dinsdag 25 maart 2025

New season, new hairdo!
TUIN ALS METAFOOR VOOR HET LEVEN
I always tell myself, 'There are so many things you regret doing or eating, but you never regret a workout.' I always feel better after a workout. I have more energy, and mentally, I'm in a better place. 
- Nina Agdal


Mijn lief sport eigenlijk elke zaterdagochtend met twee dochters in de sportschool. Mits ze thuis zijn natuurlijk. De meiden gaan naar een klasje bodycombat en hij leeft zich uit op de apparaten. Soms pak ik zelf die zaterdagochtend een yogalesje, soms ga ik thuis verse soep maken of eten voorbereiden voor als we ’s avonds gasten te eten krijgen. Deze zaterdagochtend was middelste dochter in Schotland op haar eerste solo trip en mijn lief had helaas na heel lange tijd een beginnende migraine aanval, sporten was geen optie voor hem. Ik bood jongste aan haar te halen en brengen met de auto. Zij stelde voor dat ik dan net zo goed met haar mee zou kunnen gaan om een lesje bodycombat te volgen. Vroeger toen ik student was in Amsterdam volgde ik wekelijks een gelijksoortige les. Bewegen op muziek. Ik dácht tenminste dat het gelijksoortig was. Bodycombat blijkt echter een workout geïnspireerd op oosterse vechtsporten. Wel op muziek, dat was de enige overeenkomst. In mijn hardloopbroek en een wijd hemd probeerde ik bewegingen uit karate, taekwondo, kung fu, kickboxing en tai chi af te kijken en te herhalen. Bewegingen die ik helemaal niet kende. Op hoog tempo wipte ik op mijn voeten heen en weer, verdedigde ik met mijn vuisten mijn gezicht of viel ik juist aan met hoge schoppen met mijn benen. Op de maat van de snelle muziek. Elke oefening werd na enkele herhalingen uitgebreid met nieuwe bewegingen. Als laatste werd alles aan elkaar geplakt. Ik heb zo mijn best gedaan. In die volle zaal. Ik vond het zelf best redelijk gaan, ik hoefde niet te stoppen om uit te puffen. Trots op mijn basisconditie. In de tijd van mijn vroegere klasjes was het ritme wat minder rap. Ik bewoog toen voor een spiegel. Heel verwarrend voor mijn hersenen. Bij tijd en wijlen heel erg grappig ook wanneer ik weer eens de verkeerde kant op hupste. Tranen met tuiten heb ik om mezelf gelachen. Deze les lette ik dus erg goed op, telde in mijn hoofd de pasjes uit, keek bij de vrouw voor mij af welk been voor stond. Goede hersentraining! In no time zul je een geweldige conditie krijgen en word je vast sterker. Je vecht tegen een denkbeeldige tegenstander. Ik geloof echt dat als je zo’n traject van een paar weken volgt en je meegroeit in de opbouw van de bewegingen dat het best leuk is. Dochters vinden het in elk geval heerlijk. Ik had na één les wel even genoeg. Ookal heb ik geen spierpijn gehad. Trots op mijn lijf. Ik ben de zondagochtend daarna lekker rustig gaan hardlopen in de buitenlucht. In m’n uppie, op mijn eigen tempo genietend van de omgeving. Stress en spanningen lossen als sneeuw voor de zon op. Ookal voelde ik me aan het einde dan misschien niet een echte (combat)kampioen.


