dinsdag 27 mei 2025

My love and oldest daughter in Bangkok
BRIEVEN
A family is a risky venture, because the greater the love, the greater the loss... That's the trade-off. But I'll take it all. 
- Brad Pitt


Er was eens een echtpaar met drie mooie dochters. Ze reisden als jong nieuwbakken gezin veel over de wereld. Eigenlijk een beetje als een zigeunerfamilie. Avontuur lonkte. Het gezin woonde op vier plekken buiten Nederland. De kinderen groeiden op in de verschillende culturen van Midden-Amerika, Noord-Amerika en Zuid-Europa. Ze gingen daar naar school, sloten vriendschappen. De meisjes leerden naast Nederlands op de Wereldschool ook twee andere talen goed lezen, spreken en schrijven. Zo werden ze eigenlijk wereldkinderen, geen Nederlandse kinderen meer. De wereld werd grenzeloos voor ze. Er was nog een hele wereld te ontdekken. Zo geschiedde dat ze voor hun studies uit zwierven over de gehele wereld. Oudste dochter is bijna twee jaar geleden geland in Singapore. Als bijna dertiger heeft ze een aanvraag voor een verblijfsvergunning gedaan. Zo heeft het leven van een op het oog idyllisch zigeunergezinnetje ook een keerzij. De kinderen kunnen namelijk blijven plakken in een ver oord. Dat is bij 't reizende gezinnetje gebeurd. In dit geval in Azië, Singapore. Natuurlijk reizen de ouders die kant op. Ze zijn tenslotte niet voor niks een beetje zigeuner. Oudste dochter vloog de eerste winter terug naar het koude Nederland om met haar familie Kerstmis te vieren. Ook aankomende december zal ze drie winterse weken in haar ouderlijk huis wonen. Soms vliegen de ouders naar Azië mét hun kinderen, soms alleen. Deze keer is vader aan de beurt. Hij is naar Bangkok gevlogen om samen met zijn oudste dochter haar verjaardag te vieren. En eigenlijk ook zijn eigen verjaardag. Zo gingen ze samen op zaterdagavond naar een martial art event in de hoofdstad van Thailand. Muay Thai, of Thais boksen. Verjaardagscadeau voor haar vader.  Muay Thai is een Thaise vechtkunst. Een vechtsport die bekend staat als 'de kunst van de acht ledematen' vanwege het gecombineerde gebruik van vuisten, ellebogen, knieën en schenen. Het is een populaire sport daar. Het past helemaal bij die twee. Ze hebben ook, wonend in Mexico, samen voor Tae Kwondo de zwarte band behaald en aan toernooien meegedaan. Eergisteren vlogen ze naar eiland Kon Samui waar ze in vijf dagen zélf de kunst van de acht ledematen gaan leren. Natuurlijk had de vader lekkere Nederlandse lekkernijen meegenomen. Oudste dochter miste bruin volkorenbrood met kaas het allermeest. Dus heeft moeder twee bakvormen gekocht, lege broodzakken gespaard en vier kilo volkoren broodmeel ingeslagen. Anderhalve kilo aan vacuüm getrokken kazen. Ook een ontbijtkoek. Lekkere stroopkoeken, drop en zelfs een pak mergpijpjes. De dochter miste Paaseitjes zei ze dus bewaarde 't gezin twee zakjes Paaseitjes. Zelfs een zak pepernoten ging mee in het vliegtuig. Vader sleepte zich rot aan de boodschappen. Hij moest naast zijn zware koffer onverwacht ook zijn zware handbagage inchecken bij de balie op de luchthaven. Dan hebben we het nog niet eens over de verjaardagscadeaus voor oudste dochter… Het is telkens een gesleep met Nederlandse lekkernijen en cadeaus. Voor álle dochters die in het buitenland verblijven. Hoe vaak is er niet een Sint-pakket met zoetigheden en een lang gedicht gepost op weg naar de andere kant van de wereld? Het is juíst voor dit gezin zo’n fijn gevoel om te geven. Ouders en zusjes weten namelijk zelf ook hoe ongelofelijk plezierig het was wanneer de logées Hollandse kaas en hagelslag meenamen. Wat een heerlijk gevoel gaf dat! De meest zoete herinneringen van de moeder zijn echter toch de ontvangen brieven destijds. Lange, handgeschreven brieven vol verhalen die gemist moesten worden. Met zorg uitgekozen woorden op luchtpapier. Soms vellen papier versierd met de meest schattige stickertjes. Foto’s mee in de enveloppe. Zelfgemaakte kaarten van oma voor de kleinkinderen. Ook nu in het heden verplaatsen brieven zich heen en weer. Drie weken doet de post erover naar Singapore. Dat maakt het schrijven ook een vleugje romantisch. Een stukje nostalgie. In de zware koffer die vader meesleepte zaten ook drie dikke enveloppen recent gevuld met lange brieven van moeder en de twee zusjes. Zodat oudste dochter ze heel spoedig zou kunnen lezen. Enveloppen vol verhalen, verlangen en heimwee. 


Ik liep een zaal in met wel zeventien yogamatjes met stapeltjes yogablokken ernaast in een halve cirkel. Twee verschillende balletjes lagen erbij en ook een oogmasker gemaakt van een vrolijk gekleurd Surinaams stofje. Ik nam plaats op zo’n matje met mijn warme, Peruaanse sokken aan en keek om me heen wie de andere deelnemers zouden zijn van deze kaak workshop. Wanneer je kaakproblemen hebt, zoals tandenknarsen of zoals ik op elkaar klemmen van tanden en kiezen, is kaakyoga een goed idee. Ik ken juf Thessa al heel lang omdat ze al jaren op vrijdag yogales geeft in mijn yogaschool. Vaak geeft ze daar ook wat kaakyoga oefeningen. Na mijn behandelperiode bleek dat ik maar aan één kant nog durfde te kauwen. Ook klemde ik het nieuwe, iets bredere deel van mijn tong vaak tussen mijn kaken. Juf Thessa gaf toen bij mij thuis een privé workshop over ontspannen in de kaken. Om kaakklachten te verzachten en zelfs te laten verdwijnen is een uitgebalanceerde lichaamshouding de basis. Eigenlijk zo eenvoudig. Tijdens deze workshop vanmiddag beoefenden we een reeks oefeningen en technieken om dit te bereiken. Een goede uitlijning van je lichaam begint bij een juiste positie van je hoofd en nek en verlenging van het bovenlichaam. Daar namen we de rust en tijd voor om goed te voelen. Het bindweefsel in de nek, de schouders, de armen en rond het middel werden soepel gemaakt en spieren werden versterkt. Mijn kaakproblemen worden onder andere veroorzaakt door op elkaar klemmen (bruxisme) van de tanden en kiezen tijdens de nacht. Ik draag daar ’s nachts ook een plastic bitje voor. Er zijn klachten die hun oorsprong vinden in en om het kaakgewricht, maar op een andere plek in het lichaam gevoeld kunnen worden. Zelfs tot in je bekkenbodemspieren of zoals bij mij in mijn hamstring. Juf Thessa liet een tekening van een menselijk lichaam zien waarin de deep frontline blauw gekleurd was. Daarop was te zien dat alles in ons lijf bijna verbonden is met de kaakspieren! Iedereen in de groep van vanmiddag had last van knarsetanden of kaakklemmen. Bij dat laatste heb je in de ochtend de afdruk van je gebit in je wang staan of zoals bij mij aan de zijkant van de tong. Ik mag me meer bewust worden van mijn goede lichaamshouding bleek vanmiddag. Ik kreeg mogelijkheden aangereikt om te verzachten: fysiek én in mijn gedachten.

dinsdag 20 mei 2025

Runway run at sunset
GIRLS ON A MISSION
The miracle isn't that I finished. The miracle is that I had the courage to start.’ 
- John Bingham


‘Bent u Anja?’ hoor ik wanneer ik uit mijn autootje stap. Een echtpaar staat al buiten de deur op me te wachten. Het is mooi weer deze woensdagavond. Ik haal ze op om naar het theater in Etten-Leur te gaan. We gaan via de stichting waar ik voor werk naar de voorstelling ’t Hooge Nest waarin Fockeline Ouwerkerk helemaal solo het gelijknamige boek op het podium zet. Ik heb het indrukwekkende boek jaren geleden gelezen over de verbouwing van een oud huis in ’t Gooi waarbij de schrijfster Roxane achter de geheime geschiedenis komt van de villa tijdens de oorlog. Tijdens de verbouwing komen de eerste intrigerende sporen uit het verleden naar voren. Achter de wandpanelen en onder de houten vloer vindt Roxane verzetskranten, muziekstukken op papier, stompjes kaars en schuilplaatsen. Deze ontdekkingen vormen de start van een jarenlange zoektocht. Wat is er gebeurd in villa 't Hooge Nest? Fockeline start de solovoorstelling heel origineel door de leefregels met ons te delen van het onderduikadres. Alsof wij nieuwe onderduikers zijn. De kaars die altijd voor het raam brandt, zo niet dan moet je wegblijven en niet terugkomen. Dat je in een halve minuut het serviesgoed moet afruimen wanneer er aan de deur gebonkt wordt, dat je in diezelfde halve minuut ook de kaars voor het raam weg moet halen en in de schuilplekken moet duiken. Bijna onmogelijk. Ze speelt dat ze één van de Joodse zussen is, Janny of Lien Brilleslijper die hun ouderlijk huis ter beschikking stellen voor onderduikers.  Ik leefde me door deze scene meteen helemaal in. Zo vertelt ze dat Roxanne erachter komt dat de villa waar ze woont één van de grootste onderduikadressen van Nederland was tijdens de Tweede Wereldoorlog. Haar huis was jaren geleden een doorvoerroute voor het verzet, een plek waar cultuur zelfs in barre tijden nog tot bloei kwam. en bovenal een veilige haven was voor velen. Eén van de zussen trouwde met een gevluchte Duitser die goed piano kon spelen. De andere zus hield van balletdans. Zo hielden ze cultuuravondjes in het huis. Soms meer dan vijfentwintig onderduikers waren er aanwezig. Fockeline gebruikt het lied ‘Mens durf te leven’ een hit van de vorige bewoner van de villa die een bekende Nederlandse zanger was destijds. “Het is alsof de ziel van het lied in de bakstenen van het huis leeft.” Ik vond dat ze het prachtig deed deze theatermonoloog. Ze sprak rechtstreeks tegen het publiek. Ik kreeg op de vierde rij af en toe het gevoel dat ze tegen mij persoonlijk praatte. De zwaarte van het verhaal kwam echt als een mokerslag binnen. Intens. Ook ontroerend. En het thema oorlog is in deze tijd helaas nog steeds heel actueel. Na de voorstelling dronken de deelnemers van de stichting en de vrijwilligers wat met elkaar. Het was precies een leuke grootte van de groep, heel gezellig. Natuurlijk kwamen de oorlogservaringen van de deelnemers zelf aan bod. Een dame die negen was tijdens de bevrijding vertelde over de hongersnood in Rotterdam, de bloembollen die haar moeder klaarmaakte. Dat er geen speelgoed was om mee te spelen en haar vader die tijdens de hele oorlog zich elke dag moest melden op de hoek van de straat om voor de Duitsers in de duinen te werken. Van een andere deelneemster was haar vader molenaar. Ze herinnert zich nog goed dat hij zijn meel met tegenzin moest afstaan aan de bezetter. Zo heeft elk gezin en élk vooroorlogs huis zijn eigen oorlogsverhaal. Ons huis heeft bijvoorbeeld kogelgaten in de voorkant van het huis omdat er in oktober 1944 tussen de Duitsers en de bevrijdende Polen gevochten werd, recht voor onze deur.

