maandag 30 december 2024

A day spent at sea | Phu Quoc
ONSTUIMIG
‘Let us permit nature to have her way. She understands better her business than we do
.’
- Michel de Montaigne


Binnen een paar tellen hadden we met grote spoed onze strandspullen ingepakt en liepen we wat versneld langs de kustlijn naar de autoweg. Onderwijl naar de donkere lucht boven zee kijkend die gevaarlijk snel naar ons eiland bewoog. Er waren meer mensen die inpakten of de zee uit liepen maar wij waren verbaasd hoe weinig mensen eigenlijk reageerden op de dreigende lucht. Een klein eilandje dat voor de kust lag was ineens helemaal uit zicht verdwenen door de heftige tropische regen. Wij liepen inmiddels met stevige pas door. Toen begon het flink te waaien. Doodeng. Iedereen kwam ineens toch uit de zee. Mensen stonden allemaal op uit hun zitzakken en van bedjes op het strand. De zwarte lucht was bijna recht boven ons. Het bewoog zo snel. Ik ging een beetje rennen. Ook omdat mijn lief en oudste inmiddels een stuk vooruit liepen en steeds meer mensen ook naar de weg gingen lopen. Ik wilde ze onder geen beding kwijtraken. Ik vond dit zo angstaanjagend. Achter me zag ik jongste blijven filmen met de GoPro. Toen we vlakbij de autoweg kwamen moesten we eerst door een stukje palmbomenbos. Het witte zand vloog omhoog en de wind suizde luid door de bomen. Moeders renden met kleine kinderen aan de hand. Mensen botsten tegen mij op. Ik keek maar weer eens achterom en de twee jongsten zag ik blijven filmen terwijl ze doorliepen. Ik riep nog dat ze de zee achter zich moesten filmen, die was van licht aquagroen plots naar pikzwart gekleurd. Golven. Eenmaal bij de weg liepen we met z’n vijven met de stroom mensen mee. Bestelde taxi’s kwamen aanrijden. Mijn lief had onderwijl ook een Grab besteld deze stopte echter bovenaan de weg. Opgelucht waren we toen we er eenmaal in zaten. Bij de lodge gelegen boven op een groene heuvel was helemaal niks gebeurd. Lichtblauwe lucht. Vredige witte wolkjes. We doken het zwembad maar in, opgewonden napratend wat er nou precies was gebeurd en hoe we het allemaal beleefd hadden. In de avond namen we een Grab om heerlijk te eten bij een klein Vietnamees restaurantje in het stadje waar je zelf je loempia’s van rijstpapier kon vullen. Na het eten ging mijn lief met jongste poolen.  Oudste en ik lieten ons haar maar weer eens stevig wassen en nek en schouders masseren terwijl middelste haar voeten liet masseren, ontspannen voor een paar euro. 


De volgende ochtend werden we bij onze lodge boven op de heuvel opgehaald voor een drie eilanden dagtrip met een boot. Snorkelen, en lunch op de boot. Er waren meer mensen dan alleen in ons busje die opgehaald werden, bleek eenmaal in de haven. Een drukte aan busjes, toeristen, mannetjes die iedereen de weg wezen naar de juiste boot en tussendoor verkopers die heel snel nog hun waar aan de man wilden brengen en je daarbij voor de voeten liepen. Een volle boot dus. Ongeveer een derde toeristen uit Europa en Australië en verder Aziaten. De eerste stop na een tijdje varen was drie kwartier snorkelen. Er werd gevraagd zwemvesten aan te doen dat ons gezin natuurlijk niet deed. Hoe kun je anders lekker naar beneden duiken? Mijn bijgeleverde snorkelpijpje deed het natuurlijk weer eens niet. Continue zeewater ingeslikt dus ik heb hem niet meer gebruikt. Tóch jammer, want het állerlekkerst vind ik lang snorkelend hangen boven een groepje vissen of boven een spleet in het koraal waar altijd visjes verstopt zitten. Meedeinend genieten van de wereld onder me. Nu moest ik natuurlijk af en toe boven water ademhalen. Toch was ‘gewoon’ ontspannen zwemmen in het mooie aquagroene lauwwarme water natuurlijk ook heerlijk. Tijdens de tweede stop bij een ander eiland was het drie kwartier lang wat fijner snorkelen. Veel mooi koraal, ondiep water en meer kleuren tropische vissen. Toch vond ik deze snorkelplekken, zogenaamd de mooiste in de wereld, niet de mooiste die ík gezien heb. Ik denk dan meer aan Cuba in de Varkensbaai waar ik het gevoel kreeg gewoon in een aquarium te zwemmen. Zoveel soorten en zóveel kleuren vissen! In Belize rond Tobacco Caye vond ik de onderwaterwereld ook fantastisch! Grote roggen, kleine schildpadden. Daar vonden we van die zalmroze megagrote schelpen. In Mexico tussen de supergrote zeeschildpadden zwemmen was magisch. Vorig jaar zomer zwommen we met zeven reuze manta rays bij het Indonesische eilandje Maratua. Ik geef het toe, ik ben verwend wat betreft mooiste snorkelplekken op de wereld. Deze van vandaag hoorden er niet bij. Het derde eiland was een stop van anderhalf uur op een wit strandje van een onbewoond eiland. Ik had daar veel te romantische beelden bij dan de werkelijkheid zou blijken. Een behoorlijk vol strand en nog vollere zee waar iedereen probeerde zijn mooiste Instagram foto te schieten. Wij vonden een plekje tussen de palmbomen waar we onze surfshirts konden laten drogen en waar we lekker ons boek lazen. Mijn lief ontdekte échte cornetto ijsjes wat genieten was, want die hadden we in alle weken ervoor in Vietnam nooit ontdekt. Een heerlijk snoepmomentje. De terugweg op de boot zat ik met twee dochters op het bovendek in ligstoeltjes. De late middagzon werd langzaam oranje en kleurde alles zacht. De boot deinde op de golven. Een heerlijk ontspannen uur als afsluiting van deze toch ergens best drukke dag. 


Phu Quoc, Vietnam | 29 december 2024

woensdag 25 december 2024

Pottery in Hoi An | Vietnam
MOESSON
Thousands of candles can be lighted from a single candle, and the life of the candle will not be shortened. Happiness never decreases by being shared.’
- Buddha