Het weer was fantastisch afgelopen week, en eigenlijk ook de week daarvoor. Een tuin hebben is dan een cadeautje. Mijn groene vingers kriebelden om wat in de tuin te doen. Natuurlijk was zaaien in de koude grond nog uit den bozen. Het kan nog vriezen in maart of april. Zaaien was ik wel al gestart op de oude slaapkamer van oudste dochter die we sinds twee maanden omgetoverd hebben tot werkkamer van mijn lief. Het is de warmste kamer van het huis met de ramen op het zuiden. De vensterbank staat vol met tomaat-, komkommer-, flespompoen, sponskomkommer- en auberginezaadjes. En een verplaatsbare houten etagere die met liefde verplaatst wordt tussen boven-op-het-bureau óf op de grond afhankelijk of mijn lief daar werkt en waar het meeste zonlicht is. Bakjes vol aarde met daarin verstopte tropische zaden zoals steranijs, lychees en dragonfruit. Net een snoepwinkel. Met de zon op het raam loopt de temperatuur in de kweekbakjes op en dat is precies gewenst voor de zaailingen. Ik heb vijf van de zes uitgekomen pruimtomatenplantjes inmiddels verspeend over losse yoghurtbakjes. Lekker groeien! Ook één van de drie witte flespompoenzaadjes is uitgekomen en staat nu in de kas. Ik kan met de beste intentie voor mijn zaadjes of zaailingen zorgen, maar het plantje beslist zelf hoe ze wil groeien. Dat heb ik niet in de hand. Ook goed. Ik had in een tuintijdschrift zitten bladeren en daar kreeg ik zóveel ideetjes en inspiratie dat ik niet meer te houden was. Ik reed op donderdagmiddag naar het tuincentrum. Ik heb daar de auto volgeladen met maar liefst acht zakken potgrond voor al mijn plannen. Ik heb vooraf de zinken teil op het terras leeg geschept, want die zat na zoveel jaar vol met slordig onkruid, verwilderde tijm, lavendel en grote graspollen. Nu heb ik er geweldige planten met bloemen als gele golfballetjes op kale stevige stelen in gezet, met zilvergroene lancetvormige bladeren. Erg blij mee, vooral ook met de onkruidvrije, pikzwarte aarde. Diezelfde middag meteen gemaaid en het gemaaide gras laten liggen. Tuinieren brengt alles even terug tot z’n essentie. Je bent hier, buiten, je ademt en maait gras – en dat is ‘t. Even weg van nieuws, mailtjes, de boodschappen die je nog moet doen. Zo lekker. Op woensdagochtend had ik na mijn rondje hardlopen, nog gekleed in m’n hardloopkloffie, flink zwetend herfstblad geschept uit de greppel die als natuurlijke afscheiding van onze tuin dient. Maar ook weer niet als afbakening, want we hebben de grond erachter onszelf toegeëigend. Dat lapje gemeentegrond is niet te koop. Het is historische grond. De kinderkopjes die er liggen zijn uit de tijd dat Napoleon Bonaparte in Breda was. Hij reed in 1810 over de allereerste verharde weg van Parijs naar Amsterdam. Via Antwerpen én Breda. Samen met zijn kersverse, tweede vrouw reed hij over de Rijsbergseweg. Ons huis werd bijna honderd jaar geleden gebouwd aan dezelfde versteende Rijsbergseweg. Een dubbele rij met precies deze geschiedkundige kinderkopjes ligt er nog steeds… De beukenboom voor ons huis was destijds in een lange rij geplant langs deze weg. Ze zijn erg bepalend geweest voor de uitstraling van het landschap. Onze boom is inmiddels meer dan twee eeuwen oud, de rest van de beukenbomen is helaas omgekapt. Langs de Rijsbergseweg liep van 1890 tot 1937 ook nog de stoomtramlijn van Breda naar Antwerpen. De tramhalte bevond zich zelfs vlakbij ons huis - waarvan de bouw in 1933 gestart is. In de voortuin ligt altijd vanaf de herfst een tapijt aan gevallen beukenblad die ik nu niet kan weghalen, want ik heb al twee kliko’s tot de rand gevuld uit de greppel. Ik zal vandaag moeten wachten totdat de vuilniswagen langs geweest is. Wat is het toch heerlijk om in de tuin én de kas te werken, de aandacht voor dat alles en de verwondering. Straks is alles groen!

