zie geen mannen in onze tuin, ook geen politieauto en het grote hek is gesloten. Ik loop naar beneden en open de deur, weer geen mannen te vinden. Ik complementeer Maren dat ze het heel goed gedaan heeft door naar mij toe te komen en niet de deur open te maken. Ik sluit voor de zekerheid de twee balkondeuren die boven open staan. Na dit voorval een kwartiertje te hebben laten bezinken wil ik tóch Mark even bellen. “Moet ik nog iets anders ondernemen, denk je?” Het lijkt Mark beter om onze huisbaas te informeren. Onze huisbaas die een klein stukje verderop woont heeft geen bezoek gehad van politie, meldt hij. Hij ondervraagt onze tuinmannen en zij hebben ook niks gemerkt. Ik vind het alleen maar vreemder worden. Wat doen deze mannen in onze tuin en waarom dragen ze politiekleding en waarom kloppen ze niet op de deur maar gebaren naar onze jongste dochter dat ze deur open moet maken? Als het niet veel later donker wordt zie ik dat onze buren beiden niet thuis zijn. Ik vraag de huisbaas of er bewaking is vannacht bij onze poort. “Vanavond toevallig niet, want hij is ziek.” , is zijn antwoord. Nu begin ik me voor het eerst niet prettig te voelen in ons huis. Het scenario van een slechte film. Ik sluit alle ramen, ik doe de beiden voordeuren op slot met een grote metalen grendel en sluit de gordijnen. We hebben lampen buiten ons huis die aan springen als er iemand in de tuin loopt. We hebben ook een alarminstallatie, die stel ik nooit in, omdat ik me er niet fijn bij voel. Ik weet niet eens hoe dat ding werkt… Ondertussen heeft Mark vanuit het vliegtuig – hij staat nog aan de grond - naar de huisbaas gebeld dat er beveiliging moet zijn die avond. Mark biedt mij aan om eventueel niet naar Parijs te vliegen. Natuurlijk gaat hij wel en dus staat een half uur later Daniel aan de deur. Hij zal in het huisje naast de poort slapen en een rondje maken door de buurt. Kort daarna voegt ook de huisbaas zich bij ons. Ik zie de buren thuis komen en de lichten gaan branden in hun huiskamers. Onze huisbaas weet toevallig dat de tuinman van onze buren in de ochtend als tuinman werkt en in de middag als politieman. Zou hij aan de deur hebben gestaan, met zijn collega? Daniel herinnert zich nu dat hij die bewuste tuinman gezien heeft in bedrijfskleding. Ik voel me al veel beter. De verdachte is dus geen binnen geslopen onbekende. Natuurlijk rest de vraag waarom hij in godsnaam in onze tuin stond en onze dochter gebaarde de deur te openen. Ik word die nacht wakker met knallende hoofdpijn en neem een pijnstiller en maak het voornemen om zelf de volgende dag op onderzoek uit te gaan. De muchacha van de buren overtuigt me dat hun tuinman écht niet op zaterdagmiddag langs is geweest. Dat maakt me weer onzeker. Ik licht de huisbaas hierover in en vraag hem om te checken of er überhaupt een politieauto in onze wijk is geweest. Laat in de avond, ondertussen drie dagen verder, antwoordt hij mij dat er inderdaad een politieauto de wijk in is gereden met twee échte politiemannen erin. Ze waren verdwaald, op zoek naar nummer 25 …
Inden, onze middelste dochter, is geboren in Massachusetts en heeft daarom een Amerikaans én een Nederlands paspoort. Van het verlengen van haar Amerikaanse paspoort die in de maand december verloopt maken we altijd een feestje. Dat is steevast een dagje Amsterdam (of meer) omdat het altijd in de Kerstvakantie gepland kan worden. Het bezoek aan de Amerikaanse ambassade, gelegen aan het Museumplein, is altijd weer indrukwekkend met alle veiligheidsprotocollen. En op die dag worden we er tastbaar mee geconfronteerd dat Inden een Amerikaanse is. En die dag komt maar één maal in de vijf jaar voor, voldoende om het speciaal te laten zijn. Deze keer is Inden’s Nederlandse paspoort echter verlopen en dat is hier in México ook heel speciaal…. Ik kom er echter achter dat er tegenwoordig op Schiphol een balie is van de gemeente Haarlemmermeer waar Nederlanders in het buitenland hun reisdocumenten in orde kunnen maken. Wij zijn in juni een weekje in Nederland, dus dat lijkt me uiterst gemakkelijk. Dat lijkt me in ieder geval makkelijker dan twee bezoeken op doordeweekse dagen aan Mexico Stad om alles te regelen op de Nederlandse ambassade. Ik bezoek de website van de gemeente Haarlemmermeer en het ziet er allemaal duidelijk en eenduidig uit. Ik begin dus met het invullen van de gegevens van onze dochter om een afspraakje te maken. En dan bemerk ik dat ik steeds dieper weg zak in het moeras van de overheidsregeltjes. Inden is geen standaard kind (dat is ze zéker niet, ieder kind is uniek) maar op papier is Inden dat eveneens niet. Ga maar na. Geboren in Massachusetts heeft ze een Amerikaanse nationaliteit en paspoort, maar geboren uit Nederlandse ouders heeft ze ook een Nederlandse nationaliteit. Ze is woonachtig in México en heeft daar een verblijfsvergunning. Al die documenten die hiervoor als bewijs moeten dienen moet ik opzoeken, de nummers invullen op de website, de formulieren scannen en als bijlagen toevoegen. Was ik écht zo naïef dat ik dacht even snel een afspraakje te kunnen maken? Ik krijg steeds langere lijstjes te zien met documenten die ik moet overhandigen op de gemeentebalie op Schiphol. Ik dacht dat México het toppunt was van bureaucratie, maar ik heb eigenhandig ontdekt dat Nederland México met gemak verslaat. Ik heb Inden’s Amerikaanse geboortebewijs nodig met een apostille van een notaris uit Massachusetts. Die heb ik gelukkig nog van een jaar geleden, voor de inschrijving van haar school. Maar helaas… zij willen er één die minder dan zes maanden oud is. Ze willen, omdat Inden minderjarig is, onze originele huwelijksakte die niet ouder is dan zes maanden. Maar ‘let op’ staat erbij, trouwboekjes worden niet geaccepteerd. Hoe kom ik dan aan zo’n recente huwelijksakte, hier in México? Schriftelijke toestemmingen van beiden ouders moeten erbij, want Mark is er niet bij straks op Schiphol. En daarom van Mark een kopietje van zijn paspoort erbij, maar natuurlijk wel met een legale stempel erop van een belangrijke meneer hier in Puebla. Natuurlijk willen ze Inden’s Mexicaanse verblijfsvergunning zien, maar dan wel met de huidige woonplaats erop vermeld en die staat er natuurlijk niet op! Mijn broek is ondertussen al afgezakt. Ik zat even rustig op bed dit op een kleine computer te regelen, maar ondertussen heb ik het hele huis al door gerend op zoek naar officiële documenten, de scanner, de printer, een USB-stickje, etc. Van even rustig een afspraakje aanvragen op het gemeentekantoor is geen sprake meer. Ik ben geïrriteerd, ontsteld en met stomheid geslagen. Maar na een kleine week krijg ik een bericht uit Nederland. De bijgevoegde gescande documenten zijn goedgekeurd!
zaterdag 29 maart 2014
Zenuwachtig
Don't try to be what you're not. If you're nervous, be nervous. If you're shy, be shy. It's cute.
- Adriana Lima
Zenuwachtig word ik ervan. Hoe meer ik rond kijk op internet hoe nerveuzer ik word… Ik ben afgelopen week mijn reisbureautje gestart. Dat is niet de eerste keer hoor. Ik heb eens een complete rondreis van vijf weken met tenten en Landrover door drie landen in Afrika georganiseerd, later nog eens zo’n lange rondreis maar dan met openbaar vervoer door Perú en Bolivia. Vorig jaar hebben we zelfstandig een rondreis door México, Guatemala en Belize gemaakt. En nu ga ik voor de vierde maal deze uitdaging aan. Drie volle weken door maar één land (een eiland eigenlijk), maar verschrikkelijk avontuurlijk! Ik heb al wat basiselementen geregeld zoals de vliegtickets en de huurauto. Laatste schijn je namelijk ruim 3 á vier maanden vooraf te moeten doen. Maar de verplichte verblijfsvisa heb ik bijvoorbeeld nog helemaal niet geregeld. Het is maar drie uurtjes vliegen vanaf México, een uur tijdsverschil, maar we gaan een heel andere wereld in. We gaan terug in de tijd. En dan bedoel ik een grote stap terug wat betreft betaalmiddelen en internet. Er is nauwelijks tot geen internet in Cuba. Geen blog, geen boekingen tijdens de reis. Er zijn internet staatskantoren in bijna elke plaats, dus met wat geduld kun je wel online komen. Daarnaast zijn er een aantal hotels en casa’s waar een openbare computer staat waar je gebruik van kunt maken. Mits de computer werkt. En de internetverbinding. En de stroom natuurlijk… En je website niet geblokkeerd is. In Cuba mag je alleen met Cubaans geld betalen dat overigens niet buiten Cuba verkrijgbaar is. Alles wat financieel aan Amerika gelinkt is mag je niet gebruiken. Geen contante dollars, maar ook geen creditcard van een bank die aan een Amerikaanse bank gelieerd is zoals onze bank. Geen Mastercard en sowieso geen doodnormale bankpasjes. Dáár word ik dus zenuwachtig van. Er wordt geadviseerd euro’s mee te nemen, Mexicaanse peso’s zijn niks waard daar. Wat een uitdaging voor ons als Nederlanders in México! Het allerhandigst is dus uiteindelijk een pak onbeschadigde eurobiljetten mee te nemen. Dat heeft twee nadelen: we hebben geen euro’s hier en kans op diefstal. Nu ga ik met de meiden nog een weekje naar Breda dus zal ik me daar ter voorbereiding maar bevoorraden met schone eurobiljetten. En zo zit ik uren onderzoek te doen om alleen maar de basiselementen te regelen van deze rondreis. Het allerleukste is natuurlijk de meest gave plekken en eilandjes te ontdekken met de meest geweldige slaapplaatsen erbij. Niet in van die grote resorts van de staat, nee bij de Cubanen thuis. Maar dat is een volgende fase van de reisplanning.
Talavera is een soort van majolica aardewerk. Dat betekent een grof en bros soort keramiek, bestaande uit gebrande klei, dat zich onderscheidt door een melkachtig wit glazuur. Authentiek Talavera aardewerk komt alleen van onze stad Puebla en de nabijgelegen dorpen Atlixco en Cholula. Dat is vanwege de kwaliteit van de natuurlijke klei dat hier gevonden wordt en de traditie van de productie. Die traditie dateert reeds uit de 16e eeuw. Veel van dit aardewerk werd versierd in alleen blauw, maar ook kleuren zoals geel, zwart, groen, oranje en paars werden gebruikt. Majolica aardewerk werd in de koloniale periode naar México gebracht door de Spanjaarden. De productie van deze mooie keramiek werd sterk ontwikkeld in Puebla vanwege de fijne klei en de vraag naar tegels voor de nieuw opgerichte kerken en kloosters in dit gebied. Formeel werd de traditie die hier ontwikkelde Talavera Poblana genoemd om het te onderscheiden van de gelijknamige Talavera aardewerk van Spanje. Waar ik overigens een taartservies van heb als afscheidscadeau gekregen van mijn vriendinnen toen we vertrokken uit Spanje. De traditie heeft flink moeten worstelen voor zijn bestaan sinds de Mexicaanse Onafhankelijkheidsoorlog in het begin van de 19e eeuw. Toen waren het aantal werkplaatsen gereduceerd tot minder dan acht in de gehele staat Puebla. Door latere pogingen van kunstenaars en verzamelaars herleefde het enigszins in de vorige eeuw. Talavera keramiek wordt meestal gebruikt om borden, kommen, kruiken, bloempotten, wastafels of religieuze voorwerpen te maken. En aanzienlijk vaak voor het gebruik van keramische tegeltjes, die worden gebruikt om zowel binnen als buiten gebouwen te versieren, vooral in onze stad. Veel van de gevels in het historische centrum van Puebla, zoals ons prachtige postkantoor, zijn versierd met deze tegels. Ze worden azulejos genoemd. Dit gebruik van azulejos getuigt van de familie of de rijkdom van de kerk, te vinden op fonteinen, patio's, de gevels van huizen, kerken en andere gebouwen. Tegenwoordig kun je prachtige serviezen kopen van deze stijl en als je de originele versie koopt, met een stempel van de maker en een certificaat erbij, betaal je een hoge prijs. Natuurlijk kun je hier in de buurt ook de illegale versie kopen. Mark en ik vonden bij toeval een winkeltje waar we de scherpste prijs gevonden hebben. Voor mijn vriendinnen van de Expat Club is het een sport om de goedkoopste winkel te vinden. En Mark en ik hebben deze gevonden. Waarom? Omdat ik heel graag een ontbijtservies van Talavera voor mijn verjaardag wilde hebben. We hebben er samen een dagje van gemaakt en hebben uiteindelijk in een dorp verderop bij een vaag winkeltje zonder muren en onder een golfplaten dak wat serviesgoed van de stoffige planken gevist. Door goed te zoeken zijn we geslaagd voor een compleet ontbijtservies! Natuurlijk kon ik het niet laten om onze verovering (voor maar één derde van de prijs!) te app’en naar mijn vriendinnen. Wild enthousiast geworden neem ik ze deze week mee naar het slonzige winkeltje. Wat zullen we met open armen verwelkomd worden!
- Adriana Lima
Zenuwachtig word ik ervan. Hoe meer ik rond kijk op internet hoe nerveuzer ik word… Ik ben afgelopen week mijn reisbureautje gestart. Dat is niet de eerste keer hoor. Ik heb eens een complete rondreis van vijf weken met tenten en Landrover door drie landen in Afrika georganiseerd, later nog eens zo’n lange rondreis maar dan met openbaar vervoer door Perú en Bolivia. Vorig jaar hebben we zelfstandig een rondreis door México, Guatemala en Belize gemaakt. En nu ga ik voor de vierde maal deze uitdaging aan. Drie volle weken door maar één land (een eiland eigenlijk), maar verschrikkelijk avontuurlijk! Ik heb al wat basiselementen geregeld zoals de vliegtickets en de huurauto. Laatste schijn je namelijk ruim 3 á vier maanden vooraf te moeten doen. Maar de verplichte verblijfsvisa heb ik bijvoorbeeld nog helemaal niet geregeld. Het is maar drie uurtjes vliegen vanaf México, een uur tijdsverschil, maar we gaan een heel andere wereld in. We gaan terug in de tijd. En dan bedoel ik een grote stap terug wat betreft betaalmiddelen en internet. Er is nauwelijks tot geen internet in Cuba. Geen blog, geen boekingen tijdens de reis. Er zijn internet staatskantoren in bijna elke plaats, dus met wat geduld kun je wel online komen. Daarnaast zijn er een aantal hotels en casa’s waar een openbare computer staat waar je gebruik van kunt maken. Mits de computer werkt. En de internetverbinding. En de stroom natuurlijk… En je website niet geblokkeerd is. In Cuba mag je alleen met Cubaans geld betalen dat overigens niet buiten Cuba verkrijgbaar is. Alles wat financieel aan Amerika gelinkt is mag je niet gebruiken. Geen contante dollars, maar ook geen creditcard van een bank die aan een Amerikaanse bank gelieerd is zoals onze bank. Geen Mastercard en sowieso geen doodnormale bankpasjes. Dáár word ik dus zenuwachtig van. Er wordt geadviseerd euro’s mee te nemen, Mexicaanse peso’s zijn niks waard daar. Wat een uitdaging voor ons als Nederlanders in México! Het allerhandigst is dus uiteindelijk een pak onbeschadigde eurobiljetten mee te nemen. Dat heeft twee nadelen: we hebben geen euro’s hier en kans op diefstal. Nu ga ik met de meiden nog een weekje naar Breda dus zal ik me daar ter voorbereiding maar bevoorraden met schone eurobiljetten. En zo zit ik uren onderzoek te doen om alleen maar de basiselementen te regelen van deze rondreis. Het allerleukste is natuurlijk de meest gave plekken en eilandjes te ontdekken met de meest geweldige slaapplaatsen erbij. Niet in van die grote resorts van de staat, nee bij de Cubanen thuis. Maar dat is een volgende fase van de reisplanning.
Talavera is een soort van majolica aardewerk. Dat betekent een grof en bros soort keramiek, bestaande uit gebrande klei, dat zich onderscheidt door een melkachtig wit glazuur. Authentiek Talavera aardewerk komt alleen van onze stad Puebla en de nabijgelegen dorpen Atlixco en Cholula. Dat is vanwege de kwaliteit van de natuurlijke klei dat hier gevonden wordt en de traditie van de productie. Die traditie dateert reeds uit de 16e eeuw. Veel van dit aardewerk werd versierd in alleen blauw, maar ook kleuren zoals geel, zwart, groen, oranje en paars werden gebruikt. Majolica aardewerk werd in de koloniale periode naar México gebracht door de Spanjaarden. De productie van deze mooie keramiek werd sterk ontwikkeld in Puebla vanwege de fijne klei en de vraag naar tegels voor de nieuw opgerichte kerken en kloosters in dit gebied. Formeel werd de traditie die hier ontwikkelde Talavera Poblana genoemd om het te onderscheiden van de gelijknamige Talavera aardewerk van Spanje. Waar ik overigens een taartservies van heb als afscheidscadeau gekregen van mijn vriendinnen toen we vertrokken uit Spanje. De traditie heeft flink moeten worstelen voor zijn bestaan sinds de Mexicaanse Onafhankelijkheidsoorlog in het begin van de 19e eeuw. Toen waren het aantal werkplaatsen gereduceerd tot minder dan acht in de gehele staat Puebla. Door latere pogingen van kunstenaars en verzamelaars herleefde het enigszins in de vorige eeuw. Talavera keramiek wordt meestal gebruikt om borden, kommen, kruiken, bloempotten, wastafels of religieuze voorwerpen te maken. En aanzienlijk vaak voor het gebruik van keramische tegeltjes, die worden gebruikt om zowel binnen als buiten gebouwen te versieren, vooral in onze stad. Veel van de gevels in het historische centrum van Puebla, zoals ons prachtige postkantoor, zijn versierd met deze tegels. Ze worden azulejos genoemd. Dit gebruik van azulejos getuigt van de familie of de rijkdom van de kerk, te vinden op fonteinen, patio's, de gevels van huizen, kerken en andere gebouwen. Tegenwoordig kun je prachtige serviezen kopen van deze stijl en als je de originele versie koopt, met een stempel van de maker en een certificaat erbij, betaal je een hoge prijs. Natuurlijk kun je hier in de buurt ook de illegale versie kopen. Mark en ik vonden bij toeval een winkeltje waar we de scherpste prijs gevonden hebben. Voor mijn vriendinnen van de Expat Club is het een sport om de goedkoopste winkel te vinden. En Mark en ik hebben deze gevonden. Waarom? Omdat ik heel graag een ontbijtservies van Talavera voor mijn verjaardag wilde hebben. We hebben er samen een dagje van gemaakt en hebben uiteindelijk in een dorp verderop bij een vaag winkeltje zonder muren en onder een golfplaten dak wat serviesgoed van de stoffige planken gevist. Door goed te zoeken zijn we geslaagd voor een compleet ontbijtservies! Natuurlijk kon ik het niet laten om onze verovering (voor maar één derde van de prijs!) te app’en naar mijn vriendinnen. Wild enthousiast geworden neem ik ze deze week mee naar het slonzige winkeltje. Wat zullen we met open armen verwelkomd worden!
zaterdag 22 maart 2014
Steamy hot Acapulco!
I'm not trying to be sexy. It's just my way of expressing myself when I move around.