Op de start- en landingsbaan van het internationaal luchthaventje van Breda starten we op een mooie zaterdagavond voor een hardloopwedstrijd van Kika. We zijn met z’n viertjes. Girls on a mission is onze teamnaam Jongste dochter met een studievriendinnetje van haar, middelste dochter en ik. Mijn lief is onze chauffeur, fotograaf en grootste fan. Het waait. Een rondje van vijf kilometer over de start- en landingsbaan. Over asfalt. Langs een opgesteld zweefvliegtuigje. Luchtvaartgeschiedenis. Ooit, lang geleden hebben mijn lief en ik (nog kinderloos) beiden een rondje gevlogen in een heus zweefvliegtuig vanaf dit kleine vliegveldje. Omstebeurt werden we, met een collega van mijn lief als piloot, omhoog getrokken door een touw op een groot katrol. Geluidloos en vredig zweefden over de landerijen buiten Breda. Deze avond op de landingsbaan ging de zon bijna onder. Mooi warm licht. Flink wat publiek. Een mooi doel, geld voor kinderen met kanker. Het is bijna een jaar na mijn hardloopwedstrijd vorig jaar. Toen lukte het dankzij veel vrienden om een flink bedrag op te halen voor kankeronderzoek. Een afsluiting van een zware periode. Jongste dochter, als mijn steun, en ik werden destijds begeleid door trainer John, samen met een groepje andere ex-kankerpatiënten. Het was een emotionele run, ik was een jaar kankervrij. Tranen bij de eindstreep. Realiteit. Ons hardloopmaatje Harry overleed nog dezelfde zomer. Inmiddels ben ik twee jaar schoon en ben ik afgelopen jaar wekelijks in m’n uppie blijven joggen. Vanavond mag ik mijn conditie inzetten om geld op te halen voor kinderkanker. Tijdens de Runway run. Middelste dochter doet voor het eerst in haar volwassen leven mee aan een vijf kilometer wedstrijd. Ze had bij een speciaalzaak nieuwe sportschoenen aan laten meten. We hebben allevier voor ons doen goed gelopen. Het is leuk om zo met elkaar met sport bezig te zijn. Oudste dochter liep twee weken geleden, vroeg in de ochtend vanwege de hitte in Singapore, een tien kilometer wedstrijd over een Formule 1 track. Jongste liep deze avond haar persoonlijk record in nog geen zevenentwintig minuten. Samen met haar vriendin die een fervent hardloopster is. Ik liep zelf ook wat sneller dan mijn gewone hardlooprondjes in de buurt. Door de opzwepende muziek. Door de andere lopers. Door het enthousiaste publiek. Richting de finish kreeg middelste moeite, ik wachtte haar op en pakte haar hand om samen over de eindstreep te rennen. Het publiek moedigde ons aan. Mijn naam werd omgeroepen. Middelste werd een beetje misselijk, ze had alles gegeven. Een traantje bij haar. Haar zusje en vader kwamen al aanlopen om ons enthousiast te ontvangen. Een medaille. De volgende wedstrijden staan inmiddels al gepland. Jongste dochter gaat Engelse mijlen lopen in Maastricht, en een halve marathon. Middelste dochter staat ingeschreven om de Singelloop in Breda te rennen. Is het hardloopvirus besmettelijk?

dinsdag 13 mei 2025

Summervibes!
LUISTERTHERMOMETER
One of the most sincere forms of respect is actually listening to what another has to say.’
- Bryant H. McGill


Het is bijna het einde van mijn middagdienst. De overdracht zal zo zijn en ik wil het hospice natuurlijk netjes achter laten voor mijn collega vrijwilliger. De afwasmachine in de keuken zo aanzetten en uitruimen, de wasmachine die in de kelder staat vullen en misschien een wasje in de droger doen? Lag er nog een strijk of een mand met schone handdoeken om even in de keuken te vouwen? Niks moet per se maar in mijn hoofd ontstaat een to do lijstje. Eén van de fijnste dingen die ik echter het allerliefst doe in het hospice is luisteren naar het persoonlijke verhaal van de bewoners. Of luisteren naar het emotionele verhaal van hun familieleden of vrienden die in de keuken komen, en soms een praatje willen aanknopen. Luisteren gaat mij het makkelijkst af wanneer ik tijd heb. Luisteren is echt belangrijk in het hospice. Ondanks dat ik een bepaalde druk voel van mijn to do lijstje voor de bewoners die op mij wachten. Ik vind ik het moeilijker om honderd procent aandacht te hebben door de hoeveelheid afleiding waarmee ik me omring. Dan ga ik bedenken hoe ik dit gesprek netjes kan afronden. Luisteren lijkt zó simpel. We doen het elke dag. Maar écht luisteren met volle aandacht, zonder oordeel en zonder af te dwalen in je eigen gedachten, dat is een kunst op zich. En juíst als vrijwilliger in het hospice maak je het verschil door een luisterend oor te bieden. Maar hoe zorg ik ervoor dat iemand zich écht gehoord en gezien voelt?  Ondanks bijvoorbeeld de deurbel die gaat of een bewoner die op de noodknop heeft gedrukt. Ik vind dat best uitdagend. Voor warm luisteren heb je rust en tijd nodig. Geen stoorzenders. Daarom volgde ik afgelopen week een workshop die ‘de Luisterthermometer’ heet. Een meneer van de Luisterlijn nam mij mee in de wereld van 'het warme luisteren' en introduceerde de Luisterthermometer. Luisteren lijkt zo makkelijk. Iemand vertelt wat en je houdt gewoon je oren open. Gelukkig ben ik niet de enige die stoeit met warm luisteren,  wat van mijn collega’s stoeien ook. Ik toon belangstelling door de ander aan te kijken terwijl die aan het woord is, af en toe samenvatten wat er is gezegd, niet continu onderbreken en niet bij alles wat er wordt gezegd meteen over mezelf beginnen. Inmiddels weet ik dat heus wel. Ik hoop dat ik mijn luisterhouding ook vaak in de praktijk breng. Thuis bij mijn gezin, met mijn lief natuurlijk en bij mijn vriendinnen. In elke situatie. Zéker wanneer ik tijd heb zal ik het op m’n allerbest kunnen uitvoeren. Luisteren is geen activiteit, je hoeft niets te doen. Maar echt luisteren is luisteren zonder iets te willen ondernemen. Hooguit raad je hardop wat de gevoelens zijn die bij de ander spelen en welke onvervulde behoeftes daarachter schuilgaan. Daarmee help je de ander zijn verhaal volledig te doen. Meer is er niet nodig. Het wordt dus pas moeilijk voor mij wanneer er ondertussen dingen gedaan moeten worden. Hoe erg is het eigenlijk wanneer het wasgoed nog niet in de wasmachine gedaan is? Of de strijk niet weg gewerkt is? De vrijwilligers zijn er juist voor die extra’s als een luisterend oor voor bewoners en hun familie. Wanneer iemand saai of oninteressant overkomt, ligt dat eigenlijk aan mijn eigen vraagstelling. Ik zeg zelf al jaren ‘Je kent jezelf al. Degene met wie je praat ken je nog niet, en je weet ook niet wat je uit zijn of haar verhaal kunt leren.’ Oprechte belangstelling dus. Vooral met mensen die we goed kennen vertrouwen we op het verleden om iemand in het heden te begrijpen, en dat soort aannames zijn gedoemd te mislukken. Aannames. De manager die mij vroeger begeleidde in mijn sales job destijds betrapte mij vaak op aannames van potentiële klanten. Heb je het nagevraagd? Vaak was het een aanname. Hij hamerde erop. Helemaal zonder (voor)oordeel kan gewoon niet, vertelde de meneer van de workshop. Zodra je iemand voor het eerst ziet (bijvoorbeeld een nieuwe hospice bewoner) plaats je iemand al in een hokje gebaseerd op je eerdere ervaringen uit het verleden. Dan doen je hersenen automatisch. Dat hoeft warm luisteren niet in de weg te staan. Warm luisteren is namelijk een uitwisseling van compassie. Én het helpt jouzelf bij het vervullen van je eigen (nieuwsgierige) behoeftes. Het is eigenlijk allemaal zo logisch: pas als de ander zich helemaal gehoord voelt, ontstaat bij die ander ruimte om jou vervolgens écht te horen. In mijn werk hoeft de bewoner mij natuurlijk niet te horen. Luisteren komt alleen van mijn kant. Mijn werk is intensief, maar het luisteren maakt het ook verrijkend en zinvol. Het geeft veel voldoening om iets voor een ander te kunnen betekenen. Iets lekkers te eten klaarmaken, handen of schouders masseren of dat luisterend oor bieden. Wat minstens zo belangrijk is, is dat je door het vrijwilligerswerk zelf veel kunt leren. De verhalen, inzichten en gevoelens van de bewoners en hun familie verrijken mij als mens. Tot nu toe elke dag dat ik daar gewerkt heb nam ik iets mee naar huis om over na te denken. 