Regen, regen, regen. De natte moesson is hier nét op zijn eind in Hôi An. Er hangt een hurricane hier vlak voor de kust boven de Zuid-Chinese zee. Minstens vier dagen tropische regen werd er voorspeld toen we drie dagen geleden aankwamen. Gelukkig is het niet koud. De mensen hier zijn er op ingespeeld. Scootertjes volgeladen met regenponcho’s en doorzichtige parapluutjes rijden langs je door de grote regenplassen. Of je nu een paraplu draagt of niet, ze stoppen allemaal even om te vragen of je een paraplu wilt kopen. De tweede dag in Hôi An maakten we de fout om bij slecht weer onze gympen, of ik dan mijn lederen sandalen, aan te doen. Drijfnat. Gelukkig hebben we een föhn in onze hotelkamers. Nu dragen we juist, net als iedereen, teenslippertjes. Ook handiger bij het winkelen waarbij het meestal de bedoeling is je schoenen uit te doen bij de voordeur en in huisslippers van de winkel te stappen. Hôi An is de stad van de kledingmakers. In elk straatje zitten er wel een paar. Binnen vierentwintig uur maken ze een kostuum voor je, een avondjurk, linnen lange broek of een colbert. We stelden onze dagtrip naar het platteland uit in de hoop op een droog dagdeel. De derde dag gingen we toch maar met een privétaxi op weg naar drie plattelandsdorpjes. Het eerste dorp staat bekend om z’n pottery. De klei halen ze uit de rivier, pal naast het dorp. Ze maken onder andere terracotta fluitjes in de vorm van de Chinese dierenriem. Het meest verdienen ze aan de mooi geschilderde mokken, theeserviezen en kleine houders om je eetstokjes op te leggen naast je bord. We werden onverwacht uitgenodigd om zelf te komen pottenbakken. Draaiende plateau, een kom water voor natte handen ernaast en een bonk klei. Allevijf maakten we er iets moois van. Het werd in vijf minuten afgebakken. Voor twee euro per persoon mochten we ons aardewerk ook zelf schilderen. We gingen ervoor. Met onze kunstwerkjes goed ingepakt trokken we verder in het dorpje en toen ontdekte ik het allerleukste winkeltje ooit, hier in Vietnam. Op tafels uitgestald, onder het rode stof vond ik het allerfijnste Chinese porselein. Een kleine maar zeer vriendelijke man zat zich op een laag plastic stoeltje te vervelen. Hij liet mij me gang gaan. Pas toen ik vroeg wat een theekopje zou moeten kosten en hij een paar euro vroeg zag hij iets glinsteren in mijn ogen. Hij snapte zonder woorden wat ik zocht en kwam met prachtig antiek beschilderde schaaltjes. Hij liep me niet in de weg wat Vietnamese verkopers veelal doen. Als ik met m’n vinger wat rood stof zat weg te poetsen rende hij met het schaaltje naar een waterslang om het al zingend voor me schoon te maken. Iets later kwam hij met z’n mobiel om een vertaling te laten zien. Dit servies was een paar honderd jaar oud stond er geschreven. Uit de Ming periode. Keihard gestolen, dachten wij. Mijn lief noemde hem een bandiet. Ik hield van zijn koopwaar! Ik vond ook nog een oude gong. Prachtige oude vazen en plantenpotten, maar helaas te groot en kwetsbaar om mee te slepen. Nog even samen op de foto, zo’n bijzondere man. Daarna gingen we naar een dorp wat verderop waar ze ecovriendelijk aan het boeren waren. Ik was wat teleurgesteld. Ik had gehoopt op rijstvelden, mensen aan het werk en heel misschien een waterbuffel. We kregen heerlijke limonade van citroengras, wat zaad en limoen. We lunchten er ook. Toen vroeg ik de chauffeur of hij onderweg even wilde stoppen bij rijstvelden. Ze stonden in deze periode van het jaar allemaal blank tussen lage modderdijkjes bij zoveel regen dat er gevallen was. Een boer liet zijn buffel net in het gras wat grazen. We mochten foto’s maken. De meiden mochten het touw omstebeurt vasthouden. We mochten hem aaien. Wát een spierbundel, maar met de vriendelijkste paar ogen. Ik praatte wat tegen hem, keek hem aan. Hij kwam steeds dichter bij me staan met die grote hoorns. Wat een goedzak dit grote sterke beest! Nog een laatste stop deze dag voor de bamboo basket boats op the kanalen van het Nipa bos. In plaats van een kalm tochtje door het onderwatergelopen palmenbos een verplicht nummer voor ons. De muziek spatte uit de boxen. Wel honderd ronde bootjes in de kokosnotenboomgaard. Per twee in het mandje en je werd door een lokaal iemand door een stok vooruit in de stroom gedreven. Soms gaf zo’n stoere vent een show hoe hij z’n mandje keihard rond kon laten draaien. Gejoel en geklap. Een visser showde in zo’n bootje hoe hij zijn visnetten prachtig uitgooide in het rivierwater. Het regende. Al dat regenwater zorgde er voor dat deze rivier goed gevuld was, de natuur met de meest spectaculaire kleuren groen. Misschien een stukje beter dan de droge dorre boel op de piek van het droge seizoen. We blijven hier in elk geval vijf regenachtige dagen.


De oude stad Hôi An is bijzonder omdat deze traditionele handelshaven in Zuidoost-Azië volledig en uitzonderlijk goed bewaard is gebleven. Het merendeel van de gebouwen hier zijn  gebouwd in de traditionele negentiende en twintigste eeuwse bouwstijl. Houten balkons, luiken, okergele of bakstenen muren en betegelde vloeren. Zowel de gebouwen als het stratenplan en de kade weerspiegelen inheemse en Japanse en Chinese invloeden. De gebouwen liggen tegenover de straten voor gemakkelijke toegang tot klanten. De achterkant van de gebouwen komt uit op de Thu Bon rivier, waardoor het gemakkelijk kan worden geladen en gelost van goederen van boten. Ik ging een ochtend alleen op pad voor het ontbijt. Door de rust op straat voelde ik die tropische sfeer in de straten. Meer dan duizend originele huizen naast elkaar gerangschikt in strakke, ongebroken rijen langs smalle voetgangersstraatjes. Ik zag de levendige handel als het ware op de kade gebeuren. De stad kent ook pagodes en tempels. Er is ook de houten Japanse brug, met een pagode erop. De Chua Cau pagodebrug uit 1593. Hij werd gebouwd door Japanse kooplieden om de Chinese en Japanse wijken van deze toen bloeiende havenstad aan de zijderoute met elkaar te verbinden. De brug diende daarom niet alleen als brug over het water, maar ook als symbool van samenwerking en verbondenheid. De brug is overdekt, een typisch kenmerk van Japanse bruggen uit die tijd. De uiteinden van de brug worden bewaakt door twee paar beelden, die aan de ene kant honden voorstellen en aan de andere kant apen. Ze herdenken het jaar van de start en het einde van de bouw van de brug, respectievelijk het jaar van de Hond en het jaar van de Aap in de Chinese dierenriem. Normaliter moet je een kaartje kopen om over de brug te gaan maar ik waagde het erop en liep eroverheen. De bewaker was zo vroeg nog niet wakker geloof ik. Het werd avond en we liepen door het kletsnatte stadje om een restaurantje te zoeken. Overal gingen mooi gekleurde lantaarns aan, op de rivier verschenen steeds meer lantaarnbootjes, als lotusbloem gevouwen gekleurde lantaarntjes met brandende kaarsjes erin werden in het water gezet, het zag er sereen uit. Binnen een half uur trad de rivier echter buiten z’n oevers. De straten liepen vol. Mensen zetten de brandende kaarsjes nu in het water in de straten. Wij keken vanuit ons restaurantje aan de kade onze ogen uit.


Hôi An, Vietnam | 24 december 2024

zondag 22 december 2024

Our family at the Minh Mang tomb in Hue| Vietnam
TREINREIZEN 
‘There’s something about arriving in new cities, wandering empty streets with no destination . I will never lose the love for the arriving, but I’m born to leave.’
- Charlotte Eriksson 


Voor de reis naar het, voor onze trip, meest noordelijke punt in Vietnam namelijk koninklijke stad Hue, had ik een nachttrein geboekt. Coupé’s met vier bedden, een reis van maar liefst vierentwintig uur vanaf Ho Chi Minh stad. We hadden de ochtend voor de avontuurlijke treinreis allemaal op onze eigen manier besteed. Oudste en jongste zus gingen samen naar een boekenmarkt, mijn lief en ik wilden een ontspannen voetmassage na de lange busrit uit Cambodja van de dag ervoor. Vooraf gingen we met middelste dochter mee naar een ondergrondse markt waar ze alle dure merken nagemaakt verkochten. Ze was zo blij met haar chique lederen tas en bijpassende portemonnee. Voor een paar tientjes was ze geslaagd voor een tas van honderden euro’s. We lieten ons na de voetmassage en lunch op het treinstation afzetten. Met een plastic tasje vol snacks. We hadden twee coupé’s gereserveerd. Mijn lief zat met oudste dochter in een vierpersoons coupé en ik zat met de twee jongste meiden in net zo’n coupé. Het was heerlijk. Bergen trokken aan ons voorbij, rijstvelden met buffels en dorpen. Richting de avond kwam er een Vietnamese man op het beschikbare bedje liggen. Hij viel meteen in slaap, hij werd nog wakker voor z’n zelf meegebrachte rijstmaaltijd en sliep verder tot de volgende vroege ochtend. Toen ik vroeg wakker werd, ik had heerlijk geslapen, zat hij rechtop op z’n bedje met zijn jas aan. Hij stapte weer uit de trein, en het bedje bleef leeg tot onze stop. We reden pal langs de zee waar aan de andere kant dichtbegroeide bergen waren en watervallen. Rijstvelden waar boeren aan het werk waren met zo’n typische kegelvormig hoedje op hun hoofd. We zagen mensen fietsen tussen de waterige velden. We zagen de rijst drogen op grote plastic zeilen voor de deur van hun huisjes. Zo nu en dan stapten er verkopers in de trein voor een rijstmaaltijd, noodle soup of bakjes yoghurt. Daar maakten we gebruik van voor het avondeten. Om elf uur in de ochtend kwamen ze langs voor een vroege lunch, voor ons een laat ontbijt, dat bestond uit witte rijst, kool en twee gefrituurde eieren. Heerlijk. In de restauratiewagen hadden de meiden een kop Vietnamese koffie besteld en mijn lief en ik versgeperste sinaasappelsap aangelengd met gekookt water. Alle communicatie vertaald met de mobiel, want het personeel spreekt geen Engels en wij geen Vietnamees, haha. Ik keek mijn ogen uit in die keuken aan boord van de trein. Een haan in een kooi die af en toe kraaide. Grote wokken voor de nasi op het fornuis. Sinaasappels werden ergens op het overvolle aanrecht geperst. De tafeltjes plakten. We zagen ook dat het kussen, het bruine dekbed en het witte hoeslaken gewoon opnieuw opgevouwen werden voor de volgende treinreiziger. Na het ontbijt had ik voor omgerekend drie euro een houten teil besteld met heet water en weldadige kruiden uit de bergen. Heerlijk rustgevend en tegen spierpijn. Ik deed mijn voeten erin en er kwam een heerlijke geur vanaf. Ondertussen lekker naar buiten kijkend naar het landschap dat voorbij trok. Pas voor onze stop droogde ik mijn voeten af met de bijgeleverde handdoek. In de middag in Hue staken we de straat over vanuit ons hippe, stijlvolle homestay en stapten zo een nagelstudio in. We hadden speciaal alle vier gewacht om samen, tegelijkertijd onze hand- en voetnageltjes te laten lakken. Moeder met drie dochters. We worden er vaak over aangesproken. Men is hier altijd verwonderd. Vietnam heeft namelijk een twee kinderen beleid, bij de derde moet je een jaarsalaris aan boete betalen. Nu snap ik hun waardering.