- Elvis Presley
We bescheuren het van het lachen. We komen niet meer bij! We gillen, joelen en lachen. We staan op een balustrade van ons hotel en onder ons is het witte strand van Acapulco. De koperen zon gaat bijna onder in de Stille Oceaan en er schalt luide salsamuziek uit de boxen. Straks zal de volle maan tevoorschijn komen. Pal onder ons is een podiumpje met daarop een paar strakke Cubanen met mooie lijven. Ze dansen de salsa heel sexy en sensueel met ontblote bovenlichamen. Voor het podium staan zo'n honderd mannen en vrouwen in hun bikini of zwembroek mee te dansen. Dik of dun, jong of oud, iedereen danst mee. Geweldig! Dit is Acapulco op z'n best! Wij staan er met onze vrienden uit Puebla naar te kijken en verbazen ons over het schaamteloos sexy dansen. Bijna naakt, dicht tegen elkaar aan en dat terwijl ze elkaar niet of nauwelijks kennen. Adrian, twaalfjarige zoon van onze vrienden, biedt ons aan om ook mee te dansen, weliswaar voor tien peso's, maar toch. En daar staat hij in z'n uppie, in z'n zwembroek, mee te swingen achteraan in de menigte. Hij doet echt z'n best en wij joelen naar hem vanaf de balustrade. Hij gaat helemaal los door ons enthousiasme. Maakt pasjes en gooit z'n armen in de lucht. Kort voor zijn verschijning op het strand ging er een waterslang door de menigte. Iedereen werd nat gespoten. Natte, schaars geklede, gebronsde lichamen die vurig tegen elkaar aan dansen. Meiden die het podium op stappen om met de lenige Cubanen te dansen en te flirten. Love is in the air. Alle toeschouwers fluiten, joelen of klappen. Dit is Acapulco en we genieten intens.
Een spontaan weekend Acapulco. Na een autorit op de vroege zaterdagochtend door prachtige gebergten, langs diepe ravijnen en over goede snelwegen zijn we rond het middaguur in ons chique strandhotel. We kiezen meteen strandbedjes uit en iedereen gaat z'n gang: zonnen, lezen, de zee of één van de zwembaden van het hotel. Als ik naar het strand loop struikel ik bijna over danspaartjes die les krijgen in de Dominicaanse merengue, gewoon op het strand. In badkleding gehuld bewegen hun heupen soepel tegen elkaar aan. We lunchen wat later pal aan zee en genieten van de ambiance van ons hotel. (zie ons fotoalbum) De zwembaden, Spaanstalige tropische muziek uit de boxen, de in de wind wiegende palmen, de bediening en het uitzicht op de levendige baai van Acapulco met jet ski's, jachten, waterski's en bananen achter motorbootjes. In het licht van de volle maan en vele kaarsen wordt er die avond een romantisch trouwfeest gegeven op het strand. De volgende dag hetzelfde menu voor ons. We doen deze dag echter óók mee aan een volleybaltoernooi op het strand. Het zand wordt natgespoten anders verbranden onze voetjes. We maken geen schijn van kans; Matthias, ik en vier van onze kinderen. Maar de kinderen genieten volop en volgens mij hebben wij ergens ook nog een verdwaald puntje gescoord. 's Avonds lekker verse vis eten buiten de deur en als de kinderen eenmaal in bed liggen doen we nog even kort mee aan het bruisende nachtleven van Acapulco.
Acapulco, 17 maart 2014
- Elvis Presley
We bescheuren het van het lachen. We komen niet meer bij! We gillen, joelen en lachen. We staan op een balustrade van ons hotel en onder ons is het witte strand van Acapulco. De koperen zon gaat bijna onder in de Stille Oceaan en er schalt luide salsamuziek uit de boxen. Straks zal de volle maan tevoorschijn komen. Pal onder ons is een podiumpje met daarop een paar strakke Cubanen met mooie lijven. Ze dansen de salsa heel sexy en sensueel met ontblote bovenlichamen. Voor het podium staan zo'n honderd mannen en vrouwen in hun bikini of zwembroek mee te dansen. Dik of dun, jong of oud, iedereen danst mee. Geweldig! Dit is Acapulco op z'n best! Wij staan er met onze vrienden uit Puebla naar te kijken en verbazen ons over het schaamteloos sexy dansen. Bijna naakt, dicht tegen elkaar aan en dat terwijl ze elkaar niet of nauwelijks kennen. Adrian, twaalfjarige zoon van onze vrienden, biedt ons aan om ook mee te dansen, weliswaar voor tien peso's, maar toch. En daar staat hij in z'n uppie, in z'n zwembroek, mee te swingen achteraan in de menigte. Hij doet echt z'n best en wij joelen naar hem vanaf de balustrade. Hij gaat helemaal los door ons enthousiasme. Maakt pasjes en gooit z'n armen in de lucht. Kort voor zijn verschijning op het strand ging er een waterslang door de menigte. Iedereen werd nat gespoten. Natte, schaars geklede, gebronsde lichamen die vurig tegen elkaar aan dansen. Meiden die het podium op stappen om met de lenige Cubanen te dansen en te flirten. Love is in the air. Alle toeschouwers fluiten, joelen of klappen. Dit is Acapulco en we genieten intens.
Een spontaan weekend Acapulco. Na een autorit op de vroege zaterdagochtend door prachtige gebergten, langs diepe ravijnen en over goede snelwegen zijn we rond het middaguur in ons chique strandhotel. We kiezen meteen strandbedjes uit en iedereen gaat z'n gang: zonnen, lezen, de zee of één van de zwembaden van het hotel. Als ik naar het strand loop struikel ik bijna over danspaartjes die les krijgen in de Dominicaanse merengue, gewoon op het strand. In badkleding gehuld bewegen hun heupen soepel tegen elkaar aan. We lunchen wat later pal aan zee en genieten van de ambiance van ons hotel. (zie ons fotoalbum) De zwembaden, Spaanstalige tropische muziek uit de boxen, de in de wind wiegende palmen, de bediening en het uitzicht op de levendige baai van Acapulco met jet ski's, jachten, waterski's en bananen achter motorbootjes. In het licht van de volle maan en vele kaarsen wordt er die avond een romantisch trouwfeest gegeven op het strand. De volgende dag hetzelfde menu voor ons. We doen deze dag echter óók mee aan een volleybaltoernooi op het strand. Het zand wordt natgespoten anders verbranden onze voetjes. We maken geen schijn van kans; Matthias, ik en vier van onze kinderen. Maar de kinderen genieten volop en volgens mij hebben wij ergens ook nog een verdwaald puntje gescoord. 's Avonds lekker verse vis eten buiten de deur en als de kinderen eenmaal in bed liggen doen we nog even kort mee aan het bruisende nachtleven van Acapulco.
Acapulco, 17 maart 2014
zaterdag 15 maart 2014
Gelukkig?
Neem eens de tijd om na te denken over dingen waar je echt gelukkig van wordt.
- Mary Brantley
Van welke dingen word jij écht gelukkig? Van welke dingen word je niet gelukkig? De eerste dingen die mij spontaan te binnen schieten, om gelukkig van te worden, zijn chocola en een goed diepgaand gesprek met je partner of goede vriendin. Dat laatste kan ik wel wat breder trekken, want ik word sowieso gelukkig van het hebben van vriendinnen. Samen een lachbui hebben of volledige aandacht en interesse. Het delen met elkaar. Het weten dat je er niet alleen voor staat. Dat je altijd op je vriendin kunt bouwen en zij op jou. Ik koester mijn vriendschappen. En als je naar geluksfactoren kijkt om gelukkig te worden, dan staat goed gezelschap heel hoog. Hoe meer tijd je besteedt met anderen, des te gelukkiger je wordt. Sociale contacten zijn een belangrijke bron van geluk. En vriendschap vermindert stress. In tijden van stress hebben vrouwen behoefte om hun zorgen van zich af te kletsen. En dat kletsen heeft een kalmerend effect. Bovendien blijkt uit onderzoek dat ouderen met meer vrienden beduidend minder kans hebben om te overlijden dan hun leeftijdgenoten met minder vriendschappen. En qua vriendschappen scoor ik (als ik dat van mezelf mag zeggen) persoonlijk best hoog op de ladder, want ik leg makkelijk contact en ga soepel met anderen om. Ik denk eigenlijk dat dit ook een vereiste is voor een “expatvrouw” zoals ik, want ik ben al meerdere keren mijn leven opnieuw begonnen in een vreemd land. Heel eenvoudig is het om contact te maken door mensen te groeten en een praatje te maken. Lachen trekt altijd andere mensen aan. En positieve contacten verhogen weer je geluksgevoel. Op yoga leren wij tijdens het mediteren om dankbaar te zijn. Dankbaar voor alles om je heen. Het begint al om dankbaar te zijn voor je lieve partner en gezonde kinderen. En mijn ervaring met je dankbaar voelen is dat je je ook heel gelukkig gaat voelen. Geluk is een gevoel, het zit tussen je oren. Het heeft minstens zoveel te maken met hoe je denkt als met wat je overkomt. Ik ben een optimist en bijna alles wat me overkomt interpreteer ik positief. Op yoga leren we ook in het hier en nu te leven. Met je volle aandacht betrokken zijn bij wat je doet. Ook dat maakt gelukkig. Veel mensen denken "ik word gelukkig als..." (ik een mooi huis heb, een hoger inkomen, de prins op het witte paard). Maar geluk ligt in het hier en nu. Je wordt niet zozeer gelukkig van het bereiken van je doelen, maar van prettig bezig zijn met betekenisvolle activiteiten. Gelukkige mensen waarderen het geluksgevoel. Ik ben me heel bewust van geluksmomenten. Geluk is veel belangrijker dan bijvoorbeeld geld, status of succes. Het komt uiteindelijk neer op je houding in het leven en heeft weinig te maken met materialistische zaken – of het moet om chocola gaan?
Over geluksgevoel gesproken. Onverwachts en spontaan hebben we een weekend naar Acapulco gepland. Dit lange weekend zullen wij in de meest swingende, meest bekende en meest populaire badplaats van de jaren ’50, ’60 en ’70 zijn. Acapulco, de koningin onder de Mexicaanse badplaatsen. Vele beroemdheden hebben hier hun strandvakanties doorgebracht. Betoverende witte stranden, een bruisend nachtleven… Ons hotel staat pal aan het strand van de bekende baai van Acapulco. Acapulco here we come!
- Mary Brantley
Van welke dingen word jij écht gelukkig? Van welke dingen word je niet gelukkig? De eerste dingen die mij spontaan te binnen schieten, om gelukkig van te worden, zijn chocola en een goed diepgaand gesprek met je partner of goede vriendin. Dat laatste kan ik wel wat breder trekken, want ik word sowieso gelukkig van het hebben van vriendinnen. Samen een lachbui hebben of volledige aandacht en interesse. Het delen met elkaar. Het weten dat je er niet alleen voor staat. Dat je altijd op je vriendin kunt bouwen en zij op jou. Ik koester mijn vriendschappen. En als je naar geluksfactoren kijkt om gelukkig te worden, dan staat goed gezelschap heel hoog. Hoe meer tijd je besteedt met anderen, des te gelukkiger je wordt. Sociale contacten zijn een belangrijke bron van geluk. En vriendschap vermindert stress. In tijden van stress hebben vrouwen behoefte om hun zorgen van zich af te kletsen. En dat kletsen heeft een kalmerend effect. Bovendien blijkt uit onderzoek dat ouderen met meer vrienden beduidend minder kans hebben om te overlijden dan hun leeftijdgenoten met minder vriendschappen. En qua vriendschappen scoor ik (als ik dat van mezelf mag zeggen) persoonlijk best hoog op de ladder, want ik leg makkelijk contact en ga soepel met anderen om. Ik denk eigenlijk dat dit ook een vereiste is voor een “expatvrouw” zoals ik, want ik ben al meerdere keren mijn leven opnieuw begonnen in een vreemd land. Heel eenvoudig is het om contact te maken door mensen te groeten en een praatje te maken. Lachen trekt altijd andere mensen aan. En positieve contacten verhogen weer je geluksgevoel. Op yoga leren wij tijdens het mediteren om dankbaar te zijn. Dankbaar voor alles om je heen. Het begint al om dankbaar te zijn voor je lieve partner en gezonde kinderen. En mijn ervaring met je dankbaar voelen is dat je je ook heel gelukkig gaat voelen. Geluk is een gevoel, het zit tussen je oren. Het heeft minstens zoveel te maken met hoe je denkt als met wat je overkomt. Ik ben een optimist en bijna alles wat me overkomt interpreteer ik positief. Op yoga leren we ook in het hier en nu te leven. Met je volle aandacht betrokken zijn bij wat je doet. Ook dat maakt gelukkig. Veel mensen denken "ik word gelukkig als..." (ik een mooi huis heb, een hoger inkomen, de prins op het witte paard). Maar geluk ligt in het hier en nu. Je wordt niet zozeer gelukkig van het bereiken van je doelen, maar van prettig bezig zijn met betekenisvolle activiteiten. Gelukkige mensen waarderen het geluksgevoel. Ik ben me heel bewust van geluksmomenten. Geluk is veel belangrijker dan bijvoorbeeld geld, status of succes. Het komt uiteindelijk neer op je houding in het leven en heeft weinig te maken met materialistische zaken – of het moet om chocola gaan?
Over geluksgevoel gesproken. Onverwachts en spontaan hebben we een weekend naar Acapulco gepland. Dit lange weekend zullen wij in de meest swingende, meest bekende en meest populaire badplaats van de jaren ’50, ’60 en ’70 zijn. Acapulco, de koningin onder de Mexicaanse badplaatsen. Vele beroemdheden hebben hier hun strandvakanties doorgebracht. Betoverende witte stranden, een bruisend nachtleven… Ons hotel staat pal aan het strand van de bekende baai van Acapulco. Acapulco here we come!
zondag 9 maart 2014
Geofferde kindertjes
“With endless time, nothing is special. With no loss or sacrifice, we can’t appreciate what we have”
― Mitch Albom
Door oude verstofte dorpjes rijden we. Dorpjes waar de echte cowboys nog met een cowboyhoed op een paard rijden, waar kilo’s sinaasappels nog in een oud vrachtwagentje aangeboden worden en waar de varkens in z’n geheel aan de haak hangen, buiten in het volle zonlicht. Mark, mijn tante en ik zijn op weg naar oude piramides. Mijn tante geniet van de omgeving. De eerste piramide die we bezoeken is heel bijzonder en zeker het bezoeken waard. Het bevat fresco’s van de Maya indianen die nog helemaal intact zijn. Nauwelijks verbleekt door de zon. Je ziet gedetailleerde afbeeldingen van dieren en mensen met prachtige kleding zoals verentooien en jaguarhuiden aan. (zie ons fotoalbum) Dat de fresco’s niet verbleekt zijn komt omdat deze piramide pas in 1975 per toeval ontdekt is. Daarvoor lagen de fresco’s onder het puin en ik stel me zo voor onder lagen zand waar in de honderden jaren daarna gewoon weer struiken en cactussen op zijn gaan groeien. De piramide is rond het jaar 1000 verlaten door de Maya’s vanwege aanvallen door andere indianen, de Chichimeken. Omdat de fresco’s bovenop de piramide aangebracht waren en het voor mijn tante onmogelijk was om al die trappen op te klimmen, heeft zij ze alleen op onze foto’s kunnen bewonderen. De andere piramides die we daarna bezochten zijn al drieduizend jaar oud: een observatorium, de piramide van de slang, piramide van de vulkanen en piramide van de bloemen. Deze piramides lagen twee kilometer verderop. Toen we met de auto arriveerden doken mijn tante en ik meteen een klein museumpje in en daar riepen we steeds “Oooh” en "Aaah” want er lagen tientallen intacte beeldjes, sieraden, potten, kruiken en nog meer mooie beelden en speerpunten die men rondom deze piramides gevonden had. Er was helemaal niemand, geen bezoekers maar ook geen oppasser. Buiten stonden ook grote antieke beelden geëxposeerd en door het gebrek aan bewaking waren er al twee gestolen. Mark en ik zijn samen de piramide van de bloemen opgeklommen. Deze piramide was gewijd aan de vruchtbaarheidsgoden. Er zijn stoffelijke resten van tientallen geofferde kindertjes gevonden. Na wat foto’s met z’n drietjes zijn we gaan eten in het dichtbij gelegen stadje Tlaxcala.
Toen we door Guatemala reisden afgelopen zomer zag ik de leukste gekleurde tuinstoeltjes en bankjes langs de weg staan. Ze waren van plastic waslijn gemaakt in de meest mooie en vrolijke kleurtjes. Ik zei tegen Mark dat als we ze ergens langs de weg verkocht zagen worden dan wilde ik wat stoeltjes mee nemen. En toen zagen we ze natuurlijk niet meer. En nu, afgelopen weekend, toen we van bergdorp Atlixco naar huis reden stonden ze daar. In verschillende vrolijke kleuren werden ze langs de weg aangeboden. We zijn gestopt en ik viel voor paars en oranje. Ook een blauw bankje kon mijn goedkeuring weg dragen, maar die paste gewoonweg niet meer in de achterbak van de auto. Helemaal blij ben ik nu met mijn vrolijke zitstoeltjes in de voortuin. En wie weet…rijden we nog eens terug om het blauwe bankje mee te nemen! De aanleiding dat we hier reden op deze zondag was omdat mijn tante ons uitgenodigd had voor een uitgebreide lunch op een oude hacienda in bergstadje Atlixco. Op zondag serveren ze buiten in een grote tropische tuin een buffet en dat was een festijn. (zie ons fotoalbum) Overal stonden tafels en buitenkeukentjes waar maaltijden aangeboden werden zoals pastagerechten, vlees of vis van de grill of Mexicaanse gevulde tortilla’s. Tafels vol met zalm, garnalen, salades en allerlei bijgerechten, En dan ook nog… een aantal nagerechten zoals worteltjestaart, jell-O, pudding en chocoladebonbonnetjes. We hebben er de hele middag doorgebracht. Prachtige pauwen liepen tussen de tafeltjes door en een mooie zwarte elegante zwaan zwom in een vijvertje. Wat een onvergetelijke plek! Ook onvergetelijk was dat Mark en mijn tante op de terugweg keihard André Hazes mee blèrden – met de ramen van de auto wijd open! Ik zat met onze drie meiden op één achterbank gepropt vanwege die tuinstoelen. En de meiden wilden wel ónder die bank kruipen, van schaamte…
― Mitch Albom
Door oude verstofte dorpjes rijden we. Dorpjes waar de echte cowboys nog met een cowboyhoed op een paard rijden, waar kilo’s sinaasappels nog in een oud vrachtwagentje aangeboden worden en waar de varkens in z’n geheel aan de haak hangen, buiten in het volle zonlicht. Mark, mijn tante en ik zijn op weg naar oude piramides. Mijn tante geniet van de omgeving. De eerste piramide die we bezoeken is heel bijzonder en zeker het bezoeken waard. Het bevat fresco’s van de Maya indianen die nog helemaal intact zijn. Nauwelijks verbleekt door de zon. Je ziet gedetailleerde afbeeldingen van dieren en mensen met prachtige kleding zoals verentooien en jaguarhuiden aan. (zie ons fotoalbum) Dat de fresco’s niet verbleekt zijn komt omdat deze piramide pas in 1975 per toeval ontdekt is. Daarvoor lagen de fresco’s onder het puin en ik stel me zo voor onder lagen zand waar in de honderden jaren daarna gewoon weer struiken en cactussen op zijn gaan groeien. De piramide is rond het jaar 1000 verlaten door de Maya’s vanwege aanvallen door andere indianen, de Chichimeken. Omdat de fresco’s bovenop de piramide aangebracht waren en het voor mijn tante onmogelijk was om al die trappen op te klimmen, heeft zij ze alleen op onze foto’s kunnen bewonderen. De andere piramides die we daarna bezochten zijn al drieduizend jaar oud: een observatorium, de piramide van de slang, piramide van de vulkanen en piramide van de bloemen. Deze piramides lagen twee kilometer verderop. Toen we met de auto arriveerden doken mijn tante en ik meteen een klein museumpje in en daar riepen we steeds “Oooh” en "Aaah” want er lagen tientallen intacte beeldjes, sieraden, potten, kruiken en nog meer mooie beelden en speerpunten die men rondom deze piramides gevonden had. Er was helemaal niemand, geen bezoekers maar ook geen oppasser. Buiten stonden ook grote antieke beelden geëxposeerd en door het gebrek aan bewaking waren er al twee gestolen. Mark en ik zijn samen de piramide van de bloemen opgeklommen. Deze piramide was gewijd aan de vruchtbaarheidsgoden. Er zijn stoffelijke resten van tientallen geofferde kindertjes gevonden. Na wat foto’s met z’n drietjes zijn we gaan eten in het dichtbij gelegen stadje Tlaxcala.