Het zwemseizoen is weer begonnen! Mijn lief en ik hebben dit jaar inmiddels twee keer gezwommen in het openluchtzwembad. In het voorjaar hebben we ons abonnement gekocht, net als vorig jaar. Vrij zwemmen van half april tot half september. Zelf zwem ik alleen bij mooi weer hoor. Ik vind het fijn om na het baantjes zwemmen nog even op een bankje naast het zwembad op te warmen in de zon. Lekker in mijn bikini. Zon op mijn huid. Zomergevoel. Ontspanning. We zwommen vorig jaar steeds eind van de middag, na het werk van mijn lief. Dat is nu natuurlijk anders sinds hij drie dagen per week in Duitsland werkt. Samen kunnen we van vrijdagmiddag tot en met maandagmiddag zwemmen. De eerste keer dit voorjaar was als vanouds heerlijk. Ik hou van dit jaargetijde. Zwemmen in de buitenlucht. Batterij weer even opladen – of de zorgen van je afspoelen. De zon! Bovendien is het fijn om iets samen met mijn lief te doen. Zo nu en dan eten we daarna ergens wat óf we staan daarna in onze zwemkleding te koken in de keuken, en eten vervolgens aan de tuintafel in de achtertuin. Zomer!

dinsdag 6 mei 2025

Texel!
OORLOG
‘If we don't end war, war will end us.
’ 
- H. G. Wells


Na mijn yogales, opgevolgd door een sessie bij de fysiotherapeut voor mijn SI-gewrichtje en bekken had ik mij thuis snel omgekleed, kam door mijn haar gehaald en met een fles water en een paar gesmeerde boterhammen in mijn kleine autootje op de oprit gestapt. Op Google Maps zag ik dat ik iets te laat zou arriveren bij mijn afspraak in Heemstede. Misschien dat ik daardoor met mijn gedachten elders en iets te onoplettend achteruit de oprit afreed en met de voorkant van de auto langs het metalen hek schraapte. Ik zuchtte diep, baalde, reed een klein stukje naar voren om weer verder achteruit de weg op te gaan. Ik ging niet kijken naar de opgelopen schade, geen tijd. Ik kwam inderdaad een kleine tien minuten later dan afgesproken aan. Ik haalde het opgevouwen vouwfietsje van de achterbank uit de auto. Mijn lief had mij de avond ervoor gedemonstreerd hoe ik het stuur kon omslaan en het oude fietsje kon vouwen tot een klein pakket en weer uitvouwen tot een fiets.  Het terplekke in elkaar zetten ging redelijk. Ik belde bij mijn tante aan. Haar fiets stond al buiten. We fietsten samen naar het station. Bij elkaar anderhalve kilometer misschien. In dat stukje vloog maar liefst drie keer de fietsketting eraf. Weer een diepe zucht. Met zwart geoliede handen fietste ik weer verder. Uiteindelijk besloten we de fietsen maar eerder te parkeren en verder te lopen. Ik voelde me verre van ontspannen. Met mijn vieze handen moest ik opletten niks aan te raken. Ik had nog geen treinkaartje gekocht en dacht slim het retourtje naar Amsterdam in de automaat aan te schaffen. Op het perron kwam ik erachter dat dit heel dom was, een kaartje online kopen was een stukje goedkoper. Een zucht. Vanuit het Centraal Station wandelden we rustig over het zonnige Rokin naar bakkerij van der Linden om mijn tante haar eerste beroemde slagroomijsje te laten proeven. We genoten op het Beursplein in het zonnetje. We vervolgden onze weg langs de Bijenkorf en staken de Dam schuin over naar een smal krap straatje waar het allerkleinste theater Torpedo gelegen is. Er kunnen zestig stoelen in. Vanaf 1887 was het pand in gebruik als worstmakerij. Het theater werd eigenlijk opgericht om poppenkastvoorstellingen op de Dam ook te kunnen geven op regenachtige dagen, of in de winter. Deze middag was er een boekpresentatie van een familielid van mij. De temperatuur was binnen aardig opgelopen. Met klapstoeltjes konden we plaats nemen en luisteren naar het voorafgaande interview en vervolgens een voorgelezen stukje uit het oorlogsboek. Bekende mensen van televisie waren ook aanwezig. Natuurlijk wat familieleden van mij. Een gemoedelijke sfeer. Met twee gesigneerde boeken onder mijn arm en op weg naar huis vervolgde ik de rits aan tegenslagen weer. Op het perron zagen we voor onze neus de trein naar Heemstede vervallen. Zucht. De conducteur vertelde dat er iemand op het spoor was en dat de komst van de nieuwe trein nog wat uurtjes kon duren. Diepe zucht. We pakten alvast de trein naar Sloterdijk. Wat qua wachttijd uiteindelijk niks uitmaakte. Het was inmiddels ver na etenstijd, maar we durfden niet ergens wat te gaan eten om de boodschappen op de borden niet te missen. Een groepje jongelui hielp ons heel lief een alternatieve route te vinden om toch verder te kunnen reizen. Via Haarlem kwamen we weer in Heemstede. Daar stond mijn fietsje nog steeds tegen een hek aan, mét de losgeraakte fietsketting. Zucht. Na de trein volgde de volgende uitdaging. Wederom met handen vol smeerolie een stukje geprobeerd te fietsen, dat werkte niet. Diepe zucht. Uiteindelijk heb ik steppend achter mijn tante aan haar huis bereikt. Nog even naar het toilet bij haar thuis, smeerolie zo goed als mogelijk van mijn handen gewassen, afscheid genomen en om half tien reed ik pas naar Breda. Nog steeds niks gegeten. Wetende dat er ergens nog een stuk snelweg afgesloten zou zijn ging ik na een heel diepe zucht hoopvol op weg. Na een middag en avond met mijn moeders familie doorgebracht te hebben speelt op de autoradio ‘My heart will go on’ van Celine Dion. Het lievelingsliedje van mama dat we afspeelden op haar afscheid. Toeval? In gedachten was ze erbij.  Google Maps heeft mij veilig omgeleid en rond elf uur was ik eindelijk thuis. Thuis met een beschadigde auto, een met kettingolie besmeurde broekspijp, een bijna lege benzinetank, een lege maag, een kapotte vouwfiets en nog steeds zwarte handen.  


Voor de derde keer in mijn leven stap ik, deze keer samen met mijn lief, op de Texelse boot. De eerste keer op de veerboot was ik amper zestien jaar oud en nam ik samen met mijn beste vriendinnetje onze opoefietsen mee op de boot. We waren voor het eerst zonder ouders op vakantie; samen een rondje jeugdherbergen in Noord-Holland. De tweede keer op de veerboot reden wij onze oude Volkswagen kampeerbus op de boot. Onze allereerste week kamperen met de hippiebus en vanwege de kou de voortent opgezet. Tien jaar geleden. De drie meisjes waren mee. We liepen die week met onze rubberlaarzen op het Wad achter een gids aan, op zoek naar piertjes in de branding. We zagen de vuurtoren, veel mooie zonsondergangen en bakten pannenkoeken in de duinen. Door de koude avonden waren we genoodzaakt een elektrisch kacheltje te kopen. Dit keer hadden mijn lief en ik alleen onze vouwfietsjes mee. We hadden de nacht vooraf overnacht in een hut op een oude sleepboot uit 1981 van de Nederlandse marine, gelegen in Den Helder. Die avond gingen we dineren met vrienden in een Helders restaurant. De volgende ochtend ontbeten we in de lounge van de boot en achter mij zaten een moeder en haar zoon van een jaar of veertien aan tafel. Ik kon hun gesprek volgen en merkte hun interesse in onderzeeboten. Ze raakten er niet over uitgepraat en toen ik klaar was met mijn ontbijt draaide ik me om. ‘Hoor ik jullie steeds over onderzeeërs praten?’ vroeg ik ze. Daarna vertelde ik het verhaal van mijn opa op de onderzeeër O24 die in 1940 in Rotterdam lag en een uur na het bombardement op de stad meteen naar Engeland voer terwijl de boot nog niet af was. De commandant uit Den Helder gaf de volgende opdracht: ‘Havens versperren, vernielingen uitvoeren, zoveel mogelijk personeel en materieel naar Engeland zenden, meeste spoed, dit is de laatste telexorder, wij verbreken verbindingen en vernietigen telexmachines.’ Hoe ze geruisloos in de onderzeeër op de zeebodem lagen te wachten totdat een Duits oorlogsschip na drie dagen boven hen, wegvoer. Ik vertelde hoe mijn opa met de andere bemanning een kruis kreeg uitgereikt door koningin Wilhelmina in Londen. Ze hingen aan mijn lippen. Ze vonden mijn opa zelfs op Wikipedia en waren zeer enthousiast over het verhaal. Zelf vond ik ‘het toeval’ juist bijzonder dat we precies dit weekend tachtig jaar bevrijding herdenken. De oorlog die mijn oma als marinevrouw zonder haar man in Den Helder doormaakte, terwijl wij juist nú in Den Helder waren. Geen enkele plek in Nederland is tijdens de Tweede Wereldoorlog zo vaak gebombardeerd als Den Helder. Na ons geanimeerde gesprek vertrokken mijn lief en ik op onze fietsjes naar de veerboot en stapten op een zonnig Texel de kade op. We fietsten langs de Waddenzee. We lunchten met broodjes verse vis in het mooie dorpje Oudeschild. Net voordat het eind van de middag zou gaan stormen fietsten we de veerboot weer op. We gingen op de thee bij een oom van mijn lief die ook bij de marine werkte en in Den Helder woont. We bleven spontaan bij hem eten, in de avond reden we de lange weg weer terug naar Breda.

dinsdag 29 april 2025

Planting new trees in front of our house
BOOMPJE, BEESTJE
‘I love Amsterdam. The city is vibrant and alive. It's fresh and so open. It's definitely one of my favorite places.’
 