De volgende dag gingen we met een privétaxi voor ons gezin de hele dag de koninklijke bezienswaardigheden van Hue bezoeken. Ik had getwijfeld om mee te gaan. Ik had die nacht buikpijn. Toch maar mezelf bijeengeraapt en op naar de koninklijke graftombes. Elke keizer ontwierp zijn eigen grafmonument. De graven lijken duidelijk op de tomben van de Chinese Ming keizers.  Bij de eerste, Khai Dinh graftombe, moesten we flink klimmen op de heuvel van veertig meter, om één van de begraven keizers van de Nguyen dynastie te bewonderen. Ik bleef rustig beneden op een trapje zitten met uitzicht op de begroeide bergtoppen met pijnbomen en de slingerende Parfumrivier. Honderd jaar geleden kreeg deze rivier de naam vanwege de geur van bloemen uit boomgaarden waarvan de bloemblaadjes in het water vielen. Daarna naar de Minh Mang tombe. Heel indrukwekkend. Met vijvers vol koikarpers, prachtige poorten en prachtige dieprode deuren. Als laatste tombe bezochten we de graftombe van Tu Duc, de vierde keizer van de Nguyen dynastie. Hij leefde een leven van keizerlijke luxe met meer dan honderd vrouwen en talloze concubines, maar toch geen nakomelingen. Het is de meest sierlijke en best bewaarde graftombe van de Nguyen keizers. Het was eerst een paleis voordat het een mausoleum werd. Vijvers vol koikarpers, sierlijke paviljoenen, een grote tuin helemaal in harmonie met de omringende natuur. Na wat paracetamol ging het iets beter met me. Na de lunch werden de krampen echter weer erger. Toch mee gelopen naar de Thien Mu pagoda, een boedhistische tempel uit de zeventiende eeuw van maar liefst zeven verdiepingen. De beroemdste pagode van Vietnam, gelegen op een heuvel pal aan de Parfumrivier. Als laatste lieten we ons afzetten in de citadel van Hue. Ik was inmiddels zo beroerd dat ik in een koffietentje ben neergeploft en in slaap ben gevallen. Ondanks dat dit een van de meest populaire bestemmingen is van Vietnam. Op de lijst van UNESCO werelderfgoed én op mijn lijstje. Ik kreeg het niet voor elkaar. De citadel is een ommuurde fort dat de hoofdstad was van de Nguyen dynastie van 1802 tot 1945. Binnen de muren ligt de keizerlijke stad. In deze stad met paleizen, tempels en tuinen oefende de keizer zijn openbare functies uit. De ommuurde ruimte binnen de keizerlijke stad is de Verboden Paarse Stad, met de privévertrekken van de keizer. Daar mocht toentertijd niemand komen. Mijn lief en twee dochters zijn op pad gegaan, middelste dochter bleef bij mij.


Hue, Vietnam | 22 december 2024

woensdag 18 december 2024

Love! | Angkor, Cambodia
BAVIAAN OP DE LOER
 I am not the same having seen the moon shine on the other side of the world.’
- Mary Anne Radmacher

‘Oh nee!’ hoorde ik roepen. Ik was afgeleid door wat apen die rondom ons heen speelden. Een moeder gaf haar apenjong borstvoeding. Een andere moeder zocht vlooien in de vacht van haar kind. Een piepklein baviaantje zat op een stuk hout gevangen door een handvol fotografen met statief, in een cirkel om hem heen. Elke zoomlens maximaal een halve meter van z’n schattige koppie af. ‘Help!’ hoor ik oudste dochter roepen. Ik zie haar in een bijna hopeloze situatie. Er hangt een kleine baviaan in haar lange witte rok met stroken die ze gisteren in een winkeltje gekocht had. Of de rok gaat kapot door zijn nagels óf de aap klimt omhoog, nog erger. Haar zusjes staan er paniekerig naar te kijken maar doen niets. Ik loop erheen en begin de wijde stof weg te trekken zodat de aap geen ruimte meer heeft om verder te klimmen. Hij laat gelukkig los. Ik keer me om en dan hangt hij in de stof van míjn nieuwe broek. Toevallig samen in dezelfde winkel gekocht. Het aapje is kennelijk zo zwaar dat mijn broek begint af te zakken! Dat roep ik ook ‘Mijn broek zakt af!’. Het aapje wordt gelukkig door iemand weg genomen. Ik neem gauw de benen. Bavianen zijn zo brutaal. In Zuid-Afrika hebben ze eens de vers gekochte broden uit de achterlade van de Defender gestolen, we stonden er notabene bij! We zijn voor de tweede dag in Angkor. Deze keer met gids Thamy. Ik heb vanmorgen heel vroeg samen met oudste en jongste dochter én Thamy de magische zonsopgang bekeken bij het grootste bouwsel van dit Angkor gebied, en zelfs grootste van de wereld. De koninklijke tempel in de hoofdstad van het destijds Khmer-rijk. Angkor Wat. ‘s Nachts kregen we een berichtje dat middelste dochter ziek was, ze kon zo vroeg niet mee naar de zonsopgang. Mijn lief bleef ook achter in het hotel. Zij sloten zich later tijdens het ontbijt gelukkig weer bij ons aan met de tweede tuk tuk waarvan de chauffeur in het hotel bleef wachten. Eerst hadden we dus met z’n drietjes en de gids, meteen na de mooie zonsopgang, Angkor Wat bezocht. Het is zeker één van de meest indrukwekkende monumenten qua grootte, men zegt het achtste wereldwonder, maar persoonlijk vond ik het vooral veel verweerd donker steen en ook veel in de steigers. Ik was wél onder de indruk dat deze extreem grote tempel alleen voor de koning gebouwd werd. Er mocht niemand anders komen. De burgers bleven op afstand achter de vijver. Zijn vrouw en personeel mochten hem ook niet gezelschap houden. De koning liet het voor zichzelf bouwen ter ere van godin Shiva en het was in dertig jaar afgebouwd. Met hulp van tientallen duizenden bouwers. Het bouwen begon rond het jaar 1110 en de vijfhonderd jaar die daarop volgden bouwden ze een hele hoofdstad met veel tempels. Op het hoogtepunt van het Khmer-rijk woonden er een miljoen mensen in Angkor. De tempel werd later een bhoeddhistische tempel. In de vijftiende eeuw, besloot de koning van het Khmer-rijk om Angkor achter zich te laten en naar de nieuwe hoofdstad Phnom Penh te vertrekken. Hierdoor werd Angkor verlaten en nam de natuur het honderden jaren over. Dát maakt het voor mij spectaculair. De chauffeur nam ons weer mee naar een restaurant voor ons ontbijt en weerzien met mijn lief en dochter. We bezochten daarna twee prachtige tempels waaronder de Ta Prohm tempel die echt een vibe opriep van een Indiana Jones filmset. Prachtig, zo’n half vervallen tempel met muren vol ingegraveerde tekeningen en versieringen. Het licht dat zacht naar binnen viel en de jungle die langzaam naar binnen drong. Zeer fotogeniek. Daarna gingen we met de tuk tuk’s naar de Bayon tempel met vele lachende Boeddha gezichten die waarschijnlijk nagemaakt zijn naar het gezicht van de koning. Een boeddhistische tempel gebouwd in de twaalfde eeuw. Op de plekken waar geofferd werd zaten edelstenen zoals smaragd en saffier in de muur dat ongetwijfeld prachtig glitterde wanneer het zonlicht naar binnen scheen. Wij zagen alleen de achtergebleven gaatjes nog in de muur. De laatste (kleine) tempel was Phimeanakas die sfeervol gelegen was tussen de zwembaden van de koning en de koningin. Langs de stenen rand van het nu nog steeds gevulde zwembad van de koningin kon je met wat fantasie de maar liefst tweehonderdvijftig concubines, bijvrouwen van de koning, op hun knieën zien zitten. Uit eerbied voor de koningin. Er was een terras waar we opstonden waar de koning naar olifantengevechten keek. Voor de sterkste deed hij een goed bod om hem of haar te kopen. De olifanten trokken alle benodigde zware stenen tijdens de bouw van een tempel. Ook reed hij rond op een olifant. Met een luxe koninklijk zitje op de olifant’s rug. We hoorden er ook de legende dat bovenin de Phimeanakas tempel een geest leefde in de vorm van een negenkoppige slang. Elke nacht verscheen de geest in de vorm van een vrouw. De koning moest elke nacht naar de top van de toren klimmen en met de geest slapen. Als hij dat niet deed zou er een ramp over het koninkrijk trekken, de koning zou sterven. En daar, naast díe tempel klom dus de vrijpostige baviaan in dochter’s nieuwe rok. 


