dinsdag 25 februari 2025

Pineapple that starts to grow into a plant!
VERANDERING
Vogels zijn de meest ervaren vliegeniers die de wereld ooit heeft gezien. Ze vliegen hoog en laag, met grote snelheid en heel langzaam. Altijd met buitengewone precisie en beheersing.’
- David Attenborough


Met mijn vriendin maakte ik afgelopen week wederom een wandeling door ons bos de Trippelenberg. Voordat we een stuk door het drassige stuk moesten baggeren stonden we al pratend stil bij een meertje met twee kuierende ooievaars vlakbij. De middagzon scheen volop. Zonnebrillen op. We keken naar prachtig grote beesten met gedeeltelijk zwarte vleugels, rode hoge poten en een rode snavel. Ze klapperden luid met hun snavels. Ze liepen om elkaar heen als een dans. Dat luide geklapper met de snavel doen ze wanneer ze elkaar begroeten. Wij hadden het idee dat ze elkaar aan het versieren waren. Nederlandse ooievaars trekken deels weg, maar minstens een vijfde overwintert hier in eigen land. Ze keren vanaf februari terug dus misschien waren ze elkaar inderdaad aan het begroeten? De kou is geen reden voor ze om weg te gaan. Ook bij lage temperaturen kunnen ooievaars overleven, mits ze insecten, muizen en ratten kunnen vinden. Het aantal ooievaars dat de trek overleeft is trouwens maar klein. Al jaren lang blijkt dat slechts vijftien procent van de uitgevlogen jongen met zekerheid de volwassenheid bereikt. Ze kunnen dertig jaar oud worden. Het grootste gedeelte sterft echter tijdens de trek aan de gevolgen van elektrocutie door hoge elektriciteitsdraden, jacht (in Afrika eten ze ooievaars) en verhongering. Wij hebben in de buurt van ons huis een groot hoog nest waar ze afgelopen zomer ook jongen hadden. Ooievaars kunnen trouwens net als flamingo’s op één poot slapen. Met de andere poot in zijn lichaam kan hij veel warmte vasthouden. Toen ik naast mijn vriendin naar de twee dansende en klepperende grote vogels stond te kijken kreeg ik een flashback naar zo’n vijftien jaar geleden. Wij zaten vanuit een gehuurde Defender met de kinderen naar een groep struisvogels te kijken waarvan het mannetje een paringsdans uitvoerde. We waren net met de auto door flinke plassen gereden. Namibië, het derde Afrikaanse land waar we die zomer doorheen reisden met onze drie kleine dochters, waarvan de jongste nog een kleuter. We sliepen in tenten op het dak van onze auto. Na de oorverdovende paringsroep van de mannelijke struisvogel had hij zoveel mogelijk vrouwtjes aangetrokken en raakte hij in de greep van een opwindende paringsdans. Het had best veel weg van de twee ooievaars waar ik nu naar aan het kijken was. Gewoon aan een mooi half bevroren meertje notabene vlakbij mijn huis. Het rook en klonk gewoon naar voorjaar. De lente lijkt gestart. Zondagmiddag was het zo warm en zonnig dat ik naast de wapperende was in de tuin een boek aan het lezen was. Ook bij mij kriebelt het voorjaar net zoals bij de vogels. Ik heb zin om te starten met zaaien dus zocht ik mijn zaden van tropisch fruit uit Singapore en Vietnam op. Alles verpakt in servetten van het desbetreffende restaurant waar we toen het fruit aten. De meeste zaden heb ik geïdentificeerd, behalve één soort grote zaden. Ik ben benieuwd naar wat daar uit gaat groeien later. Ik wacht nog heel even met daadwerkelijk zaaien totdat het voorjaarsweer wat stabieler en warmer wordt. In de tussentijd wil ik in de huiskamer een ananasplant kweken door de kroon te laten groeien in een grote glazen vaas gevuld met water. Stel je voor dat ik straks een ananasplant in de oranjerie heb groeien waar wellicht ooit een ananas van vier kilo aan zal groeien!