Toen we door Guatemala reisden afgelopen zomer zag ik de leukste gekleurde tuinstoeltjes en bankjes langs de weg staan. Ze waren van plastic waslijn gemaakt in de meest mooie en vrolijke kleurtjes. Ik zei tegen Mark dat als we ze ergens langs de weg verkocht zagen worden dan wilde ik wat stoeltjes mee nemen. En toen zagen we ze natuurlijk niet meer. En nu, afgelopen weekend, toen we van bergdorp Atlixco naar huis reden stonden ze daar. In verschillende vrolijke kleuren werden ze langs de weg aangeboden. We zijn gestopt en ik viel voor paars en oranje. Ook een blauw bankje kon mijn goedkeuring weg dragen, maar die paste gewoonweg niet meer in de achterbak van de auto. Helemaal blij ben ik nu met mijn vrolijke zitstoeltjes in de voortuin. En wie weet…rijden we nog eens terug om het blauwe bankje mee te nemen! De aanleiding dat we hier reden op deze zondag was omdat mijn tante ons uitgenodigd had voor een uitgebreide lunch op een oude hacienda in bergstadje Atlixco. Op zondag serveren ze buiten in een grote tropische tuin een buffet en dat was een festijn. (zie ons fotoalbum) Overal stonden tafels en buitenkeukentjes waar maaltijden aangeboden werden zoals pastagerechten, vlees of vis van de grill of Mexicaanse gevulde tortilla’s. Tafels vol met zalm, garnalen, salades en allerlei bijgerechten, En dan ook nog… een aantal nagerechten zoals worteltjestaart, jell-O, pudding en chocoladebonbonnetjes. We hebben er de hele middag doorgebracht. Prachtige pauwen liepen tussen de tafeltjes door en een mooie zwarte elegante zwaan zwom in een vijvertje. Wat een onvergetelijke plek! Ook onvergetelijk was dat Mark en mijn tante op de terugweg keihard André Hazes mee blèrden – met de ramen van de auto wijd open! Ik zat met onze drie meiden op één achterbank gepropt vanwege die tuinstoelen. En de meiden wilden wel ónder die bank kruipen, van schaamte…
zaterdag 1 maart 2014
Besje
Zij die veel liefhebben worden nooit oud. Het is mogelijk dat zij sterven van ouderdom, maar zij sterven jong.
- Arthur Wing Pinero
besje zn. ‘oude vrouw’ Besje betekent ook grootmoeder en is ontstaan uit bestje, het verkleinwoord van best. Dat weer ‘grootmoeder; oude, afgeleefde vrouw’ betekent. Bestje is een verkorting van bestemoer ‘grootmoeder’. Daarnaast bestaat er ook bestevaar ‘grootvader, voorvader’. Wij hebben nu dus een oud besje in huis. Mijn tante is echter heel erg bij de tijd, leest de krant online op onze iPad, kent veel tropisch fruit dat hier te koop is uit haar Indië-tijd, volgt mijn yoga lessen en rijdt thuis nog auto. Het is voor mij heel erg leuk om tijd met haar door te brengen, want haar geheugen heeft haar nog niet in de steek gelaten. En dat betekent dat er oorlogsverhalen op tafel komen zoals zij dat beleefd heeft en wat mijn opa en oma mee gemaakt hebben. Ze was tijdens de oorlogsjaren tussen de negen en veertien jaar oud. Ze vertelt me dat mijn oma geen ausweis had om in Den Helder te blijven wonen en daarom de ramen van haar huis dicht getimmerd had en eigenlijk illegaal daar bleef wonen met haar twee dochters. Mijn moeder is van na de oorlog. Mijn opa die bij de marine werkte zat op een onafgemaakte onderzeeboot die vanwege de Duitsers met spoed naar Engeland gevaren moest worden. Mijn opa zou alle vijf oorlogsjaren niet naar huis keren, maar uiteindelijk wel een heldenmedaille van koningin Wilhelmina in ontvangst mogen nemen hiervoor. Mijn oma had geen recht op voedselbonnen, omdat ze helemaal niet in Den Helder mocht zijn, en daarom moest mijn tante als kind elke dag de stad uit om bij de boeren eten te ritselen. Ook tijdens de ijskoude winters. Mijn oma werd helaas gesnapt en werd met haar dochters de stad uit gezet. Na een tijd in Anna Paulowna bij familie ingewoond te hebben is mijn oma heldhaftig met een vals ausweis weer terug gekeerd naar haar eigen huis. Zo hoorde ik ook voor het eerst van mijn leven dat ik Joods bloed bezit. De meisjesnaam van mijn oma blijkt een Joodse naam te zijn. Toen tijdens het tweede jaar van de oorlog de Joodse kinderen van school moesten in Amsterdam, moest mijn tante haar moeder mee naar school nemen omdat de onderwijzer vermoedde dat ze Joods waren. Mijn oma kon gelukkig verkopen dat het niet zo was, ook al was er wel een kern van waarheid. Mijn tante mocht op school blijven. Zo hoorde ik ook dat mijn oma en haar dochters bij het bombardement in Rotterdam twee straten verderop woonden van de ramp plek. Ze zijn opgevangen door een hulpdienst van de marine waar mijn opa werkte en met bussen naar Amsterdam vervoerd waar familie van ons woonde.
En zo keer ik samen met mijn tante regelmatig terug in de tijd. Ook zonder haar vertellingen keer ik terug in de tijd. We hebben samen kaarsjes gebrand in de mooie Santa Domingo kerk. (zie ons fotoalbum) Hoe mijn tante schuifelt door de gangen van ons huis, precies hetzelfde geluid als het geschuifel van mijn oma destijds in mijn ouderlijk huis. Haar stem heeft veel weg van de stem van mijn oma en zeker als ze dezelfde woordjes in haar verhaal gebruikt zoals mijn oma dat altijd deed. Zoals “kruidenier” of “afijn” om een verhaal samen te vatten. Als ik naar haar ogen, haar wangen en handen kijk zie ik die van mijn oma en ik bedenk me dat mijn moeder er waarschijnlijk ook zo uit gezien had als ze langer bij ons had mogen blijven.
- Arthur Wing Pinero
besje zn. ‘oude vrouw’ Besje betekent ook grootmoeder en is ontstaan uit bestje, het verkleinwoord van best. Dat weer ‘grootmoeder; oude, afgeleefde vrouw’ betekent. Bestje is een verkorting van bestemoer ‘grootmoeder’. Daarnaast bestaat er ook bestevaar ‘grootvader, voorvader’. Wij hebben nu dus een oud besje in huis. Mijn tante is echter heel erg bij de tijd, leest de krant online op onze iPad, kent veel tropisch fruit dat hier te koop is uit haar Indië-tijd, volgt mijn yoga lessen en rijdt thuis nog auto. Het is voor mij heel erg leuk om tijd met haar door te brengen, want haar geheugen heeft haar nog niet in de steek gelaten. En dat betekent dat er oorlogsverhalen op tafel komen zoals zij dat beleefd heeft en wat mijn opa en oma mee gemaakt hebben. Ze was tijdens de oorlogsjaren tussen de negen en veertien jaar oud. Ze vertelt me dat mijn oma geen ausweis had om in Den Helder te blijven wonen en daarom de ramen van haar huis dicht getimmerd had en eigenlijk illegaal daar bleef wonen met haar twee dochters. Mijn moeder is van na de oorlog. Mijn opa die bij de marine werkte zat op een onafgemaakte onderzeeboot die vanwege de Duitsers met spoed naar Engeland gevaren moest worden. Mijn opa zou alle vijf oorlogsjaren niet naar huis keren, maar uiteindelijk wel een heldenmedaille van koningin Wilhelmina in ontvangst mogen nemen hiervoor. Mijn oma had geen recht op voedselbonnen, omdat ze helemaal niet in Den Helder mocht zijn, en daarom moest mijn tante als kind elke dag de stad uit om bij de boeren eten te ritselen. Ook tijdens de ijskoude winters. Mijn oma werd helaas gesnapt en werd met haar dochters de stad uit gezet. Na een tijd in Anna Paulowna bij familie ingewoond te hebben is mijn oma heldhaftig met een vals ausweis weer terug gekeerd naar haar eigen huis. Zo hoorde ik ook voor het eerst van mijn leven dat ik Joods bloed bezit. De meisjesnaam van mijn oma blijkt een Joodse naam te zijn. Toen tijdens het tweede jaar van de oorlog de Joodse kinderen van school moesten in Amsterdam, moest mijn tante haar moeder mee naar school nemen omdat de onderwijzer vermoedde dat ze Joods waren. Mijn oma kon gelukkig verkopen dat het niet zo was, ook al was er wel een kern van waarheid. Mijn tante mocht op school blijven. Zo hoorde ik ook dat mijn oma en haar dochters bij het bombardement in Rotterdam twee straten verderop woonden van de ramp plek. Ze zijn opgevangen door een hulpdienst van de marine waar mijn opa werkte en met bussen naar Amsterdam vervoerd waar familie van ons woonde.
En zo keer ik samen met mijn tante regelmatig terug in de tijd. Ook zonder haar vertellingen keer ik terug in de tijd. We hebben samen kaarsjes gebrand in de mooie Santa Domingo kerk. (zie ons fotoalbum) Hoe mijn tante schuifelt door de gangen van ons huis, precies hetzelfde geluid als het geschuifel van mijn oma destijds in mijn ouderlijk huis. Haar stem heeft veel weg van de stem van mijn oma en zeker als ze dezelfde woordjes in haar verhaal gebruikt zoals mijn oma dat altijd deed. Zoals “kruidenier” of “afijn” om een verhaal samen te vatten. Als ik naar haar ogen, haar wangen en handen kijk zie ik die van mijn oma en ik bedenk me dat mijn moeder er waarschijnlijk ook zo uit gezien had als ze langer bij ons had mogen blijven.
zaterdag 22 februari 2014
Verboden te zoenen en handen te schudden
How glorious a greeting the sun gives the mountains!
- John Muir
Op de radio horen we de laatste tijd dagelijks een spotje van de Mexicaanse overheid dat automedicatie niet goed voor je is. Hier in México zijn vrijwel alle medicijnen gewoon over de toonbank verkrijgbaar. Vaak wel heel kostbaar, vooral als ze uit het buitenland komen, maar verkrijgbaar zonder recept van de dokter. Ik heb me daar vanaf het begin dat we hier wonen al over verbaasd. Ik hoef nóóit een recept van mijn dokter te overleggen voor de medicijnen die ik slik voor mijn auto-immuunziekte. En dat zijn toch heftige medicijnen die afweerreacties van het lichaam onderdrukken met bijwerkingen die goed gecheckt moeten worden in het bloed. Het is natuurlijk wel erg handig voor mij zo zonder receptje, dan hoef ik niet telkens de professor uit Maastricht te vragen. Ik stuur mijn bloedtestresultaten regelmatig per e-mail naar hem toe. En hij checkt de uitslagen. Toen we meer dan een jaar geleden door de jungle reisden had ik een misrekening gemaakt voor mijn pillen met als gevolg dat ik te weinig meegenomen had. En dan is het héél makkelijk dat er in Palenque, midden in de jungle, gewoon over de toonbank imuran verkocht wordt! Op dit moment heerst er griep en verkoudheid in Puebla veroorzaakt door het koude weer. Het gaat om het beruchte griepvirus H1N1, oftewel de Mexicaanse griep. Er zijn dit jaar meer dan drieduizend gevallen van griep gemeld in heel México en minstens 410 mensen zijn ondertussen overleden aan deze griep. Om me heen zie ik dat vooral op de lagere school de kinderen veel grieperig zijn en de meeste ouders laten het zieke kind meteen testen op het virus. Bij Inden op school, Junior High, lag een meisje onlangs in het ziekenhuis met deze enge griep. Er wordt aangeraden veel je handen te wassen, je handen te desinfecteren met alcohol en te niezen in de holte van je arm. Ik zie mensen ook wel weer lopen met de bekende lichtblauwe mondkapjes voor hun mond. Toen de verschrikkelijke epidemie in 2009 hier startte was dat in de staat Veracruz. Deze staat heeft nu nauwelijks meldingen van griep. De meeste meldingen zijn in het midden van het land, rondom de hoofdstad. Onze staat Puebla heeft eind januari het eerste sterfgeval gemeld. Toch lees ik dat ook in The States en in Canada het griepseizoen is aangevangen met een groeiend aantal doden ten gevolge van de H1N1 griep virus. Mijn vriendin liet een bericht van de Mexicaanse overheid zien op haar telefoon. Er werd met nadruk gevraagd niet meer te zoenen als begroeting en liever ook geen handen te schudden. En ik merk dat dát heel erg moeilijk is om vol te houden hier. Er wordt de hele dag gezoend, omhelsd en gekust. Mijn kapper, yoga juf, orthodontist, huisbaas, schoolpleinmoeders en zelfs hun kindjes kussen me. Dat is de Latijns-Amerikaanse manier om elkaar te begroeten en dat doorbreek je kennelijk niet met een angstaanjagend bericht van de overheid.
Soms kom je in je leven mensen tegen die een voorbeeld voor je kunnen zijn. Die inspireren. Ik heb dat zo nu en dan met oude mensen die een sprankelende uitstraling hebben en heerlijk positief in het leven staan. Soms hebben ze lieve pretoogjes die stralen. Dan hoop ik dat ik later ook op die manier oud mag worden. Zulke actieve oudjes met een positieve levenshouding zijn er niet zo heel erg veel. En ik heb het geluk er één in mijn familie te hebben en ze komt ook nog bij ons logeren in México! Mijn eigen moeder heeft helaas helemaal niet oud mogen worden, maar haar oudste zus is al 83 jaar oud. En ze is in het vliegtuig gestapt om ons op te zoeken, samen tijd door te brengen met oude familieverhalen en om leuke dagtrips te maken in de omgeving. Hoe ondernemend is dat! Ze heeft haar hele leven gereisd en heeft lang geleden met haar ouders maar ook met wijlen haar echtgenoot in Nederlands-Indië gewoond. Ze heeft zelfs op deze hoge leeftijd nog contact met vriendinnen die in het buitenland wonen en die zoekt ze ook nog op. En de vriendinnen zoeken haar ook op. De realiteit is dat haar reisvriendinnen ondertussen ook oude besjes zijn geworden en er vallen er steeds meer weg. Toen ze me dat eens een keer schreef heb ik haar uitgenodigd om naar México af te reizen. En ze heeft inderdaad niet lang daarna een vliegticket gekocht. Ze heeft ons heel lief om een Nederlands boodschappenlijstje gevraagd en ze is een paar dagen bezig geweest met de voorbereidingen om haar koffer te vullen. Ik vind het sowieso bewonderenswaardig dat ze op deze leeftijd zo goed met de computer om kan gaan. Ze schrijft lange brieven vol positieve verhalen en bezoekt regelmatig mijn blog. Toen ze tachtig werd waren wij van de partij op haar feest. En toen kwam ik erachter dat mijn tante nog midden in het leven staat. Ze heeft zoveel vriendinnen om zich heen! Er kwamen zelfs vriendinnen voor haar verjaardag overvliegen uit het buitenland. Ik zie ook wel overeenkomsten tussen ons hoor. Het wonen in het buitenland natuurlijk en daardoor het hebben van buitenlandse vriendinnen, het dol zijn op reizen, passie voor avontuur, we hebben zelfs dezelfde oogziekte, altijd veel fijne vriendinnen om ons heen verzameld en tot slot een positieve levenshouding. Ze is mijn inspirerende toonbeeld om oud te worden.
- John Muir
Op de radio horen we de laatste tijd dagelijks een spotje van de Mexicaanse overheid dat automedicatie niet goed voor je is. Hier in México zijn vrijwel alle medicijnen gewoon over de toonbank verkrijgbaar. Vaak wel heel kostbaar, vooral als ze uit het buitenland komen, maar verkrijgbaar zonder recept van de dokter. Ik heb me daar vanaf het begin dat we hier wonen al over verbaasd. Ik hoef nóóit een recept van mijn dokter te overleggen voor de medicijnen die ik slik voor mijn auto-immuunziekte. En dat zijn toch heftige medicijnen die afweerreacties van het lichaam onderdrukken met bijwerkingen die goed gecheckt moeten worden in het bloed. Het is natuurlijk wel erg handig voor mij zo zonder receptje, dan hoef ik niet telkens de professor uit Maastricht te vragen. Ik stuur mijn bloedtestresultaten regelmatig per e-mail naar hem toe. En hij checkt de uitslagen. Toen we meer dan een jaar geleden door de jungle reisden had ik een misrekening gemaakt voor mijn pillen met als gevolg dat ik te weinig meegenomen had. En dan is het héél makkelijk dat er in Palenque, midden in de jungle, gewoon over de toonbank imuran verkocht wordt! Op dit moment heerst er griep en verkoudheid in Puebla veroorzaakt door het koude weer. Het gaat om het beruchte griepvirus H1N1, oftewel de Mexicaanse griep. Er zijn dit jaar meer dan drieduizend gevallen van griep gemeld in heel México en minstens 410 mensen zijn ondertussen overleden aan deze griep. Om me heen zie ik dat vooral op de lagere school de kinderen veel grieperig zijn en de meeste ouders laten het zieke kind meteen testen op het virus. Bij Inden op school, Junior High, lag een meisje onlangs in het ziekenhuis met deze enge griep. Er wordt aangeraden veel je handen te wassen, je handen te desinfecteren met alcohol en te niezen in de holte van je arm. Ik zie mensen ook wel weer lopen met de bekende lichtblauwe mondkapjes voor hun mond. Toen de verschrikkelijke epidemie in 2009 hier startte was dat in de staat Veracruz. Deze staat heeft nu nauwelijks meldingen van griep. De meeste meldingen zijn in het midden van het land, rondom de hoofdstad. Onze staat Puebla heeft eind januari het eerste sterfgeval gemeld. Toch lees ik dat ook in The States en in Canada het griepseizoen is aangevangen met een groeiend aantal doden ten gevolge van de H1N1 griep virus. Mijn vriendin liet een bericht van de Mexicaanse overheid zien op haar telefoon. Er werd met nadruk gevraagd niet meer te zoenen als begroeting en liever ook geen handen te schudden. En ik merk dat dát heel erg moeilijk is om vol te houden hier. Er wordt de hele dag gezoend, omhelsd en gekust. Mijn kapper, yoga juf, orthodontist, huisbaas, schoolpleinmoeders en zelfs hun kindjes kussen me. Dat is de Latijns-Amerikaanse manier om elkaar te begroeten en dat doorbreek je kennelijk niet met een angstaanjagend bericht van de overheid.
Soms kom je in je leven mensen tegen die een voorbeeld voor je kunnen zijn. Die inspireren. Ik heb dat zo nu en dan met oude mensen die een sprankelende uitstraling hebben en heerlijk positief in het leven staan. Soms hebben ze lieve pretoogjes die stralen. Dan hoop ik dat ik later ook op die manier oud mag worden. Zulke actieve oudjes met een positieve levenshouding zijn er niet zo heel erg veel. En ik heb het geluk er één in mijn familie te hebben en ze komt ook nog bij ons logeren in México! Mijn eigen moeder heeft helaas helemaal niet oud mogen worden, maar haar oudste zus is al 83 jaar oud. En ze is in het vliegtuig gestapt om ons op te zoeken, samen tijd door te brengen met oude familieverhalen en om leuke dagtrips te maken in de omgeving. Hoe ondernemend is dat! Ze heeft haar hele leven gereisd en heeft lang geleden met haar ouders maar ook met wijlen haar echtgenoot in Nederlands-Indië gewoond. Ze heeft zelfs op deze hoge leeftijd nog contact met vriendinnen die in het buitenland wonen en die zoekt ze ook nog op. En de vriendinnen zoeken haar ook op. De realiteit is dat haar reisvriendinnen ondertussen ook oude besjes zijn geworden en er vallen er steeds meer weg. Toen ze me dat eens een keer schreef heb ik haar uitgenodigd om naar México af te reizen. En ze heeft inderdaad niet lang daarna een vliegticket gekocht. Ze heeft ons heel lief om een Nederlands boodschappenlijstje gevraagd en ze is een paar dagen bezig geweest met de voorbereidingen om haar koffer te vullen. Ik vind het sowieso bewonderenswaardig dat ze op deze leeftijd zo goed met de computer om kan gaan. Ze schrijft lange brieven vol positieve verhalen en bezoekt regelmatig mijn blog. Toen ze tachtig werd waren wij van de partij op haar feest. En toen kwam ik erachter dat mijn tante nog midden in het leven staat. Ze heeft zoveel vriendinnen om zich heen! Er kwamen zelfs vriendinnen voor haar verjaardag overvliegen uit het buitenland. Ik zie ook wel overeenkomsten tussen ons hoor. Het wonen in het buitenland natuurlijk en daardoor het hebben van buitenlandse vriendinnen, het dol zijn op reizen, passie voor avontuur, we hebben zelfs dezelfde oogziekte, altijd veel fijne vriendinnen om ons heen verzameld en tot slot een positieve levenshouding. Ze is mijn inspirerende toonbeeld om oud te worden.
zondag 16 februari 2014
Pijn in mijn buik
Loslaten, betekent tijdelijk het houvast verliezen. Niet loslaten betekent voor altijd het houvast verliezen.
