donderdag 28 juli 2011

Peruanen

...Het zijn kleine mensen. De volwassenen zijn amper groter dan Mees. Ze hebben een bruin getinte huid en pikzwart haar. Hun kleding is vrolijk gekleurd en de vrouwen dragen allemaal een hoed. Soms een zwarte bolhoed, waar lange vlechten onderuit komen. Zo lang tot ze tot hun billen reiken...
- Karen van Holst-Pellekaan

Vanuit de drukke Inca-hoofdstad Cusco met toeterende taxi's, auto's en trein, maar ook blaffende honden en vuurwerk (ook 's nachts) reden we in een half uur naar La Haciënda in el campo. Een prachtige herenboerderij met manege gelegen op een magnifieke plek in het Andesgebergte. We zijn de enige gasten en al het personeel staat voor ons klaar: zelfgeperste verse lemonade wordt ons gebracht aan het zwembad. Niet lang daarna worden we gehaald voor een tocht op paarden (Maren op een klein paardje!) waarbij we onderweg picknicken, onvergetelijk! Na een bezoek met de paarden aan ruïnes van een Incakoning rijden we weer terug. Als de zon ondergaat worden het vuur en de kaarsen aangestoken in de boerderij en daarna wordt er heerlijk voor ons gekookt. De kamers zijn super-de-luxe, maar koud. Onder de dikke dekbedden slapen we voor het eerst uit tot na half acht... Kort daarna ontbijten we naast het zwembad. Alles is puur: verse sap, eitje, zelfgebakken brood, fruit, roomboter en bessenjam. Wat voelen we ons bevoorrecht en gelukkig. Mooie momenten die hopelijk onvergetelijk blijven!

We horen steeds meer weetjes over de Peruanen van de Peruanen. Elk huis in Peru heeft tien tot vijftien cavia's (cui) rondlopen in huis, meestal onder het bed. We zien regelmatig mensen met grote bossen groen sjouwen en dat is dus het voer voor de cavia's. Als ze iets te vieren hebben worden er vijf of zes cavia's geroosterd voor familie en vrienden, en vaak nog een eend erbij. Zo weten we ook dat de traditioneel geklede vrouwen geen ondergoed dragen onder hun bontgekleurde rokken. Ze plassen gewoon ergens op straat door even door de knieën te gaan. De baby's die ze op hun rug dragen in prachtig gekleurde doeken dragen geen luiers, dus eind van de dag is de rug van mama aardig nat! (en ze douchen sporadisch...) Hun kleding en doeken zijn zo fel van kleur zodat ze goed te zien zijn in de bergen. De vrouwen lopen soms een hele dag om naar het dal te gaan.

Ondanks de geluiden over wegblokkades en demonstraties hebben we toch de bus (10 uur!) naar Puno gepakt. Het was een mooie rit door de Heilige Vallei met onderweg een bezoek aan een prachtig bewaarde Inca-ruïne met tempel. Na de lunch reden we door de Altiplano (hoogvlakte boven 4000 meter) die zich uitstrekt over Bolivia, Chili, Peru en Brazilië. De trein naar Puno hebben we ook gepasseerd. Het treinkaartje kost € 300 en de trein doet er ook tien uur over, want hij rijdt gemiddeld 35 km per uur! Toen we rond etenstijd in Puno aankwamen op het busstation hebben we meteen bustickets naar Bolivia gekocht. We gaan morgen naar Copacobana en we bezoeken Isla del Sol! Vandaag gingen we met een toeristisch bootje het Titicacameer op - het hoogst gelegen bevaarbaar meer van de wereld. (3810 meter) We bezochten de drijvende rieten eilandjes van Uros waar al vijfhonderd jaar mensen op wonen zonder vee, brood, suiker of aardappelen. Ze leven van handel en toerisme. Er kwamen veel toeristen op af, maar ondanks dat hadden we het niet willen missen. Vandaag is het Onafhankelijkheidsdag in Peru, een landelijke feestdag. Heel Peru is rood-wit versierd in steden, bussen, winkels en restaurants. Alle Peruanen dragen een rood-witte broche en er zijn optochten. De nieuw gekozen president Ollanta wordt vandaag gehuldigd en op het Titicacameer kwamen we twee rieten boten tegen met een enorm grote vlag ertussen: Viva Peru!

Puno, 28 juli 2011