Alles in het leven is in beweging. Dat in beweging zijn leerde ik tijdens mijn yogalessen en inmiddels herken ik dat ook in mijn leven. En in dat van anderen. Alles in het leven stroomt, verandert. Groei staat gelijk aan verandering. Tijd is volgens mij daarvoor de sleutel. Door tijd te nemen voor de flow in je leven voorkom je dat energie blokkeert. Door tijd te nemen zorg je voor ruimte in jezelf waardoor je vóelt wat belangrijk is om te voelen. Ik herken dat. Helemaal nu mijn leven, na de ratrace dat in het Erasmus ziekenhuis plaatsvond, weer een stuk rustiger is geworden. Ik heb ruimte in mezelf gekregen door de tijd die ik ervoor heb. Ik ben inmiddels twee jaar gezond. Alhoewel ik nog steeds regelmatig naar Rotterdam rijd voor routinematige controles van mijn tong, mond en hals. Ook erheen voor uitgebreide gebitsreinigingen vanwege mijn tekort aan speekselaanmaak. Ik rijd ook een keer per week naar Utrecht voor gesprekken met mijn psycholoog. Verder heb ik elke twee weken oedeemtherapie voor mijn hals, elke maand een bezoek aan de diëtiste omdat voldoende eten nog steeds voor mij een ding is. Vooral door de tijd die het me kost om het binnen te krijgen is mijn avondeten vaak al afgekoeld voordat mijn bord leeg is. Ik zorg niet voldoende voor mezelf door mijn bord vaak maar af te ruimen ondanks dat ik nog niet voldoende heb gegeten. De tijd nemen om genoeg te eten is zelfzorg. Óndanks de snelheid van het leven. Ik at vaak alleen uit noodzaak. Eten voor mentale verzadiging is echter ook heel belangrijk om de lol erin te houden. Lekkere dingen eten. Zelfliefde. Ondanks al die therapieën en controles - en alles wat er nog extra bijkomt kijken zoals tóch weer extra bloedprikken, tóch weer gips happen voor een bitje of tóch weer met de praktijkondersteuner in gesprek - vind ik tijd en rust. Tijd is belangrijk om geduld, attent zijn of empathie te voelen. De snelheid van het leven houdt onbewust van alles in stand zoals oppervlakkigheid of ongeduld of onaardigheid. We hebben tijd gewoonweg nodig om het leven te verteren, je van stress en haast ontdoen. Voor mij voelde het op een bepaald moment heel natuurlijk om niet meer deel te nemen aan de ratrace. Ik zou het ook niet meer kunnen. Spirituele schrijver Paulo Coelho schreef ooit ‘Verander. Maar begin langzaam, want richting is belangrijker dan snelheid.’ Ik heb nu de tijd. De tijd om optimaal waar te nemen, te voelen en te veranderen. 

dinsdag 18 februari 2025

Me having slowdown time...
KRUIMELDIEF
The mother-child relationship is paradoxical and, in a sense, tragic. It requires the most intense love on the mother's side, yet this very love must help the child grow away from the mother, and to become fully independent.
- Erich Fromm