- Sören Kierkegaard
“Mama, ik zat ook nog op een banaan vandaag zoals in de vakantie”, zei ze door de telefoon. “Maar het was een kleintje, ze noemen het hier een hotdog, en hij hing achter een waterscooter.” Onze jongste dochter van negen jaar logeert ergens aan een meer: we weten niet waar en we weten niet bij wie. Ik kon er die nacht slecht van slapen en voelde me heel onrustig. Dit avontuur begon de dag ervoor op het schoolplein. Maren wilde een nachtje bij vriendinnetje Antonella logeren. Ik had Antonella’s moeder nog nooit ontmoet, want haar chauffeur brengt de kinderen dagelijks naar school. Ik had moeder Issa vooraf laten weten dat ik haar eerst wilde ontmoeten en haar huisadres wilde hebben voordat Maren een nachtje bij hun thuis mocht komen slapen. Ze zou vrijdagmiddag om twee uur op school komen. Ik heb met haar chauffeur, haar muchacha en de kinderen zo’n twintig minuten staan wachten voordat ik de chauffeur vertelde dat ik eigenlijk op hete kolen zat, want ik moest óók nog twee dochters ophalen van andere scholen. “Ze komt er aan, ze is verdwaald, ze is nog nooit op school geweest!” kreeg ik te horen. Ik stuurde Maren’s zussen ondertussen berichtjes dat ik later op hun school kwam vanwege dit voorval. En eindelijk kwam daar een heel klein vrouwtje aan rennen op verschrikkelijk hoge hakken, een spijkerbroek met heel veel scheuren, geblondeerde strengen in haar haar en een zonnebril op. Ze was wat druk, maar beloofde me dat het allemaal veilig en goed was bij haar thuis. Haar schoonvader en zwager woonden er ook. Ik wist niet wat ik ervan moest denken. Ze liet me ooit een keer weten dat ze een opleiding volgde voor yogajuf, maar dat plaatje vond ik niet passen bij haar voorkomen. Ze had haar woonadres al geapp’t beloofde ze op het plein. Dat kon ik pas thuis controleren, ik geloofde haar maar op haar woord. Maren wilde erg graag bij Anto logeren, Anto had al twee keer bij ons gelogeerd, dus ik liet het maar begaan. Op zaterdagochtend kon ik moeder Issa niet bereiken, het geluid van haar telefoon deed het niet. App’en kon wel. Ze liet me weten dat Maren mee wilde naar een rancho van vrienden, een uur rijden van Puebla. Ik sprak met Maren via een ander telefoonnummer van haar (!) en Maren klonk niet heel enthousiast dus ik blies dat feestje af. Ik zou Maren binnen een kwartiertje ophalen. Maar vlakbij hun huis werd ik nogmaals gebeld door moeder Issa dat Maren wél graag meewilde. Met een beetje tegenzin ben ik weer huiswaarts gekeerd. Er werd tussen neus en lippen door vermeld dat ze wellicht bleven logeren bij die vrienden op de rancho. En dat gebeurde dus. Moeder Issa belde zaterdagavond heel kort van de rancho – haar batterij was bijna leeg – dat ze pas zondag weer thuis kwamen. Ik kreeg Maren kort aan de lijn en ze vertelde het waterscooterverhaal. Ik kon moeder Issa telefonisch niet meer bereiken en ik zou zondag horen hoe laat ze weer thuis waren. Ik heb die nacht slecht geslapen. Eindelijk werd ik zondagochtend laat gebeld dat ze bijna in Puebla waren en dat we Maren konden ophalen. Razendsnel reden Mark en ik naar hun huis. Maren stond daar keimoe met donkere wallen onder haar ogen, verwilderd haar, met een groot gat in haar maillot, een schaafwond op haar arm en een flinke kras onder haar oog te wachten. Ze heeft het verschrikkelijk leuk gehad: het huis stond aan een meer, er was een zwembad bij, ook pasgeboren geitjes en een paard waar ze op gezeten hebben. Dit was voorlopig even de laatste keer dat onze kleinste ergens gelogeerd heeft, ik heb er mijn buik van vol.
Leverstenen. Ze veroorzaken niet echt duidelijke symptomen. Je moet meer denken aan vermoeidheid, gewichtstoename, spijsverteringsklachten, hoog cholesterol en zo. Vage klachten. Je lever draagt zorg voor ontgifting van je lichaam. Je lever is het tweede knapste orgaan, naast de hersenen, van het gehele menselijk lichaam. Het doodt schadelijke ziektekiemen en maakt chemische stoffen onschadelijk. Leverstenen kunnen dan ook ontstaan door te weinig water drinken, overmatig gebruik van geneesmiddelen, te weinig lichaamsbeweging en teveel stress en natuurlijk door overmatig gebruik van alcohol, drugs of roken. In mijn persoonlijke geval denk ik aan te weinig water drinken en gebruik van medicijnen. Een milde leverreiniging is dus op zijn plaats. Ik heb voor ons vertrek naar México een bekende homeopathische en bioresonantie arts bezocht. Ik kreeg van hem zelfgemaakte bioresonantie korreltjes mee waarop hij virtuele geluidsfrequenties heeft gezet. Deze helpen de steentjes te vergruizen of helpen ze weer op te lossen in de galstroom. Veel mensen combineren deze resonantiekuur met de zogenaamde “heet water kuur”. Je drinkt dan ongeveer drie weken een liter zelfgemaakte verse gemberthee per dag. Gember heeft een kalmerende en rustgevende smaak met een beetje pit waardoor je alert en kalm blijft. De thee maak je door een theelepel geraspte verse gember twintig minuten te koken in 1200 milliliter water. De liter gemberthee die overblijft schenk je in een thermoskan om gedurende de dag warm leeg te drinken. Dit zet de lever heel sterk aan tot beter doorstromen. Op deze manier raak je binnen enkele weken alle leverstenen kwijt. Ook galstenen kunnen op deze manier geheel opgeruimd worden. Toen ik tijdens mijn zwangerschappen extreem misselijk was nam ik ook dagelijks gemberpoeder tot me op aanraden van de acupuncturist. Ik ben een week geleden begonnen met de gemberthee en korreltjes en ik heb nog geen groen steentje of gruis gevonden, maar ik merk wel dat ik bijwerkingen van mijn oude medicijnen in mijn lijf waarneem. Ik heb weer onrustige benen van mijn bloedverdunners en weer de onrust van de prednison. Ik vertelde over deze kuur in mijn yoga les en sinds vrijdag is dus mijn hele groep gestart met deze alternatieve kuur, inclusief mijn juf Susana. Alle oude culturen en beschavingen kenden de noodzaak de lever schoon te houden. Er zijn veel bruikbare zuiveringsformules op basis van planten en kruiden voor handen die doorgegeven worden van generatie op generatie of door traditionele healers. Ook hier in México. Geen nieuws onder zon dus. Ik ben heel benieuwd wat zij gaan ervaren!
- Sören Kierkegaard
“Mama, ik zat ook nog op een banaan vandaag zoals in de vakantie”, zei ze door de telefoon. “Maar het was een kleintje, ze noemen het hier een hotdog, en hij hing achter een waterscooter.” Onze jongste dochter van negen jaar logeert ergens aan een meer: we weten niet waar en we weten niet bij wie. Ik kon er die nacht slecht van slapen en voelde me heel onrustig. Dit avontuur begon de dag ervoor op het schoolplein. Maren wilde een nachtje bij vriendinnetje Antonella logeren. Ik had Antonella’s moeder nog nooit ontmoet, want haar chauffeur brengt de kinderen dagelijks naar school. Ik had moeder Issa vooraf laten weten dat ik haar eerst wilde ontmoeten en haar huisadres wilde hebben voordat Maren een nachtje bij hun thuis mocht komen slapen. Ze zou vrijdagmiddag om twee uur op school komen. Ik heb met haar chauffeur, haar muchacha en de kinderen zo’n twintig minuten staan wachten voordat ik de chauffeur vertelde dat ik eigenlijk op hete kolen zat, want ik moest óók nog twee dochters ophalen van andere scholen. “Ze komt er aan, ze is verdwaald, ze is nog nooit op school geweest!” kreeg ik te horen. Ik stuurde Maren’s zussen ondertussen berichtjes dat ik later op hun school kwam vanwege dit voorval. En eindelijk kwam daar een heel klein vrouwtje aan rennen op verschrikkelijk hoge hakken, een spijkerbroek met heel veel scheuren, geblondeerde strengen in haar haar en een zonnebril op. Ze was wat druk, maar beloofde me dat het allemaal veilig en goed was bij haar thuis. Haar schoonvader en zwager woonden er ook. Ik wist niet wat ik ervan moest denken. Ze liet me ooit een keer weten dat ze een opleiding volgde voor yogajuf, maar dat plaatje vond ik niet passen bij haar voorkomen. Ze had haar woonadres al geapp’t beloofde ze op het plein. Dat kon ik pas thuis controleren, ik geloofde haar maar op haar woord. Maren wilde erg graag bij Anto logeren, Anto had al twee keer bij ons gelogeerd, dus ik liet het maar begaan. Op zaterdagochtend kon ik moeder Issa niet bereiken, het geluid van haar telefoon deed het niet. App’en kon wel. Ze liet me weten dat Maren mee wilde naar een rancho van vrienden, een uur rijden van Puebla. Ik sprak met Maren via een ander telefoonnummer van haar (!) en Maren klonk niet heel enthousiast dus ik blies dat feestje af. Ik zou Maren binnen een kwartiertje ophalen. Maar vlakbij hun huis werd ik nogmaals gebeld door moeder Issa dat Maren wél graag meewilde. Met een beetje tegenzin ben ik weer huiswaarts gekeerd. Er werd tussen neus en lippen door vermeld dat ze wellicht bleven logeren bij die vrienden op de rancho. En dat gebeurde dus. Moeder Issa belde zaterdagavond heel kort van de rancho – haar batterij was bijna leeg – dat ze pas zondag weer thuis kwamen. Ik kreeg Maren kort aan de lijn en ze vertelde het waterscooterverhaal. Ik kon moeder Issa telefonisch niet meer bereiken en ik zou zondag horen hoe laat ze weer thuis waren. Ik heb die nacht slecht geslapen. Eindelijk werd ik zondagochtend laat gebeld dat ze bijna in Puebla waren en dat we Maren konden ophalen. Razendsnel reden Mark en ik naar hun huis. Maren stond daar keimoe met donkere wallen onder haar ogen, verwilderd haar, met een groot gat in haar maillot, een schaafwond op haar arm en een flinke kras onder haar oog te wachten. Ze heeft het verschrikkelijk leuk gehad: het huis stond aan een meer, er was een zwembad bij, ook pasgeboren geitjes en een paard waar ze op gezeten hebben. Dit was voorlopig even de laatste keer dat onze kleinste ergens gelogeerd heeft, ik heb er mijn buik van vol.
Leverstenen. Ze veroorzaken niet echt duidelijke symptomen. Je moet meer denken aan vermoeidheid, gewichtstoename, spijsverteringsklachten, hoog cholesterol en zo. Vage klachten. Je lever draagt zorg voor ontgifting van je lichaam. Je lever is het tweede knapste orgaan, naast de hersenen, van het gehele menselijk lichaam. Het doodt schadelijke ziektekiemen en maakt chemische stoffen onschadelijk. Leverstenen kunnen dan ook ontstaan door te weinig water drinken, overmatig gebruik van geneesmiddelen, te weinig lichaamsbeweging en teveel stress en natuurlijk door overmatig gebruik van alcohol, drugs of roken. In mijn persoonlijke geval denk ik aan te weinig water drinken en gebruik van medicijnen. Een milde leverreiniging is dus op zijn plaats. Ik heb voor ons vertrek naar México een bekende homeopathische en bioresonantie arts bezocht. Ik kreeg van hem zelfgemaakte bioresonantie korreltjes mee waarop hij virtuele geluidsfrequenties heeft gezet. Deze helpen de steentjes te vergruizen of helpen ze weer op te lossen in de galstroom. Veel mensen combineren deze resonantiekuur met de zogenaamde “heet water kuur”. Je drinkt dan ongeveer drie weken een liter zelfgemaakte verse gemberthee per dag. Gember heeft een kalmerende en rustgevende smaak met een beetje pit waardoor je alert en kalm blijft. De thee maak je door een theelepel geraspte verse gember twintig minuten te koken in 1200 milliliter water. De liter gemberthee die overblijft schenk je in een thermoskan om gedurende de dag warm leeg te drinken. Dit zet de lever heel sterk aan tot beter doorstromen. Op deze manier raak je binnen enkele weken alle leverstenen kwijt. Ook galstenen kunnen op deze manier geheel opgeruimd worden. Toen ik tijdens mijn zwangerschappen extreem misselijk was nam ik ook dagelijks gemberpoeder tot me op aanraden van de acupuncturist. Ik ben een week geleden begonnen met de gemberthee en korreltjes en ik heb nog geen groen steentje of gruis gevonden, maar ik merk wel dat ik bijwerkingen van mijn oude medicijnen in mijn lijf waarneem. Ik heb weer onrustige benen van mijn bloedverdunners en weer de onrust van de prednison. Ik vertelde over deze kuur in mijn yoga les en sinds vrijdag is dus mijn hele groep gestart met deze alternatieve kuur, inclusief mijn juf Susana. Alle oude culturen en beschavingen kenden de noodzaak de lever schoon te houden. Er zijn veel bruikbare zuiveringsformules op basis van planten en kruiden voor handen die doorgegeven worden van generatie op generatie of door traditionele healers. Ook hier in México. Geen nieuws onder zon dus. Ik ben heel benieuwd wat zij gaan ervaren!
zondag 9 februari 2014
Witsnuitneusbeertjes
Houd de tijd in de gaten; die vormt een waardevol geschenk waarmee je zorgvuldig moet omgaan.
- Daphne Rose Kingma
Na een autorit van bijna twee uur door grillige bergen kwamen we aan in het eeuwenoude dorpje Tepotzlán. Deze zondag wilden we weer eens de deur uit om op zoek te gaan naar het echte México. Tepotzlán is beroemd om de tempel Tepozteco uit de twaalfde eeuw die door de Azteken is gebouwd op een zeer bijzondere plek. Namelijk op een steile berg klif van vierhonderd meter hoog. Het dorp ligt in een vallei helemaal omgeven door hoge bergen en op één van die steile kliffen pronkt een witte piramide. Prachtig gezicht vanuit het dorp! De tien meter hoge tempel is echter niet bewonderenswaardig , maar zijn ligging daarentegen is subliem. (zie ons fotoalbum) Hij is door de Azteken destijds gebouwd om de god Tepoztécatl te eren die verantwoordelijk is voor de oogst en vruchtbaarheid. De klimtocht erheen duurt een uur en is heftig. We waren door de schrijvers van reisgids Lonely PLanet al gewaarschuwd: je kunt de tocht van 2,5 kilometer alleen ondernemen als je enigszins getraind bent en goede, stevige schoenen draagt. En daar, bleek later, was geen woord van gelogen. Wat een klimtocht! Door een bergspleet stap je van steen naar steen. Soms is er een stukje een natuurlijke trap gelegd, maar het grootste stuk is flink stijgen door grote rotsblokken te trotseren. Goed voor de bovenbeen en kuitspieren! (merkte ik de dagen erna) Na een uur waren we op de top van de ruige berg, daar is een plateau. En konden we deze spirituele plek bekijken. Het uitzicht was mooi. Er was een groepje coati’s (witsnuitneusbeertjes of Braziliaanse aardvarkens) aanwezig. Eenmaal terug op weg naar beneden vielen ons de vele marktkraampjes in het dorp op met veel zelfgemaakte producten. Van organische honing en essentiële oliën tot kaarsen en bevederde dromenvangers. Het mooie dorp is erg hippie-achtig, spiritueel en creatief. Een mekka voor de New Agers die geloven dat dit gebied een creatieve energie heeft. Een aangename sfeer. Het dorp is volgens de legende de geboorteplaats van de slangengod Quetzalcóatl. De oudere mensen spreken nog de Náhuatl-taal en de jonge generaties leren het hier op school. We hadden lunch in een groene jungle-tuin vol met prachtige vlinders. En later genoten we van nieve, soort sorbetijs waar dit dorp beroemd om is. We voelden ons een dag op vakantie. Puebla is ons al zo vertrouwd, dit was weer eens een dagje in het échte México!
“We zijn heel blij om jullie mooie huis tijdelijk te gaan huren” schrijft de nieuwe huurster in een mail aan mij. En daar zijn wij oprecht ook heel erg blij mee. Ons huis uit 1934 is uiteraard een oudje van 80 jaar en kraakt aan alle kanten. Dat heeft natuurlijk zijn charme en geeft niks zolang het maar bewoond wordt. Helaas was ons huis sinds september vijf maanden onbewoond. En dat vindt geen enkel huis leuk. Het was bij de oplevering van de vorige huurders spic en span opgeleverd. Helaas niet door de mensen zelf, maar door het schoonmaakbedrijf dat ingehuurd was. Ik was er in november nog heel kort even geweest en alles zag er mooi blinkend en schoon uit. De voor- en achtertuin werd eens per maand bijgehouden door de zoon van vrienden. Maar in januari kwamen er potentiele huurders kijken en toen bleek toch wel dat de tijd iets met een huis doet. Enkele voorbeelden zijn het porselein van de WC-potten dat niet meer blinkend wit was, maar bruin aangeslagen omdat het water afgesloten was. Niemand trok zo nu en dan een plons vers water er doorheen. Er waren mugjes en vliegen binnengekomen die dood in de vensterbanken neergevallen waren. Er was zelfs een tuindeur die op een geheimzinnige manier niet meer op slot kon! Dat slot bleek later ontzet te zijn doordat de deur door de wind waarschijnlijk keihard dicht geslagen was. Ook waren de sleutels van de inbouwkasten op mysterieuze wijze verdwenen. De vorige bewoners weten natuurlijk nergens van en dat eindigt dan in een vervelende situatie. De potentiele huurders van januari werden onze huurders per februari en hebben ondertussen een weekend flink geboend in ons huis en hun meubeltjes overgebracht. Ik kreeg een bericht van ze dat alles weer blinkend is in huis. En dat geeft een heerlijk gevoel. Er woont nu een jong gezinnetje met een dochtertje van anderhalf jaar en twee poezen. Ze zullen de verwarming lekker aanzetten en de lichten aan doen in de avond. Er wordt weer geleefd in ons huis. De huurders zijn op zoek naar een koophuis in Breda en kennen onze stad nog niet. Ze trekken er anderhalf jaar voor uit en dat past perfect in ons plaatje. Wij zullen in de zomer van 2015 terug keren naar ons huis. En natúúrlijk zullen we dan één en ander op moeten knappen en wat beschadigingen weg moeten werken, maar dat weegt niet op tegen het feit dat er nu met liefde en toewijding gewoond wordt in ons huis.