Onze laatste dag hier in Cambodja wilden we kiezen tussen een bezoek aan een olifantenopvang, bezoek aan het nationaal museum of varen over een meer waar de huizen op palen staan. We kozen unaniem om nóg een keer naar het sprookjesachtige Angkor Wat te gaan. Niet meer zo vroeg met de rijzende zon, maar lekker na het late ontbijt. We maakten natuurlijk gebruik van meneer Him en meneer Raeun hun diensten. Om elf uur vertrokken we weer met hun tuk tuk’s naar de oude hoofdstad van Angkor. Ik vond het om drie redenen fijn om weer terug te keren. Allereerst zodat middelste dochter en mijn lief dit wereldwonder ook mochten ervaren en ook omdat we nu gezinsfoto’s als herinnering konden maken bij dit unieke, heilige gebouw. Als laatste vond ik het heerlijk om tijdens het moment dat mijn halve gezin naar boven klom over de steile trap op de etagepiramide, ik met jongste een heel stil moment hadden. Er was geen gids die bij ons hoorde. Dochter ging languit liggen op een stenen rand en ik zat er senang naast. Helemaal in m’n element. In de schaduw heb ik dit indrukwekkende gebouw op me in laten werken. Pas na een hele tijd besefte ik dat ik nu natuurlijk mooie foto’s kon maken. Er liep niemand om de foto te verstoren. Helemaal blij. Aan de oostkant verlieten we gezamenlijk via de poort het heilige gebouw. Daar maakten we nog een prachtige gezinsfoto. Iedereen was heel blij met dit bezoek. Een prachtige herinnering aan dit unieke verblijf. Na de lunch werden we opgewacht door een groepje Cambodjaanse kindjes die leuke gekleurde souvenirtjes verkochten. Echt grappig hoe ze allemaal om me heen kwamen staan toen ik interesse liet zien in de gekleurde, van stof gemaakte olifantjes. Met ons laatste Cambodjaanse geld en wat bijgelegde dollars kochten we er zes. Oudste dochter zetten we met de tuk tuk alsnog af bij het museum en wij lieten ons bij een populair winkelstraatje afzetten. Niet veel later namen we afscheid van onze chauffeurs en lagen we aan het zwembadhotel. Even wat uurtjes relaxen voordat de volle maan opkomt.


Siem Reap, Cambodja | 17 december 2024

maandag 16 december 2024

Our happy family in Angkor Wat | Cambodia
CAMBODJA
‘Angkor Wat and Machu Picchu, for instance, seem to demand silence, like a love affair you can never talk...’ 
- Anthony Bourdain 

De dag dat we oudste dochter in de avond zouden ophalen wilden we besteden aan het bezoeken van twee boeddhistische tempels in Ho Chi Minh. De eerste was in de Chinese wijk gelegen, we wandelden erheen. Door mijn verkoudheid was ik snel moe en buiten adem. Halverwege even een pauzestop om te zitten en iets kouds te drinken. Bij aankomst bij de tempel deden we onze schoenen uit en een meegebrachte shawl om onze blote schouders. De tempel wordt nog heel actief gebruikt dus er werden door gelovigen wierookstaafjes aangestoken en buigingen gedaan. Het was erg mooi van binnen met veel Chinese lantaarntjes, rood en goud. De tweede tempel Emperor of Jade uit 1909 besloten we met de Grab te bezoeken. Deze boeddhistische tempel was weer heel anders. Een oude tuin voor de ingang. Prachtige beelden van lichtgroene jade in de tuin, een vijver met koikarpers, en overal houten bankjes om even stil te zijn. Na de luxe, vegetarische lunch precies aan de overkant van de tempel lieten we ons bij het hotel afzetten. Jongste dochter ging rustig in haar uppie haar bagage uit Australië herpakken en middelste dochter, mijn lief en ik gingen ons een paar deuren verder laten masseren. De prijs was maar zeven euro vijftig dus ik wist niet wat ik kon verwachten. Ik wist wel dat ik aan veel ontspanning toe was door de verkoudheid die ik opgelopen had. Ontspanning kregen we! Dochter en ik wisselden ons hemdje om voor een jurkje met elastiek van boven. We gingen liggen met z’n drieën naast elkaar met kruikjes onder onze voeten en op onze buik. Heerlijk. Daarna was het een zee aan massages van hoofdhuid, hals en schouders. Ons haar werd heerlijk stevig gemasseerd, gewassen en gemasseerd, crème erin gemasseerd, met water alles er weer uit gemasseerd, en nog meer gemasseerd. Nadien werd ons haar gedroogd en gekamd. Dat allemaal in veertig lange minuten. Ik was daar zó aan toe! Na het avondeten zagen we oudste dochter weer terug op de luchthaven. Jongste en mijn lief hadden haar maar liefst een jaar lang niet gezien. Een jaar waarin veel gebeurd was. Een familiereūnietje in Vietnam. We waren als gezin weer herenigd. De drie zussen weer compleet. Onze reis ging een nieuwe fase in. 