- Stefon Harris


Ooit, bijna een kwart eeuw geleden toen wij ons huis kochten, was ons huis gelegen naast een talud. Ik fietste er overheen vanuit ons tijdelijke huurhuis, na remigratie uit The States, op weg naar een klein supermarktje. En elke dag op weg naar de stad waar ook de basisschool van toen nog één jong dochtertje, gelegen was. De helling liet de straat over de drukke rondweg oversteken zonder stoplichten of een rotonde. Een stuk lager naast de helling zag ik destijds ons toekomstige huis liggen. Aan de kleuter en peuter achterop mijn dubbellange bagagedrager vroeg ik of ze daar wel wilden wonen. Ik kon niet stoppen met elke keer dat ik langs fietste naar die vier prachtige huizen te kijken, daar beneden naast de groenbegroeide talud. Na een bezichtiging waren we instant verliefd! De bewoonster die we later heel goed zouden leren kennen, gunde ons het huis. Nog maar een paar jaar later besloot de gemeente de helling weg te halen, de weg iets om te leggen en een kruispunt met stoplichten op de rondweg te maken. Ze haalden helaas ook een paar bomen weg van het stukje bos waar wij aan woonden. Godzijdank bleef het recht voor onze deur bebost! Inmiddels groeit er een enorme wirwar aan bramenstruiken. Een eikenboom is ooit omgevallen en daar heeft de gemeente twee jaar terug een nieuwe eikenboom voor terug geplaatst. Helaas legde deze jonge boom ook het loodje ondanks de moeite die wij als buren ervoor deden om hem de warme zomer door te redden. Ieder huis zou twee keer per week een emmer water brengen naar de boom. Vorig jaar heeft de gemeente deze ook weer vervangen en deze keer is de eikenboom aangeslagen. Over een paar jaar staat er weer een stevige boom. Een paar maanden terug kreeg mijn lief een wensboom als afscheidscadeau van zijn fabriek. Deze berk kenmerkt zich door een rijzige groei, maar liefst twintig meter staat er op het label geschreven. Hij valt op door de lichtkleurige, vaak witte bast die het zonlicht vangt. Hij past perfect in het stukje bos aan de overkant van ons huis. Over het algemeen groeit een berk met een jaarlijkse dertig tot zestig centimeter. De nieuwe wensboom zal geen hoge ouderdom bereiken. Zelden wordt een berk meer dan tachtig à honderd jaar oud. Prima, hopelijk zien wij onze wensboom nog decennia lang groeien. Onder de eeuwenoude beukenboom pal voor onze deur groeien in de greppel de laatste jaren steeds nieuwe boompjes. Nieuwe beukenboompjes wat logisch is gezien de gevallen beukennootjes die daar opstapelen. Ook andere soorten bomen. De Amerikaanse es die wel dertig meter hoog kan worden en de Spaanse aak - wat grappig is want in die straat heb ik tot mijn tiende jaar gewoond in Groningen! - die zestig centimeter per jaar kan groeien. Ook de gewone esdoorn haalde ik uit de greppel die twintig meter hoog kan worden. Allemaal bomen die ik in onze omgeving zie groeien. Volgens mij is de grond in de greppel, die elk jaar aangevuld wordt met een nieuwe laag gevallen blad en nootjes, zéér vruchtbaar. Een kraamkamer voor jonge boompjes. Afgelopen week heb ik een zestal boompjes met wortel uitgegraven en in een emmer met water gezet. Samen met de wensboom van mijn lief heb ik met onze jongste dochter de boompjes aan de overkant van de weg uitgezet. De gemeente had net heel handig het stukje gras ervoor gemaaid. Emmers met water mee gesleept. In totaal zeven bomen zullen groter groeien bij het stukje bramenstruiken. De volgende dag heb ik er mestkorrels gestrooid en weer een emmer water verdeeld over de boompjes. Daarna regende het een paar dagen. Nu zijn er weer hete dagen die vragen om een extra emmer water. Ik hoop dat ze daar goed wortelen en ze zich daar lekker thuis gaan voelen.


Amsterdam bestaat dit jaar in oktober zevenhonderdvijftig jaar! Zoveel jaren betekent heel veel geschiedenis. Heel veel familiegeneraties. Heel veel verhalen. Ook ons eigen verhaal, het verhaal van mijn lief en mij.  Het is maar een klein stipje hierin. Een oogwenk. Onze ontmoeting op de universiteit in 1987, beiden slechts achttien jaar oud. Kinderen eigenlijk. Mijn zomerlange studentenbaantjes bij de ABNAMRO op het Rembrandtplein en op de Overtoom. Ons samenwonen in Oost in een klein benedenhuis met een leefkeuken én een tuin. Ons afstuderen. Mijn lief vervulde daarna zijn dienstplicht en ik startte mijn carrière. Ons trouwen vanuit dat knusse huurhuisje. Natuurlijk vierden we dit jaar ook Koningsdag in onze stad. Wederom een sterke lentezon die vrolijk over de grachten scheen. Ik geniet zo van de heerlijke, historische en stadse sfeer die de stad ademt. Wandelend in een openlucht museum. Onze auto parkeren we elk jaar gratis in ‘ons’ oude stadsdeel, behalve dit jaar vanwege de geblesseerde knie van mijn lief. Hij kan niet ver lopen. We parkeerden de auto vlakbij de Magere Brug over de Amstel, op Roeterseiland. Op de Magere Brug hebben wij precies dertig jaar geleden trouwfoto’s laten maken. We slenterden over de witte brug het centrum in. De Amstel vol boten. Wat meer terrasjes gepakt dan andere jaren maar het was te doen voor mijn lief. De eerste terrasstop was op het Rembrandtplein. Zo gek om daar naar het grote bankgebouw te kijken waar ik twee zomers werkte. Decennia geleden. Zoveel voetstappen op dit plein! Natuurlijk Tuschinski theater, maar ook ertegenover de allereerste ‘Riksbioscoop' waar je voor een rijksdaalder naar een gedateerde film mocht. Discotheek Escape waar ik op zaterdagavond in de lange rij stond. Of discotheek iT ietsje verderop in de straat. We smulden van de nostalgische sfeer. Maar ook de sfeer van nu; de mensen die voorbij kwamen met oranje kleding aan. Slenterend over de grachten genoten we van de muziek op straat, de boten vol feestvierders op het water. Telkens weer even naar boven kijkend; genietend van al die hoge pakhuizen, scheef gezakte panden. De granieten trappen leidend naar prachtige voordeuren aan de grachten. We fantaseerden kort over ‘stel dat….de mogelijkheid om een benedenhuis aan de Amstel te kopen…?’ en zeiden allebei zonder nadenken volmondig Ja!. Stel toch dat het zomaar zou kunnen? 

dinsdag 22 april 2025

Just recently received picture from 1999, taken by my mom
EMDR
Strength doesn’t come from what you can do. It comes from overcoming the things you once thought you couldn’t.’ 
– Rikki Rogers


Ik besefte tweeënhalf jaar geleden natuurlijk niet wat er allemaal stond te gebeuren. Ik weet nog wel dat ik dacht ‘Er is een oplossing, we snijden die plek eruit en gaan dan herstellen’. Voor dat herstel staat zo’n twaalf maanden zei de kaakchirurg destijds. Dat kon ik niet plaatsen. ‘Van één operatie zó lang bijkomen?’ Dat bleek zich later te verklaren door chemokuren, wekenlange dagelijkse bestralingen en het maandenlange herstel daarvan. Ik was twaalf kilo afgevallen door de brandblarenpijn in mijn mond, het niet proeven van eten tijdens de chemokuren en het vele spugen. Het lukte me niet om goed te eten en daardoor weer aan te komen, om weer energie terug te krijgen. Ondanks de druk die de diëtiste op me legde. Uiteindelijk kreeg ik een sondevoeding. Het gaat nu na twee jaar nog steeds piepiekleine beetjes beter. De neuropathie in mijn linkerduim vermindert bijvoorbeeld nog steeds heel langzaam. Het lijkt of mijn mond nog steeds ietsepietsie minder droog wordt. Door pijnstilling is de brand op mijn tong bijna weg. Het is natuurlijk wat het is. Ik leef nog. De kans is groot dat het wegblijft als ik na vijf jaar na de laatste bestraling, nog schoon ben. Ik leef onbewust erg naar dat moment toe. Ik heb er twee jaar op zitten. Vijfenzestig procent van mensen die hersteld zijn van kanker, komen na twee jaar in een soort burn-out terecht. De oncologisch kaakchirurg raadde mij ‘toevallig’ ook rond die tijd een oncologisch psycholoog aan toen ik nog steeds emotioneel reageerde. Rond die tijd besefte ik ook dat ik niet meer betaald zal werken, omdat veel praten vermoeiend en pijnlijk is. Ik besefte dat ik met die pijnlijke tong moest leren leven. De pijnpoli kwam met een pijnstiller. De psychologe die ik in de arm nam stelde EMDR behandeling voor. Tijdens die behandeling worden de hersenhelften afwisselend gestimuleerd waarbij een proces ontstaat voor versnelde informatieverwerking. Bij fantoompijnpatiënten zoals ik, kan dit het effect hebben dat de pijn vermindert. De psychologe helpt mij om de emotionele lading bij een heftige herinnering te verminderen. Ik moest een bepaalde taak doen, bij mij een groen lampje volgen van links naar rechts, én denken aan een schokkende gebeurtenis rondom m’n tong. Dat zorgt voor extra druk op je werkgeheugen. Mogelijk zorgt die extra druk ervoor dat de herinneringen en gevoelens over de schokkende gebeurtenis waziger worden. En dat het beeld minder spanning veroorzaakt. Als het goed is, kan ik aan het eind van de behandeling terugdenken aan de gebeurtenissen zonder dat dit nog angst of pijnklachten oproept. In het ‘Tijdschrift voor Psychiatrie’ wordt beschreven hoe drie mannen met langdurige fantoompijn effectief werden behandeld met EMDR. Bij de eerste man betrof zijn trauma een uitslag van een specialist: op dat moment besefte hij (jong en vader van drie kinderen) dat ‘het goed fout zat’.  De tweede man betrof een chirurg, die in een volle ziekenzaal vertelde dat hij kanker had: iedereen in de zaal was stilgevallen. Bij de derde man was het trauma de ontvangst van zijn ontslagbrief na de revalidatieperiode. Hij werd niet meer representatief geacht voor zijn functie. Ook bij mij is er onverwerkt trauma. Ervaringen die verband houden met de ziekte waarmee de pijn begonnen is. Mijn psychologe liet mij drie traumatische momenten kiezen. Vorige week had ik mijn allereerste sessie en heb ik de pijn en spanning van acht naar vijfenhalf op een schaal van tien laten zakken. Ik was wel kapot tijdens de sessie. Ik kreeg notabene een bloedneus, een loopneus, tranen, hoofdpijn, opvliegers, pijn in mijn kaak en rugpijn. Die avond en de volgende dag voelde ik me als een slappe vaatdoek, een beetje ziekjes. Toch voelt mijn tong nu een stuk relaxter aan. Ik krijg nog een aantal sessies en daarna nog sessies om via hypnotherapie zelf invloed te krijgen op de pijn. Ik wil de pijnstillende medicijnen graag afbouwen vanwege de nare bijwerkingen. Stel je voor dat dit allemaal lukt - en de eerste sessie doet mij dat wel geloven! Een wonder zou het zijn! Dan zou ik weer geroosterd brood, beschuit en crackers kunnen eten in plaats van zacht brood. Zelfs koekjes, óf chips! Langer praten zonder pijn daarna. Ik heb een stuk leven voor kanker en erna. Ik heb mijn leven heel anders ingericht. In het nu leven, rustig leven. Ik denk dat ik zachter ben geworden, een leuker mens en meer inzicht heb.