- Daphne Rose Kingma
Na een autorit van bijna twee uur door grillige bergen kwamen we aan in het eeuwenoude dorpje Tepotzlán. Deze zondag wilden we weer eens de deur uit om op zoek te gaan naar het echte México. Tepotzlán is beroemd om de tempel Tepozteco uit de twaalfde eeuw die door de Azteken is gebouwd op een zeer bijzondere plek. Namelijk op een steile berg klif van vierhonderd meter hoog. Het dorp ligt in een vallei helemaal omgeven door hoge bergen en op één van die steile kliffen pronkt een witte piramide. Prachtig gezicht vanuit het dorp! De tien meter hoge tempel is echter niet bewonderenswaardig , maar zijn ligging daarentegen is subliem. (zie ons fotoalbum) Hij is door de Azteken destijds gebouwd om de god Tepoztécatl te eren die verantwoordelijk is voor de oogst en vruchtbaarheid. De klimtocht erheen duurt een uur en is heftig. We waren door de schrijvers van reisgids Lonely PLanet al gewaarschuwd: je kunt de tocht van 2,5 kilometer alleen ondernemen als je enigszins getraind bent en goede, stevige schoenen draagt. En daar, bleek later, was geen woord van gelogen. Wat een klimtocht! Door een bergspleet stap je van steen naar steen. Soms is er een stukje een natuurlijke trap gelegd, maar het grootste stuk is flink stijgen door grote rotsblokken te trotseren. Goed voor de bovenbeen en kuitspieren! (merkte ik de dagen erna) Na een uur waren we op de top van de ruige berg, daar is een plateau. En konden we deze spirituele plek bekijken. Het uitzicht was mooi. Er was een groepje coati’s (witsnuitneusbeertjes of Braziliaanse aardvarkens) aanwezig. Eenmaal terug op weg naar beneden vielen ons de vele marktkraampjes in het dorp op met veel zelfgemaakte producten. Van organische honing en essentiële oliën tot kaarsen en bevederde dromenvangers. Het mooie dorp is erg hippie-achtig, spiritueel en creatief. Een mekka voor de New Agers die geloven dat dit gebied een creatieve energie heeft. Een aangename sfeer. Het dorp is volgens de legende de geboorteplaats van de slangengod Quetzalcóatl. De oudere mensen spreken nog de Náhuatl-taal en de jonge generaties leren het hier op school. We hadden lunch in een groene jungle-tuin vol met prachtige vlinders. En later genoten we van nieve, soort sorbetijs waar dit dorp beroemd om is. We voelden ons een dag op vakantie. Puebla is ons al zo vertrouwd, dit was weer eens een dagje in het échte México!
“We zijn heel blij om jullie mooie huis tijdelijk te gaan huren” schrijft de nieuwe huurster in een mail aan mij. En daar zijn wij oprecht ook heel erg blij mee. Ons huis uit 1934 is uiteraard een oudje van 80 jaar en kraakt aan alle kanten. Dat heeft natuurlijk zijn charme en geeft niks zolang het maar bewoond wordt. Helaas was ons huis sinds september vijf maanden onbewoond. En dat vindt geen enkel huis leuk. Het was bij de oplevering van de vorige huurders spic en span opgeleverd. Helaas niet door de mensen zelf, maar door het schoonmaakbedrijf dat ingehuurd was. Ik was er in november nog heel kort even geweest en alles zag er mooi blinkend en schoon uit. De voor- en achtertuin werd eens per maand bijgehouden door de zoon van vrienden. Maar in januari kwamen er potentiele huurders kijken en toen bleek toch wel dat de tijd iets met een huis doet. Enkele voorbeelden zijn het porselein van de WC-potten dat niet meer blinkend wit was, maar bruin aangeslagen omdat het water afgesloten was. Niemand trok zo nu en dan een plons vers water er doorheen. Er waren mugjes en vliegen binnengekomen die dood in de vensterbanken neergevallen waren. Er was zelfs een tuindeur die op een geheimzinnige manier niet meer op slot kon! Dat slot bleek later ontzet te zijn doordat de deur door de wind waarschijnlijk keihard dicht geslagen was. Ook waren de sleutels van de inbouwkasten op mysterieuze wijze verdwenen. De vorige bewoners weten natuurlijk nergens van en dat eindigt dan in een vervelende situatie. De potentiele huurders van januari werden onze huurders per februari en hebben ondertussen een weekend flink geboend in ons huis en hun meubeltjes overgebracht. Ik kreeg een bericht van ze dat alles weer blinkend is in huis. En dat geeft een heerlijk gevoel. Er woont nu een jong gezinnetje met een dochtertje van anderhalf jaar en twee poezen. Ze zullen de verwarming lekker aanzetten en de lichten aan doen in de avond. Er wordt weer geleefd in ons huis. De huurders zijn op zoek naar een koophuis in Breda en kennen onze stad nog niet. Ze trekken er anderhalf jaar voor uit en dat past perfect in ons plaatje. Wij zullen in de zomer van 2015 terug keren naar ons huis. En natúúrlijk zullen we dan één en ander op moeten knappen en wat beschadigingen weg moeten werken, maar dat weegt niet op tegen het feit dat er nu met liefde en toewijding gewoond wordt in ons huis.
zondag 2 februari 2014
Kus van een hert
“Everything is connected. The wing of the corn beetle affects the direction of the wind, the way the sand drifts, the way the light reflects into the eye of man beholding his reality. All is part of totality, and in this totality man finds his way of walking in harmony, with beauty all around him.”
― Tony Hillerman
Stel je voor: een Mexicaanse hacienda uit de zestiende eeuw helemaal afgelegen van alles en iedereen. Met daaromheen liggend abrikozenboomgaarden en heel veel rond lopende hertjes. Uitzicht op besneeuwde bergtoppen. Op dit geweldige landgoed hebben wij een dag doorgebracht. De eigenaars van dit sfeervolle huis zijn Elsa en Abelardo. Zij zitten in mijn yoga groep en zijn geweldige mensen. We waren met een groep van 22 mensen uitgenodigd door deze grootgrondbezitters. We vertrokken zaterdagochtend op tijd met een konvooi van zes auto’s. Niemand wist precies waar het was, niemand kende het piepkleine dorpje El Salvador el Verde. We kwamen door kleine dorpjes waar karren werden getrokken door ezels, mannen cowboyhoeden droegen, honden stoer op een vrachtwagentje geladen vol gras stonden en varkenslijken op het dak van een antieke truck lagen opgestapeld. We waren via een gortdroog zanderig landweggetje op weg om een yoga les op de hacienda te volgen. Onze rij auto’s met opstuivend zand trok wel aandacht van de mensen die in de huisjes langs de weg woonden. Iedereen kwam met zijn gezin waardoor het een gemêleerd gezelschap was met mensen tussen de 9 en 70 jaar. Allemaal vrienden van elkaar. Het landgoed lag aan de voet van een hooggebergte, het uitzicht was magnifiek op besneeuwde bergtoppen van vijf kilometer hoog. De finca zelf lag op 2650 meter. Deze hacienda’s werden na de Spaanse verovering gebouwd voor de Spaanse veroveraars. Ze kregen het recht om de indianen voor ze te laten werken. Elsa en Abelardo hebben ook veel mensen voor ze werken. Er staan kleine huisjes op hun landgoed waar de werknemers wonen met hun gezin. De yoga les was voor mij heel speciaal. En ik heb toch op zeer bijzondere exotische plekken yoga beoefend. Samen met Susana mijn eigen juf , samen met de lieve mensen uit mijn yoga groep én samen met mijn gezin op een groot grasveld naast een antieke fontein met uitzicht op de oude okergele bogen. Complete stilte buiten, alleen wat vogeltjes, het geblaat van een geit in de verte en een enkele zoemende vlieg. Heel uniek en ik was dankbaar voor deze mogelijkheid. Mark ontdekte al languit op zijn rug liggend op zijn yoga matje, genietend van de zon, een nieuwe yoga houding. Iemand merkte het op en riep naar de groep: “Nu hebben we naast postura de niño (kindhouding) ook postura de Mark!” De yoga les werd gevolgd door een rondleiding, een zeer uitgebreide lunch, daarna het voeren van de 160 herten en tenslotte marshmallows in het open vuur. Iedereen had lekkere dingen mee genomen voor na de yoga les (gezonde dingen natuurlijk) en voor de zeer uitgebreide lunch-buffet. Wij waren als gezin verantwoordelijk voor de desserts: twee zelfgebakken Hollandse boterkoeken, chocolade brownies en Hollandse speculaas. Na de lunch liepen we richting de dieren. De hertjes van Elsa en Abelardo zijn heel mensvriendelijk, omdat ze heel jong bij hun moeder vandaan gehaald zijn om met de fles te worden gevoed door mensen. En zo mochten we met handjes vol mais de herten voeren. De meiden vonden het erg leuk, en eerlijk gezegd Mark en ik ook. (zie ons fotoalbum) Ik kreeg nog een dikke kus alias lik op mijn wang van zo’n hert! Daarna werd het haardvuur aangestoken en hebben de kinderen marshmallows geroosterd. Het totaalplaatje was compleet. Het huis met veel geschiedenis voelde zo warm en sfeervol. De uitzichten waren adembenemend. Iedereen was het er over eens. Maar toen zei Elsa iets heel wijs: Het zijn de mensen die hier komen en gezellig samen zijn die het huis zo harmonieus maken. En zo is het.
Er is een nieuw fenomeen waar meer en meer mensen mee kampen, voornamelijk vrouwen. De naam is socialbesitas en betekent eigenlijk dat je sociaal overprikkeld bent. Denk aan prikkels uit de sociale media zoals Twitter en Facebook – waar ik overigens allebei geen account van heb. Ik heb trouwens wel een zakelijk account van Facebook voor mijn kaartenwinkeltje. Ik laat op mijn pagina wekelijks een nieuwtje of foto achter over wenskaarten, informatie over mijn site of iets grappigs dat er mee te maken heeft. Mensen kunnen daar op reageren. Ik heb welgeteld veertig volgers. Het valt me op dat zodra ik er een keer iets persoonlijks op zet, ik veel meer likes heb. Ik kan met mijn zakelijk account niet op anderen hun persoonlijke pagina’s berichtjes of likes achter laten. Zelfbescherming misschien, zo hoef ik niet uren op het net te surfen om iedereens vluchtige momentjes te volgen. Ik mag echter sociaal heel trouw genoemd worden als je kijkt naar de duur van mijn vriendschappen. Mijn record is de vriendschap met mijn vriendinnetje van de camping vroeger in Drenthe. We waren kleutertjes toentertijd en tijdens onze vriendschap van veertig jaar (!) hebben we veel bij elkaar gelogeerd in de vakanties en schoenendozen vol brieven geschreven. Allemaal veilig opgeborgen achter de knieschotten op onze zolder in Breda. Daar staat ook een doos gevuld met liefdesbrieven, foto’s en kaarten uit de verkeringstijd van Mark en mij. Mijn middelbare school vriendin – die al langer in Frankrijk woont dan ooit in Nederland - en ik zijn al dertig jaar vriendinnen en dan heb ik ook nog mijn vriendin die ik zestien jaar geleden op zwangerschaps yoga leerde kennen. Nog geen twee jaar na aanvang van onze vriendschap ging ik in het buitenland wonen. Sindsdien schrijven wij elkaar ellenlange persoonlijke handgeschreven brieven. Ik durf nu ook wel te bekennen dat ik waarschijnlijk - met nog een paar vriendinnetjes van me – één van de laatste vrouwen op aarde ben die lange handgeschreven brieven verstuurt. En er ongelofelijk van geniet om er één terug te ontvangen, pareltjes! Die altijd op een stapeltje worden bewaard met een mooi gekleurd lint eromheen. De meeste verzadiging haalt een vrouw uit waardevol, diepgaand en hecht contact. De vriendschappen waar je je kwetsbaar durft op te stellen. Deze vriendschappen veranderen meestal met de fasen in je leven mee: sommigen bloeden dood, maar er komen ook weer nieuwe opwindende vriendschappen voor terug. Sommige vrouwen zijn verslaafd aan de continue stroom van vluchtige en oppervlakkige berichtjes op hun telefoon. Ze voelen zich onrustig en paniekerig als ze offline zijn. Ik kan sinds een paar maanden app’en op mijn telefoon, maar dan alleen als ik thuis ben. Heel leuk voor mijn contacten in het verre Nederland. Een korte uitwisseling van nieuwtjes, veel korter dan een e-mail. Natuurlijk kijk ik ook een paar keer per dag op mijn telefoontje of check mijn mail. Er zijn echter vrouwen die app‘en en facebooken vanaf de WC, je enige écht rustmomentje van je dag! Het moge duidelijk zijn: ik denk dat je veel beter meer tijd, aandacht en energie kunt steken in mensen die er écht toe doen.
― Tony Hillerman
Stel je voor: een Mexicaanse hacienda uit de zestiende eeuw helemaal afgelegen van alles en iedereen. Met daaromheen liggend abrikozenboomgaarden en heel veel rond lopende hertjes. Uitzicht op besneeuwde bergtoppen. Op dit geweldige landgoed hebben wij een dag doorgebracht. De eigenaars van dit sfeervolle huis zijn Elsa en Abelardo. Zij zitten in mijn yoga groep en zijn geweldige mensen. We waren met een groep van 22 mensen uitgenodigd door deze grootgrondbezitters. We vertrokken zaterdagochtend op tijd met een konvooi van zes auto’s. Niemand wist precies waar het was, niemand kende het piepkleine dorpje El Salvador el Verde. We kwamen door kleine dorpjes waar karren werden getrokken door ezels, mannen cowboyhoeden droegen, honden stoer op een vrachtwagentje geladen vol gras stonden en varkenslijken op het dak van een antieke truck lagen opgestapeld. We waren via een gortdroog zanderig landweggetje op weg om een yoga les op de hacienda te volgen. Onze rij auto’s met opstuivend zand trok wel aandacht van de mensen die in de huisjes langs de weg woonden. Iedereen kwam met zijn gezin waardoor het een gemêleerd gezelschap was met mensen tussen de 9 en 70 jaar. Allemaal vrienden van elkaar. Het landgoed lag aan de voet van een hooggebergte, het uitzicht was magnifiek op besneeuwde bergtoppen van vijf kilometer hoog. De finca zelf lag op 2650 meter. Deze hacienda’s werden na de Spaanse verovering gebouwd voor de Spaanse veroveraars. Ze kregen het recht om de indianen voor ze te laten werken. Elsa en Abelardo hebben ook veel mensen voor ze werken. Er staan kleine huisjes op hun landgoed waar de werknemers wonen met hun gezin. De yoga les was voor mij heel speciaal. En ik heb toch op zeer bijzondere exotische plekken yoga beoefend. Samen met Susana mijn eigen juf , samen met de lieve mensen uit mijn yoga groep én samen met mijn gezin op een groot grasveld naast een antieke fontein met uitzicht op de oude okergele bogen. Complete stilte buiten, alleen wat vogeltjes, het geblaat van een geit in de verte en een enkele zoemende vlieg. Heel uniek en ik was dankbaar voor deze mogelijkheid. Mark ontdekte al languit op zijn rug liggend op zijn yoga matje, genietend van de zon, een nieuwe yoga houding. Iemand merkte het op en riep naar de groep: “Nu hebben we naast postura de niño (kindhouding) ook postura de Mark!” De yoga les werd gevolgd door een rondleiding, een zeer uitgebreide lunch, daarna het voeren van de 160 herten en tenslotte marshmallows in het open vuur. Iedereen had lekkere dingen mee genomen voor na de yoga les (gezonde dingen natuurlijk) en voor de zeer uitgebreide lunch-buffet. Wij waren als gezin verantwoordelijk voor de desserts: twee zelfgebakken Hollandse boterkoeken, chocolade brownies en Hollandse speculaas. Na de lunch liepen we richting de dieren. De hertjes van Elsa en Abelardo zijn heel mensvriendelijk, omdat ze heel jong bij hun moeder vandaan gehaald zijn om met de fles te worden gevoed door mensen. En zo mochten we met handjes vol mais de herten voeren. De meiden vonden het erg leuk, en eerlijk gezegd Mark en ik ook. (zie ons fotoalbum) Ik kreeg nog een dikke kus alias lik op mijn wang van zo’n hert! Daarna werd het haardvuur aangestoken en hebben de kinderen marshmallows geroosterd. Het totaalplaatje was compleet. Het huis met veel geschiedenis voelde zo warm en sfeervol. De uitzichten waren adembenemend. Iedereen was het er over eens. Maar toen zei Elsa iets heel wijs: Het zijn de mensen die hier komen en gezellig samen zijn die het huis zo harmonieus maken. En zo is het.
Er is een nieuw fenomeen waar meer en meer mensen mee kampen, voornamelijk vrouwen. De naam is socialbesitas en betekent eigenlijk dat je sociaal overprikkeld bent. Denk aan prikkels uit de sociale media zoals Twitter en Facebook – waar ik overigens allebei geen account van heb. Ik heb trouwens wel een zakelijk account van Facebook voor mijn kaartenwinkeltje. Ik laat op mijn pagina wekelijks een nieuwtje of foto achter over wenskaarten, informatie over mijn site of iets grappigs dat er mee te maken heeft. Mensen kunnen daar op reageren. Ik heb welgeteld veertig volgers. Het valt me op dat zodra ik er een keer iets persoonlijks op zet, ik veel meer likes heb. Ik kan met mijn zakelijk account niet op anderen hun persoonlijke pagina’s berichtjes of likes achter laten. Zelfbescherming misschien, zo hoef ik niet uren op het net te surfen om iedereens vluchtige momentjes te volgen. Ik mag echter sociaal heel trouw genoemd worden als je kijkt naar de duur van mijn vriendschappen. Mijn record is de vriendschap met mijn vriendinnetje van de camping vroeger in Drenthe. We waren kleutertjes toentertijd en tijdens onze vriendschap van veertig jaar (!) hebben we veel bij elkaar gelogeerd in de vakanties en schoenendozen vol brieven geschreven. Allemaal veilig opgeborgen achter de knieschotten op onze zolder in Breda. Daar staat ook een doos gevuld met liefdesbrieven, foto’s en kaarten uit de verkeringstijd van Mark en mij. Mijn middelbare school vriendin – die al langer in Frankrijk woont dan ooit in Nederland - en ik zijn al dertig jaar vriendinnen en dan heb ik ook nog mijn vriendin die ik zestien jaar geleden op zwangerschaps yoga leerde kennen. Nog geen twee jaar na aanvang van onze vriendschap ging ik in het buitenland wonen. Sindsdien schrijven wij elkaar ellenlange persoonlijke handgeschreven brieven. Ik durf nu ook wel te bekennen dat ik waarschijnlijk - met nog een paar vriendinnetjes van me – één van de laatste vrouwen op aarde ben die lange handgeschreven brieven verstuurt. En er ongelofelijk van geniet om er één terug te ontvangen, pareltjes! Die altijd op een stapeltje worden bewaard met een mooi gekleurd lint eromheen. De meeste verzadiging haalt een vrouw uit waardevol, diepgaand en hecht contact. De vriendschappen waar je je kwetsbaar durft op te stellen. Deze vriendschappen veranderen meestal met de fasen in je leven mee: sommigen bloeden dood, maar er komen ook weer nieuwe opwindende vriendschappen voor terug. Sommige vrouwen zijn verslaafd aan de continue stroom van vluchtige en oppervlakkige berichtjes op hun telefoon. Ze voelen zich onrustig en paniekerig als ze offline zijn. Ik kan sinds een paar maanden app’en op mijn telefoon, maar dan alleen als ik thuis ben. Heel leuk voor mijn contacten in het verre Nederland. Een korte uitwisseling van nieuwtjes, veel korter dan een e-mail. Natuurlijk kijk ik ook een paar keer per dag op mijn telefoontje of check mijn mail. Er zijn echter vrouwen die app‘en en facebooken vanaf de WC, je enige écht rustmomentje van je dag! Het moge duidelijk zijn: ik denk dat je veel beter meer tijd, aandacht en energie kunt steken in mensen die er écht toe doen.
zondag 26 januari 2014
Niet op komen dagen
“Finally! You're here!"
“Uh....Do I know you?"
“Well, no....But you're here, all the same...”