In twee tuk tuk’s rijden we naar een Cambodjaanse tempel gebouwd als miniatuur Angkor Wat, dus met vijf lotus torens. Het was nog redelijk vroeg dus het was heel rustig om daar rond te struinen. Echt fijn. De vorige dag waren we in de avond al in ons supersfeervolle hotel aangekomen na een lange reis. Een bijzondere reis ook. Het eerste deel was met een slaapbus. We hadden ‘s ochtends heel vroeg vijf slaapstoelen naast elkaar achterin de bus. Bij de grensovergang naar Cambodja moesten we er midden in onze slaap uit en regelde een mannetje onze visa nadat we tweehonderd Amerikaanse dollars hadden betaald. Alleen wij, als buitenlanders moesten lang wachten, dus de hele bus ook. We sliepen weer verder, stopten voor een ontbijtje en reden toen door naar Pnom Penh. We lieten onze backpack’s achter bij het volgende reisbureautje en gingen lunchen aan de grote Mekongrivier waarna we langs die rivier naar het koninklijk paleis wandelden. Ik moest ter plekke voor een paar dollar een sarong kopen vanwege mijn korte broek en een T-shirt vanwege mijn blote schouders. We hadden onze overstaptijd goed besteed in de Cambodjaanse hoofdstad. Na de tweede rit in een veel kleiner luxe busje konden we moe ons bedje induiken. En nu, stonden we voor de tempel Pre Rup, die voor de koning gebouwd werd in 961. Deze tempel was verbonden met crematierituelen en toegewijd aan godin Shiva. De stenen waren warm rood en erg fotogeniek. De twee chauffeurs van onze tuk tuk’s hadden fijn op ons gewacht en we kregen koude waterflesjes uit een koelbox. Echt genieten om ons daarna voor een klein uurtje te laten rijden door de jungle en kleine dorpjes. Zoveel gezien onderweg dat natuurlijk niet vastgelegd kon worden met onze mobieltjes. Tuk tuk’s die volgeladen waren met de gekste dingen en scootertjes met hele gezinnen erop. Fietsers met bagage, koeien op straat, oude dametjes die authentiek een gekleurde shawl om hun haar gewikkeld hadden, gezinnetjes die samen relaxten op zondag op een houten terrasje, veel kippen met kuikens en mensen luierend in hangmatten. De tweede tempel was er één waar ik hoge verwachtingen van had omdat ik er zo positief over gelezen had, Banteay Srei. De diamant onder alle kunst op de Angkor Wat tempels. Banteay Srei is gebouwd van een soort roze steen. Het steen is zo fijn gehouwd toentertijd in 967. Het is een van de kleinste tempels van Angkor, maar het prachtige driedimensionaal snijwerk maakt dat helemaal goed. Deze Hindoe tempel toegewijd aan godin Shiva is heel goed bewaard gebleven. De twee trouwe chauffeurs brachten ons veilig naar een sfeervol restaurant, helemaal in het groen, waar we tropische vruchtenshake’s dronken en Cambodjaanse loempia’s, soepjes en noodles aten. Wederom weer een heerlijk relaxte rit in de koelte van de tuk tuk’s. De rest van de dag werd gevuld met kortere bezoeken maar waar we steeds meer van genoten. We gingen namelijk steeds dieper de jungle in. De tempels lagen op steeds meer groene plekken zoals in een meer vol roze lotusbloemen waarin de tempel in het water weerkaatst werd. Een andere tempel helemaal ingegroeid in eeuwenoude oerwoudbomen. Prachtig verwaarloosd in de groene wildernis. De laatste tempel, Phnom Bakheng, is een Hindoe en boeddhistische tempel. In de vorm van een tempelberg. Gebouwd op het eind van de negende eeuw. De weg erheen was prachtig langs kleinere tempels. Apen onderweg. We reden door een oude, smalle poort. Het ligt op een heuvel, dus een flinke klim naar boven. Ik vond de tempel zelf het minst indrukwekkend, een deel stond nog in de steigers. De klim bleek het absoluut waard te zijn, het bleek een populaire spot om zonsondergang over het oerwoud te bekijken. Deze tempel is maar liefst meer dan twee eeuwen vóór Angkor Wat gebouwd. Echt ongelofelijk. Phnom Bakheng was toentertijd de belangrijkste tempel van de Angkor regio. 

 Siem Reap, Cambodia | 15 december 2024

vrijdag 13 december 2024

Trying to understand the Vietnam war…
‘T REGENT PIJPENSTELEN
‘The best thing one can do when it's raining is to let it rain.’
Henry Wadsworth Longfellow


Helemaal ingesmeerd met vochtige, donkerbruine modder uit een prachtig gekleurde verpakking stonden we op te drogen in een heel klein zuchtje wind. Het was zoals elke dag hier zo’n dertig graden. De modder zat tot in onze oren. Niet in mijn haar want ik droeg een plastic haarmutsje ter bescherming. Ik hoefde ook niet bang te zijn dat mijn bikini zou verkleuren. Ik had me namelijk eerder om moeten kleden in een zwarte bikini. Het bovenstukje was ienieminie en ik moest terug naar het loket voor maar liefst een maatje 2XL. De Vietnamese vrouwen zijn zo klein en fijngebouwd. Iedereen hier in de warmwaterbron spa droeg dezelfde zwarte badkleding, behalve mijn lief die zijn eigen short aan hield. Wel droeg hij net als ik een gebloemde nepzijden badjas met grote bloemen over onze badkleding. Eenmaal de klei opgedroogd mochten we in een rond granieten bad de modder afspoelen met heerlijk warm water uit de bron. Onze huid was inderdaad, zoals beloofd, heel zacht geworden. Wat een weldaad. Eerder waren we al wezen dompelen in het warme bronwater dat vol zit met gezonde mineralen voor betere elasticiteit van je huid, tegen reuma, voor betere botdichtheid en tegen pigmentvlekken. We namen een bad gevuld met rood water van rode bladeren. Een bad met theewater en gezond theïne, en een bad met bruin koffiewater dat een opkikker zou moeten geven vanwege de caffeïne. Het rook echt naar koffie. Ik kreeg er buikkrampen van. We waren eerder al gestart met een warm meditatiebad, een stiltebad. Mooi in het tropische groen gelegen, ondiep water en het bad was sfeervol belegd met kiezelsteentjes. Als tegenhanger van deze zachtheid stapten we later in een groot bad met keiharde massagestralen. Wat een geweld aan lawaai, maar wat heerlijk voor je nek, schouders en onderrug. Onze voeten, en beter nog de accupunctuur drukpunten onder onze voetzolen, werden gemasseerd door een ondiep blote voetenpad met afwisselende kiezelstenen. Geen drukpunt werd vergeten, het was zó gevoelig onder je voeten om het pad te volgen. Als laatste stapten we in overvolle kleine, houten Japanse dompelbaden waar het warme water uitgolfde bij het instappen. De dompelbaden waren gelegen in een prachtige, Japanse, rustgevende tuin. Uit de muziekboxen kwam Japanse pingelmuziek. Helemaal schoon, uitgerust en zen stapten we na uren de kleedkamers weer in. Ik kwam erachter dat ik geen BH meegenomen had en mijn droge slipje in de tas van mijn lief zat. In de herenkleedkamer. De zwarte bikini en badjas moest ik weer inleveren. Tussen een hele groep Vietnamese kwekkende vriendinnen op leeftijd besloot ik in de kleedkamer maar zonder slip in mijn korte broek te stappen. Hemdje over mijn blote, blanke lijf. Ik merkte geen verbaasde grote ogen op van de dames, zo beleefd zijn ze wel, maar verblufd waren ze vast wel van mijn gemis aan onderkleding. Maar goed dat ik niet verstond wat ze onderling zeiden tegen elkaar. Eenmaal uit de kleedkamer pakte ik mijn onderbroek uit de rugzak van mijn lief en liep naar de toiletten om me fatsoenlijk aan te kleden. 


Het was geduldig wachten buiten op de luchthaven maar uiteindelijk kwam onze jongste uit Sydney toch, na zo’n twee uur lange rijen en gelaten wachten, door de schuifdeuren naar buiten. Een warme hereniging met bezwete lichamen, warme tranen en stevige omhelzingen. Alles was weer goed. Met een ritje in een onechte Grab waarin we flink opgelicht werden (ja, we waren erin getrapt!) naar ons stadse hotelletje in het centrum van Saigon. We hadden een paar uur intiem met z’n drietjes. In de avond weer terug met een juiste Grab om middelste op te halen die een lange vlucht achter de rug had. Na een lekker ontbijt de volgende ochtend op de gezellig ingerichte rooftop van ons hotel liepen we met z’n viertjes het drukke, oude Franse deel van de stad in - met als doel het War Remnant museum. Het was een opgaaf om straten heelhuids over te steken met honderden scooters die de bocht om vlogen, niet leken te kunnen stoppen en je werkelijk voor de voeten reden. Het advies is op hetzelfde tempo door te lopen zodat ze kunnen inschatten hoe jou veilig te omzeilen. Na een bezoekje aan een overdekte levendige markt bereikten we bezweet het museum. Het museum was zeer indrukwekkend. Buiten stonden achtergebleven gevechtsvliegtuigen, een helikopter en boot van de Amerikanen opgesteld. Op de begane grond foto’s van demonstraties tegen de oorlog destijds van veelal hippies en studenten over de hele wereld, ook in Nederland. Boven zalen met verschrikkelijke foto’s en verhalen van oorlogsfotografen zoals de bekende Frans-Vietnamese Henri Huet. Ik kon mijn ogen niet drooghouden. Zoveel zinloos geweld en groot verdriet. De slachtoffers, vaak kinderen en moeders, van brandende napalm en Agent Orange. Ook de wrede martelingen die Vietnamesen (vaak gewone boeren op hun land) moesten ondergaan. Tussendoor even zitten op de gang om bij te komen van wat we gezien hadden. We waren zeer onder de indruk en ontdaan van dit bezoek. Toch hadden we het niet over willen slaan. Dit is óók een deel van Vietnam. Nog een bezoek aan het prachtige postkantoor gebouwd onder Frans gezag eind negentiende eeuw. Nog steeds functioneel! Tussendoor stops voor koude sapjes of thee. Op de terugweg naar ons hotel werd het halverwege de middag donker. Scooterrijders stopten om regenponcho’s aan te trekken, we bekeken wat er gaande was. We liepen een overdekte markt in. Weer buiten voelden we de regendruppels ineens veranderden in een heuse heftige regenbui. Wij trokken ook onze kleurrijke regenponcho’s aan, die we in de ochtend al voor veertig cent elk op straat hadden aangeschaft. Alle eetkarretjes werden ineens achtergelaten op straat, scooterrijders schuilden, grote plassen ontstonden op straat. Ie-der-een bleek een poncho te hebben! Kinderen zaten verstopt maar droog onder zo’n poncho op de scooter. Het was voor hen misschien een dagelijkse ervaring, wij keken onze ogen uit. Toch nog helemaal nat geregend en met soppende schoenen kwamen we bij ons hotel aan. In de avond nog even wat lokaal gegeten voor omgerekend tien euro en toen uitgeput ons bedje in gerold. Morgenavond komt oudste dochter uit Singapore aan!