Dit seizoen ziet mijn glazen oranjerie in de achtertuin er zó anders uit dan vorig jaar. Dan bedoel ik de potten met mijn geliefde planten die erin staan. Ik heb deze lente een witte flespompoenplant laten groeien uit een simpel zaadje van het pompoen soeppakket uit de supermarkt. Ik heb ook twee opgekomen zaailingen van een lichtroze gekleurde aubergine uit het wekelijkse Hello Fresh pakket. Allemaal klimmers. Ik heb wel twintig opgekomen bietenstekkies die ik voor mijn verjaardag had gekregen; let wel, gele bieten dus geen rode. Ik heb ook één opgekomen tropische ananaskers van zaadjes die ik op de Pasar Malam had gekocht. Ananaskersen zijn lekker zoet fruit en ook een mooie decoratie voor toetjes. De plant kan heel groot worden. Van de gedroogde steranijszaadjes is helaas helemaal niks opgekomen. Zo jammer. Ik heb voor de tweede keer komkommer gezaaid dit jaar, de laatste keer gewoon kleine plakjes komkommer in de aarde gestopt. Er komt nog niks op, terwijl ik vorig jaar wel negen grote komkommers als opbrengst uit één plant had. Elke dag ga ik checken, ik kijk de plantjes er zowat uit. Hetzelfde geldt voor de sponskomkommer die het vorig jaar zo goed deed. Een tiental komkommertjes groeiden aan de klimplant maar ik was te laat begonnen met zaaien, ze groeiden niet groot genoeg aan het einde van het seizoen.  Dit jaar daarom speciaal op tijd gestart. Helaas komt er nog niks op… Teleurstellend. Vorig jaar had ik vrij laat rode puntpaprika’s gezaaid en toch, heel verrassend groengekeurde, geoogst. Beginnersgeluk? Ik krijg van iemand courgette zaailingen en dan hoop ik dat de bloemen elkaar gaan bevruchten. Ik had vorig jaar voldoende grote oranje, uitbundige bloemen maar er kwamen geen courgettes. Dit jaar hoop ik pannen vol courgettesoep te mogen koken.

dinsdag 15 april 2025

Dinner with 'mis amigas' from Madrid period (my golden girls)
GOUDEN VERHAAL
‘I like for jewelry to tell a story and to be able to talk about what I'm wearing. That's more important to me than a name, brand, or label.
- Nikki Reed


Ik haalde een collegaatje op in Breda en we reden samen op een maandagavond naar Tilburg. Het was Wereldgezondheidsdag, een themadag die op initiatief van de Wereldgezondheidsorganisatie op 7 april van elk jaar wordt gehouden. Vanuit het hospice waren we uitgenodigd voor deze avond in het theater. Een voorstelling met Ellen ten Damme. Verder had ik me niet ingelezen. Op het podium zat een groot gerenommeerde strijkorkest. Een oudere kale man begon zich uit te kleden en ik schoot in de lach. Zaterdagavond was ik namelijk bij de voorstelling ‘Nieuwe buren’ en daar hadden ook twee acteurs zich uitgekleed en met blote billen op het podium gestaan. Toch niet weer? Gelukkig kleedde deze Engelse danser zich alleen om in een loszittend soort judopak. Het bleek superlenige choreograaf-danser Andrew te zijn. Zijn bewegingen pasten precies bij de mooie muziek van het orkest en verbond hart en hoofd. Ellen ten Damme zong prachtige liederen zoals Wuthering Heighs van Kate Bush en een gevoelig lied van Edith Piaf. Ook zij danste er op los. Tussendoor sprak de bekende Israëlische cardioloog Ehsan Natour, werkzaam in het universitair ziekenhuis in Maastricht, ons toe. Een theatercollege. Hoe toevallig dat precies dezelfde dag onze jongste de allereerste dag van haar stage begon op dezelfde afdeling in hetzelfde ziekenhuis als Natour. De titel van zijn seminar was ‘Als het leven stilstaat’ en daarmee doelde hij op iemand die een ernstige diagnose krijgt. Niet perse aan het hart, ook kanker of Parkinson bijvoorbeeld. Zijn verhaal resoneerde bij mij. Iedereen komt in zijn leven een keer in een donkere tunnel terecht. Waar hoofd (informatie) en hart (gevoel) elkaar dan vinden ontstaat veerkracht. Nu snapte ik ook dat Ellen meewerkte aan deze bijzondere avond. Zij heeft maar liefst drie keer de diagnose borstkanker gekregen. Ik zag haar op het podium een keer haar tranen wegvegen uit haar ogen. Het ging over zingeving, je nieuwe, sterkere ik vinden en omgaan met ingrijpende levensveranderingen. Eigenlijk over de onverwachte crash tot herstel. Een zeer inspirerende arts die op mij zeer innemend en emphatisch overkwam. De meeste artsen zijn minder menselijk weet ik uit ervaring. Geen wonder dat hij zich inzet voor meer menselijkheid in de geneeskunde. Hij benadrukte het belang van een holistische benadering, waarbij niet alleen de ziekte, maar zeker ook de persoon achter de ziekte centraal staat. Ik sta daar helemaal achter! Uit ervaring weet ik dat het zó belangrijk voor mij was dat het medisch personeel mij zag, mij als persoon, als een totaalplaatje. Juist toen ik na vier chemokuren de resterende drie afzegde. Ik kon niet meer en het ziekenhuis bleef maar bellen dat ik tóch moest komen. Mijn lief moest die telefoontjes beantwoorden. Ik had door de behandelingen geen stem meer. Toen veel later een arts mij terugbelde prijsde hij mij over mijn beslissing. Juist omdat niemand wist hoe de chemokuren voor een vrouw uitpakten en er sinds de jaren ’50 nooit onderzoek gedaan was of patiënten ook met minder kuren toekonden. Hij zou dit in de volgende vergadering bespreken, een meer holistische omgang met patiënten toejuichen en dankte mij voor het delen van mijn ervaringen. Ook had ik een zeer slechte ervaring met een zaalarts, zij kwam bloeduitslagen doorgeven vlak voor de start van een chemokuur. Een vriendin zat naast mijn ziekenhuisbed. De arts gaf door dat ik een slechte marker in mijn bloed had die aan zou kunnen geven dat de kanker niet weg was na mijn zware operatie. Dat zei ze even tussen neus en lippen door staande aan het eind van mijn bed. Ze nam niet eens de moeite om even te gaan zitten. Ze had haast. Of ik binnen een paar minuten wilde beslissen of ik de chemokuur door wilde laten gaan. Dat kon écht zo niet. Tijdens de rit terug had ik met mijn vriendin besloten dat ik actie moest ondernemen. Ik belde het ziekenhuis, kreeg een andere, begripvolle zaalarts aan de telefoon die mij gerust kon stellen. Die specifieke bloedwaarden zijn meestal zo hoog omdat de patiënt te weinig drinkt. Ik dronk destijds slokjes water maar spuugde het vaak net zo snel weer uit.  Ik had zéker te weinig vocht in mijn lijf. Wat had zij mij laten schrikken met haar directheid en onvolledige informatie. Heel onpersoonlijk, gehaast en zakelijk. Een meer persoonlijke benadering naar de patiënt versnelt het herstel is gebleken uit onderzoek. Wanneer patiënten zich gehoord en begrepen voelen zijn ze beter in staat samen te werken aan hun herstel. Tijdens de zinderende voorstelling deze maandagavond opereerde Natour een echt hart (van een varken denk ik) en keken we mee door een camera hoe hij de hechtingen plaatste. En tussendoor dans, muziek, zang én tekst van Natour. Een kunstzinnig en origineel samenspel. Voor Natour is kunst een bron van inspiratie en troost. Ik was mijn ontastbaarheid kwijtgeraakt. Natour liet deze avond zien hoe hij met zijn aanpak het verschil kan maken voor genezing, de kwaliteit van leven en hoe een crisis te overwinnen. Een arts van goud!