― Lynn Weingarten
Ze heeft er helemaal geen last van. Dat er maar één meisje is op komen dagen om vier uur. Hier in México worden verjaardagsfeesten bijzonder groots gevierd. En Jan en alleman wordt uitgenodigd. Op Anthe’s leeftijd gaat dat zo: iemand geeft een feestje en nodigt zijn vrienden mondeling uit. Deze vrienden nodigen hun vrienden ook uit. De uitnodiging komt vervolgens op Facebook terecht en zo wordt je feest een geslaagd en vooral drukbezocht feest. Je hoeft dus niet na te vragen aan je vrienden - die je zelf uitgenodigd hebt - of ze wel of niet komen. Je weet immers dat er minstens twee keer zo veel mensen komen als dat je oorspronkelijk had uitgenodigd. En dat wil je eigenlijk ook. Hoe meer zielen hoe meer vreugd. En zo komt het voor dat Anthe wel eens naar een feest gaat waarvan ze de jarige job eigenlijk niet kent, of heel vaag. In Inden’s vriendengroep worden de meisjes dit schooljaar vijftien jaar oud en geven daarom grote feesten die door hun ouders georganiseerd worden. Er hoort een soort bruidsjurkje bij, een DJ of live band en een etentje. Dit alles vindt plaats in een grote feestzaal. En er horen echte officiële uitnodigingen bij. Op Maren’s leeftijd wordt vaak de hele klas uitgenodigd en dat wordt buiten de deur gevierd, meestal een buitenspeeltuin. Sommigen vieren het klein zoals Maren. Maren had afgelopen week vijf vriendinnen uitgenodigd met een ouderwetse uitnodiging op papier. Je hoort verder niet wie er wel of niet komt. Je hoopt maar dat de opkomst meevalt. In Maren’s geval kwamen er uiteindelijk twee vriendinnen niet opdagen. Van één had ik met de moeder contact opgenomen, omdat Antonella op school vertelde dat ze niet zou komen. Het feestje zou om vier uur starten met een verjaardagstaart. Er kwam om vier uur dus één vriendinnetje, Alessandra. Larizza’s moeder belde een kwartier na vieren dat ze een kwartiertje later zou komen en dat werd uiteindelijk bijna een uur. Jimena bleek dus onaangekondigd helemaal niet te komen en één meisje was zó laat dat we door de telefoon maar gezegd hebben dat ze beter rechtstreeks naar de bowlingbaan kon komen. Maren had er gelukkig geen last van. (zie ons fotoalbum) De paar ouders die wel kwamen bleven ook taart eten en zo was het toch gezellig. Paula kwam het bowlingcentrum binnen toen we al een kwartier aan het bowlen waren. De opkomst was dus drie van de vijf meiden. Dat is best een goede opkomst, omdat het meer dan de helft is. Anthe haar feestje, een half jaar geleden, verliep ook zo. Er werd niet afgebeld. Na een uur zijn we maar gaan eten met een groepje van vijf vrienden, want het vermoeden was dat de rest niet meer zou komen. Zo gaat dat hier weet ik inmiddels. Als de opkomst meer dan vijftig procent is dan heb je een geslaagd feest. En dat iedereen een uur te laat binnen komt wandelen is ook normaal. Doodgewoon is ook dat de kinderen een uur later dan op de uitnodiging vermeld staat worden opgehaald. Ik leg me er maar bij neer. Verjaardagscadeautjes zijn ook een verhaal apart. Op Maren’s leeftijd geven ze heel dure cadeaus. Ik sta steeds weer versteld. Alles in een grote cadeautas ingepakt met gekleurd vloeipapier en soms zelfs confetti erin. De cadeaus worden pas na het feest uitgepakt. Eenmaal van de lagere school af worden er geen cadeaus meer gegeven. Gewoon helemaal geen cadeau. Wat ze dan wél doen is taart voor de jarige job mee naar school nemen - zoals op Inden’s verjaardag - of grote helium ballonnen. Of ze plakken de locker vol met gekleurde Post-It’s.
We staan in een oude, best nette wijk van Puebla waar ik nog nooit eerder geweest ben. Het is snikheet, een felle zon. Het enorm grote hek waar we voor staan is hermetisch gesloten. Ik word wel nieuwsgierig naar deze man die spannende dingen bij mij gaat doen. Hij gaat namelijk werken met magneten op mijn lichaam. Een heel oude vorm van genezing. Er zijn duizenden jaren oude aanwijzingen gevonden dat magneten in China, Japan, India en Egypte werden gebruikt om te genezen. Beschrijvingen van magneettherapie zijn ook gevonden in de werken van filosofen als Aristoteles, Plato en Homerus. Zij schreven onder meer over toepassingen tegen verlammingen, reumatische aandoeningen en gezwollen gewrichten. Het schijnt zelfs dat Cleopatra een magnetisch amulet op haar voorhoofd zou hebben gedragen om jong te blijven. Deze oude culturen werkten niet alleen met vaste magneten, er zijn ook beschrijvingen van mensen die met hun handen konden ‘magnetiseren’. De man die het hek opent heet Francisco en blijkt een doodgewoon uitziende man te zijn. Mijn yoga juf is met mij mee ter ondersteuning, zij is namelijk al een keer eerder geweest. Ik moet op een behandeltafel liggen met mijn voeten naar hem toe. Ik mag mijn schoenen aanhouden… Hij pakt mijn enkels vast en noemt ondertussen werkelijk alle organen, botten en onderdelen van het lichaam op als een soort mantra. Ondertussen gaan zijn handen, en dus mijn benen, op en neer. Het lijkt net of hij antwoorden krijgt. Als hij na een kwartier klaar is met alles opnoemen blijk ik twee bacteriën in mijn maag te hebben die er niet horen. Ik heb sinds twee maanden pijnklachten aan mijn rechterhand en hij gaat het verhelpen. Ook mijn eeuwige behoefte aan zoete dingen kan hij opheffen. Ik krijg een zevental magneten op en onder mijn lichaam en zo blijf ik tien minuten liggen. Ik denk na. De aarde is een magneet met een noord- en een zuidpool en het magnetisch veld dat daarvan het gevolg is en dat de planeet omhult, is essentieel voor alle levensprocessen. Dit magnetisme is een basisvoorwaarde voor leven, omdat het ordenend werkt. Magnetisme geeft vorm aan al het leven op aarde. Je kunt magnetisme niet zien en niet voelen. Wij leven in het magnetisch veld van de aarde zoals vissen in water. Overal waar wij zijn, vindt het wijzertje van een kompas de noordpool. Als het magnetisch veld zou wegvallen, zou alle structuur vervallen tot chaos en zou leven niet mogelijk zijn. Als biochemicus kan ik dat wel onderschrijven. Als de tien minuten wachten met magneten op mijn lijf voorbij zijn belooft Francisco dat de pijn in mijn hand na zeven dagen weg moet zijn, ook de lekkere trek in zoetigheid. Hij wrijft met een magneet nog een tijdje over mijn ruggengraat. Daarmee verhoogt hij mijn afweersysteem. Magneten versnellen genezingsprocessen, verminderen pijn en verhogen de doorbloeding, waardoor je meer zuurstof hebt en afvalstoffen sneller worden afgevoerd. Zelfs nadat de therapie is beëindigd, werken de effecten van de therapie nog wekenlang door. Ik hoef dan ook helemaal geen vervolgafspraak te maken en dat alleen al maakt me blij. Hoe vaak moet je niet vele malen terug keren voor controle of om überhaupt een resultaat te zien?
“Uh....Do I know you?"
“Well, no....But you're here, all the same...”
― Lynn Weingarten
Ze heeft er helemaal geen last van. Dat er maar één meisje is op komen dagen om vier uur. Hier in México worden verjaardagsfeesten bijzonder groots gevierd. En Jan en alleman wordt uitgenodigd. Op Anthe’s leeftijd gaat dat zo: iemand geeft een feestje en nodigt zijn vrienden mondeling uit. Deze vrienden nodigen hun vrienden ook uit. De uitnodiging komt vervolgens op Facebook terecht en zo wordt je feest een geslaagd en vooral drukbezocht feest. Je hoeft dus niet na te vragen aan je vrienden - die je zelf uitgenodigd hebt - of ze wel of niet komen. Je weet immers dat er minstens twee keer zo veel mensen komen als dat je oorspronkelijk had uitgenodigd. En dat wil je eigenlijk ook. Hoe meer zielen hoe meer vreugd. En zo komt het voor dat Anthe wel eens naar een feest gaat waarvan ze de jarige job eigenlijk niet kent, of heel vaag. In Inden’s vriendengroep worden de meisjes dit schooljaar vijftien jaar oud en geven daarom grote feesten die door hun ouders georganiseerd worden. Er hoort een soort bruidsjurkje bij, een DJ of live band en een etentje. Dit alles vindt plaats in een grote feestzaal. En er horen echte officiële uitnodigingen bij. Op Maren’s leeftijd wordt vaak de hele klas uitgenodigd en dat wordt buiten de deur gevierd, meestal een buitenspeeltuin. Sommigen vieren het klein zoals Maren. Maren had afgelopen week vijf vriendinnen uitgenodigd met een ouderwetse uitnodiging op papier. Je hoort verder niet wie er wel of niet komt. Je hoopt maar dat de opkomst meevalt. In Maren’s geval kwamen er uiteindelijk twee vriendinnen niet opdagen. Van één had ik met de moeder contact opgenomen, omdat Antonella op school vertelde dat ze niet zou komen. Het feestje zou om vier uur starten met een verjaardagstaart. Er kwam om vier uur dus één vriendinnetje, Alessandra. Larizza’s moeder belde een kwartier na vieren dat ze een kwartiertje later zou komen en dat werd uiteindelijk bijna een uur. Jimena bleek dus onaangekondigd helemaal niet te komen en één meisje was zó laat dat we door de telefoon maar gezegd hebben dat ze beter rechtstreeks naar de bowlingbaan kon komen. Maren had er gelukkig geen last van. (zie ons fotoalbum) De paar ouders die wel kwamen bleven ook taart eten en zo was het toch gezellig. Paula kwam het bowlingcentrum binnen toen we al een kwartier aan het bowlen waren. De opkomst was dus drie van de vijf meiden. Dat is best een goede opkomst, omdat het meer dan de helft is. Anthe haar feestje, een half jaar geleden, verliep ook zo. Er werd niet afgebeld. Na een uur zijn we maar gaan eten met een groepje van vijf vrienden, want het vermoeden was dat de rest niet meer zou komen. Zo gaat dat hier weet ik inmiddels. Als de opkomst meer dan vijftig procent is dan heb je een geslaagd feest. En dat iedereen een uur te laat binnen komt wandelen is ook normaal. Doodgewoon is ook dat de kinderen een uur later dan op de uitnodiging vermeld staat worden opgehaald. Ik leg me er maar bij neer. Verjaardagscadeautjes zijn ook een verhaal apart. Op Maren’s leeftijd geven ze heel dure cadeaus. Ik sta steeds weer versteld. Alles in een grote cadeautas ingepakt met gekleurd vloeipapier en soms zelfs confetti erin. De cadeaus worden pas na het feest uitgepakt. Eenmaal van de lagere school af worden er geen cadeaus meer gegeven. Gewoon helemaal geen cadeau. Wat ze dan wél doen is taart voor de jarige job mee naar school nemen - zoals op Inden’s verjaardag - of grote helium ballonnen. Of ze plakken de locker vol met gekleurde Post-It’s.
We staan in een oude, best nette wijk van Puebla waar ik nog nooit eerder geweest ben. Het is snikheet, een felle zon. Het enorm grote hek waar we voor staan is hermetisch gesloten. Ik word wel nieuwsgierig naar deze man die spannende dingen bij mij gaat doen. Hij gaat namelijk werken met magneten op mijn lichaam. Een heel oude vorm van genezing. Er zijn duizenden jaren oude aanwijzingen gevonden dat magneten in China, Japan, India en Egypte werden gebruikt om te genezen. Beschrijvingen van magneettherapie zijn ook gevonden in de werken van filosofen als Aristoteles, Plato en Homerus. Zij schreven onder meer over toepassingen tegen verlammingen, reumatische aandoeningen en gezwollen gewrichten. Het schijnt zelfs dat Cleopatra een magnetisch amulet op haar voorhoofd zou hebben gedragen om jong te blijven. Deze oude culturen werkten niet alleen met vaste magneten, er zijn ook beschrijvingen van mensen die met hun handen konden ‘magnetiseren’. De man die het hek opent heet Francisco en blijkt een doodgewoon uitziende man te zijn. Mijn yoga juf is met mij mee ter ondersteuning, zij is namelijk al een keer eerder geweest. Ik moet op een behandeltafel liggen met mijn voeten naar hem toe. Ik mag mijn schoenen aanhouden… Hij pakt mijn enkels vast en noemt ondertussen werkelijk alle organen, botten en onderdelen van het lichaam op als een soort mantra. Ondertussen gaan zijn handen, en dus mijn benen, op en neer. Het lijkt net of hij antwoorden krijgt. Als hij na een kwartier klaar is met alles opnoemen blijk ik twee bacteriën in mijn maag te hebben die er niet horen. Ik heb sinds twee maanden pijnklachten aan mijn rechterhand en hij gaat het verhelpen. Ook mijn eeuwige behoefte aan zoete dingen kan hij opheffen. Ik krijg een zevental magneten op en onder mijn lichaam en zo blijf ik tien minuten liggen. Ik denk na. De aarde is een magneet met een noord- en een zuidpool en het magnetisch veld dat daarvan het gevolg is en dat de planeet omhult, is essentieel voor alle levensprocessen. Dit magnetisme is een basisvoorwaarde voor leven, omdat het ordenend werkt. Magnetisme geeft vorm aan al het leven op aarde. Je kunt magnetisme niet zien en niet voelen. Wij leven in het magnetisch veld van de aarde zoals vissen in water. Overal waar wij zijn, vindt het wijzertje van een kompas de noordpool. Als het magnetisch veld zou wegvallen, zou alle structuur vervallen tot chaos en zou leven niet mogelijk zijn. Als biochemicus kan ik dat wel onderschrijven. Als de tien minuten wachten met magneten op mijn lijf voorbij zijn belooft Francisco dat de pijn in mijn hand na zeven dagen weg moet zijn, ook de lekkere trek in zoetigheid. Hij wrijft met een magneet nog een tijdje over mijn ruggengraat. Daarmee verhoogt hij mijn afweersysteem. Magneten versnellen genezingsprocessen, verminderen pijn en verhogen de doorbloeding, waardoor je meer zuurstof hebt en afvalstoffen sneller worden afgevoerd. Zelfs nadat de therapie is beëindigd, werken de effecten van de therapie nog wekenlang door. Ik hoef dan ook helemaal geen vervolgafspraak te maken en dat alleen al maakt me blij. Hoe vaak moet je niet vele malen terug keren voor controle of om überhaupt een resultaat te zien?
zondag 19 januari 2014
Het hart van alle dingen
In the winter she curls up around a good book and dreams away the cold.
- Ben Aaronovitch
It is a crazy world. Het is sinds we begin januari thuis kwamen van de Caribische Zee zó koud in ons huis! In de ochtend is het net boven het vriespunt buiten. Ik kan me voorstellen dat het in de nacht vriest. Als we in de ochtend naar school rijden zetten we de kachel in de auto aan…. Ons huis heeft geen centrale verwarming. Zoals geen enkel huis in México. We hebben een open haard in de huiskamer en een gaskacheltje in de hal en dat is eigenlijk al heel luxe. We hebben zelf vorig jaar een gaskachel met een gastank erbij gekocht, voornamelijk voor Anthe’s slaapkamer. Deze kachel rijden we nu van de eettafel tijdens het eten naar de TV als we TV gaan kijken. Het is nu zo verschrikkelijk koud dat ik overdag met twee vesten over elkaar aan door het huis loop en aan mijn voeten…mijn warme met schapenwol gevoerde Uggs! In Nederland zijn zulke temperaturen in de winter natuurlijk heel normaal, niets bijzonders. Daarom zijn de huizen daar ook op ingericht. Je zet de thermostaat een graadje hoger en het is knus warm in huis. Ons huis staat tussen de bananenbomen en ander groen en hoge bomen. Weinig zonlicht valt binnen en dat is met het warme weer heerlijk, maar nu missen we elk warm zonnestraaltje dat door de ramen in huis zou kunnen vallen. Anthe gaat na schooltijd op haar bed, ónder haar warme dekbed, haar huiswerk maken. Halverwege de middag maak ik vuur in de open haard. Maar tot overmaat van ramp was vorige week de voorraad hout op én de gastank was leeg, dus het was echt lijden in huis. Soms zaten de kinderen naast de vaste gaskachel in de hal op de grond, naast de poezen, om samen wat warmte op te vangen. Dan pakten ze kussens erbij en een kleedje. In bed hebben Mark en ik een elektrische deken voor onze koude voetjes. Wij zijn niet de enigen hoor die het koud hebben. Iedereen praat erover: bij de benzinepomp, het mannetje waar ik mijn verse sap koop, onze muchacha of de moeders op het schoolplein. De ongekende kou heeft denk ik te maken met de draaikolk van uitzonderlijk koude lucht die onlangs vanuit de poolstreek diep zuidwaarts doordrong in Noord-Amerika. In de hoogstgelegen bergtoppen waar wij op uitkijken valt sneeuw. Waar wij wonen op de hoogvlakte heerst een koud steppe klimaat. De hoogvlakte wordt afgegrensd met een vulkanengordel met een hoogte tot bijna 5,5 kilometer. Zoals onze levende vulkaan Popo. Dit gebied is ruw en bergachtig met weinig begroeiing. Elke winter is het bij ons droog met knalblauwe luchten, heel erg droge lucht (je lippen barsten en je nagels breken af) en een super felle zon. It is a crazy world. Hier in Centraal Amerika is het extreem koud, in het Noorden van Europa abnormaal warm en in het Noorden van de Verenigde Staten is het ijskoud weer - is dit alles wellicht het gevolg van een klimaatverandering?
“Het hart van alle dingen” is zo’n mooie boektitel met een spirituele gedachte erachter. Het is het nieuwste boek van schrijfster Elizabeth Gilbert. Weer net zo’n dikkerd als haar vorige roman “Eten, bidden, beminnen” . En van allebei de boeken heb ik enorm genoten. Ze nemen je mee naar verre oorden en naar een andere wereld die zo levensecht lijkt. Je kunt zo’n boek bijna niet wegleggen. Het maakte me telkens zo blij te weten dat het boek op me lag te wachten om verder gelezen te worden. Avonden lang voor het slapen gaan in bed, wachtend in de auto bij het schoolplein, onder een parasolletje op het strand en onderweg in de auto van onze vakantie terug naar huis.…elke moment pakte ik om verder te lezen. Alma Whittaker, de hoofdpersoon van deze warme roman, wordt aan het begin van de 19e eeuw geboren in Philadelphia. Haar vader, de Engelse Henry Whittaker, is de rijkste man van de stad. Zijn buitenlandse botanische handelsondernemingen zijn uiterst succesvol. Alma’s moeder, de Hollandse Beatrijs van Deventer, heeft haar man geholpen zijn imperium op te bouwen. Van Alma wordt sinds haar geboorte niets anders verwacht dan het hoogst haalbare. Bij gebrek aan een echtgenoot en gezin wijdt Alma zich in haar volwassen leven aan haar onderzoek naar mossen. Haar ontdekkingsreis. De mossen wijzen haar de weg naar het gebied waar haar antwoorden te vinden zijn. Ze reist net als haar vader rond de wereld, gaat op expedities naar verre oorden en schrijft haar eigen evolutietheorie. (die overeen komt met die van Darwin) Ze trouwt kortstondig met een bijzonder spirituele man Ambrose Pike, bijna een engel, waardoor ze soms zowat aan haar evolutie-ideeën twijfelt. Ze herkent in haar studie naar mossen de betekenis van erfelijkheid en de theorie van de sterkste overleeft. Afgelopen week vlak voordat ik dit sympathieke verhaal uitlas kreeg ik twee merkwaardige oude foto’s voor ogen die ik nooit eerder gezien had. Ik denk dat de foto’s ergens tussen de jaren 1925 en 1930 gemaakt zijn. Het was alsof ik in de spiegel keek! Alsof ik zelf verkleedkleren uit de tijd van de Titanic had aangetrokken en mezelf had laten fotograferen. Tranen welden op, én kippenvel! Over erfelijkheid gesproken…! Ik blijk dus verschrikkelijk op mijn grootmoeder van vaders kant te lijken. Ik heb haar nooit gekend. Mijn moeder heeft haar zelfs nooit gekend. Mijn oma is helaas veel te jong gestorven. In mijn leven heb ik wel eens opmerkingen gekregen dat ik op deze oma zou lijken. Maar aangezien ik geen foto’s had van wijlen mijn grootmoeder kon ik niet veel met deze opmerkingen. Maar onverwachts werd ik dus geconfronteerd met twee prachtige portretfoto’s die niet anders dan in een fotostudio gemaakt moeten zijn. In de periode vlak voor het uitbreken van de crisis in Nederland… Iedereen die ik de foto’s zonder uitleg laat zien vraagt of ik het ben, of onze dochter Inden. Het is bizar om jezelf zo ongelofelijk herkenbaar op zo’n sepia antieke foto terug te zien! Erfelijke genen…het hart van alle dingen!