dinsdag 18 maart 2025

New life! My tomato plants started to grow in the warmth of the sun
TRAGIEK
‘Aging is not an option, not for anyone. It is how gracefully we handle the process and how lucky we are, as the process handles us.’
– Cindy McDonal


In een hospice is de dood altijd dichtbij. Normaliter werk ik een dagdeel per week maar afgelopen weken werkte ik om de paar dagen. Het voordeel daarvan is dat ik de bewoners veel beter leer kennen. Wanneer er een week tussen zit, of soms meer dan een week, dan kunnen veel bewoners er niet meer zijn. Dat is gewoon zo. Dat nieuws lees ik in een overdrachtsmap vooraf aan mijn dienst. Vaak staat er ook een bedankje voor het personeel in het kantoor namens de familie. Bij de overdracht van de dienst krijg ik de status van de nieuwe bewoners te horen. De laatste weken wonen er grotendeels dezelfde bewoners. Dat vind ik fijn merk ik. Ik praat regelmatig met een bewoner die bij ons in de keuken zijn ontbijtje, lunch en avondeten nuttigt. In de ochtend ontspannen met een krantje erbij opengeslagen op de grote eettafel. Hij loopt rond in het huis, maakt zijn eigen eten klaar en hij zit er regelmatig bij wanneer we als verpleegkundigen en vrijwilligers met elkaar de koffie- of theepauzes doorbrengen. Met zijn vorm van kanker kan dat zomaar omslaan. Hij is dus erg ziek. Daar hadden wij samen een gesprek over toen er net een bewoonster overleden was. Hoe zo’n verlies voor mij is, was zijn vraag. Ondertussen was hij natuurlijk een beetje nieuwsgierig naar zijn eigen naderende einde. Ik vertelde hoe wij een uitgeleide doen waarbij het personeel allemaal bij de voordeur staat. Hoe er een gedicht voorgelezen wordt en hoe er een mooi baarkleed van ons over de kist ligt. Iemand van ons loopt mee naar de rouwauto en haalt het baarkleed er op het laatste moment vanaf. Meestal loopt er een medewerker van de uitvaartonderneming voor de rouwauto uit. Hoe zijn overlijden voor mij zou zijn nu we elkaar wat beter kennen? Een goede vraag. Ik werk er pas een aantal maanden en dit is de eerste keer dat ik iemand langer leer kennen dan een paar weekjes. Ik heb dus geen idee hoe ik zal reageren. We mogen elkaar graag. Onlangs had hij griep opgelopen en lag hij in bed. Dat was voor iedereen even wennen. We misten zijn aanwezigheid in de keuken. Hij is altijd erg blij en opgewekt wanneer ik hem zie. ‘Oh ben je er weer!’ roept hij vrolijk met een lach op zijn gezicht en heel vaak volgt daar een grap achter aan. De een-na-laatste keer dat ik werkte bleek hij niet helemaal hersteld te zijn van zijn griep. Hij had flink ingeleverd qua lichaamsgewicht en energie, hij kwam minder van zijn kamer af. Hij eet nu vaak aan tafel in zijn kamer. Dan maken we altijd een praatje en hij vraagt meestal wanneer mijn volgende dienst is. Laatst had hij voor mij een briefje uitgeschreven om het me makkelijker te maken, knipoogde hij. Bruine boterham, boter, kaas en spiegelei stond er op geschreven. Dat wilde hij voor lunch en precies in die volgorde boven op elkaar. Op deze manier kon ik het niet vergeten, grapte hij. Gisteren had ik na een volle week weer een dienst. ‘Blij om je te zien!’ lachte hij toen ik relatief vroeg in de ochtend zijn kop thee kwam brengen. Daarna wilde hij douchen en daar heeft hij tegenwoordig hulp bij nodig. Ik droogde zijn rug af, voelde hoeveel gewicht hij verloren had. Toen hij goed en wel aangekleed was sprak hij de waardering van mijn werk en aanwezigheid uit. Hij vroeg of hij me een omhelzing mocht geven. Toen ik begin van de middag klaar was met mijn dienst, die pittig was met twee overlijdens binnen een uur, klopte ik nog even op zijn deur om gedag te zeggen. Dat doe ik normaliter niet. Ik zie hem zienderogen achteruit gaan, het is maar de vraag of hij er bij mijn volgende dienst nog is.  