Toen ik nog een jonge tiener was had mijn oude oma mij bij haar geroepen. Ik zie nog scherp voor me hoe ik op m’n knieën naast haar stoel voor het raam zat. Zij droeg een rok (of jurk) en had een juwelendoos op schoot gevuld met gouden oorbellen. Onderbenen vol donkerblauwe spataderen. We waren bij haar en opa op visite in Haarlem. Ik herinner me nog dat ik de oorbellen er allemaal een beetje ‘grotemensenachtig’ uit vond zien, maar dat ik het tegelijkertijd reuzeinteressant vond dat ik iets van haar erfenis mocht uitkiezen. Juwelen die ik zou krijgen wanneer mijn oma er niet meer zou zijn. In de verre toekomst. Ik mocht twee setjes uitkiezen. Mijn oma schreef op een briefje met sierlijke letters mijn naam. Ook later die van mijn zusje. Mijn lieve oma overleed toen ik een twintiger was. Eén van de twee oorbelsetjes was er nog, de andere was verdwenen zoals veel van haar sieraden. Mijn oma kreeg dementie en we weten niet of ze zelf sieraden weg gegeven heeft aan de zorg die aan huis kwam of dat het misschien gestolen is. Tientallen jaren lagen de retro oorbellen, gezet met een pareltje, in huis en deed ik er niks mee. Totdat ik onlangs bedacht er een vintage ring van te laten maken. De juwelier heeft samen met mij de mogelijkheden doorgenomen, kocht het goud van de andere oorbel in en gaat er iets moois van maken voor mijn wijsvinger. Ik heb ook wat prachtige, tijdloze gouden armbanden van mijn oma geërfd en die draag ik graag. De enige ring die ik van mijn jonge moeder geërfd heb, die zij zelf droeg, was gestolen in een hotel in Mexico. De kleine zegelring van mijn opa droeg ik aan mijn pink en ben ik een paar jaar terug verloren tijdens het Jazz festival. Eindelijk ga ik weer dagelijks een oud familiesieraad dragen aan mijn vinger. Ik ga er zo zuinig op zijn! 

dinsdag 8 april 2025

Our house, with clean driveway
INGESTONKEN!
Neem de kalmte van de natuur over: geduld is haar geheim.’
Ralph Waldo Emerson


Het was een grijze vrijdagmiddag ergens rond half januari. Ik kwam thuis met mijn autootje en er stond een werkbusje met open deuren bij de buren voor de oprit. Er kwam een hoop motorlawaai uit dat busje en ik zag waterslangen over de straat liggen. Er kwam een groepje Engelstalige werklui, met lichtgevende oranje vesten aan, naar me toelopen. Aardige gasten. Of ik even bij de buurman op de oprit wilde kijken, want buurman had het schoon laten spuiten en daarna laten impregneren. Met een speciaal spulletje dat er voor zou zorgen dat er tien jaar lang geen mos en groene aanslag op de oprit terug zou groeien. Ik was gevoelig voor hun gehaaide verkooppraatje want elke winter kan het spekglad worden voor de deur door inderdaad, de groene aanslag. Ik heb het zelf niet eerder weg gepoetst kunnen krijgen en zeker wel geprobeerd. Ik werd compleet overrompeld door deze Ieren. Ik zou een enorme korting krijgen omdat ze het spul nog over hadden van de klus van de buren en het was vrijdagmiddag vlak voor het weekend dus ik mocht het restant voor een scherpe prijs kopen. Mits ik ze een kop koffie zou aanbieden. Zulke charmante mannen. Ik tuinde erin. Wat misschien verdacht had kunnen zijn was dat ik niet met de buurman over de prijs mocht praten. Ze begonnen met heel hoge prijzen per vierkante meter te vragen. Dat had ik al kunnen afdingen naar vierentwintig honderd euro voor de hele oprit. Ik vond het allemaal heel spannend. Misschien kreeg ik toch een vaag onrustig onderbuikgevoel. Ik zei ze dat ik eerst met mijn man moest overleggen. Ik ging naar binnen en belde mijn lief. Hij schrok zich kapot van de prijs en viel natuurlijk niet voor de charmes van de Ierse mannen. ‘Wat moet ik nu doen?’ vroeg ik mijn lief. De oudste van het groepje Ieren stond al te kloppen en te zwaaien bij het voorraam. Ik was totaal overbluft door de heren. Ik gaf ze aan dat mijn man en ik énorm twijfelen en dat mijn man eigenlijk helemaal niet wilt. De buurman’s oprit  werd er weer bijgehaald. ‘Mijn buurman is niet achterlijk dus het zal toch wel oké zijn’ ging er rond in mijn hoofd. Ze ronden de prijs af op zestien honderd euro voor de hele oprit. Ik bel mijn lief weer terug met het nieuwe bod van de listige mannen. Mijn lief besluit heel resoluut dat we het voor achthonderd euro doen, ‘en dat is nog teveel’ zegt hij er achteraan. Ik geef het door en we hebben een deal. Ik voel me spekkoper. Dan gaat het snel. Hun waterslang wordt aan ónze buitenkraan vast gemaakt die nog voor de winter afgesloten was. Zo naïef als ik was heb ik die nog opengedraaid voor ze. Ik haalde m’n autootje weg en de kliko’s zette ik aan de kant. Met ons eigen water werd de groene oprit schoongespoten. Superschoon. Ze gingen er inderdaad met een soppend brouwsel overheen. Geen impregneer goedje dat groene aanslag tien jaar weg zou houden maar volgens de politie in Rotterdam simpelweg water met bleek en een kleurstofje erbij. Ik moest contant betalen en kreeg daarbij weer het unheimische gevoel dat ik genept werd. Niet met de chemische spullen die ze zogenaamd van een grote klus in de buurt overhadden, als chemicus geloofde ik daar heel onnozel trouwhartig in. Meer het vage onderbuikgevoel dat de klus ‘zwart’ was en dat ik dus geen enkele garantie zou hebben voor die periode van tien jaar. Geen factuur of offerte. Ik had niet zoveel contant in huis dus maakte ik het argeloos met mijn bank‘app over naar William Torres. Met een vriendelijke opmerking dat we de komende twintig minuten niet met onze schoenen van buiten naar binnen moesten lopen vanwege het impregneerspul, waren ze opeens met de noorderzon vertrokken. Eenmaal opgedroogd zag ik teleurgesteld nog groene plekken die niet behandeld waren. Ik vond op internet een mobiel nummer van hem en zowaar nam de charmante William op. Hij zou de vrijdag erop terugkomen om het over te doen. Mijn lief nam speciaal vrij die middag, want ik was er niet. Natuurlijk kwamen ze niet om de vlekken te herstellen. Mijn lief belde en William deed net alsof de lijn kraakte en hing op. Hij beantwoorde zijn oproepjes niet meer. Een paar dagen later stuurde ik, nog steeds goedgelovig, een SMSje naar hem. Het speet hem enorm, antwoordde hij maar zijn moeder was plots overleden en zodra hij terug was in Nederland zou hij mij een e-mail sturen en de oprit fixen. Ik was zo dwaas om dat te geloven. Gisteren las ik echter een artikel in de krant over deze gehaaide, Ierse mannen die in Rotterdam zelfs een hele straat opgelicht hadden met zogenaamd huizen impregneren. Een eye-opener! Een voor zesentwintighonderd euro berooide man zette zijn verhaal in hun buurt‘app. Tientallen buren bleken opgelicht. Voor grote bedragen. De politie waarschuwt voor deze Ierse mannen die als klusbedrijf onaangekondigd aan de deur staan met een scherp aanbod. Irish Travelers worden ze genoemd. Het is goed om een schriftelijke offerte te laten opmaken en nooit vooraf te betalen. Wat een oen ben ik geweest! Ik vroeg onze buurman onlangs naar zijn ervaring. Ook hij was erin geluisd aan de deur (terwijl de Ierse oplichters mij toevertrouwden dat hij de opdracht vooraf besteld had!) en had aan de deur niet zo goed kunnen afdingen als mijn lief over de telefoon. Hij was veel meer geld verloren dan wij. We zijn er met z’n allen ingestonken. In de zwendel van malafide Ierse klusjesmannen.


Vijf jaar rijden wij al in een elektrische lease-auto die nooit mijn keus is geweest. Allereerst de kleur heeft me altijd tegengestaan. Ook het model dat net een sportmodelletje lijkt zo laag aan de grond. Wij reden al die jaren in een auto die nu écht niet meer kan gezien alles wat er nu in de Amerikaanse politiek gebeurt. Het gaat dus om een spierwitte Tesla model 3 die mijn lief destijds met grote spoed besteld had vanwege het wegvallende belastingvoordeel voor elektrische auto’s. Eindelijk hebben we gisteren die kar op laten halen. Nu rijden we sinds afgelopen vrijdag in een mooie bolide van een van oorsprong Zweeds automerk in de prachtige kleur sand dunes. Eén van mijn eerste lease-auto’s was ook een splinternieuwe Volvo, en ik was er weg van. Diverse lease-auto’s van dat merk volgden elkaar op via mijn lief. Destijds, woonachtig in Madrid, kochten we een oud model stationwagon Volvo. Geweldige auto met lichte lederen bekleding, een notenhouten dashboard en het geluid van een zware ronkende motor. Onze meiden waren er dol op. Hij verhuisde daarom mee terug naar Nederland. De buurman hield van het zware geluid van de motor van ons oude besje, gaf hij ooit toe. We hebben hem helemaal op gereden. De komende jaren rijden we dus weer in zo’n degelijk automobiel, nu volledig elektrisch, zo blij mee! Ookal rijd ik zelf voor boodschappen in een piepklein, zeer betrouwbaar en zuinig Japans autootje. 

dinsdag 1 april 2025

Yoga classmates coming over for B-day cake!
DIT MOMENT
Wees blij met dit moment. Dit moment is je leven.’
- Omar Khayyám