‘Ooh help, ik word net mijn moeder!’ Uiteindelijk ontdekt elke vrouw dit op een gegeven moment. ‘Ik lijk op mijn moeder…’ Met de gloednieuwe stofzuiger zonder snoer ga ik als een razende door het huis wanneer ik een kruimel zie. Net mijn moeder! Mijn moeder kocht in de jaren tachtig voor zichzelf een zogenaamde kruimeldief. Een donkerbruine wandhouder aan de muur en een handzame beige stofzuiger van Black en Decker zonder snoer, en ook zonder stofzuigerzak trouwens. Ze zoog er álles mee op. Denk aan kattenharen, stof op de grond, asbak leeg, brood- of koekkruimels op het tafelkleed en zelfs de chocolade hagelslag die naast mijn bord viel wanneer ik, als tiener, nog volop aan het ontbijten was! Dat irritante geluid vlak onder m’n snufferd wanneer ze weer iets op moest zuigen. Daarna zag je het ‘opgezogene’ door het bruine doorzichtige opvangbakje draaien of ratelen. Ik denk dat dat haar genoegen schonk en anders wel het legen van het opvangbakje. Ze was er heel blij mee. Een heldere herinnering aan haar is ook dat ze de hal altijd dweilde wanneer mijn zus en ik net uit school kwamen. ‘Niet met je schoenen daar lopen, ik heb nét gedweild!’ gilde ze wanneer we met het touwtje in de brievenbus de voordeur openden. Wat mij altijd zo onlogisch voorkwam, want ze wist hoe laat wij uit school kwamen voor een boterhammetje. Wij hebben onlangs dus óók een draadloze steelstofzuiger gekocht. Draadloze steelstofzuiger is een veel moeilijker woord dan kruimeldief natuurlijk. Kruimeldief, leuke naam. Kruimeldief, kleine crimineel. Één van de mooiste woorden van de afgelopen eeuw. Kruimeldief. De eerste kwam in 1979 op de markt en werd meteen een enorme hit. Niet veel mensen weten dit, maar de kruimeldief is ooit uitgevonden door een man. Hij wilde eigenlijk een föhn maken. De man faalde koninklijk natuurlijk. In feite is een kruimeldief dus niets meer dan een mislukte haardroger. Ik begrijp de liefde van mijn moeder voor haar kruimeldief nu pas nu ik zelf ook een snoerloze stofzuiger heb. Wanneer de accu van onze stofzuiger opgeladen is kun je een uur lang stof of vuil opzuigen. Ik probeerde hem na aankoop meteen op de traploper. In plaats van eerst de onderste helft van de trap met de stekker beneden in de hal te zuigen, en daarna boven in een stopcontact te duwen op één van de slaapkamers, zuig ik nu de onderste én bovenste helft van de traploper met een lichte stofzuiger in mijn hand. Een verademing. Wanneer ik de stofzuiger elke traptrede opsleepte en ik had pech dan drukte ik met mijn knie steeds de aan/uit knop in. Dat zware apparaat hield ik met mijn knieën tegen om te voorkomen dat ie de trap af naar beneden stuiterde. In de voor- en achterkamer moest ik altijd van stopcontact wisselen. Te kort snoer. Ik ben zo blij met mijn nieuwe modelletje. Net zo senang als mijn moeder destijds. Ik wilde heel graag deze vanwege het innovatieve ‘pet’ opzetstuk waarmee ik alle kattenharen tot in detail op kan zuigen van de meubels en vloerkleden. Ideaal met drie katten in huis, waarvan twee dubbel zoveel vacht hebben. Ik heb vorige week ook mijn autootje aan de binnenkant ermee schoongemaakt. Ideaal. Ik moest voor het eerst drie deelnemers van de stichting in mijn eígen kleine autootje vervoeren. Voorste stoelen ver naar voren, op achterste bank de knieën beetje schuin wegzetten en we pasten er alle vier in. Ik heb gelukkig wel vier deuren, stel je voor! Ze vonden het niet eens een probleem om zo ‘krap’ te zitten. Ze waren al blij dat ik ze op kwam halen. Of ík het zélf soms een probleem vond werd me gevraagd. Ik zal eraan moeten wennen. Mijn lief neemt tegenwoordig doordeweeks de grote auto mee naar Duitsland. 