Precies hetzelfde rondje reed ik door Breda. Om precies dezelfde drie senioren dames op te halen als een maand geleden. Wederom voor de dagfilm in hetzelfde theater. Ze noemden mij en elkaar inmiddels bij voornaam. Tilly, Tessa en de derde ben ik vergeten. Juist van haar was de lift in het gebouw kapot toen ik beneden in de hal op haar wachtte. De monteur wist niet hoelang het zou duren. Net toen ik haar paniekerig wilde bellen, ze woonde tenslotte op de tiende etage, kwam ze aanlopen. Ze had de tien trappen ervoor over, zei ze enthousiast. Deze dame in kwestie is over de negentig jaar! Na onze kop koffie in het theater gingen we naar de zaal. Ik adviseerde de dames hun jas mee naar binnen te nemen. Ik vind het meestal te koud daar binnen. Je zit natuurlijk ook zo’n twee uur stil. Het was inderdaad weer te koud. Verder is alles daar altijd fantastisch geregeld. Brabantse gastvrijheid. Kartonnen naambordjes met ons logo op de gereserveerde tafels. Er werd zelfs een kapstok heengereden. Borden met bestelde broodjes stonden na de film klaar. Mokken met koffie of thee werden meteen ingeschonken. Helemaal prima. De film over Maria Callas haar leven was heel tragisch en halverwege de film voelde ik me ook een beetje gedeprimeerd worden. Angelina Jolie speelde de Griekse Maria, één van de beroemdste operazangeressen van na de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de oorlog in Athene liet haar moeder haar twee jonge tienerdochters zingen voor de Duitsers om niet gedeporteerd te worden. Maria’s zus was slanker en knapper en hun moeder liet haar voorkeur duidelijk blijken. Later is Maria door een extreem streng dieet meer dan dertig kilo afgevallen, slank zoals we haar kennen van haar carrière. Ze was getrouwd met een veel oudere Italiaanse man en later viel ze voor de charmes van de schathemelrijke Aristoteles Onassis. Ze kreeg een zoontje van hem dat heel kort na de geboorte overleed. De relatie werd al snel weer beëindigd doordat Onassis haar verruilde voor de weduwe van de Amerikaanse president John F. Kennedy, de bekende Jacky Kennedy. Maria’s stem verminderde uiteindelijk tot een schim van wat het ooit was. Vanaf toen trok de perfectionistische Maria zich geleidelijk uit de operawereld terug. Ze kreeg hallucinaties door de verslavende medicijnen die ze slikte voor haar hart. Ze verbleef met een trouwe huishoudster en butler in haar luxe appartement in Parijs. Ze leefde een teruggetrokken leven. Al op haar drieënvijftigste overleden. Wat een tragiek. Ik moest er na de film even van los komen. Een beetje van de kou verkleumd lunchte ik later samen met een groepje deelnemers en een nieuwe vrijwilliger aan een grote tafel. Ik heb nog geregeld dat twee mensen een theaterkaartje aan elkaar konden doorverkopen voor de musical over Rob de Nijs de avond erna. Niet wetende dat Rob een paar dagen erna zou overlijden. Toen ik de laatste dame in mijn auto thuis wilde afzetten hebben we eerst samen in de auto mijn vriendin gebeld. Haar moeder is namelijk net bij mijn deelneemster in dezelfde verzorgingsflat komen wonen. De nieuwste bewoonster wil graag aan activiteiten meedoen wist ik en mijn deelneemster zocht juist een maatje voor haar kookclub. Voldaan van zóveel netwerken, wat ik graag deed hoor, reed ik naar huis waar ik lekker tot rust mocht komen met een kop thee en een boek. 