- Ben Aaronovitch
It is a crazy world. Het is sinds we begin januari thuis kwamen van de Caribische Zee zó koud in ons huis! In de ochtend is het net boven het vriespunt buiten. Ik kan me voorstellen dat het in de nacht vriest. Als we in de ochtend naar school rijden zetten we de kachel in de auto aan…. Ons huis heeft geen centrale verwarming. Zoals geen enkel huis in México. We hebben een open haard in de huiskamer en een gaskacheltje in de hal en dat is eigenlijk al heel luxe. We hebben zelf vorig jaar een gaskachel met een gastank erbij gekocht, voornamelijk voor Anthe’s slaapkamer. Deze kachel rijden we nu van de eettafel tijdens het eten naar de TV als we TV gaan kijken. Het is nu zo verschrikkelijk koud dat ik overdag met twee vesten over elkaar aan door het huis loop en aan mijn voeten…mijn warme met schapenwol gevoerde Uggs! In Nederland zijn zulke temperaturen in de winter natuurlijk heel normaal, niets bijzonders. Daarom zijn de huizen daar ook op ingericht. Je zet de thermostaat een graadje hoger en het is knus warm in huis. Ons huis staat tussen de bananenbomen en ander groen en hoge bomen. Weinig zonlicht valt binnen en dat is met het warme weer heerlijk, maar nu missen we elk warm zonnestraaltje dat door de ramen in huis zou kunnen vallen. Anthe gaat na schooltijd op haar bed, ónder haar warme dekbed, haar huiswerk maken. Halverwege de middag maak ik vuur in de open haard. Maar tot overmaat van ramp was vorige week de voorraad hout op én de gastank was leeg, dus het was echt lijden in huis. Soms zaten de kinderen naast de vaste gaskachel in de hal op de grond, naast de poezen, om samen wat warmte op te vangen. Dan pakten ze kussens erbij en een kleedje. In bed hebben Mark en ik een elektrische deken voor onze koude voetjes. Wij zijn niet de enigen hoor die het koud hebben. Iedereen praat erover: bij de benzinepomp, het mannetje waar ik mijn verse sap koop, onze muchacha of de moeders op het schoolplein. De ongekende kou heeft denk ik te maken met de draaikolk van uitzonderlijk koude lucht die onlangs vanuit de poolstreek diep zuidwaarts doordrong in Noord-Amerika. In de hoogstgelegen bergtoppen waar wij op uitkijken valt sneeuw. Waar wij wonen op de hoogvlakte heerst een koud steppe klimaat. De hoogvlakte wordt afgegrensd met een vulkanengordel met een hoogte tot bijna 5,5 kilometer. Zoals onze levende vulkaan Popo. Dit gebied is ruw en bergachtig met weinig begroeiing. Elke winter is het bij ons droog met knalblauwe luchten, heel erg droge lucht (je lippen barsten en je nagels breken af) en een super felle zon. It is a crazy world. Hier in Centraal Amerika is het extreem koud, in het Noorden van Europa abnormaal warm en in het Noorden van de Verenigde Staten is het ijskoud weer - is dit alles wellicht het gevolg van een klimaatverandering?
“Het hart van alle dingen” is zo’n mooie boektitel met een spirituele gedachte erachter. Het is het nieuwste boek van schrijfster Elizabeth Gilbert. Weer net zo’n dikkerd als haar vorige roman “Eten, bidden, beminnen” . En van allebei de boeken heb ik enorm genoten. Ze nemen je mee naar verre oorden en naar een andere wereld die zo levensecht lijkt. Je kunt zo’n boek bijna niet wegleggen. Het maakte me telkens zo blij te weten dat het boek op me lag te wachten om verder gelezen te worden. Avonden lang voor het slapen gaan in bed, wachtend in de auto bij het schoolplein, onder een parasolletje op het strand en onderweg in de auto van onze vakantie terug naar huis.…elke moment pakte ik om verder te lezen. Alma Whittaker, de hoofdpersoon van deze warme roman, wordt aan het begin van de 19e eeuw geboren in Philadelphia. Haar vader, de Engelse Henry Whittaker, is de rijkste man van de stad. Zijn buitenlandse botanische handelsondernemingen zijn uiterst succesvol. Alma’s moeder, de Hollandse Beatrijs van Deventer, heeft haar man geholpen zijn imperium op te bouwen. Van Alma wordt sinds haar geboorte niets anders verwacht dan het hoogst haalbare. Bij gebrek aan een echtgenoot en gezin wijdt Alma zich in haar volwassen leven aan haar onderzoek naar mossen. Haar ontdekkingsreis. De mossen wijzen haar de weg naar het gebied waar haar antwoorden te vinden zijn. Ze reist net als haar vader rond de wereld, gaat op expedities naar verre oorden en schrijft haar eigen evolutietheorie. (die overeen komt met die van Darwin) Ze trouwt kortstondig met een bijzonder spirituele man Ambrose Pike, bijna een engel, waardoor ze soms zowat aan haar evolutie-ideeën twijfelt. Ze herkent in haar studie naar mossen de betekenis van erfelijkheid en de theorie van de sterkste overleeft. Afgelopen week vlak voordat ik dit sympathieke verhaal uitlas kreeg ik twee merkwaardige oude foto’s voor ogen die ik nooit eerder gezien had. Ik denk dat de foto’s ergens tussen de jaren 1925 en 1930 gemaakt zijn. Het was alsof ik in de spiegel keek! Alsof ik zelf verkleedkleren uit de tijd van de Titanic had aangetrokken en mezelf had laten fotograferen. Tranen welden op, én kippenvel! Over erfelijkheid gesproken…! Ik blijk dus verschrikkelijk op mijn grootmoeder van vaders kant te lijken. Ik heb haar nooit gekend. Mijn moeder heeft haar zelfs nooit gekend. Mijn oma is helaas veel te jong gestorven. In mijn leven heb ik wel eens opmerkingen gekregen dat ik op deze oma zou lijken. Maar aangezien ik geen foto’s had van wijlen mijn grootmoeder kon ik niet veel met deze opmerkingen. Maar onverwachts werd ik dus geconfronteerd met twee prachtige portretfoto’s die niet anders dan in een fotostudio gemaakt moeten zijn. In de periode vlak voor het uitbreken van de crisis in Nederland… Iedereen die ik de foto’s zonder uitleg laat zien vraagt of ik het ben, of onze dochter Inden. Het is bizar om jezelf zo ongelofelijk herkenbaar op zo’n sepia antieke foto terug te zien! Erfelijke genen…het hart van alle dingen!
zondag 12 januari 2014
Negen jaar
Alleen de brave meisjes houden een dagboek bij, de stoute hebben geen tijd.
- Bankhead
Zelfverzekerd is ze volgens de Chinese astrologie. Ze is scherpzinnig, besluitvaardig en precies, maar ook aantrekkelijk om te zien. En behoorlijk ijdel! En het gekke is (of misschien helemaal niet), maar deze beschrijving van de Haan klopt heel goed met het karakter van onze jongste dochter. Ze is afgelopen week negen jaar oud geworden. Maren heeft de nachtjes afgeteld tot haar verjaardag. Ze had besloten dat ze het liefst haar verjaardag thuis vierde met cadeautjes op het grote bed. En daarom zijn we een dag eerder thuis gekomen van onze strandvakantie zodat we haar wens in vervulling konden laten gaan. (zie ons fotoalbum) Ze is een heel vrolijk, intelligent en gelukkig kind - met sproetjes op haar wangen. Dol op spelletjes, zwemmen en op haar knuffel Schaapje. Ze is typisch een derde kind vind ik. Ze is erg ambitieus, wil alles snel kunnen. En onze benjamin is ook heel creatief. Natuurlijk zijn dit maar stereotype karakters ooit bedacht door een Weense psycholoog, die de plaats in het gezin verbond aan bepaalde karaktereigenschappen. Maar Maren is ons meest speelse, onbezonnen en opgewekte kind van de drie – én linkshandig. Ze kan zich heerlijk verheugen op leuke gebeurtenissen zoals vakantie, verjaardagen, een bioscoopbezoekje of een logeerpartijtje. En wij genieten dáár weer van! Ze kwam ook heel anders ter wereld dan haar oudere twee zussen die met een keizersnede gehaald werden. Negen jaar geleden op het eind van de Kerstvakantie maakte ik laat in de middag zuurkool klaar. Tijdens het aardappelen schillen moest ik steeds even zitten en tijdens het koken zat ik op een kruk naast het fornuis met mijn grote, zware buik op schoot. Ik was al over de uitgerekende datum heen en ik hoopte verschrikkelijk op een natuurlijke bevalling. Mijn gynaecoloog zag dat niet zo zitten, maar wilde wel proberen mee te werken omdat ik het écht heel graag wilde. Nadat ik bijna geen hap in mijn keel kreeg van de zuurkool ging ik lekker douchen om mijn buik te ontspannen. Tijdens het 8 uur journaal, toen de twee meisjes al in bed lagen, besloten we dat de bevalling toch echt wel begonnen was. Buurvrouw Marja kwam in huis en wij reden naar het Bredaas ziekenhuis waar mijn lieve gynaecoloog natuurlijk geen dienst had. Het ging allemaal heel vlot en vlak voor de nieuwe dag aanbrak werd Maren Anne op natuurlijke wijze geboren. En wel op de mooie geboortedatum 05-01-05 . Op één van de volgende dagen stond er een lief bericht van mijn gynaecoloog op het antwoordapparaat dat hij zo trots en blij voor ons was dat het gelukt was op onze, natuurlijke manier. Heel uitzonderlijk in zijn carrière en die was al flink omvangrijk, want de beste man is nu al jaren met pensioen!!
In México gaan veel dingen op een ouderwetse of niet efficiënte manier. Neem nu bijvoorbeeld het betalen van de waterrekening. Dat gebeurde tot het eind van vorig jaar gewoon met een factuur op papier. Met die factuur kon je vervolgens naar elke respectabele supermarkt om het bij de kassa te betalen. Heel gewoon en heel makkelijk. Zo betalen we ook maandelijks onze telefoonrekening en onze gasrekening. Heel soms heb je een code die je kunt gebruiken om geld via internetbankieren over te maken. Dat kan overigens nooit in het weekend, alleen doordeweeks. Deze manier van betalen in de supermarkt bevalt ons prima en we gingen er zorgeloos mee om. Totdat we in december een nieuwe watermeter in onze tuin geplaatst kregen. Dat had al verontrustend kunnen zijn, maar we sloegen er geen acht op. En toen kwam de eigenaar van ons huis op een dag met een soort lichtblauw bankpasje aan de deur om uit te leggen wat er voortaan diende te gebeuren. Dat bankpasje moeten we voortaan elke eerste week van de maand in de meter drukken en dan een programmaatje laten afdraaien. Er komt geen bonnetje uit of zo, je gaat met het lichtblauwe bankpasje naar een kantoortje in de stad. Daar kun je contant betalen aan een loket om vervolgens wel een bonnetje te krijgen. Thuis ga je met het bankpasje weer naar de watermeter en stopt het er nogmaals in. Er draait weer een programmaatje af en die eindigt met pagado dat “betaald” betekent. Hier moeten we dus elke eerste week van de maand zelf aan denken. Daarom ging ik afgelopen week met het lichtblauwe bankpasje naar het waterkantoortje. Zoals te verwachten viel was het er beredruk! Ik keek de beveiligingsman bij de entree hulpeloos aan. Wat een chaotisch tafereel! Hij wees me de rij waarin ik me moest aansluiten. Die rij liep dwars door de rijen wachtstoelen heen. Ik vroeg nog of ik geen nummertje moest trekken, maar nee dat was niet nodig. En dat had mij dus wel een veel beter idee geleken! Ten eerste omdat we in de rij stonden tussen de voeten van alle wachtenden die op de stoelen zaten. En ten tweede omdat dit idiote systeem zo bespottelijk was dat elke keer als een klant geholpen was iedereen een stoel opschoof. Iedereen stond op van zijn stoel om op de stoel rechts van hem te gaan zitten!
- Bankhead
Zelfverzekerd is ze volgens de Chinese astrologie. Ze is scherpzinnig, besluitvaardig en precies, maar ook aantrekkelijk om te zien. En behoorlijk ijdel! En het gekke is (of misschien helemaal niet), maar deze beschrijving van de Haan klopt heel goed met het karakter van onze jongste dochter. Ze is afgelopen week negen jaar oud geworden. Maren heeft de nachtjes afgeteld tot haar verjaardag. Ze had besloten dat ze het liefst haar verjaardag thuis vierde met cadeautjes op het grote bed. En daarom zijn we een dag eerder thuis gekomen van onze strandvakantie zodat we haar wens in vervulling konden laten gaan. (zie ons fotoalbum) Ze is een heel vrolijk, intelligent en gelukkig kind - met sproetjes op haar wangen. Dol op spelletjes, zwemmen en op haar knuffel Schaapje. Ze is typisch een derde kind vind ik. Ze is erg ambitieus, wil alles snel kunnen. En onze benjamin is ook heel creatief. Natuurlijk zijn dit maar stereotype karakters ooit bedacht door een Weense psycholoog, die de plaats in het gezin verbond aan bepaalde karaktereigenschappen. Maar Maren is ons meest speelse, onbezonnen en opgewekte kind van de drie – én linkshandig. Ze kan zich heerlijk verheugen op leuke gebeurtenissen zoals vakantie, verjaardagen, een bioscoopbezoekje of een logeerpartijtje. En wij genieten dáár weer van! Ze kwam ook heel anders ter wereld dan haar oudere twee zussen die met een keizersnede gehaald werden. Negen jaar geleden op het eind van de Kerstvakantie maakte ik laat in de middag zuurkool klaar. Tijdens het aardappelen schillen moest ik steeds even zitten en tijdens het koken zat ik op een kruk naast het fornuis met mijn grote, zware buik op schoot. Ik was al over de uitgerekende datum heen en ik hoopte verschrikkelijk op een natuurlijke bevalling. Mijn gynaecoloog zag dat niet zo zitten, maar wilde wel proberen mee te werken omdat ik het écht heel graag wilde. Nadat ik bijna geen hap in mijn keel kreeg van de zuurkool ging ik lekker douchen om mijn buik te ontspannen. Tijdens het 8 uur journaal, toen de twee meisjes al in bed lagen, besloten we dat de bevalling toch echt wel begonnen was. Buurvrouw Marja kwam in huis en wij reden naar het Bredaas ziekenhuis waar mijn lieve gynaecoloog natuurlijk geen dienst had. Het ging allemaal heel vlot en vlak voor de nieuwe dag aanbrak werd Maren Anne op natuurlijke wijze geboren. En wel op de mooie geboortedatum 05-01-05 . Op één van de volgende dagen stond er een lief bericht van mijn gynaecoloog op het antwoordapparaat dat hij zo trots en blij voor ons was dat het gelukt was op onze, natuurlijke manier. Heel uitzonderlijk in zijn carrière en die was al flink omvangrijk, want de beste man is nu al jaren met pensioen!!
In México gaan veel dingen op een ouderwetse of niet efficiënte manier. Neem nu bijvoorbeeld het betalen van de waterrekening. Dat gebeurde tot het eind van vorig jaar gewoon met een factuur op papier. Met die factuur kon je vervolgens naar elke respectabele supermarkt om het bij de kassa te betalen. Heel gewoon en heel makkelijk. Zo betalen we ook maandelijks onze telefoonrekening en onze gasrekening. Heel soms heb je een code die je kunt gebruiken om geld via internetbankieren over te maken. Dat kan overigens nooit in het weekend, alleen doordeweeks. Deze manier van betalen in de supermarkt bevalt ons prima en we gingen er zorgeloos mee om. Totdat we in december een nieuwe watermeter in onze tuin geplaatst kregen. Dat had al verontrustend kunnen zijn, maar we sloegen er geen acht op. En toen kwam de eigenaar van ons huis op een dag met een soort lichtblauw bankpasje aan de deur om uit te leggen wat er voortaan diende te gebeuren. Dat bankpasje moeten we voortaan elke eerste week van de maand in de meter drukken en dan een programmaatje laten afdraaien. Er komt geen bonnetje uit of zo, je gaat met het lichtblauwe bankpasje naar een kantoortje in de stad. Daar kun je contant betalen aan een loket om vervolgens wel een bonnetje te krijgen. Thuis ga je met het bankpasje weer naar de watermeter en stopt het er nogmaals in. Er draait weer een programmaatje af en die eindigt met pagado dat “betaald” betekent. Hier moeten we dus elke eerste week van de maand zelf aan denken. Daarom ging ik afgelopen week met het lichtblauwe bankpasje naar het waterkantoortje. Zoals te verwachten viel was het er beredruk! Ik keek de beveiligingsman bij de entree hulpeloos aan. Wat een chaotisch tafereel! Hij wees me de rij waarin ik me moest aansluiten. Die rij liep dwars door de rijen wachtstoelen heen. Ik vroeg nog of ik geen nummertje moest trekken, maar nee dat was niet nodig. En dat had mij dus wel een veel beter idee geleken! Ten eerste omdat we in de rij stonden tussen de voeten van alle wachtenden die op de stoelen zaten. En ten tweede omdat dit idiote systeem zo bespottelijk was dat elke keer als een klant geholpen was iedereen een stoel opschoof. Iedereen stond op van zijn stoel om op de stoel rechts van hem te gaan zitten!
zondag 5 januari 2014
Gillen op een banaan!
Het grootste plezier in het leven is dat te doen waarvan mensen zeggen dat je dat niet kunt doen.
- Walter Bagehot
We gillen het uit! De meiden gillen zich bijna schor. Mark en ik hebben een déjà-vu. Wij hebben dit één keer eerder in ons leven gedaan en dat was 25 jaar geleden. En toen hebben we ook zo verschrikkelijk gelachen. De meiden kennen deze hilarische anekdote en willen het ook een keer mee maken. En daarom zitten we nu met z´n vijfjes op zo'n banaan achter een speedbootje. De zon schijnt, de zee is knalblauw en ik zit met pijn in mijn buik - vanwege de gierende zenuwen - achter Maren op zo´n banaan. Mark zit voorop, Inden zit achter hem en Anthe zit achter mij. Ik heb de meiden verteld dat we deze bananenrit de eerste keer in ons leven met een oom en tante van papa hebben gedaan. En wat nichtjes als ik me goed herinner. Het was op een strand aan de kust van Zuid-Frankrijk. Wij waren een dagje op bezoek, want wij kampeerden niet ver daar vandaan. Ik herinner me vooral de tante. Ze zat voor mij op de banaan en kon geloof ik niet goed zwemmen. Ze was heel bang om er af te vallen. Ze gilde het uit en toen we eenmaal in zee waren gevallen kon ze nauwelijks weer op die banaan klimmen. Ik kwam niet meer bij van het lachen om haar en slikte daarom liters zeewater in. De tante had zo ongeveer de leeftijd als ik nu heb. Wie had gedacht dat ik op deze leeftijd ook nogmaals op zo´n banaan zou zitten en de longen uit mijn lijf zou gillen. (zie ons fotoalbum) Ik zie dat de meiden stikken van het lachen om mij. Flashbacks. Ik heis mezelf met heel veel moeite op die gladde banaan, niet echt charmant. Ik heb nog net één seconde om te zeggen: “Pfff, ik zit eindelijk weer. Die banaan is wel glad, zeg.” En dan schiet ik er aan de andere kant weer af. Ik zie dat ze het allemaal bescheuren van het lachen om mij, ik zelf eigenlijk ook. En weer stik ik zowat in het zeewater. We verliezen Inden een keer onderweg. Zo zat ze er nog en na één keer knipperen met mijn ogen was ze weg. Ze dobbert een stuk achter ons in zee met haar zwemvest om. Haar handen in de lucht zoals we het geleerd hebben. De mannen op de boot missen haar echter niet en zo varen we nog een stukje door op flinke snelheid. Ik kan er niets aan doen. Ik weet dat ze het niet leuk vindt om in haar uppie in de diepe zee te dobberen. Maar ik moet zó verschrikkelijk lachen. We verliezen Anthe ook nog een keer die helemaal achterop zit. Ze klimt er vlot weer op. En dat zeg ik haar ook:”Nou, jij zit er in ieder geval snel weer op.” En dan hoor ik nog iets van “Oh!” en ligt ze er aan de andere kant weer af. Op een bepaald moment duurt het zo lang voordat ik weer op die banaan zit...dat ze de banaan maar naar de boot trekken zodat de mannen op de boot me er op kunnen heisen. Afgang. Mark heeft ook al een aantal pogingen gedaan om me er op te duwen vanuit het water, maar door het onophoudelijk lachen kan ik gewoon geen kracht opbrengen. Ik ben net een slappe vaatdoek, ik voel me net de tante van Mark destijds....maar het kan me eigenlijk niks schelen.