Met ingevoerde veranderingen in ons dagelijks leven kunnen we bijdragen aan een betere geestelijke gezondheid.  Ook aan je lichamelijke en spirituele gezondheid trouwens mocht deze niet honderd procent zijn. Ik heb tegenwoordig een beetje hulp van een psycholoog. Er zijn praktische hulpmiddelen die me kunnen helpen bij het helingsproces. Dat proces is een gebeurtenis die bij mezelf begint. Het betekent dat ik elke dag het werk moet doen. Ik ben zélf verantwoordelijk voor m’n herstel en ik zal actief moeten deelnemen aan dat proces. Ik heb een wekelijks consult en daar komen ook afspraken uit. Hoewel er een heleboel dingen zijn die ik niet in de hand heb die me overkomen zijn, heb ik gelukkig ook een heleboel andere dingen wél in de hand. De psychologe adviseert me kleine, haalbare veranderingen door te voeren en die vol te houden. Het ongemak dat ik erbij voel, betekent dat er iets aan het veranderen is en dat ik op weg bent naar een diepgaande transformatie. Als kind heb je vaak niet geleerd voor je eigen welzijn te zorgen. Als volwassene kun je alsnog zelfzorg toepassen met soms heel eenvoudige veranderingen. Holistisch gezien bijvoorbeeld door voor verse maaltijden te zorgen (óók als ik voor mezelf kook). Door mediteren wat ik tijdens m’n yogalessen doe. Of door korte momenten van beweging zoals de fiets pakken naar de winkel of een loopje naar m’n yogaschool. Zelfs een dagboek bijhouden, en ik zie mijn wekelijkse blog schrijven als een gelijkwaardige activiteit, is zelfzorg. De natuur intrekken is sowieso heel heilzaam voor lichaam én geest. Afgelopen weekend met vrienden door de blupsie gestapt in ‘ons’ bos de Trippelenberg. Heerlijk. Meteen tijdens het wandelen een goed gesprek onderweg. Je huid in aanraking laten komen met warm zonlicht is voor mij persoonlijk een vorm van zelfliefde en dat kan ook prima in de winter, op dagen met knalblauwe luchten zoals de laatste dagen. 

dinsdag 11 februari 2025

The greenery in wintertime
WINTER ORANJERIE
 ‘For in the true nature of things, if we rightly consider, every green tree is far more glorious than if it were made of gold and silver.’ 
- Martin Luther