dinsdag 11 maart 2025

Our old cat enjoying the winter sun...
OUD
Let us never know what old age is. Let us know the happiness time brings, not count the years.’ 
- Ausonius


Bijna zestien jaar oud is onze gestreepte poes. Een oud besje en dat kunnen wij zien. Haar vacht is een stuk donkerder geworden in al die jaren. Een tijdje was het zelfs doffer en begon het een beetje te vervilten op haar rug. Vlakbij haar staart. In haar mooie gele ogen ontstonden bruine vlekjes van ouderdom. Ze hoort echter alles nog piekfijn. Wanneer je haar naam in een zin fluistert spitst ze haar oren. Ook wanneer er een andere kat in haar buurt sluipt en ze dommelt een beetje weg, dan hoort ze het toch. Ongeveer een jaar geleden gingen we met haar naar de dierenarts. Haar vacht zag er op haar rug onverzorgd uit, ondanks dat wij het kamden wat ze niet fijn vond op die plek. Ze wilde nauwelijks nog buiten spelen aan de voorkant van ons huis. Daar lopen ook katten van buurtbewoners rond en confrontaties ging ze angstig uit de weg. Ze voelde zich kwetsbaarder worden. Oud. Ze kwam steeds minder vaak boven, traplopen deed haar pijn. De dierenarts gaf de diagnose artrose in haar onderste staartwervels en haar heupjes. Botpijn. We gingen naar huis met pijnstillers waarvan we de druppels dagelijks in haar natvoer moesten doen. Het ging toen gelukkig beter met haar. Ze waste haar vacht weer op de plekjes waar ze door pijn eerder niet meer bij kon. Haar vacht glanst nu weer. Ze liep weer naar zolder en stak haar neus weer buiten de voordeur. De dierenarts stelde na zoveel maanden voor om over te stappen naar het kattenmedicijn solensia tegen artrose. Elke maand stopten we Tossie in de kattentas om de dierenkliniek te bezoeken. Heel stressvol voor haar. Ons kostte dat moeite om haar in de tas te krijgen en telkens iets meer dan honderd euro uit onze portemonnee. We maakten vorige maand de afspraak bij de dierenartsassistente, want een consult bij de dierenarts is nu eenmaal duurder dan bij de assistente. We kwamen toch élke maand een injectie halen, dat hoeft dan niet perse bij de arts zelf. De assistente spoot jammergenoeg niet onder haar huid in haar nek maar in haar vacht. De vacht werd nat en de vloeistof druppelde op de tafel. Dat ging mis. Tossie zat inmiddels terug in de tas en wilde er voor geen goud weer uit. Dat gaf niks, zei de assistente. Ze gaf een nieuwe spuit met vloeistof in de rug van Tossie terwijl ze omgekeerd in de kattentas zat. Kennelijk had ze in een spier geïnjecteerd, want Tossie bleef de hele middag nog onrustig. Toen ik dat aan de buurvrouw vertelde stelde zij voor om het injecteren zelf thuis te doen. Tossie hoeft dan niet meer elke vier weken met stress naar de dierenkliniek en wij besparen een paar tientjes per keer. Vandaag zou ik les krijgen van de dierenarts in het spuiten onder de huid van Tossie. Jongste dochter ging mee om de uitleg te filmen, ook om mee op te letten. De dierenarts deed eerst een lichamelijke controle. Haar hartje klopte goed, gebit zag er goed uit, ze had geen vlooien en haar vacht zag er glanzend en verzorgd uit. Daarna legde ze alles stapje voor stapje uit. Zij spoot de milliliter solensia onder de huid en ik daarna een milliliter fysiologisch zoutoplossing. Dat ging mij gelukkig helemaal goed af. Tossie werkte geduldig mee. Bij de balie rekende ik tweehonderd euro af voor de injectie en consult van vandaag plus de nieuwe ampul met twee injectienaalden voor volgende maand. Tijdens de eerste zonnige dagen van maart was Tossie weer als vanouds veel in de voor- en achtertuin te vinden. Niet meer hoog in de kromme magnoliaboom of via de brandhout voorraadkast bovenop het garagedak geklommen maar wél helemaal senang op de houten bank onder het voorraam, of uit de wind op de kokosmat in de vestibule. Voortaan zal ik haar mantelzorger zijn en hoeft ze niet meer stressvol in de kattentas naar de dierendokter. Ze mag thuis zorgeloos en grotendeels pijnloos van haar oude dag genieten. Onze oude kater Woester overleed drie maanden voor zijn zestiende verjaardag. Tossie heeft haar grote vriend nu qua leeftijd ingehaald. 