Ho Chi Min city | 12 december 2024

dinsdag 10 december 2024

In the Vietnamese, sweaty jungle
STILTE IN HET GROEN
No event in American history is more misunderstood than the Vietnam War. It was misreported then, and it is misremembered now.’
Richard M. Nixon


Sinds we hier langer tussen de enorm warme, gastvrije en superbeleefde Vietnamese mensen zijn ben ik steeds meer nieuwsgierig naar de geschiedenis van hun land. Hoe zijn ze geworden zoals ze nu zijn? Ik luister deze dagen een boek over Amerikaanse jonge vrouwen die hier in de buurt - waar wij nu reizen - tijdens de Vietnamoorlog bijdroegen aan de medische verzorging van oorlogsslachtoffers. De Vietnamoorlog die hier trouwens de Amerikaanse oorlog genoemd wordt. Er rijzen steeds meer vragen bij mij op. Tuurlijk ken ik de beelden van militairen met legergroene helmpjes sluipend in de rimboe van Vietnam en de helicopters in camouflagekleuren. Ik ken ook de hits van Bruce Springsteen en Billy Joel. Maar wat was nou eigenlijk de aanleiding van die verschrikkelijke oorlog die zóveel verdriet gebracht heeft, aan beiden kanten? Vietnam was vroeger onderdeel van de Franse kolonie Indochina. Na een Indochinese oorlog werd het land opgedeeld in het communistische Noord-Vietnam en anti-communistische, kapitalistische Zuid-Vietnam. De Fransen trokken zich terug uit de regio. Zo bleef het land jarenlang verdeeld in twee landen. Met als doel oprukkend communisme tegen te gaan nam de betrokkenheid van de Amerikanen in Vietnam toe. Dit luidde de Vietnamoorlog in. Het Vietnamese bevrijdingsleger (Vietcong) nam het tegen Amerikaanse troepen op. De oorlog werd ondertussen steeds impopulairder in de Verenigde Staten. Zóveel doden. Vele Amerikaanse jongeren protesteerden tegen de inmenging van hun land in een ver weg gelegen conflict. De Vietnamoorlog verdeelde de Amerikaanse samenleving. Veteranen werden uitgejoeld. Amerika begon eindelijk met de terugtrekking van hun troepen. Saigon, de hoofdstad van Zuid-Vietnam viel in 1975 in handen van Noord-Vietnamese troepen. Dit markeerde het einde van de oorlog en de hereniging van één Vietnam. Onder communistische heerschappij dus. Onderwijl liet de Vietnamoorlog diepe littekens achter. Miljoenen mensen verloren het leven, en de fysieke en emotionele tol voor de betrokken samenlevingen was enorm. Ver-schrik-ke-lijk. Eigenlijk is dit conflict nog steeds niet vergeten in de wereld. Alleen al niet door de protestliederen van muziekiconen als Bruce Springsteen en Billy Joel. Iedereen van mijn leeftijd, en onze ouders, kent de junglebeelden uit het nieuws en de populaire TVserie Tour of Duty. Het is ook nog niet vergeten hier in Vietnam, door de verminkte ouderen die we hier zien. En miskramen en kanker zijn nog steeds aan de orde van de dag vanwege het beruchte ontbladeringsmiddel Agent Orange. Het chemische middel wat door de Amerikanen gebruikt werd tijdens de Vietnamoorlog. De Amerikanen zijn na een halve eeuw inmiddels begonnen aan een miljoenen kostende operatie om een oude basis in Vietnam schoon te maken. Daar sloegen ze destijds het Agent Orange op. Het middel is in de bodem gelekt en heeft ongelukkigerwijs nabijgelegen rivieren vervuild. Wat een verdrietige en langdurige gevolgen hier. In het communistische land zoals Vietnam nu is, is Hanoi de hoofdstad. Het vroegere Saigon, nu Ho Chi Minh stad vernoemd naar de revolutionair leider achter de hereniging, is de grootste stad van het land. Ik zie de naam Saigon hier nog wel veel genoemd, het wordt gekoesterd in namen van hotels, restaurants of winkels. Vietnam telt bijna honderd miljoen inwoners. Hun geloof is het boeddhisme, diep geworteld in de samenleving. Elk winkeltje heeft wel een offerplaats ingericht, met brandend wierook en geofferd voedsel. Boeddhistische tempels zijn hier overal te vinden en worden vaak druk bezocht door gelovigen. Monniken worden gerespecteerd vanwege hun spirituele toewijding en wijsheid. Wat een rijke cultuur. Van de levendige straten tot hun geweldige keuken, hun warme familiebanden, hun roerige geschiedenis met afschuwelijke gevolgen, alles komt samen om deze mensen zo uniek en bijzonder te maken.


We kijken op het strand bij ons hotel aan de linkerkant tegen drie groenbegroeide heuvels aan. Ik had gelezen dat ze in Binh Chau, in het Phuoc Buu Nature Reserve liggen dat je kunt bezoeken. Een oud stuk oerwoud in Vietnam dat beschermd wordt als natuurreservaat. We pakten deze maandagochtend dus weer een taxi en lieten ons erheen brengen. Een stukje van zeven kilometer. De chauffeur zou op ons wachten. We kregen zijn visitekaartje mee. We wandelden inderdaad zó de tropische wildernis in. Vogelgeluiden als enige geluid, veel soorten grote vlinders waarvan sommigen prachtig felgekleurd waren en oude lianen die om hoge bomen klommen, prachtige tropische bloemen maar ook varens en felgroene mossen. Wat een rust. We wandelden langs een boeddhistische tempel die gesloten was, maar we klommen merkwaardig genoeg niet één van de drie heuvels op… We kwamen zelfs weer bijna terug bij het beginpunt. Nu alleen helemaal nat van het zweet. We besloten een zijpad te nemen. We kwamen langs een uitgedroogd moeras met mangrove bomen waarvan de wortels uitgedroogd boven de grond uitstaken. Absolute rimboe. Ergens hadden we ook wat teken opgelopen, want terug in de taxi zagen we er diverse op de pijpen van de kaki broek van mijn lief zitten, en één op mijn lange witte mouw! We vroegen de chauffeur nog langs het natuurlijke strand Hú Coc te rijden. Daar genoten we van het robuuste uitzicht van grote donkere zwerfkeien die afstaken tegen de lichte, grijsblauwe woeste zee. Het groen dat langs het witte strand groeide. Geen hotels langs deze kust te vinden. Diep ademhalen.