Alle wintermaanden was ik niet meer in mijn tuinkas, alias oranjerie, geweest. Ik vond het gewoon te koud om erheen te lopen. Er groeide toch geen fruit of groente meer. Ik had de schuifdeur eind oktober gesloten voor wind en koude en hoopte op het beste. Twee weken geleden had ik een vriendin op bezoek en zij was nog niet in mijn kas geweest. We liepen er samen heen. Het eerste wat me opviel was al het natte, verrotte herfstblad dat zich voor de schuifdeur van de glazen kas flink opgestapeld had. Een windhoek tussen de kruidentafel en de ingang naar de kas. Dat heb ik erna natuurlijk opgeveegd. Het volgende dat me opviel was dat de crème-gekleurde houten servieskast onder de grijze schimmelplekjes zat. Alles had maandenlang potdicht gezeten. Een beetje frisse lucht erbij om het vocht van de ramen te krijgen was helemaal geen luxe. Het was ook koud binnen in de oranjerie. Dat was een ontdekking voor mij, want het glazen huisje staat er pas sinds mei en we hebben dus nog geen vol jaar van alle seizoenen in de tuinkas genoten. Tot nu heeft het niet gevroren binnen, maar het is er wel ijskoud. Het winterzonnetje kan het binnen niet opwarmen. Ik heb een paar dagen later isolerend plastic noppenfolie over het kwetsbare citroenplantje gedaan dat op een tafel staat. Ook de twee avocadoplanten die gestaag doorgroeien heb ik warm ingepakt in een soort schuimfolie. De grote potten die op de grond staan zoals twee met een blauwe bessenplant, een bramenstruik en een struik met vlierbessen heb ik een scheut regenwater gegeven. Buiten krijgen ze natuurlijk ook af en toe een flinke plensbui. Ook de passievruchtplant heb ik een slok gegeven, in de pot was mos gaan groeien maar toch zag ik op de takken knoppen ontstaan - van blad neem ik aan? Nieuw was het ook voor mij om de uitgegroeide tomatenplanten helemaal grijs stoffig uitgeslagen te zien, verdord hangend aan de rekken. De tomatenziekte is een schimmelziekte die vooral in de herfst toeslaat. De schimmel verspreidt zich zomers, in natte periodes, razendsnel door de lucht in de kas. Daar heb ik niks van gemerkt overigens. Als het dan ook nog koud wordt zoals in de herfst, gaat het extra hard. Dat heb ik dus nu gezien op de tomatenplanten én op de kast. ‘Inspecteer je planten tegen het eind van de zomer regelmatig, vooral bij vochtig en warm weer’ is een heel waardevolle tip. Mijn vriendin adviseerde me om zodra het warmer en zonniger wordt de aarde uit de potten te scheppen en de potten goed te soppen en in de zon te laten opdrogen. Schimmel kan niet tegen warm zonlicht. Ik lees ook dat ik volgende seizoenen geen tomaten in dezelfde potten mag laten groeien. Komkommer- of courgettepot wordt dan in het voorjaar tomaat en andersom. Zodra er weer zon en warmte door de oranjerieruiten  binnen komt stromen, verdwijnt de schimmel weer uit het zicht. Alleen uit het zicht, want bijna elke plant heeft rond de wortels een netwerk van schimmels. Dat helpt de plant met het opnemen van water en mineralen. In ruil daarvoor geeft hij er suikers voor terug, wat de schimmel in leven houdt. Win-win dus. Een andere schimmel is meeldauw, een klein beetje meeldauw is helemaal niet erg. De planten kunnen daar best tegen. Nu heb ik geleerd dat bij courgettes en komkommers het heel normaal is dat ze meeldauw (een witte schimmel) aan het einde van het seizoen krijgen, als het vochtig en koud wordt. Deze zomerplanten worden door kou en vocht zwakker en zijn er dan extra vatbaar voor. Ik ben nog een leek, maar ik denk dat ik einde van de zomer (of begin herfst) de groenteplanten er voortaan gewoon uit haal. Ze zijn toch eenjarig. Dan heb ik in de herfst en winter geen gezeur met allerlei schimmels die ik nu tegengekomen ben. De betonnen vloer in de oranjerie is groen aangeslagen door de vochtigheid. Ik zal dus op een mooie voorjaarsdag flink aan de bak moeten om de vloer te schrobben met groene zeep, de potten te schrobben en in de hete zon te zetten. De houten servieskast heb ik inmiddels vrij gemaakt van schimmels en de oude, verdroogde en beschimmelde tomaten- en komkommerplanten heb ik weg gegooid. Wanneer ik straks zaailingen heb zal ik mijn planten nog beter verzorgen. Regelmatig water aan de voet van de plant en niet eroverheen, elke vijf weken een eetlepel extra voeding zodat ze sterk en bestand zijn tegen schimmels en wat steun van stokken of touw als ze dat nodig hebben. Ik heb er al weer helemaal zin in om aan de slag te gaan. Laat het lentezonnetje maar gauw komen!