Op onze laatste dag aan het koraalrif wil ik nog graag een keertje kijken daar, onder water. Niemand van ons gezin wil echter mee met mij. Dus toog ik in m´n uppie naar een duikschool naast onze cabaña. Catherine, een Canadese duikinstructeur, zou net gaan duiken met iemand en ik kon wel mee op de boot. Dan zou ik een uur bij het rif kunnen snorkelen. Kapitein Sami zou bij mij blijven. En zo zit ik een kwartier later op een oud motorbootje met een internationaal gezelschapje: een Duitse leerlingduiker, de Canadese duikinstrukteur, de Mexicaanse kapitein en ik. De golven zijn hoog en het bootje gaat flink op en neer. Soms ontglipt mij een gilletje, omdat ik denk uit het bootje te wippen. Na een kwartiertje zijn we boven het rif. We gaan alle vier het onstuimige water in. Het is zo´n drie á vier meter diep. Door de hoge golven beweegt het gekleurde koraal heen en weer. Prachtig gezicht. Ik laat me drijven op de golven. Go with the flow. Als ik dat niet doe krijg ik golfjes zeewater in mijn snorkelpijpje. Dus ik wórd de flow. Ik zie duizenden gekleurde vissen. Prachtig. Maar lang kan ik niet genieten, want ik ben kapitein Sami ineens kwijt. In de hoge golven zoek ik naar zijn snorkelpijpje, maar ik zie het nergens boven het wilde water uitsteken. Korte paniek, maar we vinden elkaar gelukkig weer. Hij laat me twee zwarte roggen zien. Hij duikt naar de zeebodem en pest de rog een beetje zodat hij weg zwemt met zijn sierlijke vinnen. Het blijft wonderlijk, deze wereld onder water. De rust die over je valt door het rustige geluid van je eigen ademhaling. En die adembenemende kleurenpalet van al die visjes en koraal. Ik zie een babyschildpadje van zo´n twintig centimeter groot. Zo schattig! Ik volg hem even, maar hij is te snel. Ik roep Sami om hem te zeggen wat ik heb gezien, maar hij is veel te ver weg. Later op de boot blijkt dat ik de enige ben die het schildpadje heeft gezien. Lucky me.
Mahahual, 2 januari 2014
- Walter Bagehot
We gillen het uit! De meiden gillen zich bijna schor. Mark en ik hebben een déjà-vu. Wij hebben dit één keer eerder in ons leven gedaan en dat was 25 jaar geleden. En toen hebben we ook zo verschrikkelijk gelachen. De meiden kennen deze hilarische anekdote en willen het ook een keer mee maken. En daarom zitten we nu met z´n vijfjes op zo'n banaan achter een speedbootje. De zon schijnt, de zee is knalblauw en ik zit met pijn in mijn buik - vanwege de gierende zenuwen - achter Maren op zo´n banaan. Mark zit voorop, Inden zit achter hem en Anthe zit achter mij. Ik heb de meiden verteld dat we deze bananenrit de eerste keer in ons leven met een oom en tante van papa hebben gedaan. En wat nichtjes als ik me goed herinner. Het was op een strand aan de kust van Zuid-Frankrijk. Wij waren een dagje op bezoek, want wij kampeerden niet ver daar vandaan. Ik herinner me vooral de tante. Ze zat voor mij op de banaan en kon geloof ik niet goed zwemmen. Ze was heel bang om er af te vallen. Ze gilde het uit en toen we eenmaal in zee waren gevallen kon ze nauwelijks weer op die banaan klimmen. Ik kwam niet meer bij van het lachen om haar en slikte daarom liters zeewater in. De tante had zo ongeveer de leeftijd als ik nu heb. Wie had gedacht dat ik op deze leeftijd ook nogmaals op zo´n banaan zou zitten en de longen uit mijn lijf zou gillen. (zie ons fotoalbum) Ik zie dat de meiden stikken van het lachen om mij. Flashbacks. Ik heis mezelf met heel veel moeite op die gladde banaan, niet echt charmant. Ik heb nog net één seconde om te zeggen: “Pfff, ik zit eindelijk weer. Die banaan is wel glad, zeg.” En dan schiet ik er aan de andere kant weer af. Ik zie dat ze het allemaal bescheuren van het lachen om mij, ik zelf eigenlijk ook. En weer stik ik zowat in het zeewater. We verliezen Inden een keer onderweg. Zo zat ze er nog en na één keer knipperen met mijn ogen was ze weg. Ze dobbert een stuk achter ons in zee met haar zwemvest om. Haar handen in de lucht zoals we het geleerd hebben. De mannen op de boot missen haar echter niet en zo varen we nog een stukje door op flinke snelheid. Ik kan er niets aan doen. Ik weet dat ze het niet leuk vindt om in haar uppie in de diepe zee te dobberen. Maar ik moet zó verschrikkelijk lachen. We verliezen Anthe ook nog een keer die helemaal achterop zit. Ze klimt er vlot weer op. En dat zeg ik haar ook:”Nou, jij zit er in ieder geval snel weer op.” En dan hoor ik nog iets van “Oh!” en ligt ze er aan de andere kant weer af. Op een bepaald moment duurt het zo lang voordat ik weer op die banaan zit...dat ze de banaan maar naar de boot trekken zodat de mannen op de boot me er op kunnen heisen. Afgang. Mark heeft ook al een aantal pogingen gedaan om me er op te duwen vanuit het water, maar door het onophoudelijk lachen kan ik gewoon geen kracht opbrengen. Ik ben net een slappe vaatdoek, ik voel me net de tante van Mark destijds....maar het kan me eigenlijk niks schelen.
Op onze laatste dag aan het koraalrif wil ik nog graag een keertje kijken daar, onder water. Niemand van ons gezin wil echter mee met mij. Dus toog ik in m´n uppie naar een duikschool naast onze cabaña. Catherine, een Canadese duikinstructeur, zou net gaan duiken met iemand en ik kon wel mee op de boot. Dan zou ik een uur bij het rif kunnen snorkelen. Kapitein Sami zou bij mij blijven. En zo zit ik een kwartier later op een oud motorbootje met een internationaal gezelschapje: een Duitse leerlingduiker, de Canadese duikinstrukteur, de Mexicaanse kapitein en ik. De golven zijn hoog en het bootje gaat flink op en neer. Soms ontglipt mij een gilletje, omdat ik denk uit het bootje te wippen. Na een kwartiertje zijn we boven het rif. We gaan alle vier het onstuimige water in. Het is zo´n drie á vier meter diep. Door de hoge golven beweegt het gekleurde koraal heen en weer. Prachtig gezicht. Ik laat me drijven op de golven. Go with the flow. Als ik dat niet doe krijg ik golfjes zeewater in mijn snorkelpijpje. Dus ik wórd de flow. Ik zie duizenden gekleurde vissen. Prachtig. Maar lang kan ik niet genieten, want ik ben kapitein Sami ineens kwijt. In de hoge golven zoek ik naar zijn snorkelpijpje, maar ik zie het nergens boven het wilde water uitsteken. Korte paniek, maar we vinden elkaar gelukkig weer. Hij laat me twee zwarte roggen zien. Hij duikt naar de zeebodem en pest de rog een beetje zodat hij weg zwemt met zijn sierlijke vinnen. Het blijft wonderlijk, deze wereld onder water. De rust die over je valt door het rustige geluid van je eigen ademhaling. En die adembenemende kleurenpalet van al die visjes en koraal. Ik zie een babyschildpadje van zo´n twintig centimeter groot. Zo schattig! Ik volg hem even, maar hij is te snel. Ik roep Sami om hem te zeggen wat ik heb gezien, maar hij is veel te ver weg. Later op de boot blijkt dat ik de enige ben die het schildpadje heeft gezien. Lucky me.
Mahahual, 2 januari 2014
woensdag 1 januari 2014
Zeeschildpadden en magie
Als je de manier waarop je naar de dingen kijkt verandert, veranderen de dingen waar je naar kijkt.
- Wayne Dyer
Terwijl we met flippers aan onze voeten, een knaloranje reddingstvest aan en een duikbril op ons hoofd achteruit de zee in lopen spreken we met z´n vijfjes af dat we bij elkaar blijven. We zijn op het strand van Akumal dat door de Maya´s de “Plek van de schildpadden” genoemd wordt. Duizenden zeeschildpadden kwamen hier in de zomer hun eieren leggen. Dat is helaas niet meer zo, maar de volwassen zeeschildpadden zijn hier nog wel uitbundig aanwezig. Ookal is deze groene zeeschildpad een bedreigde diersoort geworden... En zo stappen wij hoopvol het warme water in en dobberen we met z´n vijfjes langzaam steeds verder de Caribische Zee in. Niet ver van het strand zie ik de eerste schildpad op de bodem grazen van het zeegras. Ik steek mijn hoofd boven het water uit en roep dat ik er één zie. Vooral Mark roep ik er meteen bij, want bij de vorige ontmoeting met een zeeschildpad - afgelopen zomer in Belize - riep hij ons er enthousiast bij en toen Mark weer onder water keek was de schildpad er al vandoor. Dat gebeurt hem niet nog eens! Nu dobberen we zo´n anderhalve meter boven de schildpad die een schild van zeker een halve meter groot heeft. Zijn kop is enorm en zijn poten zijn prachtig getekend. Het mooiste moment is wanneer deze schildpad naar boven zwemt om lucht te happen en daarna weer naar beneden zwemt. We volgen hem en genieten in zijn nabijheid. Hij lijkt zich niks van onze aanwezigheid aan te trekken en zwemt zodat we hem aan zouden kunnen raken. Dat doen we niet, want dat zijn de regels. Kort daarna zien we nog twee schildpadden vlakbij zwemmen. We splitsen ons op. Maren en ik volgen de grootste zeeschildpad van het stel. We flipperen hand in hand achter hem aan. Hij gaat naar beneden, naar boven en zwemt voor ons uit zoals we allemaal de beelden kennen uit de film Nemo. Soms maakt hij een draai waardoor hij echt rakelings langs onze gezichten zwemt! Tussendoor kijken we ook naar de tropische vissen en en naar het koraal dat nog over is van dit rif. Het rif voor de kust van Akumal gehoort tot de betere duiklocaties langs de Mexicaanse kust. In de rifmuur is het vis- en koraalleven uitbundig. Maar toch heeft onze allereerste ontmoeting met een wilde zeeschildpad meer indruk achter gelaten. Het was heel diep in zee (we waren met een vissersbootje), het blauw van de zee en het invallende zonlicht was prachtig en de verscheidenheid aan gekleurde vissen was enorm. Er waren nauwelijks andere mensen aan het snorkelen en de zeeschildpad zwom daar gewoon in z´n uppie. Hij was zo aandoenlijk toen hij schrok van mijn aanwezigheid recht voor hem dat hij zijn pootjes van schrik wijd spreidde.... Deze keer in México was het vrij ondiep en waren er meer schildpadden aan het grazen op de bodem. Er waren ook meer mensen aan het snorkelen. Er was bovendien de belofte van de snorkelverhuurman op het strand; we zouden zéker zeeschildpadden gaan zien. En daarom was er niet die bijzondere magie, die totale verwondering die je kennelijk alleen hebt bij een eerste keer.
Bij een open raam om een lauw zeebriesje binnen te krijgen en met uitzicht op het rif en de azuurblauwe zee slaan door de wind de blaadjes van Maren´s map om. Het is haar map van Nederlands voor de Wereldschool. Sinds dit schooljaar volgt Maren net als haar zussen wekelijks Nederlands, en ik ben haar juf. Dat heeft als gevolg dat Maren op de gekste plekken Nederlandse les heeft. Vaak in de auto als we een lange rit maken om México te ontdekken. Deze keer heeft ze spelling- en taaltoetsen. Zelfs een Citotoets en dus zitten we netjes aan tafel met alle mappen open geslagen en de officiële toetsvellen voor Maren uitgespreid. Het doet me denken aan de verhalen en foto´s die ik gezien en gelezen heb van schrijfster Anna van Praag toen Ilco en zij op wereldreis waren met hun drie dochters. Ik zeg tegen Anthe, die een Nederlands boekverslag zit te schrijven naast mij, dat we goed moeten beseffen dat we op deze unieke plek met onze Nederlandse taal bezig zijn. Haar reactie: “Dat weet ik mam! Daar báál ik ook zo enorm van!” Ik geniet juist van deze momenten. Hoeveel kinderen hebben nu eenmaal Nederlandse les op zulke magische plekjes op de wereld? Dit blog schrijf ik op een houten bankje aan een promenade langs het strand. Ik zit met mijn rug naar het strand, een zeebriesje op mijn rug. Er schuifelt een verkoper voorbij met hangers gemaakt van een halve kokosnoot en heel veel schelpjes die geluid maken in de wind.Ik zit in de schaduw van een palmboom en zie de schaduw van de takken onder mijn blote voeten. Ik hoor Inden en Maren plezier hebben in het zwembad voor mij. Anthe zit naast mij te lezen. Mark is aan het hardlopen. Ik koester dit moment van geluk. En besef dat ik mijn blogs vaak op zulke bijzondere plekken op de wereld geschreven heb. In tegenstelling tot onze kinderen ben ik oud genoeg om het te waarderen. Ik hoop intens dat zij dat later ook zullen doen, later...als ze groot genoeg zijn.
Mahahual, 31 december 2013
- Wayne Dyer
Terwijl we met flippers aan onze voeten, een knaloranje reddingstvest aan en een duikbril op ons hoofd achteruit de zee in lopen spreken we met z´n vijfjes af dat we bij elkaar blijven. We zijn op het strand van Akumal dat door de Maya´s de “Plek van de schildpadden” genoemd wordt. Duizenden zeeschildpadden kwamen hier in de zomer hun eieren leggen. Dat is helaas niet meer zo, maar de volwassen zeeschildpadden zijn hier nog wel uitbundig aanwezig. Ookal is deze groene zeeschildpad een bedreigde diersoort geworden... En zo stappen wij hoopvol het warme water in en dobberen we met z´n vijfjes langzaam steeds verder de Caribische Zee in. Niet ver van het strand zie ik de eerste schildpad op de bodem grazen van het zeegras. Ik steek mijn hoofd boven het water uit en roep dat ik er één zie. Vooral Mark roep ik er meteen bij, want bij de vorige ontmoeting met een zeeschildpad - afgelopen zomer in Belize - riep hij ons er enthousiast bij en toen Mark weer onder water keek was de schildpad er al vandoor. Dat gebeurt hem niet nog eens! Nu dobberen we zo´n anderhalve meter boven de schildpad die een schild van zeker een halve meter groot heeft. Zijn kop is enorm en zijn poten zijn prachtig getekend. Het mooiste moment is wanneer deze schildpad naar boven zwemt om lucht te happen en daarna weer naar beneden zwemt. We volgen hem en genieten in zijn nabijheid. Hij lijkt zich niks van onze aanwezigheid aan te trekken en zwemt zodat we hem aan zouden kunnen raken. Dat doen we niet, want dat zijn de regels. Kort daarna zien we nog twee schildpadden vlakbij zwemmen. We splitsen ons op. Maren en ik volgen de grootste zeeschildpad van het stel. We flipperen hand in hand achter hem aan. Hij gaat naar beneden, naar boven en zwemt voor ons uit zoals we allemaal de beelden kennen uit de film Nemo. Soms maakt hij een draai waardoor hij echt rakelings langs onze gezichten zwemt! Tussendoor kijken we ook naar de tropische vissen en en naar het koraal dat nog over is van dit rif. Het rif voor de kust van Akumal gehoort tot de betere duiklocaties langs de Mexicaanse kust. In de rifmuur is het vis- en koraalleven uitbundig. Maar toch heeft onze allereerste ontmoeting met een wilde zeeschildpad meer indruk achter gelaten. Het was heel diep in zee (we waren met een vissersbootje), het blauw van de zee en het invallende zonlicht was prachtig en de verscheidenheid aan gekleurde vissen was enorm. Er waren nauwelijks andere mensen aan het snorkelen en de zeeschildpad zwom daar gewoon in z´n uppie. Hij was zo aandoenlijk toen hij schrok van mijn aanwezigheid recht voor hem dat hij zijn pootjes van schrik wijd spreidde.... Deze keer in México was het vrij ondiep en waren er meer schildpadden aan het grazen op de bodem. Er waren ook meer mensen aan het snorkelen. Er was bovendien de belofte van de snorkelverhuurman op het strand; we zouden zéker zeeschildpadden gaan zien. En daarom was er niet die bijzondere magie, die totale verwondering die je kennelijk alleen hebt bij een eerste keer.
Bij een open raam om een lauw zeebriesje binnen te krijgen en met uitzicht op het rif en de azuurblauwe zee slaan door de wind de blaadjes van Maren´s map om. Het is haar map van Nederlands voor de Wereldschool. Sinds dit schooljaar volgt Maren net als haar zussen wekelijks Nederlands, en ik ben haar juf. Dat heeft als gevolg dat Maren op de gekste plekken Nederlandse les heeft. Vaak in de auto als we een lange rit maken om México te ontdekken. Deze keer heeft ze spelling- en taaltoetsen. Zelfs een Citotoets en dus zitten we netjes aan tafel met alle mappen open geslagen en de officiële toetsvellen voor Maren uitgespreid. Het doet me denken aan de verhalen en foto´s die ik gezien en gelezen heb van schrijfster Anna van Praag toen Ilco en zij op wereldreis waren met hun drie dochters. Ik zeg tegen Anthe, die een Nederlands boekverslag zit te schrijven naast mij, dat we goed moeten beseffen dat we op deze unieke plek met onze Nederlandse taal bezig zijn. Haar reactie: “Dat weet ik mam! Daar báál ik ook zo enorm van!” Ik geniet juist van deze momenten. Hoeveel kinderen hebben nu eenmaal Nederlandse les op zulke magische plekjes op de wereld? Dit blog schrijf ik op een houten bankje aan een promenade langs het strand. Ik zit met mijn rug naar het strand, een zeebriesje op mijn rug. Er schuifelt een verkoper voorbij met hangers gemaakt van een halve kokosnoot en heel veel schelpjes die geluid maken in de wind.Ik zit in de schaduw van een palmboom en zie de schaduw van de takken onder mijn blote voeten. Ik hoor Inden en Maren plezier hebben in het zwembad voor mij. Anthe zit naast mij te lezen. Mark is aan het hardlopen. Ik koester dit moment van geluk. En besef dat ik mijn blogs vaak op zulke bijzondere plekken op de wereld geschreven heb. In tegenstelling tot onze kinderen ben ik oud genoeg om het te waarderen. Ik hoop intens dat zij dat later ook zullen doen, later...als ze groot genoeg zijn.
Mahahual, 31 december 2013
Abonneren op:
Posts (Atom)