Terwijl ik achter haar grote fauteuil bij het raam op een kruk zit en zij op de tuin uitkijkt, waar soms eekhoorntjes pinda’s komen halen, masseer ik haar hals en schouders met lavendelolie. Ze beleeft het. Ze is in de negentig en is bij ons in het hospice vanwege uitgezaaide kanker. Ze woonde nog op zichzelf voordat ze bij ons kwam wonen. Ze weet precies haar ochtendroutine aan de wastafel uit te leggen. Waag het niet het anders te doen. Ze wast zich met een washandje en een ouderwets stukje zeep. Wanneer ze aangekleed is loopt ze met de rollator naar de grote fauteuil. Wanneer ze zit gaat het voetendeel omhoog en daar blijft het kleine vrouwke zitten tot ze zich met onze hulp weer uitkleedt om naar bed te gaan. Ze heeft de afstandsbediening en een leesboekje binnen handbereik. Vaak een kleed en warme kruik op schoot en een kruik op haar voeten. Ze tuurt meestal naar buiten. Wanneer ik haar deze middag ontspannen masseer, met de geur van een essentiële olie die ze zelf uitgekozen heeft, ontspant ze zichtbaar. We kletsen over Singapore en voormalig Indië. Haar man vaarde destijds voor een bedrijf in de buurt van Indonesië en zij woonden met hun kinderen in Singapore. Vlak na de onafhankelijkheid. Ze vertelt honderduit en op een bepaald moment zegt ze dat ze helemaal terug is in die tijd. Bij wijze van spreken ziet ze nu palmbomen groeien buiten het raam. Natuurlijk vertel ik haar dat onze oudste dochter daar woont. Dat het zo veranderd is met veel hoogbouw. Dat ik daar een paar maanden terug nog was en waar ik wandelde. Ze gaat helemaal terug in de tijd. Ik noem haar dat mijn oma al in 1932 in Singapore was, bijna een eeuw geleden. Ze vindt het allemaal prachtig. Ik beschrijf de oude foto waar mijn oma in een wagen met grote wielen zit en een Chinese man de kar trekt. Een bijzonder moment delen we vanmiddag. Kort daarna loopt ze een blaasontsteking op en raakt ze in een delier. Ik spreek haar zoon in de keuken. Ik vertel dat we kort geleden zo fijn gekletst hebben. ‘Oh ben jij dat!’ roept hij enthousiast uit. Ze had hem verteld dat ze zo’n leuk gesprek had gehad met een Indische vrouw die hier werkt. Niet lang daarna wordt ze in slaap gebracht vanwege haar pijn en verwardheid. Op een ochtend sluip ik zachtjes bij haar naar binnen. De gordijnen nog gesloten en in het schemer zie ik haar rustig in bed liggen, in foetushouding. Ik sluip weer zachtjes weg zonder wat te zeggen, want we geven de bewoners de rust om te sterven. Werkelijk een paar minuten later roept de verpleegkundige me terwijl ik de trap op wil lopen naar boven. De bewoonster waar ik nét even binnen was is zojuist overleden. In alle rust. Dat raakt me. Zou ze gevoeld hebben dat ik kort bij haar bed stond? Wanneer ze eind van de ochtend gewassen en aangekleed opgebaard ligt en zo opgehaald zal worden door de uitvaartorganisatie loop ik nog even naar haar toe om in gedachten afscheid te nemen. Ik condoleer de bij elkaar gekomen familie in onze huiskamer en beantwoord hun vragen. Daarna fiets ik naar huis.