Hô Trám, Vietnam | 9 december 2024

zondag 8 december 2024

Talking to two Vietnamese women at the fish market | Hô Trám
LIVING FULLY
Learning to be present with yourself and to abide in that what is steady and comfortable does not allow space for self-judgement. When you live this way you are not practising yoga: you are living fully.’
- Judith Hanson Lasater


Al minstens een kwart eeuw doe ik aan yoga. Volgens mij startte ik ooit mijn allereerste lessen met zwangerschapsyoga tijdens de zwangerschap van onze oudste dochter, nu zesentwintig jaar oud. Een verschrikkelijk lieve juf gaf les in haar huiskamer in Rhenen. De sfeer was zo zen en liefdevol. Kaarslicht, fijne zachte muziek, een wierookstaafje en overal kussens.  Daar is mijn liefde voor yoga ontstaan. De drie jaar die volgden in Amerika deed ik aan zwemmen en hardlopen. Terug in Breda bezocht ik weer zulke fijne yogalessen op een oude zolder van een basisschool. Een spiritueel levenslesje vooraf, elke les afsluitend met een getrokken tarotkaart en een kopje thee. Een lieve juf die na de geboorte van onze jongste en tegelijkertijd het verlies van mijn moeder nog thuis op bezoek kwam. Een goed mens. Uiteindelijk kwam ik natuurlijk terecht bij mijn huidige yogaschool, die er twintig jaar geleden nog niet zo uitzag als nu. De lessen vonden destijds plaats in een gehuurd zaaltje van een cultureel centrum, naast de priklocatie waardoor er altijd veel wachtende patiënten voor onze ingang zaten. De Amerikaanse juf was énorm inspirerend. Altijd een thema vooraf aan de les waar je iets mee kon naast je yogamat, in je leven. Goede muziek. Een paar jaar later kocht ze het hele gebouw op en een steeds voller lesrooster volgde. Ik heb daar geweldige yogaleraren leren kennen. Er kwam steeds meer bij zoals lessen met etherische oliën, acupuncturiste Ilona en andere therapeuten in het gebouw en lessen met klankschalen. Haar imponerende Amerikaanse goeroe Robert kwam soms naar Breda en ook haar vriendin, een Israelische yogajuf Nicki en zelfs Veda uit Costa Rica bezochten de school regelmatig om extra trainingen en lessen te geven.  Later ook yoga in hangmatten en een jaarlijks retreat van een week op Ibiza. Ze startte ook een yoga lerarenopleiding. Uiteindelijk kwam er een keuken en cafeteria bij. En toen verkocht ze de yogaschool aan twee leerlingen, een koppel. Veel leraren vertrokken, er zijn nieuwe voor terug gekomen. Het is absoluut een fijne, vertrouwde plek. Toch kan ik er nog steeds niet altijd m’n draai vinden. Tijdens onze reizen probeer ik altijd yogalessen te volgen. Op de meest fantastische plekken over de hele wereld. In de binnentuin van een eeuwenoude okergeel gekleurde Mexicaanse haciënda, op een houten steiger boven een azuurblauwe zee in Belize, in het bos van levende vulkaan Popocatepetl, naast het zwembad op het warme Ibiza, in het Afrikaanse Kaapverdië aan het strand bij zonsopgang en onlangs nog in hangmatten in Singapore. En nu dus in Vietnam… Ik had best wel wat verwachtingen en hoop opgebouwd. Ik stond voor zes uur in de ochtend op, snel m’n yogakleding aan bestaande uit een kort sportbroekje en een blauwe Tshirt-bra. Er overheen een sweater van m’n lief. Hij ging tegelijkertijd een work-out doen in de gym. Er waren twee andere Westerse vrouwen op komen dagen. De juf was piepjong en heel onzeker. Ze sprak geen Engels en daarom was er een collega uit het resort bij om te vertalen. We zaten op ons matje, ik op een opgerolde handdoek bij gebrek aan blokken. De man verzocht ons om te staan. Hij stelde officieel de juf voor en kondigde aan dat de les ging beginnen. We startten met een warming up die begon met onze enkels, via onze knieën naar onze schouders. Er werd helemaal niet op ademhaling gelet. Eigenlijk precies dezelfde warming up als die ik kreeg bij atletiektrainingen. De deur van de zaal stond wijd open en ik hoorde het lawaai uit de gym ernaast. Ik vroeg de man de deur te sluiten. Daarna ging de juf, gekleed in een zwarte spijkerbroek (!), voor de muurspiegel met haar ogen gesloten in lotushouding zitten. Ze vertelde verder niks over een ademhaling. Ik geloof dat deze tijd aan een meditatie besteed moest worden. Mij lukte dat niet, haar ook niet: ik zag dat ze steeds op haar horloge keek. Ik ging zelf maar een vierkant van vier tellen in-, vasthouden, uitademen en weer vasthouden volgen. De man kwam tijdens een vooroverbuiging naast mij zitten en zei dat ik mijn handen verder vooruit moest lopen. Ja, ja. Ik weet dat ik dit met een holle rug wil doen, niet met een bolle. We deden één yogische heldenhouding aan één kant en toen stopte de les abrupt. Eén kant? Geen ontspanning aan het einde van de les? Ik was flabbergasted. Wat een ontgoocheling! Later hoorde ik dat de échte yogajuf een blessure had… Heel dapper van haar om deze les te geven. De volgende gereserveerde yogales heb ik maar afgezegd. Ik ga wel vroeg in de ochtend baantjes in één van de baden zwemmen, of heel misschien zelfs wel in de Zuid-Chinese Zee (die hier trouwens Oostzee genoemd wordt). 


Op zaterdagavond wilden we het graag proberen. Een taxi naar de visrestaurantjes die we een paar dagen eerder overdag gezien hadden. Het was een komen en gaan bij de grootse en chique entree van ons hotel.  Hup, een taxi in en voor twee euro reden we in nog geen tien minuten naar de visrestaurants bij het strand. De teilen met verse vis stonden er nog precies zo en de menigte eromheen koos de verse vis, schelpen, kreeften of garnalen. Alles per kilo. Wij kozen een kilo garnalen, gegrild met knoflook. Dat lukte niet helemaal, de knoflook moesten we erbij denken. Net als de gebakken noodles met ei, die werd zonder ei geserveerd maar met paksoi. De gekarameliseerde groenten daarentegen kwamen juist met veel knoflook. Hoera voor google translate! Alles smaakte toch heerlijk. Op de lage tafel stonden piepkleine plastic bakjes met een mini limoentje erin, ernaast zeezout met peper. Heerlijk op de door mijn lief gepelde garnalen. Het was wel een uitdaging om de lange noodles met stokjes en een lepel netjes naar binnen te werken. Om ons heen slurpte men ze naar binnen. We zagen kreeften in stukken geknipt worden met een schaar, veel oesters en vooral veel schelpen. Afwas lag naast je tafel in een plastic teil. Lege blikjes drank werden op de grond gegooid. We zaten op lage, bijna kinderstoeltjes. Plastic bekers met een groot stuk ijs erin stonden al klaar op tafel. Het blok ijs hebben we voor de zekerheid maar weg gegooid. Ongelofelijk druk onder dit gegolfde dak. Ik keek mijn ogen uit. Een dame droeg een lange stok op haar schouders met twee manden met takken met lychees erin. Ze verkocht als het ware het dessert. Een andere dame liep juist met een grote mand met pelpinda’s als voorgerechtje. Alles tussen de rennende obers door. Verkopers met ballonnen liepen met hun waar langs de lange tafels. We hebben beiden heerlijk gegeten, veel gemorst ook, maar dat hoort er hier bij.


Hô Trám, Vietnam | 7 december 2024 

vrijdag 6 december 2024

Having my nails done in a Vietnamese studio
HŌ TRÁM

“After the rain, good weather.

In the wink of an eye,

the universe throws off its muddy clothes.” 

- Ho Chi Minh


Na een ochtendwandeling, vanuit ons hotel, van ruim een half uur over een weg parallel aan zee kwamen we bezweet in het dorpje Hô Trám terecht. Óveral visrestaurantjes. We volgden het met vlaggen versierde pad naar de levendige vismarkt. Langs de weg overal grote terrassen met rode plastic stoelen overdekt met golfplaten. Elke ingang van het geimproviseerde restaurant werd versierd met tientallen teilen met vers gevangen levende inktvis, grote en kleine schelpdieren, kleine roggen en garnalen. Een enkele moedige garnaal of groot schelpdier probeerde z’n lot te ontlopen door uit de plastic teil te ontsnappen. Naast de vele teilen vaak een weegschaal voor de verkoop. Pal naast het witte strand lag de authentieke vismarkt. Werkelijk zo rechtstreeks uit de visboot getild de, met water gevulde, teilen op de markt in. Verser kun je je niet voorstellen. Inkopers voor hotelrestaurants. De werkende dames vaak een typisch Vietnamees hoedje op. We liepen door naar het strand waar vissersbootjes, die net terug kwamen van zee, in de branding aanlegden. Geschilderde boten op het zand waar de lichtgroene visnetten met oranje plastic drijvers geschoond werden van dode krabbetjes die helemaal vastzaten in de gazen van het net. Boten die hun buit verkochten op het strand. Wat een levendigheid en wat een fotogenieke scène. M’n lief en ik liepen vervolgens het dorp in voor een koude thee en vruchtensap. Een soort best wel hip  backpackers café was eigenlijk gesloten maar moeder en dochter wilden ons toch graag serveren. Mijn lief nam bezweet plaats recht naast de ventilator. Met Google translate konden we onze keuze maken. Eenmaal afgekoeld vroeg ik de dochter naar een plek om mijn teennagels te laten verzorgen en lakken. 