Vlakbij ons huis ligt de Trippelenberg waar ik wekelijks hardloop. De Trippelenberg is geen berg maar een bosgebiedje aan de meanderende rivier de Aa. Het is een bosgebied dat deel uit maakt van het oude Mastbos hoewel het er eigenlijk helemaal los van ligt. Het kleine bos kenmerkt zich door vele varens. Het bos was eeuwen geleden naaldhout, maar thans meer en meer gemengd bos. Met sneeuw is het er fantastisch. We hebben in de late avond hazen over het veld zien springen. Er zijn ook veel wilde vogels te zien zoals een buizerd, sperwer, torenvalk of een boomvalk. Zelf zie ik vaak de Canadese ganzen in het veld, wilde eenden en een blauwe reiger. Meerkoeten en waterhoentjes zie ik in het water tijdens het joggen. Ik hoor spechten tikken tegen de bomen en dat zouden de grote bonte specht, groene specht en zwarte specht kunnen zijn. Veel lawaai maar kleine vogeltjes. Verder eigenlijk gewone vinkjes, koolmeesjes, pimpelmeesjes, en roodborstjes. Er is veel leven in het stukje bos dus. Het is ook al van oudsher een bewoond gebied. In de middeleeuwen stond hier een houten burcht ‘Ten Houte’, rond 1287 gebouwd. In 1975 is er archeologisch onderzoek gedaan waarbij oude grachten en middeleeuws aardewerk is aangetroffen. En nu…, nu wil de gemeente dat bos omkappen voor industriepanden. Nóg meer kantoorgebouwen. Dat vind ik echt niet kunnen. Wanneer er eenmaal stenen gebouwd worden kun je het nooit niet meer terugdraaien dus ben ik met een handtekeningenlijst van het burgerinitiatief langs de deuren in ons straatje gegaan. Heel gezellig om de buurtjes weer te spreken. In plaats van mijn handtekening op iemand’s lijst te zetten ben ik zelf met een lege lijst langs de deuren gegaan. Ik heb bijna vijftig handtekeningen opgehaald. Er zijn er zestienhonderd nodig om een extra onafhankelijk onderzoek te laten doen. Onderzoek naar de noodzaak van een nieuwe bedrijventerrein in relatie tot werkgelegenheid. Gelukkig hebben meer mensen er hier een warm hart voor dus fingers crossed dat het ons gaat lukken!

dinsdag 4 februari 2025

I enjoyed 'Film van ome Willem' so much!
RADICAAL
Vader was een mooie held
Vader was de baas

Vader was een duidelijke mengeling van Onze Lieve Heer en Sinterklaas’

- Annie M.G. Schmidt


Eenenvijftig jaar geleden startte het kinderprogramma ‘De film van ome Willem’ op televisie. Iedere woensdagmiddag zat ik op m’n knietjes trouw te kijken. In onze kleine woonkamer in Groningen. ’Deze vuist op deze vuist’. Ik kan me niet meer herinneren of het zwart-wit TV was? Als kleuter keek ik met m’n zusje na het avondeten de Fabeltjeskrant in ons pyjamaatje. Later waren Tita Tovenaar, Swiebertje en Pipi Langkous een reden om op woensdagmiddag thuis te blijven. Of het spannende Q & Q vlak voor etenstijd. Toen woonden we al in Hoorn, mijn moeder stond dan in de open keuken te koken. Een echt thuisgevoel. We moesten het toen doen met maar twee televisiekanalen. Overdag testbeeld behalve in de ochtend SchoolTV wanneer je een keertje ziek thuis was van school. Mijn geliefde kinderprogramma van ome Willem had een fantastisch orkestje. Ik was vijf toen het programma op de buis kwam en ben inmiddels een wat ouder geworden rakker van ome Willem! Het orkest van de geitenbreiers bestond uit hoofdgeitenbreier Harry Bannink op piano, een grote grijze geitenbreier op accordeon en een papjesgeitenbreier op bas. Hoe verzin je die namen van  de geitenbreiers? Ik denk dat het gegrift staat in ons collectieve geheugen. Er zijn verschrikkelijk veel liedjes gemaakt door de hoofdgeitenbreier. Hij componeerde liedjes voor Sesamstraat, De Stratemakeropzeeshow, J.J. De Bom voorheen De Kindervriend en Ja zuster, nee zuster. Trouwens ook veel liedjes op de teksten van Annie M.G. Schmidt die ik later met onze meiden zong. Harry Bannink is vijfentwintig jaar geleden overleden en daarom is er nu een theatertour om hem te eren. Twee mannen doken in Harry’s muzikale erfenis. Natuurlijk ging ik er op een middag, afgelopen week, heen met drie dames die ik ophaalde voor de stichting waar ik voor werk. Ik had geen idee wat ik moest verwachten van zo’n concert. Een theaterzaal vol opgewekte senioren. De sfeer was snel gezet. Het concert was een verrassende mix van vrolijke nummers die ze allemaal mee zongen en onbekende verstilde, weemoedige liedjes. Omlijst met mooie, nu nog steeds actuele teksten van onder anderen Annie M.G. Schmidt, Willem Wilmink en Hans Dorrestijn. ‘Zeg maar ja tegen het leven’ heette de show en dat deden de ouderen deze middag. Het liedje van Tommy uit Sesamstraat over heimwee was prachtig klein en heel gevoelig. Ik zou niet zeggen dat het uit Sesamstraat kwam. Mooie tekst. Natuurlijk eindigde het concert met ‘Op een mooie Pinksterdag’ ook geschreven door Annie M.G. Schmidt. Destijds gezongen door Leen Jongewaard en Andre van den Heuvel, nu door alle senioren in de zaal. Het lied werd uitgebracht in 1967 en stond destijds meer dan twintig weken in de Nederlandse Top 40. Iedereen zong luidkeels mee. Ik luisterde voor het eerst in mijn leven aandachtig naar de tekst. Het gaat over een vader die de fases van het groter groeien van zijn dochter beschrijft. Heel herkenbaar met drie dochters en mijn lief als hun vader. Nu ik wat ouder ben komen de teksten anders over. Serieuzer, filosofischer of weemoediger. Die goede oude tijd…