dinsdag 4 maart 2025

With cake and tears celebrating my 2 years cancerfree anniversary
ZIJN
When your time comes to die, be not like those whose hearts are filled with fear of death, so that when their time comes they weep and pray for a little more time to live their lives over again in a different way. Sing your death song, and die like a hero going home.’
- Tecumseh


Ik doe de voordeur open nadat de bel was gegaan en zie een tengere vrouw voor me staan naast wat grote gevulde shoppers op de grond. In de verte zie ik een taxi de straat uitrijden. We verwachten eind van deze ochtend een nieuwe opname in het hospice waar ik werk. De meeste nieuwe bewoners komen met de ambulance. Sowieso hadden álle bewoners, zolang ik er werk in elk geval, familie bij zich. Vaak genoeg komt de familie wat eerder om alvast wat fotolijstjes in de kamer te zetten, een bos bloemen of om wat kleding weg te hangen in de kast. Een ontvangstcomité. Ik neem aan dat deze op het oog vieve vrouw ook wat spullen vooraf komt brengen. Ik introduceer mezelf, neem de zwaarste tas van haar over en loop met haar naar de trap. Ze kijkt naar boven en zegt ‘Oh, dat red ik niet’ en ineens snap ik dat zij zélf de nieuwe bewoonster is. Ik schrik er zelf van en neem haar meteen mee naar de lift. Ik laat haar eerst haar kamer ingaan. Ze zet een zwarte tas op het bed. Ik vraag of ik haar winterjas kan aannemen en hang hem in de hangkast op haar kamer. ‘Wat een fijne kamer’ zegt ze rondkijkend. Ik vertel dat we de verwarming alvast aangezet hebben voor haar, maar ze vraagt juist of het raam open kan. Natuurlijk doe ik het raam een stuk open. De zon schijnt door de vitrage. Ik bied haar aan plaats te nemen. Ze gaat in de ruime sta-op fauteuil zitten naast het raam. ‘Een heerlijke plek’ zegt ze. Ik vraag haar wat ze wilt drinken voordat de verpleegkundige en haar huisarts komen. Ze weet het even niet, ik stel van alles voor en haar gezicht licht op wanneer ik warme chocomelk noem. ‘Wilt u er slagroom bij?’ Dat slaat ze af. Ik maak in de keuken een warme chocolademelk voor haar, leg een koekje erbij op het dienblad. Ze is heel dankbaar dat ze hier is. Een paar dagen later klop ik in de ochtend op haar deur. Ik had haar al in de gang zien lopen naar de badkamer. Ik leg uit wie ik ben, dat ik een paar dagen eerder de deur geopend had voor haar. Dat herinnert ze zich nog helder, ze is goed in gezichten vertelt ze me. Ik vraag of ze zin heeft in een ontbijtje en mag haar twee rozijnenboterhammetjes geven en weer een warme chocomel. Ze zegt dat de warme chocolademelk haar van binnen verwarmt, dat ze dat heel fijn vindt voelen. Inmiddels had ik haar achtergrondverhaal in haar file gelezen. Ze leefde alleen voordat ze bij ons kwam. Ze heeft een zoon die  zij niet teveel wilt belasten. Ze wil niet dat wij hem bellen om hem op de hoogte te houden. ‘Hoe voelt u zich nu? vraag ik deze ochtend. Ze heeft pijn in haar buik ondanks de pijnstiller. We gaan de huisarts bellen zodat hij andere medicatie kan voorschrijven. Normaliter zorgt familie of een andere mantelzorger voor het wasgoed. Zij kan het aan niemand vragen heeft ze doorgegeven. Dat vind ik heel treurig om te horen, ik zou het zelf wel mee willen nemen. In het hospice mogen wij haar wasgoed niet wassen. Regels zijn regels. Er is haar een telefoonnummer van een stomerij doorgegeven die haar wasgoed op kan komen halen. Op de TV staat een schaatswedstrijd op. Zonder geluid. Ze vertelt dat ze tot rust komt in haar kamer in ons hospice. Er ligt een stapeltje natuurtijdschriften op het tafeltje naast haar stoel. Haar gevulde, zwarte tas staat na een kleine week nog steeds op het bed zie ik, alsof ze elk moment weer kan vertrekken. Ik zeg er niks van. In plaats daarvan zeg ik dat ze nu alleen maar hoeft te ‘zijn’. Meer niet. Het raakt haar. Er wellen tranen op in haar ogen. ‘Ja precies, ik hoef hier niets behalve te zijn’ herhaalt ze. Ze staart uit het raam. Wanneer ik naar de deur loop zie ik een megagrote teddybeer met een glanzende strik op een stoel aan tafel staan. Ik stel me voor dat ze deze van haar zoon gekregen heeft.


