![]() |
A great summer night with a fantastic goal in Rotterdam! |
‘In running, it doesn’t matter whether you come in first, in the middle of the pack, or last. You can say, ‘I have finished.’ There is a lot of satisfaction in that.’
Ik ben deze bloedhete, vroege avond met mijn fiets helemaal doorgereden naar de glazen entree van het kantoorgebouw, voorbij de fietsenstalling. Daar parkeer ik mijn fiets pal in de zon. Het is maar liefst zevenendertig graden. Ik had die middag in het zwembad mijn baantjes getrokken en had thuis geen puf gehad mijn natte haar uit de knot te halen. Ik had wel mijn bikini verwisseld voor droog ondergoed. Ik woon vanavond een vergadering van de gemeente bij over een nieuwe noodopvang voor asielzoekers, niet ver van ons huis. Door de spreidingswet biedt ook Breda opvang aan. Ons deel van de stad is deze keer aan de beurt. En wel in het hotel vlakbij ons huis, de duurste vorm van opvang. De iets meer dan tweehonderd mensen die deze maand al zullen komen zijn statushouders en komen hun partner achterna reizen die al (te kleine) huisvesting in Nederland heeft. De zogenaamde nareizigers. Veelal vrouwen met hun kinderen. Gezinshereniging. De kinderen zullen hier de komende twee jaar naar school gaan en zo snel mogelijk Nederlands gaan leren. Met een verblijfsvergunning ligt hun toekomst in Nederland. Ik word ontvangen met een handdruk van de burgemeester himself en zijn advies dat ik mijn fiets beter in de schaduw kan zetten, vanmiddag was er al een fietsband geklapt in de zon. Ik volg zijn advies op. Binnen krijg ik meteen ijs aangeboden, softijs of een verpakt ijsje. Water en gekoelde frisdrank staat volop klaar. Ondanks de hitte gaat deze bijeenkomst toch door, omdat er spoed bij is. De locatiemanager Fokke van de COA wil het samen met ons, de buurtbewoners gaan doen. Hij wil de nieuwkomers goed laten landen. Kennen we sportverenigingen die open staan voor nieuwe leden? Willen we bijzonderheden op straat melden? Vrijwilligerswerk doen? Is er een kerk of een moskee in de buurt? De statushouders hebben een werkvergunning, dus mogen aan de slag. De meesten komen uit Afghanistan, Syrië, Turkije, Jemen en Eritrea. Er zijn vooral bewoners gekomen uit de straat aan de andere kant van het hotel. De straat waar wij een jaartje woonden toen we uit The States kwamen. Mensen herinnerden ons gezin nog, hoe leuk! Van óns straatje was er niemand, alleen ik dan. Een oude buurman van ons vorige huis begon over de drugsdealers bij een doodlopende straat naast het hotel. Overdag loop ik daar hard, maar in de avond schijnt het er duister te zijn. Hij had jongens erop aangesproken maar zij staken een mes uit het autoraam. De burgemeester wil bij de aansluitende borrel wel even verder praten hierover. Ik ook. Aan het eind van óns doodlopende straatje wordt namelijk ook gedeald. De bijeenkomst wordt in de loop van de avond steeds negatiever van sfeer. Mensen hebben veel te zeuren of te vragen met een negatieve kijk op dingen. Zelfs dingen als waarom de brief in de bus een dag later kwam dan het in de krant te lezen viel? Waarom de nareizigers niet ergens anders kunnen wonen? Ze halen er andere dingen bij zoals de drugsdeals of het te hard rijden door de straat. Hangjongeren bij de supermarkt tijdens schoolpauzes. De conclusie is eigenlijk dat er een wankelend draagvlak is door de omwonenden. Wij zijn de oren en ogen in de buurt, er wordt ons gevraagd onmiddellijk onregelmatigheden te melden. Er zal vierentwintig uur bewaking zijn in het hotel. Volgens mij loopt het allemaal niet zo’n vaart. Gelukkig durft er een dame uit het publiek op te staan en te vragen of we allemaal ons beste beentje willen voor zetten. Dat werd beantwoord met een luid applaus. Eindelijk een positief geluid! We gaan het samen maken. Het komt vast goed. Nadien loop ik naar de burgemeester en meld de drugsverkoop aan het eind van óns straatje. Ze wanen zich daar ongezien. Hij kent ons straatje, weet niks van drugs. Of ik daar een bericht van wil sturen. Ze hebben voldoende boa’s en zullen af en toe ons straatje controleren, belooft hij. We komen er pratend achter dat we bijna dezelfde route hardlopen. Ik zou zoveel met hem willen bespreken over de geplande kantoorbouw in het natuurgebied op de Trippelenberg bijvoorbeeld of het toenemende aantal campers dat langs mijn hardlooprondje parkeert en vuil achterlaat. Hij had toevallig deze ochtend tijdens het hardlopen ook een geel campertje zien staan, zei hij. Maar ook dat de stoplichten om de rondweg over te steken veel te snel op rood springen, hoe onveilig dat is, ook voor de schoolgaande kinderen straks. Ik vertrek met een bakje Ben&Jerry’s ijs voor onderweg, thuis zie ik pas in de spiegel dat ik mijn rommelige zwembadknot nog in had. Hopelijk deed dat geen afbreuk aan de indruk die ik achterliet bij onze burgervader.
Parkeren was een gedoe dus reden we na het eten bij dochter in Rotterdam naar een P+R en namen de metro tot vlakbij de Kralingse Plas. Onderweg kwamen we steeds meer sportievelingen tegen in korte hardloopbroekjes en sportshirts aan. We kwamen allemaal voor hetzelfde belangrijke doel. Flink geld ophalen voor het Erasmus Kanker Instituut, het voormalige Daniel den Hoed kliniek, voor meer wetenschappelijk onderzoek. Een doel dat mij persoonlijk erg raakt. Allereerst omdat ik daar zélf aan onderzoeken heb meegewerkt als patiënt. Ik heb meegedaan aan een onderzoek om na een chemokuur op een snellere manier door te spoelen zodat de patiënt voor een dagopname kan komen in plaats van een overnachting. Ook heb ik meegewerkt aan een studie om de tumor met een fluorescerend stofje te markeren waardoor de tumor preciezer weg gesneden kan worden. Bij beiden onderzoeken heb ik zelf veel baat gehad. Heel erg dankbaar. Hoe belangrijk dat zulke onderzoeken blijven plaatsvinden. Onderzoek maakt beter! Fijn dat ik zo iets terug kan doen, mijn kleine steentje kan bijdragen. Er is deze warme zomeravond bijna vier ton euro opgehaald. Het was beredruk in het Kralingse bos en tóch vonden we de andere leden van ons kleine team en ook onze supporters langs de kant. Hartstikke gezellig. Het was wel flink warm, gelukkig was het langs de Kralingse Plas door de wind wel te doen. Halverwege was een waterpost. Jongste dochter en vriendje liepen tien kilometer, een persoonlijk record zelfs van haar. Middelste dochter, haar vriendin met moeder en ik liepen vijf kilometer. Middelste liep ook haar persoonlijk record, op het einde rende ze alleen voorop zelfs. Ik was blij dat het erop zat, toch last van de warmte, eind van de week en ik loop nooit in de avond. Met vriendin’s moeder liep ik samen over de eindstreep onder een luid gejuich van het publiek. De euforie!