Wanneer ik niet belangrijke dingen erg belangrijk ga maken of als ik rusteloos word van wat ik allemaal nog moet doen is dat meestal het signaal dat ik rustiger aan moet gaan doen. De afgelopen maand dat ik terug ben in Nederland word ik geleefd door afspraken in mijn agenda. Elke dag een alarm in mijn telefoon omdat ik ergens op tijd moet zijn. Vriendinnenafspraken tel ik niet eens mee. Dan heb ik het over elke week een dagdeel naar het hospice, soms voor de stichting iets doen, workshops voor mijn werk, veel zorgafspraken in verschillende steden en soms zelfs twee steden op één dag zoals afgelopen week. Tussendoor probeer ik mijn yogalessen te blijven volgen. Ik heb sinds de terugkeer uit Vietnam nog geen bladzijde uit een leesboek opengeslagen. Dan wordt het tijd voor mij om even te verdwijnen. Me terug te trekken, onbereikbaar te zijn, onzichtbaar te worden. Dat lukt me aardig door mijn telefoon weg te leggen. Geen nieuwe afspraken erbij, in elk geval. Tóch weer een cadeautje in de stad halen om attent te zijn, tóch weer langs het station om een dochter af te halen, toch met de kat naar de dierenarts, toch een kop thee na de yoga of tóch weer even met de buurvrouw kletsen. Alles rimpelt na als een steentje in het water. Je neemt het mee, denkt er nog een keer over na, moet het nog van je af schudden. Het kost tijd en energie. Ik besefte dat het weer zover was om wat rustiger aan te doen toen de coördinator van de stichting waar ik voor werk me voor de tweede keer had gevraagd haar opvolger te worden. Ik bladerde eens terug door de afgelopen weken in mijn agenda of ik daar überhaupt tijd voor zou hebben of kunnen maken. Niet dus. Ik heb helemaal geen tijd voor een nieuwe verplichting. Ik heb dus wederom beleefd bedankt. Soms is het gewoon belangrijk om onzichtbaar te zijn. Lekker zonder telefoon ergens heen gaan. Anoniem en onbereikbaar. Zonder scrollen door je telefoon, zonder foto’s kijken of maken, zonder berichtjes lezen of beantwoorden. ’Zonder je telefoon een wandeling maken, is zo’n beetje het radicaalste wat je nu kunt doen’ zei een Britse dichter onlangs. Ach, radicaal…