Tweehonderd meter verder liepen we voorzichtig en misschien een beet argwanend een rommelig winkeltje in. Nauwelijks herkenbaar als een nagelstudio wisten we dat zij deze plek bedoelde. Twee rode oude, versleten kapperstoelen voor een spiegel. Een stretcher met een verveelde peuter erop. Harde Vietnamese muziek uit de aangrenzende huiskamer waar papa in een hangmat lag te relaxen voor de TV. Twee kinderfietsen tegen de muur. Een dame liet haar felrode teennagels drogen onder een machientje. We waren op de juiste plek! Schoenen uit bij de entree. Ik kreeg een karton met veel proefjes van kleurtjes lak, terwijl mijn voeten in een teiltje met water ondergedompeld waren. Op een laag krukje nam de eigenaresse voor me plaatst en verzorgde zeer professioneel m’n nagelriemen en verwijderde de oude lak. Ik zat te genieten. Naast me stond m’n beker verse, klaargemaakt van kruiden, icetea op een grote vriezer. Opa kwam ook langs om met z’n kleinzoontje te spelen. Ik houd hier zo van! Kennismaken met het lokale leven. Ze bleekte mijn nagels met een verse halve citroen. Haar kleine handdoekjes kwamen niet rechtstreeks uit de wasmachine.  Alhoewel ik wel de was aan de lijn naast het huis zag hangen. Zó anders dan het overprijsde Grand Hotel waar wij nu verblijven. In plaats van hun dertig euro, omgerekend van de prijslijst uit de spa, betaalde ik nu drie euro voor hetzelfde resultaat! En een veel leukere ervaring rijker.  Terug wandelden we over het strand met onderweg als cadeau een mooi uitzichtpunt op rotsen. Terug naar ons vijf sterren hotel met vijf zwembaden, zeven restaurants, een peperdure spa, een groot casino, een zeer uitgebreid ontbijtbuffet, een kleine bioscoop, een bowlingbaan en een heuse night club. Ook daar kunnen we heus van genieten hoor. 


Hô Trám, Vietnam | 5 december 2024

dinsdag 3 december 2024

On our way to Vietnam!
VERBINDING
Als je weet waar je vandaan komt, sta je meer in verbinding met jezelf, maar óók met de ander.’
-Ezra Böhmer


Ik had geen woorden voor dit afscheid op mijn voorlopig laatste werkdag. In plaats daarvan vroeg ik haar of ik haar een kus op haar wang mocht geven. Dat mocht. Deze vrouw had haar keuze heel bewust gemaakt. Deze hospice bewoonster was thuis al begonnen met stoppen met eten. Dat was niet moeilijk, vertelde ze. Ze at door de pijn nog maar weinig. Ze was kilo’s afgevallen, vervolgde ze. Nu ze bij ons woont en ze helemaal  gestopt is met eten en drinken zal ze binnen twee weken komen te overlijden. Haar laatste dagen zijn aangebroken. Ze heeft er naartoe geleefd en haar best ervoor gedaan.  De huisarts is vanmorgen langs gekomen om afscheid te nemen, dat wilde ze heel graag. Hij was decennia lang haar huisarts geweest. Ze wilde niet meer gewassen worden. ‘Waarom nog?’, antwoordde ze op de vraag. Toen ik haar met rolstoel en een dikke winterjas aan op het balkon zette om een sigaret te roken heb ik onderwijl met een collega haar bed verschoond. Een glijdeken op het matras gelegd zodat ze straks makkelijk verzorgd kan worden als ze vanmiddag in slaap gebracht wordt. Ik had een glas met ijsblokjes meegebracht en ging gehurkt naast haar rolstoel op het balkon zitten. Het was een mooie ochtend. Knalblauwe lucht, winters zonnetje erbij. Koud. Ze had net twee eekhoorns gezien. Ze vond het een heugelijke dag, eindelijk was het zover. De arts had immers ingestemd met sedatie. Een natuurlijke dood. Ze had er goed over nagedacht vertelde ze. Ze had veel pijn. Haar man was deze maand negen jaar geleden overleden. Ze miste hem heel erg. Ze was er sterk van overtuigd hem snel aan de andere kant te zien. ‘Hij haalt me daar op’. Wanneer ze haar droge tong bevochtigd had met een ijsklontje moest ze het smeltwater uitspugen. Ze had bij aankomst een contract ondertekend dat ze niks mocht eten en drinken. Ook geen slokje water bij het tandenpoetsen. Of een slokje bij het tong bevochtigen. Haar bezoek mocht haar niks te eten of te drinken geven. Dat zou haar leven verlengen en ze woonde bij ons om te sterven. Ze wilde snel en pijnloos sterven. Ze had geen recht op euthanasie ondanks haar onbehandelbare klachten. Ze sprak tegen mij over haar zoon en dochter. Haar zoon en schoondochter zouden straks nog even komen om afscheid te nemen. Met haar dochter had ze al lang geen contact meer, zij zou niet komen. Zoon en zijn vrouw mochten van haar niet in de kamer blijven tot ze ging slapen. Ze wilde ook niet dat ze in de dagen erna nog langskwamen. ‘Wat heb ik eraan?’ vroeg ze zich af. Ik vertelde haar dat ze gesedeerd nog wel alles hoorde. Ze haalde haar schouders op. Ze vroeg me of ik ervoor wilde zorgen dat de foto van haar man, dat op het nachtkastje stond, op haar borst zou komen te liggen als ze in slaap gebracht werd. Dat beloofde ik. Toen ik bij het einde van mijn dienst, minuten voor haar sedatie, op haar kamer kwam lag ze in alle rust op haar bed met de foto al stevig omklemd op haar borst. ‘Over een paar dagen ziet u uw man weer’, zei ik. Ze straalde. Ze lag daar heel sereen te wachten in haar bed. Kalm. Ze was er meer dan klaar voor. Ik kon geen juiste laatste woorden bedenken dus vroeg ik haar een kus op haar wang te mogen geven. ‘U bent heel dapper’, fluisterde ik. Ze keek me na toen ik naar de deur liep. Ik keek in de deuropening nog een keer om, ze keek me aan en stak langzaam haar hand op. Ik ook terwijl er tranen in mijn ogen opwelden. Later zag ik haar zoon en schoondochter beneden met mijn collega aan de keukentafel zitten. Wachtend op het in slaap brengen van hun (schoon)moeder. Ze wilden morgen tóch langskomen….


Er volgt inderdaad na anderhalf jaar een nieuwe Azië reis. Er volgt na een lange reis met ons gezin op Borneo gelukkig wederom een weerzien met ons complete gezin. Dit keer in Vietnam. Mijn lief en ik zijn er al heen gevlogen. Anderhalve week later volgt de rest van ons gezin.  We hadden toen in Singapore al voorspeld dat er een weerzien zou komen. Het was destijds geen afscheid. We wisten alleen niet waar en wanneer. Natuurlijk kwam onze verre afstandsdochter vorig jaar met Kerst naar huis. Heerlijke dagen samen. Dat samenzijn moment - inclusief onze jongste die na vijf maanden in Australië zich ook weer bij ons voegt - staat er gauw weer aan te komen. Heel snel! Na onze overnachting vlakbij de luchthaven van Ho Chi Minh pakten we een Grab naar de limousine service middenin het drukke centrum van deze stad gevuld met miljoenen scootertjes die als wildebrassen rijden. Veel scooterrijders dragen een groen hesje van Grab, je kunt dus ook een ritje boeken achterop de scooter! Naast het prachtige, gereserveerde resort aan zee, zo’n twee uur rijden van de stad, wordt een nieuw hotel gebouwd. We schrokken van het bouwlawaai en zijn kort daarna weer uitgecheckt en naar een ander superluxe, maar stil strandhotel verhuisd, met hulp van de begripvolle resort manager. Acht dagen samen met m’n lief alleen strand, zee, warmte, een goed boek en lekker eten.


Hô Trám, Vietnam | 3 december 2024