Begin januari, misschien wel mijn eerste dienst als vrijwilliger alleen in het hospice, kwam er een nieuwe bewoonster binnen. Zij is misschien maar vijf jaar ouder dan ik. Ze heeft een wat oudere man en twee leuke volwassen dochters. Ze vertelde, samen met haar dochter, dat ze in december na buikpijn zeer onverwachts de diagnose kanker kreeg. Kort daarop, één van de eerste dagen in januari hoorde ze dat ze ongeneeslijk was. Snel daarna kwam ze al bij ons in het hospice wonen. Haar man kon namelijk niet voor haar zorgen. Hij had het vaak benauwd, zij zorgde juist voor hem. Hij klaagde na haar verhuizing dat hij niet alleen thuis kon zijn. Heel vervelend voor haar natuurlijk. Zéker wanneer je weet dat je zelf niet lang meer leeft. Ik merkte dat ze op een bepaalde manier afstand nam. Ze waren er altijd vanuit gegaan dat zíj de langstlevende zou zijn. De rollen waren echter ineens omgekeerd. Zij werd recent gebeld dat hij in het ziekenhuis opgenomen was na een hartaanval. Iemand had hem thuis gevonden. Hij bleef in het ziekenhuis op de intensive care en ze hielden hem in coma. Wie verzint zo’n scenario? Ze was naar hem toegebracht en ze had zijn hand vastgehouden maar hij reageerde er niet op vertelde ze me. Ze deelt graag haar openhartige verhaal met mij. Ookal krijgt ze altijd veel vriendinnen en collega’s op bezoek. Toen ik na een paar dagen weer kwam werken las ik in de map dat haar man inmiddels overleden was. Dezelfde middag dat ik werkte zou de crematie zijn. Ze had die nacht veel gespuugd, naast haar ziektebeeld, ook vermoedelijk van de zenuwen. Het advies van de verpleegkundige was haar deze ochtend een beetje met rust te laten behalve wanneer ze zou bellen natuurlijk. Ik had daar een beetje twijfels bij gezien ze haar verhaal kwijt kan bij mij. Ik hield me er wel aan natuurlijk. Na de megadrukke ochtend ging ik na de koffiepauze handdoeken en washandjes aanvullen in de kasten van de bewoners. Ook bij deze mevrouw. Ik condoleerde haar met het verlies van haar man en ze stak meteen van wal. Haar dochter was vanuit haar skivakantie gauw naar huis gekomen. Net op tijd voordat de stekkers er bij haar vader uitgetrokken werden. Ze vertelde dat toen ze muziek van Bob Dylan opgezet hadden hij een traan liet rollen uit zijn oog. Ze vertelde het juist zonder traan. Ze hadden de avond ervoor een condoleance voor hem gehouden waar ze express niet bij was. Zoveel mensen bij elkaar die haar natuurlijk allemaal zouden vragen hoe het met háár gaat. Ze koos ervoor haar energie anders te besteden. Vanmiddag zouden ze met dochters en twee mantelzorgers haar man achterlaten in het crematorium. Een bijeenkomst van drie kwartier zei ze. De rolstoeltaxi zou op haar wachten. Met haar dochters had ze afgesproken dat zij ook gecremeerd wilde worden en dat haar as én zijn as samen in één biologisch afbreekbare urn begraven zou worden op een natuurbegraafplaats in de buurt. Ik zei dat ik het heel mooi vond. En vooral heel fijn voor haar én de twee dochters dat ze weten wat er gaat gebeuren na haar overlijden. Zoekend naar een rouwkaart voor haar man zag ze al bladerend in het boek meteen een mooie voor haarzelf. De meiden waren het met de keuze eens. Ik vertelde haar dat bij het plotseling overlijden van mijn moeder niks bekend was over haar wensen. We deden maar wat en bij mij overheerst nog steeds de twijfel of we het wel goed gedaan hebben. Dat steunde haar zei ze. Een week erna had ik een fijn, lang gesprek met beiden dochters aan de keukentafel. Zij vonden, door de beslissingen die hun moeder nu praktisch en vooruitdenkend nam, het te snel gaan. Ze wilden samen met mama gewoon zijn, en niet perse praktische zaken bespreken. Een fijne tijd samen doorbrengen, dit moment beleven, want wie weet hoe lang dat nog kan? 


Een heel klein liedje. Gavin James op een akoestisch gitaar. Publiek doodstil. Duizend mensen ademloos in de poptempel Paradiso in Amsterdam. Formidabel. Op de achtergrond het licht door de glas-in-lood ramen van het prachtige gebouw. Heel mooi. Het gebouw kent haar oorsprong al in 1880 waar het als kerk voor de vrije gemeente gebouwd werd. In de roerige provo-tijd werd het al opgegeven, verwaarloosde gebouw door krakers bezet. Als Paradiso biedt het nu al vijftig jaar inspiratie en vervoering aan bezoekers, meer bezoekers dan dat de vrije religie ooit had durven hopen. Gavin James is een roodharige jongen met gitaar die liedjes zingt over de exen die zijn hart bekrasten. Een Ierse singer-songwriter. Hij schrijft zelf liedjes over diepe emoties zoals liefde, verdriet en vreugde en weet dat heel goed in zijn muziek te vangen. Middelste dochter volgt hem al jaren. Gavin begon als straatmuzikant in Dublin, speelde de kroegen van Dublin plat. Ik zie het hem wel doen hoor, in bruine café’s met lage plafonds. Hij brak in 2015 door met de single 'The Book of Love’. Inmiddels worden zijn liedjes vaak op de radio gespeeld waar ik hem zelf van ken. Dochter vroeg mij mee naar zijn concert. Vooral de sfeer van een klein concert in Paradiso trok mij wel aan. For old times sake. Het was werkelijk een cadeau. Kleine liedjes die iedereen roerde, maar ook het ineens opduiken tussen het publiek en de tent op z’n kop zetten inclusief confetti uit de lucht. Een verrassing was dat Pascal, zanger van Bløf ineens op het podium stond en ze samen met veel plezier ‘Holiday in Spain’ zongen en speelden op hun gitaar. Ik vond het concert een genot ookal stonden we de hele avond op onze vermoeide voeten, en kende ik niet perse alle songteksten. Misschien daarom vond ik de vertolking ‘Jolene’ van Dolly Parton zo mooi. Lekker meezingen. Ik ken heus wel de tekst van zijn grote hit ‘Always’, hij zingt dan zo hoog en loepzuiver daar durf ik met mijn stem echt niet bij. Al met al heeft hij de zaal flink op z’n kop gezet met handen klappen, ons Ierse refreinen laten zingen en zijn opzwepende gitaarsolo’s. Helemaal in het moment. Ik had die middag vooraf aan het concert dochter opgehaald van Schiphol waar ze geland was na een paar dagen Schotland. Samen een hapje eten op de Overtoom en toen lopend naar Paradiso. Een mooie afsluiting voor haar, en voor mij. 

dinsdag 25 maart 2025

New season, new hairdo!
TUIN ALS METAFOOR VOOR HET LEVEN
I always tell myself, 'There are so many things you regret doing or eating, but you never regret a workout.' I always feel better after a workout. I have more energy, and mentally, I'm in a better place. 
- Nina Agdal


Mijn lief sport eigenlijk elke zaterdagochtend met twee dochters in de sportschool. Mits ze thuis zijn natuurlijk. De meiden gaan naar een klasje bodycombat en hij leeft zich uit op de apparaten. Soms pak ik zelf die zaterdagochtend een yogalesje, soms ga ik thuis verse soep maken of eten voorbereiden voor als we ’s avonds gasten te eten krijgen. Deze zaterdagochtend was middelste dochter in Schotland op haar eerste solo trip en mijn lief had helaas na heel lange tijd een beginnende migraine aanval, sporten was geen optie voor hem. Ik bood jongste aan haar te halen en brengen met de auto. Zij stelde voor dat ik dan net zo goed met haar mee zou kunnen gaan om een lesje bodycombat te volgen. Vroeger toen ik student was in Amsterdam volgde ik wekelijks een gelijksoortige les. Bewegen op muziek. Ik dácht tenminste dat het gelijksoortig was. Bodycombat blijkt echter een workout geïnspireerd op oosterse vechtsporten. Wel op muziek, dat was de enige overeenkomst. In mijn hardloopbroek en een wijd hemd probeerde ik bewegingen uit karate, taekwondo, kung fu, kickboxing en tai chi af te kijken en te herhalen. Bewegingen die ik helemaal niet kende. Op hoog tempo wipte ik op mijn voeten heen en weer, verdedigde ik met mijn vuisten mijn gezicht of viel ik juist aan met hoge schoppen met mijn benen. Op de maat van de snelle muziek. Elke oefening werd na enkele herhalingen uitgebreid met nieuwe bewegingen. Als laatste werd alles aan elkaar geplakt. Ik heb zo mijn best gedaan. In die volle zaal. Ik vond het zelf best redelijk gaan, ik hoefde niet te stoppen om uit te puffen. Trots op mijn basisconditie. In de tijd van mijn vroegere klasjes was het ritme wat minder rap. Ik bewoog toen voor een spiegel. Heel verwarrend voor mijn hersenen. Bij tijd en wijlen heel erg grappig ook wanneer ik weer eens de verkeerde kant op hupste. Tranen met tuiten heb ik om mezelf gelachen. Deze les lette ik dus erg goed op, telde in mijn hoofd de pasjes uit, keek bij de vrouw voor mij af welk been voor stond. Goede hersentraining! In no time zul je een geweldige conditie krijgen en word je vast sterker. Je vecht tegen een denkbeeldige tegenstander. Ik geloof echt dat als je zo’n traject van een paar weken volgt en je meegroeit in de opbouw van de bewegingen dat het best leuk is. Dochters vinden het in elk geval heerlijk. Ik had na één les wel even genoeg. Ookal heb ik geen spierpijn gehad. Trots op mijn lijf. Ik ben de zondagochtend daarna lekker rustig gaan hardlopen in de buitenlucht. In m’n uppie, op mijn eigen tempo genietend van de omgeving. Stress en spanningen lossen als sneeuw voor de zon op. Ookal voelde ik me aan het einde dan misschien niet een echte (combat)kampioen.