De zon scheen volop. Mijn lief en ik fietsten midden op de zondag naar een dorp verderop. Zo’n twintig minuutjes fietsen. Jongste dochter van twintig jaar ontving thuis wat vriendinnen uit haar middelbare schooltijd om in te drinken voor hun carnavalsfeestje in Breda alias ’t Kielegat. Twee dagen ervoor was jongste al met studievrienden in Oeteldonk, 's Hertogenbosch wezen feesten. We parkeerden de fietsen tegen een boom waar veel mensen hun fiets parkeerden. We liepen recht tegen de optocht van de praalwagens aan.  Overal luide carnavalsmuziek. Alle kroegen open. Ie-de-reen was verkleed. Jong en oud. Écht een gezinsactiviteit. Jonge ouders met spelende ‘kullekes’ om zich heen in de zon en opa en oma aan dezelfde statafel met ook een pul bier in hun hand. Gemoedelijk carnaval in Prinsenbeek alias Boemeldonck. ‘Ge kekt oew ôôge uit’ wanneer zo’n dorp helemaal in de geest van carnaval is. Ik vind het eigenlijk heel fijn om naar te kijken. Iedereen lacht, lijkt elkaar te kennen en te mogen. Ons kent ons. Het ‘femmekesbal’ voor de dames en het 'piepersbal' voor kinderen. Het Kreeziecafé is een spetterend jeugdfeest waar wij onze kinderen vroeger ook afgezet hebben. Geen carnaval zonder blaaskapellen, toch? We zagen ze bovenop de praalwagens spelen. Het aantal dweilorkestjes, zatte harmonieën, boerenkapellen en blaaskapellen neemt helaas al jaren af. Carnaval zelf daarentegen trekt juist jaarlijks duizenden feestgangers naar ‘t Kielegat. Steeds meer. Op zoek naar geluk en vrijheid. Zo’n zeven op de tien mensen voelen zich tijdens carnaval meer verbonden met anderen en gelukkiger. Carnaval is hét moment waarop sociale rangen verdwijnen en dat geeft een bijzonder bevrijdend gevoel. Tijdens die dagen zijn we even allemaal gelijk lijkt het. En dat is precies wat ik zag in Boemeldonck die stralende zondagmiddag. Mensen zetten een masker op, verkleedden en schminkten zich en ontsnapten zo aan de dagelijkse realiteit. Wanneer je dan kunt dansen en iemand anders kunt zijn, versterkt dat het geluksgevoel enorm. Een intens gevoel van saamhorigheid. Een collectief gevoel van geluk. De waan van de dag wordt vergeten. Het is even loskomen van de ellende in de wereld. In onze stad was het afgelopen weekend op meerdere plaatsen zó druk dat locaties tijdelijk afgesloten waren. Zij konden alternatieve routes volgen om een rustigere feestplek te vinden.