Het weer was fantastisch afgelopen week, en eigenlijk ook de week daarvoor. Een tuin hebben is dan een cadeautje. Mijn groene vingers kriebelden om wat in de tuin te doen. Natuurlijk was zaaien in de koude grond nog uit den bozen. Het kan nog vriezen in maart of april. Zaaien was ik wel al gestart op de oude slaapkamer van oudste dochter die we sinds twee maanden omgetoverd hebben tot werkkamer van mijn lief. Het is de warmste kamer van het huis met de ramen op het zuiden. De vensterbank staat vol met tomaat-, komkommer-, flespompoen, sponskomkommer- en auberginezaadjes. En een verplaatsbare houten etagere die met liefde verplaatst wordt tussen boven-op-het-bureau óf op de grond afhankelijk of mijn lief daar werkt en waar het meeste zonlicht is. Bakjes vol aarde met daarin verstopte tropische zaden zoals steranijs, lychees en dragonfruit. Net een snoepwinkel. Met de zon op het raam loopt de temperatuur in de kweekbakjes op en dat is precies gewenst voor de zaailingen. Ik heb vijf van de zes uitgekomen pruimtomatenplantjes inmiddels verspeend over losse yoghurtbakjes. Lekker groeien! Ook één van de drie witte flespompoenzaadjes is uitgekomen en staat nu in de kas. Ik kan met de beste intentie voor mijn zaadjes of zaailingen zorgen, maar het plantje beslist zelf hoe ze wil groeien. Dat heb ik niet in de hand. Ook goed. Ik had in een tuintijdschrift zitten bladeren en daar kreeg ik zóveel ideetjes en inspiratie dat ik niet meer te houden was. Ik reed op donderdagmiddag naar het tuincentrum. Ik heb daar de auto volgeladen met maar liefst acht zakken potgrond voor al mijn plannen. Ik heb vooraf de zinken teil op het terras leeg geschept, want die zat na zoveel jaar vol met slordig onkruid, verwilderde tijm, lavendel en grote graspollen. Nu heb ik er geweldige planten met bloemen als gele golfballetjes op kale stevige stelen in gezet, met zilvergroene lancetvormige bladeren. Erg blij mee, vooral ook met de onkruidvrije, pikzwarte aarde. Diezelfde middag meteen gemaaid en het gemaaide gras laten liggen. Tuinieren brengt alles even terug tot z’n essentie. Je bent hier, buiten, je ademt en maait gras – en dat is ‘t. Even weg van nieuws, mailtjes, de boodschappen die je nog moet doen. Zo lekker. Op woensdagochtend had ik na mijn rondje hardlopen, nog gekleed in m’n hardloopkloffie, flink zwetend herfstblad geschept uit de greppel die als natuurlijke afscheiding van onze tuin dient. Maar ook weer niet als afbakening, want we hebben de grond erachter onszelf toegeëigend. Dat lapje gemeentegrond is niet te koop. Het is historische grond. De kinderkopjes die er liggen zijn uit de tijd dat Napoleon Bonaparte in Breda was. Hij reed in 1810 over de allereerste verharde weg van Parijs naar Amsterdam. Via Antwerpen én Breda. Samen met zijn kersverse, tweede vrouw reed hij over de Rijsbergseweg. Ons huis werd bijna honderd jaar geleden gebouwd aan dezelfde versteende Rijsbergseweg. Een dubbele rij met precies deze geschiedkundige kinderkopjes ligt er nog steeds… De beukenboom voor ons huis was destijds in een lange rij geplant langs deze weg. Ze zijn erg bepalend geweest voor de uitstraling van het landschap. Onze boom is inmiddels meer dan twee eeuwen oud, de rest van de beukenbomen is helaas omgekapt. Langs de Rijsbergseweg liep van 1890 tot 1937 ook nog de stoomtramlijn van Breda naar Antwerpen. De tramhalte bevond zich zelfs vlakbij ons huis - waarvan de bouw in 1933 gestart is. In de voortuin ligt altijd vanaf de herfst een tapijt aan gevallen beukenblad die ik nu niet kan weghalen, want ik heb al twee kliko’s tot de rand gevuld uit de greppel. Ik zal vandaag moeten wachten totdat de vuilniswagen langs geweest is. Wat is het toch heerlijk om in de tuin én de kas te werken, de aandacht voor dat alles en de verwondering. Straks is alles groen!

dinsdag 18 maart 2025

New life! My tomato plants started to grow in the warmth of the sun
TRAGIEK
‘Aging is not an option, not for anyone. It is how gracefully we handle the process and how lucky we are, as the process handles us.’
– Cindy McDonal


In een hospice is de dood altijd dichtbij. Normaliter werk ik een dagdeel per week maar afgelopen weken werkte ik om de paar dagen. Het voordeel daarvan is dat ik de bewoners veel beter leer kennen. Wanneer er een week tussen zit, of soms meer dan een week, dan kunnen veel bewoners er niet meer zijn. Dat is gewoon zo. Dat nieuws lees ik in een overdrachtsmap vooraf aan mijn dienst. Vaak staat er ook een bedankje voor het personeel in het kantoor namens de familie. Bij de overdracht van de dienst krijg ik de status van de nieuwe bewoners te horen. De laatste weken wonen er grotendeels dezelfde bewoners. Dat vind ik fijn merk ik. Ik praat regelmatig met een bewoner die bij ons in de keuken zijn ontbijtje, lunch en avondeten nuttigt. In de ochtend ontspannen met een krantje erbij opengeslagen op de grote eettafel. Hij loopt rond in het huis, maakt zijn eigen eten klaar en hij zit er regelmatig bij wanneer we als verpleegkundigen en vrijwilligers met elkaar de koffie- of theepauzes doorbrengen. Met zijn vorm van kanker kan dat zomaar omslaan. Hij is dus erg ziek. Daar hadden wij samen een gesprek over toen er net een bewoonster overleden was. Hoe zo’n verlies voor mij is, was zijn vraag. Ondertussen was hij natuurlijk een beetje nieuwsgierig naar zijn eigen naderende einde. Ik vertelde hoe wij een uitgeleide doen waarbij het personeel allemaal bij de voordeur staat. Hoe er een gedicht voorgelezen wordt en hoe er een mooi baarkleed van ons over de kist ligt. Iemand van ons loopt mee naar de rouwauto en haalt het baarkleed er op het laatste moment vanaf. Meestal loopt er een medewerker van de uitvaartonderneming voor de rouwauto uit. Hoe zijn overlijden voor mij zou zijn nu we elkaar wat beter kennen? Een goede vraag. Ik werk er pas een aantal maanden en dit is de eerste keer dat ik iemand langer leer kennen dan een paar weekjes. Ik heb dus geen idee hoe ik zal reageren. We mogen elkaar graag. Onlangs had hij griep opgelopen en lag hij in bed. Dat was voor iedereen even wennen. We misten zijn aanwezigheid in de keuken. Hij is altijd erg blij en opgewekt wanneer ik hem zie. ‘Oh ben je er weer!’ roept hij vrolijk met een lach op zijn gezicht en heel vaak volgt daar een grap achter aan. De een-na-laatste keer dat ik werkte bleek hij niet helemaal hersteld te zijn van zijn griep. Hij had flink ingeleverd qua lichaamsgewicht en energie, hij kwam minder van zijn kamer af. Hij eet nu vaak aan tafel in zijn kamer. Dan maken we altijd een praatje en hij vraagt meestal wanneer mijn volgende dienst is. Laatst had hij voor mij een briefje uitgeschreven om het me makkelijker te maken, knipoogde hij. Bruine boterham, boter, kaas en spiegelei stond er op geschreven. Dat wilde hij voor lunch en precies in die volgorde boven op elkaar. Op deze manier kon ik het niet vergeten, grapte hij. Gisteren had ik na een volle week weer een dienst. ‘Blij om je te zien!’ lachte hij toen ik relatief vroeg in de ochtend zijn kop thee kwam brengen. Daarna wilde hij douchen en daar heeft hij tegenwoordig hulp bij nodig. Ik droogde zijn rug af, voelde hoeveel gewicht hij verloren had. Toen hij goed en wel aangekleed was sprak hij de waardering van mijn werk en aanwezigheid uit. Hij vroeg of hij me een omhelzing mocht geven. Toen ik begin van de middag klaar was met mijn dienst, die pittig was met twee overlijdens binnen een uur, klopte ik nog even op zijn deur om gedag te zeggen. Dat doe ik normaliter niet. Ik zie hem zienderogen achteruit gaan, het is maar de vraag of hij er bij mijn volgende dienst nog is.  


Precies hetzelfde rondje reed ik door Breda. Om precies dezelfde drie senioren dames op te halen als een maand geleden. Wederom voor de dagfilm in hetzelfde theater. Ze noemden mij en elkaar inmiddels bij voornaam. Tilly, Tessa en de derde ben ik vergeten. Juist van haar was de lift in het gebouw kapot toen ik beneden in de hal op haar wachtte. De monteur wist niet hoelang het zou duren. Net toen ik haar paniekerig wilde bellen, ze woonde tenslotte op de tiende etage, kwam ze aanlopen. Ze had de tien trappen ervoor over, zei ze enthousiast. Deze dame in kwestie is over de negentig jaar! Na onze kop koffie in het theater gingen we naar de zaal. Ik adviseerde de dames hun jas mee naar binnen te nemen. Ik vind het meestal te koud daar binnen. Je zit natuurlijk ook zo’n twee uur stil. Het was inderdaad weer te koud. Verder is alles daar altijd fantastisch geregeld. Brabantse gastvrijheid. Kartonnen naambordjes met ons logo op de gereserveerde tafels. Er werd zelfs een kapstok heengereden. Borden met bestelde broodjes stonden na de film klaar. Mokken met koffie of thee werden meteen ingeschonken. Helemaal prima. De film over Maria Callas haar leven was heel tragisch en halverwege de film voelde ik me ook een beetje gedeprimeerd worden. Angelina Jolie speelde de Griekse Maria, één van de beroemdste operazangeressen van na de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de oorlog in Athene liet haar moeder haar twee jonge tienerdochters zingen voor de Duitsers om niet gedeporteerd te worden. Maria’s zus was slanker en knapper en hun moeder liet haar voorkeur duidelijk blijken. Later is Maria door een extreem streng dieet meer dan dertig kilo afgevallen, slank zoals we haar kennen van haar carrière. Ze was getrouwd met een veel oudere Italiaanse man en later viel ze voor de charmes van de schathemelrijke Aristoteles Onassis. Ze kreeg een zoontje van hem dat heel kort na de geboorte overleed. De relatie werd al snel weer beëindigd doordat Onassis haar verruilde voor de weduwe van de Amerikaanse president John F. Kennedy, de bekende Jacky Kennedy. Maria’s stem verminderde uiteindelijk tot een schim van wat het ooit was. Vanaf toen trok de perfectionistische Maria zich geleidelijk uit de operawereld terug. Ze kreeg hallucinaties door de verslavende medicijnen die ze slikte voor haar hart. Ze verbleef met een trouwe huishoudster en butler in haar luxe appartement in Parijs. Ze leefde een teruggetrokken leven. Al op haar drieënvijftigste overleden. Wat een tragiek. Ik moest er na de film even van los komen. Een beetje van de kou verkleumd lunchte ik later samen met een groepje deelnemers en een nieuwe vrijwilliger aan een grote tafel. Ik heb nog geregeld dat twee mensen een theaterkaartje aan elkaar konden doorverkopen voor de musical over Rob de Nijs de avond erna. Niet wetende dat Rob een paar dagen erna zou overlijden. Toen ik de laatste dame in mijn auto thuis wilde afzetten hebben we eerst samen in de auto mijn vriendin gebeld. Haar moeder is namelijk net bij mijn deelneemster in dezelfde verzorgingsflat komen wonen. De nieuwste bewoonster wil graag aan activiteiten meedoen wist ik en mijn deelneemster zocht juist een maatje voor haar kookclub. Voldaan van zóveel netwerken, wat ik graag deed hoor, reed ik naar huis waar ik lekker tot rust mocht komen met een kop thee en een boek.